BE1024006B1 - Bending device for a weaving machine and method for manufacturing a bending device - Google Patents

Bending device for a weaving machine and method for manufacturing a bending device Download PDF

Info

Publication number
BE1024006B1
BE1024006B1 BE2016/0063A BE201600063A BE1024006B1 BE 1024006 B1 BE1024006 B1 BE 1024006B1 BE 2016/0063 A BE2016/0063 A BE 2016/0063A BE 201600063 A BE201600063 A BE 201600063A BE 1024006 B1 BE1024006 B1 BE 1024006B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
grooves
guide surface
bending device
woven fabric
guide plate
Prior art date
Application number
BE2016/0063A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1024006A1 (en
Inventor
Kristof Roelstraete
Bernard Vancayzeele
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2016/0063A priority Critical patent/BE1024006B1/en
Priority to PCT/EP2016/069882 priority patent/WO2017036853A1/en
Publication of BE1024006A1 publication Critical patent/BE1024006A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1024006B1 publication Critical patent/BE1024006B1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • D03D49/22Back rests; Lease rods; Brest beams
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • D03D39/22Terry looms
    • D03D39/223Cloth control

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Abstract

Ombuiginrichting voor het ombuigen van een geweven weefsel bij een weefmachine, bevattende een geleidingsplaat (40) met een geleidingsoppervlak (41) waarover het geweven weefsel (20) in een transportrichting (D) van het geweven weefsel (20) wordt getrokken, waarbij een aantal schuine groeven (45) in het geleidingsoppervlak (41) is voorzien aan minstens beide zijgebieden van het geleidingsoppervlak (41), welke groeven (45) een schuine hoek ten opzichte van de transportrichting (D) van het geweven weefsel (20) hebben voor het geleiden en spreiden van het geweven weefsel (20). Werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke ombuiginrichting.Bending device for bending a woven fabric in a weaving machine, comprising a guide plate (40) with a guide surface (41) over which the woven fabric (20) is pulled in a conveying direction (D) of the woven fabric (20), a plurality of oblique grooves (45) in the guide surface (41) are provided on at least both side regions of the guide surface (41), which grooves (45) have an oblique angle to the conveying direction (D) of the woven fabric (20) for guiding and spreading the woven fabric (20). Method for manufacturing such a bending device.

Description

Ombuiginrichting voor een weefmachine en werkwijze voor het vervaardigen van een ombuiginrichting.Bending device for a weaving machine and method for manufacturing a bending device.

Technisch gebied en stand van de techniek.Technical field and state of the art.

[0001] De uitvinding betreft een ombuiginrichting voor een geweven weefsel bij een weefmachine, in het bijzonder een baddoekweefmachine. De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vervaardigen van een ombuiginrichting voor een weefmachine, in het bijzonder voor een borstboominrichting van een weefmachine.The invention relates to a bending device for a woven fabric in a weaving machine, in particular a towel weaving machine. The invention furthermore relates to a method for manufacturing a bending device for a weaving machine, in particular for a brush arrangement of a weaving machine.

[0002] Over het algemeen worden bij weefmachines borstbomen stroomopwaarts van een optrekrol en een weefselboom of doekboom aangebracht, waarop het weefsel wordt gewikkeld, voor het ondersteunen van het weefsel als het geweven is.Generally, in weaving machines, brush trees are arranged upstream of a pull-up roller and a fabric tree or fabric tree on which the fabric is wound to support the fabric if it is woven.

[0003] Bij een baddoekweefmachine worden lussen door zogenoemde poolkettingdraden vervaardigd. Om de lussen te vervaardigen wordt slechts een gedeeltelijke aanslag uitgevoerd voor een bepaald aantal opeenvolgende inslagdraad inserties, waarbij voor een gedeeltelijke aanslag een aanslaglijn op een afstand van een weefsellijn van het geweven weefsel is. Vervolgens komen de aanslaglijn en de weefsellijn naar elkaar toe voor een volledige aanslag na de insertie van de laatste inslagdraad van genoemd bepaald aantal opeenvolgende inserties en worden de lussen gevormd. Om een variatie van de afstand tussen de weefsellijn en de aanslaglijn mogelijk te maken, is het gekend om de borstboom ten opzichte van een inrichting voor het aanslaan van de inslagdraden te bewegen. Om het weefsel te ondersteunen bij de beweging van de borstboom, is het gekend om een weefseltafel of doektafel te voorzien die samen met de borstboom wordt bewogen. In WO 2006/131324 A2 wordt bijvoorbeeld een baddoekweefmachine beschreven.In a towel weaving machine, loops are made by so-called pile warp threads. To manufacture the loops, only a partial stop is performed for a certain number of consecutive weft thread insertions, with a partial stop being a stop line at a distance from a weave line of the woven fabric. Next, the stop line and the weave line come together for a full stop after the insertion of the last weft thread of said determined number of consecutive insertions and the loops are formed. In order to make a variation of the distance between the weave line and the stop line possible, it is known to move the brush with respect to a device for striking the weft threads. To support the tissue in the movement of the brush, it is known to provide a tissue table or cloth table that is moved together with the brush. For example, WO 2006/131324 A2 describes a towel weaving machine.

[0004] Om kreuken te vermijden of te verwijderen en/of om een geweven weefsel te verbreden, is het gekend om spreidingsinrichtingen, in het bijzonder spreidingsrollen stroomafwaarts van de borstboom te voorzien. US 4,276,911 beschrijft een aftrek of optrek apparaat bevattende een ombuigstang die stroomopwaarts van een optrekrol is aangebracht, welke ombuigstang twee helften bevat met tegenoverliggend gerichte schroefdraad groeven die een spreidingsactie op het geweven weefsel uitoefenen.In order to avoid or remove creases and / or to widen a woven fabric, it is known to provide spreading devices, in particular spreading rollers downstream of the brush. US 4,276,911 discloses a subtraction or retraction apparatus comprising a deflecting rod mounted upstream of a retracting roller, which deflecting rod comprises two halves with oppositely directed thread grooves exerting a spreading action on the woven fabric.

Samenvatting van de uitvinding.Summary of the invention.

[0005] Het is het doel van de uitvinding te voorzien in een kostengunstige ombuiginrichting voor het ombuigen en het geleiden van een geweven weefsel en een spreidingsactie op het geweven weefsel uit te oefenen. Het is verder een doel van de uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een ombuiginrichting.It is the object of the invention to provide a cost-efficient bending device for bending and guiding a woven fabric and exerting a spreading action on the woven fabric. It is a further object of the invention to provide a method for manufacturing a bending device.

[0006] Dit doel wordt opgelost door een geleidingsplaat met de kenmerken van conclusie 1 en de werkwijze met de kenmerken van conclusie 13. Voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden in de afhankelijke conclusies gedefinieerd.This object is solved by a guide plate with the features of claim 1 and the method with the features of claim 13. Preferred embodiments are defined in the dependent claims.

[0007] Volgens een eerste aspect wordt een ombuiginrichting voor het ombuigen van een geweven weefsel bij een weefmachine voorzien, de ombuiginrichting bevattende een geleidingsplaat waarbij de geleidingsplaat een geleidingsoppervlak heeft, over welk geleidingsoppervlak in gebruik het geweven weefsel wordt getrokken in een transportrichting van het geweven weefsel, waarbij in het geleidingsoppervlak een aantal schuine groeven is voorzien aan minstens beide zijgebieden van het geleidingsoppervlak, welke groeven een schuine hoek ten opzichte van de transportrichting van het geweven weefsel hebben voor het geleiden en spreiden van het geweven weefsel dat over het geleidingsoppervlak wordt getrokken, waarbij de groeven in de geleidingsplaat als doorlopende groeven zijn gevormd, en waarbij de ombuiginrichting minstens één afdekelement bevat dat minstens in een gebied van de doorlopende groeven aan de zijde van de geleidingsplaat tegenover het geleidingsoppervlak is aangebracht, zodat een samenstelling van de geleidingsplaat met doorlopende groeven en het minstens één afdekelement een ombuiginrichting met oppervlakte groeven vormt.According to a first aspect, a bending device for bending a woven fabric is provided in a weaving machine, the bending device comprising a guide plate with the guide plate having a guide surface, over which guide surface in use the woven fabric is pulled in a conveying direction of the woven fabric fabric, wherein a number of oblique grooves are provided in the guiding surface on at least both side regions of the guiding surface, which grooves have an oblique angle with respect to the conveying direction of the woven fabric for guiding and spreading the woven fabric that is pulled over the guiding surface wherein the grooves in the guide plate are formed as continuous grooves, and wherein the bending device comprises at least one cover element which is arranged at least in a region of the continuous grooves on the side of the guide plate opposite the guide surface, so that a composition of the guide plate with continuous grooves and the at least one cover element forms a bending device with surface grooves.

[0008] In de context van de aanvraag, wordt een groef die begrensd of afgesloten is naar een zijde tegenover het geleidingsoppervlak aangeduid als een oppervlakte groef. Volgens de uitvinding worden de oppervlakte groeven gevormd door het afdekken van de doorlopende groeven in de geleidingsplaat door middel van minstens één afdekelement dat aan de zijde van de geleidingsplaat tegenover het geleidingsoppervlak is aangebracht. In het bijzonder, bij het optrekken van een baddoek geweven weefsel over de geleidingsplaat met oppervlakte groeven, zullen de lussen van de pool kettingdraden verhinderen dat stof in de groeven wordt verzameld.In the context of the application, a groove bounded or closed to a side opposite the guide surface is referred to as a surface groove. According to the invention, the surface grooves are formed by covering the continuous grooves in the guide plate by means of at least one cover element which is arranged on the side of the guide plate opposite the guide surface. In particular, when pulling a woven towel fabric over the guide plate with surface grooves, the loops of the pile warp threads will prevent dust from being collected in the grooves.

[0009] Door middel van de geleidingsplaat die van groeven is voorzien, wordt een spreidingsactie uitgeoefend op het geweven weefsel, waarbij de geleidingsplaat een kostengunstige vervaardiging toelaat. Bij het voorzien van een geleidingsoppervlak met doorlopende groeven, kunnen knopen of lussen in de kettingdraden, in het bijzonder in poolkettingdraden, zich doorheen de groeven uitstrekken, vast komen te zitten in de groeven, en, als gevolg, beschadigd worden. Het minstens één afdekelement, in het bijzonder een afdekplaat, verhindert dat knopen of lussen in de kettingdraden zich uitstrekken doorheen de groeven.By means of the guide plate which is provided with grooves, a spreading action is exerted on the woven fabric, the guide plate allowing a cost-effective manufacture. When providing a guiding surface with continuous grooves, knots or loops in the warp threads, in particular in pile warp threads, can extend through the grooves, get stuck in the grooves and, as a result, be damaged. The at least one cover element, in particular a cover plate, prevents knots or loops in the warp threads from extending through the grooves.

[0010] De ombuiginrichting kan op eender welke positie achter een weefsellijn van het geweven weefsel ten opzichte van een optrekrol worden aangebracht.The bending device can be arranged at any position behind a weave line of the woven fabric relative to a pull-up roll.

[0011] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de geleidingsplaat een gebogen plaat met een gekromd ombuig geleidingsoppervlak. Het geleidingsoppervlak kan als een oppervlak van een borstboominrichting of van een ombuigrol worden gebruikt. In een uitvoeringsvorm is de geleidingsplaat een gebogen synthetische plaat. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de geleidingsplaat een gebogen metalen plaat, waarbij de metalen plaat gebogen is om een gepast gekromd ombuig geleidingsoppervlak te vormen.In preferred embodiments, the guide plate is a curved plate with a curved deflecting guide surface. The guide surface can be used as a surface of a boom device or of a deflection roll. In one embodiment, the guide plate is a curved synthetic plate. In preferred embodiments, the guide plate is a curved metal plate, the metal plate being curved to form an appropriately curved deflecting guide surface.

[0012] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen bevat de ombuiginrichting een stang met een cirkelvormige dwarsdoorsnede, waarbij het geleidingsoppervlak gekromd is volgens een cirkelboog omheen de stang. De lengte van het gekromde geleidingsoppervlak is bij voorkeur minstens een kwart van een cirkel. Het gekromde oppervlak laat een montage toe van een gedeelte van de geleidingsplaat die voorzien is van het geleidingsoppervlak omheen een stang met een cirkelvormige dwarsdoorsnede, dergelijkeIn preferred embodiments, the bending device includes a rod with a circular cross-section, the guide surface being curved in a circular arc around the rod. The length of the curved guide surface is preferably at least a quarter of a circle. The curved surface permits mounting of a portion of the guide plate which is provided with the guide surface around a rod with a circular cross section, such

Stangen zijn beschikbaar als goedkope massaproductie goederen. In een uitvoeringsvorm wordt het gedeelte van de geleidingsplaat die voorzien is van het geleidingsoppervlak direct op de stang gemonteerd. In andere uitvoeringsvormen zijn bussen tussen de stang en de geleidingsplaat voorzien.Rods are available as cheap mass production goods. In one embodiment, the portion of the guide plate provided with the guide surface is mounted directly on the rod. In other embodiments, bushes are provided between the rod and the guide plate.

[0013] Het minstens één afdekelement is in voorkeurdragende uitvoeringsvormen minstens één plaat, in het bijzonder minstens één gebogen plaat zoals een gebogen metalen plaat. De plaat wordt gebogen om het afdekelement toe te laten geplaatst te worden aan een zijde van de gebogen geleidingsplaat tegenover het geleidingsoppervlak. Vandaar, is volgens een uitvoeringsvorm een buigradius van het afdekelement bijvoorbeeld iets kleiner is dan die van de geleidingsplaat.In preferred embodiments, the at least one cover element is at least one plate, in particular at least one curved plate such as a curved metal plate. The plate is bent to allow the cover member to be placed on one side of the bent guide plate opposite the guide surface. Hence, according to an embodiment, a bending radius of the cover element is, for example, slightly smaller than that of the guide plate.

[0014] De groeven die aan tegenoverliggende zijgebieden zijn voorzien, zijn schuin in tegengestelde richtingen, zodat bij het kijken in de transportrichting van het geweven weefsel, twee groeven die aan tegenoverliggende zijuiteinden zijn voorzien, onderling divergeren in de transportrichting. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen heeft de geleidingsplaat spiegelsymmetrie en is een aantal, een grootte en een absolute waarde van de schuine hoek van de groeven voorzien aan de tegenoverliggende zijuiteinden identiek.The grooves provided on opposite side areas are oblique in opposite directions, so that when looking in the conveying direction of the woven fabric, two grooves provided on opposite side ends diverge in the conveying direction. In preferred embodiments, the guide plate has mirror symmetry and a number, a magnitude and an absolute value of the oblique angle of the grooves provided at the opposite side ends are identical.

[0015] Een spreiding van het geweven weefsel is het meest vereist aan de weefselzijden, daardoor zijn aan minstens de twee zijgebieden van het geleidingsoppervlak waarover de weefselzijden worden getrokken, groeven voorzien.A spread of the woven fabric is most required on the fabric sides, therefore grooves are provided on at least the two side regions of the guide surface over which the fabric sides are drawn.

[0016] In een uitvoeringsvorm worden over de volledige breedte van het geleidingsoppervlak groeven gevormd, waarbij in een uitvoeringsvorm een absolute waarde van de schuine hoek van de groeven naar de zijuiteinden van het geleidingsoppervlak worden vergroot. Met andere woorden in deze uitvoeringsvorm is de schuine hoek van de groeven groter voor groeven die nabij de zijuiteinden van het geleidingsoppervlak zijn aangebracht dan voor groeven die nabij een centraal gebied van het geleidingsoppervlak zijn aangebracht. Dit laat een sterker spreidingseffect toe aan de zijuiteinden. In een centraal gebied van het geleidingsoppervlak zijn in een uitvoeringsvorm groeven voorzien die zich in de transportrichting uitstrekken.In one embodiment, grooves are formed over the entire width of the guide surface, wherein in one embodiment an absolute value of the oblique angle of the grooves to the side ends of the guide surface is increased. In other words, in this embodiment, the oblique angle of the grooves is greater for grooves arranged near the side ends of the guide surface than for grooves arranged near a central region of the guide surface. This allows a stronger spreading effect at the side ends. In one embodiment, grooves are provided in a central region of the guide surface which extend in the conveying direction.

[0017] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is een centraal gebied van het geleidingsoppervlak in een breedterichting voorzien van een glad oppervlak zonder groeven. Met andere woorden er zijn geen groeven voorzien in het centraal gebied. De ruimtelijke omvang van de zijgebieden die van groeven zijn voorzien, kan door de vakman worden gekozen waarbij eigenschappen van het geweven weefsel, meer in het bijzonder de breedte van het geweven weefsel, en/of van het weefpatroon in beschouwing worden genomen. In een uitvoeringsvorm worden de groeven voorzien aan de zijgebieden die zich uitstrekken over ongeveer een kwart van het geleidingsoppervlak, zodat ongeveer de helft van het geleidingsoppervlak een glad oppervlak is.In preferred embodiments, a central region of the guide surface is provided in a width direction with a smooth surface without grooves. In other words, no grooves are provided in the central area. The spatial extent of the side regions which are provided with grooves can be chosen by those skilled in the art, taking into account the properties of the woven fabric, more particularly the width of the woven fabric, and / or of the weaving pattern. In one embodiment, the grooves are provided on the side regions that extend over about a quarter of the guide surface, so that about half of the guide surface is a smooth surface.

[0018] Bijvoorbeeld ingeval in het bijzonder geen groeven voorzien zijn in het centraal gebied, hebben aan beide zijgebieden alle groeven dezelfde schuine hoek. Dit laat een eenvoudige vervaardiging toe. In het bijzonder, in voorkeurdragende uitvoeringsvormen, is aan elk van de twee zijgebieden de absolute waarde van de schuine hoek tussen 5° en 45°.For example, if in particular no grooves are provided in the central region, all grooves on both side regions have the same oblique angle. This allows a simple manufacture. In particular, in preferred embodiments, at each of the two side regions, the absolute value of the oblique angle is between 5 ° and 45 °.

[0019] Het aantal, de schuine hoek en de afmetingen van de groeven worden door de vakman gekozen die eigenschappen van een weefsel en/of van een weefpatroon in beschouwing neemt. De breedte wordt bij voorkeur voldoende groot - gekozen om een stofverwijdering toe te laten door middel van de lussen van het weefsel en voldoende klein om weefselvervorming te vermijden. In een uitvoeringsvorm hebben alle groeven aan beide zijgebieden dezelfde breedte, waarbij bij voorkeur aan elk zijgebied de groeven een breedte van 1 mm tot 10 mm hebben.The number, the oblique angle and the dimensions of the grooves are chosen by those skilled in the art who consider properties of a fabric and / or of a weave pattern. The width is preferably sufficiently large - chosen to allow dust removal through the loops of the fabric and sufficiently small to prevent tissue deformation. In one embodiment, all grooves on both side regions have the same width, with preferably on each side region the grooves have a width of 1 mm to 10 mm.

[0020] Om een verstrengeling van het geweven weefsel in de groeven te vermijden, is in een uitvoeringsvorm een rail voorzien aan een achterrand van het geleidingsoppervlak in een transportrichting. De rail is aan de geleidingsplaat bevestigd. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen zijn de groeven in de transportrichting op afstand van de achterrand van het geleidingsoppervlak gelegen. Dit laat toe om de geleidingsplaat in één stuk te vervaardigen zonder een bijkomende assemblage stap.In order to avoid entanglement of the woven fabric in the grooves, in one embodiment a rail is provided on a rear edge of the guide surface in a conveying direction. The rail is attached to the guide plate. In preferred embodiments, the grooves in the conveying direction are spaced from the rear edge of the guide surface. This makes it possible to manufacture the guide plate in one piece without an additional assembly step.

[0021] De geleidingsplaat wordt in enkele uitvoeringsvormen stationair op een gestel van de weefmachine aangebracht. In andere uitvoeringsvormen, in het bijzonder wanneer de geleidingsplaat gebruikt wordt bij een baddoekweefmachine, wordt de geleidingsplaat aangebracht om samen met het geweven weefsel te bewegen bij een verplaatsing van het weefsel ten opzichte van de aanslaglijn, waarbij naast genoemde beweging de geleidingsplaat vast in positie wordt gehouden, meer in het bijzonder vast in positie wordt gemonteerd in de steuneenheid.In some embodiments, the guide plate is mounted stationarily on a frame of the weaving machine. In other embodiments, particularly when the guide plate is used with a towel weaving machine, the guide plate is arranged to move together with the woven fabric when the fabric is displaced relative to the stop line, the guide plate being fixed in position in addition to said movement more specifically fixed in position in the support unit.

[0022] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen heeft de geleidingsplaat verder een montagestuk, dat in gebruik op afstand is van het geweven weefsel dat over het geleidingsoppervlak wordt getrokken, waarbij de geleidingsplaat vast in positie aan de steuneenheid wordt gemonteerd door middel van het montagestuk. Het montagestuk laat een montage toe zonder enige interferentie met het geweven weefsel dat over het geleidingsoppervlak wordt getrokken. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de geleidingsplaat een meervoudige gebogen plaat, die gebogen is om het geleidingsoppervlak en het montagestuk te vormen. Als alternatief kan de geleidingsplaat continu gebogen worden, bijvoorbeeld volgens een cirkelvorm. In het bijzonder, heeft de gebogen geleidingsplaat in voorkeurdragende uitvoeringsvormen een haakvormige dwarsdoorsnede.In preferred embodiments, the guide plate further has a mounting piece which, in use, is spaced from the woven fabric that is pulled over the guide surface, the guide plate being fixedly mounted in position on the support unit by means of the mounting piece. The mounting piece allows mounting without any interference with the woven fabric being pulled over the guide surface. In preferred embodiments, the guide plate is a multiple curved plate that is curved to form the guide surface and the mounting piece. Alternatively, the guide plate can be bent continuously, for example according to a circular shape. In particular, in preferred embodiments, the curved guide plate has a hook-shaped cross section.

[0023] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de ombuiginrichting een borstboominrichting stroomopwaarts aangebracht van een optrekrol bij een weefmachine, in het bijzonder bij een baddoekweefmachine. Door een geleidingsplaat met schuine groeven te gebruiken, wordt een kostengunstige borstboominrichting voorzien, waarbij een samentrekking van het geweven weefsel wordt vermeden.In preferred embodiments, the bending device is a breast boom device mounted upstream of a pull-up roller in a weaving machine, in particular in a towel weaving machine. By using a guide plate with oblique grooves, a cost-effective brushing device is provided, whereby a contraction of the woven fabric is avoided.

[0024] In een uitvoeringsvorm, in het bijzonder ingeval de ombuiginrichting in de vorm van een borstboominrichting wordt gebruikt bij een baddoekweefmachine, vormt de borstboominrichting een structurele eenheid met een weefseltafelinrichting.In one embodiment, particularly in the case where the bending device in the form of a brushing device is used with a towel weaving machine, the brushing device forms a structural unit with a tissue table device.

[0025] Volgens een tweede aspect wordt een werkwijze voorzien voor het vervaardigen van een ombuiginrichting voor het ombuigen van een geweven weefsel bij een weefmachine, waarbij de ombuiginrichting een geleidingsplaat met een geleidingsoppervlak bevat waarover in gebruik het geweven weefsel in een transportrichting van het geweven weefsel wordt getrokken, waarbij de werkwijze het vormen van een aantal schuine groeven in het geleidingsoppervlak aan minstens beide zijgebieden van het geleidingsoppervlak bevat, welke groeven een schuine hoek ten opzichte van de transportrichting van het geweven weefsel hebben voor het geleiden en spreiden van het geweven weefsel dat over het geleidingsoppervlak wordt getrokken, en welke groeven gevormd worden als doorlopende groeven, en waarbij minstens één afdekelement minstens in een gebied van de doorlopende groeven aan de zijde van de geleidingsplaat tegenover het geleidingsoppervlak is aangebracht, zodat een samenstelling van de geleidingsplaat met doorlopende groeven en het minstens één afdekelement een ombuiginrichting met oppervlakte groeven vormt.According to a second aspect, a method is provided for manufacturing a bending device for bending a woven fabric in a weaving machine, the bending device comprising a guide plate with a guide surface over which in use the woven fabric in a conveying direction of the woven fabric is drawn, the method including forming a plurality of oblique grooves in the guide surface on at least both side regions of the guide surface, said grooves having an oblique angle to the conveying direction of the woven fabric for guiding and spreading the woven fabric which is pulled over the guide surface, and which grooves are formed as continuous grooves, and wherein at least one cover element is arranged at least in a region of the continuous grooves on the side of the guide plate opposite the guide surface, so that a composition of the guide plate m he continuous grooves and the at least one covering element forms a bending device with surface grooves.

[0026] In een uitvoeringsvorm is de geleidingsplaat een geperforeerd of geperst stuk waarbij de groeven gevormd worden tijdens de bewerking van het perforeren of het persen. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden de groeven door lasersnijden gevormd. Dit laat een snijden van smalle groeven met hoge precisie in de geleidingsplaat toe. Om elke schade aan het geweven weefsel te vermijden, wordt in voorkeurdragende uitvoeringsvormen minstens het geleidingsoppervlak van de geleidingsplaat gepolijst.In one embodiment, the guide plate is a perforated or pressed piece wherein the grooves are formed during the perforating or pressing operation. In preferred embodiments, the grooves are formed by laser cutting. This allows for cutting narrow grooves with high precision in the guide plate. In order to avoid any damage to the woven fabric, in preferred embodiments, at least the guide surface of the guide plate is polished.

[0027] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt de geleidingsplaat gebogen, waarbij bij voorkeur het aantal groeven in een gebied van een vlakke plaat gevormd is, en waarbij na het vormen van de groeven de vlakke plaat wordt gebogen. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt na het vormen van de groeven de vlakke plaat gebogen om een gekromd ombuig geleidingsoppervlak te vormen, in het bijzonder om een gekromd ombuig geleidingsoppervlak gekromd volgens een cirkelboog te vormen. De geleidingsplaat kan op een stang met een cirkelvormige dwarsdoorsnede worden aangebracht om bijvoorbeeld een kostengunstige borstboominrichting te voorzien.In preferred embodiments, the guide plate is bent, the number of grooves preferably being formed in an area of a flat plate, and the flat plate being bent after forming the grooves. In preferred embodiments, after forming the grooves, the flat plate is bent to form a curved deflecting guide surface, in particular to form a curved deflecting guide surface curved according to a circular arc. The guide plate can be mounted on a rod with a circular cross section to, for example, provide a cost-effective brush arrangement.

[0028] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt de geleidingsplaat gebogen om een gekromd ombuig geleidingsoppervlak en een montagestuk te vormen, welk montagestuk in gebruik op afstand is gelegen van het geweven weefsel dat over het geleidingsoppervlak wordt getrokken, waarbij de geleidingsplaat vast in positie aan een steuneenheid kan worden gemonteerd door middel van het montagestuk.In preferred embodiments, the guide plate is bent to form a curved deflected guide surface and a mounting piece, which mounting piece is in use spaced from the woven fabric being pulled over the guide surface, the guide plate being fixed in position on a support unit be mounted by means of the mounting piece.

[0029] In een uitvoeringsvorm wordt minstens één verder vlak plaatvormig element gebogen om het minstens één afdekelement te vormen en wordt aan de zijde van de geleidingsplaat tegenover het geleidingsoppervlak aangebracht om de doorlopende groeven in de geleidingsplaat af te dekken. In een uitvoeringsvorm worden het vlak plaatelement voor het vormen van het minstens één afdekelement en het vlak plaatelement voor het vormen van de geleidingsplaat apart gebogen en na het buigen samengesteld. In andere uitvoeringsvormen, worden het vlak plaatelement voor het vormen van het minstens één afdekelement en het vlak plaatelement voor het vormen van de geleidingsplaat samen gebogen voor het vormen van de samenstelling van de geleidingsplaat en het afdekelement.In one embodiment, at least one further flat plate-shaped element is bent to form the at least one cover element and is arranged on the side of the guide plate opposite the guide surface to cover the continuous grooves in the guide plate. In one embodiment, the flat plate element for forming the at least one cover element and the flat plate element for forming the guide plate are bent separately and assembled after bending. In other embodiments, the flat plate element for forming the at least one cover element and the flat plate element for forming the guide plate are bent together to form the composition of the guide plate and the cover element.

[0030] Verdere uitvoeringsvormen zullen duidelijk worden bij het bestuderen van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving.Further embodiments will become apparent upon studying the detailed description below.

Korte beschrijving van de tekeningen.Brief description of the drawings.

[0031] Hierna wordt een uitvoeringsvorm van de uitvinding in detail beschreven met verwijzing naar de schematisch tekeningen. Doorheen de tekeningen worden dezelfde elementen aangeduid door dezelfde referentienummers.In the following, an embodiment of the invention is described in detail with reference to the schematic drawings. Throughout the drawings, the same elements are indicated by the same reference numbers.

Figuur 1 is een schematische illustratie van een baddoekweefmachine;Figure 1 is a schematic illustration of a towel weaving machine;

Figuur 2 is een dwarsdoorsnede van een zijaanzicht van een borstboominrichting en een weefseltafelinrichting van een baddoekweefmachine;Figure 2 is a cross-sectional side view of a breast boom device and a tissue table device of a towel weaving machine;

Figuur 3 is een perspectief aanzicht van de borstboominrichting en de weefseltafelinrichting van figuur 2;Figure 3 is a perspective view of the breast device and the tissue table device of Figure 2;

Figuur 4 is een dwarsdoorsnede aanzicht van een geleidingsplaat van de borstboominrichting van figuur 2 en 3; Figuur 5 is het dwarsdoorsnede aanzicht van figuur 4 waarbij een cirkel is getoond;Figure 4 is a cross-sectional view of a guide plate of the brush arrangement of Figures 2 and 3; Figure 5 is the cross-sectional view of Figure 4 with a circle shown;

Figuur 6 is een bovenaanzicht van de geleidingsplaat van figuur 4;Figure 6 is a top view of the guide plate of Figure 4;

Figuur 7 is een vooraanzicht van een geleidingsplaat gelijkaardig aan de geleidingsplaat van figuur 6;Figure 7 is a front view of a guide plate similar to the guide plate of Figure 6;

Figuur 8 toont een plaat die gebruikt wordt voor het vormen van de geleidingsplaat van figuur 4;Figure 8 shows a plate used to form the guide plate of Figure 4;

Figuur 9 toont een ombuiginrichting met een geleidingsplaat van figuur 4 en een afdekelement; en Figuur 10 toont een variante van figuur 9.Figure 9 shows a bending device with a guide plate of Figure 4 and a cover element; and Figure 10 shows a variant of Figure 9.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding.Detailed description of embodiments of the invention.

[0032] Figuur 1 toont schematisch een baddoekweefmachine 1 met een kettingboom 10 met een grondketting 11 en een kettingboom 12 met een poolketting 13.Figure 1 schematically shows a towel weaving machine 1 with a chain tree 10 with a base chain 11 and a chain tree 12 with a pole chain 13.

[0033] De grondketting 11 wordt in het weefvlak omgebogen door middel van een sleep 14. De poolketting 13 loopt over een omkeerrol 15 naar een sleep 16 en dan eveneens in het weefvlak. Zowel de grondketting 11 als de poolketting 13 lopen naar gaapvormingsinrichtingen die aangeduid zijn met pijlen 17.The ground chain 11 is bent into the weaving surface by means of a drag 14. The pile chain 13 runs over a reversing roller 15 to a drag 16 and then also into the weaving surface. Both the ground chain 11 and the pole chain 13 run to shed forming devices indicated by arrows 17.

[0034] Tussen de kettingboom 10 en de sleep 14 is een omkeerrol 61 voorzien om de grondketting 11 om te buigen en te verzekeren dat de grondketting 11 steeds in dezelfde richting naar de sleep 14 loopt ongeacht de hoeveelheid draad die opgeslagen is op de kettingboom 10 zoals aangeduid met twee streeppuntlijnen in figuur 1. Voor hetzelfde doel wordt een stationaire omkeerrol 62 stroomopwaarts van de omkeerrol 15 aangebracht, zodat de poolketting 13 steeds in dezelfde richting naar de omkeerrol 15 loopt. Een kettingwachter 51 wordt aan de grondketting 11 in het gebied tussen de sleep 14 en de sleep 16 toegevoegd. De poolketting 13 heeft ook zijn eigen kettingwachter 50 die eraan toegevoegd is in het gebied waar het nog altijd gescheiden is van de grondketting 11.Between the chain tree 10 and the tow 14, a deflection roller 61 is provided to bend the ground chain 11 and ensure that the ground chain 11 always runs in the same direction towards the tow 14 regardless of the amount of wire stored on the chain tree 10 as indicated by two dotted line lines in Figure 1. For the same purpose, a stationary reversing roller 62 is provided upstream of the reversing roller 15, so that the pile chain 13 always runs in the same direction towards the reversing roller 15. A chain guard 51 is added to the ground chain 11 in the area between the trail 14 and the trail 16. The pole chain 13 also has its own chain guard 50 which is added to it in the area where it is still separated from the ground chain 11.

[0035] Op een gekende wijze worden inslagdraden (niet getoond) telkens in de weefvakken ingebracht die door kettingdraden worden gevormd. Een riet 19, dat zwenkbaar is met een lade 18, brengt de ingebrachte inslagdraden naar een aanslaglijn. De inrichting voor het inbrengen van inslagdraden kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van een luchtstraalweefmachine inrichting, die gewoonlijk uit twee hoofdblazers bestaat die de een na de ander en naast het weefvak zijn aangebracht en een rij hulpblazers die op de lade 18 zijn aangebracht. De blaasrichting wordt naar een inslaginbrengkanaal van het riet 19 gericht. Als alternatief worden grijpers voorzien voor een inslaginbreng in een grijperweefmachine.In a known manner, weft threads (not shown) are each introduced into the weaving compartments which are formed by warp threads. A reed 19, pivotable with a drawer 18, brings the inserted weft threads to a stop line. The weft insertion device may, for example, take the form of an air jet weaving machine device, which usually consists of two main blowers arranged one after the other and adjacent to the weaving pocket and a row of auxiliary blowers mounted on the drawer 18. The blowing direction is directed to a weft insertion channel of the reed 19. Alternatively, grippers are provided for a weft insertion in a gripper weaving machine.

[0036] Wanneer het weefvak wordt gewijzigd worden de inslagdraden ter hoogte van de aanslaglijn door middel van de kettingdraden ingebonden, dit betekent dat een aantal kettingdraden worden gewijzigd van de bovenste positie naar dè onderste positie en een aantal kettingdraden worden gewijzigd van de onderste positie naar de bovenste positie. Het op deze wijze gevormde geweven weefsel 20 wordt door middel van een optrekrol 21 opgetrokken en vervolgens op een doekboom 22 gewikkeld. Een borstboominrichting 23 en twee omkeerrollen 24, 25 zijn stroomopwaarts van de optrekrol 21 in de transportrichting aangebracht. De omkeerrol 25 is een rol, die door middel van een steundeel 64 tussen de omkeerrol 24 en de optrekrol 21 wordt vastgehouden. Het geweven weefsel dat naar beneden wordt afgebogen door de borstboominrichting 23 uit het weefvlak, wordt zodanig door de omkeerrol 25 afgebogen dat dezelfde geweven weefselzijde (onderzijde van geweven weefsel) dat op een oppervlak van de borstboominrichting 23 ligt ook aan het omtreksoppervlak van de optrekrol 21 ligt. In de weergegeven uitvoeringsvorm vormt de borstboominrichting 23 een structurele eenheid met een weefseltafelinrichting 26. De weefseltafelinrichting 26 bevat een weefseltafel 39, die dicht bij de weefsellijn steun biedt aan het geweven weefsel 20 terwijl het geproduceerd wordt. Verder kunnen ook hulpinrichtingen 38 zoals breedhouders of staafbreedhouders worden voorzien.When the weaving compartment is changed, the weft threads are tied in at the stop line by means of the warp threads, this means that a number of warp threads are changed from the upper position to the lower position and a number of warp threads are changed from the lower position to the upper position. The woven fabric 20 formed in this way is pulled up by means of a pull-up roller 21 and then wound onto a cloth tree 22. A brush arrangement 23 and two deflection rollers 24, 25 are arranged upstream of the pull-up roller 21 in the conveying direction. The reversing roller 25 is a roller which is held between the reversing roller 24 and the pull-up roller 21 by means of a support part 64. The woven fabric that is deflected downwards by the brush device 23 from the weaving surface is deflected by the deflection roller 25 such that the same woven fabric side (underside of woven fabric) that lies on a surface of the brush device 23 also on the peripheral surface of the pull-up roller 21 lies. In the illustrated embodiment, the boom device 23 forms a structural unit with a tissue table device 26. The tissue table device 26 includes a tissue table 39 that supports the woven fabric 20 while being produced close to the weave line. Furthermore, auxiliary devices 38 such as wide holders or rod wide holders can also be provided.

[0037] De sleep 14 van de grondketting 11, de sleep 16 van de poolketting 13 en de borstboominrichting 23 samen met de weefseltafelinrichting 26 kunnen heen en weer worden bewogen in de richting van de tweepuntige pijlen A. De sleep 14 van de grondketting 11 is aan één of beide uiteinden op een omkeerhefboom 9 aangebracht, die zwenkbaar is omheen een as 67. Deze omkeerhefboom 9 is voorzien van een arm 63 die door een drukveer 52 wordt geactiveerd. De borstboominrichting 23 waarvan de constructie hierna meer in detail wordt uitgelegd wordt aan beiden zijden gemonteerd door hefbomen 8 die zwenkbaar zijn omheen een as coaxiaal met de omkeerrol 24. De sleep 16 van de poolketting 13 wordt aan beide zijden door hefbomen 3 vastgehouden die zwenkbaar zijn omheen een as 53 evenwijdig met de sleep 16. Het zwenken gebeurt door middel van een afzonderlijke aandrijfmotor 7, die minstens één van de omkeerhefbomen 4 aandrijft die op een afstand die overeenkomt met de maximale doekbreedte zijn aangebracht. De omkeerhefbomen 9 van de sleep 14 van de grondketting 11 zijn gekoppeld met de omkeerhefbomen 4 door middel van transmissiestangen 6 en de hefbomen 3 van de sleep 16 van de poolketting 13 zijn gekoppeld met genoemde hefbomen 4 door middel van transmissiestangen 2. De hefbomen 8 zijn eveneens met de omkeerhefbomen 4 gekoppeld door middel van transmissiestangen 5. In de schematische illustratie weergegeven in figuur 1 strekken de hefbomen 8 zich boven de omkeerrol 24 uit. In andere uitvoeringsvormen strekken de hefbomen 8 zich naar onder uit, waarbij in een uitvoeringsvorm transmissiestangen 5 onder het weefvlak zijn aangebracht. Constructies van de inrichting voor heen en weer beweging van de borstboominrichting 23, de sleep 14 alsook de sleep 16 kunnen worden uitgevoerd zoals beschreven in WO 2006/131323 Al en/of WO 2006/131324 A2 die hierin door referentie worden geïncorporeerd. In een gewijzigde uitvoeringsvorm wordt voorzien dat de sleep 16 van de poolketting 13 niet door de aandrijfmotor 7 wordt aangedreven. Hierbij wordt de sleep 16 verend vastgehouden, in het bijzonder op een wijze zoals beschreven in WO 2006/131325 A2 die hierin eveneens door referentie wordt geïncorporeerd.The drag 14 of the ground chain 11, the drag 16 of the pole chain 13 and the brush arrangement 23 together with the tissue table arrangement 26 can be moved back and forth in the direction of the double-headed arrows A. The drag 14 of the ground chain 11 is mounted at one or both ends on a reversing lever 9 which is pivotable about an axis 67. This reversing lever 9 is provided with an arm 63 which is activated by a compression spring 52. The brush arrangement 23, the construction of which is explained in more detail below, is mounted on both sides by levers 8 pivotable about an axis coaxial with the deflection roller 24. The drag 16 of the pile chain 13 is held on both sides by levers 3 which are pivotable around a shaft 53 parallel to the tow 16. The pivoting takes place by means of a separate drive motor 7, which drives at least one of the reversing levers 4 which are arranged at a distance corresponding to the maximum screen width. The reversing levers 9 of the drag 14 of the ground chain 11 are coupled to the reversing levers 4 by means of transmission rods 6 and the levers 3 of the drag 16 of the pole chain 13 are coupled to said levers 4 by means of transmission rods 2. The levers 8 are also coupled to the reversing levers 4 by means of transmission rods 5. In the schematic illustration shown in Figure 1, the levers 8 extend above the reversing roller 24. In other embodiments, the levers 8 extend downwards, wherein in one embodiment transmission rods 5 are arranged below the weaving surface. Structures of the reciprocating movement of the boom device 23, the drag 14 as well as the drag 16 can be embodied as described in WO 2006/131323 A1 and / or WO 2006/131324 A2 which are incorporated herein by reference. In a modified embodiment, it is provided that the drag 16 of the pile chain 13 is not driven by the drive motor 7. The drag 16 is hereby held resiliently, in particular in a manner as described in WO 2006/131325 A2, which is also incorporated herein by reference.

[0038] Als gevolg van de beweging van sleep 14, sleep 16 en borstboominrichting 23 wordt het geweven weefsel 20 verplaatst teneinde een variatie van de afstand van de weefsellijn van het geweven weefsel vanaf de aanslaglijn te veroorzaken, dit betekent tot de lijn die het riet 19 benadert tijdens het aanslaan van een inslagdraad naar de weefsellijn. Er wordt bijvoorbeeld voorzien dat het geweven weefsel 20 nadat een inslagdraad naar de weefsellijn wordt aangeslagen, wordt bewogen door sleep 14, sleep 16 en borstboominrichting 23 naar links te bewegen in figuur 1, zodat de weefsellijn weg naar links in figuur 1 van de aanslaglijn beweegt. Die positie wordt bijvoorbeeld behouden voor de volgende twee, drie, vier of meer inslagdraad inserties. Daarna wordt het geweven weefsel 20 bewogen door sleep 14, sleep 16 en borstboominrichting 23 naar rechts te bewegen in figuur 1, zodat de weefsellijn de aanslaglijn opnieuw benadert. Wanneer de laatst ingebrachte inslagdraad wordt aangeslagen, wordt die inslagdraad naar de weefsellijn gebracht samen met de eerder ingebrachte inslagdraden. Bij het bewegen van de inslagdraden naar de weefsellijn toe, glijden de inslagdraden langs de kettingdraden van de grondketting 11, die relatief strak gespannen zijn. De kettingdraden van de poolketting 13 zijn minder gespannen, zodat de inslagdraden de poolketting 13 met zich dragen gedurende de aanslagbeweging, de poolketting 13 vormt aldus lussen die boven en onder het oppervlak van de grondketting 11 uitsteken.As a result of the movement of drag 14, drag 16 and boom device 23, the woven fabric 20 is displaced to cause a variation of the distance of the woven line of the woven fabric from the stop line, this means to the line that the reed 19 approaches during the tapping of a weft thread to the tissue line. For example, it is envisaged that the woven fabric 20 is moved after a weft thread is struck to the weave line by moving drag 14, drag 16, and boom device 23 to the left in Figure 1 so that the weave line moves away to the left in Figure 1 of the stop line. . That position is maintained, for example, for the following two, three, four or more weft thread insertions. Thereafter, the woven fabric 20 is moved by moving drag 14, drag 16, and boom device 23 to the right in FIG. 1 so that the weave line approaches the stop line again. When the last inserted weft thread is struck, that weft thread is brought to the weave line together with the previously introduced weft threads. When moving the weft threads towards the weave line, the weft threads slide along the warp threads of the ground chain 11, which are relatively tightly tensioned. The warp threads of the pile chain 13 are less tensioned, so that the weft threads carry the pile chain 13 during the stop movement, the pile chain 13 thus forms loops that protrude above and below the surface of the base chain 11.

[0039] Figuren 2 en 3 tonen een zijaanzicht en een perspectief aanzicht vanaf de voorkant van respectievelijk een borstboominrichting 23 en een weefseltafelinrichting 26 gelijkaardig aan die van figuur 1. In de positie volgens figuur 2 liggen de weefsellijn 36 en de aanslaglijn 37 dicht bij elkaar, en vindt een volledige aanslag plaats. Zoals hierboven beschreven kunnen de sleep 14 (zie figuur 1), de sleep 16 (zie figuur 1) en borstboominrichting 23 bewogen worden om het geweven weefsel 20 te verplaatsen en aldus de weefsellijn 36 vanaf de aanslaglijn 37 te verplaatsen.Figures 2 and 3 show a side view and a perspective view from the front of a breast boom device 23 and a tissue table device 26, respectively, similar to those of Figure 1. In the position according to Figure 2, the tissue line 36 and the stop line 37 are close to each other , and a full attack takes place. As described above, the drag 14 (see Figure 1), the drag 16 (see Figure 1) and brush arrangement 23 can be moved to move the woven fabric 20 and thus move the weave line 36 from the stop line 37.

[0040] De borstboominrichting 23 bevat een gebogen geleidingsplaat 40. De gebogen geleidingsplaat 40 heeft een haakvormige dwarsdoorsnede met een geleidingsoppervlak 41 en een montagestuk 42. Het geleidingsoppervlak 41 is aangebracht voor het geleiden en het ombuigen van een geweven weefsel 20, en wordt verder ook ombuig geleidingsoppervlak 41 genoemd. In de weergegeven uitvoeringsvorm is een gedeelte van de geleidingsplaat 40 met het geleidingsoppervlak 41 gebogen om een gekromd ombuig geleidingsoppervlak 41 te vormen dat gekromd is volgens een cirkelboog. De geleidingsplaat 40 is omheen een stang 27 met een cirkelvormige dwarsdoorsnede gemonteerd en strekt zich evenwijdig met de optrekrol 21 uit. Het ombuig geleidingsoppervlak 41 strekt zich uit over meer dan een kwart van de omtrek van de stang 27. De geleidingsplaat 40 wordt door middel van een steuneenheid 49 (zie figuur 3) ondersteund en strekt zich evenwijdig met de stang 27 uit. In deze uitvoeringsvorm wordt de geleidingsplaat 40 aan de steuneenheid 49 bevestigd door middel van montageschroeven 43 die in gaten 44 op het montagestuk 42 zijn ingebracht. De steuneenheid 49 is via schroeven 54 bevestigd aan de hefbomen 8, strekt zich uit tussen de hefbomen 8 en beweegt samen met de hefbomen 8. De hefbomen 8 draaien ten opzichte van de as 66 en worden via een transmissiestang 5 aangedreven. Zoals in het bijzonder te zien is in figuur 3 wordt de as 66 ondersteund door een steun 48 van een gestel van de weefmachine. In de uitvoeringsvorm van figuur 2 is geen omkeerrol 25 voorzien en wordt het geweven weefsel 20 niet geleid door de omkeerrol 24 die op de as 66 is aangebracht.The brush arrangement 23 includes a curved guide plate 40. The curved guide plate 40 has a hook-shaped cross-section with a guide surface 41 and a mounting piece 42. The guide surface 41 is provided for guiding and bending a woven fabric 20, and is furthermore also called deflection guide surface 41. In the illustrated embodiment, a portion of the guide plate 40 with the guide surface 41 is curved to form a curved deflecting guide surface 41 that is curved according to an arc of a circle. The guide plate 40 is mounted around a rod 27 with a circular cross section and extends parallel to the take-up roller 21. The deflecting guide surface 41 extends over more than a quarter of the circumference of the rod 27. The guide plate 40 is supported by a support unit 49 (see Figure 3) and extends parallel to the rod 27. In this embodiment, the guide plate 40 is attached to the support unit 49 by means of mounting screws 43 which are inserted into holes 44 on the mounting piece 42. The support unit 49 is attached to the levers 8 via screws 54, extends between the levers 8 and moves together with the levers 8. The levers 8 rotate relative to the shaft 66 and are driven via a transmission rod 5. As can be seen in particular in Figure 3, the shaft 66 is supported by a support 48 of a frame of the weaving machine. In the embodiment of Figure 2, no reversing roller 25 is provided and the woven fabric 20 is not guided by the reversing roller 24 mounted on the shaft 66.

[0041] Verder zijn verbindingselementen 30 voorzien aan de stang 27 (zie figuur 2) die zijn verbonden met bovenste stukken 34. Elk bovenste stuk 34 wordt geleid in een lineaire geleiding 29 van een onderste stuk 33 dat op een as 35 is gemonteerd die zich evenwijdig met de stang 27 in het gestel van de weefmachine uitstrekt. De as 35 wordt ondersteund door meerdere steunen 31 die in het gestel van de weefmachine zijn aangebracht.Furthermore, connecting elements 30 are provided on the rod 27 (see Figure 2) which are connected to upper pieces 34. Each upper piece 34 is guided in a linear guide 29 of a lower piece 33 mounted on a shaft 35 which is extends parallel to the rod 27 in the frame of the weaving machine. The shaft 35 is supported by a plurality of supports 31 arranged in the frame of the weaving machine.

[0042] Meerdere lineaire geleidingen 29 zijn over de breedte van de weefmachine verdeeld. De bovenste stukken 34 en de onderste stukken 33 worden via de lineaire geleidingen 29 in de transportrichting van het geweven weefsel in elkaar geleid. Minstens één van de lineaire geleidingen kan ondergesneden geleidingselementen bevatten, bijvoorbeeld ondergesneden geleidingselementen volgens de zwaluwstaart wijze. Dergelijke geleidingselementen verhinderen dat de bovenste stukken 34 zich weg van het onderste stuk 33 radiaal ten opzichte van de as 35 kunnen bewegen. Niet ondergesneden geleidingselementen dienen dan enkel om de bovenste stukken 34 te ondersteunen.Multiple linear guides 29 are distributed over the width of the weaving machine. The upper pieces 34 and the lower pieces 33 are guided together via the linear guides 29 in the conveying direction of the woven fabric. At least one of the linear guides can contain undercut guide elements, for example undercut guide elements according to the dovetail manner. Such guide elements prevent the upper pieces 34 from moving away from the lower piece 33 radially with respect to the shaft 35. Non-undercut guide elements then only serve to support the upper pieces 34.

[0043] In de weergegeven uitvoeringsvorm is een structurele eenheid voorzien die de borstboominrichting 23 en de weefseltafelinrichting 26 bevat. De weefseltafelinrichting 26 kan bijvoorbeeld een geprofileerde weefseltafel 39 bevatten die een weefselsteun 32 bevat.In the illustrated embodiment, a structural unit is provided that includes the brush device 23 and the tissue table device 26. The tissue table device 26 may, for example, comprise a profiled tissue table 39 which contains a tissue support 32.

[0044] Zoals getoond in figuur 2 strekt het geweven weefsel 20 zich uit in een vlak dat tussen de weefselsteun 32 en het geleidingsoppervlak 41 van de geleidingsplaat 40 uitstrekt, die deel uitmaakt van de borstboominrichting 23, en wordt het geweven weefsel 20 over de geleidingsplaat 40 gebogen. In het geleidingsoppervlak 41 zijn aan beide zijgebieden van het geleidingsoppervlak 41 meerdere schuine groeven 45 voorzien. De groeven 45 hebben een schuine hoek ten opzichte van de transportrichting D van het geweven weefsel 20 om een spreidingseffect op het geweven weefsel 20 uit te oefenen dat over het geleidingsoppervlak 41 wordt getrokken.As shown in Figure 2, the woven fabric 20 extends in a plane extending between the fabric support 32 and the guide surface 41 of the guide plate 40, which forms part of the brush arrangement 23, and the woven fabric 20 becomes over the guide plate 40 bent. A plurality of oblique grooves 45 are provided in the guide surface 41 on both side regions of the guide surface 41. The grooves 45 have an oblique angle to the conveying direction D of the woven fabric 20 to exert a spreading effect on the woven fabric 20 which is pulled over the guide surface 41.

[0045] Figuren 4 tot 7 tonen respectievelijk een doorgesneden aanzicht, een doorgesneden aanzicht, een bovenaanzicht en een vooraanzicht van de geleidingsplaat 40.Figures 4 to 7 show a sectional view, a sectional view, a top view and a front view of the guide plate 40, respectively.

[0046] Zoals best te zien is in figuren 4 en 5 is de geleidingsplaat 40 een gebogen plaat, die gebogen is om een gekromd ombuig geleidingsoppervlak 41 en een montagestuk 42 te vormen. Het geleidingsoppervlak 41 is meer in het bijzonder gekromd volgens een cirkelboog van een cirkel 65. De cirkelboog heeft een hoek van meer dan 90°, in het bijzonder ongeveer 120°. Het montagestuk 42 strekt zich uit vanaf het geleidingsoppervlak 41, waarbij de lengte van de cirkelboog en de hoek waarop het montagestuk zich uitstrekt vanaf het geleidingsoppervlak 41 zo gekozen worden dat het montagestuk 42 op afstand is van een vlak van een geweven weefsel 20 (zie figuur 2) dat over het geleidingsoppervlak 41 wordt getrokken. Zoals te zien in figuur 7 zijn meerdere gaten 44 voorzien op het montagestuk 42 voor het opnemen van montageschroeven 43 (zie figuur 3). In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de gaten 44 voorzien van sleuven waardoor de geleidingsplaat 40 op de montageschroeven 43 of pennen die op de steuneenheid 49 (zie figuur 3) zijn voorzien, kan glijden.As best seen in Figures 4 and 5, the guide plate 40 is a curved plate, which is curved to form a curved deflecting guide surface 41 and a mounting piece 42. The guide surface 41 is more particularly curved according to a circle arc of a circle 65. The circle arc has an angle of more than 90 °, in particular about 120 °. The mounting piece 42 extends from the guide surface 41, the length of the arc and the angle at which the mounting piece extends from the guide surface 41 being selected such that the mounting piece 42 is spaced from a surface of a woven fabric 20 (see Figure 2) that is pulled over the guide surface 41. As can be seen in Figure 7, a plurality of holes 44 are provided on the mounting piece 42 for receiving mounting screws 43 (see Figure 3). In the embodiment shown, the holes 44 are provided with slots through which the guide plate 40 can slide on the mounting screws 43 or pins provided on the support unit 49 (see Figure 3).

[0047] Zoals best te zien is in figuren 6 en 7 is in het ombuig geleidingsoppervlak 41 aan beide zijgebieden van het ombuig geleidingsoppervlak 41 een aantal schuine groeven 45 voorzien. De groeven 45 hebben een schuine hoek ten opzichte van de transportrichting D van het geweven weefsel 20 (zie figuur 2) om een spreidingseffect op het geweven weefsel 20 uit te oefenen dat over het geleidingsoppervlak 41 wordt getrokken. Een centraal gebied 46 van het geleidingsoppervlak 41 is in een breedterichting voorzien van een glad oppervlak zonder groeven 45. Aan elk zijgebied zijn bijvoorbeeld groeven 45 voorzien, elke groef 45 heeft een breedte van ongeveer 2 tot 4 mm en een lengte in de transportrichting D van ongeveer 55 tot 70 mm. Bijvoorbeeld in een geleidingsoppervlak 41 met een totale breedte van ongeveer 2 m tot 2,5 m, zijn de groeven 45 vandaar ongeveer op buitenste kwart van het geleidingsoppervlak 41 voorzien. Met andere woorden is ongeveer de helft van het geleidingsoppervlak 41 gezien in de breedterichting voorzien van groeven 45.As can best be seen in Figures 6 and 7, a number of oblique grooves 45 are provided in the deflecting guide surface 41 on both side regions of the deflecting guide surface 41. The grooves 45 have an oblique angle to the conveying direction D of the woven fabric 20 (see Figure 2) to exert a spreading effect on the woven fabric 20 that is pulled over the guide surface 41. A central region 46 of the guide surface 41 is provided in a width direction with a smooth surface without grooves 45. For example, grooves 45 are provided on each side region, each groove 45 has a width of approximately 2 to 4 mm and a length in the direction of transport D of approximately 55 to 70 mm. For example, in a guide surface 41 with a total width of about 2 m to 2.5 m, the grooves 45 are provided approximately on the outer quarter of the guide surface 41. In other words, approximately half of the guide surface 41, as seen in the width direction, is provided with grooves 45.

[0048] Alle groeven 45 hebben in de weergegeven uitvoeringsvorm aan beide zijgebieden dezelfde schuine hoek ten opzichte van de transportrichting D. De geleidingsplaat 40 heeft spiegelsymmetrie en zowel het aantal groeven 45 als de absolute waarde van de schuine hoek van de groeven 45 is voor beide zijden identiek. De absolute waarde van de schuine hoek is bijvoorbeeld tussen 5° en 45°.All grooves 45 in the embodiment shown have the same oblique angle with respect to the transport direction D on both side regions. The guide plate 40 has mirror symmetry and both the number of grooves 45 and the absolute value of the oblique angle of the grooves 45 are for both sides identical. The absolute value of the oblique angle is, for example, between 5 ° and 45 °.

[0049] Zoals best te zien is in figuur 7 zijn de groeven 45 in de transportrichting D op afstand van een achterrand 28 van het geieidingsoppervlak 41 gelegen.As can best be seen in Figure 7, the grooves 45 in the transport direction D are spaced apart from a rear edge 28 of the guide surface 41.

[0050] Voor het vervaardigen van een ombuiginrichting 2, in het bijzonder een borstboominrichting 23 zoals getoond in figuren 2 en 3, met een geleidingsplaat 40, is in voorkeurdragende uitvoeringsvormen aanvankelijk een vlakke plaat voorzien in welke vlakke plaat een aantal rechte en schuin gerichte groeven 45 zijn gesneden in een gebied dat in gebruik functioneert als het geieidingsoppervlak 41, met andere woorden rechte groeven 45 die in gebruik schuin zijn gericht ten opzichte van de transportrichting van het geweven weefsel 20.For manufacturing a bending device 2, in particular a brush device 23 as shown in figures 2 and 3, with a guide plate 40, in preferred embodiments a flat plate is initially provided in which flat plate a number of straight and obliquely directed grooves 45 are cut into an area which in use functions as the guide surface 41, in other words straight grooves 45 which in use are inclined with respect to the direction of transport of the woven fabric 20.

[0051] Figuur 8 toont schematisch een vlakke plaat 140 die gebruikt wordt voor het vormen van de geleidingsplaat 40 van figuren 2 tot 7 waarbij minstens aan beide zijgebieden van het gebied 141 dat in gebruik functioneert als het geieidingsoppervlak 41 (zie figuren 2 tot 7) groeven 45 zijn gesneden, welke groeven 45 een schuine hoek ten opzichte van de transportrichting van het geweven weefsel hebben. Verder zijn gaten 44 gesneden in een achterrand 28 van een gebied 142 van de vlakke plaat die in gebruik functioneert als het montagestuk 42 (zie figuren 2 tot 7).Figure 8 schematically shows a flat plate 140 that is used to form the guide plate 40 of Figures 2 to 7 with at least on both side areas of the area 141 operating in use as the guide surface 41 (see Figures 2 to 7) grooves 45 are cut, which grooves 45 have an oblique angle with respect to the conveying direction of the woven fabric. Further, holes 44 are cut into a trailing edge 28 of an area 142 of the flat plate which, in use, functions as the mounting piece 42 (see Figures 2 to 7).

[0052] Volgens de uitvinding worden de groeven 45 gevormd als zogenaamde doorlopende groeven, dit betekent groeven die zich volledig doorheen de dikte van de plaat uitstekken. Dergelijke doorlopende groeven kunnen bijvoorbeeld bij baddoekweefmachines aangewend worden en kunnen kostengunstig vervaardigd worden. Als alternatief kunnen de groeven slechts nabij de oppervlakte van de plaat voorzien worden, en zogenaamde oppervlaktegroeven vormen.According to the invention, the grooves 45 are formed as so-called continuous grooves, this means grooves which extend completely through the thickness of the plate. Such continuous grooves can, for example, be used with towel weaving machines and can be manufactured cost-effectively. Alternatively, the grooves can only be provided near the surface of the plate and form so-called surface grooves.

[0053] Na het vormen van de groeven 45 wordt de vlakke plaat 140 gebogen om eén gekromd ombuig geleidingsoppervlak 41 (zie figuur 4) te vormen. In het bijzonder wordt de vlakke plaat 140 gebogen om een ombuig geleidingsoppervlak 41 te vormen dat gekromd is volgens een cirkelboog en een montagestuk 42 te vormen dat zich uitstrekt vanaf het geleidingsoppervlak 41 zoals getoond in figuur 4.After forming the grooves 45, the flat plate 140 is bent to form a curved deflecting guide surface 41 (see Figure 4). In particular, the flat plate 140 is bent to form a deflecting guide surface 41 that is curved according to a circular arc and to form a mounting piece 42 that extends from the guide surface 41 as shown in Figure 4.

[0054] Figuur 9 toont een ombuiginrichting 2 die een geleidingsplaat 40 bevat met een geleidingsoppervlak 41 en met doorlopende groeven 45. De ombuiginrichting 2 bevat tevens een afdekelement 47. Het afdekelement 47 in de weergegeven uitvoeringsvorm is een plaatelement met nagenoeg dezelfde vorm als de geleidingsplaat 40, welk afdekelement 47 aansluit tegen de zijde van de geleidingsplaat 40 die tegenover het geleidingsoppervlak 41 is aangebracht. Het afdekelement 47 is minstens in het gebied van de doorlopende groeven 45 aangebracht, zodat de doorlopende groeven 45 van de geleidingsplaat 40 door het afdekelement 47 afgedekt worden. In een uitvoeringsvorm wordt een gebogen plaatelement voorzien als afdekelement 47 met minstens ongeveer dezelfde lengte als de geleidingsplaat 40. In andere uitvoeringvormen, worden twee plaatelementen voorzien als afdekelementen 47, elk van deze gebogen plaatelementen strekt zich uit over een lengte van een groep van schuine doorlopende groeven 45 voorzien aan de twee tegenoverliggende einden van de geleidingsplaat 40.Figure 9 shows a bending device 2 comprising a guide plate 40 with a guide surface 41 and with continuous grooves 45. The bending device 2 also comprises a cover element 47. The cover element 47 in the illustrated embodiment is a plate element with substantially the same shape as the guide plate 40, which cover element 47 abuts against the side of the guide plate 40 which is arranged opposite the guide surface 41. The cover element 47 is arranged at least in the area of the continuous grooves 45, so that the continuous grooves 45 of the guide plate 40 are covered by the cover element 47. In one embodiment a curved plate element is provided as cover element 47 with at least approximately the same length as the guide plate 40. In other embodiments, two plate elements are provided as cover elements 47, each of these curved plate elements extends over a length of a group of oblique continuous grooves 45 provided at the two opposite ends of the guide plate 40.

[0055] De samenstelling van de geleidingsplaat 40 en het afdekelement 47 vormt een ombuiginrichting 2 met oppervlakte groeven, met andere woorden met groeven begrensd naar de stang 27 toe en zich niet uitstrekkend doorheen de dikte van de samenstelling bevattende de geleidingsplaat 40 en het afdekelement 47. Met andere woorden, het afdekelement 47 is aangebracht aan een binnen oppervlak van de geleidingsplaat 40, zodat de groeven 45 afgesloten zijn door het afdekelement 47. Gelijkaardig als weergegeven in figuur 3 voor de geleidingsplaat 40, kunnen de geleidingsplaat 40 en het afdekelement 47 samen aan de steuneenheid 49 bevestigd worden door middel van montageschroeven 43.The composition of the guide plate 40 and the cover element 47 forms a bending device 2 with surface grooves, in other words with grooves limited towards the rod 27 and not extending through the thickness of the composition comprising the guide plate 40 and the cover element 47 In other words, the cover element 47 is provided on an inner surface of the guide plate 40 so that the grooves 45 are closed off by the cover element 47. Similarly as shown in Figure 3 for the guide plate 40, the guide plate 40 and the cover element 47 can be combined be attached to the support unit 49 by means of mounting screws 43.

[0056] Geleidingsplaten 40 gevormd door het buigen van een vlakke plaat met verschillende vormen kunnen worden voorzien, waarbij het afdekelement 47 aangepast is aan de vorm van de geleidingsplaat 40.Guide plates 40 formed by bending a flat plate with different shapes can be provided, the cover element 47 being adapted to the shape of the guide plate 40.

[0057] Bijvoorbeeld toont figuur 10 een ombuiginrichting 2 met een geleidingsplaat 40 met een andere vorm dan deze weergegeven in figuur 9, en met een respectievelijk afdekelement 47 dat een vorm heeft gelijkaardig aan de vorm van de geleidingsplaat 40 van Figuur 10. Het afdekelement 47 kan hierbij samen de geleidingsplaat 40 aan een steuneenheid bevestigd worden zoals de geleidingsplaat weergegeven in WO 2016/131324 Al aan een steuneenheid bevestigd wordt.For example, Figure 10 shows a bending device 2 with a guide plate 40 of a different shape than the one shown in Figure 9, and with a respective cover element 47 having a shape similar to the shape of the guide plate 40 of Figure 10. The cover element 47 In this case, the guide plate 40 can be attached to a support unit together as the guide plate shown in WO 2016/131324 A1 is attached to a support unit.

[0058] De ombuiginrichting en de werkwijze volgens de uitvinding zijn niet beperkt tot de bij wijze van voorbeeld beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen. Alternatieven en combinaties van de beschreven en weergegeven uitvoeringsvormen die onder de conclusies vallen zijn eveneens mogelijk.The bending device and the method according to the invention are not limited to the embodiments described by way of example and shown in the drawings. Alternatives and combinations of the described and illustrated embodiments which fall under the claims are also possible.

Claims (17)

Conclusies.Conclusions. 1. Ombuiginrichting voor het ombuigen van een geweven weefsel bij een weefmachine, bevattende een geleidingsplaat (40) met een geleidingsoppervlak (41), waarbij in gebruik het geweven weefsel (20) over het geleidingsoppervlak (41) in een transportrichting (D) van het geweven weefsel (20) wordt getrokken, daardoor gekenmerkt dat een aantal schuine groeven (45) in het geleidingsoppervlak (41) is voorzien aan minstens beide zijgebieden van het geleidingsoppervlak (41), welke groeven (45) een schuine hoek ten opzichte van de transportrichting (D) van het geweven weefsel (20) hebben voor het geleiden en spreiden van het geweven weefsel (20) dat over het geleidingsoppervlak (41) wordt getrokken, en welke groeven (45) als doorlopende groeven zijn gevormd, en dat de ombuiginrichting (2) minstens één afdekelement (47) bevat dat minstens in een gebied van de doorlopende groeven (45) aan de zijde van de geleidingsplaat (40) tegenover het geleidingsoppervlak (41) is aangebracht, zodat een samenstelling van de geleidingsplaat (40) met doorlopende groeven (45) en het minstens één afdekelement (47) een ombuiginrichting (2) met oppervlakte groeven vormt.A bending device for bending a woven fabric in a weaving machine, comprising a guide plate (40) with a guide surface (41), wherein in use the woven fabric (20) over the guide surface (41) in a conveying direction (D) of the woven fabric (20) is characterized in that a plurality of oblique grooves (45) are provided in the guide surface (41) on at least both side regions of the guide surface (41), which grooves (45) are at an oblique angle to the conveying direction (D) of the woven fabric (20) for guiding and spreading the woven fabric (20) which is pulled over the guide surface (41), and which grooves (45) are formed as continuous grooves, and that the bending device ( 2) comprises at least one cover element (47) which is arranged at least in a region of the continuous grooves (45) on the side of the guide plate (40) opposite the guide surface (41), so that an assembly counting the guide plate (40) with continuous grooves (45) and the at least one cover element (47) forms a bending device (2) with surface grooves. 2. Ombuiginrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsplaat (40) een gebogen plaat is, in het bijzonder een gebogen metalen plaat met een gekromd ombuig geleidingsoppervlak (41).The bending device according to claim 1, characterized in that the guide plate (40) is a curved plate, in particular a curved metal plate with a curved bending guide surface (41). 3. Ombuiginrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de ombuiginrichting (2) een stang (27) met een dwarsdoorsnede bevat, waarbij het geleidingsoppervlak (41) gekromd is volgens een cirkelboog omheen de stang (27).The bending device according to claim 2, characterized in that the bending device (2) comprises a rod (27) with a cross-section, the guide surface (41) being curved in a circular arc around the rod (27). 4. Ombuiginrichting volgens één van de conclusies 1, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het minstens één afdekelement (47) minstens één plaat is, in het bijzonder minstens één gebogen plaat.The bending device according to one of claims 1, 2 or 3, characterized in that the at least one cover element (47) is at least one plate, in particular at least one curved plate. 5. Ombuiginrichting volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat een centraal gebied (46) van het geleidingsoppervlak (41) in een breedterichting is voorzien van een glad oppervlak zonder groeven (45).The bending device according to one of claims 1 to 4, characterized in that a central region (46) of the guide surface (41) is provided in a width direction with a smooth surface without grooves (45). 6. Ombuiginrichting volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat aan beide zijgebieden alle groeven (45) dezelfde schuine hoek hebben, waarbij bij voorkeur aan elk van de twee zijgebieden de absolute waarde van de schuine hoek tussen 5° en 45° is.The bending device according to one of claims 1 to 5, characterized in that all grooves (45) have the same oblique angle on both side regions, wherein the absolute value of the oblique angle between 5 ° and 45 ° is preferably on each of the two side regions is. 7. Ombuiginrichting volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat aan beide zijgebieden alle groeven (45) dezelfde breedte hebben, waarbij bij voorkeur aan elk zijgebied de groeven (45) een breedte van 1 mm tot 10 mm hebben.The bending device according to one of claims 1 to 6, characterized in that on both side regions all grooves (45) have the same width, wherein preferably on each side region the grooves (45) have a width of 1 mm to 10 mm. 8. Ombuiginrichting volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de groeven (45) op afstand in de transportrichting (D) vanaf een achterrand (28) van het geleidingsoppervlak (41) zijn gelegen.The bending device according to one of claims 1 to 7, characterized in that the grooves (45) are spaced apart in the conveying direction (D) from a trailing edge (28) of the guide surface (41). 9. Ombuiginrichting volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsplaat (40) vast in positie aan een steuneenheid (49) kan worden gemonteerd.The bending device according to one of claims 1 to 8, characterized in that the guide plate (40) can be fixedly mounted on a support unit (49). 10. Ombuiginrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsplaat (40) een montagestuk (42) heeft, dat in gebruik op afstand is gelegen van het geweven weefsel (20) dat over het geleidingsoppervlak (41) wordt getrokken, waarbij de geleidingsplaat (40) vast in positie aan de steuneenheid (49) kan worden gemonteerd door middel van het montagestuk (42).The bending device according to claim 9, characterized in that the guide plate (40) has a mounting piece (42) which, in use, is spaced from the woven fabric (20) that is pulled over the guide surface (41), the guide plate (40) 40) fixed in position on the support unit (49) can be mounted by means of the mounting piece (42). 11. Ombuiginrichting volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de ombuiginrichting (2) een borstboominrichting (23) is die stroomopwaarts van een optrekrol (21) wordt aangebracht bij een weefmachine, in het bijzonder een baddoekweefmachine.The bending device according to one of claims 1 to 10, characterized in that the bending device (2) is a brush device (23) which is arranged upstream of a pull-up roller (21) in a weaving machine, in particular a towel weaving machine. 12. Ombuiginrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de borstboominrichting (23) een structurele eenheid met een weefseltafelinrichting (26) vormt.The bending device according to claim 11, characterized in that the brush device (23) forms a structural unit with a tissue table device (26). 13. Werkwijze voor het vervaardigen van een ombuiginrichting voor het ombuigen van een geweven weefsel bij een weefmachine, de ombuiginrichting (2) bevattende een geleidingsplaat (40) met een geleidingsoppervlak (41), waarbij in gebruik het geweven weefsel (20) over het geleidingsoppervlak (41) in een transportrichting (D) van het geweven weefsel (20) wordt getrokken, daardoor gekenmerkt dat in het geleidingsoppervlak (41) een aantal schuine groeven (45) wordt gevormd aan minstens beide zijgebieden van het geleidingsoppervlak (41), welke groeven (45) een schuine hoek ten opzichte van de transportrichting (D) van het geweven weefsel (20) hebben voor het geleiden en spreiden van het geweven weefsel (20) dat over het geleidingsoppervlak (41) wordt getrokken, en welke groeven (45) gevormd worden als doorlopende groeven, en dat minstens één afdekelement (47) minstens in een gebied van de doorlopende groeven (45) aan de zijde van de geleidingsplaat (40) tegenover het geleidingsoppervlak (41) is aangebracht, zodat een samenstelling van de geleidingsplaat (40) met doorlopende groeven (45) en het minstens één afdekelement (47) een ombuiginrichting (2) met oppervlakte groeven vormt.A method of manufacturing a bending device for bending a woven fabric in a weaving machine, the bending device (2) including a guide plate (40) with a guide surface (41), wherein in use the woven fabric (20) over the guide surface (41) is pulled in a conveying direction (D) of the woven fabric (20), characterized in that a number of oblique grooves (45) are formed in the guide surface (41) on at least both side regions of the guide surface (41), which grooves (45) have an oblique angle to the conveying direction (D) of the woven fabric (20) for guiding and spreading the woven fabric (20) that is pulled over the guide surface (41), and which grooves (45) are formed as continuous grooves, and that at least one cover element (47) is at least in a region of the continuous grooves (45) on the side of the guide plate (40) opposite the guide surface (4) 1) is arranged so that a composition of the guide plate (40) with continuous grooves (45) and the at least one cover element (47) forms a bending device (2) with surface grooves. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de groeven (45) door lasersnijden worden gevormd.Method according to claim 13, characterized in that the grooves (45) are formed by laser cutting. 15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat het aantal groeven (45) in een gebied (141) van een vlakke plaat (140) wordt gevormd, waarbij na het vormen van de groeven (45) de vlakke plaat (140) wordt gebogen om een gekromd ombuig geleidingsoppervlak (41) te vormen, in het bijzonder om een gekromd ombuig geleidingsoppervlak (41) gekromd volgens een cirkelboog te vormen.Method according to claim 13 or 14, characterized in that the number of grooves (45) is formed in an area (141) of a flat plate (140), wherein after forming the grooves (45) the flat plate (140) is bent to form a curved deflecting guide surface (41), in particular to form a curved deflecting guide surface (41) curved according to a circular arc. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de vlakke plaat (140) gebogen is om een geleidingsplaat (40) met een gekromd ombuig geleidingsoppervlak (41) en een montagestuk (42) te vormen, welk montagestuk (42) in gebruik op afstand is gelegen van het geweven weefsel (20) dat over het geleidingsoppervlak (41) wordt getrokken, waarbij de geleidingsplaat (40) vast in positie aan de steuneenheid (49) kan worden gemonteerd door middel van het montagestuk (42).The method according to claim 15, characterized in that the flat plate (140) is curved to form a guide plate (40) with a curved deflecting guide surface (41) and a mounting piece (42), which mounting piece (42) in remote use is located from the woven fabric (20) that is pulled over the guide surface (41), the guide plate (40) being fixed in position on the support unit (49) by means of the mounting piece (42). 17. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 tot 16, daardoor gekenmerkt dat het minstens één vlak plaatvormig element gebogen wordt om het minstens één afdekelement (47) te vormen en aan de zijde van de geleidingsplaat (40) tegenover het geleidingsoppervlak (41) is aangebracht om de doorlopende groeven (45) in de geleidingsplaat (40) af te dekken.Method according to any of claims 13 to 16, characterized in that the at least one flat plate-shaped element is bent to form the at least one cover element (47) and is opposite the guide surface (41) on the side of the guide plate (40) arranged to cover the continuous grooves (45) in the guide plate (40).
BE2016/0063A 2015-09-03 2016-04-04 Bending device for a weaving machine and method for manufacturing a bending device BE1024006B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/0063A BE1024006B1 (en) 2016-04-04 2016-04-04 Bending device for a weaving machine and method for manufacturing a bending device
PCT/EP2016/069882 WO2017036853A1 (en) 2015-09-03 2016-08-23 Deflecting device for a weaving machine and method for manufacturing a deflecting device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/0063A BE1024006B1 (en) 2016-04-04 2016-04-04 Bending device for a weaving machine and method for manufacturing a bending device

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024006A1 BE1024006A1 (en) 2017-10-26
BE1024006B1 true BE1024006B1 (en) 2017-10-27

Family

ID=56888852

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/0063A BE1024006B1 (en) 2015-09-03 2016-04-04 Bending device for a weaving machine and method for manufacturing a bending device

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1024006B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3346030A1 (en) * 1983-12-20 1985-06-20 Institute für Textil- und Faserforschung Stuttgart, 7306 Denkendorf Weaving machine
BE1007136A6 (en) * 1993-06-18 1995-04-04 Picanol Nv Separator bar for weaving looms
WO2006131324A2 (en) * 2005-06-10 2006-12-14 Picanol N.V. Terry loom

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3346030A1 (en) * 1983-12-20 1985-06-20 Institute für Textil- und Faserforschung Stuttgart, 7306 Denkendorf Weaving machine
BE1007136A6 (en) * 1993-06-18 1995-04-04 Picanol Nv Separator bar for weaving looms
WO2006131324A2 (en) * 2005-06-10 2006-12-14 Picanol N.V. Terry loom

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024006A1 (en) 2017-10-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1036870C2 (en) DEVICE FOR MANUFACTURING A FIBER MAT BY WEAVING.
CN109414886A (en) Divide the manufacturing method of fine fibre bundle and divides fine fibre bundle and use a point fiber-reinforced resin moulding material and its manufacturing method for fine fibre bundle
KR100946396B1 (en) A method for weaving curved warp yarns and a woven fabric
BE1024006B1 (en) Bending device for a weaving machine and method for manufacturing a bending device
CS221827B2 (en) Device for guiding the weft thread driven by means of flowing fluidum in the weaving machine shed
CZ200452A3 (en) The title is not available
BE1023396B1 (en) BENDING DEVICE FOR A WEAVING MACHINE AND METHOD FOR MANUFACTURING A BENDING DEVICE
EP1899515B1 (en) Terry loom
EP0045758B1 (en) Mechanical control for the shedding of warp ends of a loom and loom comprising such mechanical control
US2742058A (en) Loom
EP0166631B1 (en) Machine for continuously manufacturing sections of reinforced material by three-dimensional knitting
CN114222836A (en) Device for collecting cut weft threads of a weaving machine
WO2017036853A1 (en) Deflecting device for a weaving machine and method for manufacturing a deflecting device
US20220298684A1 (en) Plush pile knitted product and knitting machine for the production thereof
CN113166982B (en) Shedding method and apparatus using air pressure
BE1014792A6 (en) Weaving loom, has shed forming parts and stops arranged in non axial direction rows on rotor
US20210332509A1 (en) Circular knitting machine with knitting function
KR101172021B1 (en) Weft yarn deformation apparatus for net paper loom
BE1023644B1 (en) Impact insertion device and weaving loom for multi-layer or single-layer weaving
KR101977187B1 (en) A weaving apparatus for conjugated fiber
BE1022146B1 (en) SELF-EDUCATION DEVICE FOR A WRAKING THREAD
BE1010943A3 (en) Rapier WITH SOME GUIDANCE RESOURCES.
FR2609056A1 (en) DEVICE FOR CREATING DRAWINGS AND MODIFYING THE STRUCTURE AND MASS OF A TEXTILE SAIL
CN210394687U (en) Warping device for trademark braid
KR102466327B1 (en) Manufacturing apparatus for mesh tape fabric

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20171027

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180430