BE1023264B1 - Landbouwbalenpers, landbouwbalenperssysteem, werkwijze voor het configureren van een landbouwbalenpers en werkwijze voor het vormen van balen - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op een balenpers voor de landbouw (1). De balenpers (1) bevat een balenkamer (9); een invoerkoker (23) die communiceert met de balenkamer (9) voor ladingen oogstmateriaa! die van de invoerkoker (23) naar de balenkamer (9) overgebracht moeten worden; een plunjer (7) die heen en weer beweegbaar is binnen de balenkamer (9) om opeenvolgende ladingen oogstmateriaal die ontvangen werden van de invoerkoker (23) samen te drukken om een baal te vormen; en toevoermiddelen (25) die binnen de invoerkoker (23) werken om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer (9) met dit verzamelde materiaal te vullen. De toevoermiddelen (25) bevatten minstens één eerste tand (61) en minstens één tweede tand (63) die elk een voorkant hebben om het oogstmateriaal mee te nemen, waarbij de breedte (W2) van het voorste oppervlak (A2) van de voorkant van de tweede tand (63) kleiner is dan de breedte (W1) van het voorste oppervlak (A1) van de voorkant van de eerste tand (61).

Description

Landbouwbalenpers, landbouwbalenperssysteem, werkwijze voor het configureren van een landbouwbalenpers en werkwijze voor het vormen van balen

Technisch gebied

Deze uitvinding heeft betrekking op balenpersen voor gebruik in de landbouw (verder kortweg balenpersen genoemd) en meer bepaald op balenpersen van het traditionele rechthoekige type, d.w.z. balenpersen die balen oogstmateriaal produceren die rechthoekig zijn in zijaanzicht. Deze uitvinding heeft verder betrekking op een balenperssysteem dat een balenpers bevat, een werkwijze voor het configureren van een balenpers en een werkwijze voor het vormen van balen.

Stand van de techniek

In octrooi EP0236578 wordt een balenpers onthuld met een in wezen conventionele constructie die een balenkamer bevat of een kamer waarin een baal oogstmateriaal wordt gevormd, die een inlaatopening heeft die communiceert met een invoerkoker waarin ladingen oogstmateriaal verzameld worden die vervolgens overgebracht worden in de balenkamer of die ermee gevuld wordt om ze samen te persen door een heen-en-weer beweegbare plunjerdie binnen de balenkamer werkt. Binnen de invoerkoker zijn toevoermiddelen actief om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer te vullen met de verzamelde lading. In deze specifieke balenpers bevatten de toevoermiddelen twee tandbalken die elk draaibaar zijn rond hun eigen as en rond een verschoven as. De tandbalken zijn draaibaar aangebracht op een tandbalkhouder om ze rond hun eigen as te laten draaien. De tandbalkhouder is draaibaar rond de verschoven as. Op beide tandbalken zijn twee stellen tanden aangebracht. Op één van de tandbalken zijn twee stellen pakkertanden aangebracht, waarbij de stellen 180° ten opzichte van elkaar verschoven zijn, terwijl op de andere tandbalk een stel pakkertanden en een stel langere vultanden aangebracht zijn, waarbij de stellen over een hoek over 180° ten opzichte van elkaar verschoven zijn. Tijdens de werking worden de tandbalken rond de verschoven as gedraaid in een draaizin terwijl de tandbalken gedraaid worden rond hun respectieve eigen as in een draaizin tegengesteld aan de draaizin van de tandbalken rond de verschoven as. De pakkertanden worden door de invoerkoker heen bewogen langs een verzamelbewegingspad waarbij de pakkertanden oogstmateriaal van het onderste uiteinde van de invoerkoker naar het bovenste uiteinde van de invoerkoker bewegen om aan het bovenste uiteinde van de invoerkoker een lading oogstmateriaal te verzamelen. De pakkertanden pakken het oogstmateriaal samen om een vooraf samengedrukte lading oogstmateriaal aan het uiteinde van de invoerkoker te vormen. De vultanden worden bewogen door de invoerkoker langs een vulbewegingspad waarbij de vultanden de verzamelde lading oogstmateriaal overbrengen naar de balenkamer d.w.z. deze ermee vullen. Voor het verzamelen en vullen hebben de pakkertanden en de vultanden een plaatvormige voorkant die tegen het oogstmateriaal wordt gedrukt.

Samenvatting van de uitvinding

Het doel van deze uitvinding is een verbeterde balenpers te verschaffen.

De balenpers volgens de uitvinding bevat een balenkamer; een invoerkoker die communiceert met de balenkamer voor ladingen oogstmateriaal die van de invoerkoker naar de balenkamer overgebracht moeten worden, een plunjer die heen en weer beweegbaar is binnen de balenkamer om opeenvolgende ladingen oogstmateriaal die ontvangen werden vanuit de invoerkoker samen te drukken om een baal te vormen; en toevoermiddelen die binnen de invoerkoker werken om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer met dit verzamelde materiaal te vullen, waarbij de toevoermiddelen minstens uit één eerste tand en minstens één tweede tand bestaan, die elk een voorkant hebben om het oogstmateriaal mee te nemen. Volgens de uitvinding is de breedte van het voorste oppervlak van de voorkant van de tweede tand kleiner dan de breedte van het voorste oppervlak van de voorkant van de eerste tand.

In een balenpers volgens de uitvinding zal de minstens één tweede tand doordat deze een voorkant heeft met een voorste oppervlak dat een kleinere breedte heeft, veeleer in het oogstmateriaal snijden dan het voorwaarts te drukken, en daarbij een geringer drukkend effect uitoefenen dan de minstens één eerste tand. In een balenpers volgens de uitvinding kan dus een eerste tand een bepaald volledig drukkend effect uitoefenen terwijl een tweede tand een geringer drukkend effect kan uitoefenen. Zo kan een nadeel verholpen worden van een balenpers volgens de stand van de techniek zoals beschreven in octrooi EP0236578, waarbij bij bepaalde types oogstmateriaal en/of onder bepaalde omstandigheden, de densiteit van de verzamelde lading oogstmateriaal waarmee de balenkamer wordt gevuld niet homogeen is over de lading oogstmateriaal. Door ervoor te zorgen dat een deel van de tanden van zulke balenpers een geringer drukkend effect uitoefenen, kan de homogeniteit van de lading oogstmateriaal op verscheidene manieren voordelig verhoogd worden zoals hieronder wordt beschreven.

Het verschaffen van de toevoermiddelen met minstens één eerste tand en minstens één tweede tand volgens de uitvinding is meer bepaald voordelig in een balenpers waarbij de toevoermiddelen minstens twee tandbalken bevatten, waarbij op elk ervan een stel tanden is aangebracht. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding bevatten de toevoermiddelen minstens twee tandbalken waarbij op elk ervan een stel tanden is aangebracht, waarbij het stel tanden van minstens één van de tandbalken uit minstens één eerste tand bestaat en het stel tanden van minstens één andere van de tandbalken uit minstens één tweede tand bestaat. Meer bepaald is elke tandbalk van de twee tandbalken draaibaar rond zijn eigen as en rond een verschoven as. De tandbalken zijn draaibaar aangebracht op een tandbalkhouder om rond hun eigen as te draaien. De tandbalkhouder is draaibaar rond de verschoven as. De toevoermiddelen zijn geconfigureerd om ervoor te zorgen dat de tandbalken rond hun eigen respectieve as draaien wanneer de houder gedraaid wordt rond de verschoven as zodat de tanden van de tandbalken ertoe gedwongen worden langs een bewegingspad te bewegen.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers heeft de voorkeursuitvoeringsvorm toevoermiddelen met minstens twee tandbalken, zijn de toevoermiddelen geconfigureerd om ervoor te zorgen dat de tanden van de tandbalk waarop een stel tanden is aangebracht dat minstens één eerste tand bevat langs minstens een vulbewegingspad bewegen, en zijn de toevoermiddelen geconfigureerd om ervoor te zorgen dat de tanden van de tandbalk waarop een stel tanden is aangebracht dat minstens één tweede tand bevat langs minstens een verzamelbewegingspad bewegen. In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van deze uitvinding bevat het stel tanden van de tandbalk dat gedwongen wordt langs een vulbewegingspad te bewegen, eerste tanden. Deze uitvoeringsvorm verschaft een vulbewerking die een volledig drukkend effect uitoefent langs de hele lengte van één van de tandbalken, en een verzamelbewerking waarbij minstens één tandbalk een geringer drukkend effect uitoefent langs minstens een deel van de lengte ervan.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding bevatten de toevoermiddelen een tandbalk waarop een stel tanden is aangebracht, waarbij het stel tanden uit minstens één eerste tand en minstens één tweede tand bestaat. Dit maakt het mogelijk om het drukkende effect langs een deel van de lengte van de tandbalk te beperken, d.w.z. langs een deel van de breedte van de lading oogstmateriaal die bezig is in de invoerkoker verzameld te worden. Ingeval de dichtheid van het deel van het oogstmateriaal dat meegenomen wordt en voorwaarts gedrukt wordt door een eerste tand relatief hoog is, zal het oogstmateriaal dat door de eerste tand meegenomen en voorwaarts gedrukt wordt de neiging hebben om zijdelings te bewegen naar het deel van het oogstmateriaal dat meegenomen wordt door een tweede tand die een geringer drukkend effect uitoefent in plaats van vooruit te bewegen en de dichtheid verder te verhogen. Ingeval de dichtheid van het deel van het oogstmateriaal dat meegenomen wordt en vooruit gedrukt wordt door een eerste tand relatieve laag is, zal het oogstmateriaal dat meegenomen wordt en vooruit gedrukt wordt door de eerste tand vooruit bewegen en de dichtheid in dat deel verhogen, aangezien een tweede tand die een deel meeneemt met een relatief hoge dichtheid in het meegenomen deel zal snijden en daarbij het oogstmateriaal in dit deel losser zal maken. In beide gevallen wordt de homogeniteit van de lading oogstmateriaal verhoogd.

In een voordelige uitvoeringsvorm van deze uitvinding bestaat het stel tanden van de tandbalk waarop minstens één eerste tand en minstens één tweede tand is aangebracht uit een reeks eerste tanden en een reeks tweede tanden, waarbij de eerste tanden en de tweede tanden afwisselend in de lengterichting van de tandbalk zijn aangebracht. In een alternatieve uitvoeringsvorm bestaat het stel tanden uit een reeks eerste tanden en een uit reeks tweede tanden waarbij groepen eerste tanden en groepen tweede tanden afwisselend in de lengterichting van de tandbalk zijn aangebracht.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding waarbij op een tandbalk een stel tanden is aangebracht, waarbij het stel tanden uit minstens één eerste tand en uit minstens één tweede tand bestaat, zijn de toevoermiddelen geconfigureerd om ervoor te zorgen dat de tanden van de tandbalk waarop een stel tanden is aangebracht en minstens één eerste tand en minstens één tweede tand bevat, door de invoerkoker langs een verzamelbewegingspad bewegen. Het aanbrengen van eerste tanden en tweede tanden op een tandbalk is meer bepaald effectief om de homogeniteit van een lading oogstmateriaal tijdens het verzamelen van een lading oogstmateriaal te verbeteren. Het aanbrengen van eerste en tweede tanden op een tandbalk kan echter ook helpen om de homogeniteit te verhogen tijdens het vullen van een lading oogstmateriaal in de balenkamer door het drukkende effect op delen van de lading oogstmateriaal die anders vatbaar zouden zijn voor een relatieve grote toename in dichtheid tijdens het vullen te beperken.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding bevatten de toevoermiddelen minstens twee tandbalken waarbij op elke tandbalk een stel tanden is aangebracht, waarbij het stel tanden van minstens één van de tandbalken bestaat uit eerste tanden en het stel tanden van minstens één van de andere tandbalken uit minstens één tweede tand. In deze uitvoeringsvorm wordt het geringere drukkende effect niet uitgeoefend terwijl de tanden van minstens één van de tandbalken door de invoerkoker beweegt. In een voordelige uitvoeringsvorm van deze uitvinding zijn de toevoermiddelen geconfigureerd om ervoor te zorgen dat de tanden vah de tandbalk waarop een stel tanden, bestaande uit eerste tanden, is aangebracht minstens langs een vulbewegingspad bewegen. Deze uitvoeringsvorm verschaft een vulbewerking die een volledig drukkend effect uitoefent langs de hele lengte van één van de tandbalken, en een verzamelbewerking met minstens één tandbalk die een geringer drukkend effect uitoefent langs minstens een deel van de lengte ervan. In een voordelige uitvoeringsvorm van deze uitvinding bestaat het stel tanden van minstens één tandbalk uit eerste tanden terwijl het stel tanden van minstens één andere van de tandbalken uit tweede tanden bestaat. In deze uitvoeringsvorm is het mogelijk dat minstens één van de tandbalken een vulbewerking met volledig drukkend effect uitoefent, terwijl minstens één andere tandbalk met geringer drukkend effect samenperst.

In een verdere voordelig uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding bevat minstens de eerste tand een tandlichaam waarop een plaat is aangebracht, waarbij de plaat de voorkant definieert waarvan het voorste oppervlak de grotere breedte heeft. Dit stelt alle tanden van de balenpers in staat hetzelfde tandlichaam te hebben, waarbij bijvoorbeeld op de eerste tanden een plaat is aangebracht terwijl op de tweede tanden geen plaat is aangebracht. In een voordelige uitvoeringsvorm van deze uitvinding bevatten de toevoermiddelen een reeks tandlichamen die uitgerust zijn met een opstelling voor verwijderbare montageplaten erop om de voorkant op de tandlichamen aan te brengen. Deze voorziening maakt het mogelijk platen op een tandlichaam te vervangen, en dus een tandlichaam selectief te configureren zodat het een eerste tand of een tweede tand vormt afhankelijk van het gewenste effect.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de balenpers volgens de uitvinding bevat minstens de tweede tand een tandlichaam waarop een plaat is aangebracht, waarbij de plaat de voorkant definieert waarvan het voorste oppervlak een geringere breedte heeft, waarbij de plaat van de tweede tand minstens zo breed is als het tandlichaam van de tweede tand.

Deze uitvinding heeft verder betrekking op een balenperssysteem. Het balenperssysteem volgens de uitvinding bevat een balenpers die een balenkamer bevat; een invoerkoker die communiceert met de balenkamer voor ladingen oogstmateriaal die overgebracht moeten worden van de invoerkoker naar de balenkamer; een plunjer die heen en weer beweegbaar is binnen de balenkamer om opeenvolgende ladingen oogstmateriaal die ontvangen werden vanuit de invoerkoker samen te drukken om een baal te vormen; en toevoermiddelen die gebruikt worden binnen de invoerkoker om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer met de verzamelde lading te vullen; daarbij bevatten de toevoermiddelen een reeks tandlichamen die uitgerust zijn met een opstelling om er platen op aan te brengen om een voorkant te vormen op de tandlichamen. Naast de balenpers bevat het balenperssysteem volgens de uitvinding een reeks eerste platen en een reeks tweede platen die geconfigureerd zijn om aangebracht te worden op de tandlichamen van de balenpers om er de voorkant van te vormen, waarbij de breedte van het voorste oppervlak van de voorkant die gedefinieerd wordt door de tweede platen kleiner is dan de breedte van het voorste oppervlak van de voorkant van de eerste platen.

Deze uitvinding verder heeft betrekking op een werkwijze voor het configureren van een balenpers, waarbij de balenpers een balenkamer bevat; een invoerkoker die communiceert met de balenkamer voor ladingen oogstmateriaal die van de invoerkoker naar de balenkamer overgebracht moeten worden; een plunjer die heen en weer beweegbaar is binnen de balenkamer om opeenvolgende ladingen oogstmateriaal die ontvangen worden van de invoerkoker samen te drukken om een baal te vormen; en toevoermiddelen die gebruikt worden binnen de invoerkoker om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer met de verzamelde lading te vullen; waarbij de toevoermiddelen uit minstens één eerste tandlichaam en uit minstens één tweede tandlichaam bestaan. De werkwijze volgens de uitvinding voor het configureren van de balenpers bestaat uit het monteren op het tandlichaam van een eerste plaat en het monteren op het tweede tandlichaam van een tweede plaat waarbij de breedte van het voorste oppervlak van de voorkant die gedefinieerd wordt door de tweede plaat kleiner is dan de breedte van het voorste oppervlak van de voorkant aangebracht op de eerste plaat.

Deze uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vormen van balen. De werkwijze voor het vormen van balen volgens de uitvinding bestaat uit het verzamelen van een lading oogstmateriaal in een invoerkoker; het vullen van een balenkamer met een verzamelde lading oogstmateriaal; en opeenvolgende ladingen oogstmateriaal in de balenkamer samen te drukken om een baal te vormen. Volgens de uitvinding kan een van beide bewerkingen of kunnen beide bewerkingen - verzamelen en vullen - uitgevoerd worden door minstens één eerste tand en minstens één tweede tand te gebruiken, waarbij de tanden elk een voorkant hebben om het oogstmateriaal mee te nemen, en de breedte van het voorste oppervlak van de voorkant van de tweede tand kleiner is dan de breedte van het voorste oppervlak van de voorkant van de eerste tand.

Korte beschrijving van de figuren

De bijbehorende tekeningen worden gebruikt om de huidige niet-beperkende en bij wijze van voorbeeld gegeven voorkeursuitvoeringsvormen van deze uitvinding te illustreren. De bovenvermelde en andere voordelen, kenmerken en doelstellingen van de uitvinding zullen duidelijker worden, en de uitvinding zal beter begrepen worden, aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze gelezen wordt in combinatie met de bijbehorende tekeningen, waarin:

Figuur 1 een schematisch zijaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een balenpers volgens de uitvinding, getrokken en aangedreven door een tractor;

Figuur 2 een perspectiefaanzicht toont van de toevoermiddelen van de balenpers die getoond i in Figuur 1;

Figuur 3 een schematisch zijaanzicht toont van Figuur 2;

Figuur 4A en 4B een tandbalk tonen met tanden van de toevoermiddelen die getoond zijn in Figuren 2 en 3;

Figuur 5 het tandlichaam toont van Figuur 4B met een eerste plaat erop aangebracht;

Figuur 6 het tandlichaam toont van Figuur 4B met een tweede plaat erop aangebracht;

Figuur 7 het zijaanzicht toont van Figuur 3 en een indicatie van bewegingspaden van de stellen tanden van het toevoermiddelen;

Figuren 8 en 9 een vooraanzicht tonen, gezien op een eerste stel tanden en een tweede stel tanden van de toevoermiddelen van Figuur 7 in overeenstemming met een eerste uitvoeringsvorm;

Figuren 10 en 11 een vooraanzicht tonen van twee alternatieve uitvoeringsvormen van het tweede stel tanden van Figuur 7;

Figuur 12 het zijaanzicht toont van Figuur 7 en een indicatie van alternatieve bewegingspaden van de stellen tanden van de toevoermiddelen;

Figuren 13 en 14 respectievelijk een vooraanzicht tonen van een eerste stel tanden en een tweede stel tanden van de toevoermiddelen van Figuur 12 in overeenstemming met een voordelige uitvoeringsvorm.

Gedetailleerde beschrijving van de figuren

Figuur 1 toont een rechthoekigebalenpers voor gebruik in de landbouw 1 (verder afgekort tot rechthoekigebalenpers of balenpers). Balenpers 1 kan voorwaarts bewogen worden over het grondoppervlak 3 door middel van een tractor 5. Balenpers 1 is uitgerust een plunjer 7 die tijdens de werking heen en weer bewogen wordt langs een lineair pad "Z" in balenkamer 9 door middel van een krukasmechanisme 11 dat verbonden is met plunjer 7. Krukasmechanisme 11 is verbonden om aangedreven te worden door middel van een aandrijfas 13 door de motor van tractor 5. Tractor 5 is daarvoor uitgerust met een aftakvoorziening, ook aftakas genoemd. Aandrijfas 13 verbindt een uitgaande as van de aftakas 5 van de tractor met een ingaande as 15 van krukasmechanisme 11. Op de ingaande as van de krukasmechanisme is een vliegwiel 17 aangebracht.

De balenkamer 9 heeft een inlaatopening 19 die gevormd is in de onderwand 21 ervan. Een invoerkoker 23 communiceert met de balenkamer 9 via de inlaatopening 19 voor ladingen oogstmateriaal die van de invoerkoker 23 naar de balenkamer 9 overgebracht moeten worden. Toevoermiddelen 25 zijn werkzaam binnen de invoerkoker 23 om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer 9 met deze verzamelde lading te vullen. De invoerkoker 23 bevat een bovenste uiteinde 27 dat over het algemeen opwaarts gericht is en communiceert met de inlaatopening 19 in de balenkamer 9 en een onderste uiteinde 29 dat over het algemeen in een voorwaartse richting wijst en met een opraapeenheid 31 communiceert.

In Figuren 2 en 3 wordt een deel van de invoerkoker 23 getoond alsook de toevoermiddelen 25. De invoerkoker 23 is gevormd tussen een bovenwand 33 en een onderwand 35. In Figuur 2 is alleen het achterste deel van de onderwand 35 van de invoerkoker 23 weergegeven. De toevoermiddelen 25 zijn weergegeven met een element dat een tandbalk vasthoudt die gevormd wordt door trommel 37 met draaibaar erop aangebracht een eerste tandbalk 39 en een tweede tandbalk 41. Elke tandbalk 39, 41 is draaibaar rond zijn eigen as respectievelijk 47 en 49. Op de eerste tandbalk 39 is een eerste stel tanden 43 aangebracht. Op de tweede tandbalk 41 is een tweede stel tanden 45 aangebracht. De trommel 37 is draaibaar aangebracht op een deel van een frame van de balenpers 1, zodat de tandbalken 39, 41 draaibaar zijn rond een gemeenschappelijke verschoven as 51, die de omwentelingsas is van de trommel 37.

In Figuren 4A en 4B wordt getoond dat de eerste en de tweede tandbalk 39, 41 identiek zijn en elk erop aangebrachte tandlichamen 53 hebben. De tandlichamen 53 zijn verdeeld over de lengterichting van de tandbalk 39, 41 waarbij "a" de afstand is tussen naburige tandlichamen 53. Elk tandlichaam 53 is uitgerust met een montageopstelling in de vorm van getapte gaten 55. Zoals getoond in Figuren 5 en 6 maken de bedrade gaten 55 de montage mogelijk van de platen 57, 59 op de tandlichamen 53 om een eerste tand 61 of een tweede tand te vormen.

In Figuur 5 is een eerste tand 61 weergegeven. De eerste tand 61 is uitgerust met een eerste plaat 57 met een breedte "Wi" die groter is dan de breedte "Wo" van de tandlichamen 53.

In Figuur 6 is een tweede tand 63 weergegeven. De tweede tand 63 is uitgerust met een tweede plaat 59 met een breedte "W2" die overeenkomt met de breedte "Wo" van het tandlichaam 53 en die dus kleiner is dan de breedte "Wi" van de eerste tand 61.

De lengtes "Li" en "L2" van de eerste plaat 57 en de tweede plaat 59 zijn gelijk. De oppervlakte "Al" van het voorste oppervlak van de eerste plaat 57 is groter dan de oppervlakte "A2" van het voorste oppervlak van de tweede plaat 59

Met toevoermiddelen 25 zoals getoond in Figuren 2 tot 6, door de trommel 37 in de richting van pijl B te draaien en daarbij de eerste tandbalk en de tweede tandbalk te doen draaien rond hun respectieve eigen omwentelingsas ten opzichte van de trommel, is het mogelijk om ervoor te zorgen dat het eerste stel tanden 43 en het tweede stel tanden 45 een bewegingspad door de invoerkoker 23 volgen.

Zoals getoond in Figuur 7 is het bijvoorbeeld mogelijk om ervoor te zorgen dat het tweede stel tanden 45 gedurende elke volledige omwenteling van de trommel 37 rond zijn omwentelingsas 51 een verzamelbewegingspad P volgt, en daarbij het eerste stel tanden 43 gedurende elke volledige omwenteling van de trommel 37 rond zijn omwentelingsas een vulbewegingspad Qte doen volgen. Terwijl ze het verzamelbewegingspad P volgen nemen de tanden van het tweede stel tanden 45 oogstmateriaal mee aan het onderste uiteinde 29 van de invoerkoker en bewegen oogstmateriaal in de richting van het bovenste uiteinde 27 van de invoerkoker 23 om een lading oogstmateriaal in de invoerkoker 23 te verzamelen. Terwijl ze het vulbewegingspad Q volgen nemen de tanden van het eerste stel tanden 43 de verzamelde lading oogstmateriaal mee, te beginnen aan het onderste uiteinde 29 en omhoog tot het bovenste uiteinde 27 van de invoerkoker en de balenkamer 9 te vullen met de lading oogstmateriaal via de inlaatopening 19 d.w.z. de lading oogstmateriaal naar de balenkamer 9 over te brengen. Gedurende elke volledige omwenteling van de trommel 37 rond zijn omwentelingsas 51 wordt eerst een lading oogstmateriaal verzameld door tanden van het tweede stel tanden 45 die door de invoerkoker 23 langs verzamelbewegingspad P bewegen, en nadien wordt de verzamelde lading oogstmateriaal overgebracht naar de balenkamer 9 door tanden van het eerste stel tanden 43 die langs vulbewegingspad Q. bewegen via de invoerkoker 23.

In Figuren 8 en 9 wordt een bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm van tandopstellingen volgens deze uitvinding weergegeven voor de toevoermiddelen die weergegeven zijn in Figuur 7.

In Figuur 8 wordt getoond dat de tanden van het eerste stel tanden 43 die gedwongen worden te bewegen langs het vulbewegingspad Q allemaal eerste tanden 61 zijn zoals getoond in Figuur 5, waarbij elke tand uitgerust is met een eerste plaat 57. Terwijl ze langs het vulbewegingspad Q door de invoerkoker 23 bewogen worden, neemt de voorkant van de eerste tanden 61 die gedefinieerd wordt door de platen 57 oogstmateriaal mee en drukt het oogstmateriaal daarbij vooruit door een drukkend effect uit te oefenen.

In Figuur 9 wordt getoond dat het tweede stel tanden 45 dat gedwongen wordt te bewegen langs het verzamelbewegingspad P zowel eerste tanden 61 bevat zoals getoond in Figuur 5, die elk uitgerust zijn met een eerste plaat 57, als tweede tanden 63, zoals getoond in Figuur 6, die elk uitgerust zijn met een tweede plaat 59. In het tweede stel tanden 45 zijn enkelvoudige eerste tanden 61 en enkelvoudige tweede tanden 63 afwisselend aangebracht op de tweede tandbalk 41 in de lengterichting ervan. Zoals getoond hebben de eerste tanden 61 een voorkant die een voorste oppervlak bevat Ai gedefinieerd door de eerste plaat 57 die een grotere breedte Wi heeft dan de breedte W2 van het voorste oppervlak A2 van de voorkant van de tweede platen 59 van de tweede tanden 63. Terwijl ze langs het verzamelbewegingspad P door de invoerkoker 23 bewegen, neemt de voorkant van de eerste tanden 61 die gedefinieerd wordt door de platen 57 oogstmateriaal mee en drukt het oogstmateriaal vooruit en oefent daarbij een bepaald volledig drukkend effect uit, terwijl de voorkant van de tweede tanden 63, als gevolg van het feit dat het voorste oppervlak een kleinere breedte W2 heeft, een geringer drukkend effect uitoefent.

Dus in de bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm met tandopstellingen zoals getoond in Figuren 8 en 9, terwijl een lading oogstmateriaal in de invoerkoker verzameld wordt door beweging van het tweede stel tanden 45 langs het verzamelbewegingspad P, wordt een deel van het oogstmateriaal meegenomen met eerste tanden 61 die een bepaald volledig drukkend effect uitoefenen, terwijl een deel van het oogstmateriaal meegenomen wordt door tweede tanden 63 die een geringer drukkend effect uitoefenen. Het afwisselende volledige en geringere drukkende effect dat het resultaat is van de afwisselende opstelling van enkelvoudige eerste tanden 61 en enkelvoudige tweede tanden 63 resulteert in een homogenere lading oogstmateriaal. Tijdens het daaropvolgend vullen van de balenkamer 9 met de aldus verzamelde lading oogstmateriaal door beweging van het eerste stel tanden 63 langs het vulbewegingspad Q, wordt al het oogstmateriaal meegenomen door eerste tanden 61 die het volledig drukkende effect uitoefenen.

In de Figuren 10 en 11 worden alternatieve opstellingen van tanden getoond voor het tweede stel tanden 45 zoals getoond in Figuur 9, d.w.z. het stel tanden waarvan de tanden bewogen worden langs het verzamelbewegingspad P.

In Figuur 10 wordt getoond dat als een eerste alternatief het tweede stel tanden 45 drie groepen tanden Gi, G2, G3, bevat die afwisselend aangebracht zijn op de tweede tandbalk 41 in de lengterichting ervan. Groepen Gi en G3 bestaan elk uit eerste tanden 61 met voorste oppervlak Ai met de grotere breedte Wi. Groep G2 bestaat uit tweede tanden 63 met voorste oppervlak A2 met de kleinere breedte W2.

In Figuur 11 wordt getoond dat als tweede alternatief het tweede stel tanden 43 drie groepen tanden G4, Gs, Gö bevat, die afwisselend aangebracht zijn op de tweede tandbalk 41 in de lengterichting ervan. Groep G4 en Ge bestaan elk uit tweede tanden 63 met voorste oppervlak A2 met de kleinere breedte W2. Groep G5 bestaat uit eerste tanden 61 met voorste oppervlak Ai met de grotere breedte Wi.

In Figuur 12 is weergegeven dat het ook mogelijk is met de toevoermiddelen 25 zoals getoond in Figuur 2 ervoor te zorgen dat het tweede stel tanden 45 langs een verzamelbewegingspad P beweegt bij elke volledige omwenteling van de trommel 37 rond zijn omwentelingsas 51, terwijl het eerste stel tanden 43 gedwongen wordt afwisselend langs een verzamelbewegingspad Qi en een vulbewegingspad Q2 te bewegen. Terwijl de tanden van het tweede stel tanden 45 een verzamelbewegingspad P volgen, nemen ze oogstmateriaal mee aan het onderste uiteinde 29 van de invoerkoker en bewegen oogstmateriaal in de richting van het bovenste uiteinde 27 van de invoerkoker 23 om een lading oogstmateriaal in de invoerkoker 23 te verzamelen.

Terwijl ze het verzamelbewegingspad Qi volgen, nemen de tanden van het eerste stel tanden 43 oogstmateriaal mee aan het onderste uiteinde 29 van de invoerkoker en bewegen ze oogstmateriaal in de richting van het bovenste uiteinde 27 van de invoerkoker 23 om een lading oogstmateriaal aan het bovenste uiteinde van de invoerkoker 23 te verzamelen. Terwijl ze het vulbewegingspad Ch volgen, nemen de tanden van het eerste stel tanden 43 de verzamelde lading oogstmateriaal mee, te beginnen aan het onderste uiteinde 29 en omhoog tot het bovenste uiteinde 27 van de invoerkoker en vullen ze de balenkamer 9 via de inlaatopening 19 met de lading oogstmateriaal, d.w.z. brengen ze de lading oogstmateriaal naar de balenkamer 9 over. Gedurende elke twee omwentelingen van de trommel 37 rond zijn omwentelingsas 51, worden tanden door de invoerkoker 2 bewogen volgens de paden overeenkomsitg de sequentie P, Qi, P, Q2. Dus wordt eerst een lading oogstmateriaal verzameld tijdens drie verzamelbewegingen van tanden door de invoerkoker 23, en wordt vervolgens de verzamelde lading oogstmateriaal naar de balenkamer 9 overgebracht tijdens een vulbeweging van tanden door de invoerkoker 23.

In Figuren 13 en 14 wordt een wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm van tandopstellingen gegeven in overeenstemming met de uitvinding die bijzonder effectief is in combinatie met de bewegingspaden die weergegeven zijn in Figuur 12.

In de Figuren 13 en 14 wordt getoond dat de tanden van het eerste stel tanden 43 alle eerste tanden 61 zijn zoals getoond in Figuur 5, d.w.z. tanden die elk uitgerust zijn met een eerste plaat 57. De tanden van het tweede stel tanden 45 zijn allemaal tweede tanden 63 zoals getoond in Figuur 6, d.w.z. tanden die elk uitgerust zijn met een tweede plaat 59. In deze bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm wordt alle oogstmateriaal, tijdens de drie verzamelbewegingen van tanden door de invoerkoker, eerst meegenomen door de tweede tanden 63 van het tweede stel tanden 45 die een geringer drukkend effect uitoefenen, wordt vervolgens meegenomen door de eerste tanden 61 van het eerste stel tanden 43 die een volledig drukkend effect uitoefenen, en wordt vervolgens opnieuw meegenomen door het tweede tanden 63 van het tweede stel tanden 45 die een geringer drukkend effect uitoefenen. Deze afwisselende sequentie van een geringer en een volledig drukkend effect resulteert in een homogenere lading oogstmateriaal. Tijdens het eropvolgend vullen van de aldus verzamelde lading oogstmateriaal in de balenkamer 9 door beweging van het eerste stel tanden 63 langs het vulbewegingspad Q2, wordt al het oogstmateriaal meegenomen door eerste tanden 61 die het volledig drukkende effect uitoefenen.

Hoewel de opstelling van de tanden die weergegeven is in Figuren 13 en 14 bijzonder effectief is in combinatie met de bewegingspaden die weergegeven zijn in

Figuur 12, zijn de bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvormen van tandopstellingen in overeenstemming met de hierboven beschreven uitvinding met verwijzing naar Figuren 8 tot 11, ook effectief in combinatie met de bewegingspaden die weergegeven zijn in Figuur 12.

Hoewel de principes van de uitvinding hierboven uiteengezet werden met verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen, moet begrepen worden dat deze beschrijving alleen gegeven is bij wijze van voorbeeld en niet als beperking van de reikwijdte van de bescherming, die bepaald wordt door de bijgevoegde conclusies.

Claims (14)

1. CONCLUSIES

   1. Landbouwbalenpers (1), bestaande uit: - een balenkamer (9); - een invoerkoker (23) die communiceert met de balenkamer (9) voor ladingen oogstmateriaal die van de invoerkoker (23) naar de balenkamer (9) overgebracht moeten worden. - een plunjer (7) die heen en weer beweegbaar is binnen de balenkamer (9) om opeenvolgende ladingen oogstmateriaal die ontvangen werden vanuit de invoerkoker (23) samen te drukken om een baal te vormen; en - toevoermiddelen (25) die binnen de invoerkoker (23) werken om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer (9) met dit verzamelde materiaal te vullen, - waarbij de toevoermiddelen (25) minstens één eerste tand (61) en minstens één tweede tand (63) bevatten, die elk een voorkant hebben om het oogstmateriaal mee te nemen, gekenmerkt doordat: - de breedte (W2) van het voorste oppervlak (A2) van de voorkant van de tweede tand (63) kleiner is dan de breedte (Wi) van het voorste oppervlak (Ai) van de voorkant van de eerste tand (61).
2. 2. Balenpers volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat: - de toevoermiddelen (25) ten minste twee tandbalken (39, 41) bevatten, waarbij op elk ervan een stel tanden (43, 45) is aangebracht, waarbij het stel tanden van minstens één van de tandbalken uit minstens één eerste tand bestaat en het stel tanden van minstens één andere van de tandbalken uit minstens één tweede tand (63) bestaat; en doordat bij voorkeur: - elk van de minstens twee tandbalken (39, 41) draaibaar is rond zijn eigen as (47, 49) en rond een verschoven as (51); - de tandbalken (39,41) draaibaar zijn aangebracht op een tandbalkhouder (37) om rond hun eigen as (47, 49) te draaien; - de tandbalkhouder (37) draaibaar is rond de verschoven as (51); en - de toevoermiddelen (25) geconfigureerd zijn om de tandbalken (47, 49) te doen draaien rond hun respectieve eigen as (47, 49) wanneer de tandbalkhouder (37) rond de verschoven as (51) draait zodat de tanden (43, 45) van de tandbalken (39, 41) gedwongen worden langs een bewegingspad (P, Q, Qi, Q2) te bewegen.
3. 3. Balenpers volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat: - de toevoermiddelen (25) geconfigureerd zijn om ervoor te zorgen dat de tanden van de tandbalk (39) waarop een stel tanden is aangebracht dat minstens één eerste tand (61) bevat langs minstens een vulbewegingspad (Q, Cb) bewegen; en doordat: - de toevoermiddelen (25) geconfigureerd zijn om ervoor te zorgen dat de tanden van de tandbalk (41) waarop een stel tanden, dat minstens één tweede tand bevat, is aangebracht (63) langs minstens een verzamelbewegingspad (P) bewegen.
4. 4. Balenpers volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat: - het stel tanden van de tandbalk (39) dat gedwongen wordt om te bewegen langs een vulbewegingspad (Q, Ch), uit eerste tanden (61) bestaat.
5. 5. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 4, gekenmerkt doordat: - de toevoermiddelen (25) een tandbalk (39, 41) bevatten waarop een stel tanden is aangebracht, waarbij het stel tanden minstens één eerste tand (61) en minstens één tweede tand (63) bevat.
6. 6. Balenpers volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat: - het stel tanden dat minstens één eerste tand (61) en minstens één tweede tand bevat, een reeks eerste tanden (61) en een reeks tweede tanden (63) bevat; en - de eerste tanden (61) en de tweede tanden (63) afwisselend in de lengterichting van de tandbalk zijn aangebracht.
7. 7. Balenpers volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat: - het stel tanden dat minstens één eerste tand (61) en minstens één tweede tand (63) bevat, een reeks eerste tanden (61) en een reeks tweede tanden (63) bevat; en - groepen (Gi, G3, Gs) eerste tanden (61) en groepen (G2, G4, Gó) tweede tanden (63) afwisselend in de lengterichting van de tandbalk zijn aangebracht.
8. 8. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 5 tot 7, gekenmerkt doordat: - de toevoermiddelen (25) geconfigureerd zijn om ervoor te zorgen dat de tanden van de tandbalk waarop een stel tanden is aangebracht, bestaande uit minstens één eerste tand (61) en minstens één tweede tand (63), langs een verzamelbewegingspad (P) door de invoerkoker bewegen.
9. 9. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 8, gekenmerkt doordat: - minstens de eerste tand (61) een tandlichaam (53) bevat waarop een plaat (57) is aangebracht, waarbij de plaat de voorkant definieert waarvan het voorste oppervlak (Ai) de grotere breedte (Wi) heeft.
10. 10. Balenpers volgens conclusie 9, bestaande uit - een reeks tandlichamen (53) die uitgerust zijn met een opstelling (55) voor verwijderbare montageplaten (57, 59) erop om een voorkant (53) te vormen op de tandlichamen.
11. 11. Balenpers volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 10, gekenmerkt doordat: - minstens de tweede tand (63) een tandlichaam bevat (53) waarop een plaat (59) is aangebracht, waarbij de plaat (59) de voorkant definieert waarvan het voorste oppervlak (A2) een geringere breedte (W2) heeft, waarbij de breedte van (W2) van de plaat (59) van de tweede tand (63) minstens de breedte (Wo) heeft van het tandlichaam van de tweede tand (63).
12. 12. Balenperssysteem, bestaande uit: - een balenpers (1), waarbij de balenpers het volgende bevat: - een balenkamer (9); - een invoerkoker (23) die communiceert met de balenkamer (9) voor ladingen oogstmateriaal die van de invoerkoker (23) naar de balenkamer (9) overgebracht moeten worden; - een plunjer (7) die heen en weer beweegbaar is binnen de balenkamer (9) om opeenvolgende ladingen oogstmateriaal die ontvangen werden vanuit de invoerkoker (23) samen te drukken om een baal te vormen; en - toevoermiddelen (25) die binnen de invoerkoker (23) werken om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer (9) met dit verzamelde materiaal te vullen, gekenmerkt doordat: - de toevoermiddelen (25) een reeks tandlichamen (53) bevatten die uitgerust zijn met een opstelling (55) om er platen (57), 59) op aan te brengen om een voorkant te vormen op de tandlichamen (53). waarbij het balenperssysteem verder bestaat uit: - een reeks eerste platen (57) en een reeks tweede platen (59) die geconfigureerd zijn om aangebracht te worden op de tandlichamen (53) van de balenpers (1) om er de voorkant van te vormen, waarbij de breedte (W2) van het voorste oppervlak (A2) van de voorkant die gedefinieerd wordt door de tweede platen (59) kleiner is dan de breedte (Wi) van het voorste oppervlak (Aivan de voorkant van de eerste platen
13. 13. Werkwijze voor het configureren van een balenpers (1), waarbij de balenpers het volgende bevat: - een balenkamer (9); - een invoerkoker (23) die communiceert met de balenkamer (23) voor ladingen oogstmateriaal die overgebracht moeten worden van de invoerkoker (23) naar de balenkamer (9); - een plunjer (7) die heen en weer beweegbaar is binnen de balenkamer (9)om opeenvolgende ladingen oogstmateriaal die ontvangen werden vanuit de invoerkoker (23) samen te drukken om een baal te vormen; en - toevoermiddelen (25) die binnen de invoerkoker (23) werken om er een lading oogstmateriaal in te verzamelen en daarna de balenkamer (9) met dit verzamelde materiaal te vullen, gekenmerkt doordat: de toevoermiddelen (25) uit minstens één eerste tandlichaam (53) en uit minstens één tweede tandlichaam (53) bestaan. waarbij de werkwijze bestaat uit: - het monteren op het tandlichaam (53) van een eerste (57) plaat en het monteren op het tweede tandlichaam van een tweede plaat (59), waarbij de breedte (W2) van het voorste oppervlak (A2) van de voorkant die gedefinieerd wordt door de tweede plaat (59) kleiner is dan de breedte (Wi) van het voorste oppervlak (Al) van de voorkant van de eerste plaat (57).
14. 14. Werkwijze voor het vormen van balen, bestaande uit: - het verzamelen van een lading oogstmateriaal in een invoerkoker (23); - het vullen van een balenkamer (9) met een verzamelde lading oogstmateriaal; - het samendrukken van opeenvolgende ladingen oogstmateriaal in de balenkamer (9) om een baal te vormen; gekenmerkt doordat: - minstens een van de bewerkingen - verzamelen en vullen - bij voorkeur het vullen, uitgevoerd wordt door minstens één eerste tand (61) en minstens één tweede tand (63) te gebruiken, waarbij de tanden elk een voorkant hebben om het oogstmateriaal mee te nemen, en doordat: - de breedte (W2) van het voorste oppervlak (A2) van de voorkant van de tweede tand (63) kleiner is dan de breedte (Wi) van het voorste oppervlak (Ai) van de voorkant van de eerste tand (61).