BE1024501B1 - Profiel voor het dragen van een schap - Google Patents

Profiel voor het dragen van een schap Download PDF

Info

Publication number
BE1024501B1
BE1024501B1 BE2016/5638A BE201605638A BE1024501B1 BE 1024501 B1 BE1024501 B1 BE 1024501B1 BE 2016/5638 A BE2016/5638 A BE 2016/5638A BE 201605638 A BE201605638 A BE 201605638A BE 1024501 B1 BE1024501 B1 BE 1024501B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
profile
openings
legs
wall
profiles
Prior art date
Application number
BE2016/5638A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024501A1 (nl
Inventor
Rudi Prosper Ghislain Prijs
Original Assignee
Lothar Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lothar Bvba filed Critical Lothar Bvba
Priority to BE2016/5638A priority Critical patent/BE1024501B1/nl
Publication of BE1024501A1 publication Critical patent/BE1024501A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024501B1 publication Critical patent/BE1024501B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B96/00Details of cabinets, racks or shelf units not covered by a single one of groups A47B43/00 - A47B95/00; General details of furniture
    • A47B96/14Bars, uprights, struts, or like supports, for cabinets, brackets, or the like
    • A47B96/1408Bars, uprights, struts, or like supports, for cabinets, brackets, or the like regularly perforated
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B96/00Details of cabinets, racks or shelf units not covered by a single one of groups A47B43/00 - A47B95/00; General details of furniture
    • A47B96/14Bars, uprights, struts, or like supports, for cabinets, brackets, or the like
    • A47B96/1416Uprights receiving panels and brackets
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47FSPECIAL FURNITURE, FITTINGS, OR ACCESSORIES FOR SHOPS, STOREHOUSES, BARS, RESTAURANTS OR THE LIKE; PAYING COUNTERS
    • A47F5/00Show stands, hangers, or shelves characterised by their constructional features
    • A47F5/10Adjustable or foldable or dismountable display stands
    • A47F5/101Display racks with slotted uprights
    • A47F5/103Display shelving racks with the uprights aligned in only one plane

Landscapes

  • Display Racks (AREA)

Abstract

Profiel voor het dragen van een schap, welk profiel een eerste set openingen heeft, verdeeld over een lengte van het profiel, welke eerste set openingen gevormd is om een haakelement op verschillende posities over de lengte van het profiel op te nemen voor het dragen van het schap, waarbij het profiel in doorsnede twee benen heeft die in een V-vorm geplaatst zijn ten opzichte van elkaar, en waarbij tussen de twee benen een hoek groter dan 30 graden en kleiner dan 70 graden gevormd is, en waarbij de eerste set openingen zich hoofdzakelijk evenwijdig tussen de twee benen uitstrekt.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
LOTHAR BVBA 3500, HASSELT België (72) Uitvinder(s) :
PRIJS Rudi Prosper Ghislain
3500 HASSELT
België (54) Profiel voor het dragen van een schap (57) Profiel voor het dragen van een schap, welk profiel een eerste set openingen heeft, verdeeld over een lengte van het profiel, welke eerste set openingen gevormd is om een haakelement op verschiiiende posities over de lengte van het profiel op te nemen voor het dragen van het schap, waarbij het profiel in doorsnede twee benen heeft die in een V-vorm geplaatst zijn ten opzichte van elkaar, en waarbij tussen de twee benen een hoek groter dan 30 graden en kleiner dan 70 graden gevormd is, en waarbij de eerste set openingen zieh hoofdzakelijk evenwijdig tussen de twee benen uitstrekt.
Figure BE1024501B1_D0001
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024501 Nummer van indiening: BE2016/5638
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: A47B 96/14 A47F 5/10 Datum van verlening: 21/03/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 16/08/2016.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
LOTHAR BVBA, Maastrichtersteenweg 14 bus 12, 3500 HASSELT België;
vertegenwoordigd door
PHILIPPAERTS Yannick, Meir 24 bus 17, 2000, ANTWERPEN;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Profiel voor het dragen van een schap.
UITVINDER(S):
PRIJS Rudi Prosper Ghislain, Maastrichtersteenweg 14 bus 12, 3500, HASSELT;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 21/03/2018,
Bij bijzondere machtiging:
2016/5638
BE2016/5638
Profiel voor het dragen van een schap
De uitvinding heeft betrekking op een profiel voor het dragen van een schap, waar het profiel een eerste set openingen heeft, verdeeld over een lengte van het profiel, welke eerste set openingen gevormd is om een haakelement op verschillende posities over de lengte van het profiel op te nemen voor het dragen van het schap.
Dergelijke profielen worden veelvuldig toegepast, voornamelijk in commerciële omgevingen zoals winkels en opslagplaatsen, om meerdere schabben te dragen op verschillende hoogtes. Typisch zullen meerdere van dergelijke profielen voorzien worden op vooraf bepaalde afstanden ten opzichte van elkaar zodat schabben zieh kunnen uitstrekken tussen en/of voorbij de profielen. Zo kan een eerste haakelement gemonteerd zijn aan een eerste profiel, en een tweede haakelement gemonteerd zijn aan een tweede profiel op nagenoeg eenzelfde hoogte dan het eerste haakelement, en kan het schap voorzien worden om zieh uit te strekken tussen de twee haakelementen. Via een dergelijke opbouw kan een schap stevig op een bepaalde hoogte gemonteerd worden zodat het schap goederen en voorwerpen kan dragen. Ook geeft dergelijke opbouw een hoge flexibiliteit voor wat betreft aantal schabben en tussenafstand tussen de schabben.
De profielen voor het dragen van het schap strekken zieh typisch opwaarts of verticaal uit, en hebben een set openingen verdeeld over de lengte van het profiel. De haakelementen zijn dan voorzien om in één of een beperkt aantal van de openingen te grijpen voor het bevestigen van het schap. Omdat het profiel over zijn lengte van meerdere openingen voorzien is, kan het haakelement op verschillende hoogteposities vastgezet worden, hetgeen de flexibiliteit bij het monteren van het schap noemenswaardig verhoogt. Ook zal het typisch mogelijk zijn om meerdere haakelementen tegelijk op verschillende hoogtes met het profiel te verbinden zodat meerdere schabben door één profiel minstens gedeeltelijk kunnen gedragen worden.
In het bijzonder in commerciële omgevingen, worden de profielen voor het dragen van een schap veelvuldig toegepast als basisprofiel voor het opbouwen van een wand. Tussen aangrenzende opstaande profielen strekken zieh dan typisch één of meerdere wandpanelen uit. De wandpanelen worden bevestigd met de profielen via verdere wandhaakelementen. De wandhaakelementen zijn, net als de haakelementen voor het dragen van het schap, voorzien om in de openingen uit de eerste set openingen te grijpen. Om dit mogelijk te maken, zijn bestaande profielen voorzien van openingen die een breedte hebben om vier haakelementen naast elkaar op te nemen in de openingen, zijnde twee wandhaakelementen, voor een wandpaneel links en rechts, en twee haakelementen voor schabben. De openingen hebben daarom typisch een breedte die minstens vier keer zo groot is dan de breedte van een haakelement.
2016/5638
BE2016/5638
Om de hierboven beschreven functies op een betrouwbare wijze te kunnen uitvoeren, is het profiel vervaardigd met een vooraf bepaalde minimale materiaaldikte. Ook zijn de haakelementen, minstens de haakelementen die de schabben dragen, voorzien om zieh ter plaatse van het profiel over een vooraf bepaalde hoogte uit te strekken zodat de krachten die aangrijpen tussen het haakelement en het profiel ten gevolge van een gewicht dat op het schap geplaatst wordt, beperkt blijven. Tests hebben uitgewezen dat wanneer een te hoog gewicht op het schap geplaatst wordt, het profiel vervormt op de piaats waar het haakelement aangrijpt. Deze vervorming heeft als gevolg dat het schap zieh niet meer volledig horizontaal uitstrekt. Ook wordt na vervorming montage en demontage van haakelementen moeilijker.
Het is een doel van de uitvinding om een profiel te voorzien dat aangepast is om een schap op een verbeterde wijze te dragen.
Hierdoor ziet de uitvinding in een profiel voor het dragen van een schap, welk profiel een eerste set openingen heeft, verdeeld over een lengte van het profiel, welke eerste set openingen gevormd is om een haakelement op verschillende posities over de lengte van het profiel op te nemen voor het dragen van het schap, waarbij het profiel in doorsnede twee benen heeft die in een V-vorm geplaatst zijn ten opzichte van elkaar, en waarbij tussen de twee benen een hoek groter dan 30° en kleiner dan 70° gevormd is, en waarbij de eerste set openingen zieh hoofdzakelijk evenwijdig tussen de twee benen uitstrekt.
Door het profiel in doorsnede hoofdzakelijk V-vormig te maken, worden meerdere effecten tegelijk bekomen. Een eerste effect heeft betrekking op het monteren van wandpanelen tussen aangrenzende opstaande profielen. Wandprofielen worden typisch frontaal bevestigd ten opzichte van de profielen. Omdat conventionele profielen typisch een rechthoekige doorsnede hebben, worden de wandpanelen in conventionele profielen bevestigd in dezelfde set openingen dan de haakelementen voor schabben. Als gevolg moeten de openingen uit deze eerste set een breedte hebben die toelaat dat zowel haakelementen voor schabben als wandmontage-elementen inhaken. Hierdoor komen de haakelementen voor de schabben meer centraal te liggen in de openingen, waarbij de openingen zieh breder uitstrekken dan de haakelementen. De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat een dergelijke brede opening waarbij haakelementen zieh centraal bevinden een noemenswaardige verzwakking van het profiel vormt. In de profielen voigens de uitvinding kunnen wandpanelen gemonteerd worden door verbinding met de twee benen, dit zijn de zijkanten van het profiel. Omdat deze benen onder een hoek geplaatst zijn, kunnen de wandpanelen nog steeds frontaal gemonteerd worden. Het gevolg hiervan is dat de openingen uit de eerste set openingen, die voorzien zijn om de haakelementen voor het dragen van de schabben op te nemen, niet noodzakelijk breder moeten zijn dan de breedte van twee haakelementen. De openingen kunnen daarom een breedte hebben die slechts de helft is van de breedte van
2016/5638
BE2016/5638 conventionele profielen. Het gevolg hiervan is dat de haakelementen veel dichter bij de zijkant van de opening zullen aangrijpen, waardoor de krachten noemenswaardig beter kunnen opgevangen worden. Tests hebben uitgewezen dat de vervormingen die optreden aan het profiel op de plaats waar de haakelementen met het profiel verbonden zijn, noemenswaardig beperkter zijn dan bij traditionele profielen. Het resultaat van deze verbeterde krachtoverbrenging is dat de profielen lichter, met minder materiaal, vervaardigd kunnen worden, en/of dat de haakelementen zieh over een beperktere hoogte ten opzichte van het profiel kunnen uitstrekken om eenzelfde gewicht te dragen, en/of dat grotere schabben kunnen gedragen worden.
Een tweede effect van de V-vorm heeft betrekking op de productie van de 10 profielen. Dergelijke profielen worden typisch vervaardigd op basis van plaatmateriaal, waarbij de set openingen vooraf in het plaatmateriaal voorzien is. Het plaatmateriaal wordt dan via een plooibank gevouwen tot de profielen. In een plooibank wordt een plooimes gedrukt in een plooimatrijs om een plooi te bekomen. Traditioneel zijn de profielen hoofdzakelijk rechthoekig, waardoor grenzend aan een frontale zijde teikens een hoek gemaakt wordt van ongeveer 90° met een zijwand van het profiel. Het realiseren van een hoek van 90° legt beperkingen op aan de minimale afmetingen van de frontale zijde van het profiel. Wanneer de frontale zijde namelijk te smal gemaakt wordt, zal er niet voldoende ruimte binnen het profiel zijn voor het plooimes om correct in 90° vouwen van het profiel te realiseren. Omdat de benen bij het profiel volgens de uitvinding zieh in een V-vorm ten opzichte van elkaar uitstrekken met een hoek tussen 30° en 70°, zal de hoek die gevouwen wordt tussen de frontale zijde van het profiel en de zijden die gevormd worden door de twee benen noemenswaardig kleiner zijn dan 90°, waardoor er binnen het profiel voldoende ruimte blijft voor het plooimes bij het vormen van het profiel. Het gevolg hiervan is dat de breedte van de frontale zijde van het profiel noemenswaardig kleiner kan zijn dan bij traditionele profielen die in een hoofdzakelijke rechthoekvorm gevouwen worden. Het versmallen van de frontale zijde heeft verder een positief effect op de sterkte van het profiel, met name op de weerstand tegen vervorming door een haakelement. Namelijk doordat de frontale zijde smaller gemaakt is, zal de kracht die aangrijpt ter plaatse van het haakelement zieh dichter bevinden bij de zijden die gevormd worden door de twee benen aangrijpen. Omdat de zijden die gevormd worden door de twee benen zieh minstens gedeeltelijk evenwijdig aan de krachtrichting uitstrekken, kunnen de krachten veel beter opgevangen worden door het profiel. Door de verbeterde krachtoverbrenging, kunnen enerzijds de profielen lichter gemaakt worden, waardoor ze goedkoper worden. Ook kunnen de haakelementen kleiner, dit wil zeggen minder hoog, gemaakt worden omdat een noemenswaardig hogere kracht kan overgebracht worden op het profiel. Vaak worden schabben voorzien van dergelijke haakelementen, dit wil zeggen vast verbonden met deze haakelementen. Doordat de haakelementen volgens de uitvinding minder hoog moeten zijn, wordt
2016/5638
BE2016/5638 de stapelbaarheid van de schabben voorzien van haakelementen volgens de uitvinding noemenswaardig verbeterd ten opzichte van traditionele schabben met traditionele haakelementen.
De V-vormige profielen hebben als derde effect dat ze noemenswaardig efficiënter te vervoeren zijn dan de traditionele rechthoekige profielen. Namelijk rechthoekige profielen kunnen enkel naast en op elkaar gestapeld worden terwijl de V-vormige profielen in elkaar stapelbaar zijn. Hierdoor kan een veel compacter pakket gevormd worden met profielen volgens de uitvinding ten opzichte van traditionele profielen.
Bij voorkeur bevat het profiel verder een frontale zijde die zieh uitstrekt tussen de twee benen ter plaatse van de hoek, waarbij de openingen uit de eerste set in de frontale zijde gevormd zijn over nagenoeg de volledige breedte van de frontale zijde. Daarmee hebben de openingen bij de eerste set een breedte die hoofdzakelijk gelijk is aan de afstand tussen de twee benen ter plaatse van de hoek. Dit wil zeggen dat de breedte van de frontale zijde of voorste zijde van het profiel hoofdzakelijk gelijk is aan de breedte van de openingen uit de eerste set. Hierdoor kan een kracht die aangrijpt via het haakelement op het profiel ter plaatse van de openingen nagenoeg rechtstreeks door gegeven worden aan de zij den van het profiel die gevormd worden door de twee benen, waardoor vervorming van het profiel ten gevolge van de kracht nagenoeg onmogelijk wordt. Hierdoor wordt een uiterst sterk profiel bekomen.
Bij voorkeur is de hoek groter dan 40°, meer bij voorkeur groter dan 45°. Verder bij voorkeur is de hoek kleiner dan 60°, meer bij voorkeur kleiner dan 55°. Tests hebben uitgewezen dat een dergelijke hoek de hierboven beschreven effecten maximaliseert.
Bij voorkeur is het profiel verder aangepast voor het dragen van een wandpaneel door het voorzien van een tweede set openingen in het profiel, verdeeld over een lengte van het profiel, welke tweede set openingen zieh in doorsnede situeren ter plaatse van een centrale zone van minstens één van de twee benen, zodat de tweede set openingen geschikt is voor het opnemen van overeenstemmende wandhaakelementen voor het dragen van een wandpaneel. Hierboven is reeds beschreven dat het V-vormig profiel mogelijk maakt om wandpanelen frontaal te monteren en daarbij te verbinden ter plaatse van de benen van het profiel. Door een centrale zone van deze benen te voorzien van een tweede set openingen, die aangepast is voor het opnemen van overeenstemmende wandhaakelementen, wordt het monteren van wandpanelen verder vereenvoudigd. Wandpanelen worden voorzien van wandhaakelementen, die dan door een beweging richting het profiel in de openingen uit de tweede set geduwd worden zodat ze daarin grijpen. Hierdoor kunnen wandpanelen op een uiterst eenvoudige wijze gemonteerd worden geheel onafhankelijk van de haakelementen voor het dragen van de schabben. Namelijk de haakelementen zijn gevormd om in de openingen uit de eerste set te grijpen. Omdat wandpanelen in openingen uit een tweede set grijpen, kan de breedte van de openingen uit de eerste set volledig aangepast
2016/5638
BE2016/5638 worden aan de breedte van de haakelementen voor het dragen van de schabben, zodat krachtoverbrenging van deze haakelementen naar het profiel optimaal kan verlopen. Een verder on verwacht voordeel is dat door de V-vorm de wandpanelen gecentreerd worden wanneer ze frontaal tussen twee V-vormige profielen geduwd worden. Hierdoor komen de wandpanelen automatisch goed te staan en wordt een solide en gebalanceerde visuele indruk bekomen.
Bij voorkeur is het profiel vlaksymmetrisch gevormd. Door een vlaksymmetrische vorming kan het profiel in meerdere oriëntaties gebruikt worden, en wordt het transporteren van het profiel verder vereenvoudigd.
Bij voorkeur bevatten elk van de twee benen een distaal segment en een proximaal segment, waarbij de proximale Segmenten genoemde hoek vormen, en elk van de distale Segmenten onder een verdere hoek geplaatst is ten opzichte van het respectievelijke proximaal element, zodat elk van de distale Segmenten een montage-oppervlak vormt waarmee het profiel bevestigbaar is. In een eerste uitvoeringsvorm liggen de montage-oppervlakken in elkaars verlengde zodat het profiel geschikt is om met de montage-oppervlakken tegen een vlakke muur te liggen. Via de montage-oppervlakken kan het profiel rechtstreeks of onrechtstreeks tegen een muur bevestigd worden, bijvoorbeeid door middel van schroeven. Omdat de montageoppervlakken de distale Segmenten vormen van de benen, zal het monteren van deze montageoppervlakken tegen een wand ook de proximale Segmenten van de benen fixeren zodat verbuiging of verplaatsing van de V-vormige benen ten gevolge van het aangrijpen van een kracht verder geminimaliseerd wordt. Hierdoor versterken de montage-oppervlakken het profiel bij gebruik noemenswaardig.
De uitvinding heeft verder betrekking op een wandsysteem met minstens twee profielen volgens de uitvinding, waarbij het wandsysteem minstens twee haakelementen heeft voor het dragen van een schap. De twee haakelementen worden typisch elk in één van de twee profielen gehaakt op een overeenstemmende hoogte zodanig dat het schap zieh tussen de twee haakelementen kan uitstrekken. Daarbij kan de hoogte van het schap bepaald worden door de opening uit de set openingen, waarin het haakelement vastgezet wordt, te selecteren.
Bij voorkeur hebben de twee haakelementen uit het wandsysteem een breedte die één van:
- hoofdzakelijk gelijk is aan de breedte van de openingen uit de eerste set openingen; en hoofdzakelijk de helft is van de breedte van de openingen uit de eerste set openingen.
Wanneer de breedte van de openingen uit de eerste set hoofdzakelijk gelijk is aan
2016/5638
BE2016/5638 de breedte van een haakelement, is het profiel geoptimaliseerd om één haakelement op te nemen.
Dit ene haakelement kan dan voorzien zijn voor het dragen van één schap of voor het dragen van twee schabben. Wanneer de breedte van de openingen hoofdzakelijk dubbel zo groot is dan de breedte van de haakelementen, kunnen twee haakelementen in één opening naast elkaar grijpen zodat elk haakelement één schap kan dragen. Dit wordt typisch toegepast in situaties waarbij de profielen tussen aangrenzende schabben geplaatst worden.
Bij voorkeur bevat het wandsysteem verder minstens één wandpaneel met minstens twee paar wandhaakelementen die verbindbaar zijn met het wandpaneel om in te grijpen in de tweede set openingen van de twee profielen, respectievelijk. Hierdoor kan het wandpaneel op eenvoudige wijze verbonden worden met de profielen ter plaatse van de V-vormige benen van de profielen. De verbinding tussen wandpanelen en profiel zal daarom onafhankelijk zijn van de verbinding tussen haakelementen die de schabben dragen en het profiel. Dit komt de sterkte en de interne krachtenwerking van het profiel ten goede.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoerings voorbeeld.
In de tekening laat :
figuur 1 een wandsysteem zien volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 een profiel zien volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 3 een haakelement zien volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; en figuur 4 een combinatie van profielen zien volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
Figuur 1 toont een wandsysteem 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Het wandsysteem 1 heeft als primair doel om schabben 6 te dragen. Typisch worden meerdere schabben op verschillende hoogtes ten opzichte van elkaar gemonteerd tegen een wand, indien nodig met verschillende tussenafstanden tussen de schabben, voor het efficiënt stockeren en/of presenteren van goederen. De totale lengte van de schabben, beschouwd in een horizontale richting, is typisch langer dan de lengte van één schab, zodat meerdere schabben naast elkaar geplaatst worden in een wandsysteem 1. Daarbij kunnen schabben die in elkaars lengterichting geplaatst zijn op dezelfde hoogte geplaatst worden, of op verschillende hoogtes geplaatst worden, zoals wenselijk is.
Het wandsysteem 1 zoals getoond in figuur 1 heeft als secundair doel om een visuele afwerking te vormen voor de muur 2 waartegen het wandsysteem 1 gebouwd is. Alternatief aan het bouwen van een wandsysteem 1 tegen een muur 2, kan het wandsysteem 1 aangepast zijn
2016/5638
BE2016/5638 om op zichzelf te staan, zoals hieronder verder toegelicht wordt aan de hand van figuur 4. In laatstgenoemde configuratie kan het secundair doel van het wandsysteem 1 zijn om een vrijstaande wand te creëren. De wand, vrijstaand of als visuele afwerking voor de muur 2, wordt bij voorkeur gevormd door één of meerdere wandpanelen 9 die zieh tussen profielen 3 uitstrekken. De wandpanelen 9 zijn verbonden met de profielen 3 om zieh hoofdzakelijk tussen de profielen 3 uit te strekken. De schabben zijn verbonden met de profielen 3 om zieh hoofdzakelijk voor de profielen 3 uit te strekken.
Het wandsysteem 1 volgens de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 1 bevat meerdere componenten die samengevoegd kunnen worden om het wandsysteem 1 te vormen. Het wandsysteem 1 heeft meerdere profielen 3. De meerdere profielen 3 strekken zieh opwaarts uit met een tussenafstand tussen de profielen3. Verder heeft het wandsysteem meerdere haakelementen 5 die aangepast zijn om verbonden te worden met de profielen 3, en die aangepast zijn om schabben 6 te dragen. Het wandsysteem 1 bevat verder wandpaneelhaakelementen 8 die voorzien zijn om met de profielen 3 verbonden te worden via openingen die verschillend zijn van de openingen waarmee de haakelementen 5 voor het dragen van de schabben 6 verbonden zijn. De wandpaneelhaakelementen 8, die ook haakelementen 8 voor het wandpaneel 9 genoemd worden, zijn bij voorkeur verder voorzien van een verbindingsoppervlak om verbonden te worden met de wandpanelen 9.
Gebruikmakend van de hierboven beschreven onderdelen kunnen wandsystemen in verschillende hoogtes, breedtes en in verschillende configuraties, gemonteerd tegen een muur of op zichzelf staand, gevormd worden. Daaraan kunnen meerdere schabben en optioneel meerdere wandpanelen bevestigd worden.
Het profiel 3 is meer in detail getoond in figuur 2. De kenmerken van het profiel 3 kunnen best gezien worden in figuur 2. De interactie tussen profiel 3 en de andere elementen, voor het opbouwen van het wandsysteem, kunnen best gezien worden in figuur 1.
Het profiel is in figuur 2 getoond in vooraanzicht en in doorsnede A-A. Het profiel is symmetrisch. Het profiel 3 heeft frontaal en centraal een eerste set openingen 4. Deze eerste set openingen 4 is geoptimaliseerd voor het opnemen van de haakelementen 5 voor het dragen van de schabben 6. Daarbij kan de hoogte van bevestiging van de haakelementen 5 gekozen worden door het kiezen in welk van de openingen 4 uit de eerste set openingen het haakelement ingrijpt.
Bij voorkeur hebben de openingen uit de eerste set openingen 4 een hoogte die groter is dan het dubbele van de tussenafstand tussen de openingen uit de eerste set 4. Meer bij voorkeur hebben de openingen 4 een hoogte die groter is dan de tussenafstand tussen aangrenzende openingen 4.
Hierdoor is de hoogte van het schap met relatief kleine Intervallen te kiezen.
2016/5638
BE2016/5638
De openingen 4 uit de eerste set hebben een breedte die hoofdzakelijk gelijk is aan het dubbel van de breedte van één haakelement 5. Hierdoor passen twee haakelementen, zoals getoond in figuur 1, in één opening 4. De haakelementen 5 zullen dan aangrijpen nabij de zijrand van de opening 4. De openingen 4 uit de eerste set hebben verder een breedte 15 die hoofdzakelijk gelijk is aan een breedte van de frontale zijde 12 van het profiel 3. De frontale zijde 12 strekt zieh uit tussen twee benen 13, 14. De frontale zijde 12 en de twee benen 13, 14 vormen samen het profiel 3. In de uitvoeringsvorm uit figuren 1 en 2 hebben elk van de twee benen een proximaal segment 13 en een distaal segment 14. De proximale Segmenten 13 vertonen een hoek ten opzichte van elkaar, in figuur 2 aangeduid met a, die bij voorkeur ongeveer gelijk is aan 50°. Dit wil zeggen
50° +/- 5°.
De openingen 4 uit de eerste set strekken zieh bij voorkeur uit tussen de proximale Segmenten van de benen 13. Dit wil zeggen dat de ene zijde van de opening 4 uit de eerste set grenst aan het proximaal segment 13 van het ene been terwijl de overstaande zijde van de opening 4 van de eerste set grenst aan het proximaal segment 13 van het tweede been. Het gevolg hiervan is dat krachten tussen haakelementen 5 en profiel 3, ten gevolge van het dragen van het schap 6, nagenoeg direct getransfereerd worden in het profiel 3 naar de benen 13 van het profiel 3. In tegenstelling tot de frontale zijde, die in doorsnede haaks Staat op de krachtrichting, liggen de benen 13 minstens gedeeltelijk in lijn met de krachtrichting. De krachtrichting is in figuur 1 aangeduid met pijl Fl. Pijl Fl ligt onder een kleine hoek, en daarmee gedeeltelijk in lijn met het eerste segment 13 van de benen van het profiel 3. De kleine hoek is ongeveer gelijk aan de helft van de hoek a tussen de twee benen. Tests hebben uitgewezen dat de hierboven beschreven opbouw toelaat om een schap 6 te dragen, waarbij het schap 6 een noemenswaardig hogere draagkracht heeft terwijl de haakelementen 5 noemenswaardig compacter gevormd kunnen worden zonder dat een hoge vervorming van het profiel 3 optreedt ten gevolge van de kracht tussen haakelement 5 en profiel 3.
Het proximaal segment 13 van de twee benen is bij voorkeur voorzien van een tweede set openingen 7. Dit wil zeggen dat elk van de proximale Segmenten 13 voorzien is van een bij voorkeur identieke tweede set openingen 7. De openingen 7 zijn bij voorkeur anders gevormd dan de openingen 4 uit de eerste set. Ook de tussenafstand tussen de openingen 7 uit de tweede set is bij voorkeur noemenswaardig groter dan de tussenafstand tussen de openingen 4 uit de eerste set. De openingen 7 uit de tweede set zijn geoptimaliseerd voor het opnemen van haakelementen 8 voor het wandpaneel. Elk wandpaneel 9 is aan weerszijden voorzien van minstens één, bij voorkeur meerdere haakelementen 8. Deze haakelementen zijn verbonden met het wandpaneel 9 met een tussenafstand die overeenstemt met de tussenafstand tussen openingen 7 van de tweede set. Bij voorkeur zijn de haakelementen 8 voor de wandpanelen 9 conisch of taps gevormd om
2016/5638
BE2016/5638 plaatsing van de wandpanelen te vereenvoudigen. Het voordeel van het voorzien van de openingen 7 uit de tweede set ter plaatse van de proximale Segmenten 13 van de benen, is dat de wandpanelen zichzelf centreren tussen de profielen 3 wanneer de wandpanelen geplaatst worden. Dit is het gevolg van de V-vorm van de benen, wanneer de benen in doorsnede beschouwd worden.
Hierdoor worden plaatsingstoleranties vergroot ten opzichte van traditionele Systemen. Indien gewenst, kan de lengte van het haakelement 8 voor het wandpaneel 9 afgestemd worden op de dikte van het wandpaneel 9 zodanig dat een frontale zijde van het wandpaneel 9 nagenoeg in lijn ligt met een frontale zijde van het profiel 3 om zo een visueel afgewerkt geheel te bekomen.
Het distaal segment 14 van de benen van het profiel 3 zijn bij voorkeur onder een 10 hoek voorzien ten opzichte van de proximale Segmenten 13. In de uitvoeringsvorm uit figuren 1 en 2 zijn de distale Segmenten 14 in elkaars verlengde gelegd zodat het profiel met de distale Segmenten 14 tegen een muur 2 kan aanliggen. In de distale Segmenten 14 zijn montage-openingen voorzien voor het monteren van de profielen 3 tegen een muur 2. Die zijn voorzien zodat de profielen 3 door middel van bevestigingselementen 11 zoals houten en moeren of schroeven met de muur 2 bevestigd kan worden. Wanneer de twee benen door middel van het distale Segmenten 14 met de muur 2 verbonden zijn, is de afstand tussen de distale Segmenten 14 van de twee benen vast bepaald, en is daarmee ook de hoek tussen de proximale Segmenten 13 van de twee benen vergrendeld. Het vergroten van deze hoek zou namelijk impliceren dat de distale Segmenten uit elkaar bewegen, hetgeen onmogelijk is door de bevestigingselementen 11 en de montage20 openingen 10. Hierdoor wordt de stevigheid van het profiel 3 verder vergroot.
Het profiel 3 wordt bij voorkeur vervaardigd uit plaatmateriaal waarin vooraf de openingen 4, 7 en 10 voorzien zijn. Een dergelijk stuk plaatmateriaal wordt dan in een plooibank gelegd om geplooid te worden. Een plooibank werkt typisch op basis van een plooimatrijs en een plooimes. Het plooimes wordt in de plooimatrijs gedrukt wanneer het plaatmateriaal zieh tussen het plooimes en de plooimatrijs bevindt zodanig dat het plaatmateriaal geplooid wordt. Zoals hierboven beschreven is, is het voordelig om de benen te vormen met een hoek a tussen de benen die noemenswaardig groter is van 0 graden (zoals in de rechthoekige profielen uit de stand van de techniek). De hoek a zorgt er namelijk voor dat het plooimes noemenswaardig meer ruimte heeft wanneer het in de plooimatrijs gedrukt wordt. Dit laat toe om de plooilijn tussen de frontale zijde
12 en de proximale Segmenten van de benen 13 dicht bij elkaar te leggen, en meest bij voorkeur op een afstand die hoofdzakelijk gelijk is aan de breedte 15 van de openingen 4 uit de eerste set. De voordelen hiervan zijn hierboven beschreven.
Figuur 3 toont een haakelement 5 dat in een opening 4 uit de eerste set grijpt. Haakelementen uit de stand van de techniek grijpen typisch in twee of meerdere openingen 4 van de eerste set tegelijk in, om de kracht die aangrijpt tussen het haakelement 5 en het profiel 3 over
2016/5638
BE2016/5638 een grotere afstand te spreiden, om vervorming van het profrei 3 te minimaliseren. Omdat het concept van het profrei 3 volgens de uitvinding een noemenswaardig hogere kracht tussen haakelement 5 en profiel 3 kan opvangen zonder een noemenswaardige vervorming van het profiel 3, kan het haakelement 5 volgens de uitvinding noemenswaardig compacter gevormd worden. Het haakelement 5 uit figuur 3 grijpt slechts in één opening 4 uit de eerste set in.
Bij voorkeur is het haakelement 5 zo gevormd dat het door een opwaartse draaibeweging uit de opening 4 roteerbaar is. Hiertoe heeft het haakelement 5 een haakvlak 18 dat achter een bovenste rand van een opening 4 uit de eerste set kan haken. Het haakelement 5 vertoont verder een hoogte 17 ter plaatse van de opening 4 die hoofdzakelijk overeenstemt met de hoogte van de opening zodat het haakelement 5 in de opening 4 past. Aan een onderzijde heeft het haakelement 5 een zitting 20 waarmee het haakelement 5 op een onderste rand van de opening 4 uit de eerste set kan rüsten. Verder heeft het haakelement 5 een steunvlak 19 dat zieh aan een onderzijde van het haakelement 5 uitstrekt om tegen een buitenzijde van het profiel te drukken wanneer het haakelement 5 in de opening 4 geplaatst is.
Door de hierboven beschreven opbouw kan op het haakelement 5 een kracht F2 aangebracht worden, welke kracht F2 typisch het gevolg is van een schap 6 waarop een voorwerp met een gewicht geplaatst wordt. Deze kracht F2 resulteert ter plaatse van het profiel 3 in een set krachten F3 en F4 die respectievelijk aangrijpen ter plaatse van het haakvlak 18 en ter plaatse van het steunvlak 19. Zoals hierboven beschreven, liggen de krachten F3 en F4 minstens gedeeltelijk in lijn met de benen van het profiel 3, meer bepaald met de proximale Segmenten 13 van de benen, en grijpen deze krachten aan dicht bij deze benen, door de hierboven beschreven breedte van de opening 4. Hierdoor kunnen deze krachten F3 en F4 goed opgevangen worden door het profiel 3 zonder dat het profiel 3 vervormt.
Om het haakelement 5 uit de eerste opening te halen, zal een opwaartse rotatie van het haakelement 5 rondom een bovenste rand van de opening 4 uitgevoerd worden zodanig dat de zitting 20 voorbij de onderste rand van de opening 4 komt te liggen. Hierna kan het haakelement 5 door een neerwaartse beweging uit de opening gehaald worden. Een opwaartse rotatie zal in de praktijk minder snel ongewenst gebeuren dan bijvoorbeeld een opwaartse translatie. Daarom is het demonteren van het schap door middel van een opwaartse rotatie veiliger dan monteren van het schap door een opwaartse translatiebeweging.
Figuur 3 toont hoe het haakelement 5 een hoofdzakelijk constante hoogte heeft.
Dit is het rechtstreekse gevolg van het verbeterde concept, waarbij het niet nodig is om het haakelement in meerdere openingen 4 uit de eerste set tegelijk te laten ingrijpen. Een praktisch gevolg hiervan is dat het stockeren van haakelementen noemenswaardig eenvoudiger is. Typisch
2016/5638
BE2016/5638 worden haakelementen 5 vast verbonden met schabben, waardoor het stockeren van schabben voorzien van haakelementen zoals getoond in figuur 3 noemenswaardig eenvoudiger is.
Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een profiel 3 volgens de uitvinding. De uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 4 is geoptimaliseerd voor het vormen van op zichzelf staande rekken. Vele hierboven beschreven voordelen zijn rechtstreeks toepasbaar op de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in figuur 4, en worden daarom niet herhaald. Enkele verschillen tussen de profielen uit de uitvoeringsvorm van figuur 1 en de profielen uit de uitvoeringsvorm van figuur 4 worden hieronder beschreven, om daarmee te illustreren dat de principes van de uitvinding zieh niet beperken tot de hierin beschreven voorbeelden, maar dat ze breder toepasbaar zijn, en dat daarom enkel de conclusies de beschermingsomvang definiëren.
In figuur 4 is de breedte 15 van de opening 4 uit de eerste set hoofdzakelijk gelijk aan de breedte van één haakelement 5. Dit wil zeggen dat in een opening 4 slechts één haakelement kan ingrijpen. De argumenten met betrekking tot de sterkte van het profiel 3, en de overdracht van de krachten naar de benen van het profiel, zijn eveneens van toepassing omdat de breedte tussen de benen ter plaatse van de opening 4 uit de eerste set hoofdzakelijk gelijk is aan de breedte 15 van de opening 4. In de uitvoeringsvorm uit figuur 4 is de breedte van het frontale gedeelte van het profiel nagenoeg verwaarloosbaar. Eiet profiel kan gevormd worden door één vouw centraal ter plaatse van de eerste set openingen te voorzien.
De distale Segmenten 14 van de benen uit de profielen 3 uit de uitvoeringsvorm van figuur 4 zijn naar binnen gevouwen. Deze distale Segmenten van de benen hadden in de uitvoeringsvorm uit figuur 1 als doel de Segmenten met de muur verbinden. De uitvoeringsvorm uit figuur 4 is bedoeld voor op zichzelf staande profielen, en daarom zijn de distale Segmenten naar binnen gevouwen. Door het naar binnen vouwen van de distale Segmenten kunnen twee Segmenten van rug aan rüg geplaatste profielen ge vangen worden door een verbindingsprofiel 21.
Eiet verbindingsprofiel 21 is hiertoe voorzien van kamers 22 die aangepast zijn om de distale Segmenten 14 op te nemen. Elierdoor kunnen twee profielen 3 die rüg aan rüg geplaatst worden met eikaar verbonden worden om een stevig geheel te vormen zonder dat daarvoor verbindingselementen aan de buitenkant zichtbaar is. De profielen 3 zijn vormcompatibel met het verbindingsprofiel 21 zodat de montage sterk vereenvoudigd en geautomatiseerd kan worden. Eiet verbindingsprofiel 21 heeft bij voorkeur een centrale kern die bruikbaar is om het geheel op een voet te monteren waardoor het, via de voet, op zichzelf kan staan. Wanneer meerdere profielen 3 en verbindingsprofielen 21 voorzien worden, kunnen de proximale Segmenten 13 van de profielen 3 voorzien zijn van openingen 7 uit een tweede set, zodat een wandpaneel 9 tussen twee profielen 3 plaatsbaar is, naar analogie met de wandpanelen die verbonden kunnen worden met de profielen uit de eerste uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in figuur 1.
2016/5638
BE2016/5638
De vakman zal begrijpen dat zowel in de eerste uitvoeringsvorm als in de tweede uitvoeringsvorm de V-vormige doorsnede van de profielen rechtstreeks of onrechtstreeks voor het merendeel van de technische voordelen zorgt. Daarbij kan de V-vorm afgeplat zijn, met een frontale zijde 12, zoals in de eerste uitvoeringsvorm, of kan de V-vorm een scherpe hoek vertonen, zoals in de tweede uitvoeringsvorm uit figuur 4. Verder kunnen de V-vormige benen distaal voorzien worden van verdere Segmenten voor montage zonder dat dit de basiswerking en/of basisfunctionaliteiten van het profiel 3 negatief beïnvloedt, integendeel. Daarbij kan de positionering van de eerste set openingen 4, bedoeld voor het opnemen van haakelementen 5 voor het dragen van de schabben, en de positionering van de tweede set openingen 7 die bedoeld zijn voor het opnemen van wandhaakelementen 8 voor het dragen van wandpanelen 9, in aile ultvoeringsvormen met een V-vormige doorsnede gekozen worden zoals hierboven besehreven om de hierboven besehreven positieve effecten te bekomen. Daarbij worden de openingen 4 uit de eerste set ter plaatse van een symmetrielijn of symmetrievlak gepositioneerd, en worden de openingen 7 uit de tweede set in een centrale zone van de V-vormige benen geplaatst.
Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschiiiende manieren en op basis van verschiiiende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven besehreven ultvoeringsvormen. De hierboven besehreven ultvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de ultvoeringsvormen die hierin besehreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conciusies.
2016/5638
BE2016/5638

Claims (11)

  1. Conclusies
    1. Profiel voor het dragen van een schap, welk profiel een eerste set openingen heeft, verdeeld over een lengte van het profiel, welke eerste set openingen gevormd is om een
    5 haakelement op verschillende posities over de lengte van het profiel op te nemen voor het dragen van het schap, waarbij het profiel in doorsnede twee benen heeft die in een V-vorm geplaatst zijn ten opzichte van elkaar, en waarbij tussen de twee benen een hoek groter dan 30 graden en kleiner dan 70 graden gevormd is, en waarbij de eerste set openingen zieh hoofdzakelijk evenwijdig tussen de twee benen uitstrekt.
    10
  2. 2. Profiel volgens conclusie 1, verder bevattende een frontale zijde die zieh uitstrekt tussen de twee benen ter plaatse van de hoek, waarbij de openingen uit de eerste set in de frontale zijde gevormd zijn over nagenoeg de volledige breedte van de frontale zijde.
  3. 3. Profiel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hoek groter is dan 40 graden, bij voorkeur groter is dan 45 graden.
    15
  4. 4. Profiel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hoek kleiner is dan 60 graden, bij voorkeur kleiner is dan 55 graden.
  5. 5. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het profiel verder geschikt is voor het dragen van een wandpaneel door het voorzien van een tweede set openingen in het profiel, verdeeld over een lengte van het profiel, welke tweede set openingen zieh in doorsnede
    20 situeren ter plaatse van een centrale zone van minstens één van de twee benen, zodat de tweede set openingen geschikt is voor het opnemen van overeenstemmende wandhaakelementen voor het dragen van het wandpaneel.
  6. 6. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het profiel vlaksymmetrisch gevormd is.
    25
  7. 7. Profiel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de twee benen een distaal segment en een proximaal segment bevatten, waarbij de proximale Segmenten genoemde hoek vormen, en elk van de de distale Segmenten onder een verdere hoek geplaatst is ten opzichte van het respectievelijke proximaal segment zodat elk van de distale Segmenten een montageoppervlak vormt waarmee het profiel bevestigbaar is.
    30
  8. 8. Profiel volgens conclusie 7, waarbij de montageoppervlakken in elkaars verlengde liggen zodat het profiel geschikt is om met de montageoppervlakken tegen een vlakke muur te liggen.
  9. 9. Wandsysteem bevattende minstens twee profielen volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het wandsysteem minstens twee haakelementen voor het dragen
    35 van een schap bevat.
    2016/5638
    BE2016/5638
  10. 10. Wandsysteem voigens conclusie 9 en conclusie 2, waarbij de twee haakelementen een breedte hebben die één van:
    hoofdzakelijk gelijk is aan de breedte van de openingen uit de eerste set openingen; en hoofdzakelijk de helft is van de breedte van de openingen uit de eerste set openingen.
    5 11. Wandsysteem voigens conclusie 9 of 10 en conclusie 5, waarbij het wandsysteem verder minstens één wandpaneel bevat met minstens twee paar wandhaakelementen die verbindbaar zijn met het wandpaneel om in te grijpen in de tweede set openingen van de twee profreien, respectievelijk.
    BE2016/5638
    BE2016/5638
  11. 14 13 12 13 14 (X
    BE2016/5638 sssss
    BE2016/5638
    2016/5638
    BE2016/5638
    Profiel voor het dragen van een schap
BE2016/5638A 2016-08-16 2016-08-16 Profiel voor het dragen van een schap BE1024501B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5638A BE1024501B1 (nl) 2016-08-16 2016-08-16 Profiel voor het dragen van een schap

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5638A BE1024501B1 (nl) 2016-08-16 2016-08-16 Profiel voor het dragen van een schap

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024501A1 BE1024501A1 (nl) 2018-03-13
BE1024501B1 true BE1024501B1 (nl) 2018-03-21

Family

ID=56842562

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5638A BE1024501B1 (nl) 2016-08-16 2016-08-16 Profiel voor het dragen van een schap

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1024501B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1241579B (de) * 1961-09-22 1967-06-01 Indive G M B H Rueckwandbefestigung an einem Regalpfosten
EP0243767A2 (de) * 1986-04-23 1987-11-04 hülsta-werke Hüls GmbH & Co KG In Möbel, Wände od.dgl. einsetzbare Rastschiene und Verfahren zum Einsetzen einer solchen Rastschiene
DE9400140U1 (de) * 1994-01-06 1994-02-24 Urbat, Peter, 21129 Hamburg Trägersystem

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1241579B (de) * 1961-09-22 1967-06-01 Indive G M B H Rueckwandbefestigung an einem Regalpfosten
EP0243767A2 (de) * 1986-04-23 1987-11-04 hülsta-werke Hüls GmbH & Co KG In Möbel, Wände od.dgl. einsetzbare Rastschiene und Verfahren zum Einsetzen einer solchen Rastschiene
DE9400140U1 (de) * 1994-01-06 1994-02-24 Urbat, Peter, 21129 Hamburg Trägersystem

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024501A1 (nl) 2018-03-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2414756B1 (de) Haushaltskältegerät
US3252614A (en) Stackable pan
WO2007018664A2 (en) Modular shelving system
US3693556A (en) Sectional shelving
EP2274207B1 (de) Haushaltsgerät mit transportsicherung für seine ausstattungsteile
BE1024501B1 (nl) Profiel voor het dragen van een schap
US460252A (en) File-rack
US1820716A (en) Rack
DE202009004254U1 (de) Display aus Mantelmodulen
US1712054A (en) Storeroom furniture
EP2430947B1 (de) Präsentationsdisplay mit geringem Tablarabstand
US943719A (en) Partition-holder.
EP2084998B1 (de) Verkaufsgerät
NL2006242C2 (nl) Samenstel voor het flexibel en losneembaar vormen van een meubelstuk, eerste koppelelement en staander als onderdeel van het samenstel.
US1416287A (en) Filing device
US1207066A (en) File-container.
US2825470A (en) Shelving construction
DE102009028787A1 (de) Haushaltskältegerät mit einer Abstellplatte und Haltern für Behälter, insbesondere Gastronorm-Behälter
DE202015102755U1 (de) Vorrichtung zur Lagerung und Präsentation von Waren
AU2004323141B2 (en) Column comprising an adapter rail
US1141991A (en) Metal shelving.
US20090127842A1 (en) Notebook binder spacer
BE1025143B1 (nl) Verbeterde staafroosterpers en werkwijze voor het persen van staafroosters
EP2865298B1 (en) Merchandise display unit
DE202024101175U1 (de) Vorrichtung zur Lagerung und Präsentation von Waren

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180321

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200831