BE1022295B1 - Anatomisch gevormd middel - Google Patents

Anatomisch gevormd middel Download PDF

Info

Publication number
BE1022295B1
BE1022295B1 BE2014/5142A BE201405142A BE1022295B1 BE 1022295 B1 BE1022295 B1 BE 1022295B1 BE 2014/5142 A BE2014/5142 A BE 2014/5142A BE 201405142 A BE201405142 A BE 201405142A BE 1022295 B1 BE1022295 B1 BE 1022295B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
absorbent article
absorbent
backsheet
topsheet
absorbent core
Prior art date
Application number
BE2014/5142A
Other languages
English (en)
Inventor
Poorter Annick De
Original Assignee
Ontex Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ontex Bvba filed Critical Ontex Bvba
Application granted granted Critical
Publication of BE1022295B1 publication Critical patent/BE1022295B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/15Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators
    • A61F13/45Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators characterised by the shape
    • A61F13/47Sanitary towels, incontinence pads or napkins
    • A61F13/472Sanitary towels, incontinence pads or napkins specially adapted for female use
    • A61F13/47236Sanitary towels, incontinence pads or napkins specially adapted for female use characterised by an unusual contour
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/15Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators
    • A61F13/45Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators characterised by the shape
    • A61F13/47Sanitary towels, incontinence pads or napkins
    • A61F13/475Sanitary towels, incontinence pads or napkins characterised by edge leakage prevention means

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Absorbent Articles And Supports Therefor (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)

Abstract

ANATOMISCH GEVORMD MIDDEL SAMENVATTING De huidige uitvinding betreft een absorberend artikel, geschikt voor gebruik als 5 absorberend incontinentieverband, met geoptimaliseerde vorm en afmetingen voor een verbeterde pasvorm in een ondergoed en een methode om dergelijk absorberend artikel te vervaardigen. BE2014/5142

Description

ANATOMISCH GEVORMD MIDDEL
TECHNISCH GEBIED
De uitvinding behoort tot het technische gebied van absorberende hygiëneproducten. In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een absorberend artikel voor het absorberen van lichaamsvloeistoffen en afscheidingen, zoals urine en faecaal materiaal. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op wegwerpbare absorberende verbanden, die bedoeld zijn om in het kruisgebied van een ondergoed van een drager te passen en gevormd zijn om faecaal materiaal te verzamelen en vast te houden en lekkage te vermijden.
ACHTERGROND
Beschermende absorberende artikelen voor ondergoed en in het bijzonder, absorberende incontinentieverbanden zijn bedoeld om binnen het kruisgedeelte van een ondergoed van een drager te passen en het kledingstuk te beschermen tegen lichaamsafscheidingen. Dergelijke producten worden bijvoorbeeld ontworpen om bescherming te bieden aan volwassenen die aan incontinentie lijden, gelijkaardig aan luiers en broekluiers, maar zijn meestal meer discreet dan luiers en broekluiers. Verscheidene configuraties van dergelijke absorberende incontinentieverbanden zijn gekend in de stand-der-techniek.
Er blijft echter een behoefte in de stand-der-techniek aan absorberende incontinentieverbanden die een betere pasvorm hebben in het ondergoed van de drager en een absorberende kern waarvan de absorptiecapaciteit optimaal kan worden benut, waarbij lekkage van het absorberende artikel naar het ondergoed van de drager verhinderd wordt. Op deze manier kan het algemene draagcomfort en de draagervaring van het absorberende incontinentieverband verbeterd worden.
De onderhavige uitvinding beoogt minstens enkele de hierboven vermelde problemen op te lossen.
De uitvinding beoogt daarvoor een absorberend artikel te voorzien, geschikt voor gebruik als een absorberend incontinentieverband, dat voorzien is van optimale afmetingen en een verbeterde vorm om de pasvorm van het absorberende artikel in het ondergoed van de drager te optimaliseren.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding voorziet een absorberend artikel, geschikt voor gebruik als absorberend incontinentieverband, volgens conclusie 1.
Het product van de onderhavige uitvinding overwint de problemen van de producten uit de stand-der-techniek, aangezien de geoptimaliseerde afmetingen van het absorberend artikel een betere pasvorm toelaat in het ondergoed van de drager.
In een verder aspect voorziet de onderhavige uitvinding een methode voor het vervaardigen van een absorberend artikel volgens conclusie 13, bij voorkeur waarbij voorgenoemd absorberend artikel een product volgens conclusie 1 is.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een absorberend artikel in een vlak-gelegde staat volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, de lichaamsgekeerde kant van het absorberende artikel weergevend, i.e. de kant van het artikel dat in contact staat met de drager wanneer het wordt gedragen.
Figuur 2 toont een schematisch bovenaanzicht van een absorberend artikel in een vlak-gelegde staat volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, de lichaamsgekeerde kant van het absorberende artikel weergevend.
Figuur 3 toont een 3-dimensionaal perspectiefzicht van het absorberende artikel volgens Figuur 2 tijdens gebruik, met de elastisch gemaakte zones in hun samengetrokken toestand.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding betreft een absorberend artikel, geschikt voor gebruik als absorberend incontinentieverband en in staat om lichamelijke vloeistoffen zoals urine, feces en dergelijke te absorberen, dat is voorzien van verbeterde afmetingen en een optimale symmetrie, hiermee een verbeterde pasvorm van het absorberende artikel in het ondergoed van de drager toelatend.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle getallen en fracties die binnen dat interval liggen, evenals de gereciteerde eindpunten.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden bij het publiek maken van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door iemand van gewone vaardigheid in het technische veld waartoe deze uitvinding behoort. Bij wijze van verdere richtlijn, zijn definities van termen ingesloten om de leer van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.
Zoals hierin gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenissen:
De uitdrukking "% gewicht" (gewichtspercent), hier en doorheen de beschrijving verwijst, tenzij anders bepaald, naar het relatieve gewicht van de respectieve component gebaseerd op het algemene gewicht van de samenstelling. "Een", "de" en "het" zoals hierin gebruikt refereren naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bij wijze van voorbeeld verwijst een "landingszone" naar één of meer dan één landingszone. "Ongeveer" zoals hierin gebruikt, verwijzend naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en dergelijke, heeft de bedoeling om variaties van +/-20% of minder te omvatten, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, zelfs meer bij voorkeur +/-1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder van de gespecificeerde waarde, voor zoverre dergelijke variaties zijn aangewezen om in de bekendgemaakte uitvinding op te treden. Nochtans dient te worden begrepen dat de waarde waarbij de bepaling "ongeveer" gebruikt wordt, zelf ook specifiek wordt bekend gemaakt. "Absorberend artikel" verwijst naar inrichtingen die vloeistof absorberen en vasthouden, en verwijst meer specifiek naar inrichtingen die tegen of in nabijheid van het lichaam van de drager worden geplaatst om de diverse afscheidingen die door het lichaam worden geloosd te absorberen en vast te houden. De absorberende artikelen omvatten maar zijn niet beperkt tot luiers, incontinentieslips voor volwassenen, opleidingsbroekjes, luierhouders en -liners, maandverbanden, incontinentieverbanden en dergelijke, alsook chirurgische verbanden en sponsen.
Het "absorberend medium" of "absorberende kern" of "absorberend lichaam" worden hierin gebruikt als synoniemen, en betreft de absorberende structuur die tussen de topsheet en de backsheet van het absorberende artikel is gepositioneerd in minstens het kruisgebied van het absorberende artikel en is in staat om vloeibare lichaamsafscheidingen te absorberen en vast te houden. De grootte en de absorberende capaciteit van het absorberende medium zou compatibel moeten zijn met de grootte van de bedoelde drager en de vloeistoflading geleverd door het bedoelde gebruik van het absorberende artikel. Verder kunnen de grootte en de absorptiecapaciteit van het absorberende medium worden gevarieerd om dragers, variërend van baby's tot volwassenen, tegemoet te komen. Het kan worden vervaardigd in een grote verscheidenheid aan vormen (bijvoorbeeld, rechthoekig, trapezoïdaal, T-vorm, I-vorm, zandlopervorm, enz.) en van een grote verscheidenheid aan materialen. Voorbeelden van algemeen voorkomende absorberende materialen zijn cellulose fluff pulp, weefsellagen, sterk absorberende polymeren (zogenaamde superabsorbende polymeerdeeltjes (SAP)), absorberende schuimmaterialen, absorberende non-woven materialen of dergelijke. Het is gebruikelijk om cellulose fluff pulp met superabsorbende polymeren in een absorberend materiaal te combineren. "Acquisitie en distributie laag", "ADL" of "stroombeheersgedeelte" worden hierin gebruikt als synoniemen, en verwijzen naar een onderlaag die bij voorkeur een non-woven wiklaag is onder de topsheet van een absorberend product, die het transport versnelt en de distributie van vloeistoffen over de absorberende kern verbetert. Het stroombeheersgedeelte is typisch minder hydrofiel dan het retentiegedeelte, en heeft de capaciteit om vloeistofstromen snel te verzamelen en tijdelijk vast te houden, en om vloeistof te transporteren van diens aanvankelijke ingangspunt naar andere delen van de absorberende structuur, in het bijzonder het retentiegedeelte. Deze configuratie kan helpen om te verhinderen dat de vloeistof samenvloeit en collecteert op het gedeelte van het absorberend kledingstuk gepositioneerd tegen de huid van de drager, waardoor het gevoel van vochtigheid bij de drager gereduceerd wordt. Bij voorkeur wordt het stroombeheersgedeelte geplaatst tussen de topsheet en het retentiegedeelte.
De term "kleefstof" zoals hierin gebruikt verwijst naar om het even welke geschikte heet-smelt, water of solvent gebaseerde kleefstof die op het oppervlak van een filmlaag kan worden aangebracht in het vereiste patroon of netwerk van kleefstofgebieden om het film-nonwoven laminaat van onderhavige uitvinding te vormen. Overeenkomstig omvatten geschikte kleefstoffen conventionele heet-smelt kleefstoffen, drukgevoelige kleefstoffen en reactieve kleefstoffen (i.e., polyurethaan).
Zoals hierin gebruikt, betekent de term "kleefstof binding" een bindingsproces dat een verbinding vormt door toepassing van een kleefstof. Dergelijke kleefstof kan door diverse processen zoals groefcoating, gesproeide coating en andere oppervlaktetoepassingen aangewend worden. Verder kan dergelijke kleefstof aangewend worden op een productcomponent en dan aan een druk worden blootgesteld dusdanig dat het contact van een tweede productcomponent met de kleefstof omvattende productcomponent een kleefstof binding tussen de twee componenten vormt.
Zoals hierin gebruikt, verwijst een "luchtgevormd web" naar een materiaal omvattende cellulosevezels zoals die van fluff pulp die werden gescheiden, zoals door een hamermolen proces, en dan op een poreus oppervlak worden gedeponeerd zonder de aanwezigheid van een substantiële hoeveelheid bindingsvezels. Luchtgevormde materialen die bijvoorbeeld gebruikt worden als de absorberende kern in verscheidene luiers, zijn een typisch voorbeeld van een luchtgevormd materiaal.
Zoals hierin gebruikt, is een "luchtgelegd web" een vezelige structuur hoofzakelijk gevormd door een proces dat afzetting van lucht-meegevoerde vezels op een mat omvat, typisch in aanwezigheid van bindingsvezels, en typisch gevolgd door een densificatie en thermische binding. Naast traditionele thermisch gebonden luchtgelegde structuren (deze die gevormd worden in aanwezigheid van niet-plakkerig bindmiddel materialen en substantieel thermaal gebonden zijn), kan het toepassingsgebied van de term "luchtgelegd" volgens de onderhavige uitvinding ook covormen omvatten, welke worden vervaardigd door de combinatie van lucht-meegevoerde droge, verspreide cellulosevezels met smeltgeblazen synthetische polymeervezels terwijl de polymeervezels nog plakkerig zijn. Verder kan een luchtgevormd web waaraan vervolgens een bindmiddel materiaal wordt toegevoegd ook binnen het toepassingsgebied van de term "luchtgelegd" volgens onderhavige uitvinding vallen. Het bindmiddel kan aan een luchtgevormd web worden toegevoegd in vloeibare vorm (bv., een waterachtige oplossing of een smelt) door nevelspuitmonden, richtingsinjectie of impregnatie, vacuümtrekking, schuimimpregnatie, enzovoort. Vaste bindmiddeldeeltjes kunnen ook door mechanische of pneumatische middelen worden toegevoegd.
Zoals hierin gebruikt, omvat de term "geassocieerd" configuraties waarin de topsheet direct aan de backsheet is verbonden door de topsheet rechtstreeks aan de backsheet te hechten, en configuraties waarin de topsheet aan de backsheet wordt verbonden door de topsheet aan intermediaire leden te hechten die op hun beurt worden gehecht aan de backsheet. De topsheet en de backsheet kunnen rechtstreeks aan elkaar worden vastgehecht door hechtingsmiddelen zoals kleefmiddelen, sonische bindingen, thermische bindingen of eender welke andere hechtingsmiddelen gekend in de stand-der-techniek. Bijvoorbeeld, een uniforme ononderbroken laag van kleefstof, een in een patroon gevormde laag van kleefstof, een gespoten patroon van kleefstof of een serie van afzonderlijke lijnen, wervelingen of vlekken van constructiekleefstof kunnen worden gebruikt om topsheet aan backsheet te hechten. Het zou hierbij duidelijk moeten zijn dat de hierboven beschreven hechtingsmiddelen ook kunnen worden aangewend om de verschillende andere samenstellende delen van het hierin beschreven artikel onderling te verbinden en te assembleren.
De termen "achtergebied" en "rug achtergebied" worden hierin als synoniemen gebruikt en verwijzen naar het gebied van het absorberende artikel dat in contact is met de rug van de drager wanneer het absorberende artikel wordt gedragen.
De term "backsheet" verwijst naar een materiaal dat de buitenbedekking van het absorberende artikel vormt. De backsheet verhindert dat afscheidingen, omvat in de absorberende structuur, artikelen die in contact staan met het wegwerpbare absorberende artikel, zoals beddenlakens en overkleding, nat kunnen maken. De backsheet kan een enkelvoudige laag van materiaal zijn of kan een samengestelde laag zijn die samengesteld is uit veelvoudige componenten die zij-aan-zij geassembleerd of gelamineerd zijn. De backsheet kan hetzelfde of verschillend zijn in verschillende delen van het absorberende artikel. Ten minste in de regio van het absorberende medium bestaat de backsheet uit een vloeistof ondoordringbaar materiaal in de vorm van een dunne plastieken film, bv. een polyethyleen of polypropyleenfilm, een non-woven materiaal met een vloeistof ondoordringbaar materiaal, een hydrofoob non-woven materiaal die vloeistof penetratie weerstaat, of een laminaat van een plastieken film en een non-woven materiaal. Het backsheetmateriaal kan luchtdoorlatend zijn zodanig dat waterdamp van het absorberende materiaal kan ontsnappen, terwijl vloeistoffen nog steeds verhinderend worden van er doorheen te passeren. Voorbeelden van ademende backsheetmaterialen zijn poreuze polymeerfilms, non-woven laminaten van spingebonden en smeltgeblazen lagen en laminaten van poreuze polymeerfilms en non-woven materialen.
De termen "buikgebied", "voorgebied" en "voorste buikgebied" worden hierin gebruikt als synoniemen en verwijzen naar het gebied van het absorberende artikel dat in contact is met de buik van de drager wanneer het absorberende artikel wordt gedragen.
De term "mengsel" betekent een mengeling van twee of meer polymeren terwijl de term "legering" een subklasse van mengsels betekent waarin de componenten onmengbaar zijn maar compatibel zijn gemaakt.
Zoals hierin gebruikt, betekent het "lichaamsgekeerde" of "lichaamszijde" oppervlak dat oppervlak van het artikel of de component dat bedoeld is om naar of naast het lichaam van de drager te worden geschikt of geplaatst tijdens gewoon gebruik, terwijl het "uitgaand", "uitgaand gekeerd", "kledingstuk-gekeerde zijde" of "kledingstuk-zijde" oppervlak aan de tegenovergestelde zijde ligt, en bedoeld is om te worden geschikt weggekeerd van het lichaam van de drager tijdens gewoon gebruik. Dergelijk uitgaand oppervlak kan worden geschikt om naar of naast de onderkleding van de drager te worden geschikt of geplaatst wanneer het absorberende artikel wordt gedragen. "Verbonden" verwijst naar het verenigen, aanhangen, connecteren, aanhechten, of dergelijke, van minstens twee elementen. Twee elementen zullen als verbonden beschouwd worden wanneer zij rechtstreeks aan elkaar of onrechtstreeks aan elkaar worden verbonden, zoals wanneer elk rechtstreeks gebonden is aan intermediaire elementen.
De term "luchtdoorlatend" verwijst naar films die een waterdamp transmissiesnelheid (WVTR) hebben van minstens 300 grams/m2 - 24 uren.
Een "gekaard web" verwijst naar webben die gemaakt worden van stapelvezels die door een kammende of kaardende eenheid worden gestuurd, die de stapelvezels opent en ze volgens de machinerichting richt om een algemeen machinerichting-georiënteerd vezelig non-woven web te vormen. Het web wordt dan gebonden door één of meerdere gekende bindingsmethodes. Het verbinden van non-woven webben kan door een aantal methodes worden bereikt; poeder binden, waarin een poedervormige kleefstof of een bindmiddel wordt verdeeld door het web en dan wordt geactiveerd, gewoonlijk door het web en de kleefstof met hete lucht te verwarmen; patroon binden, waarin verwarmde kalenderrollen of ultrasone bindingsapparatuur wordt gebruikt om de vezels samen te binden, gewoonlijk in een gelokaliseerd bindingspatroon, hoewel het web over diens volledige oppervlakte kan worden gebonden indien gewenst; door-lucht binden, waarin lucht die voldoende heet is om minstens één component van het web zacht te laten worden door het web wordt geleid; chemisch binden, gebruikmakend van, bijvoorbeeld, latexkleefstoffen die op het web worden gedeponeerd door, bijvoorbeeld, sproeien; en consolidatie door mechanische methodes zoals het naaldvilten en waterverstrikking.
Zoals hierin gebruikt, is de term "cellulose" bedoelt om om het even welk materiaal te omvatten dat cellulose als hoofdconstituent heeft, en specifiek minstens 50 gewichtspercent cellulose of een cellulosederivaat omvat. Aldus, omvat de term katoen, typische houtpulpen, niet-houtachtige cellulosevezels, celluloseacetaat, cellulosetriacetaat, kunstzijde, thermomechanische houtpulp, chemische houtpulp, ontbonden chemische houtpulp, zijdeplant, of bacteriële cellulose. "Chassis" verwijst naar een fundamentele constituent van een absorberend artikel waarop de rest van de structuur van het artikel wordt opgebouwd of over wordt aangebracht, bv., in een luier, de structurele elementen die, wanneer geconfigureerd om te dragen, de luier de vorm van een slip of een broek geeft, zoals een backsheet, een topsheet, of een combinatie van een topsheet en een backsheet. "Covorm" zoals hierin gebruikt is bedoeld om een mengsel van smeltgeblazen vezels en cellulosevezels te beschrijven dat gevormd wordt door de luchtvorming van een smeltgeblazen polymeer materiaal, terwijl simultaan lucht-gesuspendeerde cellulosevezels in de stroom van smeltgeblazen vezels wordt geblazen. Het covorm materiaal kan ook andere materialen omvatten, zoals superabsorberende deeltjes. De smeltgeblazen vezels die houten vezels bevatten worden op een vormend oppervlak verzameld, zoals verstrekt door een geperforeerde riem. Het vormend oppervlak kan een gas-doorlaatbaar materiaal omvatten, zoals spingebonden weefsel materiaal, dat op het vormende oppervlak is geplaatst. "Compressie" verwijst naar het proces of resultaat van drukken door kracht op een voorwerp uit te oefenen, waardoor de dichtheid van het voorwerp verhoogd wordt. "Omvatten", "omvattende", en "omvat", en "omvat uit" zoals hierin gebruikt zijn synoniem met "bestaan uit", "bestaande uit", "bestaat uit", of "bevatten", "bevattende", "bevat", en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, bv. component en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van extra, niet-gereciteerde componenten, kenmerken, element, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand-der-techniek.
De term "hoofdzakelijk bestaand uit" sluit de aanwezigheid van extra materialen, die de gewenste kenmerken van een bepaalde samenstelling of product niet beduidend beïnvloeden, niet uit. Voorbeeld materialen van deze soort kunnen bestaan uit, zonder beperking, pigmenten, antioxidanten, stabilisatoren, oppervlakte-actieve stoffen, wassen, stroompromotors, solventen, deeltjes en materialen die worden toegevoegd om de verwerkbaarheid van de samenstelling te verhogen.
Een absorberend artikel kan "insluitingsflappen" of "barrièremanchetten" omvatten, hierin gebruikt als synoniemen. De insluitingsflappen worden over het algemeen beschouwd als zijnde bijzonder geschikt voor de insluiting van faecale materie en om de laterale stroom van vloeibaar afval te verhinderen tot wanneer het vloeibare afval door het absorberende artikel kan worden geabsorbeerd. Vele constructies van insluitingsflappen zijn gekend. Dergelijke insluitingsflappen bestaan over het algemeen uit een proximale rand, bedoeld om vastgehecht te worden aan het absorberende artikel, en een tegenovergestelde distale rand die over het algemeen niet wordt vastgehecht aan het absorberende artikel langs minstens een gedeelte van zijn lengte. Een elastisch lid wordt over het algemeen gevestigd naast de distale rand om te helpen de insluitingsflap in een rechtopstaande conditie te houden en om een verzegelend contact tussen de distale rand van de insluitingsflap en het lichaam van een drager te handhaven tijdens gebruik. Het elastische lid is over het algemeen gepositioneerd tussen twee lagen van materiaal zodat de elastiek niet in contact komt met het lichaam van een drager. De insluitingsflappen kunnen van een grote verscheidenheid van materialen zoals polypropyleen, polyester, kunstzijde, nylon, schuim, plastieken films, gevormde films, en elastische schuimen worden vervaardigd. Verscheidene productietechnieken kunnen worden gebruikt voor het vervaardigen van de insluitingsflappen. Bijvoorbeeld, de insluitingsflappen kunnen geweven, non-woven, spingebonden, gekaard, gegoten, geblazen of dergelijke zijn.
Een absorberend artikel kan been insluitingspakkingen omvatten. Been "insluitingspakkingen" helpen lekkage van lichamelijke afscheidingen te verhinderen wanneer de drager samendrukkende krachten op het absorberende artikel uitoefent. In het bijzonder, verhindert de stijfheid van de beeninsluitingspakkingen het verdraaien en het bundelen van de beenopeningen van het absorberende artikel wat tot lekkage kan leiden. Bovendien zorgen de elasticiteit en vervormbaarheid van de beeninsluitingspakkingen ervoor dat het lichaamsgekeerde oppervlak van de beeninsluitingspakkingen een geschikte afdichting vormen tegen het lichaam van de drager. De fysische eigenschappen van de beeninsluitingspakkingen, zoals de dikte en de stijfheid, functioneren ook om de topsheet en absorberende kern weg van het lichaam van de drager te houden tijdens gebruik. Zo wordt een leeg volume gecreëerd tussen het lichaam van de drager en de topsheet en absorberende kern van het absorberende artikel om te helpen lichaamsafscheidingen vast te houden. "Ononderbroken" betekent dat de beschreven structuur een gesloten-lus structuur is. De ononderbroken structuur kan enkelvoudig zijn, i.e., een één-stuk structuur, of kan uit individuele elementen gemaakt worden, geschikt samengesteld om een gesloten-lus te vormen.
Een "ononderbroken broeksband" is een band van materiaal die de taille van een kledingstuk omcirkeld en past, zoals een luier of broekluier, en over het algemeen gepositioneerd is langs de taille van de drager. De broeksband creëert bij voorkeur een afdichting tegen de taille zodat lichamelijke afscheidingen niet van de gebieden tussen de broeksband en de taille van de drager kunnen lekken. Het kan een elastomeer, katoenen-achtig, non-woven vezelig materiaal zijn, zoals een elastomeer rekgebonden gelamineerd web of een elastomeer smeltgeblazen web. Door de juiste selectie van materialen, kan de ononderbroken broeksband tijdelijk elastisch worden beperkt, zoals door compressie. Eens tijdelijk elastisch beperkt, kan het elastische materiaal, waaruit de broeksband is omvat, worden geactiveerd, zoals door met hitte te behandelen, om terug een staat van elasticiteit te bereiken. "Conventionele heet-smelt kleefstof" betekent een samenstelling die over het algemeen uit verscheidene componenten bestaat. Deze componenten omvatten typisch één of meerdere polymeren om cohesiekracht te voorzien (bv., alifatische polyolefines zoals poly (ethyleen-co-propyleen) copolymeer; ethyleen vinylacetaat copolymeren; styreen-butadieen of styreenisopreen blokcopolymeren; enz.); een hars of een analoog materiaal (soms een kleverigheidsbevorderaar genoemd) om adhesiekracht te voorzien (bv., koolwaterstoffen die van aardoliedistillaten worden gedistilleerd; harsen en/of harsesters; terpenen afgeleid van, bijvoorbeeld, hout of citrus, enz.); optioneel wassen, weekmakers of andere materialen om viscositeit (i.e., vloeibaarheid) te wijzigen (voorbeelden van dergelijke materialen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, minerale olie, polybuteen, paraffine olie, esteroliën, en dergelijke); en/of andere additieven met inbegrip van, maar niet beperkt tot, antioxidanten of andere stabilisatoren. Een typische heet-smelt kleefstof samenstelling zou van ongeveer 15 tot ongeveer 35 gewichtspercent cohesiekracht polymeer of polymeren kunnen omvatten; van ongeveer 50 tot ongeveer 65 gewichtspercent aan hars of andere kleverigheidsbevorderaar of kleverigheidsbevorderaars; van meer dan nul tot ongeveer 30 gewichtspercent weekmaker of andere viscositeitswijziger; en optioneel minder dan ongeveer 1 gewichtspercent stabilisator of ander additief. Men dient te begrijpen dat andere kleefstof samenstellingen mogelijk zijn die andere gewichtspercentages van deze componenten omvatten.
De term "dichtheid" of "concentratie", wanneer wordt verwezen naar het absorberende materiaal, in het bijzonder SAP, van een laag, verwijst naar de hoeveelheid van het absorberende materiaal gedeeld door de oppervlakte van de laag waarover het absorberende materiaal is verspreid.
Een "luier" verwijst naar een absorberend artikel dat over het algemeen gedragen wordt door kinderen of incontinente personen rond de lagere torso. Om de luier rond de taille van de drager aan te wenden, wordt de luier typisch eerst geplaatst tussen de benen van de drager en dan bevestigd rond de taille van de drager gebruikmakend van bevestigingsmiddelen, bij voorkeur op een hersluitbare manier om de luier van de drager te verwijderen na of tijdens gebruik.
De term "wegwerpbaar" is hierin gebruikt om absorberende artikelen te beschrijven die over het algemeen niet bedoeld zijn om te worden gewassen of om anders hersteld of hergebruikt te worden als absorberend artikel (i.e., ze zijn bedoeld om na éénmalig gebruik te worden weggeworpen en, bij voorkeur te worden gerecycleerd, gecomposteerd of op een andere manier van te worden ontdaan op een ecologisch compatibele manier).
Zoals hierin gebruikt, beschrijft de term "elastische weerstand" een elastische kracht die tracht om zich tegen een toegepaste trekkracht te verzetten, waardoor een materiaal, hiermee voorzien, neigt om tot een ongespannen configuratie samen te trekken in antwoord op een uitrekkende kracht.
Zoals hierin gebruikt, worden de termen "elastisch", "elastomeer", "elasticiteit" of afgeleiden daarvan gebruikt om de capaciteit te beschrijven van diverse materialen en voorwerpen, hiervan voorzien, om een omkeerbaar vervorming te ondergaan onderspanning, bv., worden uitgerekt of verlengd, in minstens één richting wanneer een kracht wordt toegepast op het materiaal en om substantieel tot hun originele afmetingen terug te keren bij ontspannen, i.e., wanneer de kracht wordt vrijgegeven, zonder scheur of breuk. Bij voorkeur, verwijst het naar een materiaal of een composiet die kan worden verlengd in minstens één richting met minstens 50% van zijn ontspannen lengte, i.e. verlengd tot minstens 150% van zijn ontspannen lengte, en welke bij loslaten van de toegepaste spanning minstens 40% van zijn verlenging zal recuperen. Dienovereenkomstig, bij vrijlating van de toegepaste spanning bij 50% verlenging, zal het materiaal of composiet contracteren tot een ontspannen lengte van niet meer dan 130% van zijn originele lengte. Voorbeelden van geschikte elastomeermaterialen omvatten polyether-polyamide blokcopolymeren, Polyurethanen, synthetische lineaire A-B-A en A-B blokcopolymeren, gechloreerde rubber/EVA (ethyleen-vinylacetaat) mengsels, EPDM (ethyleen-propyleen dieen monomeer) rubbers EPDM, (ethyleen-propyleen monomeer) rubbers, mengsels van EPDM/EPM/EVA, en dergelijke.
De term "elastisch gemaakt" verwijst naar een materiaal, laag, of substraat dat van nature niet elastisch is, maar dat elastisch is gemaakt door, bijvoorbeeld, er een elastisch materiaal, een laag, of een substraat geschikt aan samen te voegen. "Verlenging" betekent de verhouding van de uitbreiding van een materiaal tot de lengte van het materiaal voorafgaand aan de uitbreiding (uitgedrukt in percent), zoals vertegenwoordigd door het volgende: "Uitbreiding" betekent de verandering in lengte van een materiaal door het uitrekken (uitgedrukt in eenheden van lengte).
Zoals hierin gebruikt en in de conclusies die volgen, omvat "reliëf" of "in reliëf" gebieden waar een materiaal behandeld is door druk, thermische energie, ultrasone energie, en/of andere behandelingen met inbegrip van warmtevorming, om lokale indrukken en/of compressies in het materiaal te voorzien. Bij voorkeur worden reliëf-elementen aangewend en/of gedrukt op het materiaal om het overeenkomstige reliëf te vormen op het substraat.
Zoals hierin gebruikt betekent de term "uitrekbaar" verlengbaar in minstens één richting, maar niet noodzakelijk recupereerbaar.
De term "weefsel" wordt gebruikt om naar alle geweven, gebreide en non-woven vezelige webben te verwijzen. "Bevestigingsmiddelen" worden typisch aangewend op het achtergebied van de luier om een mechanisme te voorzien om de luier op de drager te houden. Bevestigingsmiddelen, zoals tape band bevestigingsmiddelen, snaps, spelden, riemen, haken, gespen, "haak/paddestoel"-en-lusbevestigingsmiddelen (bv. VELCRO®-type bevestigingsmiddelen) en dergelijke, kunnen worden gebruikt en worden typisch aangewend op de laterale, zijeinden van het achtergebied van een luier om een mechanisme te verstrekken om de luier op een conventionele manier over de taille van de drager te houden. Tape band bevestigingsmiddelen kunnen om het even welke zijn zoals gekend in de stand-der-techniek, en worden typisch toegepast op de hoeken van de luier. Bijvoorbeeld, zelfklevende bevestigingsmiddelen, mechanische bevestigingsmiddelen, haak-en-lusbevestigingsmiddelen, snaps, spelden of gespen kunnen alleen of in combinatie worden gebruikt. Bijvoorbeeld, de bevestigingsmiddelen kunnen zelfklevende bevestigingsmiddelen zijn, die gemaakt zijn om reversibel te kleven aan een landingszone stuk vastgehecht aan het voorgebied van de luier om een hersluitbaar zelfklevend bevestigingssysteem te voorzien.
De term "afgewerkt" of "finaal", wanneer gebruikt met betrekking tot een product, betekent dat het product geschikt werd vervaardigd voor zijn beoogde doel.
De term "flexibel" verwijst naar materialen die meegaand zijn en die zich vlot aanpassen aan de algemene vorm en contouren van het lichaam van de drager.
Zoals hierin gebruikt, betekent de term "kledingstuk" om het even welk type kleding dat kan worden gedragen. Dit omvat luiers, opleidingsbroeken, incontinentieproducten, chirurgische toga's, industriële werkkledij en overtrekken, ondergoed artikelen, broeken, overhemden, jasjes en dergelijke.
Veel van de gekende superabsorberende polymeerdeeltjes vertonen gel blokkage. "Gel blokkage" komt voor wanneer superabsorberende polymeerdeeltjes nat worden en de deeltjes zwellen zodat ze vloeistof transmissie naar andere gebieden van de absorberende structuur blokkeren. Het bevochtigen van deze andere gebieden van het absorberende lid vindt daardoor plaats via een zeer langzaam diffusieproces. Praktisch gezien betekent dit dat de acquisitie van vloeistoffen door de absorberende structuur veel langzamer is dan de snelheid waarmee de vloeistoffen worden geloosd, vooral in mictie situaties. Lekkage van het absorberende artikel kan plaatsvinden goed voor de deeltjes van SAP in het absorberende lid nog maar dicht bij volledige verzadiging zijn of alvorens de vloeistof kan verspreiden of wikken voorbij de "blokkerende" deeltjes naar de rest van het absorberende lid. Gel blokkage kan een bijzonder acuut probleem zijn als de superabsorberende polymeerdeeltjes geen geschikte gelsterkte hebben en misvormen of uitspreiden onder spanning zodra de deeltjes zwellen met geabsorbeerde vloeistof.
De term "tekening" omvat, maar is niet beperkt tot, om het even welk type van ontwerp, beeld, teken, cijfer, codes, woorden, patronen, of dergelijke. Voor een product zoals een baby luier, zal een tekening over het algemeen voorwerpen geassocieerd met kleine jongens en meisjes omvatten, zoals veelkleurige vrachtwagens, vliegtuigen, ballen, poppen, bogen, of dergelijke. "Waterverstrikking proces" verwijst naar de productie van non-woven webben. Het proces omvat het richten van een reeks waterstralen naar een vezelig web dat gedragen wordt op een bewegende poreuze riem. De waterstralen gaan naar beneden door de massa van vezels en bij het maken van contact met de oppervlakte van de riem, kaatsen de stralen terug, en breken ze op: de energie die vrijkomt veroorzaakt verstrikking van de massa vezels.
De term "hoog-absorptie materiaal" verwijst naar materialen die in staat zijn minstens 10 keer hun eigen gewicht in vloeistof te absorberen. Het hoog-absorptie materiaal kan absorberende gelvormende materialen omvatten, zoals superabsorberende polymeren. Superabsorbende polymeren zijn water-zwelbare, water onoplosbare organische of anorganische materialen geschikt om minstens ongeveer 20 keer hun eigen gewicht van een waterachtige oplossing te absorberen die 0.9 gewichtspercent van natriumchloride bevat. De absorberende gelvormende materialen kunnen natuurlijke, synthetische en gemodificeerde natuurlijke polymeren en materialen zijn. Bovendien kunnen de absorberende gelvormende materialen anorganische materialen zijn, zoals Silicagelen, of organische samenstellingen zoals verknoopte polymeren. De term "verknoopt" verwijst naar om het even welke middelen om normaal water oplosbare materialen op een effectieve manier substantieel water onoplosbaar maar zwelbaar te maken. Dergelijke middelen kunnen, bijvoorbeeld, fysieke verwarring, kristallijne domeinen, covalente bindingen, ionische complexen en associaties, hydrofiele associaties, zoals waterstof bindingen, en hydrofobe associaties of Van der Waals krachten omvatten. Voorbeelden van synthetische absorberende gelvormende materiaal polymeren omvatten de alkalimetaal en ammoniumzouten van poly(acrylzuur) en poly(methacrylzuur), poly(acrylamides), poly(vinylethers), maleïnezuuranhydride copolymeren met vinylethers en alpha-olefines, poly(vinylpyrrolidon), poly(vinylmorfolinon), poly(vinylalcohol), en mengsels en copolymeren daarvan. Verdere polymeren geschikt voor gebruik in de absorberende structuur omvatten natuurlijke en gemodificeerde natuurlijke polymeren, zoals gehydroliseerd acrylonitril-grafted zetmeel, acrylzuur grafted zetmeel, methylcellulose, carboxymethyl cellulose, hydroxypropyl cellulose, en de natuurlijke gommen, zoals alginaten, xanthan gom, johannesbroodboom boon gom en dergelijke. Mengsels van natuurlijke en geheel of gedeeltelijk synthetische absorberende polymeren kunnen ook worden gebruikt. Synthetische absorberende gelvormende materialen zijn typisch xerogels die hydrogels vormen wanneer nat gemaakt. De term "hydrogel" wordt echter ook algemeen gebruikt om naar zowel nat gemaakte als niet nat gemaakte vormen van het materiaal te verwijzen. Het hoog-absorptie materiaal kan om het even welk van een grote verscheidenheid aan geometrische vormen hebben. Algemeen verkiest men dat het hoog-absorptie materiaal in de vorm van afzonderlijke deeltjes is. Nochtans kan het hoog-absorptie materiaal ook in de vorm van vezels, vlokken, staven, bollen, naalden, spiraal of semi-spiraal, kubus, staaf-achtig, veelvlakkig, of dergelijke zijn. Conglomeraten van deeltjes van hoog-absorptie materiaal kunnen ook gebruikt. Het hoog-absorptie materiaal kan aanwezig zijn in de absorberende kern in een hoeveelheid van ongeveer 5 tot ongeveer 100 gewichtspercent en wenselijk van ongeveer 30 tot ongeveer 100 gewichtspercent gebaseerd op het totale gewicht van de absorberende kern. De distributie van het hoog-absorptie materiaal binnen de verschillende delen van de absorberende kern kan variëren afhankelijk van het voorziene eindgebruik van de absorberende kern. Het hoog-absorptie materiaal kan worden geschikt in een over het algemeen afzonderlijke laag binnen de matrix van hydrofiele vezels. Als alternatief kan de absorberende kern een laminaat van vezelige webben en hoog-absorptie materiaal omvatten of andere geschikte middelen om een hoog-absorptie materiaal in een gelokaliseerd gebied te handhaven.
Een "haak-en-lus bevestigingsmiddel" verwijst naar complementaire bevestigingsmiddelen die een "haak" gedeelte en een "lus" gedeelte hebben en die hersluitbaar zijn. De term "haak" zoals hierin gebruikt verwijst naar om het even welk element geschikt om een verbinding met een ander element, het zogenaamde "lus" gedeelte, aan te gaan. De term "haak" is niet beperkt tot enkel "haken" in hun normale betekenis, maar kan om het even welke vorm van vasthechtingselementen omvatten, hetzij in één richting of in twee richtingen. De term "lus" is eveneens niet beperkt tot "lussen" in hun normale betekenis, maar omvat ook om het even welke structuur geschikt voor een "haak" bevestigingsmiddel om aan vast te hechten. Voorbeelden van "lus" materialen zijn vezelige structuren, zoals non-woven materialen.
De term "hydrofiel" beschrijft vezels of de oppervlakten van vezels die bevochtigd worden door de waterige vloeistoffen die in contact staan met de vezels. De graad van het bevochtigen van de materialen kan op zijn beurt uitgedrukt worden in termen van de contacthoeken en de oppervlaktespanningen van de vloeistoffen en de materialen in kwestie. De term "bevochtigbaar" is bedoeld om te verwijzen naar een vezel die een contacthoek in de lucht maakt met een vloeistof, zoals water, synthetische urine, of een waterige zoute oplossing van 0.9 gewichtspercent, van minder dan 90°, terwijl "hydrofoob" of "niet bevochtig baar" vezels beschrijft die contacthoeken gelijk aan of groter dan 90° hebben.
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term "ondoordringbaar" over het algemeen naar artikelen en/of elementen die in hoofdzaak niet door een waterige vloeistof kan worden doordrongen doorheen hun volledige dikte onder een druk van 1.0 kPa of minder. Bij voorkeur, is het ondoordringbare artikel of element niet doordringbaar voor een waterige vloeistof onder drukken van 3.4 kPa of minder. Meer bij voorkeur is het ondoordringbare artikel of element niet doordringbaar voor een waterige vloeistof onder drukken van 6.8 kPa of minder. Een artikel of een element dat niet ondoordringbaar is, is permeabel.
Een absorberend "incontinentieverband", zoals hierin gebruikt, beschrijft een absorberend artikel dat bedoeld is om in het kruisgedeelte van een ondergoed van een drager te passen en het kledingstuk te beschermen tegen lichaamsafscheidingen, zoals urine, fecale materie en dergelijke. Dergelijke producten worden bijvoorbeeld ontworpen om bescherming te bieden aan volwassenen die aan incontinentie lijden, gelijkaardig aan luiers en broekluiers, maar zijn meestal meer discreet dan luiers en broekluiers. "Integraal" wordt gebruikt om te verwijzen naar diverse gedeelten van één enkel unitair element eerder dan naar de afzonderlijke structuren die aan elkaar gebonden of dichtbij elkaar geplaatst zijn. "Aansluiten", "aansluitend", "aangesloten" of variaties daarvan, wanneer gebruikt bij het beschrijven van het verband tussen twee of meerdere elementen, betekent dat de elementen kunnen worden verbonden op om het even welke gepaste manier, zoals door hitte verzegeling, ultrasone binding, thermische binding, door kleefstoffen, stikken, of dergelijke. Verder, kunnen de elementen direct worden aaneengesloten, of kunnen ze één of meerdere elementen omvatten die ertussen zijn gepositioneerd, welke allen samen verbonden zijn.
De term "vlak-gelegde staat" is bedoeld om naar het artikel te verwijzen wanneer het wordt uitgevlakt in een vlak of substantieel wordt uitgevlakt in een vlak, in zijn uitgerekte, vlakke toestand met alle elastische samentrekkingen en vergaringen verwijderd. "Laminaat" verwijst naar elementen die samen worden vastgemaakt in een gelaagde schikking.
Het gebruik van de term "laag" kan verwijzen naar, maar is niet beperkt tot, om het even welk type substraat, zoals een geweven web, non-woven web, films, laminaten, composieten, elastomeer materialen, of dergelijke. Een laag kan vloeistof en lucht permeabel zijn, permeabel voor lucht maar ondoordringbaar voor vloeistoffen, ondoordringbaar voor zowel lucht als vloeistoffen, of dergelijke. Wanneer het in het enkelvoud gebruikt wordt, kan het de dubbele betekenis van één enkel element hebben of van een meerderheid van elementen.
Het kruisgedeelte van het absorberende artikel omvat bij voorkeur tegenoverstaande longitudinale zijgedeelten die een paar elastisch gemaakte, longitudinaal-uitstrekkende, "been manchetten" omvat. De been manchetten zijn over het algemeen aangepast om tijdens het gebruik rond de benen van een drager te passen en dienen als een mechanische barrière voor de laterale stroom van lichaamsafscheidingen. De been manchetten zijn elastisch gemaakt door beenelastieken. De luier kan verder een voortaille elastiek en een achtertaille elastiek omvatten. Materialen geschikt voor gebruik in het vormen van beenelastieken zijn gekend in de stand-der-techniek. Voorbeeld van dergelijke materialen zijn bundels of linten van een polymeer, elastomeer materiaal die vastgehecht worden aan de luier bij het beenmanchet in een uitgerekte toestand, of die aan de luier worden vastgemaakt terwijl de luier geplooid is, zodat elastische samentrekkende krachten worden overgedragen op de beenmanchet. Voorbeelden van geschikte elastomeermaterialen die kunnen worden gebruikt omvatten polyether-polyamide blok Copolymeren, Polyurethanen, synthetische lineaire A-B-A en A-B blok copolymeren, gechloreerde rubber/EVA (ethyleen-vinylacetaat) mengsels, EPDM (ethyleen-propyleen dieen monomeer) rubbers, EPM (ethyleen-propyleen monomeer) rubbers, mengsels van EPDM/EPM/EVA, en dergelijke. "Vloeistof' betekent een niet-gasvormige substantie en/of een materiaal dat stroomt en dat de binnenste vorm van een container kan aannemen waarin het wordt gegoten of geplaatst. "Longitudinaal" is een richting die parallel loopt met de maximale lineaire afmeting van het artikel.
De term "smeltgeblazen vezels" betekent vezels die gevormd zijn door extrusie van een gesmolten thermoplastisch materiaal door een veelheid van fijne, meestal cirkelvormige, matrijscapillairen tot gesmolten draden of filamenten in een gasstroom met hoge snelheid (bv. lucht) wat ervoor zorgt dat de filamenten van het gesmolten thermoplastisch materiaal in diameter gaan afnemen, wat tot een microvezeldiameter kan gaan. Algemeen hebben smeltgeblazen vezels een gemiddelde vezeldiameter van tot ongeveer 10 microns. Na de vorming van de vezels, worden de smeltgeblazen vezels meegedragen door de gasstroom met hoge snelheid en afgezet op een verzamelend oppervlak om een web van willekeurig gerangschikte smeltgeblazen vezels te vormen.
De term "niet-elastisch" verwijst naar om het even welk materiaal dat niet binnen de definitie van "elastisch" hierboven valt.
De term "non-woven weefsel of web" betekent een sheet materiaal die een structuur van individuele vezels of draden heeft die ingelegd zijn, maar niet op een regelmatige manier zoals voorkomt bij stik- of weefprocessen. Non-woven weefsels of webben kunnen door veel processen gemaakt worden, zoals bijvoorbeeld smeltgeblazen processen, spingebonden processen, en gebonden gekaarde web processen. "Broek lichaam" verwijst naar een kledingstuk dat een taille opening en een paar beenopeningen heeft, gelijkaardig aan shorten, zwemkledij, of dergelijke. Het beschreven kledingstuk kan wel of geen manueel scheurbare zijnaad hebben.
Door de termen "deeltje", "deeltjes", "partikel, "partikels" en dergelijke, wordt bedoeld dat het materiaal over het algemeen de vorm van afzonderlijke eenheden heeft. De eenheden kunnen korrels, poeder, bollen, verpulverde materialen of dergelijke omvatten, evenals combinaties daarvan. De deeltjes kunnen om het even welke gewenste vorm hebben zoals bijvoorbeeld kubisch, staaf-achtig, veelhoekig, bolvormig of semi-bolvormig, afgerond of semi-afgerond, hoekig, onregelmatig, enz. Vormen die een grote grootste afmeting/kleinste afmeting verhouding hebben, zoals naalden, vlokken en vezels, worden hierin ook beschouwd te worden omvat. De termen "partikel" of "deeltje" kunnen ook een agglomeraat omvatten die meer dan één individueel partikel, deeltje of dergelijke omvat. Bovendien kan een deeltje, partikel of om het even welk daarvan gewenste agglomeraat, uit meer dan één type materiaal samengesteld zijn.
De term "polymeer" omvat over het algemeen, maar is niet beperkt tot homopolymeren, Copolymeren, bijvoorbeeld, blok-, graft-, willekeurige en afwisselende copolymeren, terpolymeren, enz. en mengsels en afgeleiden daarvan. Voorts zal de term "polymeer", tenzij anders specifiek beperkt, alle mogelijke geometrische configuraties van het materiaal omvatten. Deze configuraties omvatten, maar zijn niet beperkt tot, isotactische, syndiotactische en willekeurige symmetrieën.
Door de term "voorverpakt" zoals hierin gebruikt, wordt bedoeld dat één of meerdere absorberende artikelen worden verpakt in één enkele eenheid alvorens te worden gestapeld. "Pulp fluff' of "fluff pulp" verwijzen naar een materiaal dat uit cellulosevezels is opgebouwd. De vezels kunnen zowel natuurlijk als synthetisch, of een combinatie daarvan, zijn. Het materiaal is typisch laag in gewicht en heeft absorberende eigenschappen. "Hersluitbaar" verwijst naar de eigenschap van twee elementen die in staat zijn reversibel vast te hechten, te scheiden, en verder terug reversibel vastgehecht te worden zonder wezenlijke permanente vervorming of scheurvorming.
Het "retentiegedeelte" of "vloeistof absorptielaag" worden hierin gebruikt als synoniemen, en maken deel uit van het absorberende medium. Dit gedeelte kan een matrix van hydrofiele vezels omvatten, zoals een web van cellulose fluff, gemengd met deeltjes van hoog-absorptie materiaal. In bijzondere schikkingen, kan het retentiegedeelte een mengsel van superabsorberende hydrogel-vormende deeltjes en synthetische polymeer smeltgeblazen vezels omvatten, of een mengsel van superabsorberende deeltjes met een vezelig coform materiaal dat een mengsel van natuurlijke vezels en/of synthetische polymeervezels omvat. De superabsorberende deeltjes kunnen in hoofdzaak homogeen gemengd worden met de hydrofiele vezels, of kunnen niet-uniorm worden gemengd. Bijvoorbeeld, de concentraties van superabsorberende deeltjes kunnen in een niet-stapsgewijze gradiënt doorheen een substantieel deel van de dikte van de absorberende structuur worden geschikt, met lagere concentraties naar de lichaamskant van de absorberende structuur en relatief hogere concentraties naar de buitenzijde van de absorberende structuur. De superabsorberende deeltjes kunnen ook in een algemeen discrete laag binnen de matrix van hydrofiele vezels worden geschikt. Bovendien kunnen twee of meerdere verschillende soorten superabsorberende materialen selectief op verschillende plaatsen binnen of volgens de vezelmatrix worden geschikt.
Zoals hierin gebruikt verwijst de term "sheet" of "sheet materiaal" naar geweven materialen, non-woven webben, polymeerfilms, polymere gaas-achtige materialen, en polymere schuimlagen.
Het absorberende artikel kan ook zijpanelen omvatten. De "zijpanelen" kunnen om het even welke vorm hebben zoals, maar niet beperkt tot, een vierkante, rechthoekige, driehoekige, cirkelvormige en trapézoïdale vorm. Zij kunnen aan de respectievelijke tegenoverstaande zijgedeeltes van het achtergebied worden vastgehecht, door een gekende methode, zoals warmte-zegeling of kleefstof binding. De zijpanelen kunnen ook integraal gevormd worden met het achtergebied door het uitwaarts projecteren en aaneensluiten van de respectievelijke topsheet en/of backsheet en/of absorberend medium in lobben die de vorm van de zijpanelen hebben. Bij voorkeur, worden de zijpanelen gevormd door een laag van een non-woven weefsel, een laag van een thermoplastische film en een laag van een elastisch materiaal te lamineren. De laag van het elastisch materiaal kan tussen de non-woven weefsel laag en de thermoplastische film worden gepositioneerd met behulp van kleefstof lagen. De laag van het non-woven weefsel kan van natuurlijke vezels, synthetische vezels of een mengsel van natuurlijke vezels en synthetische vezels worden gemaakt. De laag van de thermoplastische film kan van polyethyleen of polypropyleen worden gemaakt.
De term "spingebonden vezels" verwijst naar vezels die worden gevormd door extrusie van gesmolten thermoplastische polymeren in de vorm van filamenten of vezels uit een meerderheid van relatief fijne, meestal cirkelvormige, capillairen van een spindop, waarna de geëxtrudeerde filamenten snel door een eductief of ander bekend trekkingsmechanisme getrokken worden om de filamenten met moleculaire oriëntatie en een fysieke sterkte te voorzien. De gemiddelde diameter van spingebonden vezels ligt typisch in de range van 15-60 pm of hoger. De spindop kan ofwel een grote spindop zijn die meerdere duizenden gaten per meter breedte heeft of kunnen banken van kleinere spindoppen zijn omvattende bijvoorbeeld slechts 40 gaten.
De term "spingebonden smeltgeblazen spingebonden" (SMS) non-woven weefsel zoals hierin gebruikt verwijst naar een meerlagig composiet sheet dat een web van smeltgeblazen vezels omvat geklemd tussen en gebonden aan twee spingebonden lagen. Een SMS non-woven weefsel kan in lijn worden gevormd door achtereenvolgens een eerste laag spingebonden vezels, een laag smeltgeblazen vezels, en een tweede laag spingebonden vezels op een bewegend poreus verzameld oppervlak te voorzien. De geassembleerde lagen kunnen worden gebonden door hen door een vernauwing te laten passeren gevormd tussen twee rollen die kunnen verwarmd of onverwarmd zijn en glad of met een patroon. Als alternatief kunnen de individuele spingebonden en smeltgeblazen lagen op voorhand gevormd worden en optioneel gebonden en individueel verzameld worden zoals door de weefsels op rollen te winden. De individuele lagen kunnen dan op een later tijdstip geassembleerd en gebonden worden om een SMS non-woven weefsel te vormen. Extra spingebonden en/of smeltgeblazen lagen kunnen in het SMS weefsel worden geïncorporeerd, bijvoorbeeld spingebonden-smeltgeblazen-smeltgeblazen-spingebonden (SMMS), enz. "Stapelvezels" verwijzen naar in de handel verkrijgbare vezels die diameters omvatten variërend van minder dan ongeveer 0.001 mm tot meer dan ongeveer 0.2 mm; ze komen in vele verschillende vormen voor zoals korte vezels variërend van ongeveer 10 tot 50 mm in lengte en lange vezels met een lengte groter dan 50 mm, bij voorkeur tot 100 mm.
Door "rek" wordt bedoeld dat het materiaal de capaciteit heeft om zich te verlengen tot voorbij zijn originele grootte in minstens één dimensie wanneer het onderworpen wordt aan een trekkracht (i.e., spanning), toegepast in de richting van die dimensie, zonder het materiaal te breken. Een uitbreiding van bijvoorbeeld 50% betekent dat het materiaal met een eerste lengte van 100mm een lengte van 150mm heeft bereikt. De rek kan in één richting, twee richtingen, of meerdere richtingen zijn. De specifieke rekeigenschappen van een materiaal kunnen langs om het even welke rekvectoren variëren. De term kan elastische materialen omvatten, evenals nonwovens die inherent verlengbaar zijn, maar niet noodzakelijk op een elastische manier. Dergelijke nonwovens kunnen gemaakt worden om zich op een elastische manier te gedragen, door hen op elastische films vast te maken.
Het gebruik van de term "substraat" omvat, maar is niet beperkt tot, geweven of non-woven webben, poreuze films, inkt permeabele films, papier, composiet structuren, of dergelijke.
Superabsorbende materialen geschikt voor gebruik in de onderhavige uitvinding zijn gekend in de stand-der-techniek, en kunnen in om het even welke werkbare vorm voorkomen, zoals in partikelvorm, vezels en mengsels daarvan. Algemeen gesteld kan het "superabsorberende materiaal" een water-zwelbaar, algemeen water onoplosbaar, hydrogel-vormend polymeer absorberend materiaal zijn, dat in staat is om minstens ongeveer 15, geschikt ongeveer 30, en mogelijks ongeveer 60 keer of meer van zijn gewicht in fysiologische zoutoplossing (bv. een zoutoplossing met 0.9 % gewicht NaCI) te absorberen. Het superabsorberende materiaal kan biologisch afbreekbaar of bipolair zijn. Het hydrogel-vormende polymeer absorberend materiaal kan van organisch hydrogel-vormend polymeer materiaal worden gevormd, dat natuurlijk materiaal zoals agar, pectine en guar gom kan omvatten; gemodificeerde natuurlijke materialen zoals carboxymethyl cellulose, carboxyethyl cellulose en hydroxypropyl cellulose; en synthetische hydrogel-vormende polymeren. Synthetische hydrogel-vormende polymeren omvatten, bijvoorbeeld, alkalimetaalzouten van polyacrylzuur, polyacrylamide, polyvinylalcohol, ethyleen maleïnezuuranhydride Copolymeren, polyvinylethers, polyvinylmorfolinon, polymeren en Copolymeren van vinyl sulfonzuur, polyacrylaten, polyacrylamide, polyvinylpyridine, en dergelijke. Andere geschikte hydrogel-vormende polymeren omvatten gehydroliseerd acrylonitril grafted zetmeel, acrylzuur grafted zetmeel, en isobutyleen maleïnezuuranhydride copolymeren en mengels daarvan. De hydrogel-vormende polymeren kunnen lichtjes verknoopt zijn om het materiaal substantieel water onoplosbaar te maken. Verknoping kan, bijvoorbeeld, gebeuren doorstraling of covalente, ionische, Van der Waalse, of waterstof bindingen. Het superabsorberende materiaal kan op een geschikte manier aangebracht worden in een aangewezen opslag- of retentiegedeelte van het absorberende systeem, en kan optioneel in andere componenten of gedeelten van het absorberende artikel worden aangewend. Het superabsorberende materiaal kan omvat zijn in de absorberende laag of een andere vloeistof opslaglaag van het absorberende artikel van de onderhavige uitvinding in een hoeveelheid tot ongeveer 60% in gewicht. Typisch zal het superabsorberende materiaal, wanneer aanwezig, worden voorzien in een hoeveelheid van ongeveer 5% tot ongeveer 40% in gewicht, gebaseerd op het totale gewicht van de absorberende laag. "Superabsorbende polymeerdeeltjes" of "SAPs" verwijzen naar water-zwelbare, water onoplosbare organische of anorganische materialen die in staat zijn om, in de meest gunstigste omstandigheden, minstens ongeveer 10 keer hun gewicht, of minstens ongeveer 15 keer hun gewicht, of minstens ongeveer 25 keer hun gewicht te kunnen absorberen in een waterige oplossing omvattende 0.9 gewichtspercent natriumchloride. In absorberende artikelen, zoals luiers, incontinentie luiers, enz., varieert de deeltjesgrootte typisch tussen 100 tot 800 pm, bij voorkeur tussen 300 tot 600 pm, meer bij voorkeur tussen 400 tot 500 pm.
De term "doelgebied" verwijst naar een gebied van een absorberende kern waar het bijzonder gewenst is om de meerderheid van een vloeistofmictie, zoals urine, mensturatie-afscheidingen, of darmbeweging, initieel te laten contacteren. In het bijzonder verwijst een mictie doelgebied, voor een absorberende kern met één of meerdere vloeistof mictiepunten tijdens gebruik, naar het gebied van de absorberende kern dat zich uitstrekt over een afstand gelijk aan 15% van de totale lengte van het composiet vanuit elk mictiepunt in beide richtingen. "Spanning" omvat een kracht volgens één as die de verlenging van een lichaam tracht veroorzaken of de balancerende kracht binnenin dat lichaam die tracht de verlenging te weerstaan.
Zoals hierin gebruikt is de term "thermoplastisch" bedoeld om een materiaal te beschrijven dat zacht wordt wanneer het wordt blootgesteld aan hitte en dat substantieel terug naar zijn originele toestand keert wanneer het tot kamertemperatuur wordt gekoeld.
De term "topsheet" verwijst naar een vloeistof permeabel materiaal dat de binnenbedekking van het absorberende artikel vormt en dat tijdens gebruik in direct contact met de huid van de drager wordt geplaatst. De topsheet wordt typisch gebruikt om de huid van de drager te helpen te isoleren van vloeistoffen die in de absorberende structuur worden vasthouden. De topsheet kan een non-woven materiaal omvatten, bv. spingebonden, smeltgeblazen, gekaard, waterverstrikt, natgelegd enz. Geschikte non-woven materialen kunnen uit kunstmatige vezels samengesteld zijn, zoals polyester, polyethyleen, polypropyleen, viscose, kunstzijde enz. of natuurlijke vezels, zoals houtpulp of katoenen vezels, of van een mengsel van natuurlijke en kunstmatige vezels. Het topsheetmateriaal kan verder worden samengesteld uit twee vezels, die aan elkaar kunnen gebonden zijn in een bindingspatroon. Verdere voorbeelden van topsheetmaterialen zijn poreuze schuimen, geperforeerde plastieken films, laminaten van non-woven materialen en geperforeerde plastieken films enz. De materialen geschikt als topsheet materialen zouden zacht moeten zijn en niet-irriterend voor de huid en zouden gemakkelijk penetreerbaar moeten zijn voor lichaamsvloeistof, bv. urine of menstruele vloeistoffen. De topsheet kan verder verschillend zijn in verschillende delen van het absorberende artikel. De topsheet weefsels kunnen uit een substantieel hydrofoob materiaal worden samengesteld, en het hydrofoob materiaal kan optioneel worden behandeld met een oppervlakte-actieve stof of anders worden verwerkt om een gewenst niveau van bevochtigbaarheid en hydrofiliciteit te bekomen. "Opleidingsbroek" of "broekluier", zoals hierin gebruikt, verwijst naar wegwerpbare kledingstukken, ontworpen voor kinderen of incontinente personen als dragers, die een tailleopening en beenopeningen hebben. Een broekluier kan op de drager aangebracht worden door de benen van de drager in de beenopeningen te steken en de broekluier in positie te laten glijden rond de lagere torso van een drager. Een broekluier kan door om het even welke geschikte techniek worden voorgevormd omvattende, maar niet beperkt tot, het vastmaken van twee gedeeltes van het artikel gebruik makend van hersluitbare en/of niet-hersluitbare verbindingen (bv., naad, las, kleefstof, cohesieverbinding, bevestigingsmiddel, enz.)· Een broekluier kan overal langs de omtrek van het artikel worden voorgevormd (bv., aan de zijkant vastgemaakt, vastgemaakt aan de voortaille). Terwijl de termen "broekluier" of "broekluiers" hierin gebruikt worden, wordt er naar broekluier ook algemeen verwezen als "gesloten luiers", "voorgevormde luiers", "aantrek luier", "opleidingsbroek" en "luier-broek".
Zoals hierin gebruikt, verwijzen de termen "transversaal" of "lateraal" naar een lijn, as, of een richting die binnen het vlak van het absorberende artikel ligt en over het algemeen loodrecht is op de longitudinale richting. "Ultrasoon lassen" verwijst naar een technologie die twee materialen aaneensluit door hen te smelten met hitte gegenereerd door ultrasone oscillatie en ze dan samen te lamineren, zodanig dat de gesmolten materialen vloeien en de ruimte tussen de twee niet behandelde gedeeltes van de twee respectievelijke materialen gaat opvullen. Bij het koelen en het vormen, worden de twee materialen bij elkaar aangesloten.
Zoals hierin gebruikt is de term "water-zwelbaar, water-onoplosbaar" bedoelt om naar een materiaal te verwijzen dat, wanneer blootgesteld aan een overmaat aan water, zwelt tot zijn evenwichtsvolume maar niet oplost in de oplossing. Zo behoudt een water-zwelbaar, water onoplosbaar materiaal over het algemeen zijn originele identiteit of fysieke structuur tijdens absorptie van het water, maar in een hoogst uitgezette toestand, dus dient het voldoende fysieke integriteit te hebben om zich tegen stroom en fusie met naburige deeltjes te verzetten.
Met de term "verpakkingsmateriaal" zoals hierin gebruikt, wordt een buigzaam materiaal bedoeld, bij voorkeur een sheet materiaal waarvan de dikte kleiner is, bij voorkeur veel kleiner, dan zijn breedte of lengte, zoals een sheet, een film of een folie. In een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm kan bovengenoemd verpakkingsmateriaal worden opgerold.
Wegens de hoge concentraties van superabsorberende deeltjes of ander hoog-absorptie materiaal in het retentie gedeelte, kan er een verhoogde moeilijkheid zijn met betrekking tot het vasthouden van de hoog-absorptie deeltjes binnen het retentiegedeelte en het beperken van de beweging of migratie van superabsorberende materialen aan de lichaamszijde van de broekluier. Om het behoud van het hoog-absorptie materiaal te verbeteren kan de absorberende structuur een verbeterde buitenverpakking omvatten, zoals een "omhullende sheet", onmiddellijk geplaatst aangrenzend aan en rond het retentiegedeelte. De omhullende sheet is bij voorkeur een laag van absorberend materiaal dat het grootste deel van de lichaamszijde en buitenzijde oppervlakten van het retentiegedeelte bedekt, en bij voorkeur substantieel alle perifere randen van het retentiegedeelte omsluit zodanig dat er een substantieel volledige envelop rond gevormd wordt. Als alternatief kan de omhullende sheet voorzien zijn van een absorberende omslag die het grootste deel van de lichaamszijde en buitenzijde oppervlakten van het retentiegedeelte bedekt, en substantieel alleen de laterale zijranden van het retentiegedeelte omsluit. Daarmee overeenkomstig zouden zowel de lineaire als de binnenwaarts gebogen gedeelten van de laterale zijranden van de omhullende sheet rond het retentie gedeelte worden gesloten. In dergelijke uitvoering zouden echter de eindranden van de omhullende sheet niet volledig rond de eindranden van het retentiegedeelte worden gesloten aan de broeksband regio's van het artikel. De omhullende sheet kan een multi-element omhullende sheet omvatten dat een afzonderlijke lichaamszijde omhullende laag en een afzonderlijke buitenzijde omhullende laag omvat, die elk uitstrekken tot voorbij alle of sommige van de periferieranden van het retentiegedeelte. Dergelijke configuratie van een omhullende sheet kan bijvoorbeeld de vorming van een substantieel volledige afdekking en sluiting rond de periferieranden van het retentiegedeelte vergemakkelijken. De lichaamszijde en buitenzijde lagen van de omhullende sheet kunnen substantieel uit dezelfde materialen zijn samengesteld, of kunnen uit verschillende materialen zijn samengesteld. De buitenzijde laag van de omhullende sheet kan bijvoorbeeld samengesteld zijn uit een relatief lagere gewichtsbasis materiaal dat een relatief hoge porositeit heeft, zoals een nat sterkte celluloseweefsel samengesteld uit zachthoutpulp. De lichaamszijde laag van de omhullende sheet kan een van de vorige omschreven omhullende weefsel materialen omvatten, welke een relatief lage porositeit hebben (kan bijvoorbeeld een smeltgeblazen web omvatten samengesteld uit smeltgeblazen polypropyleen vezels of een lage porositeit celluloseweefsel web samengesteld uit een mengsel van hardhout/zachthout vezels). De lichaamszijde laag met lage porositeit kan helpen in het beter voorkomen van migratie van superabsorberende partikels naar de huid van de drager en de hoge porositeit, lage gewichtsbasis buitenzijde laag kan helpen in het reduceren van de kosten.
Een absorberend artikel verwijst naar inrichtingen die vloeistof absorberen en vasthouden, en verwijst meer specifiek naar inrichtingen die tegen of in nabijheid van het lichaam van de drager worden geplaatst om de diverse afscheidingen die door het lichaam worden geloosd te absorberen en vast te houden. De absorberende artikelen omvatten maar zijn niet beperkt tot luiers, incontinentieslips voor volwassenen, opleidingsbroekjes, luierhouders en -liners, maandverbanden, incontinentieverbanden en dergelijke, alsook chirurgische verbanden en sponsen.
Absorberende artikelen omvatten bij voorkeur een longitudinale as en een transversale as loodrecht op bovengenoemde longitudinale as. De longitudinale as wordt hierbij conventioneel gekozen in de voor-naar-achter richting van het artikel wanneer wordt verwezen naar het artikel dat gedragen wordt, en de transversale as wordt conventioneel gekozen in de richting van links-naar-rechts van het artikel wanneer wordt verwezen naar het artikel dat wordt gedragen. Wegwerpbare absorberende artikelen kunnen een vloeistof permeabele topsheet omvatten, een backsheet aangesloten aan de topsheet, en een absorberende kern die tussen de topsheet en de backsheet is gepositioneerd en gehouden wordt. De topsheet is doeltreffend permeabel voor de vloeistoffen die bedoeld zijn om door het absorberende artikel te worden vastgehouden of opgeslagen en de backsheet kan wel of niet substantieel ondoordringbaar zijn of anders doeltreffend ondoordringbaar zijn voor de bedoelde vloeistoffen.
Een absorberend incontinentieverband beschrijft een absorberend artikel dat bedoeld is om in het kruisgedeelte van een ondergoed van een drager te passen en het kledingstuk te beschermen tegen lichaamsafscheidingen, zoals urine, fecale materie en dergelijke. Dergelijke producten worden bijvoorbeeld ontworpen om bescherming te bieden aan volwassenen die aan incontinentie lijden, gelijkaardig aan luiers en broekluiers, maar zijn meestal meer discreet dan luiers en broekluiers.
Een absorberend artikel, zoals een absorberend incontinentieverband, is bij voorkeur ontworpen om aan een binnenzijde oppervlak van een ondergoed van een persoon te worden bevestigd met bv. een kledingstuk kleefstof en is ontworpen om vloeistoffen die van het lichaam worden afgescheiden, bv. urine en fecaal materiaal, te absorberen. Het absorberende artikel is een langwerpig product dat een centrale longitudinale as x-x, een centrale transversale as y-y, en een verticale as z-z heeft.
Het absorberende artikel, zoals een incontinentieverband, omvat een vloeistof permeabele topsheet of een deklaag, een vloeistof-ondoordringbaar backsheet, en een absorberende kern die tussen de topsheet en de backsheet is gepositioneerd en ingesloten.
Zoals hierin gebruikt, betekent het "lichaamsgekeerde" of "lichaamszijde" oppervlak dat oppervlak van het artikel of de component dat bedoeld is om naar of naast het lichaam van de drager te worden geschikt of geplaatst tijdens gewoon gebruik, terwijl het "uitgaand", "uitgaand gekeerd" of "kledingstuk-zijde" oppervlak aan de tegenovergestelde zijde ligt, en bedoeld is om te worden geschikt weggekeerd van het lichaam van de drager tijdens gewoon gebruik. Dergelijk uitgaand oppervlak kan worden geschikt om naar of naast de onderkleding van de drager te worden geschikt of geplaatst wanneer het absorberende artikel wordt gedragen.
De topsheet is ontworpen om in contact te staan met het lichaam van de drager en wordt typisch aangewend om de huid van de drager te helpen isoleren van vloeistoffen die vastgehouden worden in de absorberende kern. De topsheet kan geconstrueerd worden van een woven of non-woven materiaal dat eenvoudig doordringbaar is voor lichaamsvloeistoffen, zoals urine. De topsheet kan gevormd worden van zowel natuurlijke vezels, zoals houtpulp of katoenen vezels, of synthetische vezels, of een mengsel van beide. Geschikte materialen omvatten gebonden-gekaarde webben van polyester, polypropyleen, polyethyleen, nylon of andere warmte-gebonden vezels. Andere polyolefines, zoals copolymeren van polypropyleen en polyethyleen, lineaire lage densiteit polyethyleen, fijne geperforeerde filmwebben en netmaterialen, werken ook goed. Andere voorbeelden van topsheet materialen zijn poreuze schuimen, geperforeerde plastieken films, laminaten van non-woven materialen en geperforeerde filmen, etc. De materialen geschikt als topsheet materialen zouden zacht moeten zijn en niet-irriterend voor de huid en zouden eenvoudig doordringbaar moeten zijn voor lichaamsvocht, bv. urine. De topsheet kan tussen ongeveer één percent (1%) tot ongeveer zes percent (6%) van het pigment titaniumdioxide omvatten om het een schoon, wit uiterlijk te geven. Wanneer de topsheet van een spingebonden web wordt geconstrueerd, is het wenselijk om een uniforme dikte van spingebonden te gebruiken opdat het voldoende sterkte zal voorzien om te weerstaan aan trekken en scheuren tijdens gebruik.
Er moet worden opgemerkt dat de topsheet kan gecoat, gesproeid of op een andere manier kan worden behandeld met een oppervlakte-actieve component om deze hydrofiel te maken. Met "hydrofiel" wordt bedoeld dat de topsheet een sterke affiniteit voor water heeft en een contacthoek van minder dan 180 graden heeft. Wanneer de topsheet van een hydrofiel materiaal is gemaakt, zal het toelaten om de lichaamsvloeistoffen er snel doorheen te laten passeren. De topsheet kan ook in reliëf worden gemaakt om het esthetische uiterlijk van het absorberende artikel te verbeteren.
De vloeistof permeabele topsheet en de vloeistof ondoordringbare backsheet werken samen om de absorberende kern te omsluiten en ertussen te houden. De topsheet en de backsheet kunnen worden gesneden, gedimensioneerd en gevormd om een gelijklopende buitenrand te hebben. Wanneer dit wordt gedaan kunnen de topsheet en de backsheet worden gebonden in een zicht aan zicht contact om een absorberend artikel te vormen dat een perifere zegel of rand heeft. De perifere rand kan worden gevormd om een breedte van ongeveer 5 millimeter tot ongeveer 30 millimeter te hebben. De topsheet en de backsheet kunnen samen worden verbonden of verzegeld aan hun periferie door een constructiekleefstof om een unitair absorberend artikel te vormen. Als alternatief kunnen de topsheet en de backsheet samen worden gebonden door hitte, druk, door een combinatie van hitte en druk, door ultrasone middelen, enz. om een vaste hechting te vormen.
De backsheet verwijst naar een materiaal dat de buitenbedekking van het absorberende artikel vormt en is ontworpen om in contact te staan met het ondergoed van de drager tijdens gebruik. De backsheet kan een enkelvoudige laag van materiaal zijn of kan een samengestelde laag zijn die samengesteld is uit veelvoudige componenten die zij-aan-zij geassembleerd of gelamineerd zijn. De backsheet kan hetzelfde of verschillend zijn in verschillende delen van het absorberende artikel. Ten minste in de regio van het absorberende medium bestaat de backsheet uit een vloeistof ondoordringbaar materiaal in de vorm van een dunne plastieken film, bv. een polyethyleen of polypropyleenfilm, een non-woven materiaal met een vloeistof ondoordringbaar materiaal, een hydrofoob non-woven materiaal die vloeistof penetratie weerstaat, of een laminaat van een plastieken film en een non-woven materiaal. Het backsheetmateriaal kan luchtdoorlatend zijn zodanig dat waterdamp van het absorberende materiaal kan ontsnappen, terwijl vloeistoffen nog steeds verhinderend worden van er doorheen te passeren. Voorbeelden van ademende backsheetmaterialen zijn poreuze polymeerfilms, non-woven laminaten van spingebonden en smeltgeblazen lagen en laminaten van poreuze polymeerfilms en non-woven materialen.
Het absorberende artikel omvat een absorberende kern die tussen een topsheet en een vloeistof-ondoordringbare backsheet is gepositioneerd. De absorberende kern kan één of meerdere absorberende lagen omvatten. Een absorberende laag kan van diverse natuurlijke of synthetische vezels worden gemaakt zoals houtpulpvezels, maagdelijke cellulosevezels, geregenereerde cellulosevezels, katoenen vezels, turfmos, of een mengsel van pulp en andere vezels. De absorberende laag kan ook andere goed gekende materialen omvatten zoals: cellulose vezels, rayonvezels, cellulosespons, hydrofiele synthetische spons, bijvoorbeeld polyurethaan, en dergelijke. De absorberende laag kan superabsorberende materialen, zoals superabsorberende polymeer partikels, en/of geur controle additieven omvatten. Bij voorkeur omvat de absorberende laag een matrix van hydrofiele vezels, zoals een web van cellulose fluff, gemengd met deeltjes van hoog-absorptie materiaal. In bijzondere schikkingen, kan het retenti eg edeelte een mengsel van superabsorberende hydrogel-vormende deeltjes en synthetische polymeer smeltgeblazen vezels omvatten, of een mengsel van superabsorberende deeltjes met een vezelig coform materiaal dat een mengsel van natuurlijke vezels en/of synthetische polymeervezels omvat. De superabsorberende deeltjes kunnen in hoofdzaak homogeen gemengd worden met de hydrofiele vezels, of kunnen niet-uniorm worden gemengd. Bijvoorbeeld, de concentraties van superabsorberende deeltjes kunnen in een niet-stapsgewijze gradiënt doorheen een substantieel deel van de dikte van de absorberende structuur worden geschikt, met lagere concentraties naar de lichaamskant van de absorberende structuur en relatief hogere concentraties naar de buitenzijde van de absorberende structuur. De superabsorberende deeltjes kunnen ook in een algemeen discrete laag binnen de matrix van hydrofiele vezels worden geschikt. Bovendien kunnen twee of meerdere verschillende soorten superabsorberende materialen selectief op verschillende plaatsen binnen of volgens de vezelmatrix worden geschikt.
Een absorberende kern, in het bijzonder een absorberende kern die superabsorberende deeltjes omvat, omvat bij voorkeur een omslag of omhullende sheet om te verhinderen dat absorberend materiaal en superabsorberende partikels uit het afgewerkt product kunnen ontsnappen.
De absorberende laag kan andere additieven omvatten om te helpen in geurcontrole, zoals zeolieten, bakpoeder of andere conventionele geurcontrole agentia. Door openingen en spleten in de absorberende laag te hebben, kan het oppervlaktegebied van het geurcontrole agens worden verhoogd, hierdoor effectief de geurcontrole eigenschappen van de absorberende laag verhogend. Andere lagen van het absorberende artikel kunnen ook geurcontrole agentia omvatten. Wanneer de geurcontrole agentia in een laag onder de absorberende laag zitten, kunnen de geuren effectiever in contact komen met het geurcontrole agens door de aanwezigheid van de spleten en openingen. Verder kunnen de spleten en openingen ook een middel voorzien om de luchtdoorlaatbaarheid van het absorberende artikel en de absorberende laag te verbeteren, wat toelaat dat lucht eenvoudiger door de absorberende laag heen kan gaan.
Het absorberende artikel omvat bij voorkeur tegenovergesteld gepositioneerde elastisch gemaakte zijzones, die zich longitudinaal langs de zijranden van het absorberende artikel uitstrekken. Deze zijzones helpen in het verbeteren van de pasvorm van het absorberende artikel binnen een ondergoed en dienen als een mechanische barrière tegen de laterale stroom van lichaamsafscheidingen. De zijzones zijn elastisch gemaakt door elastieken. Materialen geschikt voor gebruik in het vormen van deze elastieken zijn gekend in de stand-der-techniek. Voorbeeld van dergelijke materialen zijn bundels of linten van een polymeer, elastomeer materiaal die vastgehecht worden aan het absorberend artikel aan de zijzones in een uitgerekte toestand, of die aan het absorberend artikel worden vastgemaakt terwijl het absorberend artikel geplooid is, zodat elastische samentrekkende krachten worden overgedragen op de zijzones. Voorbeelden van geschikte elastomeermaterialen die kunnen worden gebruikt omvatten polyether-polyamide blok Copolymeren, Polyurethanen, synthetische lineaire A-B-A en A-B blok copolymeren, gechloreerde rubber/EVA (ethyleen-vinylacetaat) mengsels, EPDM (ethyleen-propyleen dieen monomeer) rubbers, EPM (ethyleen-propyleen monomeer) rubbers, mengsels van EPDM/EPM/EVA, en dergelijke.
Het absorberende artikel omvat bij voorkeur één of meerdere verlengde stroken of gebieden van kledingstuk vasthechtingskleefstof die aan het bodemoppervlak van de backsheet is bevestigd. De kledingstuk vasthechtingskleefstof dient om het artikel aan het binnenste kruisgedeelte van het ondergoed van de gebruiker vast te hechten. De kledingstuk vasthechtingskleefstof laat toe om het absorberende artikel, in het bijzonder een incontinentieverband, juist te aligneren en te behouden relatief ten opzichte van de urethrale opening van de gebruiker zodat een maximale vloeistofbescherming kan verkregen worden. De kledingstuk vasthechtingskleefstof kan het volledige bodemoppervlak van de vloeistof-ondoordringbare backsheet of slechts een deel daarvan bedekken. De kledingstuk vasthechtingskleefstof kan uit een wervelingspatroon van kleefstof bestaan of kan één of meerdere stroken kleefstof zijn. De kledingstuk vasthechtingskleefstof kan ook uit een veelheid aan kleefstofpunten bestaan die willekeurig of uniform op het buitenoppervlak van de backsheet zijn geschikt. Wanneer in strookvorm, kan de kledingstuk vasthechtingskleefstof gealigneerd worden langs de centrale longitudinale as X-X van het absorberende artikel. Als alternatief kan de kledingstuk vasthechtingskleefstof aanwezig zijn als twee of meerdere van elkaar gepositioneerde aparte longitudinale stroken. De kledingstuk vasthechtingskleefstof is van dergelijke aard dat het de gebruiker toelaat het absorberende artikel te verwijderen en het, indien nodig, te herpositioneren op het ondergoed van de drager.
Om de kledingstuk vasthechtingskleefstof voorafgaand aan het gebruik tegen verontreiniging te beschermen, kan de kleefstof afgeschermd worden door een losmaakbare afpelstrook. De afpelstrook kan een wit Kraft papier zijn dat aan één kant gecoat is zodat het kan losgemaakt worden van de kleefstof. De coating kan een siliconencoating zijn, zoals een siliconenpolymeer. De afpelstrook is ontworpen om verwijderd te worden door de gebruiker vóór het vasthechten van het absorberende artikel aan het binnenste kruisgedeelte van haar ondergoed.
Het absorberend artikel kan ook bedekt worden door een buidel om het absorberend artikel van extra bescherming te voorzien. Dergelijke buidel heeft typisch grotere afmetingen dan het absorberende artikel, zodat het zich kan uitstrekken rond de randen van het absorberende artikel rond diens volledige periferie. Wanneer een buidel wordt gebruikt, wordt het absorberende artikel typisch gevouwen in drie overlappende secties langs de longitudinale lengte van het absorberend artikel ("drie-gevouwd") en dergelijk drie-gevouwd absorberend artikel kan in de buidel worden geschikt om het absorberende artikel daar hygiënisch te houden voor gebruik. Wanneer klaar voor gebruik, verwijdert een gebruiker het absorberend artikel uit de buidel, ontvouwd het verband, verwijdert de afpelstrook, indien aanwezig, en maakt het absorberend artikel vast aan het ondergoed. De buidel kan een sheet zijn van, bijvoorbeeld, papier, plastiek of een ander flexibel materiaal.
Het absorberende artikel kan extra lagen omvatten gepositioneerd tussen de topsheet en de backsheet. Het absorberende artikel kan, bijvoorbeeld, verder een transferlaag omvatten die bij voorkeur tussen de top sheet en de absorberende kern is gepositioneerd. De transferlaag voorziet typisch een goede neerwaartse, i.e. langs de z-z as, vloeistofbeweging van afgescheiden vloeistoffen van de lichaamsgekeerde topsheet naar de absorberende kern. Bovendien inhibeert de transferlaag ook de stroom van vloeistoffen van de absorberende kern terug naar in de topsheet. Dit fenomeen wordt algemeen aangeduid als her-bevochtiging. Het is belangrijk dat absorberende artikelen, zoals incontinentieverbanden, geen her-bevochtiging vertonen omdat de consument dit als een ongunstige eigenschap beschouwt. De transferlaag kan gemaakt worden van een materiaal dat een goede vloeistofoverdrächt zal voorzien. Typische materialen die als transferlaag kunnen gebruikt worden zijn spingebonden, covorm en gekaarde webben.
Het is ook mogelijk om een acquisitie en distributie laag te vervangen voor de transferlaag. Een acquisitie en distributielaag verwijst naar een onderlaag die bij voorkeur een non-woven wiklaag is onder de topsheet van een absorberend product, die het transport versnelt en de distributie van vloeistoffen over de absorberende kern verbetert. Het stroombeheersgedeelte is typisch minder hydrofiel dan de absorberende kern, en heeft de capaciteit om vloeistofstromen snel te verzamelen en tijdelijk vast te houden, en om vloeistof te transporteren van diens aanvankelijke ingangspunt naar andere delen van de absorberende kern. Deze configuratie kan helpen om te verhinderen dat de vloeistof samenvloeit en collecteert op het gedeelte van het absorberend kledingstuk gepositioneerd tegen de huid van de drager, waardoor het gevoel van vochtigheid bij de drager gereduceerd wordt. Bij voorkeur wordt het stroombeheersgedeelte gepositioneerd tussen de topsheet en de absorberende kern.
In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding een absorberend artikel, geschikt voor gebruik als absorberend incontinentieverband, omvattende een vloeistof ondoordringbare backsheet, een vloeistof permeabele topsheet, en een absorberende kern gepositioneerd tussen de topsheet en de backsheet. Het absorberende artikel omvat een voorgebied, een achtergebied en een kruisgebied dat het voorgebied en het achtergebied onderling verbindt, waarbij een longitudinale as wordt gevormd die zich uitstrekt van het voorgebied over het kruisgebied naar het achtergebied en een transversale as die over het algemeen loodrecht staat op de longitudinale as.
Het absorberende artikel volgens de onderhavige uitvinding kan extra lagen omvatten die tussen de topsheet en de backsheet zijn gepositioneerd naast de absorberende kern. Het absorberende artikel kan, bijvoorbeeld, verder een transferlaag omvatten voor het verder verbeteren van de distributie van vloeistof in de horizontale richting van het absorberende artikel. Bijkomend of in plaats van de transferlaag, kan het absorberend artikel een extra absorberende laag omvatten, waarnaar ook gerefereerd wordt als een opslaglaag, die kan gemaakt worden van cellulose fluff pulp en, optioneel, superabsorberende deeltjes of superabsorberende vezels en/of geur controlerende additieven. Bijkomend of in plaats van een transferlaag, kan het absorberende artikel volgens de onderhavige uitvinding ook een acquisitie of distributie laag omvatten.
Bij voorkeur omvat het absorberende artikel twee zijranden die substantieel langs de longitudinale as lopen en een voor- en achterrand aan respectievelijk het voor-en het achtergebied van het absorberende artikel, waarbij het absorberende artikel twee lateraal tegengestelde elastisch gemaakte zones omvat die langs minstens een deel van de zijranden van het absorberende artikel lopen. In een uitvoeringsvorm lopen de twee lateraal tegengestelde elastisch gemaakte zones bij voorkeur langs de zijranden substantieel in het kruisgebied van het absorberende artikel. In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, lopen de twee lateraal tegengestelde elastisch gemaakte zones bij voorkeur langs de zijranden substantieel in het achtergebied en minstens een deel van het kruisgebied. Deze elastisch gemaakte zones helpen bij het verbeteren van de pasvorm van het absorberende artikel in het ondergoed van een drager.
Specifiek omvat het absorberende artikel volgens de huidige uitvinding in een vlak-gelegde staat een maximum breedte-tot-lengte verhouding, bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte van het absorberende artikel zoals gemeten langs de transversale as tussen de twee zijranden van het absorberende artikel en de maximumlengte van het absorberende artikel zoals gemeten in de longitudinale richting tussen de voorrand en de achterrand van het absorberende artikel, tussen 0.2 en 0.8, bij voorkeur tussen 0.3 en 0.7.
De term "vlak-gelegde staat" is bedoeld om naar het artikel te verwijzen wanneer het wordt uitgevlakt in een vlak of substantieel wordt uitgevlakt in een vlak, in zijn uitgerekte, vlakke toestand met alle elastische samentrekkingen en vergaringen verwijderd.
In een voorkeursuitvoering omvat het absorberend artikel in een vlak-gelegde staat een maximum breedte-tot-lengte verhouding van rond 0.20, 0.21, 0.22, 0.23, 0.24, 0.25, 0.26, 0.27, 0.28, 0.29, 0.30, 0.31, 0.32, 0.33, 0.34, 0.35, 0.36, 0.37, 0.38, 0.39, 0.40, 0.41, 0.42, 0.43, 0.44, 0.45, 0.46, 0.47, 0.48, 0.49, 0.50, 0.51, 0.52, 0.53, 0.54, 0.55, 0.56, 0.57, 0.58, 0.59, 0.60, 0.61, 0.62, 0.63, 0.64, 0.65, 0.66, 0.67, 0.68, 0.69, 0.70, 0.71, 0.72, 0.73, 0.74, 0.75, 0.76, 0.77, 0.78, 0.79 of 0.80.
Er werd bevonden dat door een absorberend artikel te voorzien met een maximum breedte-tot-lengte verhouding die varieert volgens de waarden zoals voorzien in de huidige uitvinding, het absorberende artikel een geoptimaliseerde pasvorm heeft om het te voorzien in een ondergoed, waardoor het comfortabeler wordt om te dragen.
Bij voorkeur omvatten de topsheet en de backsheet substantieel dezelfde vorm en bepalen ze de afmetingen, i.e. breedte en lengte dimensies van het absorberende artikel, evenals de vorm van de voorrand, de achterrand en de zijranden van het absorberende artikel. Met andere woorden, de topsheet en de backsheet kunnen worden gesneden, gedimensioneerd en gevormd om een gelijklopende buitenrand te hebben. Bij voorkeur heeft de absorberende kern tussen de topsheet en de backsheet kleinere afmetingen, i.e. breedte en lengtedimensies, dan de topsheet en de backsheet.
In een voorkeursuitvoering omvat de maximumlengte gemeten langs de longitudinale as tussen de voorrand en de achterrand van het absorberende artikel een waarde van rond 20 cm, 21 cm, 22 cm, 23 cm, 24 cm, 25 cm, 26 cm, 27 cm, 28 cm, 29 cm, 30 cm, 31 cm, 32 cm, 33 cm, 34 cm, 35 cm, 36 cm, 37 cm, 38 cm, 39 cm, 40 cm, 41 cm, 42 cm, 43 cm, 44 cm of 45 cm, terwijl de maximumbreedte gemeten langs de transversale as tussen de twee zijranden van het absorberende artikel bij voorkeur een waarde omvat van rond 5 cm, 6 cm, 7 cm, 8 cm, 9 cm, 10 cm, 11 cm, 12 cm, 13 cm, 14 cm, 15 cm, 16 cm, 17 cm, 18 cm, 19 cm, 20 cm, 21 cm, 22 cm, 23 cm, 24 cm of 25 cm.
In een voorkeursuitvoering volgens de onderhavige uitvinding omvat de absorberende kern een breedte-tot-lengte verhouding, bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte van de absorberende kern zoals gemeten langs de transversale as en de maximumlengte van de absorberende kern zoals gemeten in de longitudinale richting, tussen 0.2 en 0.6, bij voorkeur tussen 0.3 en 0.5. In een voorkeursuitvoering omvat de absorberende kern een breedte-tot-lengte verhouding van rond 0.20, 0.21, 0.22, 0.23, 0.24, 0.25, 0.26, 0.27, 0.28, 0.29, 0.30, 0.31, 0.32, 0.33, 0.34, 0.35, 0.36, 0.37, 0.38, 0.39, 0.40, 0.41, 0.42, 0.43, 0.44, 0.45, 0.46, 0.47, 0.48, 0.49, 0.50, 0.51, 0.52, 0.53, 0.54, 0.55, 0.56, 0.57, 0.58, 0.59 of 0.60. Door een absorberend artikel met een absorberende kern te voorzien met een breedte-tot-lengte verhouding die varieert volgens de waarden zoals voorzien in de huidige uitvinding, is een absorberende kern optimaal aangepast om te passen in een ondergoed en om lichaamsvloeistoffen te absorberen die van het lichaam worden afgescheiden, zoals urine of fecale materie.
In een voorkeursuitvoering omvat de maximumlengte van de absorberende kern gemeten langs de longitudinale as een waarde van rond 20 cm, 21 cm, 22 cm, 23 cm, 24 cm, 25 cm, 26 cm, 27 cm, 28 cm, 29 cm, 30 cm, 31 cm, 32 cm, 33 cm, 34 cm, 35 cm, 36 cm, 37 cm, 38 cm, 39 cm of 40 cm, terwijl de maximumbreedte van de absorberende kern gemeten langs de transversale as bij voorkeur een waarde van rond 5 cm, 6 cm, 7 cm, 8 cm, 9 cm, 10 cm, 11 cm, 12 cm, 13 cm, 14 cm of 15 cm omvat.
In een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding vertoont het absorberende artikel een substantiële tweezijdige symmetrie met betrekking tot de longitudinale as. Het gebruik van een absorberend artikel met dit type van symmetrie helpt verder in het verbeteren van de pasvorm van het artikel in een ondergoed.
In een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding varieert de breedte van het absorberende artikel in een vlak-gelegde staat, gemeten langs de transversale as tussen de twee zijranden van het absorberende artikel, niet substantieel langs de longitudinale as, resulterend in een absorberend artikel met een in hoofdzaak rechthoekige configuratie langs de longitudinale as. Dit type van configuratie van het absorberende artikel wordt bij voorkeur gecombineerd met een absorberende kern waarbij de maximumbreedte van de absorberende kern in het voorgebied en/of het achtergebied van het absorberende artikel is gepositioneerd en de minimumbreedte van de absorberende kern gemeten in het kruisgebied van het absorberende artikel, kleiner is dan de maximumbreedte van de absorberende kern in het voorgebied en het achtergebied, resulterend in een absorberende kern met een in hoofzaak hondenbeen of zandloperconfiguratie van de absorberende kern langs de longitudinale as. Bij voorkeur heeft de absorberende kern hierbij een kruisgebied breedte-tot-lengte verhouding, bepaald door de verhouding tussen de minimumbreedte van de absorberende kern zoals gemeten langs de transversale as in het kruisgebied van het absorberende artikel en de maximumlengte van de absorberende kern zoals gemeten in de longitudinale richting, een waarde tussen 0.1 en 0.5, meer bij voorkeur een waarde tussen 0.2 en 0.4. In een voorkeursuitvoering omvat de absorberende kern, met een in hoofdzaak hondenbeen- of zandloperconfiguratie, een kruisgebied breedte-tot-lengte verhouding van rond 0.10, 0.11, 0.12, 0.13, 0.14, 0.15, 0.16, 0.17, 0.18, 0.19, 0.20, 0.21, 0.22, 0.23, 0.24, 0.25, 0.26, 0.27, 0.28, 0.29, 0.30, 0.31, 0.32, 0.33, 0.34, 0.35, 0.36, 0.37, 0.38, 0.39, 0.40, 0.41, 0.42, 0.43, 0.44, 0.45, 0.46, 0.47, 0.48, 0.49 of 0.50.
In een voorkeursuitvoering omvat de maximumlengte van de absorberende kern gemeten langs de longitudinale as een waarde van rond 20 cm, 21 cm, 22 cm, 23 cm, 24 cm, 25 cm, 26 cm, 27 cm, 28 cm, 29 cm, 30 cm, 31 cm, 32 cm, 33 cm, 34 cm, 35 cm, 36 cm, 37 cm, 38 cm, 39 cm of 40 cm, terwijl de minimumbreedte van de absorberende kern, met een in hoofdzaak hondenbeen- of zandloperconfiguratie, gemeten langs de transversale as in het kruisgebied van het absorberende artikel bij voorkeur een waarde omvat van rond 1 cm, 2 cm, 3 cm, 4 cm, 5 cm, 6 cm, 7 cm, 8 cm, 9 cm, 10 cm, 11 cm, 12 cm, 13 cm, 14 cm of 15 cm.
Een typische schikking van een hondenbeen- of zandloperconfiguratie omvat twee "lobben" gevormd in het voorgebied en het achtergebied van het absorberende artikel, onderling verbonden met een smal gedeelte, vertegenwoordigd door het kruisgebied. De vorm van de randen van deze "lobben" kan om het even welke vorm hebben, zoals afgeronde randen, rechte randen, enz. Een absorberende kern met een in hoofzaak hondenbeen- of zandloperconfiguratie is gewoonlijk comfortabeler om te dragen dan een absorberende kern met een in hoofdzaak rechthoekige configuratie. De maximumbreedte van de absorberende kern gemeten in het voorgebied en het achtergebied kan dezelfde zijn, of de maximumbreedte kan alleen in het voorgebied of het achtergebied gepositioneerd zijn, hierbij een grotere "lob" in respectievelijk het voorgebied of achtergebied voorziend. Het komt vaak voor om een grotere "lob" in het achtergebied van absorberende artikelen te voorzien die bedoeld zijn om tijdens de nacht te worden gebruikt, wanneer de drager vaak op zijn achter ligt, resulterend in een grotere stroom van lichamelijke excreties naar het achtergebied van het absorberende artikel. Het voorzien van een grotere "lob" in het achtergebied helpt hierbij ongewenste lekkage tijdens dergelijk scenario te verhinderen. Nochtans, voor absorberende artikelen die bedoeld zijn om tijdens de dag te worden gebruikt, zoals vaak het geval is voor gevormde incontinentieverbanden, kan een grotere lob in het voorgebied voorzien worden dan in het achtergebied, aangezien tijdens de dag micties eerder in het voorgebied zullen voorkomen.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de maximumbreedte van het absorberende artikel gemeten langs de transversale as tussen de twee zijranden van het absorberende artikel, zoals gemeten in het achtergebied van het absorberende artikel kleiner dan de maximumbreedte zoals gemeten in het kruisgebied van het absorberende artikel, welke maximumbreedte in het kruisgebied kleiner is dan de maximumbreedte zoals gemeten in het voorgebied van het absorberende artikel, resulterend in een absorberend artikel met een in hoofdzaak trapeziumvorm uitgerekt langs de longitudinale as. Dit type van configuratie, waarbij het absorberende artikel smaller wordt naar het achtergebied van het absorberende artikel, helpt in het verbeteren van de pasvorm van het absorberende artikel in ondergoed en is bij voorkeur gecombineerd met een absorberende kern die ook een in hoofdzaak trapeziumvorm heeft langs de longitudinale as, substantieel de voorrand, achterrand en zijranden van het absorberende artikel volgend, dergelijke configuratie verbetert het absorberen van micties die het meest waarschijnlijk in het voor- en/of kruisgebied zullen voorkomen.
In een voorkeursuitvoering is de topsheet voorzien van een reliëf dat het absorberende artikel een algemeen beter uiterlijk geeft en kanalen voorziet waar vloeibare uitscheidingen kunnen verzamelen. Dit helpt in het uitspreiden van de afgescheiden vloeistoffen van het lichaam over de topsheet en laat een meer optimaal gebruik van de absorberende kern, gepositioneerd onder de topsheet, toe. Het reliëf kan om het even welk type van vorm omvatten, zoals punten, parels, wervels, lijnen, bladeren, bloemen, enz.
In een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is de backsheet voorzien van minstens één vasthechtingskleefstofstrook langs de longitudinale as aan de kant van de backsheet tegengesteld aan de kant van de backsheet die naar de absorberende kern is gekeerd, geschikt om het absorberende artikel aan een oppervlak, zoals een ondergoed, vast te hechten.
In een voorkeursuitvoering van de huidige uitvinding is de vasthechtingskleefstofstrook bedekt met een afpelstrook, waardoor de minstens één vasthechtingskleefstofstrook beschermd wordt voorafgaand aan het gebruik van het absorberende artikel. Bij voorkeur is de afpelstrook voorzien van tekeningen aan de kant van de afpelstrook tegengesteld aan de kant van de afpelstrook gekeerd naar de minstens één vasthechtingskleefstofstrook, wat de afpelstrook over het algemeen meer aantrekkelijk maakt en een goede aanwijzing voorziet waar de afpelstrook op het artikel gelegen is. Bij voorkeur is de afpelstrook voorzien van geregistreerde tekeningen. De afpelstrook is ontworpen om verwijderd te worden door de gebruiker vóór het vasthechten van het absorberende artikel aan het binnenste kruisgedeelte van het ondergoed van de drager.
Bij voorkeur is het absorberende artikel voorzien van minstens één vasthechtingskleefstofstrook die bedekt is met een afpelstrook, omringd door een buidel om extra bescherming te bieden aan het absorberende artikel. Dergelijke buidel is gekend door een persoon bekwaam in de stand-der-techniek en heeft typisch grotere afmetingen dan het absorberende artikel, zodat het zich kan uitstrekken rond de randen van het absorberende artikel rond diens volledige periferie. Wanneer een buidel wordt gebruikt, wordt het absorberende artikel typisch gevouwen in drie overlappende secties langs de longitudinale lengte van het absorberende artikel ("drie-gevouwd") en dergelijk drie-gevouwd absorberende artikel kan in de buidel worden geschikt om het absorberend artikel daar hygiënisch te houden voor gebruik. Wanneer klaar voor gebruik, verwijdert een gebruiker het absorberende artikel uit de buidel, ontvouwd het absorberende artikel, verwijdert de afpelstrook, en maakt het absorberende artikel vast aan het ondergoed. De buidel kan een sheet zijn van, bijvoorbeeld, papier, plastiek of een ander flexibel materiaal.
In een verder aspect voorziet de onderhavige uitvinding een methode voor het vervaardigen van een absorberend artikel, omvattende de stappen van: het voorzien van een topsheet, een backsheet en een absorberende kern. De methode omvat verder de stap van het combineren van de topsheet, de backsheet en de absorberende kern, waarbij de absorberende kern tussen de topsheet en de backsheet is gepositioneerd, hierbij twee zijranden en een voorrand en een achterrand vormend, en het voorzien van twee lateraal tegengestelde elastisch gemaakte zones die langs minstens een deel van de zijranden lopen, hierbij resulterend in een absorberend artikel met een maximum breedte-tot-lengte verhouding, bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte van het absorberende artikel zoals gemeten langs de transversale as en de maximumlengte van het absorberende artikel zoals gemeten in de longitudinale richting, omvattende in een vlak-gelegde staat een waarde tussen 0.2 en 0.8, bij voorkeur tussen 0.3 en 0.7. In een voorkeursuitvoering omvat het absorberende artikel een maximum breedte-tot-lengte verhouding van rond 0.20, 0.21, 0.22, 0.23, 0.24, 0.25, 0.26, 0.27, 0.28, 0.29, 0.30, 0.31, 0.32, 0.33, 0.34, 0.35, 0.36, 0.37, 0.38, 0.39, 0.40, 0.41, 0.42, 0.43, 0.44, 0.45, 0.46, 0.47, 0.48, 0.49, 0.50, 0.51, 0.52, 0.53, 0.54, 0.55, 0.56, 0.57, 0.58, 0.59, 0.60, 0.61, 0.62, 0.63, 0.64, 0.65, 0.66, 0.67, 0.68, 0.69, 0.70, 0.71, 0.72, 0.73, 0.74, 0.75, 0.76, 0.77, 0.78, 0.79 of 0.80.
In een voorkeursuitvoering omvat de maximumlengte van het absorberende artikel langs de longitudinale as een waarde van rond 20 cm, 21 cm, 22 cm, 23 cm, 24 cm, 25 cm, 26 cm, 27 cm, 28 cm, 29 cm, 30 cm, 31 cm, 32 cm, 33 cm, 34 cm, 35 cm, 36 cm, 37 cm, 38 cm, 39 cm, 40 cm, 41 cm, 42 cm, 43 cm, 44 cm of 45 cm, terwijl de maximumbreedte van het absorberende artikel gemeten langs de transversale as bij voorkeur een waarde omvat van rond 5 cm , 6 cm, 7 cm, 8 cm, 9 cm, 10 cm, 11 cm, 12 cm, 13 cm, 14 cm, 15 cm, 16 cm, 17 cm, 18 cm, 19 cm, 20 cm, 21 cm, 22 cm, 23 cm, 24 cm of 25 cm.
In een voorkeursuitvoering omvat de methode verder de stap van het voorzien van een reliëf op de topsheet.
Bij voorkeur omvat de methode verder de stap van het voorzien van minstens één vasthechtingskleefstofstrook langs de longitudinale as aan de kant van de backsheet tegengesteld aan de kant van de backsheet die naar de absorberende kern is gekeerd, bij voorkeur gecombineerd met de stap van het bedekken van de minstens één vasthechtingskleefstofstrook met een afpelstrook. Bij voorkeur omvat de methode verder de stap van het omringen van het absorberende artikel met een buidel.
In wat volgt worden de uitvinding en de verdere uitvoeringsvormen beschreven met betrekking tot de figuren. Deze zijn niet bedoeld om, noch mogen deze geïnterpreteerd worden om, de beschermingsomvang van de uitvinding te beperken.
Fig. 1 illustreert een uitvoeringsvorm van een absorberend artikel volgens de onderhavige uitvinding, hier een absorberend incontinentieverband (1) voorstellend, die een lichaamsgekeerde kant weergeeft, i.e. de kant van het verband die in contact staat met de drager tijdens gebruik. Het incontinentieverband (1) omvat een voorgebied (7), een achtergebied (5) en een kruisgebied (6) dat het voorgebied en het achtergebied onderling verbindt. Een longitudinale as (L) wordt getoond welke zich van het voorgebied over het kruisgebied naar het achtergebied uitstrekt. De transversale as (T), die over het algemeen loodrecht is op de longitudinale as, wordt ook getoond, lopende van links naar rechts.
Het incontinentieverband (1) omvat verder een vloeistof permeabele topsheet (2), een vloeistof ondoordringbare backsheet (3) geassocieerd met de topsheet (2), en een absorberende kern (4; aangeduid met de gestippelde lijn) gepositioneerd tussen topsheet(2) en backsheet(3).
De topsheet (2) en de backsheet (3) volgens deze uitvoeringsvorm omvatten dezelfde vorm en bepalen de afmetingen, i.e. de breedte en de lengte van het incontinentieverband (1), welk incontinentieverband (1) twee zijranden (IA) en een voor- (1B) en een achterrand (IC) omvat aan respectievelijk het voor- (7) en het achtergebied (5) van het incontinentieverband (1).
De breedte van het incontinentieverband (1), zijnde de afstand tussen de twee zijranden (IA) van het incontinentieverband gemeten langs de transversale as (T), varieert niet substantieel langs de longitudinale as (L), resulterend in een incontinentieverband met een hoofdzaak rechthoekige configuratie.
In deze uitvoeringsvorm omvat de maximum breedte-tot-lengte verhouding van het incontinentieverband (1), bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte (Υι,μαχ) van het incontinentieverband (1) zoals gemeten langs de transversale as (T) tussen de twee zijranden (IA) van het incontinentieverband (1) en de maximumlengte (Xi) van het incontinentieverband (1) zoals gemeten in de longitudinale richting (L) tussen de voorrand (1B) en de achterrand (IC) van het incontinentieverband (1), een waarde van rond 0.37.
In deze specifieke uitvoeringsvorm varieert de breedte van de absorberende kern (4), gemeten langs de transversale as (T), langs de longitudinale as (L). De maximumbreedte (Y4, max) van de absorberende kern (4) is gepositioneerd in het voorgebied (7) en het achtergebied (5) van het incontinentieverband (1) en een minimumkruisbreedte (Y4,min), bepaald door de minimumbreedte van de absorberende kern (4) gemeten in het kruisgebied (6) van het incontinentieverband (1), is kleiner dan de maximumbreedte (Y4,max) in het voorgebied en het achtergebied van de absorberende kern (4), resulterend in een absorberende kern (4) met een in hoofdzaak hondenbeen- of zandloperconfiguratie langs de longitudinale as.
De absorberende kern (4) omvat een breedte-tot-lengte verhouding, bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte (Y4,max) van de absorberende kern (4) zoals gemeten langs de transversale as (T) en de maximumlengte (X4) van absorberende kern (4) zoals gemeten in de longitudinale richting (L), omvattende een waarde van rond 0.32 en een kruisgebied breedte-tot-lengte verhouding, bepaald door de verhouding tussen de minimumbreedte (Y4,min) van de absorberende kern (4) gemeten in het kruisgebied (6) langs de transversale as (T) en de maximumlengte (X4) van de absorberende kern (4) zoals gemeten in de longitudinale richting (L), omvattende een waarde van rond 0.25.
De topsheet (2) volgens deze uitvoeringsvorm is voorzien van een reliëf (9) in de vorm van punten.
Langs de zijranden (IA), substantieel in het kruisgebied (6) van het incontinentieverband (1), zijn twee lateraal tegengestelde elastisch gemaakte zones (8, gestreept gebied) voorzien aan het incontinentieverband (1) voor een verbeterde pasvorm van het incontinentieverband (1) in een ondergoed.
Het incontinentieverband (1) volgens deze uitvoeringsvorm omvat verder een vasthechtingskleefstofstrook (niet zichtbaar) op het oppervlak van de backsheet (3) die weg van het lichaam van de drager is gekeerd tijdens gebruik, die substantieel langs de volledige longitudinale lengte van het incontinentieverband (1) loopt. Een afpelstrook (niet zichtbaar) is ook voorzien om de vasthechtingskleefstofstrook te bedekken.
Fig. 2 illustreert een andere uitvoeringsvorm van een absorberend artikel volgens de onderhavige uitvinding, hier een incontinentieverband (10) voorstellend, waarbij de lichaamsgekeerde kant van het verband weergeven wordt.
Het incontinentieverband (10) omvat een achtergebied (11), een voorgebied (13) en een kruisgebied (12), dat het voor- en achtergebied onderling verbindt. Een longitudinale as (L) wordt getoond welke zich van het voorgebied over het kruisgebied naar het achtergebied uitstrekt. De transversale as (T), die over het algemeen loodrecht is op de longitudinale as, wordt ook getoond, lopende van links naar rechts.
Het incontinentieverband (10) omvat verder een vloeistof permeabele topsheet (14), een vloeistof ondoordringbare backsheet (15) geassocieerd met de topsheet (14), en een absorberende kern (16; aangeduid met de stippellijn) gepositioneerd tussen de topsheet (14) en de backsheet (15).
De topsheet (14) en de backsheet (15) volgens deze uitvoeringsvorm omvatten dezelfde vorm en bepalen de afmetingen, i.e. de breedte en de lengte, van het incontinentieverband (10), welk incontinentieverband (10) twee zijranden (10A) en een achter- (10B) en voorrand (IOC) omvat aan respectievelijk het achter- (11) en het voorgebied (13) van het incontinentieverband (10).
De breedte van het incontinentieverband (10), zijnde de afstand tussen de twee zijranden (10A) van het incontinentieverband (10) zoals gemeten langs de transversale as (T), varieert langs de longitudinale as (L). De maximumbreedte van het incontinentieverband (10) gemeten langs de transversale as (T) tussen de twee zijranden (10A) van het incontinentieverband (10) zoals gemeten in het achtergebied (11) van het incontinentieverband (10) is kleiner dan de maximumbreedte zoals gemeten in het kruisgebied (12) van het incontinentieverband (10), welke maximumbreedte in het kruisgebied (12) kleiner is dan de maximumbreedte (Υιο,μαχ) zoals gemeten in het voorgebied (13) van het incontinentieverband (10), resulterend in een incontinentieverband (10) met een in hoofdzaak trapeziumvorm vorm uitgerekt langs de longitudinale as (L).
In deze uitvoeringsvorm omvat de maximum breedte-tot-lengte verhouding van het incontinentieverband (10), bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte (Υιο,μαχ) van het incontinentieverband (10) zoals gemeten langs de transversale as (T) tussen de twee zijranden (10A) van het incontinentieverband (10) en de maximumlengte (Xio) van het incontinentieverband (10) zoals gemeten in de longitudinale richting (L) tussen de voorrand (10B) en de achterrand (10C) van het incontinentieverband (10), een waarde van rond 0.62.
In deze specifieke uitvoeringsvorm vertoont de absorberende kern (16) ook een in hoofdzaak trapeziumvorm uitgerekt langs de longitudinale as (L), substantieel de randen (10 A-C) van het verband (10) volgend. De absorberende kern (16) omvat een breedte-tot-lengte verhouding, bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte (Yi6,max) van de absorberende kern (16) zoals gemeten langs de transversale as (T) en de maximumlengte (Χιβ) van de absorberende kern (16) zoals gemeten in de longitudinale richting (L), een waarde van rond 0.46.
Langs de zijranden (10A), substantieel in het voorgebied (13) en een deel van het kruisgebied (12) van het incontinentieverband (10), zijn twee lateraal tegengestelde elastisch gemaakte zones (17) voorzien aan het incontinentieverband (10), hier gevormd door twee elastische draden voorzien tussen de topsheet (14) en de backsheet (15) aan elke zijrand (10A), voor betere pasvorm van het incontinentieverband (10) in een ondergoed.
Het incontinentieverband (10) volgens deze uitvoeringsvorm omvat verder één vasthechtingskleefstofstrook (niet zichtbaar) op het oppervlak van de backsheet (24) weg van het lichaam van de drager gekeerd tijdens gebruik. Een afpelstrook (niet zichtbaar) is ook voorzien voor het bedekken van de vasthechtingskleefstofstrook.
Fig. 3 voorziet een perspectief zijaanzicht op het incontinentieverband (10) van Fig. 2 tijdens gebruik, i.e. de elastische zijzones 17 langs de zijranden (10A) zijn in hun samengetrokken toestand, hierbij een goede pasvorm van het verband (10) in een ondergoed voorziend. Het achtergebied (11) van het incontinentieverband (10) is substantieel gepositioneerd aan de rug van de drager tijdens gebruik en het voorgebied (13) is substantieel aan de voorzijde van de drager gepositioneerd tijdens gebruik. Het kruisgebied (12) is substantieel gepositioneerd tussen de benen van de drager tijdens gebruik. Verdere is de topsheet (14) en de backsheet (15) zichtbaar, alsook de achterrand (10B) en de voorrand (10C) van het incontinentieverband (10).
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Absorberend artikel, geschikt voor gebruik als absorberend incontinentieverband, omvattende een vloeistof ondoordringbare backsheet, een vloeistof permeabele topsheet, en een absorberende kern gepositioneerd tussen de topsheet en de backsheet, het absorberende artikel heeft een voorgebied, een achtergebied en een kruisgebied dat het voor- en het achtergebied onderling verbindt, een longitudinale as die zich uitstrekt van het voorgebied over het kruisgebied naar het achtergebied en een transversale as die over het algemeen loodrecht is op de longitudinale as, waarbij het absorberende artikel twee zijranden omvat die substantieel langs de longitudinale as lopen en een voor-en een achterrand aan respectievelijk het voor- en achtergebied, waarbij het absorberende artikel twee lateraal tegengestelde elastisch gemaakte zones omvat die langs minstens een deel van de zijranden van het absorberende artikel lopen met het kenmerk, dat het absorberende artikel in een vlak-gelegde staat een maximum breedte-tot-lengte verhouding omvat, bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte van het absorberende artikel zoals gemeten langs de transversale as tussen de twee zijranden van het absorberende artikel en de maximumlengte van het absorberende artikel zoals gemeten in de longitudinale richting tussen de voorrand en de achterrand van het absorberende artikel, tussen 0.2 en 0.8, bij voorkeur tussen 0.3 en 0.7.
  2. 2. Absorberend artikel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de absorberende kern een breedte-tot-lengte verhouding omvat, bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte van de absorberende kern zoals gemeten langs de transversale as en de maximumlengte van de absorberende kern zoals gemeten in de longitudinale richting, tussen 0.2 en 0.6, bij voorkeur tussen 0.3 en 0.5.
  3. 3. Absorberend artikel volgens om het even welke van vorige conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat het absorberende artikel een substantiële tweezijdige symmetrie vertoont met betrekking tot de longitudinale as.
  4. 4. Absorberende artikel volgens om het even welke van vorige conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van het absorberende artikel in een vlak-gelegde staat gemeten langs de transversale as tussen de twee zijranden van het absorberende artikel, niet substantieel varieert langs de longitudinale as, resulterend in een absorberend artikel met een in hoofdzaak rechthoekige configuratie langs de longitudinale as.
  5. 5. Absorberende artikel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de maximumbreedte van de absorberende kern gepositioneerd is in het voorgebied en/of het achtergebied van het absorberende artikel en dat de minimumbreedte van de absorberende kern gemeten in het kruisgebied van het absorberende artikel kleiner is dan de maximumbreedte van de absorberende kern in het voorgebied en het achtergebied, resulterend in een absorberende kern met een in hoofzaak hondenbeen- of zandloperconfiguratie langs de longitudinale as, waarbij een kruisgebied breedte-tot-lengte verhouding van de absorberende kern, bepaald door de verhouding tussen de minimumbreedte van de absorberende kern zoals gemeten langs de transversale as in het kruisgebied van het absorberend artikel en de maximumlengte van de absorberende kern zoals gemeten in de longitudinale richting, een waarde omvat tussen 0.1 en 0.5, liever een waarde tussen 0.2 en 0.4.
  6. 6. Absorberende artikel volgens om het even welke van vorige conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de maximumbreedte van het absorberende artikel in een vlak-gelegde staat gemeten langs de transversale as tussen de twee zijranden van het absorberende artikel, zoals gemeten in het achtergebied van het absorberende artikel kleiner is dan de maximumbreedte zoals gemeten in het kruisgebied van het absorberende artikel, welke maximumbreedte in het kruisgebied kleiner is dan de maximumbreedte zoals gemeten in het voorgebied van het absorberende artikel, resulterend in een absorberend artikel met een in hoofdzaak trapeziumvorm uitgerekt langs de longitudinale as.
  7. 7. Absorberende artikel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de absorberende kern een in hoofdzaak trapeziumvorm heeft uitgerekt langs de longitudinale as, substantieel de voorrand, achterrand en zijranden van het absorberende artikel volgend.
  8. 8. Absorberend artikel volgens om het even welke van vorige conclusies, met het kenmerk, dat de topsheet is voorzien van een reliëf.
  9. 9. Absorberend artikel volgens om het even welke van vorige conclusies, met het kenmerk, dat de backsheet voorzien is van minstens één vasthechtingskleefstofstrook langs de longitudinale as aan de kant van de backsheet tegengesteld aan de kant van de backsheet gekeerd naar absorberende kern, geschikt om het absorberende artikel aan een oppervlak, zoals een ondergoed, vast te hechten.
  10. 10. Absorberende artikel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat voorgenoemde minstens één vasthechtingskleefstofstrook met een afpelstrook bedekt is.
  11. 11. Absorberende artikel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat bovengenoemde afpelstrook voorzien is van tekeningen aan de kant van de afpelstrook tegengesteld aan de kant van de afpelstrook die gekeerd is naar de minstens één vasthechtingskleefstofstrook.
  12. 12. Absorberend artikel volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het absorberende artikel omringd is door een buidel.
  13. 13. Methode voor het synthetiseren van een absorberend artikel volgens om het even welke van vorige conclusies 1-12, omvattende de volgende stappen: a. Het voorzien van een topsheet; b. Het voorzien van een backsheet; c. Het voorzien van een absorberende kern; d. Het combineren van topsheet, backsheet en absorberende kern, waarbij de absorberende kern gepositioneerd is tussen de topsheet en de backsheet, hierbij twee zijranden en een voorrand en een achterrand vormend en het voorzien van twee lateraal tegengestelde elastisch gemaakte zones die langs minstens een deel van de zijranden lopen, hierbij resulterend in een absorberend artikel met een maximum breedte-tot-lengte verhouding, bepaald door de verhouding tussen de maximumbreedte van het absorberende artikel zoals gemeten langs de transversale as en de maximumlengte van het absorberende artikel zoals gemeten in de longitudinale richting, in een vlak-gelegde staat een waarde omvat tussen 0.2 en 0.8, bij voorkeur tussen 0.3 en 0.7.
  14. 14. De methode volgens conclusie 13, verder omvattende de stap van het voorzien van een reliëf op de topsheet.
  15. 15. Methode volgens conclusie 13 of 14, verder omvattende de stap van het voorzien van minstens één vasthechtingskleefstofstrook langs de longitudinale as aan de kant van de backsheet tegengesteld aan de kant van de backsheet gekeerd naar de absorberende kern, bij voorkeur gecombineerd met de stap van het bedekken van voorgenoemde minstens één vasthechtingskleefstofstrook met een afpelstrook, bij voorkeur omvat bovengenoemde methode verder de stap van het omringen van het absorberende artikel door een buidel.
BE2014/5142A 2014-09-18 2014-12-22 Anatomisch gevormd middel BE1022295B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP14185277 2014-09-18
EP14185277.2 2014-09-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022295B1 true BE1022295B1 (nl) 2016-03-14

Family

ID=51564540

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/5142A BE1022295B1 (nl) 2014-09-18 2014-12-22 Anatomisch gevormd middel

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022295B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4004729A1 (de) * 1989-02-15 1990-08-16 Johnson & Johnson Wegwerfbare hygienebinde
US5486168A (en) * 1989-11-17 1996-01-23 Molnlycke Ab Incontinence guard for men
WO2001010372A1 (en) * 1999-08-09 2001-02-15 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Elasticized absorbent pad
EP2246017A1 (en) * 2009-04-30 2010-11-03 Attends Healthcare AB Absorbent article

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4004729A1 (de) * 1989-02-15 1990-08-16 Johnson & Johnson Wegwerfbare hygienebinde
US5486168A (en) * 1989-11-17 1996-01-23 Molnlycke Ab Incontinence guard for men
WO2001010372A1 (en) * 1999-08-09 2001-02-15 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Elasticized absorbent pad
EP2246017A1 (en) * 2009-04-30 2010-11-03 Attends Healthcare AB Absorbent article

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1025295B1 (nl) Absorberende kern, artikels bevattende deze kern, en methoden om te maken
BE1026999B1 (nl) Absorberende artikelen en methoden om te maken
BE1026588B1 (nl) Elastisch gemaakt absorberend artikel
WO2018122117A1 (en) Absorbent core, articles comprising said core, and methods of making
BE1025021B1 (nl) Elastisch gemaakt absorberend artikel
BE1022295B1 (nl) Anatomisch gevormd middel
BE1025209B1 (nl) Elastisch gemaakt absorberend artikel
BE1022527B1 (nl) Absorberende broekluier
BE1022415B1 (nl) Absorberend luier kledingstuk
BE1022537B1 (nl) Absorberend broekluier artikel
BE1022643B1 (nl) Absorberend baby luier artikel
BE1022684B1 (nl) Geoptimaliseerde vasthechtingsmiddelen
BE1028229B1 (nl) Absorberende artikelen en productiewerkwijzen
BE1022223B1 (nl) Absorberend artikel met onderscheidingsteken
EP4183382A1 (en) Array of disposable absorbent articles
BE1022995B1 (nl) Verbeterde pasvorm ratio
BE1022582B1 (nl) Absorberend vrouwelijk hygiene artikel
BE1023096B1 (nl) Verbeterde visuele begeleidingsmiddelen

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160314

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171231