BE1022307B1 - Werkwijze voor het maken van wanddecoratie - Google Patents

Werkwijze voor het maken van wanddecoratie Download PDF

Info

Publication number
BE1022307B1
BE1022307B1 BE2015/5005A BE201505005A BE1022307B1 BE 1022307 B1 BE1022307 B1 BE 1022307B1 BE 2015/5005 A BE2015/5005 A BE 2015/5005A BE 201505005 A BE201505005 A BE 201505005A BE 1022307 B1 BE1022307 B1 BE 1022307B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
coating
ink layer
automated method
carrier
support
Prior art date
Application number
BE2015/5005A
Other languages
English (en)
Inventor
Patrick Molemans
Der Plaetsen Herman Van
Original Assignee
Grandeco Wallfashion Group - Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Grandeco Wallfashion Group - Belgium Nv filed Critical Grandeco Wallfashion Group - Belgium Nv
Priority to BE2015/5005A priority Critical patent/BE1022307B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1022307B1 publication Critical patent/BE1022307B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H27/00Special paper not otherwise provided for, e.g. made by multi-step processes
    • D21H27/02Patterned paper
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H19/00Coated paper; Coating material
    • D21H19/10Coatings without pigments
    • D21H19/14Coatings without pigments applied in a form other than the aqueous solution defined in group D21H19/12
    • D21H19/20Coatings without pigments applied in a form other than the aqueous solution defined in group D21H19/12 comprising macromolecular compounds obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds
    • D21H19/22Polyalkenes, e.g. polystyrene
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H19/00Coated paper; Coating material
    • D21H19/36Coatings with pigments
    • D21H19/44Coatings with pigments characterised by the other ingredients, e.g. the binder or dispersing agent
    • D21H19/56Macromolecular organic compounds or oligomers thereof obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds
    • D21H19/58Polymers or oligomers of diolefins, aromatic vinyl monomers or unsaturated acids or derivatives thereof
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H27/00Special paper not otherwise provided for, e.g. made by multi-step processes
    • D21H27/18Paper- or board-based structures for surface covering
    • D21H27/20Flexible structures being applied by the user, e.g. wallpaper

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Application Of Or Painting With Fluid Materials (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het maken van wanddecoratie zoals behangpapier, waarbij kleurafwijkingen tussen verschillende batches van eenzelfde type wanddecoratie tot een minimum kunnen beperkt worden en omvat verder wanddecoratie gemaakt volgens deze werkwijze en een inrichting voor het maken van wanddecoratie.

Description

WERKWIJZE VOOR HET MAKEN VAN WANDDECORATIE TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het maken van wanddecoratie, bij voorkeur een werkwijze voor het maken van behangpapier.
STAND DER TECHNIEK
Wanddecoratie, zoals behangpapier, wordt typisch gebruikt om de wanden of het plafond van een bepaalde ruimte aan te kleden. Verscheidende soorten wanddecoratie alsook synthesemethoden voor wanddecoratie zijn dan ook gekend in de stand der techniek. Dergelijke synthesemethoden bestaan er meestal in om een bepaalde soort drager te voorzien met een inktlaag in een gewenste kleurpatroon, waarbij de wanddecoratie al dan niet voorzien wordt van een bepaald reliëf. Dergelijke soorten wanddecoratie worden hierbij typisch aan de wand of het plafond gepositioneerd, typisch gekleefd, in de vorm van "stroken" of "repen" van eenzelfde type wanddecoratie, die naast elkaar gehangen worden om zo een mooi aansluitend geheel te vormen met eenzelfde wederkerend patroon over de gehele wand of het plafond.
Een probleem met de gekende synthesemethoden voor wanddecoratie is dat wanneer eenzelfde type wanddecoratie met eenzelfde kleurpatroon geproduceerd wordt in verscheidene productie-batches, de kleur van de inktlaag van de wanddecoratie van de ene batch kan afwijken van de kleur van de andere batch, ondanks het gebruik van dezelfde inkten of pigmenten. Dit kan bijvoorbeeld optreden onder invloed van de drager en/of onder invloed van het aangebrachte reliëf. Bij het ophangen van eenzelfde type wanddecoratie uit verschillende batches, kunnen de verscheidene stroken of repen aan de wand of het plafond hierdoor niet meer één mooi aansluitend geheel vormen, wat het uitzicht aanzienlijk verstoord. Bij kleurafwijkingen tussen verschillende batches worden dus vaak grote hoeveelheden van "afwijkende" batches weggegooid, omdat ze niet voldoen aan de kleurvereisten.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminste enkele van bovenvermelde problemen.
Er is nood aan een verbeterde geautomatiseerde werkwijze voor het maken van wanddecoratie, zoals behangpapier, die toelaat om de kleurvariaties tussen verscheidene batches van eenzelfde type wanddecoratie tot het minimum te beperken.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft een werkwijze voor het maken van wanddecoratie, zoals behangpapier, zoals omschreven in conclusie 1. De werkwijze laat toe om wanddecoratie te bekomen met minimale kleurafwijkingen tussen verschillende batches van eenzelfde type wanddecoratie door een tweezijdige aanpak te gebruiken. Enerzijds wordt een Polyvinylchloride omvattende coating aangebracht op een drager om de invloed van de drager op de kleur van de één of meerdere bovenliggende inktlagen te beperken. Anderzijds laat de Polyvinylchloride omvattende coating een optimale interactie toe met de één of meerdere bovenliggende inktlagen die ook Polyvinylchloride omvatten, wat aanleiding geeft tot een uniformere fixatie op de coating en dus ook kleurcoherentie in en tussen verschillende batches.
In een voorkeursuitvoering gebeurt het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating bij een temperatuur tussen 150 en 250 °C. Deze temperatuur laat een optimale fysische hechting toe tussen de Polyvinylchloride in de inktlaag en de coating, zonder dat pigmenten in de inkt kunnen gaan destabiliseren onder invloed van een te hoge temperatuur en zo kleurafwijkingen gaan teweegbrengen.
Volgens een andere voorkeursuitvoering duurt het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating tussen 1 en 200 seconden. Ook dit laat toe om de Polyvinylchloride in de inktlaag voldoende lang te laten interageren met de Polyvinylchloride in de coating, zonder destabilisatiefenomenen in de inktlaag te veroorzaken.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een wanddecoratie zoals omschreven in conclusie 16. Bij voorkeur is de wanddecoratie gemaakt middels een werkwijze volgens conclusie 1.
In een laatste aspect betreft de uitvinding een inrichting volgens conclusie 17 voor het maken van wanddecoratie. Bij voorkeur een inrichting voor gebruik in een werkwijze volgens conclusie 1.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De uitvinding betreft een werkwijze voor het maken van wanddecoratie, zoals behangpapier, waarbij de kleurverschillen bij de productie van verschillende batches van eenzelfde type wanddecoratie minimaal zijn.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een blaasmiddel" betekent een of meer dan een blaasmiddel.
Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0,1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
Tenzij anders gedefinieerd duidt de term "gewichtspercent" volgens onderhavige uitvinding naar het relatieve gewicht van een betrokken component, gebaseerd op het volledige gewicht van de samenstelling.
Met de term "geautomatiseerd" wordt een proces of werkwijze bedoeld dat ten dele of volledig machinaal wordt gestuurd en uitgevoerd, hierbij de menselijke input beperkend.
De term "embossen" of "embossing" is een term gekend in de stand der techniek en duidt in onderhavige uitvinding op het aanbrengen van een reliëf in een coating en/of drager met behulp van een drukproces. Hierbij wordt typisch een bepaald sjabloon in de coating en/of drager gedrukt, al dan niet met behulp van warmte om het drukproces te bevorderen.
Met de termen "eenzelfde type wanddecoratie" of "wanddecoratie van eenzelfde type" worden in onderhavige uitvinding wanddecoraties bedoeld die substantieel met eenzelfde inktpatroon voorzien zijn. "m2" komt in onderhavige uitvinding overeen met "vierkante meter".
De term "polymeer", zoals hierin gebruikt, omvat, maar is niet beperkt tot, homopolymeren; copolymeren, zoals bijvoorbeeld blok-, graft-, willekeurige en alternerende copolymeren, terpolymeren, etc.; en/of mengsels en/of modificaties daarvan. Bovendien, tenzij anders specifiek beperkt, omvat de term "polymeer" alle mogelijke geometrische configuraties van het materiaal. Deze configuraties omvatten, maar zijn niet beperkt tot, isotactische, syndiotactische en willekeurige symmetrieën. Voorbeelden van polymeren omvatten, maar zijn niet beperkt tot, polyethyleen (PE), polypropyleen (PP), polystyreen (PS), polyethyleentereftalaat (PET), polyvinylchloride (PVC), etc.
Met de term "kleur", zoals gebruikt in onderhavige uitvinding wordt eender welke mogelijke kleur bedoeld en omvat o.a. wit, zwart, rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet, bruin, en/of eender welke andere mogelijke kleur of combinatie van kleuren.
Met de term "wanddecoratie" wordt eender welk soort type wanddecoratie bedoeld zoals gekend in de stand der techniek, zoals behangpapier, decoratieve wandpanelen, etc. Bij voorkeur is de wanddecoratie behangpapier.
In een eerste aspect betreft onderhavige uitvinding een geautomatiseerde werkwijze voor het maken van wanddecoratie, zoals behangpapier. De werkwijze omvat hierbij volgende stappen: a. het voorzien van een drager; b. het aanbrengen van een coating op voornoemde drager; c. het aanbrengen van minstens één inktlaag in een gewenst patroon op voornoemde coating met behulp van diepdruk; d. het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating; en e. optioneel het voorzien van een reliëf door embossing in de gefixeerde met inkt aangebrachte coating.
In het bijzonder gebeurt het aanbrengen van de coating op de drager in stap b) door de drager op een substantieel uniforme manier te voorzien met tussen 50 en 400 g van een samenstelling per m2 van de drager, meer bij voorkeur tussen 100 en 300 g per m2 van de drager, nog meer bij voorkeur met tussen 125 en 275 g van een samenstelling per m2 van de drager, meest bij voorkeur met tussen 150 en 250 g van een samenstelling per m2 van de drager. Met de term "op een substantieel uniforme manier" wordt bedoeld dat de coating op substantieel het volledige oppervlak van de drager aangebracht wordt. Bij voorkeur wordt hierbij een coating op de drager gecreëerd met een substantieel uniforme coatingdikte, i.e. de dikte van de coating, gemeten volgens een richting substantieel loodrecht ten opzichte van het vlak van de drager waarop de coating is aangebracht, zoals gemeten op twee verschillende plaatsen op de drager wijkt niet meer dan 10 % af ten opzichte van elkaar. Bij voorkeur wijkt de dikte van de coating zoals gemeten op twee verschillende plaatsen op de drager niet meer dan 5 % af ten opzichte van elkaar, meest bij voorkeur niet meer dan 1 %. Door de drager te voorzien met een coating met dergelijke substantieel uniforme coatingdikte, kunnen kleurafwijkingen, die kunnen ontstaan bij het aanbrengen van minstens één inktlaag op de coating ten gevolge van coatingdikte-verschillen, tot een minimum gereduceerd worden. Verder zorgt het afdekken van de drager met een coating op een substantieel uniforme manier voor het afschermen van de inktlaag van de drager, zodanig dat diens invloed op de kleur van de inktlaag tot een minimum beperkt kan worden. De hoeveelheid van de samenstelling die aangebracht wordt op de drager is hierbij geoptimaliseerd om voldoende dekkend te zijn, zonder dat er teveel van de samenstelling op de coating moet aangebracht worden, zodanig dat de totale kostprijs van de wanddecoratie laag genoeg blijft. De wanddecoratie volgens onderhavige uitvinding kan dus geproduceerd worden met een optimale prijs-kwaliteit, waarbij minimale kleurverschillen optreden tussen wanddecoraties van eenzelfde type, geproduceerd in verschillende batches. Bij voorkeur is de coating niet of weinig transparant, om verder de invloed van de drager op de kleur van de één of meerdere inktlagen te beperken.
Een drager volgens onderhavige uitvinding heeft typisch twee kanten waarop een coating op aangebracht kan worden. Wanneer in onderhavige uitvinding gesproken wordt dat een coating aangebracht wordt op een drager, betekent dit bij voorkeur dat de coating op slechts één van de twee kanten aangebracht wordt. De andere kant, i.e. de kant van de drager waar de coating niet op aangebracht wordt, wordt typisch gebruikt om, eens de drager verwerkt is tot wanddecoratie, om deze wanddecoratie te voorzien aan bijvoorbeeld een wand of een plafond, typisch met gebruik van bijvoorbeeld een kleefmiddel. Wanneer in onderhavige uitvinding verwezen wordt naar "het oppervlak van de drager", duidt dit bij voorkeur naar het oppervlak van de drager aan de kant van de drager waarop de coating wordt aangebracht. Gelijkaardig duidt de term "m2 van de drager" of "m2 drager" bij voorkeur op de grootte van het oppervlak van de drager in vierkante meter (m2) aan de kant van de drager waarop de coating wordt aangebracht.
Bij voorkeur wordt de drager voorzien van een coating met een gemiddelde coatingdikte tussen 0,05 en 1,00 mm, meer bij voorkeur tussen 0,1 en 0,8 mm, nog meer bij voorkeur tussen 0,12 en 0,60 mm, nog meer bij voorkeur tussen 0,15 en 0,45 mm, nog meer bij voorkeur tussen 0,16 en 0,40 mm, meest bij voorkeur tussen 0,18 en 0,35 mm. Met de term "gemiddelde coatingdikte" wordt de gemiddelde dikte van de coating op de drager bedoeld, gemeten volgens een richting substantieel loodrecht ten opzichte van het vlak van de drager waarop de coating is aangebracht.
Na het aanbrengen van de coating, wordt minstens één inktlaag in een gewenst patroon aangebracht op de coating met behulp van diepdruk. Met de term "diepdruk" wordt een druktechniek bedoeld die gekenmerkt is door het gebruik van een drukinrichting (i.e. inktoverbrenger) waarin uitsparingen aangebracht zijn die inkt kunnen vasthouden, zodanig dat bij het plaatsen van de drukinrichting op bijvoorbeeld een drager, de inkt uit de uitsparingen overgebracht wordt op de drager, hierbij typisch een inktpatroon op de drager creërend dat het spiegelbeeld vormt van het patroon gemaakt met de uitsparingen. Bij voorkeur wordt voor de diepdruk volgens onderhavige uitvinding een metalen cilinder als drukinrichting gebruikt, zoals een koperen of aluminium cilinder. Hierbij wordt typisch op het gebogen buitenoppervlak van de cilinder 3-dimensionele putjes in een gewenst patroon geëtst, waarna dit buitenoppervlak ingeïnkt wordt met een inkt. De overtollige inkt wordt hierbij typisch weggeschraapt met een rakel, zodanig dat de inkt alleen in de putjes achterblijft en vervolgens overgebracht kan worden naar een gewenste drager, bij voorkeur door de cilinder te laten rollen over deze drager.
Bij voorkeur wordt er tussen 5 en 30 g inkt per m2 drager voorzien, meer bij voorkeur tussen 6 en 25 g inkt per m2 drager, nog meer bij voorkeur tussen 7 en 20 g inkt per m2 drager, meest bij voorkeur tussen 9 en 15 g inkt per m2 drager. Bij voorkeur worden minstens twee verschillende inktlagen in een gewenst patroon op de coating aangebracht met behulp van diepdruk, waarbij de twee inktlagen bij voorkeur verschillen in kleur. Bij voorkeur worden maximaal 7 verschillende inktlagen aangebracht op de coating met behulp van diepdruk, waarbij de inktlagen bij voorkeur verschillen in kleur.
Na het aanbrengen van minstens één inktlaag in een gewenst patroon op de coating met behulp van diepdruk, wordt de minstens één inktlaag gefixeerd op de coating. Het fixeren van de inktlaag op de coating heeft een belangrijke invloed op de uiteindelijke kleur van de wanddecoratie. Met de term "fixeren" wordt in onderhavige uitvinding het drogen en vasthechten, i.e. het immobiliseren, van de minstens één inktlaag op een coating bedoeld onder invloed van warmte. Dit verhindert dat de inkt bijvoorbeeld opnieuw kan verwijderd worden van de coating of kan uitlopen over de coating.
In het bijzonder omvat de samenstelling polyvinylchloride en omvat de minstens één inktlaag polyvinylchloride. Met de term "polyvinylchloride" zoals gebruikt in onderhavige uitvinding wordt niet alleen het polymeer polyvinylchloride bedoeld, maar ook varianten van polyvinylchloride, zoals polyvinylideen chloride, polyvinyl acetaat, polyacrylaat, polymethacrylaat en/of combinaties hiervan. Bij voorkeur duidt de term "polyvinylchloride" op het polymeer polyvinylchloride. De polyvinylchloride kan eender welke vorm aannemen gekend in de stand der techniek. Bij voorkeur omvat de samenstelling en/of de minstens één inktlaag polyvinylchloride in poedervorm. Tijdens het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating gaan - doordat zowel de samenstelling van de coating als de minstens één inktlaag polyvinylchloride omvatten - deze polyvinylchloriden met elkaar interageren in de vorm van een fysische hechting, waardoor de minstens één inktlaag beter gefixeerd, i.e. geïmmobiliseerd, wordt op de coating. Studies hebben aangetoond dat door deze interactie kleurafwijkingen tussen wanddecoraties van eenzelfde type, geproduceerd in verschillende batches, tot een minimum herleid kunnen worden.
Verder moet er opgemerkt worden dat tijdens het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating, ook andere processen kunnen optreden, zoals bijvoorbeeld het activeren van een blaasmiddel, indien aanwezig in de samenstelling van de coating, zoals verder verduidelijkt zal worden.
Volgens een voorkeursuitvoering gebeurt het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating in stap d) bij een temperatuur tussen 150 en 250 °C, meer bij voorkeur bij een temperatuur tussen 160 en 240 °C, nog meer bij voorkeur tussen 170 en 220 °C, meest bij voorkeur tussen 180 en 200 °C. Studies hebben aangetoond dat bepaalde soorten pigmenten in inkt bij het fixeren bij een te hoge temperatuur instabiel zijn en aanleiding kunnen geven tot kleurafwijkingen. Door de temperatuur tijdens de fixatie te beperken tot een waarde zoals hier aangeven, leidt tot een minimale instabiliteit van de pigmenten en dus minimale kleurafwijkingen tussen verschillende productiebatches. Aan de andere kant is de temperatuur ook niet te laag, zodanig dat een optimale fysische hechting kan optreden tussen de polyvinylchloride in de inktlaag en de coating en zo opnieuw kleurafwijkingen of kleurverschillen tot een minimum herleid kunnen worden.
Volgens een voorkeursuitvoering duurt het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating in stap d) tussen 1 en 200 seconden, meer bij voorkeur tussen 5 en 150 seconden, nog meer bij voorkeur tussen 10 en 100, nog meer bij voorkeur tussen 20 en 95 seconden, nog meer bij voorkeur tussen 30 en 90 seconden, het meest bij voorkeur tussen 15 en 60 seconden. Het beperken van de duur van de fixatie draagt verder bij tot het vermijden van de destabilisatie van de pigmenten in de inktlaag en is geoptimaliseerd om de polyvinylchloride in de inktlaag voldoende lang te laten interageren met de polyvinylchloride in de coating om zo kleurafwijkingen tussen verschillende productiebatches te minimaliseren.
De minstens één inktlaag omvat bij voorkeur tussen 0,5 en 20 gewichtspercent polyvinylchloride, meer bij voorkeur tussen 0,8 en 15 gewichtspercent, nog meer bij voorkeur tussen 1 en 10 gewichtspercent polyvinylchloride, nog meer bij voorkeur tussen 2 en 8 gewichtspercent polyvinylchloride, het meest bij voorkeur tussen 2 en 5 gewichtspercent polyvinylchloride.
De samenstelling omvat bij voorkeur tussen 20-80 gewichtspercent polyvinylchloride. In een voorkeursuitvoering omvat de samenstelling tussen 20 en 75 gewichtspercent polyvinylchloride, meer bij voorkeur tussen 20 en 70 gewichtspercent polyvinylchloride, meest bij voorkeur tussen 25 en 65 gewichtspercent polyvinylchloride. Naast de gunstige fixatie-interactie van de polyvinylchloride in de samenstelling van de coating met de polyvinylchloride in de minstens één inktlaag, biedt het gebruik van polyvinylchloride in de coating ook andere voordelen aan zoals o.a. doordat het eenvoudig bewerkbaar en hanteerbaar is om aan te brengen op een drager. Verder is Polyvinylchloride ook gekenmerkt doordat het typisch isolerend werkt, zowel geluidsisolerend als warmte isolerend, en het de resulterende wanddecoratie typisch eenvoudiger afwasbaar maakt.
Volgens een voorkeursuitvoering omvat de samenstelling verder een blaasmiddel, een weekmaker, een dispergeermiddel, een verdunner, een vulstof en/of een stabilisator.
De samenstelling omvat bij voorkeur een blaasmiddel, meer bij voorkeur omvat de samenstelling tussen 0-5 gewichtspercent van een blaasmiddel. Met de term "blaasmiddel", ook wel schuimmiddel genoemd, wordt in onderhavige uitvinding een stof bedoeld die in staat is om een cellulaire structuur te vormen in diverse materialen, zoals een samenstelling of coating, via een schuimproces. Dergelijke cellulaire structuur zorgt er typisch voor dat het materiaal gaat uitzetten waardoor de dichtheid van het materiaal gaat verminderen. Het blaasmiddel kan een fysisch of een chemisch blaasmiddel zijn. Fysische blaasmiddelen worden typisch in hun vloeibare toestand toegevoegd, waarna de temperatuur verhoogd wordt zodanig dat het blaasmiddel gasvormig wordt, gaat uitzetten en de cellulaire structuur in het materiaal of de samenstelling gaat vormen. Chemische blaasmiddelen gaan onder invloed van warmte een chemische reactie ondergaan, waarbij gasvormige producten gevormd worden die de cellulaire structuur gaan vormen.
Het blaasmiddel volgens onderhavige uitvinding kan eender welk chemisch of fysisch blaasmiddel zijn. Voorbeelden van fysische blaasmiddelen omvatten koolstofdioxide, stikstof, argon, water, lucht, helium, etc. en/of organische blaasmiddelen zoals alifatische koolwaterstoffen met 1 tot 9 koolstofatomen, zoals methaan, ethaan, propaan, n-butaan, isobuteen, n-pentaan, isopentaan, neopentaan, etc.; alifatische alcoholen met 1 tot 3 koolstofatomen, zoals methanol, ethanol, n-propanol, isopropanol, etc.; en gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen met 1 tot 4 koolstofatomen, zoals methyl fluoride, perfluoromethaan, ethyl fluoride, 1,1-difluoroethaan, pentafluoroethaan, difluoromethaan, perfluoroethaan, 2,2-difluoropropaan, 1,1,1-trifluoropropaan, perfluoropropaan, dichloropropaan, difluoropropaan, perfluorobutaan, perfluorocyclobutaan, methyl chloride, methyleen chloride, ethyl chloride, etc., en/of combinaties en/of afgeleiden hiervan.
Bij voorkeur is het blaasmiddel een chemisch blaasmiddel. Niet-beperkende voorbeelden van geschikte chemische blaasmiddelen omvatten azodicarbonamide, azodi-isobutyro-nitril, benzeensulfonhydrazide, 4,4-oxybenzeen sulfonyl-semicarbazide, p-tolueen sulfonyl semicarbazide, barium azodicarboxylaat, N,N-dimethyl-N,N'-dinitrosoterephthalamide, trihydrazino triazine, natrium bicarbonaat, kalium bicarbonaat, ammonium bicarbonaat, natrium carbonaat, ammonium carbonaat, en/of combinaties en/of afgeleiden hiervan.
Het blaasmiddel wordt bij voorkeur "actief", i.e. gaat een cellulaire structuur vormen in de coating, tijdens het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating in stap d), aangezien in deze stap de temperatuur typisch verhoogd wordt. Afhankelijk van de hoeveelheid van het blaasmiddel in de samenstelling zal de dichtheid van de resulterende coating groter of kleiner zijn, wat een effect heeft op het kleuruitzicht van de inktlaag op de coating. Zo zal de hoeveelheid van het blaasmiddel in de samenstelling onrechtstreeks ook een effect hebben op de kleur van de inktlaag. Volgens een voorkeursuitvoering omvat de samenstelling tussen 0,1 en 4,5 gewichtspercent van een blaasmiddel, meer bij voorkeur tussen 0,2 en 4 gewichtspercent van een blaasmiddel, meer bij voorkeur tussen 0,5 en 3 gewichtspercent van een blaasmiddel, meest bij voorkeur tussen 1 en 2 gewichtspercent van een blaasmiddel.
De samenstelling omvat bij voorkeur een weekmaker, meer bij voorkeur omvat de samenstelling tussen 5-40 gewichtspercent van een weekmaker. Met de term "weekmaker", ook wel plasticizer genoemd, wordt in onderhavige uitvinding een component bedoeld die de plasticiteit of fluïditeit van een materiaal, typisch een polymeer, gaat verhogen. Dit gaat ervoor zorgen dat de samenstelling beter hanteerbaar, i.e. vloeibaarder, wordt om aan te brengen op de drager, i.e. om op een substantieel uniforme manier aan te brengen op de drager. De weekmaker kan eender welke weekmaker zijn die de plasticiteit van polyvinylchloride gaat verhogen en omvat, maar is niet beperkt tot, ftalaat-gebaseerde weekmakers, trimellitaat-gebaseerde weekmakers, adipaat-gebaseerde weekmakers, sebacaat-gebaseerde weekmakers, maleaat-gebaseerde weekmakers, benzoaat-gebaseerde weekmakers, tereftalaat-gebaseerde weekmakers, gehydrogeneerde derivaten van voorgenoemde weekmakers en/of eender welke combinatie van voorgenoemde weekmakers. Volgens een voorkeursuitvoering omvat de samenstelling tussen 8 en 38 gewichtspercent van een weekmaker, meer bij voorkeur tussen 15 en 35 gewichtspercent van een weekmaker, meest bij voorkeur tussen 20 en 30 gewichtspercent van een weekmaker.
De samenstelling omvat bij voorkeur een dispergeermiddel, meer bij voorkeur omvat tussen de samenstelling 0,01-5 gewichtspercent van een dispergeermiddel. Met de term "dispergeermiddel" wordt een component bedoeld die zorgt voor een betere dispersie of verdeling van een vaste stof in een samenstelling. In het bijzonder zal het dispergeermiddel volgens onderhavige uitvinding zorgen voor een betere dispersie en stabilisatie van polyvinylchloride in de samenstelling en eventueel van de vulstof, indien aanwezig. Een betere dispersie en stabilisatie zal de afdekkende eigenschappen van de coating op de drager gaan verhogen en zo beter verhinderen dat de drager een invloed kan hebben op het kleuruitzicht van de inktlaag. Dispergeermiddelen zijn typisch oppervlakte-actieve componenten (i.e. surfactanten) en omvatten, maar zijn niet beperkt tot, alcohol ethoxylaten, oxo-alcohol ethoxylaten, alcohol ethoxysulfaten, alkylfenol-ethoxylaten, amine- en -amide-ethoxylaten, alkyl polyglucosides en/of combinaties hiervan. Volgens een voorkeursuitvoering omvat de samenstelling tussen 0,05 en 4 gewichtspercent van een dispergeermiddel, meer bij voorkeur tussen 0,1 en 3 gewichtspercent van een dispergeermiddel, meest bij voorkeur tussen 0,2 en 2 gewichtspercent van een dispergeermiddel.
De samenstelling omvat bij voorkeur een verdunner, meer bij voorkeur omvat de samenstelling tussen 0-5 gewichtspercent van een verdunner. Met de term "verdunner" wordt in onderhavige uitvinding een component bedoeld die de viscositeit van een samenstelling kan verlagen. Dit draagt verder bij tot de betere hanteerbaarheid van de samenstelling voor het voorzien van een coating op de drager, i.e. om de coating op een substantieel uniforme manier aan te brengen op de drager. Niet-beperkende voorbeelden van geschikte verdunners omvatten water, alkanen, tolueen, xyleen, methylisobutylketon, isopropylalcohol, aceton, isobutylalcohol, butanon, terpentine, wasbenzine en/of combinaties hiervan. Volgens een voorkeursuitvoering omvat de samenstelling tussen 0 en 4 gewichtspercent van een verdunner, meer bij voorkeur tussen 0 en 3 gewichtspercent van een verdunner, meest bij voorkeur tussen 0 en 2 gewichtspercent van een verdunner.
De samenstelling omvat bij voorkeur een vulstof, meer bij voorkeur omvat de samenstelling tussen 0,01-40 gewichtspercent van een vulstof. Met de term "vulstof" wordt een component bedoeld die de eigenschappen van een samenstelling verbetert, o.a. door het verbeteren van de structuur of textuur van de samenstelling, en/of die de totale kostprijs van de samenstelling gaat verlagen. Vulstoffen kunnen op deze manier de totale kostprijs van de coating gaan drukken en/of de afdekkende eigenschappen van de coating op de drager gaan verbeteren. Voorbeelden van geschikte vulstoffen omvatten calcium/magnesium carbonaat, talk, kaolien, silica, alumina, magnesium hydroxide, klei en/of combinaties hiervan. Volgens een voorkeursuitvoering omvat de samenstelling tussen 0,02 en 38 gewichtspercent van een vulstof, meer bij voorkeur tussen 0,05 en 35 gewichtspercent van een vulstof, meest bij voorkeur tussen 0,1 en 30 gewichtspercent van een vulstof.
De samenstelling omvat bij voorkeur een stabilisator, meer bij voorkeur omvat de samenstelling tussen 0,1 en 5 gewichtspercent van een stabilisator. Met de term "stabilisator" wordt volgens onderhavige uitvinding een component bedoeld die de stabiliteit van polyvinylchloride verbetert en/of die als activator (of "kicker") voor het blaasmiddel, indien aanwezig, dient. De stabilisator kan bijvoorbeeld verhinderen dat HCl vrijgezet wordt van polyvinylchloride ter vorming van polyenen, wat de kleur van de coating, en dus onrechtstreeks van de inktlaag, kan beïnvloeden. Verder kan het zorgen voor een versterking van het schuimproces van het blaasmiddel, indien aanwezig, en kan het zo mee de dichtheid van de resulterende coating gaan beïnvloeden en onrechtstreeks dus het kleuruitzicht van de inktlaag. Een geschikte stabilisator omvat, maar is niet beperkt tot, Ca-Zn gebaseerde componenten; K-Zn gebaseerde componenten; Ba-Zn gebaseerde componenten; organische Tin gebaseerde componenten, zoals mercaptide gebaseerde componenten, maleïnezuur gebaseerde componenten, of carboxylzuur gebaseerde componenten; metallische zeep gebaseerde componenten, zoals Mg-stearaat, Ca-stearaat, Pb-stearaat, Cd-stearaat, or Ba-stearaat, etc.; fenolische componenten, fosforzuur ester gebaseerde componenten, fosforigzuur ester gebaseerde componenten en/of combinaties en/of afgeleiden hiervan. Volgens een voorkeursuitvoering omvat de samenstelling tussen 0,2 en 4 gewichtspercent van een stabilisator, meer bij voorkeur tussen 0,3 en 3 gewichtspercent van een stabilisator, meest bij voorkeur tussen 0,5 en 2 gewichtspercent van een stabilisator.
De samenstelling van de coating volgens onderhavige uitvinding omvat bij voorkeur volgende componenten: • 20-80 gewichtspercent polyvinylchloride; • 0-5 gewichtspercent van een blaasmiddel; • 5-40 gewichtspercent van een weekmaker; • 0,01-5 gewichtspercent van een dispergeermiddel; • 0-5 gewichtspercent van een verdunner; • 0,01-40 gewichtspercent van een vulstof; en • 0,1-5 gewichtspercent van een stabilisator, waarbij de totale som van alle componenten in de samenstelling 100 gewichtspercent bedraagt.
De combinatie van de verschillende componenten in de samenstelling van de coating laten toe dat deze voldoende afdekkend is om mogelijke interacties tussen de drager en de inktlaag, die kleurverschillen kunnen teweegbrengen, te verhinderen en zorgen voor een optimale fixatie tussen de samenstelling en de minstens één inktlaag.
Volgens een voorkeursuitvoering omvat de samenstelling volgende componenten: • 20-75 gewichtspercent polyvinylchloride; • 0,2-4 gewichtspercent van een blaasmiddel; • 8-38 gewichtspercent van een weekmaker; • 0,05-4 gewichtspercent van een dispergeermiddel; • 0-4 gewichtspercent van een verdunner; • 0,02-38 gewichtspercent van een vulstof; • 0,2-4 gewichtspercent van een stabilisator; waarbij de totale som van alle componenten in de samenstelling 100 gewichtspercent bedraagt.
Volgens een verdere voorkeursuitvoering omvat de samenstelling volgende componenten: • 20-70 gewichtspercent polyvinylchloride; • 0,5-3 gewichtspercent van een blaasmiddel; • 15-35 gewichtspercent van een weekmaker; • 0,1-3 gewichtspercent van een dispergeermiddel; • 0-3 gewichtspercent van een verdunner; • 0,05-35 gewichtspercent van een vulstof; • 0,3-3 gewichtspercent van een stabilisator; waarbij de totale som van alle componenten in de samenstelling 100 gewichtspercent bedraagt.
Volgens nog een verdere voorkeursuitvoering omvat de samenstelling volgende componenten: • 25-65 gewichtspercent polyvinylchloride; • 1-2 gewichtspercent van een blaasmiddel; • 20-30 gewichtspercent van een weekmaker; • 0,2-2 gewichtspercent van een dispergeermiddel; • 0-2 gewichtspercent van een verdunner; • 0,1-30 gewichtspercent van een vulstof; • 0,5-2 gewichtspercent van een stabilisator; waarbij de totale som van alle componenten in de samenstelling 100 gewichtspercent bedraagt.
Volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding omvat de samenstelling één of meerdere pigmenten. Met de term "pigment", zoals gebruikt in onderhavige uitvinding, wordt een component bedoeld die de kleur van gereflecteerd of getransmitteerd licht kan veranderen als het gevolg van een golflengte-selectieve absorptie. Op deze manier kan de coating de drager met een bepaalde "achtergrondkleur" voorzien, afhankelijk van het gewenste eindproduct, i.e. de gewenste wanddecoratie. Dit heeft uiteraard ook invloed op de kleurperceptie van de inktlaag die achteraf op de coating aangebracht wordt en zal mee een invloed hebben op mogelijke kleurverschillen tussen verschillende productie-batches van eenzelfde type wanddecoratie. Het pigment kan eender welk pigment omvatten zoals gekend in de stand der techniek en omvat zowel anorganische pigmenten, metaal-gebaseerde pigmenten en/of organische pigmenten. Bij voorkeur omvat de samenstelling tussen 1-10 gewichtspercent titanium dioxide als pigment, meer bij voorkeur tussen 2-8 gewichtspercent titanium dioxide, meest bij voorkeur tussen 3-7 gewichtspercent titanium dioxide. Deze component voorziet de coating typisch van een substantieel witte kleur en verbetert de opaciteit van de coating, i.e. zal ervoor zorgen dat de coating minder licht doorlatend wordt, wat een invloed heeft op de kleur van de inktlaag.
De samenstelling volgens onderhavige uitvinding kan verder nog andere additieven omvatten. Bij voorkeur omvat de samenstelling een brandvertragende component. Niet-beperkende voorbeelden van dergelijke brandvertragende componenten omvatten antimoon(HI)oxide, aluminiumtrihydraat, magnesiumhydroxide, etc. en/of combinaties hiervan. Dergelijke brandvertragende componenten voorzien de coating, en dus ook de uiteindelijke wanddecoratie met brandvertragende eigenschappen en dus ook de ruimte, i.e. wand, plafond, etc. waar de wanddecoratie opgehangen wordt.
De drager volgens onderhavige uitvinding kan eender welke drager zijn gekend in de techniek geschikt voor de productie van wanddecoratie. Bij voorkeur omvat de drager papier, kunststof, cellulose, karton en/of een non-woven. Volgens een voorkeursuitvoering omvat de drager papier. Volgens een andere voorkeursuitvoering omvat de drager een non-woven.
Volgens een uitvoeringsvorm heeft de drager een gewicht tussen 40 en 200 g per m2 drager, meer bij voorkeur tussen 50 en 150 g per m2 drager, meest bij voorkeur tussen 60 en 130 g per m2 drager. Dergelijke gewichten per m2 drager laten toe om een stevige en robuuste wanddecoratie te vervaardigen, zonder dat het te zwaar of te moeilijk wordt om door een gebruiker of vakman aan de muur, wand, plafond, etc. gehangen te worden.
Het is mogelijk dat voor het aanbrengen van de coating op de drager, de drager reeds met één of meerdere lagen voorzien werd, zodanig dat de één of meerdere lagen gepositioneerd zijn tussen de drager en de coating. Dergelijke lagen kunnen bijvoorbeeld lagen zijn die zorgen voor een vlakker oppervlak en zo een hogere coatingkwaliteit bewerkstelligen; die een invloed hebben op de witheid en de opaciteit van de vervolgens aangebrachte coating; die de wanddecoratie warmtebestendiger maakt, vb. door gebruik van een schuimvinyl in de lagen; of die zorgen voor een betere vasthechting tussen de coating en de drager, zodanig dat de coating minder eenvoudig loskomt van de drager en kunnen dus bijdragen tot een betere kwaliteit van de wanddecoratie.
Bij voorkeur omvat de minstens één inktlaag water-gebaseerde inkt, i.e. een inkt op basis van water als solvent, in tegenstelling tot solvent-gebaseerde inktsoorten, die op organische solventen gebaseerd zijn. Dergelijke water-gebaseerde inkten zijn milieuvriendelijker om mee te werken en minder schadelijk voor personen die met de inkten in aanraking kunnen komen, zoals bijvoorbeeld operatoren die werkzaam zijn bij het uitvoeren van de geautomatiseerde werkwijze. De inkt gebruikt voor het aanbrengen van de inktlaag omvat bij voorkeur een basisvloeistof en één of meerdere pigmenten. Voorgenoemde basisvloeistof kan verscheidene componenten omvatten zoals bijvoorbeeld water, acrylaatharsen, verdikkers, pH regelaars, ontschuimers, dispergeermiddelen, stabilisatoren, etc.
De minstens één inktlaag kan een component omvatten die de activiteit van het blaasmiddel, indien aanwezig in de samenstelling van de coating, verhoogt of verlaagt. Dergelijke component kan de activiteit van het blaasmiddel versterken, i.e. zorgen voor een sterkere schuimvorming, of afremmen, i.e. zorgen voor een minder sterke schuimvorming. Zo kan de inktlaag lokaal de coating, indien deze een blaasmiddel omvat, gaan beïnvloeden, wat resulteert in een lokale verandering van het reliëf van de coating en zal dus zo ook een effect hebben op het kleuruitzicht van de inktlaag. Componenten die de activiteit van het blaasmiddel kunnen verhogen of verlagen zijn gekend in de stand der techniek en zijn onder andere beschreven in US 5 712 018 of GB 1 147 983, die hierbij als referenties ingevoegd worden.
Volgens een voorkeursuitvoering omvat de minstens één inktlaag glitterdeeltjes, metallische deeltjes, parelmoerdeeltjes en/of keramische deeltjes. Dergelijke deeltjes kunnen verder het optische uitzicht van de inktlaag gaan beïnvloeden en mogelijke kleurverschillen tussen verschillende batches van eenzelfde type wanddecoratie gaan camoufleren. Bij voorkeur hebben de deeltjes een deeltjesgrootte tussen 1 en 150 μm. Volgens een voorkeursuitvoering hebben de deeltjes een deeltjesgrootte tussen 1 en 30 μm. Volgens een andere voorkeursuitvoering hebben de deeltjes een deeltjesgrootte tussen 10 en 100 μm. Deeltjes met dergelijke grootte zijn beter hanteerbaar, wat het eenvoudiger maakt de deeltjes aan te brengen op de coating met behulp van diepdruk. Dergelijke deeltjes kunnen tot slot ook voor extra reliëf op de coating zorgen. Wanneer er meer dan één inktlaag aangebracht wordt op de coating moeten niet noodzakelijk alle inktlagen bovenvermelde deeltjes omvatten. Bij voorkeur omvat de inktlaag die als laatste aangebracht wordt op de coating bovenvermelde deeltjes, om zo mogelijke kleurverschillen tussen verschillende batches van eenzelfde type wanddecoratie te kunnen camoufleren.
Bij voorkeur wordt na het aanbrengen van de coating in stap b) en voor het aanbrengen van de minstens één inktlaag op de coating in stap c), de coating gegeleerd bij een temperatuur tussen 100 en 200 °C, meer bij voorkeur tussen 120 en 180 °C, nog meer bij voorkeur tussen 130 en 170 °C, meest bij voorkeur tussen 150 en 160 °C. Tijdens het geleren wordt de coatingsamenstelling van een viskeuze, semi-vloeibare toestand naar een vaste, niet kleverige toestand gebracht onder invloed van warmte door het deels verdampen van componenten uit de samenstelling die vluchtig zijn, of door het oplossen van de polyvinylchloride door de weekmaker, indien aanwezig, bij de geleringstemperatuur. Deze overgang naar een vaste toestand van de coating maakt het vervolgens aanbrengen van de minstens één inktlaag in stap c) op de coating beter mogelijk.
Volgens een voorkeursuitvoering ondergaat na het aanbrengen van de minstens één inktlaag in stap c) en voor het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating in stap d), de minstens één inktlaag een thermische behandeling of infrarood behandeling. Deze stap zorgt voor een eerste droging of fixatie van de inktlaag op de coating en is dus een pre-fixatie stap voor de eigenlijke (volledige) fixatie in stap d). Tijdens deze pre-fixatiestap kan er al deels een fysische hechting plaatsvinden tussen de minstens één inktlaag en de coating. Het zowel pre-fixeren en fixeren van de minstens één inktlaag op de coating laat toe het volledige fixatie-proces optimaal te controleren en zo dus ook de uiteindelijke kleur van de wanddecoratie. De thermische behandeling of infrarood behandeling duurt bij voorkeur korter dan de fixatie in stap d), meer bij voorkeur duurt de behandeling of infrarood behandeling tussen 0,1 en 30 seconden, meer bij voorkeur tussen 0,2 en 25 seconden, nog meer bij voorkeur tussen 0,25 en 20 seconden, meest bij voorkeur tussen 0,3 en 12 seconden. Bij voorkeur ondergaat de minstens één inktlaag een thermische behandeling of infrarood behandeling bij een temperatuur tussen 150 en 250 °C, meer bij voorkeur bij een temperatuur tussen 160 en 240 °C, nog meer bij voorkeur tussen 170 en 220 °C, meest bij voorkeur tussen 180 en 200 °C.
In een tweede aspect betreft onderhavige uitvinding wanddecoratie gemaakt volgens een werkwijze zoals hierboven beschreven. De wanddecoratie volgens onderhavige uitvinding heeft bij voorkeur een lengte volgens een x-as, een breedte volgens een y-as, welke y-as substantieel loodrecht staat op de x-as, en een dikte volgens een z-as, welke z-as substantieel loodrecht staat op de x-as en de y-as. De lengte van de wanddecoratie is hierbij bij voorkeur groter dan de breedte van de wanddecoratie, welke breedte op diens beurt bij voorkeur groter is dan de dikte van de wanddecoratie. De lengte van de wanddecoratie volgens onderhavige uitvinding heeft bij voorkeur een waarde tussen 3 en 20 m, meer bij voorkeur tussen 5 en 15 m, nog meer bij voorkeur tussen 9 en 11 m, meest bij voorkeur tussen rond 9,90 en rond 10,20 m. De breedte van de wanddecoratie volgens onderhavige uitvinding heeft bij voorkeur een waarde tussen 40 en 150 cm, meer bij voorkeur tussen 50 en 120 cm, meest bij voorkeur tussen 53 en 106 cm. De dikte van de wanddecoratie volgens onderhavige uitvinding heeft bij voorkeur een waarde tussen 0,10 en 1,50 mm, nog meer bij voorkeur tussen 0,20 en 1,00 mm, nog meer bij voorkeur tussen 0,30 en 0,90 mm, nog meer bij voorkeur tussen 0,35 en 0,80 mm, het meest bij voorkeur tussen 0,33 en 0,55 mm.
In een laatste aspect betreft onderhavige uitvinding een inrichting voor de automatische productie van wanddecoratie, zoals behangpapier. Dergelijke inrichting omvat een aanvoerinrichting voor het voorzien van een drager, een coatinginrichting voor het voorzien van een coating op de drager, minstens één diepdrukhelio voor het voorzien van minstens één inktlaag op de coating, en een oven voor het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating. In het bijzonder is de coatinginrichting geschikt voor het op een substantieel uniforme manier voorzien van tussen 50 en 400 g van een samenstelling per m2 drager. Bij voorkeur is de coatinginrichting voorzien van sensoren die de dikte van de coating en/of het gewicht van de coating per m2 van de drager kunnen meten. Dergelijke sensoren worden bij voorkeur teruggekoppeld aan de coatinginrichting zodanig dat deze laatste de hoeveelheid van de samenstelling die voorzien wordt op de drager kan verhogen of verlagen, afhankelijk van de meetwaarde van de sensoren. Op deze manier kan bijvoorbeeld verzekerd worden dat de coating op een substantieel uniforme manier voorzien wordt op de drager.
Bij voorkeur omvat de inrichting verder een geleerinrichting, bijvoorbeeld een geleertrommel, voor het geleren van de coating, en/of een infrarood of thermische inrichting voor het pre-fixeren van de minstens één inktlaag op de coating.
De oven voor het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating heeft bij voorkeur een bepaalde lengte volgens de aanvoerrichting van de drager. De oven heeft bij voorkeur een lengte tussen 20 en 50 m, meest bij voorkeur tussen 25 en 45 meter, nog meer bij voorkeur tussen 25 en 35 meter, meest bij voorkeur een lengte van ongeveer 30 meter. Door de snelheid waarbij de drager aangevoerd wordt te controleren, kan de fixatietijd gecontroleerd worden wanneer de drager met coating en inkt door de oven gestuurd wordt. Bij voorkeur heeft de snelheid van het aanvoeren van de drager een snelheid tussen 1 en 150 m/min, meer bij voorkeur tussen 20 en 125 m/min, meest bij voorkeur tussen 30 en 115 m/min. Bij voorkeur zal, wanneer de coating een blaasmiddel omvat, dit blaasmiddel actief worden tijdens de fixatie in de oven, resulterend in het "opschuimen" van de coating.
Tot slot omvat de inrichting bij voorkeur een emboss-inrichting, geschikt voor het voorzien van een reliëf door embossing in de gefixeerde met inkt aangebrachte coating.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
VOORBEELDEN VOORBEELD 1: geautomatiseerde werkwijze voor het maken van behangpapier volgens een uitvoering van onderhavige uitvinding.
Een nonwoven drager (100 g/m2) werd voorzien van een coating door de drager op een substantieel uniforme manier te voorzien met 180 g van een samenstelling per m2 drager, waarbij de samenstelling volgende componenten omvatte: • 40 gewichtspercent polyvinylchloride; • 1,5 gewichtspercent van een blaasmiddel; • 25 gewichtspercent van een weekmaker; • 1 gewichtspercent van een dispergeermiddel; • 1 gewichtspercent van een verdunner; • 15 gewichtspercent van een vulstof; • 1 gewichtspercent van een stabilisator; • 5,5 gewichtspercent titanium dioxide.
Na het aanbrengen van de coating werd de coating gegeleerd bij een temperatuur van 155 °C, waarna 7 inktlagen in een bepaald patroon achtereenvolgens aangebracht werden op de gegeleerde coating met behulp van diepdruk. De 7 inktlagen verschilden hierbij allemaal onderling in kleur en omvatten elk tussen 2 en 5 gewichtspercent polyvinylchloride. Na het aanbrengen van de 7 inktlagen, ondergingen de inktlagen een infraroodbehandeling bij 250 °C, waarna de inktlagen gefixeerd werden op de coating in een oven bij 180 °C gedurende 15 seconden. Door de aanwezigheid van het blaasmiddel in de samenstelling werd er tijdens de fixatie in de oven gelijktijdig een cellulaire structuur gevormd in de coating doordat het blaasmiddel bij deze temperatuur actief werd. Na het fixeren werd er een reliëf in de coating gemaakt met behulp van embossing. De drager werd vervolgens in de juiste afmetingen gesneden zodanig dat een stuk behangpapier bekomen werd met een lengte van 10,05 m, een breedte van 53 cm en een dikte van 0,6 mm. Het behangpapier werd vervolgens opgerold in de lengte van het behangpapier, waarbij een rol behangpapier bekomen werd met een breedte van 53 cm.
Na productie werden verscheidene rollen wanddecoratie die in verschillende productie-batches geproduceerd werden, onderling in kleur vergeleken. Kleur kan op een objectieve manier gemeten worden, bijvoorbeeld met behulp van een spectrofotometer of een tristimulus colorimeter, waarbij een staal belicht wordt en het gereflecteerde licht gedetecteerd wordt en naar intensiteit geanalyseerd. Bij een spectrofotometer wordt een staal typisch belicht door een polychromatische lichtbron, waarbij het gereflecteerde licht vervolgens gemeten wordt bij een reeks golflengte intervallen met een afstand van 5, 10 of 20 nm doorheen het hele zichtbare spectrum (380-730 nm of 400-700 nm). Als lichtbron voor de metingen kan bijvoorbeeld een Tungsten gloeilamp of een xenon lamp gebruikt worden. In dit voorbeeld werden verschillende lichtbronnen opeenvolgend gebruikt, zoals D65 en TL84, gekend in de stand der techniek, om kleurverschil te evalueren en dit zowel bij daglicht als bij het licht van een fluorescentielamp (bv. TL-lamp).
Kleurverschillen tussen verschillende batches van eenzelfde type wanddecoratie werden op een objectieve manier gemeten met behulp van een spectrofotometer, waarbij elke wanddecoratie gemeten werd ten opzichte van een referentiestaal met eenzelfde kleurpatroon. Bij het meten van de kleurverschillen werd er rekening gehouden met bepaalde limietwaarden, i.e. aanvaardbaarheidsgrenzen, waaronder de meetwaarden van de wanddecoratie moeten vallen om met het menselijk oog geen kleurverschillen meer te kunnen waarnemen: DE CMC < 1,0 DL < 1,2; Da < 1,2; Db < 1,2 Metamerie < 0,5 "Metamerie" is het verschijnsel waarbij twee gekleurde stalen bij een lichtbron eenzelfde kleurindruk geven waar ze bij een andere lichtbron een kleurverschil vertonen. Om deze aanvaarbaarheidsgrenzen van kleurverschillen te bepalen kunnen methodes als CIELAB of ANLAB gebruikt, methoden die gekend zijn in de stand der techniek.
De wanddecoratie geproduceerd in verschillende productie-batches met een geautomatiseerde werkwijze uit voorbeeld 1, viel onder deze limietwaarden en vertoonden dus minimale kleurafwijkingen tussen de verschillende productie-batches van eenzelfde type wanddecoratie.
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (16)

  1. CONCLUSIES
    1. Geautomatiseerde werkwijze voor het maken van wanddecoratie, zoals behangpapier, omvattende de stappen van: a. het voorzien van een drager; b. het aanbrengen van een coating op voornoemde drager; c. het aanbrengen van minstens één inktlaag in een gewenst patroon op voornoemde coating met behulp van diepdruk; d. het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating; en e. optioneel het voorzien van een reliëf door embossing in de gefixeerde met inkt aangebrachte coating; met het kenmerk, dat het aanbrengen van de coating op de drager in stap b) gebeurt door de drager op een substantieel uniforme manier te voorzien met tussen 50 en 400 g van een samenstelling per m2 van de drager, welke samenstelling polyvinylchloride omvat en waarbij de minstens één inktlaag polyvinylchloride omvat.
  2. 2. Geautomatiseerde werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating in stap d) gebeurt bij een temperatuur tussen 150 en 250 °C.
  3. 3. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating in stap d) tussen 1 en 200 seconden duurt.
  4. 4. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder een blaasmiddel, een weekmaker, een dispergeermiddel, een verdunner, een vulstof en/of een stabilisator omvat.
  5. 5. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij na het aanbrengen van de coating in stap b) en voor het aanbrengen van de minstens één inktlaag op de coating in stap c), de coating gegeleerd wordt bij een temperatuur tussen 100 en 200 °C.
  6. 6. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij na het aanbrengen van de minstens één inktlaag in stap c) en voor het fixeren van de minstens één inktlaag op de coating in stap d), de minstens één inktlaag een thermische behandeling of infrarood behandeling ondergaat.
  7. 7. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling één of meerdere pigmenten omvat.
  8. 8. Geautomatiseerde werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de samenstelling tussen 1-10 gewichtspercent titanium dioxide als pigment omvat.
  9. 9. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling een brandvertragende component omvat.
  10. 10. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de drager papier, kunststof, cellulose, karton en/of een non-woven omvat.
  11. 11. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de drager een gewicht tussen 40 en 200 g per m2 drager heeft.
  12. 12. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de drager reeds met één of meerdere lagen voorzien werd voor het aanbrengen van de coating op de drager, zodanig dat de één of meerdere lagen gepositioneerd zijn tussen de drager en de coating.
  13. 13. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de minstens één inktlaag water-gebaseerde inkt omvat.
  14. 14. Geautomatiseerde werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de minstens één inktlaag glitterdeeltjes, metallische deeltjes, parelmoerdeeltjes en/of keramische deeltjes omvat, bij voorkeur waarbij de deeltjes een deeltjesgrootte tussen 1 en 150 pm hebben.
  15. 15. Wanddecoratie gemaakt middels een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-15.
  16. 16. Inrichting voor de automatische productie van wanddecoratie, zoals behangpapier, welke inrichting een aanvoerinrichting omvat voor het voorzien van een drager, een coatinginrichting voor het voorzien van een coating op de drager, minstens één diepdrukhelio voor het voorzien van minstens één inktlaag op de coating, en een oven voor het fixeren van de met inkt aangebrachte coating, met het kenmerk, dat de coatinginrichting geschikt is voor het op een substantieel uniforme manier voorzien van tussen 50 en 400 g van een samenstelling per m2 drager en dat de coatinginrichting voorzien is van sensoren die de dikte van de coating en/of het gewicht van de coating per m2 van de drager kunnen meten.
BE2015/5005A 2015-01-09 2015-01-09 Werkwijze voor het maken van wanddecoratie BE1022307B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5005A BE1022307B1 (nl) 2015-01-09 2015-01-09 Werkwijze voor het maken van wanddecoratie

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5005A BE1022307B1 (nl) 2015-01-09 2015-01-09 Werkwijze voor het maken van wanddecoratie

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022307B1 true BE1022307B1 (nl) 2016-03-15

Family

ID=53199757

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5005A BE1022307B1 (nl) 2015-01-09 2015-01-09 Werkwijze voor het maken van wanddecoratie

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022307B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7708368A (nl) * 1976-08-05 1978-02-07 Hebbelinck Marcel Werkwijze voor het bedrukken van vinylkunst- stoffen met, met water of een waterige alcohol verdunbare inkten en daarbij bruikbare drukinkt.
EP0042686A1 (en) * 1980-06-23 1981-12-30 Imperial Chemical Industries Plc Printing process using water-based printing compositions
GB2201613A (en) * 1987-03-05 1988-09-07 Nairn Contract Fabrics Limited Wallcovering and their production
EP0320174A1 (en) * 1987-12-01 1989-06-14 COLLINS &amp; AIKMAN CORPORATION Wall covering with fluorocarbon stain resistant top coating

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7708368A (nl) * 1976-08-05 1978-02-07 Hebbelinck Marcel Werkwijze voor het bedrukken van vinylkunst- stoffen met, met water of een waterige alcohol verdunbare inkten en daarbij bruikbare drukinkt.
GB1585374A (en) * 1976-08-05 1981-03-04 Hebbelinck M Ink composition for the printing of polyvinylic materials
EP0042686A1 (en) * 1980-06-23 1981-12-30 Imperial Chemical Industries Plc Printing process using water-based printing compositions
GB2201613A (en) * 1987-03-05 1988-09-07 Nairn Contract Fabrics Limited Wallcovering and their production
EP0320174A1 (en) * 1987-12-01 1989-06-14 COLLINS &amp; AIKMAN CORPORATION Wall covering with fluorocarbon stain resistant top coating

Similar Documents

Publication Publication Date Title
TWI382934B (zh) 水壓轉印方法、水壓轉印用薄片及水壓轉印用基底薄膜
KR102424141B1 (ko) 열 승화 용지, 그의 제조 방법 및 그의 용도
CN101815616B (zh) 遮光性装饰片
CN103410058B (zh) 一种合成皮革用离型纸
KR20170075912A (ko) 인쇄 특성이 우수한 장식재용 잉크 수용층 조성물, 장식재 및 장식재 제조방법.
BE1022307B1 (nl) Werkwijze voor het maken van wanddecoratie
EP3328657B1 (en) Digitally printed pre-embossed wallpaper
CN100506920C (zh) 含有板状分层的硅酸盐颜料的涂层和填充物组合物
ITMI20080688A1 (it) Rivestimento decorativo per oggetti e relativo metodo per decorare
ITPI20090097A1 (it) Substrato patinato per la stampa e relativo metodo di produzione
BE1022309B1 (nl) Werkwijze voor het maken van wanddecoratie met relief
TW201538672A (zh) 黏著膠帶及製作方法
BE1028994B1 (nl) Foutloze gravuredruk op vinylgecoate, vezelige nonwovens
CN101646823B (zh) 具有高荧光强度的可胶印涂层白板及其制备方法
JP6455101B2 (ja) 壁紙
BE1028843A1 (nl) Slijtvast vinylbehang
JP2018202661A (ja) 木目意匠壁紙
KR101187800B1 (ko) 전사호일
JP2002086622A (ja) 離型紙及びそれを用いて製造された合成皮革
EP0842054B1 (en) A method for applying paint to a surface
JP2020055133A (ja) 回折光沢賦型用離型紙
KR920000472B1 (ko) 요철무늬의 고분자 재료를 제조하기 위한 엠보싱(embossing) 조성물
JPS6287284A (ja) 凹凸化粧シ−トの製造方法
WO2017017225A1 (en) Method to produce embossed digitally printed wallpaper
JP7087562B2 (ja) 水圧転写フィルム及びその製造方法