NL7906622A - Broekenhanger. - Google Patents

Description

* ' Ir 79.3^22/H/Rey/asm — -

Aanvrager : JIBI STEINHIEBER te Milaan, Italië Titel : Broekenhanger

De uitvinding heeft betrekking op een broekenhanger. De gebruikelijke in het huishouden toegepaste broekenhanger kan slechts êên broek opnemen. Zowel het type dat werkt met klemmen als het type dat bestaat uit een aan een normale klerenhanger toegevoegde dwars-5 staaf kunnen in feite niet meer dan ten hoogste twee broeken opnemen,

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen, die ge- t schikt is om een bepaald aantal broeken gescheiden van elkaar te kunnen opüemen en die in het totaal ongeveer evenveel ruimte inneem·!; als een conventionele broekenhanger. De inrichting volgens de uitvinding 10 bestaat uit een aantal op geschikte afstand van elkaar aangebrachte aan een arm bevestigde uitstekende staven, welke arm via een scharnier draaibaar is in een vertikaal vlak. In de twee hoofdstanden die de arm kan innemen, namelijk êên vertikaal naar beneden gerichte en - * êên horizontale stand, blijven de staven horizontaal en evenwijdig 15 aan elkaar. Aan elke staaf kan êên broek worden opgehangen. Het scharnier bestaat in hoofdzaak uit een coniole of huis, dat geraakke-lijk aan een vertikaal vlak (paneel, wand) kan worden bevestigd, well; huis is voorzien van een horizontale pen waar omheen een klein cy-lindrisch blok kan draaien.

20 De arm die de horizontale staven draagt is vast met het cylindrische blok verbonden.

Wanneer de arm samen met het cylindrisdae blok wordt verdraaid, kan de arm döór middel van een aan de voorkant van het huis aangebrachte sleuf de vertikale of de horizontale stand innemen. Een in 25 het huis aangebrachte pal wordt door middel van een veer naar het inwendige van de cylindrische kamer waar het cylindrische blok in kan draaien, geduwd. Wanneer de arm zich in de horizontale stand bevindt, grijpt de pal in een inkeping in het blok en houdt zodoende de arm op zijn plaats. Voor het ontkoppelen van de arm is een schijf 30 aangebracht. .

7906622- — 2 -r

Deze schijf, waarvan de diameter gelijk is aan die van het cylindrische blok is voorzien van een opening, zodat de schijf kan roteren om een ring, die in het inwendige van het huis concentrisch met de bovengenoemde horizontale pen is aangebracht· Een kleine 5 nok die uitsteekt buiten het oppervlak van de schijf, dat is gelegen tegenover een van de twee zij-oppervlakken van het blok, wordt bedieid door twee in het boven genoemde zijoppervlak aangebrachte aanslagen.

De schijf wordt zodoende gedwongen om met het blok mee te draaien behalve over een boog van ongeveer b5 0 die wordt ingesleten door de 10 twee aanslagen. De schijf is voorzien van een uitsparing in de vorm van een cirkelsegment, dat wil zeggen als het gebied wordt omsloten door een deel van een cirkelboog met zijn koorde. Wanneer de arm naar boven wordt gedrukt, wordt deze uitsparing door een van de aanslagen in een in het verlengde van de inkeping in het blok 15 gelegen stand gehouden en zodoende kan de pal in de inkeping grijpen. Uit het voorafgaande volgt, dat voor het uit de horizontale stand ontkoppelen van de arm het alleen nodig i's de arm naar boven toe te drukken daar de pal door zijn gebogen rand de inkeping kan verlaten.

Wanneer de arm naar beneden wordt gedrukt, blijft de schijf 20 ' stilstaan, totdat de tweede aanslag op het cylindrische blok de kleins buiten de schijf uitstekende nok heeft bereikt. Dit punt wordt allee:ι bereikt wanneer de inkeping in het cylindrische blok de pal is gepasseerd, welke pal tegen de cirkelvormige boog van de schijf aanligt, en niet in de inkeping kan vallen, zodat de arm naar beneden 25 kan worden geklapt tot een vertikale stand. Wanneer de arm terug naar een horizontale stand wordt gebracht, neemt de schijf weer zijn vorige stand in, waarbij het uitgespaarde deel op een lijn met de inkeping in het cylindrische blok wordt gehouden, zodat de pal naar binnen toe kan bewegen. De dikte van de pal is ongeveer gelijk aan de* 30 som van de dikten van het cylindrische blok en de schijf.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, die als voorbeeld een uitvoeringsvorm van de broekenhanger volgens de uitvinding toont.

Fig. 1 toont een perspectief aanzicht van de inrichting, waarbi j 35 —de horizontale staven in een vertikaal vlak liggen.

7906622 - 5 - ·

Fig. 2 toont een perspectief aanzicht van de inrichting, waarbi; de horizontale staven in een horizontaal vlak zijn gelegen.

Fig. 3 is een deel van het scharnier.

Fig. k is een inwendig? schijf.

5 Fig. 5 toont een cylindrisch blok.

Fig. 6 is een blokkeerpal.

Fig. 7 is een veer.

Fig. 8 is een deksel.

De arm 11 is met zijn hieraan bevestigde horizontale staven 10 12, 13, 1^, 15, 16 beweegbaar via een scharnier 10. Een staaf 17 is aan zijn beide uiteinden respectievelijk ondersteund door een console of huis 18 en door een aan de wand te monteren steun 19. Een schijf 20 is draaibaar om een' in de bodem van het huis aangebrachte verhoogde ring (zie fig. 3).

Ί5 Een cylindrisch blok 26, dat via de opening 27 draaibaar is om een horizontaal in het huis gelegen pen 28 is tevens voorzien van een inkeping 30 die de punt 31 van een pal 32 kan opuemen. Deze pal is in een uitsparing 33 geplaatst, terwijl een veer 3^ de punt 31 dwingt Λ via een spleet 41 in de cylindrisde kamer 35 te steken, waarin het 20 cylindrische blok 26 draait, zodat de punt tegen het cylindrische oppervlak van het blok drukt. Het cylindrische blok is door middel van schoeven.of dergelijke aan de arm 11 bevestigd. Via de gaten 37, 38 en de van schroefdraad voorziene gaten 39, in.het huis is door middel van schoeven een deksel 36 aan het huis bevestigd. Een 25 op de schijf 20 aangebrachte nok 22 wordt bediend door twee niet in de tekening weergegeven aanslagen, die (gemeten over de cirkelvormige baan die de nok doorloopt) op een afstand van ongeveer b5^ van elkaar liggen. De plaats waar de aanslag is aangebracht, ten op- * zichte van het uiteinde van de arm, is zodanig dat wanneer de arm 30 naar boven wordt gedraaid, de schijf door de aanslag wordt voortbewogen, zo dat het uitgespaarde deel 23 van de schijf (dat de vorm heeft van een "koorde") in het verlengde van de inkeping 30 in het cylindrische blok wordt gehouden. Zodoende kan de punt 31 van de pal 32 in de inkeping 30 grijpen wanneer de arm horizontaal ligt, en vornt 7906622 _ k __ een voldoende ondersteuning voor de arm 11 waarbij het gewicht van alle broeken die over de buiten de arm uitstekende staven kunnen worden gevouwen, kan worden opgenomen· Voor het uit de horizontale stand ontkoppelen van de arm, is het enkel noodzafeelijk deze omhoog 5 te brengen hetgeen mogelijk is door het boven de arm aanwezige vrije gedeelte 25 van de sleuf 2k. Door het omhoogbewegen van de arm, kan de pal 52 door de aanwezigheid van de cirkelvormige zone kZ de inkeping 50 verlaten.

Wanneer de arm vervolgens naar beneden wordt bewogen, blijft de 10 schijf stilstaan zodat de pal tegen het cirkelvormige deel hiervan rust, en zo blijft staan totdat de inkeping 50 het gebied waarin zich de pal 52 bevindt is gepasseerd· De pal kan zodaende niet in de inkeping grijpen, en kan de arm omlaag worden gebracht naar zijn tweede vertikale werkstand, die is weergegeven in figuur 1.

15 De inrichting kan uit verschillende materialen zijn vervaardigd zoals hout, metaal, plastic of dergelijke. Het scharnier kan bij voorbeeld van plastic of metaal zijn vervaardigd, terwijl de uitstekende staven van hout en de arm van metaal kan zijn.

De voordelen van de uitvinding zijn duidelijk; niet alleen kan 20 de inrichting een aanzienlijk aantal broeken opnemen, maar de broeken kunnen bovendien gemakkelijk worden opgehangen envorden afgenomen, daar de uitstékende staven aan êên uiteinde geheel vrij zijn. Daar de broeken elkaar niet geheel overlappen, en zichtbaar zijn, kan de gewenste broek gemakkelijk worden uitgezocht. De in beslag ge-25 nomen'ruimte is min of meer gelijk aan die welke wordt ingenomen door een enkele broekenhanger. De beide werkstanden kunnen worden gebruikt, de eerste stand waarbij de staven in een vertikaad. vlak liggen en de tweede stand waarbij de arm horizontaal ligt en de 0 staven dus in een horizontaal vlak, dat . 90'. xs verdraaid ten opzöito 30 van de eerste stand, zijn gelegen. De inrichting heeft zodoende een maximale toepasbaarheid, en neemt,indien buiten gebruik, in de vertikale stand een minimale plaatsruimte in, terwijl wanneer de inrichting zich in de horizontale stand bevindt de broeken zoals reeds is aangegeven gemakkelijk kunnen worden verwijderd.

7 9 0 6 & 2 2

Claims (8)

1. Broekenhanger gekenmerkt, door een aantal horizontale, afzonderlijke staven, (12- 16), die elke een broek kunnen i opnemen, welke staven op een afstand van elkaar zijn aangebracht, en zijn bevestigd aan een arm (11), welke arm met een scharnier (10) 5 is bevestigd aan een.console (18), die gemakkelijk aan een wand, paneel, of dergelijke kan worden bevestigd, zodat verschillende broeken afzonderlijk kunnen worden op gehangen, en elk van de broeken duidelijk zichtbaar is en gemakkelijk is op te hangen en te verwijderen, terwijl de gehele inrichting een minimale ruimte in be-10 slag neemt,

2. Broekenhanger volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat ket scharnier (10) bestaat uit een klein cylindrisch gevormd blok dat is bevestigd aan de arm (11) en draaibaar is om een in de console (18) aangebrachte pen (28), via welk scharnier de arm 15 (11) en hiermee de staven twee zichzelf blokkerende hoofdstanden kunnen innemen, waarbij de arm in de eerste stand in een vertikaal vlak ligt, en het blokkeren geschiedt door de zwaartekracht, en de arm in de tweede stand in een horizontaal vlak ligt, waarbij het blokkeren geschiedt door een blokkeer-inrichting, die voorkomt dat 20 de arm naar beneden valt.

3· Broekenhanger volgens conclusie 2, met het ken merk, dat de blokkeerinrichting bestaat uit een pal (32) die door een veer (34) in een inkeping (30) van het aan de arm (11) bevestigde cylindrische blok (26) wordt gedrukt, waarbij het mogelijk is de arm 25 te ontkoppelen en deze naar beneden toe in een vertikale stand te brengen door de arm eerst omhoog te bewegen, zodat de pal (32) de inkeping (30) verlaat, hetgeen geschiedt door een voor dit doel aangebrachte schijf(20).

4. Broekenhanger volgens conclusie 3i ® e t het ken- 30 "merk, dat de diameter van de schijf (20) ongeveer gelijk is aan 7906622 _ 6 _ •y , die van het kleine, eylindrische blok (26) en dat een kort gedeelte (23) van de rand van de schijf is voorzien van een uitsparing waarvan de diepte overeenkomt met die van de inkeping en de breeds van de pal ongeveer gelijk is aan de som van de dikte van het cylin-5 drisehe blok (26) en van de schijf (20) die evenwijdig naast elkaar zijn geplaatst, waarbij de schijf wordt verdraaid door twee aan het cylindrische blok (26) bevestigde aanslagen, die samenwerken met een aan de schijf bevestigde nok, waarbij de twee aanslagen en de nok op een cirkelvormige baan liggen die concentrisch is met de rotatie-10 as van het cylindrische blok·

5. Broekenhanger volgens conclusie k, m e t het kenmerk, dat een van de aanslagen zodanig is geplaatst, dat bij het omhoog bewegen van de arm (11), het cylindrische blok (26) de schijf ronddraait, zodat het uitgespaarde deel van de schijf in het 15 verlengde van de inkeping (30) in het cylindrische blok (26) wordt gehouden, en de arm (11) zodoende in zijn horizontale stand geblokkeerd houdt.

6. Broekenhanger volgens conclusie 5, mi et het kenmerk, dat de tweede aanslag zodanig is geplaatst, dat wanneer 20 'de arm (11) vanuit een beginstand, die iets hoger is dan de horizontale stand omlaag wordt gebracht, zodat de inkeping in het cylindrische blok (26) en het uitgespaarde deel (23) van. de schijf buiten het gebied waar.de pal werkt, komt,de schijf stil blijft staan, totdat de inkeping in het cylindrische blok de pal is ge-25 passeerd, zodat de pal niet in de inkeping kan grijpen, omdat de cirkelvormige rand van de schijf de plaats van het uitgespaarde deel heeft ingenomen.

7* Broekenhanger volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagkradi van de console voor de op 30 de uitstekende staven (12 -l6) aangebrachte· lading is vergroot door een staaf (17) die evenwijdigm%fen^e arm (11) bevestigde staven is —aangebracht, welke staaf met een uiteinde via een steun (19) aan de 7906622 - 77- z wand, en met het andere uiteinde aan de console is bevestigd.

8. Broekenhanger volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beweegbare arm (11) vijf dwars-staven bevat, waarbij elke staaf êên broek kan dragen, en waarbij de 5 zesde staaf (17) dient voor het verstevigen van de bevestiging van de inrichting aan de wand en van de rotatie-as voor de arm. * * * * * * 75 0 6 ö 2 2--*