BE1023470B1 - Maaidorser met zaadtoevoertoestel - Google Patents

Maaidorser met zaadtoevoertoestel Download PDF

Info

Publication number
BE1023470B1
BE1023470B1 BE2016/5079A BE201605079A BE1023470B1 BE 1023470 B1 BE1023470 B1 BE 1023470B1 BE 2016/5079 A BE2016/5079 A BE 2016/5079A BE 201605079 A BE201605079 A BE 201605079A BE 1023470 B1 BE1023470 B1 BE 1023470B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
chaff
combine
seeds
field
seed
Prior art date
Application number
BE2016/5079A
Other languages
English (en)
Inventor
Dré W.J. Jongmans
Bart M.A. Missotten
Frederik Tallir
Willem Vandamme
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2016/5079A priority Critical patent/BE1023470B1/nl
Priority to BR102017002031-2A priority patent/BR102017002031B1/pt
Priority to US15/422,162 priority patent/US10314231B2/en
Priority to EP17154102.2A priority patent/EP3199008B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1023470B1 publication Critical patent/BE1023470B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/1243Devices for laying-out or distributing the straw
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C17/00Fertilisers or seeders with centrifugal wheels
    • A01C17/001Centrifugal throwing devices with a vertical axis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • A01C7/08Broadcast seeders; Seeders depositing seeds in rows
    • A01C7/10Devices for adjusting the seed-box ; Regulation of machines for depositing quantities at intervals
    • A01C7/102Regulating or controlling the seed rate
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • A01C7/20Parts of seeders for conducting and depositing seed
    • A01C7/206Seed pipes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/14Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with dispensing apparatus, e.g. for fertilisers, herbicides or preservatives
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F12/00Parts or details of threshing apparatus
    • A01F12/40Arrangements of straw crushers or cutters

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Sowing (AREA)

Abstract

Maaidorser (1) bevat een restantenstrooisysteem (4) dat geschikt is om restanten (5 13) over een veld uit te strooien, gekenmerkt doordat het restantenstrooisysteem een zaadbak (14) en een zaadtoevoersysteem (15, 16, 17) bevat dat geschikt is om zaden toe te voeren vanuit de zaadbak aan de restanten zodat toegevoerde zaden, tijdens de werking, samen met de restanten op het veld worden gestrooid.

Description

Maaidorser met zaadtoevoertoestel
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op een maaidorser die een zaadtoevoertoestel bevat.
Om erosie te voorkomen, om de organische kenmerken van de grond, de structuur en/of gehalte aan voedingsstoffen van een veld in stand te houden te verbeteren, zaaien landbouwers na hun hoofdteelt bodembedekkers of vanggewassen (met de verzamelnaam nateelt). In sommige gebieden, bijvoorbeeld in heel Europa, is dit in bepaalde mate sinds 2015 wettelijk verplicht en kan verder afhangen van specifieke regels per land. Traditioneel vereiste dit een tractor en een werktuig om over het veld te rijden om de bodembedekkers te zaaien nadat de maaidorser klaar was met het oogsten van het hoofdgewas. Dit veroorzaakt extra kosten op het vlak van machine en operator, en extra verkeer over het veld waardoor het grondoppervlak verdicht wordt.
Octrooi DE 3626612 onthult een maaidorser waarin een zaadtoevoersysteem is aangebracht onderaan op een achterste uiteinde van het hoofddeel van de maaidorser. Het voordeel van deze onthulling is dat het mogelijk is in één doorgang zowel het gewas van het veld te oogsten als een bodembedekker of groenbemester te zaaien. De maaidorser wordt aangepast om beide acties terzelfder tijd uit te voeren. Dit ontslaat de operator van de vereiste om een tractor en werktuig te gebruiken om het te bezaaien veld te rijden nadat de maaidorser klaar is met het oogsten van het hoofdgewas. Wanneer de maaidorser met het zaadtoevoersysteem over het veld is gepasseerd, zijn in één enkele bewerking het gewas van het veld geoogst en nieuwe zaden gezaaid.
Een nadeel van het bekende systeem is dat het zaadtoevoersysteem een aanzienlijke hoeveelheid montageruimte vergt en een aanzienlijk grote opening in de maaidorser om de zaden toe te voeren en over het veld te verspreiden.
Het is een voorwerp van deze uitvinding om een efficiënter zaadtoevoersysteem te verschaffen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Daartoe bevat de maaidorser volgens deze uitvinding een restantenstrooisysteem dat geschikt is om restanten over een veld te verspreiden, gekenmerkt doordat het restantenstrooisysteem een zaadbak en een zaadtoevoersysteem bevat waarbij dit laatste geschikt is om zaad vanuit de zaadbak aan de restanten toe te voeren, zodat de toegevoerde zaden tijdens de werking samen met de restanten op het veld worden gestrooid.
De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat het restantenstrooisysteem gebruikt kan worden om de zaden op het veld te strooien zodat het zaadstrooisysteem weggelaten kan worden terwijl toch een optimale verdeling van zaden over het veld behouden kan worden. Bovendien is een zaadtoevoersysteem om zaden toe te voeren aan een stroom restanten merkelijk kleiner en eenvoudiger dan een zaadstrooisysteem dat geschikt is om de zaden op een voorafbepaalde breedte op het veld te strooien, zoals gesuggereerd volgens de stand van de techniek. Zodoende is het zaadtoevoersysteem van de uitvinding aanzienlijk compacter. Bovendien zou het zaadtoevoersysteem van de uitvinding niet aangebracht moeten worden vlak bij een opening in het hoofddeel van de maaidorser, aangezien de zaden niet rechtstreeks op het veld via de opening gestrooid worden, maar in de restantenstroom geïnjecteerd worden. Dit biedt een aanzienlijke ontwerpvrijheid en zal, samen met de compactheid van het zaadtoevoersysteem, leiden tot een aanzienlijk efficiëntere oplossing.
De restantenstrooisystemen bevatten bij voorkeur een kafstrooier en een strostrooier, en en is het toevoersysteem verbonden is met de kafstrooier zodat de toegevoerde zaden tijdens de werking samen met het kaf op het veld gestrooid kunnen worden. In het hoofddeel van de maaidorser wordt het geoogste gewasmateriaal verwerkt door de restanten van het gewas te scheiden. In de meeste bestaande maaidorsers gebeurt deze scheiding in twee fasen: in een eerste fase wordt het stro gescheiden van de kleinere deeltjes bestaande uit gewas en kaf die daarna in een tweede fase worden verwerkt; in de tweede fase wordt het kaf gescheiden van het gewas zodat een schoon gewas wordt verkregen. In veel bestaande maaidorsers wordt het kaf apart van het stro op het veld gestrooid. In zulke maaidorser is het voordelig om de zaden aan het kaf toe te voeren.
Een eerste voordeel van het samen verspreiden van de zaden met het kaf is dat de grootte van de zaaddeeltjes veel dichter bij die van kafdeeltjes ligt dan bij die van de grote strodeeltjes. Het kafstrooisysteem is geoptimaliseerd om het kaf op het veld te strooien, zodat, wanneer de zaden aan dit systeem toegevoerd worden, de zaden ook optimaal over het veld verspreid zullen worden.
De strostrooier is bij voorkeur op een afstand van de kafstrooier gelegen. Daarbij is de kafstrooier bij voorkeur gelegen in de voorwaartse rijrichting van de maaidorser, vóór de strostrooier. Verder is de kafstrooier bij voorkeur onder de strostrooier gelegen. Wanneer de kafstrooier vóór en/of onder de strostrooier gelegen is, zullen de kafdeeltjes tijdens de werking op het veld gestrooid worden als een eerste laag waarop vervolgens door de strostrooier een tweede laag stro wordt gestrooid. Zodoende zal het kaf rechtstreeks op de grond worden gestrooid en zal het stro verspreid worden bovenop het kaf op de grond. Door de zaden samen met het kaf te strooien, zullen de zaden ook rechtstreeks op de grond terecht komen en bedekt worden met een laag stro. Dit verbetert de voorwaarden voor het kiemen van de zaden en de verdere groei ervan, aangezien de zaden rechtstreeks contact maken met de grond en bedekt worden met een laagje stro dat de omstandigheden voor het opschieten en verder groeien positief beïnvloedt. Bijvoorbeeld door een beter vochtgehalte en een geschiktere temperatuur van de grond en bescherming tegen rechtstreekse blootstelling aan de weersomstandigheden.
Het restantenstrooisysteem werkt bij voorkeur samen met een hakselaar om de restanten te hakselen vooraleer ze te strooien, waarbij het zaadtoevoersysteem op een geschikte plaats gelegen is om de zaden toe te voeren, tijdens de werking, aan een restantenstroom achter de hakselaar. De hakselaar wordt aan het landbouwvoertuig bevestigd om de deeltjesgrootte van het stro te regelen. Door de zaden toe te voeren nadat het stro fijn werd gehakseld, kan de hakselaar niet op de zaden inslaan en dus ook niet beschadigen. Dit is meer bepaald relevant voor uitvoeringsvormen waarbij de zaden toegevoerd worden via een hoofdrestantenstroom en is minder relevant voor situaties waarin de zaden toegevoerd worden aan het kafstrooisysteem, aangezien het kafstrooisysteem gewoonlijk geen hakselaar bevat.
Het restantenstrooisysteem bevat bij voorkeur minstens twee schijven om de restanten te strooien waarbij het zaadtoevoersysteem minstens twee zaadtoevoerbuizen kan bevatten die boven de respectieve schijf van de minstens twee schijven uitkomen. De buizen maken het mogelijk de zaden van de zaadbak naar de restantenstroom transporteren. Bovendien kunnen de buizen uitgerust worden met een zaadtoevoermechanisme en/of zaaddoseermechanisme zodat de zaden gedoseerd aan de stroom worden toegevoerd. Daarbij maken de buizen het verder mogelijk om de positie te optimaliseren en het zaadtoevoersysteem in de maaidorser onder te brengen.
Het toevoersysteem bevat bij voorkeur een ingang die operationeel verbonden is met de maaidorser om een ingangssignaal te ontvangen dat representatief is voor de snelheid van de maaidorser en is geschikt om de zaden vanaf de zaadbak toe te voeren met een debiet dat in verband staat met het ingangssignaal. De snelheid van de maaidorser staat rechtstreeks in verband met het aantal vierkante meter veld dat met het zaad bezaaid wordt. Door een ingangssignaal te verschaffen dat representatief is voor de snelheid van de maaidorser, bijvoorbeeld een digitaal of analoog snelheidssignaal, kan de dosering van de zaden op het veld automatisch in wezen constant gehouden worden door het zaadtoevoersysteem, onafhankelijk van de oogstsnelheid van de maaidorser. Dit stelt de operator in staat om zijn aandacht bij de oogstbewerking te houden terwijl het zaaien van zaden aan de achterkant van de maaidorser automatisch geregeld wordt in evenredigheid met de snelheid van de maaidorser om een voorafbepaalde, in wezen constante, dosering te verkrijgen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bedienen van een maaidorser, waarbij de werkwijze de volgende stappen bevat: - het snijden van oogstmateriaal van een veld door gebruik te maken van een maaier van de maaidorser; - het verwerken van het oogstmateriaal in het hoofddeel van de maaidorser en daarbij het gewas van de restanten te scheiden; - het uitstoten van de restanten aan een achterste uiteinde van de maaidorser op een restantenstrooisysteem; gekenmerkt doordat de werkwijze verder het volgende bevat: het toevoeren van zaden in een restantenstroom zodat de zaden samen met de restanten op het veld worden uitgestoten.
Deze werkwijze beschrijft de werking van de hierboven beschreven maaidorser. De effecten en voordelen die beschreven zijn m.b.t. de hierboven beschreven maaidorser zijn eveneens van toepassing op de werkwijze van de uitvinding.
De werkwijze bevat verder bij voorkeur de bewerking om gewas van stromateriaal te scheiden en om gewas van kafmateriaal te scheiden, waarbij het stro en het kaf de restanten vormen, en waarbij de zaden toegevoerd worden aan het kaf zodat de zaden samen met het kaf op het veld worden uitgestoten. Verder wordt het kaf op het veld gestrooid vooraleer het stro op het veld wordt gestrooid zodat het kaf en de zaden op het veld worden verspreid en nadien door het stro worden bedekt. Door gebruik te maken van deze specifieke werkwijze moet een operator geen tractor en werktuig gebruiken om over het te bezaaien veld te rijden wanneer de maaidorser klaar is met het oogsten van het oogstmateriaal. Dit vermindert extra kosten op het vlak van machine en operator, alsook extra verkeer over het veld waardoor het grondoppervlak verdicht zou worden. Bovendien zal deze werkwijze de zaden onder het fijngehakte stro van de maaidorser strooien. Als gevolg daarvan hebben de zaden rechtstreeks toegang tot de grond, wat aanzienlijk beter is dan wanneer de zaden bovenop het fijngehakte stro gestrooid zouden worden. Een volgend resultaat is dat er geen behoefte is aan een bewerking om de zaden tussen of onder het stro te krijgen. Een verder voordeel van de maaidorser van de uitvinding en de werkwijze van de uitvinding is dat de maaier van de maaidorser vervangen kan worden zonder het zaadtoevoersysteem te treffen. Dit zou niet het geval zijn wanneer het zaadtoevoersysteem op de maaier aangebracht zou zijn.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Sommige uitvoeringsvormen van toestellen en/of werkwijzen in overeenstemming met uitvoeringsvormen van deze uitvinding worden nu beschreven, bij wijze van voorbeeld, en met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarin:
Figuur 1 een bovenaanzicht illustreert van een maaidorser met een kafstrooier en een strostrooier; en
Figuur 2 een dwarsdoorsnede toont van een maaidorser met een restantenstrooisysteem.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een maaidorser 1. De maaidorser 1 bevat een maaier 2 die verbonden is met het voorste uiteinde van het hoofddeel 3 van een maaidorser. Het achterste uiteinde van het hoofddeel van de maaidorser 3 bevat een restantenstrooisysteem 4. Daarbij snijdt de maaier 2, wanneer de maaidorser 1 op een veld oogst, het oogstmateriaal van het veld en trekt het oogstmateriaal in het hoofddeel 3 van de maaidorser 1. In hoofddeel 3 wordt het oogstmateriaal verwerkt om de oogst van de restanten te scheiden. De restanten worden daarna binnen het hoofddeel 3 van de maaidorser 1 getransporteerd naar het restantenstrooisysteem 4 dat de restanten op het veld gooit. Daarbij is het restantenstrooisysteem 4 traditioneel geconfigureerd om te proberen een situatie te benaderen waarbij de restanten gelijkmatig over het veld verspreid worden over een breedte die gelijk is aan de breedte van de maaier 2.
De verspreiding van de restanten over het veld is aanpasbaar door het restantenstrooisysteem 4 te sturen. Restantenstrooisystemen 4 volgens de stand van de techniek kunnen inderdaad gestuurd worden om de verspreiding van de restanten te beïnvloeden, bijvoorbeeld om externe invloeden zoals wind te compenseren zodat in veel omstandigheden een gelijkmatige verspreiding verkregen kan worden. Meer bepaald kan de kracht/snelheid waarmee het restantenstrooisysteem 4 de restanten uit het achterste uiteinde van de maaidorser 1 gooit, worden aangepast. Bovendien kan het hoekbereik waarover het restantenstrooisysteem 4 de restanten strooit ook versteld worden. Daarbij bevat het restantenstrooisysteem 4 gewoonlijk een reeks (minstens een linkse en een rechtse) van zulke verstelbare mechanismen 10, 10’ om de restanten uit het achterste uiteinde van de maaidorser 1 te gooien. Dit maakt het mogelijk om de verspreiding van de restanten over het veld te veranderen door het restantenstrooisysteem 4 te verstellen. Aangezien zulke mechanismen 10, 10’ bekend zijn volgens de stand van de techniek, worden hier geen verdere specificaties gegeven over zo'n restantenstrooisysteem aangezien een vakman deze systemen kent en zal weten hoe zulke systemen gestuurd kunnen worden om de verspreiding van de restanten aan te passen.
In Figuur 1 is de maaidorser geïllustreerd tijdens de werking, waarbij restanten uit de maaidorser worden gegooid. De uitgestoten restanten bestaan uit twee delen, waar respectievelijk naar verwezen wordt met referentienummers 5 en 13. De wolk 5 illustreert het stro dat door het restantenstrooisysteem wordt uitgestoten en de wolk 13 illustreert het kaf dat door het restantenstrooisysteem wordt uitgestoten. Kaf en stro worden gescheiden van de oogst in hoofddeel 3 van de maaidorser 1 door gebruik te maken van verschillende technieken. Als gevolg daarvan bevatten sommige restantenstrooisystemen afzonderlijke strooisystemen voor kaf en stro, wat verklaart waarom de kafwolk 13 op een afstand ligt van de stro wolk 5. Andere restantenstrooisystemen combineren het stro en het kaf binnen het hoofddeel 3 vooraleer het uit te stoten via het restantenstrooisysteem zodat er slechts één wolk - gewoonlijk wolk 5 - ontstaat bij het uitstoten van de restanten.
Tijdens de werking, wanneer de kafwolk 13 en de strowolk 5 door de maaidorser 1 worden uitgestoten, hetzij afzonderlijk, hetzij samen, vormen de uitgestoten restanten een bedekking of laag op het veld achter de maaidorser 1. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat de maaidorser 1 tijdens de bewerking voorwaarts rijdt en daambij het oogstmateriaal met de maaier 2 afsnijdt en de restanten aan de achterkant van de maaidorser 1 op het veld uitstoot over een breedte die in wezen overeenkomt met de breedte van de maaier 2. Wanneer het restantenstrooisysteem 4 een kafstrooier en een strostrooier bevat, afzonderlijk van elkaar, dan zullen er op de grond achter de maaidorser 1 twee lagen gevormd worden. Rechtstreeks op de grond wordt een eerste laag kaf gevormd door de kafstrooier die het kaf strooit, volgens de wolk 13. Boven de eerste laag kaf op de grond wordt een tweede laag gevormd door stro dat uitgestoten wordt door de strostrooier, waarbij het stro op het veld wordt gestrooid volgens wolk 5.
Deze tweede laag stro bedekt de eerste laag kaf en de grond. De instellingen van de kafstrooier en de strostrooier kunnen aangepast worden om optimale lagen te creëren, bijvoorbeeld gelijkmatig verspreide lagen kaf en stro.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het restantenstrooisysteem verder een zaadbak 14 en een zaadtoevoersysteem dat geschikt is om, tijdens de werking van de maaidorser, het zaad vanuit de zaadbak 14 toe te voeren aan een restantenstroom. In Figuur 1 wordt dit zaadtoevoersysteem gevormd door twee zaadtoevoerbuizen 15, 16 die zich tussen de zaadbak 14 en de restantenstrooischijven 10, 10’ uitstrekken. Het zaadtoevoersysteem maakt het ook mogelijk om zaden uit de zaadbak 14 te mengen met de restanten die op het veld worden uitgestoten om de zaden te verspreiden in de lagen die de grond bedekken.
Verschillende technieken kunnen ontworpen worden om het zaadtoevoersysteem te besturen. Een zaaddoseermechanisme is bijvoorbeeld aangebracht tussen de zaadbak 14 en de buisuitlaten zodat de hoeveelheid zaad die de zaadtoevoerbuizen verlaat, regelbaar is. Daarbij is het zaaddoseermechanisme bij voorkeur operationeel gekoppeld aan de maaidorser zodat de dosering van de zaden rechtstreeks geregeld kan worden evenredig met de voorwaartse rijsnelheid van de maaidorser Op die manier kan de dichtheid van de zaden op het veld op een kosteneffectieve manier in wezen constant worden gehouden. Ook door het zaaddoseermechanisme evenredig met de snelheid van de maaidorser te regelen, moet de operator van de maaidorser de zaaddoseersnelheid niet manueel aanpassen om de dichtheid constant te houden.
In een uitvoeringsvorm van deze uitvinding eindigen de zaadtoevoerbuizen 15, 16 rechtstreeks boven de schijven van het restantenstrooisysteem 10, 10’. Elk van de buizen 15, 16 eindigt boven een respectieve schijf 10, 10’ zodat de zaden door de schijven over de volledige breedte van het veld worden uitgestoten. In uitvoeringsvormen waar het restantenstrooisysteem meer dan twee schijven bevat, worden dan meer dan twee buizen gebruikt om zaden aan elke schijf toe te voeren. In andere uitvoeringsvormen bevat het restantenstrooisysteem geen schijven die de restanten actief op het veld strooien, maar bevat het vinnen voor het geleiden van de restanten op het veld nadat de restanten werden fijngehakt door een hakselaar die samenwerkt met het restantenstrooisysteem. In zulke configuratie blaast de hakselaar, als neveneffect van het hakselen, ook de restanten uit het achterste uiteinde van de maaidorser 1. Er zijn vinnen aangebracht om de restanten zo te geleiden dat ze optimaal verspreid worden. In zulke configuratie wordt het zaadtoevoersysteem bij voorkeur aangebracht om het zaad rechtstreeks toe te voeren aan de restantenstroom achter de hakselaar. Verschillende zaaddoseermechanismen kunnen ontworpen worden om zaad in zulke restantenstroom te verspreiden.
Terwijl Figuur 1 een uitvoeringsvorm illustreert waarbij de zaden aan de strostrooier toegevoerd worden, of, als er geen kafstrooier aanwezig is, aan het hoofdrestantenstrooisysteem, illustreert Figuur 2 een uitvoeringsvorm waarin het zaadtoevoersysteem geschikt is om de zaden aan de kafstrooier toe te voeren. Figuur 2 illustreert de principes voor het verwerken van oogstmateriaal binnen een hoofddeel 3 van een maaidorser 1. Referentienummer 6 illustreert het proces van het dorsen van het oogstmateriaal dat door middel van de maaier 2 van het veld wordt afgesneden. Tijdens het dorsen 6 worden de kleinere deeltjes zoals de oogstdeeltjes en de kafdeeltjes gescheiden van grotere elementen uit het oogstmateriaal zoals stro. Deze grotere elementen worden fijngehakt door een hakselaar 9 en vervolgens aan het achterste uiteinde van de maaidorser 1 uitgestoten. Zoals hierboven beschreven is, kan het stro uitgestoten worden via restantenstrooischijven 10 of via vinnen.
In het hoofddeel 3 van de maaidorser worden de kleinere deeltjes verder verwerkt, zoals geïllustreerd is met referentienummer 7 om de deeltjes oogstmateriaal van de deeltjes kaf te scheiden. Deze kafdeeltjes worden verzameld zoals geïllustreerd met pijl 11, in een kafstrooier 12. De kafstrooier 12 verspreidt het kaf afzonderlijk van de strostrooier 8 over het veld.
In de uitvoeringsvorm van Figuur 2 is de zaadbak 14 uitgerust met een zaadtoevoersysteem 17 om het zaad aan de kafstrooier toe te voeren. Een voordeel van het strooien van zaad in de kafstrooier in vergelijking met het strooien van zaad in de strostrooier of in een hoofdrestantenstroom, zoals geïllustreerd in Figuur 1, houdt verband met de uiteindelijke positie van het zaad op het veld. Wanneer de zaden verspreid worden over het veld samen met het kaf; zullen de zaden terechtkomen in een laag kleinere deeltjes die vlak op de grond liggen, waarbij de laag daarna bedekt wordt door een volgende, tweede laag stro, zoals hierboven uitgelegd. Dit verbetert aanzienlijk het kiemen en uitschieten van de zaden wegens de beter aangepaste omstandigheden op het vlak van temperatuur en vochtigheidsgraad en wegens de kortere afstand tot de grond. Een vakman zal begrijpen dat wanneer zaad verspreid wordt in de laag stro, of erger, wanneer zaden verspreid worden over het veld nadat de maaidorser gepasseerd is, de zaadkorrels verder weg van de grond zullen liggen en minder beschermd zijn tegen rechtstreeks zonlicht en andere weersinvloeden zodat het kiemen en groeien van de zaden in zulke situaties suboptimaal is. Een ander voordeel van het verspreiden van de zaden samen met het kaf is dat de deeltjesgroottes van het kaf en de zaden een grotere gelijkenis vertonen dan bijvoorbeeld zaden en fijngehakte deeltjes stro. Zodoende is een kafstrooier van nature beter geschikt om zaden te verspreiden dan een strostrooier.
In de uitvoeringsvorm van Figuur 2 kan een zaaddoseermechanisme toegevoegd worden dat vergelijkbaar is met het zaaddoseermechanisme dat hierboven beschreven is m.b.t. Figuur 1. Dit maakt het mogelijk de zaden gelijkmatig te verspreiden over het veld in de kaflaag van de restanten.
Uit Figuur 2 is het duidelijk dat het kafstrooisysteem 12 zich in het hoofddeel 3 van de maaidorser 1 bevindt op een afstand van de strostrooier 8. Dit stelt de maaidorser 1 in staat om tijdens de werking eerst een laag kaf te verspreiden op het veld en nadien een laag stro te verspreiden op de bovenkant van de laag kaf op het veld.
Met de zaadverdeler toegevoegd aan de maaidorser 1, kunnen een oogstbewerking en een zaai- of plantbewerking in één beweging uitgevoerd worden, waardoor het brandstofverbruik en de kosten voor de operator en de machine aanzienlijk verkleind kunnen worden en extra verkeer over het veld waardoor het grondoppervlak verdicht wordt, vermeden wordt. Het zaadtoevoersysteem is meer bepaald geoptimaliseerd voor het zaaien van bodembedekkers, zoals gras dat geen intensieve bewerkingen vereist, maar die alleen een in wezen gelijkmatige verspreiding en contact met de grond en water vereisen om te groeien. Bovendien worden deze bodembedekkers gewoonlijk gezaaid met een lage densiteit zodat een relatief kleine zaadbak voldoende is om een aanzienlijke oppervlakte te bezaaien. Van bodembedekkers is geweten dat ze erosie voorkomen en de biologische structuur en het gehalte aan voedingsstoffen in het veld verbeteren.
Het operationeel combineren van de zaadverspreiding en de restantenverspreiding vergemakkelijkt het inbouwen van de zaadtoevoerfimctie in de maaidorser 1. Dit maakt het mogelijk om de zaadtoevoersystemen in bestaande maaidorsers 1 in te bouwen zonder significante aanpassingen aan de bestaande maaidorser 1. Bovendien is de ruimte die nodig is om de zaadbak en het zaadtoevoersysteem in de maaidorser in te bouwen minimaal. Ook kunnen de plaatsen van het zaadtoevoersysteem en de zaadbak in de maaidorser vrij gekozen worden, tenminste wanneer de toegevoerde zaden getransporteerd worden, bijvoorbeeld via buizen zoals getoond in Figuur 1. Dit verbetert de vrijheid bij het ontwerpen van de maaidorser en maakt optimalisatie mogelijk. De zaadbak en het zaadtoevoersysteem kunnen verder gebruikt worden voor het bemesten van het veld en dit al dan niet samen met de verdeling van zaad.
Op basis van de figuren en de beschrijving zal de vakman de werking en de voordelen van de uitvinding begrijpen, alsook de verschillende uitvoeringsvormen ervan. Er dient evenwel te worden opgemerkt dat de beschrijving en de figuren enkel en alleen bedoeld zijn om de uitvinding te laten begrijpen, en niet om de uitvinding te beperken tot bepaalde uitvoeringsvormen of voorbeelden die hierin zijn gebruikt. Daarom wordt benadrukt dat de reikwijdte van de uitvinding alleen bepaald zal worden in de conclusies.

Claims (11)

  1. Conclusies
    1. Maaidorser (1) die een restantenstrooisysteem (4) bevat dat geschikt is om restanten (5,13) over een veld uit te strooien, gekenmerkt doordat het restantenstrooisysteem een zaadbak (14) en een zaadtoevoersysteem (15, 16,17) bevat waarbij dit laatste geschikt is om zaden toe te voeren vanuit de zaadbak aan de restanten zodat de toegevoerde zaden, tijdens de werking, samen met de restanten op het veld worden gestrooid.
  2. 2. Maaidorser (1 ) volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het restantenstrooisysteem (4) een kafstrooier (12) en een strostrooier (8) bevat, en doordat het toevoersysteem (17) verbonden is met de kafstrooier (12) zodat, tijdens de werking, de toegevoerde zaden samen met het kaf (13) op het veld gestrooid worden.
  3. 3. Maaidorser (1) volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de strooier (8), gezien in een voorwaartse rijrichting van de maaidorser, achter de kafstrooier (12) geplaatst is.
  4. 4. Maaidorser (1) volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de kafstrooier (12), gezien in de voorwaartse rijrichting van de maaidorser, vóór de strostrooier (8) geplaatst is.
  5. 5. Maaidorser (1) volgens conclusie 3 of 4, gekenmerkt doordat de kafstrooier (12) onder de strostrooier (8) geplaatst is.
  6. 6. Maaidorser volgens een of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat de maaidorser een hakselaar (9) bevat die samenwerkt met het restantenstrooisysteem (4) om de restanten te hakselen vooraleer ze te strooien, gekenmerkt doordat het zaadtoevoersysteem (14) zo geplaatst is dat de zaden toegevoerd worden aan de restantenstroom achter de hakselaar (9).
  7. 7. Maaidorser (1) volgens één of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat het restantenstrooisysteem (4) minstens twee schijven (10, 10’) bevat om de restanten (5) uit te strooien, gekenmerkt doordat het zaadtoevoersysteem minstens twee zaadtoevoerbuizen (15, 16) bevat die boven een respectieve schijf van de minstens twee schijven (10, 10’) uitkomen.
  8. 8. Maaidorser (1) volgens één of meerdere van de vorige conclusies, gekenmerkt doordat het toevoersysteem (15, 16, 17) een ingang bevat die operationeel verbonden is met een voortstuwingssysteem van de maaidorser om een ingangssignaal te ontvangen dat representatief is voor de snelheid van de maaidorser (1), en geschikt is om de zaden vanaf de zaadbak (14) toe te voeren met een debiet dat in verband staat met het ingangssignaal.
  9. 9. Werkwijze voor het werken met een maaidorser (1), waarbij de werkwijze de volgende stappen bevat: het snijden van oogstmateriaal van een veld door gebruik te maken van een maaier (2) van de maaidorser (1); het verwerken van het oogstmateriaal in het hoofddeel (3) van de maaidorser (1) en daarbij het gewas van de restanten scheiden; het uitstoten van de restanten (5, 13) aan een achterste uiteinde van de maaidorser via een restantenstrooisysteem; gekenmerkt doordat de werkwijze verder het volgende bevat: het toevoeren van zaden in de restanten vóór de uitstootstap zodat de zaden samen met de restanten op het veld uitgestoten worden.
  10. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat de verwerking bestaat in het scheiden van gewas van stromateriaal en het scheiden van gewas van kafmateriaal, waarbij het stro en het kaf de restanten vormen en waarbij de zaden toegevoerd worden aan het kaf zodat de zaden samen met het kaf op het veld worden uitgestoten.
  11. 11. Werkwijze volgens conclusie 10, gekenmerkt doordat het kaf (13) op het veld wordt gestrooid vooraleer het stro (5) op het veld wordt gestrooid zodat het kaf (13) en de zaden op het veld worden verspreid en nadien door het stro worden bedekt.
BE2016/5079A 2016-02-01 2016-02-01 Maaidorser met zaadtoevoertoestel BE1023470B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5079A BE1023470B1 (nl) 2016-02-01 2016-02-01 Maaidorser met zaadtoevoertoestel
BR102017002031-2A BR102017002031B1 (pt) 2016-02-01 2017-01-31 Colheitadeira agrícola e método para operar uma colheitadeira agrícola
US15/422,162 US10314231B2 (en) 2016-02-01 2017-02-01 Combine with seed dispensing device
EP17154102.2A EP3199008B1 (en) 2016-02-01 2017-02-01 Combine with seed dispensing device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5079A BE1023470B1 (nl) 2016-02-01 2016-02-01 Maaidorser met zaadtoevoertoestel

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1023470B1 true BE1023470B1 (nl) 2017-03-29

Family

ID=55628690

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5079A BE1023470B1 (nl) 2016-02-01 2016-02-01 Maaidorser met zaadtoevoertoestel

Country Status (4)

Country Link
US (1) US10314231B2 (nl)
EP (1) EP3199008B1 (nl)
BE (1) BE1023470B1 (nl)
BR (1) BR102017002031B1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11528839B2 (en) * 2018-05-17 2022-12-20 Max and Cindy Pitt, LLC Combine cover crop planter
WO2023229848A1 (en) * 2022-05-24 2023-11-30 N.S. Farms LLC Seed spreading device for use with combine harvesting equipment
CN118303176B (zh) * 2024-06-11 2024-08-20 贵州省山地农业机械研究所 一种起垄地垄上播种装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3860010A (en) * 1973-09-13 1975-01-14 Haybuster Manufacturing Chaff saver for combines
JPS59147428U (ja) * 1983-03-24 1984-10-02 セイレイ工業株式会社 コンバインにおける切断藁放出装置
CN103782715A (zh) * 2014-02-14 2014-05-14 江苏省农业科学院农业资源与环境研究所 一种收割播种装置

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1035954B (de) 1952-08-18 1958-08-07 Claas Maschf Gmbh Geb Maehdrescher
US3580257A (en) * 1969-12-24 1971-05-25 Earl E Teague Weed seed collector for a thresher combine
DE3626612A1 (de) 1986-08-06 1988-02-25 Hans Hofmann Verfahren und vorrichtung zum sommerjaehrigen zwischenfruchtanbau
DE3644767A1 (de) 1986-12-30 1988-07-14 Friedrich Fischer Verfahren und vorrichtung zum ausbringen von saatgut oder dergleichen materialien
DE4133551A1 (de) 1991-10-10 1993-04-15 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Verfahren und vorrichtung zur direktsaat waehrend eines erntevorgangs
DE4325469A1 (de) * 1993-07-30 1995-02-02 Fritz Guettler Verfahren und Maschinen/Gerätekombination zur Verfahrensdurchführung, gebildet aus einem Mähdrescher, einem Bodenbearbeitungsgerät und einem Saatgut-Sägerät
DK9300526Y4 (da) * 1993-11-30 1994-01-28 Haldrup Christian Welling Apparat til transport af avner, spildfrø, småkerner o.l. i mejetærsker
KR970001089B1 (ko) 1994-11-12 1997-01-28 구재홍 곡물직파방법 및 직파용 파종기
US7066810B2 (en) * 2003-11-07 2006-06-27 Cnh America Llc System and method for positively discharging crop residue from a combine
US9144190B2 (en) * 2012-01-23 2015-09-29 Cnh Industrial Canada, Ltd. Particulate material delivery system for variable rate sectional control

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3860010A (en) * 1973-09-13 1975-01-14 Haybuster Manufacturing Chaff saver for combines
JPS59147428U (ja) * 1983-03-24 1984-10-02 セイレイ工業株式会社 コンバインにおける切断藁放出装置
CN103782715A (zh) * 2014-02-14 2014-05-14 江苏省农业科学院农业资源与环境研究所 一种收割播种装置

Also Published As

Publication number Publication date
BR102017002031B1 (pt) 2022-03-15
US20170215339A1 (en) 2017-08-03
EP3199008A1 (en) 2017-08-02
US10314231B2 (en) 2019-06-11
EP3199008B1 (en) 2019-11-13
BR102017002031A2 (pt) 2017-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1023467B1 (nl) Beheer van een restantensysteem van een maaidorser door veldgegevens te gebruiken
BE1019133A3 (nl) Een maaidorser.
CA2678453C (en) Combination residue spreader and collector for single pass harvesting systems
CA1166900A (en) Method for spreading seeds and preparing a seed bed and a combination of implements for carrying out the method
BE1023470B1 (nl) Maaidorser met zaadtoevoertoestel
US20230225246A1 (en) Agricultural residue depositing apparatus and method
US20160212931A1 (en) Agricultural seeding and harvesting system
Kumar et al. Resource conserving mechanization technologies for dryland agriculture
RU2539635C1 (ru) Способ возделывания топинамбура
WO1991011903A1 (en) Straw treatment apparatus
DE102020005450B4 (de) Mähdrescher und Arbeitsverfahren hierfür
US20240341235A1 (en) System and method for applying fluid to a cutting blade
EP0149325A1 (en) Stubble disposal apparatus
RU2554984C2 (ru) Способ уборки зерновых культур и агрегат для его осуществления
RU195736U1 (ru) Многофункциональный зерноуборочный комбайн
GB2354419A (en) Method of and apparatus for crop production
RU2816528C2 (ru) Способ распределения остаточного потока убираемой зерноуборочным комбайном культуры и зерноуборочный комбайн
RU118166U1 (ru) Агрегат для равномерного распределения и заделки незерновой части урожая из валков по полю
Patel et al. Advances in Farm Mechanization in India
EA020492B1 (ru) Способ возделывания сельскохозяйственных культур и сельскохозяйственный агрегат для его осуществления
Singh et al. Machinery Development for Conservation Agriculture
RU2634434C1 (ru) Универсальное мульчирующее устройство лесной комбинированной сеялки
CN116391580A (zh) 一种基于滴灌带二次利用的高丹草麦茬免耕播种方法
Jensen Sunflowers under irrigation in Montana
Smith G86-782 distribution of crop residue a requirement for conservation tillage