BE1024623B1

BE1024623B1 - Spinplaat

Info

Publication number: BE1024623B1
Application number: BE2016/5730A
Authority: BE
Inventors: Ermete Corbellini
Original assignee: Nv Michel Van De Wiele
Priority date: 2016-09-30
Filing date: 2016-09-30
Publication date: 2018-05-24
Also published as: CN109790644B; EP3519613B1; US20190249335A1; EP3519613A1; BE1024623A1; WO2018060824A1; CN109790644A; US10982352B2

Abstract

Deze uitvinding betreft een spinplaat (1) voor het vervaardigen van meerdere filamenten, omvattende meerdere perforaties (2), die elk aan de onderzijde van de spinplaat (1) uitmonden in een respectievelijke uitmondopening (3), voor het hier doorheen persen van thermoplastisch kunststof voor het vormen van de filamenten, waarbij de uitmondopeningen (3) in rijen (5) zijn opgesteld die zich volgens een koelrichting (A) uitstrekken, van een zijde van de spinplaat (1) naar de tegenovergestelde zijde, waarbij deze rijen (5) weg van het centrum van de spinplaat (1) steeds dichter bijeen zijn opgesteld.

Description

(73) Houder(s) :

NV MICHEL VAN DE WIELE 8510, KORTRIJK/MARKE België (72) Uitvinder(s) :

CORBELLINI Ermete 23013 COSIO VALTELLINO Italie (54) SPINPLAAT (57) Deze uitvinding betreft een spinplaat (1) voor het vervaardigen van meerdere filamenten, omvattende meerdere perforaties (2), die elk aan de onderzijde van de spinplaat (1) uitmonden in een respectievelijke uitmondopening (3), voor het hier doorheen persen van thermoplastisch kunststof voor het vormen van de filamenten, waarbij de uitmondopeningen (3) in rijen (5) zijn opgesteld die zieh volgens een koelrichting (A) uitstrekken, van een zijde van de spinplaat (1) naar de tegenovergestelde zijde, waarbij deze rijen (5) weg van het centrum van de spinplaat (1) steeds dichter bijeen zijn opgesteld.

!

FigJ.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024623 Nummer van indiening: BE2016/5730

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: D01D 4/02 D01D 5/088 Datum van verlening: 24/05/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 30/09/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

NV MICHEL VAN DE WIELE, Michel Vandewielestraat 7, 8510 KORTRIJK/MARKE België;

vertegenwoordigd door

HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: SPINPLAAT.

UITVINDER(S):

CORBELLINI Ermete, Via dell'Orso 1, 23013, COSIO VALTELLINO;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 24/05/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2016/5730

SPINPLAAT

Deze uitvinding betreft een spinplaat voor het vervaardigen van meerdere filamenten, omvattende meerdere perforaties, die elk aan de onderzijde van de spinplaat uitmonden in een respectievelijke uitmondopening, voor het hier doorheen persen van thermoplastisch kunststof voor het vormen van de filamenten, waarbij de uitmondopeningen in rijen zijn opgesteld die zieh volgens een koelrichting uitstrekken, van een zijde van de spinplaat naar de tegenovergestelde zijde.

Dergelijke spinplaten worden gebruikt in een extrusieproces voor het smeltspinnen van filamenten. Typisch wordt in een dergelijk extrusieproces met behulp van een extruder gesmolten thermoplastische kunststof, zoals polypropyleen, polyester of polyamide, doorheen één of meerdere dergelijke spinplaten geperst om filamenten te vormen. In elke spinplaat zijn meerdere perforaties voorzien, elk met een toegangsopening aan de bovenzijde van de spinplaat waardoor het kunststof in de perforatie wordt aangebracht en een uitmondopening aan de onderzijde van de spinplaat waar het doorheen de perforatie geperste kunststof als filament de spinplaat verlaat. Per spinplaat worden zo één of meerdere filamentbundels gevormd.

De vorm van een spinplaat kan rechthoekig zijn. Het perforatiepatroon kan dan rechthoekig, cirkel- of boogvormig zijn of ieder ander tussenliggend patroon aannemen. Een spinplaat kan ook cirkelvormig zijn. In dit laatste geval is het perforatiepatroon dan ook hoofdzakelijk binnen een cirkel opgesteld.

Deze uitvinding betreft dergelijke spinplaten die in een extrusieproces ingezet worden, waarbij de filamenten die met deze spinplaten gevormd worden, gekoeld worden met een zogenaamde dwarskoeling. Lucht wordt hierbij vanaf één zijde van de met een spinplaat gevormde filamentbundel(s) loodrecht op deze filamentbundel(s) geblazen. De lucht volgt hierbij hoofdzakelijk een koelrichting gericht vanaf een zijde van de spinplaat naar een tegenovergestelde zijde van de spinplaat toe. Ter hoogte van de filamenten zal de lucht lokaal afgebogen worden.

BE2016/5730

Bij bestaande dergelijke spinplaten worden de uitmondopeningen klassiek in rijen opgesteld, waarbij de rijen gekanteld worden ten opzichte van de genoemde koelrichting, zodat de lucht elk filament maximaal kan aanstromen. Echter, wanneer men bij een dergelijke opstelling het aantal perforaties per spinplaat laat toenemen, zal de lucht niet langer alle hiermee gevormde filamenten kunnen bereiken, maar rond de filamentbundel afgebogen worden, zodat de filamenten onvoldoende gekoeld worden.

Er bestaan reeds geoptimaliseerde dergelijke spinplaten waarmee de uitmondopeningen in iets gebogen rijen worden opgesteld, die hoofdzakelijk gericht zijn volgens de koelrichting, zodat bij een groter aantal hiermee gevormde filamenten opnieuw alle filamenten met koellucht aangestroomd kunnen worden. Ook bij deze variant van spinplaten is echter de limiet van het aantal uitmondopeningen per spinplaat bereikt. Bij toename van het aantal uitmondopeningen worden de filamenten onvoldoende gekoeld en/of gaan deze onderling verkleven.

Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een alternatieve spinplaat, waarin meer perforaties voorzien kunnen worden dan bij de gekende spinplaten, zonder in te boeten aan koeling van de filamenten en zonder dat de filamenten onderling verkleven.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een spinplaat voor het vervaardigen van meerdere filamenten, omvattende meerdere perforaties, die elk aan de onderzijde van de spinplaat uitmonden in een respectievelijke uitmondopening, voor het hier doorheen persen van thermoplastisch kunststof voor het vormen van de filamenten, waarbij de uitmondopeningen in rijen zijn opgesteld die zieh volgens een koelrichting uitstrekken, van een zijde van de spinplaat naar de tegenovergestelde zijde, waarbij deze rijen weg van het centrum van de spinplaat steeds dichter bij een zijn opgesteld.

BE2016/5730

Bij opstelien van deze spinplaat in een extrusie-inrichting voor het vormen van filamenten, zal de genoemde koelrichting samenvallen met de richting waarin lucht met behulp van een koelinrichting geblazen wordt om de gevormde filamenten te koelen.

Doordat de uitmondopeningen in rijen volgens deze koelrichting worden opgesteld, kunnen meer uitmondopeningen per spinplaat voorzien worden, waarbij de koellucht nog alle hiermee gevormde filamenten kan bereiken, zonder dat de luchtstroom omheen de filamentbundel wordt afgebogen. Deze rijen kunnen net als bij de geoptimaliseerde spinplaten volgens de stand van de techniek iets gebogen zijn, maar zijn bij voorkeur volgens een rechte lijn opgesteld.

Door de rijen weg van het centrum van de spinplaat steeds dichter bij een op te stellen, is dwars op de koelrichting gezien de densiteit van de uitmondopeningen verder van het centrum van de spinplaat groter dan dichter bij het centrum van de spinplaat. Zo kan de koellucht zoveel mogelijk uitmondopeningen maximaai bereiken. Zo kan een grote filamentmassa efficient gekoeld worden. De kunststofinassa wordt zo goed mogelijk verdeeld over de volledige oppervlakte van de spinplaat.

Met behulp van een opstelling van de uitmondopeningen volgens deze uitvinding, kunnen nu op een zelfde oppervlak van een spinplaat waarin klassiek zo’n 72 uitmondopeningen werden voorzien en waarbij volgens de geoptimaliseerde opstelling zo’n 181 uitmondopeningen werden voorzien, nu zo’n 255 uitmondopeningen worden voorzien, zonder in te boeten aan koeling van de verschillende filamenten en zonder dat de filamenten onderling verkleven.

In een verder geoptimaliseerde spinplaat volgens deze uitvinding zijn de uitmondopeningen op elke rij volgens de koelrichting gezien steeds verder uiteen opgesteld, om alle filamenten zo efficient mogelijk te kunnen koelen.

BE2016/5730

De uitmondopeningen kunnen verder ook op gebogen lijnen opgesteld worden om de koeling te optimaliseren.

In een specifieke uitvoeringsvorm van een spinplaat volgens deze uitvinding zijn de uitmondopeningen op cirkelbogen opgesteld.

Meer specifiek hebben de cirkels van deze cirkelbogen dan bij voorkeur een gemeenschappelijke tangentiële raaklijn.

Deze gemeenschappelijke tangentiële raaklijn strekt zieh dan bij voorkeur loodrecht op de koelrichting uit.

Verder is deze gemeenschappelijke tangentiële raaklijn bij voorkeur volgens de koelrichting gezien voorbij de spinplaat opgesteld. Alternatief, maar minder voorkeurdragend kan deze gemeenschappelijke tangentiële raaklijn volgens de koelrichting gezien ook voor de spinplaat opgesteld zijn.

In een uitvoeringsvorm van een spinplaat volgens deze uitvinding waarbij de uitmondopeningen op cirkelbogen zijn opgesteld, hebben deze cirkelbogen volgens de koelrichting gezien bij voorkeur een steeds kleinere diameter.

De uitmondopeningen van een spinplaat volgens deze uitvinding kunnen verschillende vormen aannemen. De vorm van elke uitmondopening zal de vorm van het hiermee gevormde fdament bepalen. Wanneer een dergelijke uitmondopening meer specifiek drielobbig is uitgevoerd, dan is een lob van deze uitmondopening bij voorkeur tegen de koelrichting in opgesteld om een dergelijk filament maximaal te koelen.

Elke perforatie van een spinplaat mondt aan de bovenzijde van de spinplaat uit in een toegangsopening. Naar de uitmondopening toe, is elke perforatie grenzend aan de toegangsopening bij voorkeur trechtervormig uitgevoerd om maximaal kunststof in elke perforatie te laten strömen.

Om de doorstroom van lucht doorheen een met een spinplaat volgens deze uitvinding gevormde filamentbundel te optimaliseren, zijn de uitmondopeningen op

BE2016/5730 opeenvolgende rijen bij voorkeur verschoven ten opzichte van elkaar opgesteld, nog meer bij voorkeur geschrankt ten opzichte van elkaar opgesteld.

Een spinplaat volgens deze uitvinding is bij voorkeur cirkelvormig uitgevoerd.

De uitmondopeningen zijn bij voorkeur hoofdzakelijk binnen een cirkel opgesteld.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een spinplaat volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding aan te duiden, en kan dus niet ge'interpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een spinplaat volgens deze uitvinding in perspectief van bovenaf is afgebeeld;

figuur 2 de spinplaat uit figuur 1 in dwarsdoorsnede is weergegeven; figuur 3 de spinplaat uit figuur 1 in bovenaanzicht is weergegeven; figuur 4 schematisch op een aanzicht van de spinplaat uit figuur 1 de rijen en cirkels zijn weergegeven waarop de uitmondopeningen zijn opgesteld.

De in de figuren afgebeelde uitvoeringsvorm van een spinplaat (1) volgens de uitvinding is cirkelvormig uitgevoerd en omvat 255 perforaties (2). Zoals te zien is in figuur 2, strekt elke perforatie (2) zieh doorheen de spinplaat (1) uit vanaf een toegangsopening (4) aan de bovenzijde van de spinplaat (1) tot aan een uitmondopening (3) aan de onderzijde van de spinplaat (1). De uitmondopeningen (4) zijn hoofdzakelijk binnen een cirkel opgesteld.

BE2016/5730

Om filamenten te vormen, wordt thermoplastisch kunststof, zoals polypropyleen, polyester of polyamide, vanaf de bovenzijde doorheen deze perforaties (2) geperst, om als filamenten de spinplaat (1) aan de onderzijde te verlaten. Om deze filamenten te koelen, wordt lucht op deze filamenten geblazen volgens de koelrichting (A), die in figuur 4 is aangeduid. Dankzij de positionering van de uitmondopeningen (3) worden deze filamenten optimaal gekoeld.

In figuur 4 zijn de uitmondopeningen (3) schematisch met behulp van kruisjes aangeduid op de spinplaat (1) om hun positionering in de spinplaat (1) te verduidelijken.

Deze uitmondopeningen (3) zijn in rijen (5) opgesteld. De horizontale lijnen (5) in figuur 4 duiden deze rijen (5) aan voor de helft van de spinplaat (1) aan één zijde van het centrum van de spinplaat (1). Zo is duidelijker te zien dat hoe verder deze lijnen (5) zieh van de lijn (C) bevinden door het centrum van de spinplaat (1), hoe dichter deze lijnen (5) bijeen zijn opgesteld. De afgebeelde spinplaat (1) is symmetrisch opgebouwd ten opzicht van de lijn (C) doorheen het centrum van de spinplaat (1), zodat de uitmondopeningen (3) op de andere helft van de spinplaat (1) in corresponderende, niet aangeduide rijen (5) zijn opgesteld.

Met verticale lijnen (7) doorheen de uitmondopeningen (3) op de lijn (C) doorheen het centrum van de spinplaat (1) wordt in figuur 4 verder verduidelijkt dat de uitmondopeningen (3) van de afgebeelde spinplaat (1) op elke rij (5) volgens de koelrichting (A) gezien steeds verder uiteen zijn opgesteld.

Daarnaast is te zien dat de uitmondopeningen (3) van de afgebeelde spinplaat (1) op cirkelbogen zijn opgesteld, waarvan de cirkels (6) in figuur 4 zijn weergegeven. Deze cirkels (6) hebben een gemeenschappelijke tangentiële raaklijn (T), die volgens de koelrichting (A) gezien voorbij de spinplaat (1) is opgesteld en zieh loodrecht op de koelrichting (A) uitstrekt. Deze cirkels (6) hebben volgens de koelrichting (A) gezien een steeds kleinere diameter.

Door de positionering van de uitmondopeningen (3) in de genoemde rijen (5) en op de genoemde cirkelbogen, is er bovendien voor gezorgd dat de uitmondopeningen (3) op opeenvolgende rijen (5) verschoven ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

BE2016/5730

Claims

CONCLUSIES

1. Spinplaat (1) voor het vervaardigen van meerdere filamenten, omvattende meerdere perforaties (2), die elk aan de onderzijde van de spinplaat (1) uitmonden in een respectievelijke uitmondopening (3), voor het hier doorheen persen van thermoplastisch kunststof voor het vormen van de filamenten, waarbij de uitmondopeningen (3) in rijen (5) zijn opgesteld die zieh volgens een koelrichting (A) uitstrekken, van een zijde van de spinplaat (1) naar de tegenovergestelde zijde, met het kenmerk dat deze rijen (5) weg van het centrum van de spinplaat (1) steeds dichter bijeen zijn opgesteld.
2. Spinplaat (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de uitmondopeningen (3) op elke rij (5) volgens de koelrichting (A) gezien steeds verder uiteen zijn opgesteld.
3. Spinplaat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitmondopeningen (3) op cirkelbogen zijn opgesteld.
4. Spinplaat (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de cirkels (6) van de cirkelbogen een gemeenschappelijke tangentiële raaklijn (T) hebben.
5. Spinplaat (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de tangentiële raaklijn (T) volgens de koelrichting (A) gezien voorbij de spinplaat (1) is opgesteld.
6. Spinplaat (1) volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat dat tangentiële raaklijn (T) zieh loodrecht op de koelrichting (A) uitstrekt.
7. Spinplaat (1) volgens één van de conclusies 3 tot 6, met het kenmerk dat de cirkelbogen (6) volgens de koelrichting (A) gezien een steeds kleinere diameter hebben.

BE2016/5730
8. Spinplaat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke uitmondopening (3) drielobbig is uitgevoerd, waarbij een lob van deze uitmondopening (3) tegen de koelrichting (A) in is opgesteld.

5
9. Spinplaat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat uitmondopeningen (3) op opeenvolgende rijen (5) verschoven ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.
10. Spinplaat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat

10 deze spinplaat (1) cirkelvormig is uitgevoerd.
11. Spinplaat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitmondopeningen (2) hoofdzakelijk binnen een cirkel zijn opgesteld.

BE2016/5730