BE1023223A1 - Afdekking voor een zwembad of bubbelbad en zwembad of bubbelbad dat daarvan is voorzien - Google Patents

Abstract

Afdekking (1) voor een zwembad of bubbelbad (8), waarbij de afdekking (1) een oprolbaar scherm (2) omvat dat gemaakt is van lamellen (4) met elk twee uiteinden, waarbij de lamellen (4) zijdelings scharnierend aan elkaar verbonden zijn, waarbij het scherm (2) twee zijranden (5) heeft die gevormd worden door de uiteinden van de lamellen (4) en waarbij het scherm (2) een haaks op de zijranden (5) staande eerste rand (6) heeft en een haaks op de zijranden (5) staande tweede rand (7) heeft, waarbij de afdekking (1) een oprolas (3) omvat, waarbij de eerste rand (6) van het scherm (2) aan de oprolas (6) verbonden is en waarbij het scherm (2) oprolbaar en afrolbaar is op de oprolas (3), waarbij de oprolas (3) horizontaal beweegbaar is zodat het scherm (2)

afgerold kan worden terwijl de tweede rand (7) zich in een vaste positie bevindt en waarbij de afdekking (1) is voorzien van middelen (25) om een rotatiekracht uit te oefenen op de oprolas (3) om daardoor het scherm (2) op te rollen.

Description

Afdekking voor een zwembad of bubbelbad en zwembad of bubbelbad dat daarvan is voorzien.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een afdekking voor een zwembad of bubbelbad en op een zwembad of bubbelbad dat daarvan is voorzien. Verder wordt voor de duidelijkheid hoofdzakelijk over bubbelbaden gesproken, maar de afdekking is ook geschikt voor het afdekken van zwembaden.

Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op afdekkingen met een scherm van aan elkaar gekoppelde lamellen. Deze hebben in het algemeen het voordeel dat zij een relatief stijve, maar toch oprolbaar scherm vormen, zodat een bubbelbad afgedekt kan worden om warmteverlies tegen te gaan, om te voorkomen dat kinderen of dieren erin kunnen vallen, en om te voorkomen dat er vervuiling in komt.

Dit is vooral, maar niet alleen, bij buiten geplaatste, bubbelbaden van belang.

Bij het traditionele gebruik hiervan wordt het scherm handmatig of automatisch afgerold en opgerold, waarbij het scherm over de rand van het bubbelbad schuift. Vooral bij bubbelbaden, maar ook bij zwembaden, levert deze schuifbeweging schade op aan de rand van het bubbelbad en eventueel ook aan het scherm zelf, bijvoorbeeld door zand dat zich op de rand bevindt.

Het is vanzelfsprekend mogelijk hiervoor geleiders te voorzien en deze op of boven de rand van het bubbelbad te monteren, maar dit is een aanvullende kost en bovendien verstoort dit een gladde afgeronde afwerking van de rand.

Ook de aandrijving van het scherm is hierbij moeilijk omdat een motor de wrijvingskracht zal moeten overwinnen en dus zeer sterk zal moeten worden uitgevoerd.

Een verder probleem wat zich voordoet is dat bij bubbelbaden over het algemeen weinig ontsmettingsproduct gebruikt wordt en de temperatuur hoog is, typisch circa 38 °C, waardoor het risico op ongewenste ontwikkeling van micro-organismen hoog is. Om deze reden dient een afdekking voor een bubbelbad waterdicht te zijn, zodat geen regenwater of schoonmaakwater door de afdekking kan lekken.

Ook is ijsvorming een potentieel probleem: bij omgevingstemperaturen onder het vriespunt kan waterdamp die tussen de rand van een bubbelbad en een scherm kan ontsnappen aanvriezen, zodat, in die toestand, het openen van de afdekking moeilijk of niet kan gebeuren of er een risico op schade is.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een afdekking voor een zwembad of bubbelbad, waarbij de afdekking een oprolbaar scherm omvat dat gemaakt is van lamellen met elk twee uiteinden, waarbij de lamellen zijdelings scharnierend aan elkaar verbonden zijn, waarbij het scherm twee zijranden heeft die gevormd worden door de uiteinden van de lamellen en waarbij het scherm een haaks op de zijranden staande eerste rand heeft en een haaks op de zijranden staande tweede rand heeft, waarbij de afdekking een oprolas omvat, waarbij de eerste rand van het scherm aan de oprolas verbonden is en waarbij het scherm oprolbaar en afrolbaar is op de oprolas, waarbij de oprolas horizontaal beweegbaar is zodat het scherm afgerold kan worden terwijl de tweede rand zich in een vaste positie bevindt en waarbij de afdekking is voorzien van middelen om een rotatiekracht uit te oefenen op de oprolas om daardoor het scherm op te rollen.

Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat met de uiteinden van de lamellen de uiteinden in de lengterichting van de lamellen wordt bedoeld, dus met andere woorden de kopse zijden van de lamellen.

Dit laat toe het scherm af te rollen zonder dat dit over de rand van het bubbelbad schuift en schade veroorzaakt, bijvoorbeeld door de tweede rand van het scherm aan of nabij een rand van het bubbelbad te bevestigen en de oprolas met de nog opgerolde rest van het scherm over de rand te laten bewegen, waarbij de oprolas een hoofdzakelijk horizontale beweging maakt en het scherm zonder horizontale beweging over de rand van het bubbelbad op die rand geplaatst wordt.

Doordat het scherm nu op de rand rust, wordt een zeer goede afdichting verkregen.

Een dergelijk afdekking is zeer gemakkelijk te installeren, omdat het slechts nodig is om de afdekking in opgerolde toestand op een rand van een bubbelbad te plaatsen en de tweede rand van het scherm te bevestigen aan die rand, of aan een ander vast punt, waarna de afdekking gebruikt kan worden.

De middelen om een eerste rotatiekracht uit te oefenen kunnen bijvoorbeeld hoofdzakelijk bestaan uit een motor of een veer, maar kunnen ook bestaan uit een simpele zwengel die aan de oprolas bevestigd is en die handmatig bediend kan worden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de afdekking voorzien van een veer die door een oprolbeweging of afrolbeweging van het scherm wordt opgespannen zodat de benodigde kracht voor de omgekeerde beweging gedeeltelijk of volledig kan worden geleverd door de spankracht van de veer.

Dit heeft als voordeel dat de constructie hierdoor simpeler kan worden uitgevoerd.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de afdekking een elektromotor met een rotor om de oprolas aan te drijven en een stator, waarbij de stator via een eerste arm verbonden is aan een eerste steun die aangebracht is aan een zijrand van het scherm en die verplaatsbaar is over deze zijrand, dat wil zeggen verschuifbaar of verrolbaar, is op deze zijrand.

Hierbij worden de voorheen genoemde middelen om een rotatiekracht uit te oefenen op de oprolas gevormd door de elektromotor.

Op deze wijze kan een rotatiebeweging van de stator voorkomen worden, zodat de rotor het benodigde koppel kan leveren aan de oprolas.

In het geval dat de stator verbonden is aan een vast punt gebeurt dit op voor de hand liggende wijze. Hierbij dient wel de arm variabel in lengte te zijn,

In het geval dat de stator bevestigd is aan de genoemde steun gebeurt dit door middel van het gewicht van de lamellen, die onderling gekoppeld zijn en daardoor een voldoende grote kracht kunnen weerstaan.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de oprolas hol en is de motor aangebracht in de oprolas. Hierdoor is de motor goed beschermd en wordt een compacte uitvoering verkregen.

Bij voorkeur is hierbij de afdekking voorzien van een rem voor het afremmen van een rotatie van de oprolas ten opzichte van de stator tijdens een afrolbeweging van het scherm.

Dit is wenselijk omdat anders, tijdens een afrolbeweging, wikkelingen van het scherm los kunnen komen te zitten rondom de oprolas. Dit leidt tot een onregelmatig afrolgedrag en mogelijk zelfs tot schade.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de oprolas via een tweede arm verbonden aan een tweede steun die aangebracht is aan een zijrand van het scherm en die verplaatsbaar is over deze zijrand door middel van minimaal één wiel, daaronder begrepen een tandwiel, dat aan de tweede steun is aangebracht en dat aangrijpt op de betreffende zijrand van het scherm en dat aangedreven wordt in de richting van de tweede rand naar de eerste rand, en dat daardoor een afrolbeweging veroorzaakt.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het minimaal één wiel aangedreven door de rotor van de elektromotor, waarbij de elektromotor is voorzien van een schakelkoppeling om daardoor afhankelijk van de draairichting van de rotor alternatief de oprolbuis of het minimaal één wiel aan te drijven.

Hierdoor kan door middel van een schakelkoppeling, dat wil zeggen een koppeling die afhankelijk van de draairichting van de motor een verschillend onderdeel aandrijft, met slechts één motor zowel de oprolbeweging als de afrolbeweging gerealiseerd worden.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de lamellen hoofdzakelijk of alleen uit lamellichamen die aan hun uiteinde afgedicht zijn met doppen, waarbij de afdekking voorzien is van een elektrische leiding voor het voorzien van elektrische spanning aan de elektromotor, waarbij deze elektrische leiding loopt door de doppen.

Op deze manier kan veilig, en in de praktijk onzichtbaar, de elektrische voeding voor de elektromotor voorzien worden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de lamellen een kromming zodat het scherm in afgerolde toestand een naar de zijranden aflopende helling heeft met een gemiddelde hoek tussen 0,5° en 3°, waarbij de lamellen voldoende elastisch vervormbaar zijn om onder spanning in rechte toestand gebracht te kunnen worden.

Hierdoor kan een goede waterafvoer, en dus een kleine kans op instroom van ongewenst water in het bubbelbad, verkregen worden, waarbij toch, door de vervormbaarheid van de lamellen, het scherm compact kan worden opgerold.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de lamellen een kromming doordat zij lamellichamen hebben die gemaakt zijn van kunststof waarin in de lengterichting van de lamellichamen lopende, onder spanning staande, vezels zijn aangebracht. Dit kan door middel van de bekende pultrusie techniek waarbij in dit geval de gemiddelde spanning in de vezels aan de onderzijde van de lamel.lichamen groter is dan in de vezels aan de bovenzijde van de lamellichamen, zodat de lamellichamen een kromming krijgen.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de lamellen aan hun onderzijde voorzien van een thermische geleidingslaag die zich over minimaal een gedeelte van lengterichting van de lamellen uitstrekt. Hierdoor wordt tijdens gebruik van de afdekking en indien de geleidingslaag minimaal loopt van een positie boven het water van het bubbelbad tot aan de plaats waar de afdekking rust op de rand van het bubbelbad, voorkomen dat waterdamp kan aanvriezen op die laatstgenoemde plaats.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de lamellen aan hun onderzijde zijn uitgevoerd in een zachte vervormbare kunststof, bijvoorbeeld een kunststofschuim zoals polyurethaanschuim.

Dit voorkomt, aanvullend aan het feit dat de lamellen niet horizontaal over de rand worden bewogen, dat de lamellen schade aanbrengen aan de rand van het bubbelbad.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de lamellen alleen opwaarts scharnierend aan elkaar verbonden. Dit heeft als voordeel dat, zodra één of enkele lamellen onderworpen worden aan een opwaartse kracht, zoals bijvoorbeeld gebeurt bij het oprollen van het scherm, deze kracht doorgeven aan naastliggende lamellen, zodat een grotere opwaartse kracht kan worden weerstaan.

Ook is dit veiliger omdat personen, bijvoorbeeld kinderen, moeilijker een gedeelte van het scherm kunnen opheffen en dus het risico op ongevallen gereduceerd wordt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de lamellen scharnierend aan elkaar zijn gekoppeld door middel van een niet verlengbare koppeling van buigzame kunststof, waarbij de lamellen een maximale breedte hebben en waarbij de lamellen deze maximale breedte hebben op een positie onder de genoemde koppeling.

Dit is een gemakkelijke manier om het gewenste alleen opwaarts scharnierende gedrag te verkrijgen.

De uitvinding betreft tevens een zwembad of bubbelbad, waarbij het zwembad of bubbelbad randen heeft, waarbij het zwembad of bubbelbad voorzien is van een afdekking zoals bovenstaand gedefinieerd, waarbij de afdekking zodanig gemonteerd is dat de oprolas horizontaal beweegbaar is, dus niet vast bevestigd is, om door horizontale beweging van de oprolas het scherm te kunnen oprollen of afrollen over de randen van het zwembad of bubbelbad terwijl de tweede rand van het scherm op een vaste positie gehouden wordt, bij voorkeur aan of nabij een van de randen van het zwembad of bubbelbad.

Bij voorkeur is hierbij aan de eerste of de tweede steun of de eerste of tweede arm een eerste onderdeel bevestigd van een sluiting, waarbij aan het zwembad of bubbelbad een tweede onderdeel is bevestigd van de sluiting, waarbij de sluiting is ingericht om een verticale beweging van het eerste onderdeel ten opzichte van het tweede onderdeel te blokkeren doordat het eerste onderdeel horizontaal in of om of onder het tweede onderdeel gebracht kan worden.

Het eerste en tweede onderdeel kunnen bijvoorbeeld een grendel en een beugel zijn, of een vork en een pen met een verbrede kop, of nog in vele andere uitvoeringsvormen worden uitgevoerd, zolang het eerste onderdeel maar horizontaal in of om of onder het tweede onderdeel gebracht kan worden, zodat het tweede onderdeel opwaarts geblokkeerd is.

Hierdoor wordt, in afgerolde toestand van het scherm, het scherm beveiligd tegen opheffen, bijvoorbeeld door kinderen, wat een gevaar zou kunnen opleveren of door de wind wat schade zou kunnen opleveren.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter uit te leggen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een afdekking volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een afdekking volgens de uitvinding weergeeft, gemonteerd op een bubbelbad, in een eerste gebruikstoestand; figuur 2 de afdekking van figuur 1 in een tweede gebruikstoestand weergeeft; figuur 3 het met F3 aangegeven gedeelte van figuur 1 op grotere schaal weergeeft; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens IV-IV van een gedeelte van de afdekking van figuur 3; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens V~V van een gedeelte van de afdekking van figuur 3; figuur 6 een bovenaanzicht weergeeft van een gedeelte van de afdekking van figuur 1; figuren 7 en 8 een zijaanzicht weergeven volgens F7, respectievelijk F8, van het gedeelte van figuur 6; figuur 9 het met F9 aangegeven gedeelte van figuur 2 op grotere schaal weergeeft; figuur 10 een doorsnede weergeeft van een deel van de afdekking zoals aangegeven met X-X in figuur 6; figuur 11 een doorsnede weergeeft volgens XI-XI in figuur 7 van een onderdeel van de afdekking; figuur 12 een bovenaanzicht weergeeft volgens F12 van een onderdeel van de afdekking, met een gedeelte weggesneden; figuur 13 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van een afdekking volgens de uitvinding; en figuur 14 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van een afdekking volgens de uitvinding.

De in figuur 1 weergegeven afdekking 1 bestaat hoofdzakelijk uit een scherm 2 en een oprolas 3 waarop het scherm oprolbaar is.

Het scherm 2 is gemaakt van lamellen 4 die zich elk in een lengterichting L uitstrekken, en die zijdelings scharnierend aan elkaar verbonden zijn.

Het scherm 2 heeft vier randen, te weten twee zijranden 5 die gevormd worden door de naast elkaar liggende uiteinden van de lamellen 4, een eerste rand 6, die gevormd wordt door de zijkant van een lamel 4 en die aan de oprolas 3 bevestigd is, en een tweede rand 7 die tegenover de eerste rand 6 gelegen is.

De afdekking 1 is gemonteerd op een bubbelbad 8, waarbij de tweede rand 7 van het scherm 2 aan een rand van het bubbelbad 8 is bevestigd.

De lamellen 4 zijn onderling identiek en bestaan hoofdzakelijk uit een lamellichaam 9 van polyester, een onderlaag 11, en twee einddoppen 12. De lamellichamen 9 zijn vervaardigd van polyester waarin in de lengterichting L lopende vezels zijn aangebracht. De lamellichamen 9 zijn gebogen, waarbij zij in het midden hoger liggen dan aan de zijranden 5 van het scherm 2, waarbij de gemiddelde hoek van de lamellen 4 ten opzichte van de horizon circa 1° is.

Dergelijke lamellichamen 9 kunnen worden vervaardigd door de bekende techniek pultrusie, waarbij onder spanning staande vezels in de lamellichamen 9 worden meegetrokken tijdens de pultrusie, en waarbij de vezels aan de onderzijde onder een hogere spanning staan dan aan de bovenzijde. Als gevolg hiervan krijgen de lamellichamen 9 een lichte kromming.

De onderlaag 11 bestaat uit een geëxtrudeerd pvc profiel 13 waarop een laag polyurethaanschuim 14 is aangebracht. Het pvc profiel 13 en de lamellichamen 9 hebben een gedeeltelijk complementaire vorm, zodat zij in elkaar geschoven kunnen worden. Tussen het pvc profiel 13 en de laag polyurethaanschuim 14 is een dunne laag aluminium 15 aangebracht.

Deze laag aluminium 15 strekt zich niet, in ieder geval niet noodzakelijk, uit over de volledige lengte L van de lamellen 4, maar alleen over het gedeelte van de lamellen 4 lopend van de uiteinden van de lamellen 4 tot boven het bubbelbad 8.

De lamellen 4 zijn door middel van koppelstukken 17 aan elkaar verbonden. Deze koppelstukken 17 passen in daartoe voorziene groeven in de lamellichamen 9, en bestaan uit een haltervormig gedeelte 18 van buigzame polyurethaan met twee PVC omhullingen 19.

De einddoppen 12 sluiten de lamellichamen 9 af. Tevens zijn de einddoppen 12 voorzien van op een regelmatige afstand van elkaar aangebrachte verticale gaten 21, en van horizontale gaten 22 waarin een elektriciteitskabel 23 is aangebracht die naar de oprolas 3 loopt.

De maximale breedte B van de lamellen 5 bevindt zich op een lagere positie dan de koppelstukken 17, en de koppelstukken 17 zijn zodanig gedimensioneerd dat de lamellen 4 met hun zijkanten tegen elkaar liggen.

Hierdoor kunnen twee lamellen 4 alleen opwaarts ten opzichte van elkaar scharnieren en is het scherm 2 daardoor alleen in opwaartse richting oprolbaar.

De oprolas 3 is een holle as, waarin een elektromotor 25 is aangebracht, en waaraan twee armen zijn aangebracht, te weten een eerste arm 26 en een tweede arm 27, die elk eindigen in een verplaatsbare steun die rond een zijrand 5 van het scherm is aangebracht, te weten een eerste steun 28 aan de eerste arm 26 en een tweede steun 29 aan de tweede arm 27. De steunen 26, 2/ zijn voorzien van een lip 30 die zich onder de zijrand 5 bevindt en van een tandwiel 31 met tanden 32 die in de verticale gaten 21 van de einddoppen 12 passen. Hierbij wordt opgemerkt dat ter illustratie in figuren 3 en 4 de lip 30 aan de tweede steun 29 is weergegeven, maar dat zich aan de eerste steun 28 ook een dergelijke lip 30 bevindt.

De beide tandwielen 31 zijn via een verbindingsas 33 met elkaar verbonden.

De elektromotor 25 wordt door middel van de elektriciteitskabel 23 gevoed. Dit kan door middel van sleepcontacten. Alternatief kan, omdat het aantal te maken rotaties beperkt is, een vaste verbinding gebruikt worden met een kabelgeleiding in de oprolas 3.

De eerste arm 26 is aan de stator 34 van de elektromotor 25 bevestigd door middel van een verbindingsstang 35.

De rotor 37 van de elektromotor 25 is voorzien van een schakelkoppeling 38, die indien de rotor 37 in een eerste richting draait, zoals aangegeven met pijl P, de oprolas 3 aandrijft en die, indien de rotor 37 in de omgekeerde richting draait een aandrijfas 39 aandrijft die roteerbaar is bevestigd aan de tweede arm 27.

De tweede arm 27 is dus door middel van de schakelkoppeling 38 en de aandrijfas 39 aan de oprolas 3 bevestigd. Dit betekent dat de oprolas 3 roteerbaar is ten opzichte van de beide armen 26, 27.

De schakelkoppeling 38 is in detail weergegeven in figuur 12. Deze figuur toont een bovenaanzicht, waarbij de oprolas 3 verwijderd is.

De schakelkoppeling 38 omvat een schakelstuk 40, dat verschuifbaar is op de rotor 37, doordat in het schakelstuk een schuin geplaatste sleuf 41 is aangebracht waarin een pen 42 is aangebracht die door de rotor 37 loopt,

De beide eindvlakken van het schakelstuk 40 zijn elk voorzien van twee tanden 43.

Tevens omvat de schakelkoppeling 38 twee, op een afstand van elkaar geplaatste aanslagschijven 46, 47, die ook voorzien zijn van tanden 44 de schakelkoppeling 38.

De eerste 46 van deze aanslagschijven is gekoppeld aan de aandrijfas 39, en de tweede 47 van deze aanslagschijven is gekoppeld aan de oprolas 3.

De schakelkoppeling 38 werkt doordat, afhankelijk van de draairichting van de rotor 37, het schakelstuk 40 tegen een andere aanslagschijf 46,47 getrokken wordt.

In het voorbeeld zoals weergegeven in figuur 12, dus als de rotor 37 in de richting van pijl P gedraaid wordt, wordt het schakelstuk 40 tegen de tweede aanslagschijf 47 getrokken, waardoor de oprolas 3 aangedreven wordt. Als de rotor 37 in omgekeerde richting draait, wordt het schakelstuk 40 tegen de eerste aanslagschijf 46 getrokken doordat het schakelstuk axiaal verplaatst wordt over de pen 42 die in de sleuf 41 kan glijden, waardoor dan de aandrijfas 39 aangedreven wordt.

Deze aandrijfas 39 drijft, via twee riemschijven 48 op de tweede arm 27 en een aandrijfriem 49, het tandwiel 31 van de tweede arm 27 aan, en via de verbindingsas 33 daardoor ook het tandwiel 31 van de eerste arm 26.

Aan de onderzijde van de tweede steun 29 is een haak 50 bevestigd. Op een overeenkomende plaats aan het bubbelbad 8, wanneer het scherm 2 is afgerold, is een blok 51 aangebracht om als aanslag voor de haak 50 te werken.

Intern in de oprolas 3 is tussen de aan de stator 34 gekoppelde verbindingsstang 35 en de oprolas 3 een rem 52 aangebracht. Deze rem 52 is zodanig ingericht dat deze slechts in één richting remt, te weten de afrolrichting van de oprolas 3, en in de andere richting vrijloopt. Dit kan op bekende wijze verkregen worden door één van de remmende delen via een vrijlooplager te monteren.

De werking van de afdekking 1 is simpel en als volgt.

De afdekking 1 wordt op of nabij een rand van een bubbelbad 8 geplaatst, in figuren 1 en 2 de voorste korte rand, waarbij de tweede rand 7 van het scherm 2 bevestigd wordt aan een vast punt, bijvoorbeeld aan de betreffende rand van de bubbelbad 8.

Nu wordt de elektromotor 25 in werking gesteld, in een richting waarin dankzij de schakelkoppeling 38 de aandrijfas 39 aangedreven wordt. Hierdoor worden de tandwielen 31 in beweging gebracht en duwen deze tandwielen 31 de steunen 28, 29 en daardoor de armen 26, 27 en de oprolas 3, in de richting van de tegenoverliggende rand van het bubbelbad 8. De tandwielen 31 lopen hierbij met hun tanden 32 in de verticale gaten 21 in de einddoppen 12.

Hierbij wordt opgemerkt dat in dit voorbeeld beide steunen 28, 29 aangedreven worden. Het is in principe voldoende dat alleen de tweede steun 29 aangedreven wordt.

Hierdoor wordt het scherm 2 afgerold, waarbij de oprolas 3 gaat roteren en horizontaal over de lengte van het bubbelbad 8 beweegt. Om te voorkomen dat een onregelmatig afrolgedrag van het scherm 2 wordt verkregen, remt de rem 51 de rotatiebeweging af, zodat tijdens de gehele afrolbeweging altijd een zekere spanning op het scherm 2 blijft staan.

Figuur 2 toont de afdekking 1 in een toestand tijdens een afrolbeweging.

Wanneer het scherm 2 afgerold is wordt de elektromotor 25 gestopt. Dit kan handmatig, maar bijvoorbeeld ook door middel van een eindschakelaar, of door instellen van een maximaal aantal rotaties, of door middel van een regeleenheid die door middel van het gevraagde vermogen het eindpunt bepaalt.

Vlak voor dit eindpunt bereikt wordt schuift de haak 50 onder het blok 51.

Tijdens en na de afrolbeweging rust het scherm 2 op de rand van het bubbelbad 8, maar schuift niet daarover.

Het bubbelbad 8 is nu afgedekt, zoals in figuur 1 weergegeven.

Door de haak 50 en het blok 51 kan het scherm 2 niet door de wind of door personen opgetild worden aan de eerste rand 6 van het scherm 2, waar zich de oprolas 3 bevindt.

Op plaatsen tussen de eerste en tweede rand 6,7 kan dit ook niet, omdat de lamellen 4 alleen opwaarts scharnierbaar zijn ten opzichte van elkaar. Hierdoor gedraagt, bij optillen van enkele lamellen 4 aan een zijrand 5, het scherm 2 zich als een stijf scherm met een gewicht dat te groot is om gemakkelijk op te tillen.

Het bubbelbad 8 is nu beschermd tegen instroming van water, bijvoorbeeld regenwater of schoonmaakwater, en atmosferisch vuil. Door de volledig gesloten uitvoering van de lamellen 4 en de koppelstukken 17, en het feit dat het scherm 2 een kromming heeft loopt water snel van het scherm 2 af, zonder door te sijpelen in het bubbelbad 8.

Tevens is het warme water in het bubbelbad 8 beschermd tegen warmteverlies door de isolerende werking van het scherm 2.

Hierbij wordt er met opzet een kleine warmtestroom toegelaten aan de onderkant van de lamellen 4 op de plaats waar het scherm 2 op de rand van het bubbelbad 8 rust, door middel van de laag aluminium 15, om aanvriezen van waterdamp afkomstig van het bubbelbad 8, te voorkomen.

Om het scherm 2 wederom op te rollen wordt de elektromotor 25 in de andere richting in werking gesteld. Deze brengt daardoor de oprolas 3 in rotatie, in een richting naar de tweede rand 7 van het scherm 2.

Hierbij ontstaat een significant koppel op de stator 34. Dit wordt via de eerste arm 26 overgebracht op de eerste steun 28, die door middel van de lip 30 opwaarts tegen de zijranden 5 van het scherm 2 duwt, zodat voorkomen wordt dat de stator 34 kan gaan roteren.

Doordat de tandwielen 31 nu niet aangedreven worden lopen zij vrij, zodat de steunen 28, 29 zich kunnen verplaatsen over de zijranden 5 van het scherm 2.

Hierdoor kan het hele scherm 2 opgerold worden, waarbij de oprolas 3 zich hoofdzakelijk horizontaal in de richting van de tweede rand 7 beweegt totdat het scherm 2 opgerold is.

Ook hierbij vindt geen schuifbeweging plaats van het scherm 2 over de rand van het bubbelbad 8.

Tijdens de oprolbeweging worden door het gewicht van de oprolas 3 met het scherm 2 de lamellen 4, die in afgerolde toestand een kromming hebben, rechtgedrukt, zodat het scherm 2 relatief compact opgerold kan worden,

In de bovenbeschreven uitvoeringsvorm is een aandrijfriem 49 weergegeven voor de aandrijving van de tandwielen 31 aan de steunen 28, 29. Vanzelfsprekend kan dit alternatief uitgevoerd worden met een ketting en tandwielen.

De in figuur 13 weergegeven eerste alternatieve uitvoeringsvorm verschilt als volgt van de bovenschreven uitvoeringsvorm.

Er is geen schakelkoppeling 38 voorzien. De rotor 37 kan dus de oprolas 3 in beide richtingen aandrijven.

Dit betekent ook dat er geen riemschijven 48 en aandrijfriem 49 voorzien zijn aan de tweede arm 27.

Om toch te voorkomen dat bij een afrolbeweging het scherm 2 los rond de oprolas 3 komt te zitten zijn rond de verbindingsas 33 twee veren in een behuizing 54 voorzien die gekoppeld zijn aan de tandwielen 31. Deze veren worden opgespannen bij een oprolbeweging van het scherm 2 en drijven daardoor bij een afrolbeweging de tandwielen aan eb lever daardoor een aanvullende horizontale kracht, in de richting van de tweede rand 7 naar de eerste rand 6, aan de oprolas 3.

Het is ook mogelijk om de veren sterk genoeg uit te voeren om de gehele afrolbeweging te kunnen aandrijven. Hierbij dient de elektromotor 25 dan wel voorzien te zijn om vrij te lopen bij een dergelijke afrolbeweging, zodat geen extra weerstand overwonnen dient te worden.

De in figuur 14 weergegeven tweede alternatieve uitvoeringsvorm verschilt van de eerste alternatieve uitvoeringsvorm doordat er geen veren voorzien zijn. In plaats daarvan is een aanvullende elektromotor 55 voorzien die wielen 56 aandrijft.

Deze wielen 56 zijn een alternatief voor de tandwielen 31 in de eerder beschreven uitvoeringsvormen en hebben een rubberen loopvlak voor betere grip aan de zijranden 5 van het scherm 2.

Deze wielen 56 zijn ingericht vrij te lopen bij een oprolbeweging van het scherm 2, en om een extra aandrijfkracht te voorzien, analoog aan de veren bij de eerste alternatieve uitvoeringsvorm, bij een afrolbeweging van het scherm 2.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een afdekking volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (17)

1. Conclusies .

   1.- Afdekking (1) voor een zwembad of bubbelbad (8), waarbij de afdekking (1) een oprolbaar scherm (2) omvat dat gemaakt is van lamellen (4) met elk twee uiteinden, waarbij de lamellen (4) zijdelings scharnierend aan elkaar verbonden zijn, waarbij het scherm (2) twee zijranden (5) heeft die gevormd worden door de uiteinden van de lamellen (4) en waarbij het scherm (2) een haaks op de zijranden (5} staande eerste rand (6) heeft en een haaks op de zijranden (5) staande tweede rand (7) heeft, waarbij de afdekking (1) een oprolas (3) omvat, waarbij de eerste rand (6) van het scherm (2) aan de oprolas (6) verbonden is en waarbij het scherm (2) oprolbaar en afrolbaar is op de oprolas (3), waarbij de oprolas (3) horizontaal beweegbaar is zodat het scherm (2) afgerold kan worden terwijl de tweede rand (7) zich in een vaste positie bevindt en waarbij de afdekking (1) is voorzien van middelen (25) om een rotatiekracht uit te oefenen op de oprolas (3) om daardoor het scherm (2) op te rollen.
2. 2. - Afdekking volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de afdekking (1) voorzien is van een veer die door een oprolbeweging of afrolbeweging van het scherm (2) wordt opgespannen zodat de benodigde kracht voor de omgekeerde beweging gedeeltelijk of volledig kan worden geleverd door de spankracht van de veer.
3. 3. - Afdekking volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de afdekking (1) een elektromotor (25) omvat met een rotor (37) om de oprolas (3) aan te drijven en een stator (34), waarbij de stator via een eerste arm (26) verbonden is aan een eerste steun (28) die aangebracht is aan een zijrand (5) van het scherm (2) en die verplaatsbaar is over deze zij rand (5) .
4. 4. - Afdekking volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de oprolas (3) hol is en de elektromotor (25) is aangebracht in de oprolas (3).
5. 5. - Afdekking volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de afdekking (1) voorzien is van een rem (52) voor het af remmen van een rotatie van de oprolas (3) ten opzichte van de stator (34) tijdens een afrolbeweging van het scherm (2) .
6. 6. - Afdekking volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de oprolas via een tweede arm (27) verbonden is aan een tweede steun (29) die aangebracht is aan een zijrand (5) van het scherm (2) en die verplaatsbaar is over deze zijrand (5) door middel van minimaal één wiel (31) dat aan de tweede steun (29) is aangebracht en dat aangrijpt op de betreffende zijrand (5) van het scherm (2) en dat aangedreven wordt in de richting van de tweede rand (7) naar de eerste rand (6) .
7. 7. - Afdekking volgens conclusies 2 en 6, daardoor gekenmerkt dat de veer opgespannen wordt door een oprolbeweging van het scherm (2) en het minimaal één wiel (31) aangedreven wordt door de veer.
8. 8. - Afdekking volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het minimaal één wiel (31) aangedreven wordt door de rotor (37) van de elektromotor (25), waarbij de elektromotor (25) is voorzien van een schakelkoppeling (38) om daardoor afhankelijk van de draairichting van de rotor (37) alternatief de oprolbuis (3) of het minimaal één wiel (31) aan te drijven.
9. 9. Afdekking volgens één van de conclusie 6 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (4) lamellichamen (9) omvatten die aan hun uiteinde afgedicht zijn met doppen (12), waarbij het minimaal één wiel (31) van de eerste steun (28) en/ of de tweede steun (29) aangrijpt op deze doppen (12).
10. 10. Afdekking volgens één van de conclusie 6 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (4) lamellichamen (9) omvatten die aan hun uiteinde afgedicht zijn met doppen (12), waarbij de afdekking (1) voorzien is van een elektrische leiding (23) voor het voorzien van elektrische spanning aan de elektromotor (25), waarbij deze elektrische (23) leiding door de doppen (12) loopt.
11. 11. - Afdekking volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (4) een kromming hebben zodat het scherm (2) in afgerolde toestand een naar de zijranden (5) aflopende helling heeft met een gemiddelde hoek tussen 0,5° en 3°, waarbij de lamellen (4) voldoende elastisch vervormbaar zijn om onder spanning in rechte toestand gebracht te kunnen worden.
12. 12. - Afdekking volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (4) een kromming hebben doordat zij lamellichamen (9} hebben die gemaakt zijn van kunststof waarin in de lengterichting van de lamellichamen (9) lopende, onder spanning staande, vezels zijn aangebracht, waarbij de gemiddelde spanning in de vezels aan de onderzijde van de lamellichamen (9) groter is dan in de vezels aan de bovenzijde van de lamellichamen (9). 13. ~ Afdekking volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (4} aan hun onderzijde voorzien zijn van een thermische geleidingslaag (15) die zich over minimaal een gedeelte van lengterichting (L) van de lamellen (4) uitstrekt.
13. 14. - Afdekking volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (4) aan hun onderzijde zijn uitgevoerd in een zachte vervormbare kunststof (14).
14. 15. - Afdekking volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (4) alleen opwaarts scharnierend aan elkaar verbonden zijn,
15. 16. - Afdekking volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (4) scharnierend aan elkaar zijn gekoppeld door middel van een koppeling (18) van buigzame kunststof, waarbij de lamellen (4) een maximale breedte (B) hebben en waarbij de lamellen (4) deze maximale breedte (B) hebben op een positie lager dan de genoemde koppeling (18).
16. 17. - Zwembad of bubbelbad (8), waarbij het zwembad of bubbelbad (8) randen heeft, waarbij het zwembad of bubbelbad (8) voorzien is van een afdekking (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afdekking (1) zodanig gemonteerd is dat de oprolas (3) horizontaal beweegbaar is om door horizontale beweging van de oprolas (3) het scherm (2) te kunnen oprollen of afrollen over de randen van het zwembad of bubbelbad (8) terwijl de tweede rand (7) van het scherm (2) op een vaste positie gehouden wordt.
17. 18. - Zwembad of bubbelbad volgens conclusie 17, waarbij de afdekking een afdekking (1) is volgens één van de conclusies 3 tot 10, waarbij aan de eerste of de tweede steun (28, 29) of de eerste of tweede arm (26, 27) een eerste onderdeel (50) is bevestigd van een sluiting, waarbij aan het zwembad of bubbelbad (8) een tweede onderdeel (51) is bevestigd van de sluiting, waarbij de sluiting is ingericht om een verticale beweging van het eerste onderdeel (50) ten opzichte van het tweede onderdeel (51) te blokkeren doordat het eerste onderdeel (50) horizontaal in of om of onder het tweede onderdeel (51) gebracht kan worden.