BE1025209B1 - Elastisch gemaakt absorberend artikel - Google Patents

Elastisch gemaakt absorberend artikel Download PDF

Info

Publication number
BE1025209B1
BE1025209B1 BE2017/0135A BE201700135A BE1025209B1 BE 1025209 B1 BE1025209 B1 BE 1025209B1 BE 2017/0135 A BE2017/0135 A BE 2017/0135A BE 201700135 A BE201700135 A BE 201700135A BE 1025209 B1 BE1025209 B1 BE 1025209B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
axis
elastic
absorbent article
absorbent
core
Prior art date
Application number
BE2017/0135A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025209A1 (nl
Inventor
Thomas Heege
Helen Assenheimer
Hans Hufnagel
Toon Coppejans
Original Assignee
Ontex Bvba
Ontex Group Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ontex Bvba, Ontex Group Nv filed Critical Ontex Bvba
Publication of BE1025209A1 publication Critical patent/BE1025209A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025209B1 publication Critical patent/BE1025209B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/15Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators
    • A61F13/45Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators characterised by the shape
    • A61F13/49Absorbent articles specially adapted to be worn around the waist, e.g. diapers
    • A61F13/49007Form-fitting, self-adjusting disposable diapers
    • A61F13/49009Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means
    • A61F13/49011Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means the elastic means is located at the waist region
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/15Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators
    • A61F13/45Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators characterised by the shape
    • A61F13/49Absorbent articles specially adapted to be worn around the waist, e.g. diapers
    • A61F13/49007Form-fitting, self-adjusting disposable diapers
    • A61F13/49009Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means
    • A61F13/49011Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means the elastic means is located at the waist region
    • A61F13/49012Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means the elastic means is located at the waist region the elastic means being elastic panels
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/15Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators
    • A61F13/45Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators characterised by the shape
    • A61F13/49Absorbent articles specially adapted to be worn around the waist, e.g. diapers
    • A61F13/49007Form-fitting, self-adjusting disposable diapers
    • A61F13/49009Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means
    • A61F13/49014Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means the elastic means is located at the side panels
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/15Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators
    • A61F13/45Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators characterised by the shape
    • A61F13/49Absorbent articles specially adapted to be worn around the waist, e.g. diapers
    • A61F13/49007Form-fitting, self-adjusting disposable diapers
    • A61F13/49009Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means
    • A61F13/49014Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means the elastic means is located at the side panels
    • A61F13/49015Form-fitting, self-adjusting disposable diapers with elastic means the elastic means is located at the side panels the elastic means being elastic panels
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/15Absorbent pads, e.g. sanitary towels, swabs or tampons for external or internal application to the body; Supporting or fastening means therefor; Tampon applicators
    • A61F13/56Supporting or fastening means
    • A61F13/5622Supporting or fastening means specially adapted for diapers or the like
    • A61F13/5633Supporting or fastening means specially adapted for diapers or the like open type diaper

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Absorbent Articles And Supports Therefor (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)

Abstract

Absorberend artikel, bij voorkeur een luier, dat een longitudinale as heeft en een transversale as, die omvat een elastisch taillebandelement dat is gepositioneerd op het achterste taillegebied tussen het paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen en dat zich uitstrekt langs een as die evenwijdig is aan de transversale as, waarbij het elastische tailleband element is gepositioneerd op een tweede afstand vanaf de achterste transversale rand en een derde afstand vanaf de absorberende kern, waarbij het elastische tailleband element eindigt nabij alle tegenoverliggende longitudinale randen van het frame over een vierde afstand, en waarbij het elastische tailleband element een breedte heeft die zich evenwijdig uitstrekt aan de longitudinale as en een lengte die zich evenwijdig uitstrekt aan de transversale as en de achterste transversale rand. Hierbij is de tweede afstand groter dan de derde afstand en is de breedte groter dan 25% van de lengte van de eerste longitudinale rand.

Description

ELASTISCH GEMAAKT ABSORBEREND ARTIKEL
TECHNISCH GEBIED
De uitvinding heeft betrekking op het technische gebied van absorberende sanitaire producten. In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een absorberend artikel voor het absorberen van fluïden van het lichaam en exsudaten, zoals urine en fecaal materiaal. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op absorberende kledingstukken, zoals wegwerpluiers, bijvoorbeeld voor baby's, die zijn ingericht voor het verzamelen en vasthouden van fecaal materiaal en voor het voorkomen van lekken.
ACHTERGROND
Wegwerpluiers omvatten doorgaans een frame dat een bovenste vel heeft dat vloeistoffen doorlaat, een achterste vel dat voor vloeistof ondoordringbaar is en een absorberende structuur die is ingeklemd tussen het bovenste vel en het achterste vel. Het frame heeft een voorste lichaamspaneel, dat zich, in gebruik, uitstrekt over de maag en en voorste heupgebied van de gebruiker, en een achterste lichaamspaneel, dat zich, in gebruik, uitstrekt over de rug en het achterste heupgebied van de gebruiker. Elk van de panelen van het lichaam heeft een taillegedeelte, zodanig dat, wanneer de luier is vastgemaakt rond de taille van de gebruiker, de taillegedeelten voorzien in een doorlopende omsluiting van de gebruiker. Teneinde de luier te bevestigen rond de taille van een gebruiker wordt doorgaans een bevestigingssysteem gebruikt dat bevestigingslippen omvat. Bevestigingslippen kunnen zijn voorzien op zijpanelen die zich uitstrekken vanaf laterale zijranden vanaf het frame van de luier.
Als een gebruiker van een luier rond beweegt (d.w.z. eet, ademt, niest, kruipt, loopt, springt etc.) zet de circumferentie van de taille van de gebruiker uit en trekt deze vervolgens samen, waardoor wordt veroorzaakt dat de taillegedeelten van de luier worden gespannen en ontspannen. Een herhaalde of overdreven uitzetting en samentrekking van de taillegedeelten kan leiden tot blijvende vervorming van de taillegedeelten en dit veroorzaakt vervolgens een verslapping van de luier rond de taille. Met name bij actieve peuters die luiers dragen die al een beschadiging hebben,
BE2017/0135 resulteert dit er vaak in dat de luier omlaag glijdt, waarbij zodoende het risico op lekken toeneemt.
Teneinde het risico van lekken te verkleinen tijdens het dragen moet een luier, ten minste in sommige gebieden, zijn voorzien van vorm passend makende eigenschappen. De vorm passend makende eigenschappen dragen ook bij aan een verbeterde uiterlijk van de luier wanneer deze wordt gedragen door de gebruiker. Doorgaans kan een of kunnen beide taillegedeelten een elastische tailleband bevatten. Bovendien kunnen de zijpanelen waarop de bevestigingslippen zijn voorzien elastische eigenschappen vertonen.
Door de jaren heen zijn luiers, die elastisch gemaakte gedeelten omvatten voor het ondervangen van de hiervoor omschreven nadelen, grondig onderzocht en verfijnd.
US7252730B2 beschrijft bijvoorbeeld luiers met een doorlopende elastische tailleband die is gepositioneerd tussen elastische oren, waarbij de elastische tailleband zich uitstrekt voorbij de zijranden van het frame. Elastisch materiaal is echter over het algemeen duurder dan niet-elastisch materiaal en is in veel gevallen slecht ademend. Derhalve vertonen dergelijke inrichtingen volgende nadelen in termen van kosten en comfort.
Zo beschrijft US8257333B2 ook luiers, waarbij een aanzienlijk gedeelte van de circumferentie van de taille is samengesteld uit elastomeer materiaal. Dit levert soortgelijke nadelen op zoals hiervoor zijn genoemd.
Andere luiers, zoals beschreven in US9358161B2, omvatten elastische taillebanden die zich bevinden aan de rand van de rand van het frame van de luier. Deze leiden echter tot verminderde anti-lekprestaties.
Een poging tot het ondervangen van de bovengenoemde nadelen is gedaan met luiers zoals beschreven in EP2157958B1, waarbij in het bijzonder een verkorte elastische tailleband is gepositioneerd, zodanig dat (i) de afstand tussen een extremiteit van het frame van de luier en de elastische tailleband kleiner is dan de afstand tussen de elastische tailleband en de kern van de luier, en (ii) de as die loopt door de banden van de luier (wanneer deze zich bevindt in een volledig uitgerekte positie) zich uitstrekt tussen de elastische tailleband en de kern van de luier. Hoewel deze inrichting op
BE2017/0135 effectieve wijze de omvang van elastisch materiaal dat wordt gebruikt, vermindert, en zodoende de kosten verlaagt, vertoont deze nadelen in termen van comfort en het risico van lekken in geval van bijvoorbeeld plotselinge explosies van vloeibare ontlasting. De specifieke positionering van de elastische band die zich namelijk op een hogere positie bevindt dan de as van de elastische oren leidt tot torsie van de taille, waardoor de elastische oren worden gedwongen zich uit te strekken onder een hoek hetgeen resulteert in ongespannen gebieden waardoorheen vloeistof kan stromen, in het bijzonder wanneer deze zich onder hogere druk bevindt, zoals in het geval van explosies van vloeibare ontlasting of bij dynamische beweging en plotselinge samendrukking van de luier, zoals wanneer een baby valt vanuit een staande positie naar een zittende positie, op de grond.
Er is dus nog steeds behoefte aan verbetering van de eigenschappen van absorberende artikelen die een elastische tailleband omvatten.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Volgens een eerste aspect heeft de uiteenzetting betrekking op een absorberend artikel, bij voorkeur een luier, zoals beschreven in de hiernavolgende conclusie 1.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 is een schematisch bovenaanzicht van een niet-geassembleerd en volledig uitgerekt artikel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uiteenzetting.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Tenzij anders bepaald, hebben alle begrippen die worden gebruikt in de uiteenzetting van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke begrippen, dezelfde betekenis zoals hieraan doorgaans wordt toegekend door diegenen die ervaring hebben met de techniek waartoe deze uitvinding behoort. Door middel van
BE2017/0135 verdere begeleiding zullen definities van begrippen worden opgenomen voor een verdere verduidelijking van de uiteenzetting van de onderhavige uitvinding.
Zoals gebruikt in dit document hebben de volgende begrippen de volgende betekenis:
Een en de en het, zoals hierin gebruikt, verwijzen naar zowel enkelvoudige als naar meervoudige referenten tenzij de context duidelijk anders bepaalt. Bij wijze van voorbeeld verwijst een compartiment naar een of meer compartimenten.
Ongeveer zoals gebruikt in dit document, waarbij wordt verwezen naar een meetbare waarde, zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, volgens een grotere voorkeur +/-5% of minder, volgens een nog grotere voorkeur +/-1% of minder, en volgens een nog grotere voorkeur +/-0,1% of minder van en vanaf de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties passend zijn om te worden uitgevoerd in de uiteengezette uitvinding. Opgemerkt wordt echter dat de waarde waarnaar de bepaling ongeveer verwijst zelf ook specifiek wordt vermeld.
Omvatten, omvattende en omvat zoals gebruikt in dit document zijn synoniem met omvatten, met inbegrip van, bevatten of bevat, en zijn inclusieve of niet vastomlijnde begrippen waarmee de aanwezigheid wordt beschreven van hetgeen hierna volgt, bijvoorbeeld een samenstellend deel en deze sluiten de aanwezigheid van aanvullende, niet-opgesomde samenstellende delen, eigenschappen, elementen, organen, stappen, die bekend zijn uit de kunst der techniek of die hierin uiteen zijn gezet, niet uit.
De uitdrukking gew.% (gewichtsprocent) verwijst hier en in de hele beschrijving, tenzij anders bepaald, naar het relatieve gewicht van het corresponderende samenstellende deel op basis van het totale gewicht van de samenstelling.
Bij het gebruik van numerieke bereiken door middel van eindpunten zijn alle getallen en breuken inbegrepen die zijn opgenomen in het bereik, evenals de opgesomde eindpunten.
BE2017/0135
Absorberende artikel verwijst naar inrichtingen die vloeistof absorberen en die vloeistof bevatten, en verwijst meer in het bijzonder naar inrichtingen die zijn geplaatst tegen of in de nabijheid van het lichaam van de drager voor het absorberen en bevatten van de verschillende exsudaten die worden uitgescheiden door het lichaam. Absorberende artikelen omvatten maar zijn niet beperkt tot luiers, incontinentiebroekjes voor volwassen, luierbroekjes, luierhouders en voeringen, maandverband en dergelijke, evenals chirurgische verbanden en sponzen. Absorberende artikelen omvatten bij voorkeur een longitudinale as en een transversale as loodrecht op de longitudinale as. De longitudinale as wordt hierbij op conventionele wijze gekozen in de richting van voren naar achteren van het artikel wanneer wordt verwezen naar het artikel dat wordt gedragen, en de transversale as wordt op conventionele wijze gekozen in de richting van links naar rechts van het artikel wanneer wordt verwezen naar het artikel dat wordt gedragen. Absorberende wegwerpartikelen kunnen een voor vloeistof doordringbaar bovenste vel omvatten, een achterste vel dat is verbonden met het bovenste vel en een absorberende kern die is gepositioneerd en die wordt vastgehouden tussen het bovenste vel en het onderste vel. Het bovenste vel is op functionele wijze permeabel voor de vloeistoffen die zijn bestemd om te worden vastgehouden of opgeslagen door het absorberende artikel, en het achterste vel kan al dan niet in hoofdzaak ondoorlatend of op andere wijze ondoordringbaar zijn voor de beoogde vloeistoffen. Het absorberende artikel kan ook andere samenstellende delen omvatten, zoals vloeistof afwaterende lagen, vloeistof opnemende lagen, vloeistof verdelende lagen, overbrengende lagen, barrièrelagen, inwikkelende lagen en dergelijke, en combinaties hiervan. Absorberende wegwerpartikelen en de samenstellende delen hiervan kunnen op zodanige wijze functioneren dat wordt voorzien in een oppervlak dat is gericht naar het lichaam en een oppervlak dat is gericht naar de kleding.
Bij voorkeur omvat een luier een vloeistof doorlatend bovenste vel, een voor vloeistof impermeabel achterste vel en een absorberend medium dat is ingericht tussen het bovenste vel en het onderste vel. Het bovenste vel, het achterste vel en het absorberende medium zouden kunnen worden vervaardigd van een passend materiaal dat bekend is bij diegene die ervaring heeft met de techniek. Het bovenste vel bevindt zich doorgaans op of in de buurt van het oppervlak van de zijde van het lichaam, terwijl het achterste vel zich doorgaans bevindt op of in de buurt van het oppervlak aan de zijde van het kledingstuk van het artikel. Optioneel kan het artikel een of meer afzonderlijke lagen omvatten die een aanvulling vormen op het achterste vel en die worden
BE2017/0135 aangebracht tussen het achterste vel en het absorberende medium. Het bovenste vel en het achterste vel zijn verbonden of zijn op een andere wijze op een functionele wijze samengevoegd.
Het absorberende medium of de absorberende kern of het absorberende lichaam is de absorberende structuur die is ingericht tussen het bovenste vel en het achterste vel van het absorberende artikel in ten minste het kruisgebied van het absorberende artikel en is in staat tot het absorberen en opsluiten van vloeistof die het lichaam uitscheidt. De afmetingen en het absorberende vermogen van het absorberende medium dient verenigbaar te zijn met de grootte van de beoogde drager en de vloeibare lading die wordt overgebracht door het beoogde gebruik van het absorberende artikel. Voorts kunnen de grootte en het absorberende vermogen van het absorberende medium variabel zijn, zodanig dat deze geschikt zijn voor dragers die variëren van zuigelingen tot volwassenen. Deze kan worden vervaardigd in een grote verscheidenheid van vormen (bijvoorbeeld rechthoekig, trapeziumvormig, T-vormig, l-vormig, zandlopervormig etc.) en uit een grote verscheidenheid van materialen. Voorbeelden van veel voorkomende absorberende materialen zijn: cellulose pluispulp, lagen van papieren doek, sterk absorberende polymeren (zogenoemde superabsorberende polymere partikels (SAP)), absorberende schuim materialen, absorberende non-woven materialen en vergelijkbare materialen. Het is gangbaar om cellulose pluispulp te combineren met superabsorberende polymeren in een absorberend materiaal.
“Verwervende en verdelende laag,ADLof'gedeelte voor het beheersen van pieken verwijst naar een sublaag die bij voorkeur een non-woven afwaterende laag is onder het bovenste vel van een absorberend product, die het transport versnelt en de verdeling van fluïden door de absorberende kern bevordert. Het gedeelte voor het beheersen van pieken is doorgaans minder hydrofiel dan het retentiegedeelte, en heeft het vermogen om vloeistofpieken snel op te vangen en tijdelijk vast te houden, en om de vloeistof het transporteren vanaf het eerste ingangspunt naar andere delen van de absorberende structuur, met name naar het retentiegedeelte. Deze inrichting kan helpen voorkomen dat de vloeistof plassen vormt en zich verzamelt op het gedeelte van het absorberende kledingstuk dat is geplaatst tegen de huid van de drager, waardoor het gevoel van nattigheid door de drager wordt gereduceerd. Bij voorkeur is het gedeelte voor het beheersen van pieken gepositioneerd tussen het bovenste vel en het retentiegedeelte.
BE2017/0135
Het begrip kleefmiddel, zoals gebruikt in dit document, wordt geacht te verwijzen naar elk passend hotmelt, door water of een solvent gedragen kleefmiddel dat kan worden aangebracht op een oppervlak van een filmlaag in het gewenste patroon of een netwerk van hechtgebieden voor het vormen van het film-non-woven gelaagde product van de onderhavige uitvinding. Dienovereenkomstig omvatten passende kleefmiddelen conventionele hotmelt kleefmiddelen, drukgevoelige kleefmiddelen en reactieve kleefmiddelen (dat wil zeggen polyurethaan).
Zoals gebruikt in dit document duidt het begrip verlijming een hechtingswijze aan, waarbij een hechting wordt gevormd door het aanbrengen van een kleefmiddel. Een dergelijke toepassing van een kleefmiddel kan plaatsvinden door verschillende werkwijzen, zoals sleuf coating, spray coating en andere topische toepassingen. Voorts kan dit kleefmiddel worden toegepast binnen een samenstellend deel van een product en vervolgens worden blootgesteld aan druk, zodanig dat het in aanraking komen van een tweede samenstellend deel van het product met het kleefmiddel bevattende samenstellende deel van het product een verlijmde verbinding vormt tussen de twee samenstellende delen.
Zoals gebruikt in dit document verwijst een met lucht gevormd weefsel naar een materiaal dat cellulose vezels omvat, zoals die van pluispulp, die zijn gescheiden, zoals door middel van een werkwijze waarbij een hamermolen wordt toegepast, en die vervolgens worden aangebracht op een poreus oppervlak zonder dat een aanzienlijke hoeveelheid bindmiddelvezels aanwezig is. Air-felt materialen die worden toegepast als de absorberende kern in veel luiers, zijn bijvoorbeeld een typisch voorbeeld van een met lucht gevormd materiaal.
Zoals gebruikt in dit document is een air-laid weefsel een fibreuze structuur die primair wordt gevormd door middel van een werkwijze, waarbij door lucht meegevoerde vezels worden afgezet op een mat, waarbij doorgaans bindende vezels aanwezig zijn, en doorgaans gevolgd door verdichting en thermisch hechten. Naast traditionele thermisch gehechte air-laid structuren (die worden gevormd, waarbij een niet-plakkerig bindend materiaal aanwezig is, en die in hoofdzaak thermisch gelast zijn), kan de reikwijdte van het begrip air-laid volgens de onderhavige uitvinding eveneens coform omvatten, die tot stand wordt gebracht door het combineren van door lucht meegevoerde droge, gedispergeerde cellulose vezels met meltblown synthetische polymeer vezels terwijl de polymeer vezels nog steeds plakkerig zijn. Voorts kan een met lucht gevormd weefsel
BE2017/0135 waaraan vervolgens een bindmateriaal wordt toegevoegd worden overwogen binnen het bereik van het begrip air-laid volgens de onderhavige uitvinding. Een bindmiddel kan worden toegevoegd aan een met lucht gevormd weefsel in vloeibare vorm (bijvoorbeeld een waterige oplossing of een smelt) door spuitmondstukken, gerichte inspuiting of impregneren, vacuümtrekken, impregneren van schuim, en zo voorts. Vaste bindmiddelpartikels kunnen ook worden toegevoegd door middel van mechanische of pneumatische middelen.
Zoals gebruikt in dit document omvat het begrip samengevoegd inrichtingen, waarbij het bovenste vel rechtstreeks is samengevoegd met het achterste vel door het direct aanhechten van het bovenste vel op het achterste vel, en inrichtingen, waarbij het bovenste vel is samengevoegd met het achterste vel door het aanhechten van het bovenste vel op tussenliggende elementen die op hun beurt worden gehecht aan een achterste vel. Het bovenste vel en het achterste vel kunnen rechtstreeks aan elkaar wordt vastgehecht door middel van bevestigingsmiddelen, zoals een kleefmiddel, sonische verbindingen, thermische verbindingen of een willekeurig ander bevestigingsmiddel dat bekend is uit de stand van de techniek. Een uniforme doorlopende kleefmiddellaag, een kleefmiddellaag met een patroon, een gespoten patroon van een kleefmiddel of een reeks afzonderlijke lijnen, wervelingen of vlekken van een constructief kleefmiddel kunnen bijvoorbeeld worden toegepast voor het vasthechten van het bovenste vel op het achterste vel. Het zal duidelijk zijn dat de hiervoor beschreven bevestigingsmiddelen eveneens kunnen worden toegepast voor het met elkaar te verbinden en samenvoegen van de verschillende overige samenstellende delen van het artikel die in dit document worden beschreven.
De begrippen achterste segment en achterste rugsegment worden hier gebruikt als synoniemen en verwijzen naar het gebied van het absorberende artikel dat in aanraking komt met de rug van de drager wanneer het absorberende artikel wordt gedragen.
Het begrip achterste vel verwijst naar een materiaal dat de buitenste bedekking vormt van het absorberende artikel. Het achterste vel voorkomt dat de exsudaten die zijn opgenomen in de absorberende structuur artikelen nat maken, zoals bedlakens en overkleding, die in aanraking komen met het absorberende wegwerpartikel. Het achterste vel kan een eenheid vormende materiaallaag zijn of kan een samengestelde laag, die is samengesteld uit meerdere samenstellende delen die naast elkaar zijn geassembleerd of zijn gelamineerd. Het achterste vel kan gelijk zijn of verschillend zijn in
BE2017/0135 verschillende delen van het absorberende artikel. Ten minste in het gebied van het absorberende medium omvat het achterste vel een voor vloeistof ondoordringbaar materiaal in de vorm van een dunne kunststoffen film, bijvoorbeeld een film van polyethyleen of polypropyleen, een non-woven materiaal dat is bedekt met een voor vloeistof ondoordringbaar materiaal, een hydrofoob non-woven materiaal, dat bestand is tegen een penetrerende vloeistof, of een gelaagd product van een kunststoffen film en een non-woven materiaal. Het materiaal van het achterste vel kan ademend zijn, zodat wordt toegestaan dat damp ontsnapt uit het absorberende materiaal, waarbij tegelijkertijd nog steeds wordt verhinderd dat vloeistoffen hierdoorheen passeren. Voorbeelden van ademende materialen van het achterste vel zijn poreuze polymere films, gelaagde non-woven producten van spun-bond en meltblown lagen en gelaagde producten van poreuze polymere films en non-woven materialen.
De begrippen buikdeel en voorste buikdeel worden hier gebruikt als synoniemen en verwijzen naar het gebied van het absorberende artikel dat in aanraking komt met de buik van de drager wanneer het absorberende artikel wordt gedragen.
Het begrip mengsel verwijst naar een mengsel van twee of meer polymeren, terwijl het begrip alliage een subklasse van mengsels aanduidt, waarbij de samenstellende delen niet kunnen worden gemengd, maar verenigbaar zijn gemaakt.
Zoals gebruikt in dit document betekent oppervlak dat is gericht naar het lichaam of aan de zijde van het lichaam het oppervlak van het artikel of het samenstellende deel dat is bestemd om te worden ingericht in de richting van of om te worden geplaatst grenzend aan het lichaam van de drager tijdens een normaal gebruik, terwijl het uitwaartse, naar buiten gerichte oppervlak of het oppervlak aan de zijde van het kledingstuk zich bevindt aan de tegenoverliggende zijde, en is bestemd om zodanig te worden ingericht dat dit is afgekeerd van het lichaam van de drager tijdens normaal gebruik. Een dergelijk uitwaarts oppervlak kan zodanig worden ingericht dat dit is gericht in de richting van of is geplaatst grenzend aan de onderkleding van de drager wanneer het absorberende artikel wordt gedragen.
Verbonden verwijst naar het samenvoegen, vastkleven, verbinden, bevestigen en dergelijke, van ten minste twee elementen. Twee elementen worden geacht met elkaar verbonden te zijn wanneer deze rechtstreeks of op indirecte wijze met elkaar zijn
BE2017/0135 verbonden, zoals wanneer deze elk rechtstreeks zijn verbonden met tussenliggende elementen.
Het begrip ademend verwijst naar lagen, bij voorkeur films of elastische gelaagde producten, die een waterdamp overdrachtsnelheid (WVTR) hebben van ten minste 300 g/m2-24 uur.
Gekaard weefsel verwijst naar weefsels die zijn vervaardigd van stapelvezels die door een kam- of kaardeenheid worden gestuurd, die de stapelvezels opent en in een lijn brengt in de richting van de inrichting, voor het vormen van een in hoofdzaak in de richting van de inrichting gericht fibreus non-woven weefsel. Het weefsel wordt vervolgens verbonden door een of meer van bekende verbindingswijzen. Het verbinden van non-woven weefsels kan worden bereikt door middel van een aantal werkwijzen; poeder-binding, waarbij een kleefmiddel in poedervorm of een bindmiddel wordt verspreid door het weefsel en vervolgens wordt geactiveerd, doorgaans door het verhitten van het weefsel en kleefmiddel met hete lucht; patroon-binding, waarbij verhitte kalanderwalsen of een inrichting voor ultrasoon verbinden worden gebruikt voor het met elkaar verbinden van de vezels, doorgaans in een plaatselijke verbinding met een patroon, hoewel het weefsel eveneens over het gehele oppervlak hiervan verbonden kan zijn, indien gewenst; verbinding door lucht, waarbij lucht die voldoende heet is voor het week maken van ten minste een samenstellend deel van het weefsel, door het weefsel wordt geleid; chemische verbinding, waarbij gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld latex kleefmiddelen die worden afgezet op het weefsel door middel van bijvoorbeeld spuiten; en consolideren door middel van mechanische werkwijzen, zoals naaien en watervilten.
Zoals gebruikt in dit document wordt het begrip cellulose geacht elk materiaal te omvatten dat cellulose omvat als belangrijkste samenstellende deel, en dat in het bijzonder ten minste 50 gewichtsprocent cellulose of een cellulosederivaat omvat. Zo omvat het begrip: katoen, typisch houtpulp, niet-houten cellulose vezels, cellulose acetaat, cellulose triacetaat, rayon, thermomechanisch houtpulp, chemisch houtpulp, chemisch houtpulp waarvan de hechtkracht is opgeheven, cellulose van de zijdeplant of bacteriële cellulose.
BE2017/0135
Frame verwijst naar een fundament vormend samenstellend deel van een absorberend artikel waarop het resterende deel van de structuur van het artikel is opgebouwd of dat dit bedekt, bijvoorbeeld in een luier, de structuurelementen die de luier de vorm geven van een slip of een broek wanneer deze is ingericht om te worden gedragen, zoals een achterste vel, een bovenste vel of een combinatie van een bovenste vel en een achterste vel.
Coform wordt, zoals gebruikt in dit document, geacht een mengsel te beschrijven van meltblown vezels en cellulose vezels, dat wordt gevormd door lucht, waarbij een meltblown polymeer materiaal wordt gevormd, terwijl gelijktijdig in lucht gesuspendeerde cellulose vezels in de stroom van meltblown vezels worden geblazen. Het coform materiaal kan eveneens andere materialen omvatten, zoals superabsorberende partikels. De meltblown vezels die houten vezels bevatten, worden verzameld op een vormend oppervlak, zoals waarin wordt voorzien door een band met openingen. Het vormende oppervlak kan een voor gas doordringbaar materiaal omvatten, zoals een spinvlies weefsel materiaal, dat is aangebracht op het oppervlak van het vormende oppervlak.
Samenpersing verwijst naar de werkwijze of naar het resultaat van drukken door het uitoefenen van kracht op een object, waardoor de dichtheid van het object toeneemt.
Het begrip in hoofdzaak bestaand uit sluit de aanwezigheid van aanvullende materialen die de gewenste eigenschappen van een bepaalde samenstelling of product niet op significante wijze aantast, niet uit. Voorbeeldmaterialen van deze soort zouden omvatten, maar zijn niet beperkt tot, pigmenten, antioxidanten, stabilisatoren, oppervlakte-actieve stoffen, wassen, stroomversterkers, oplosmiddelen, deeltjes en materialen die worden toegevoegd voor het vergroten van de verwerkbaarheid van de samenstelling.
De luier kan voorts insluitende kleppen of barrièremanchetten omvatten. De insluitende kleppen worden over het algemeen verondersteld bijzonder goed geschikt te zijn voor het insluiten van fecaal materiaal en voor het voorkomen van de laterale stroom van vloeibare afvalstoffen totdat de vloeibare afvalstoffen kunnen worden geabsorbeerd door het absorberende artikel. Er zijn vele constructies van insluitende kleppen bekend. Dergelijke insluitende kleppen omvatten doorgaans een proximale rand, die bestemd is om te worden bevestigd op het absorberende artikel, en een tegenoverliggende distale
BE2017/0135 rand, die doorgaans niet is bevestigd op het absorberende artikel langs ten minste een gedeelte van de lengte hiervan. Doorgaans bevindt een elastisch element zich naast de distale rand teneinde te helpen bij het vasthouden van de insluitende klep in een rechtstandige toestand en bij het vasthouden van een afdichtende relatie tussen de distale rand van de insluitende klep en het lichaam van een drager tijdens het gebruik. Het elastische element bevindt zich doorgaans tussen twee lagen van materiaal, zodat het elastiek niet in aanraking komt met lichaam van een drager. De insluitende kleppen kunnen worden vervaardigd van een grote verscheidenheid van materialen, zoals polypropyleen, polyester, rayon, nylon, schuimen, kunststoffen films, gevormde films en elastische schuimen. Een aantal vervaardigingstechnieken kan worden toegepast voor het vervaardigen van de insluitende kleppen. De insluitende kleppen kunnen worden bijvoorbeeld woven, non-woven, spun-bond, gekaard, gegoten, geblazen en dergelijke zijn.
Het begrip transversale barrières of kleppen, zoals gebruikt in dit document, zijn in hoofdzaak zakken die proximaal zijn gevormd ten opzichte van en die zich uitstrekken langs de rug en/of voorste buik-taille gedeelten (ook segmenten genoemd) van de luier. Het doel van dergelijke barrières is het verzamelen van exsudaten die in de richting stromen van de taille-segmenten van de luier, welke functie gelijk is aan die van de manchetten die lekken voorkomen door de beengedeelten van de luier.
De luier kan been insluitende pakkingen omvatten. Been insluitende pakkingen helpen lekken te voorkomen van lichamelijke exsudaten wanneer de drager compressiekrachten uitoefent op het absorberende artikel. In het bijzonder voorkomt de stijfheid van de been insluitende pakkingen verdraaien en opeenhopen van de beenopeningen van het absorberende artikel die tot lekken kunnen leiden. Bovendien verzekeren de elasticiteit en de vervormbaarheid van de been insluitende pakkingen dat het oppervlak van de been insluitende pakkingen, dat gericht is naar het lichaam, voorziet in een passende afdichting tegen het lichaam van de drager. De fysieke eigenschappen van de been insluitende pakkingen, zoals de dikte en stijfheid, hebben ook als functie dat de voering aan de zijde van het lichaam, de buitenste bedekking en de absorberende kern worden gescheiden van het lichaam van de drager wanneer deze in gebruik zijn. Als zodanig wordt een hol volume tot stand gebracht tussen het lichaam van de drager en de voering aan de zijde van het lichaam en de absorberende kern van het absorberende artikel om te helpen de exsudaten van het lichaam op te nemen.
BE2017/0135
Mechanische verbinding is een hechting tussen twee of meer elementen, samenstellende delen, gebieden of weefsels en kan thermische verbindingen omvatten, drukverbindingen, ultrasone verbindingen, dynamische mechanische verbindingen of andere passende niet-klevende bevestigingsmiddelen of combinaties van deze bevestigingsmiddelen die bekend zijn uit de stand van de techniek.
Conventionele smeltlijm duidt een samenstelling aan die doorgaans verschillende samenstellende delen omvat. Deze samenstellende delen omvatten een of meer polymeren om te voorzien in cohesiesterkte (bijvoorbeeld, alifatische polyolefinen zoals poly-(ethyleen-propyleen-co) copolymeer;
ethyleen-vinyl-acetaat copolymeren;
styreen-butadieen of styreen-isopreen blokcopolymeren;
etc.);
een hars of een analoog materiaal (ook wel een kleverig makend middel genoemd) om te voorzien in adhesiesterkte (bijvoorbeeld koolwaterstoffen gedistilleerd uit de distillatieproducten van aardolie;
harsen en/of esters van hars;
derivaten van terpenen, bijvoorbeeld van hout of citrus etc.);
mogelijk wassen, weekmakers of andere materialen voor het wijzigen van de viscositeit (dat wil zeggen, stroombaarheid) (voorbeelden van dergelijke materialen omvatten, maar zijn niet beperkt tot: minerale olie, polybuteen, paraffineoliën, ester-oliën en dergelijke);
en/of andere additieven met inbegrip van, maar niet beperkt tot, antioxidanten of andere stabilisatoren. Een typische smeltlijm-samenstelling kan tussen ongeveer 15 en ongeveer 35 gewichtsprocent polymeer of polymeren met cohesiesterkte bevatten;
tussen ongeveer 50 en ongeveer 65 gewichtsprocent hars of een ander kleverig makend middel of andere kleverig makende middelen;
van tussen nul tot ongeveer 30 gewichtsprocent weekmaker of een ander element voor de modificatie van de viscositeit;
BE2017/0135 en eventueel minder dan ongeveer 1 gewichtsprocent stabilisator of andere additieven. Opgemerkt wordt dat andere kleefmiddel-samenstellingen die verschillende gewichtspercentages hebben van deze samenstellende delen mogelijk zijn.
Het begrip dichtheid of concentratie, wanneer dit verwijst naar het absorberende materiaal, in het bijzonder de SAP, van een laag, verwijst naar de omvang van het absorberende materiaal dat wordt verdeeld door het oppervlaktegebied van de laag waarover het absorberende materiaal is verspreid.
In dit document verwijst het begrip luier naar een absorberend artikel dat doorgaans wordt gedragen door een gebruiker (bij voorkeur een baby, een peuter en/of kinderen) rond het onderste deel van de romp.
Niet-doorlopend hechtingspatroon verwijst, zoals gebruikt in dit document, naar een patroon van hechtingsgebieden, in het bijzonder hechtingsgebieden tussen lagen, waarbij in ieder geval ten minste in een gebied de lagen niet verbonden zijn. Een nietdoorlopend hechtingspatroon kan een verbonden hechtingsgebied omvatten of meerdere niet-doorlopende hechtingsgebieden. Een niet-doorlopende hechtingspatroon kan voorts een verbonden hechtingsgebied omvatten dat een aantal gaten omvat, waar de lagen niet zijn verbonden, bij voorkeur volgens een regelmatig patroon, of dit kan afzonderlijke niet-doorlopende hechtingsgebieden omvatten, bijvoorbeeld een puntgebonden patroon dat een pluraliteit van afzonderlijke verbindingspunten omvat die worden omgeven door niet-verbonden gebieden of een lijn-gebonden patroon dat een pluraliteit omvat van afzonderlijke verbindingslijnen die worden afgewisseld door nietgebonden gebieden, bij voorkeur volgens een regelmatig patroon.
Het begrip wegwerp wordt in dit document gebruikt voor het beschrijven van absorberende artikelen die doorgaans niet bestemd zijn om te worden gewassen of op andere wijze te worden hersteld of opnieuw te worden gebruikt als een absorberend artikel (dat wil zeggen dat deze zijn bestemd om te worden verwijderd na eenmalig gebruik en om bij voorkeur te worden gerecycled, gecomposteerd of op een andere wijze te worden verwijderd op een milieuvriendelijke wijze).
Zoals gebruikt in dit document beschrijft het begrip elastische weerstand een elastische kracht die neigt tot het weerstaan van een uitgeoefende trekkracht die veroorzaakt dat een materiaal waarin daarmee is voorzien, neigt tot samentrekken tot
BE2017/0135 een niet-gespannen inrichting in reactie op een uitrekkracht. De elastische weerstand kan worden gemeten door gebruik te maken van een testcontrol II Zugprüfmaschine (verkrijgbaar bij ZWICK GmbH & Co. KG), waarbij de tegenoverliggende uiteinden van het beoogde samenstellende deel worden vastgeklemd (bijvoorbeeld het oor of de elastische tailleband) met respectieve klemelementen die worden verbonden op tegenoverliggende eerste en tweede uiteinden van de testcontrol II, en het toepassen van een verplaatsing van 1 cm/s waarbij de eerste en tweede uiteinden in tegengestelde richtingen worden verplaatst. De kracht wordt geregistreerd tijdens de verplaatsing, waarbij de kracht die vereist is voor het bereiken van een uitrekking van 10% wordt beschouwd als de elastische weerstand.
Zoals gebruikt in dit document worden de begrippen elastisch, elastomeer, elasticiteit en afleidingen hiervan gebruikt voor het beschrijven van het vermogen van verschillende materialen en objecten die deze omvatten om op omkeerbare wijze een vervorming te ondergaan onder invloed van spanning, bijvoorbeeld om te worden uitgerekt of verlengd, in ten minste een richting wanneer een kracht wordt uitgeoefend op het materiaal en voor het in hoofdzaak opnieuw aannemen van de oorspronkelijke afmetingen hiervan bij ontspanning, dat wil zeggen, wanneer de kracht wordt vrijgegeven, zonder scheuren of breken. Bij voorkeur verwijst dit naar een materiaal dat, of naar een composiet die kan worden verlengd in ten minste een richting met ten minste 50% van de ontspannen lengte hiervan, dat wil zeggen verlengd tot ten minste 150% van de ontspannen lengte hiervan, en die of dat bij het vrijgeven van de toegepaste spanning ten minste 40% van de uitrekking hiervan herstelt. Dienovereenkomstig trekt, na het vrijgeven van de toegepaste spanning bij 50% uitrekking, het materiaal of de composiet samen tot een ontspannen lengte van niet meer dan 130% van de oorspronkelijke lengte hiervan. Voorbeelden van passende elastomere materialen zijn blokcopolymeren van polyether-polyamide, polyurethaan, synthetisch lineair A-B-A en AB blokcopolymeren, mengsels van gechloreerd rubber/EVA (ethyleen-vinylacetaat), EPDM (ethyleen-propyleen-dieen-monomeer) rubbers, EPM (ethyleen-propyleenmonomeer) rubbers, mengsels van EPDM/EPM/EVA en dergelijke.
Het begrip elastisch gemaakt verwijst naar een materiaal dat, een laag die of een substraat dat, van nature niet-elastisch is, maar die of dat elastisch is gemaakt door bijvoorbeeld het op passende wijze samenvoegen van een elastisch materiaal, een elastische laag of een elastisch substraat hiervan.
BE2017/0135
Uitrekking duidt de verhouding aan van de uitrekking van een materiaal tot op de lengte van het materiaal voorafgaand aan de extensie (uitgedrukt in procenten). Extensie duidt de verandering aan in de lengte van een materiaal als gevolg van uitrekking (uitgedrukt in lengte-eenheden).
Zoals gebruikt in dit document wordt onder verlengbaar verstaan: verlengbaar in ten minste een richting, maar niet noodzakelijkerwijs herstelbaar.
Het begrip weefsels wordt gebruikt om te verwijzen naar alle geweven, gebreide en non-woven fibreuze weefsels.
Het begrip afgewerkt of eind, wanneer dit wordt gebruikt met betrekking tot een product, betekent dat het product op passende wijze is vervaardigd voor het beoogde doel.
Het begrip buigzaam verwijst naar materialen die meegevend zijn en die gemakkelijk de vorm zullen volgen van de algemene vorm en contouren van het lichaam van de drager.
Zoals gebruikt in dit document duidt het begrip kledingstuk elke vorm van kleding aan die kan worden gedragen. Dit omvat luiers, luierbroekjes, incontinentieproducten, operatieschorten, industriële werkkleding en overalls, ondergoed, broeken, shirts, jassen en dergelijke.
het begrip grafische voorstelling omvat, maar is niet beperkt tot, alle soorten ontwerpen, beelden, markeringen, afbeeldingen, codes, woorden, patronen en dergelijke. Voor een product, zoals een luierbroekje, zullen grafische voorstellingen hoofdzakelijk objecten omvatten die zijn gekoppeld aan jongetjes en meisjes, zoals meerkleurige vrachtwagens, vliegtuigen, ballen, poppen, bogen en dergelijke.
Het begrip sterk absorberend materiaal verwijst naar materialen die ten minste 10 maal het eigen gewicht in vloeistof kunnen absorberen. Het sterk absorberende materiaal kan absorberend gelvormende materialen omvatten, zoals superabsorberende polymeren. Superabsorberende polymeren zijn in water uitzetbare, niet in water oplosbare, organische of anorganische materialen die in staat zijn ten minste ongeveer 20 maal het eigen gewicht te absorberen van een waterige oplossing met 0,9 gewichtsprocent natriumchloride. Absorberende gelvormende materialen kunnen natuurlijke, synthetische
BE2017/0135 en gemodificeerde natuurlijke polymeren en materialen zijn. Daarnaast kunnen de absorberende gelvormende materialen anorganische materialen zijn, zoals silicagels of organische stoffen zoals gecrosslinkte polymeren. Het begrip gecrosslinkt verwijst naar alle middelen voor het op effectieve wijze in hoofdzaak niet in water oplosbaar maar uitzetbaar maken van materialen die doorgaans in water oplosbaar zijn. Dergelijke middelen kunnen bijvoorbeeld omvatten: fysieke verstrengeling, kristallijne domeinen, covalente bindingen, ionische complexen en verbindingen, hydrofiele verbindingen, zoals waterstofbruggen en hydrofobe verbindingen of Van der Waals krachten. Voorbeelden van synthetische absorberende polymeren van een gelvormend materiaal omvatten de alkalimetaal en ammoniumzouten van poly(acrylzuur) en poly(methacrylzuur), poly(acrylamiden), poly(vinylethers), maleïnezuuranhydride copolymeren met vinylethers en alfa-olefinen, poly(vinylpyrrolidon), poly(vinylmorfolinon), poly(vinylalcohol), en mengsels en copolymeren hiervan. Verdere polymeren die geschikt zijn voor een toepassing in de absorberende structuur omvatten natuurlijke en gemodificeerde natuurlijke polymeren, zoals gehydrolyseerd gegraft acrylonitril zetmeel, gegraft acrylzuur zetmeel, methylcellulose, carboxymethylcellulose, hydroxypropylcellulose, en de natuurlijke gommen, zoals alginaten, xanthaangom, sintjansbrood gom en dergelijke. Mengsels van natuurlijke en geheel of gedeeltelijk synthetische absorberende polymeren kunnen ook worden gebruikt. Synthetische absorberende gelvormende materialen zijn doorgaans xerogels die hydrogels vormen wanneer deze worden bevochtigd. Het begrip hydrogel wordt echter vaak gebruikt om te verwijzen naar zowel de bevochtigde als naar de niet-bevochtigde vormen van het materiaal. Het sterk absorberende materiaal kan voorkomen in een grote verscheidenheid van geometrische vormen. Als algemene regel wordt voor het sterk absorberende materiaal de voorkeur gegeven aan de vorm van afzonderlijke partikels. Het sterk absorberende materiaal kan echter ook de vorm hebben van vezels, vlokken, staafjes, bollen, naalden, spiraal of semi-spiraal, kubusvormig, staafvormig, veelvlakkig en dergelijke. Conglomeraten van partikels van sterk absorberend materiaal kunnen ook worden gebruikt. Het sterk absorberende materiaal kan aanwezig zijn in de absorberende kern in een hoeveelheid van ongeveer 5 tot ongeveer 100 gewichtsprocent en idealiter van ongeveer 30 tot ongeveer 100 gewichtsprocent op basis van het totale gewicht van de absorberende kern. De verdeling van het sterk absorberende materiaal binnen de verschillende gedeelten van de absorberende kern kan variëren afhankelijk van het beoogde eindgebruik van de
BE2017/0135 absorberende kern. Het sterk absorberende materiaal kan worden ingericht in een in hoofdzaak afzonderlijke laag binnen de matrix van hydrofiele vezels. Een andere mogelijkheid is dat de absorberende kern een gelaagd product van fibreuze weefsels omvat en sterk absorberend materiaal of andere passende middelen voor het vasthouden van een sterk absorberend materiaal in een plaatselijk gebied.
Waterviltwijze verwijst naar de vervaardiging van non-woven weefsels. Deze werkwijze omvat het richten van een reeks waterstralen in de richting van een fibreus weefsel dat wordt gedragen op een bewegende poreuze band. De waterstralen passeren naar beneden door de fibreuze massa en wanneer deze in aanraking komen met het oppervlak van de band, springen de stralen terug en vallen deze uiteen:
de energie die wordt vrijgemaakt veroorzaakt verstrengeling van de vezelmassa.
Het begrip hydrofiel beschrijft vezels of de oppervlakken van vezels die door de waterige vloeistoffen die in aanraking zijn met de vezels, worden bevochtigd. De mate van bevochtiging van de materialen kunnen op hun beurt worden beschreven in termen van de contacthoeken en de spanningen van de oppervlakte van de vloeistoffen en de betreffende materialen. Het begrip bevochtigbaar wordt geacht te verwijzen naar een vezel die een vloeistof, zoals water, synthetische urine vertoont, of een 0,9 gewichtsprocent waterige zoutoplossing, met een lucht-contacthoek van minder dan 90°, terwijl hydrofobe of niet-bevochtigbare vezels beschrijft die contacthoeken hebben die gelijk zijn aan of groter zijn dan 90°.
Zoals gebruikt in dit document verwijst het begrip ondoordringbaar'' in hoofdzaak naar artikelen en/of elementen die niet op substantiële wijze worden gepenetreerd door een waterige vloeistof door de gehele dikte hiervan onder een druk van 1,0 kPa of minder. Bij voorkeur wordt het ondoordringbare artikel of element niet gepenetreerd door een waterige vloeistof onder een druk van 3,4 kPa of minder. Volgens een grotere voorkeur wordt het ondoordringbare artikel of element niet gepenetreerd door een vloeistof onder een druk van 6,8 kPa of minder. Een artikel of element dat niet ondoordringbaar is, is permeabel.
Integraal wordt gebruikt om te verwijzen naar verschillende gedeelten van een enkel eenheid vormend element, in plaats van afzonderlijke structuren die zijn verbonden met of zijn aangebracht met of zijn aangebracht in de buurt van elkaar.
BE2017/0135
Samenvoegen, samenvoegend, samengevoegd of variaties hiervan betekent, wanneer dit wordt gebruikt voor het beschrijven van de relatie tussen twee of meer elementen, betekent dat de elementen met elkaar kunnen worden verbonden op een willekeurige passende wijze, zoals door middel van smeltlassen, ultrasoon verbinden, thermisch verbinden, door middel van kleefmiddelen, stiksels en dergelijke. Voorts kunnen de elementen rechtstreeks worden samengevoegd of hiertussen kunnen een of meer elementen worden aangebracht, die allemaal met elkaar zijn verbonden.
Het begrip vlak geplaatste toestand of volledig uitgerekte toestand of zich uitstrekkende toestand wordt geacht te verwijzen naar het artikel wanneer dit vlak is gemaakt in een vlak of in hoofdzaak vlak is gemaakt in een vlak en wordt gebruikt in tegenstelling tot wanneer het artikel op een andere wijze is gepositioneerd, zoals wanneer het artikel is gevouwen of is gevormd als of voor gebruik door een drager (dat wil zeggen, doorgaans op een wijze zoals weergegeven in de Figuren 1 tot en met 5).
Gelaagd product verwijst naar elementen die met elkaar zijn verbonden in een gelaagde inrichting.
Het gebruik van het begrip laag kan verwijzen naar, maar is niet beperkt tot, elk soort substraat, zoals een geweven weefsel, een non-woven weefsel, films, gelaagde producten, composieten, elastomere materialen en dergelijke. Een laag kan vloeistof en lucht doorlatend zijn, kan doorlaatbaar zijn voor lucht, maar ondoordringbaar zijn voor vloeistoffen, ondoordringbaar zijn voor zowel lucht als vloeistof en dergelijke. Wanneer dit in het enkelvoud wordt gebruikt, kan het de dubbele betekenis hebben van een enkel element of een pluraliteit van elementen.
Vloeistof' betekent een niet-gasvormige substantie en/of een materiaal dat stroomt en die of dat de inwendige vorm kan aannemen van een houder waarin deze wordt gegoten of geplaatst.
Longitudinaal is een richting die evenwijdig loopt aan de maximale lineaire afmeting van het artikel.
Het begrip meltblown vezels betekent vezels die worden gevormd door het extruderen van een gesmolten thermoplastisch materiaal door een pluraliteit van fijne, doorgaans cirkelvormige capillairen van een gietvorm, als gesmolten draden of filamenten in een
BE2017/0135 gasstroom met een hoge snelheid (bijvoorbeeld lucht) dat de filamenten van gesmolten thermoplastisch materiaal verzwakt om de diameter hiervan te reduceren, waarbij dit kan zijn tot op de diameter van een microvezel. Doorgaans hebben meltblown vezels een gemiddelde vezeldiameter van maximaal ongeveer 10 micron. Nadat de vezels zijn gevormd worden de meltblown vezels gedragen door de gasstroom met een hoge snelheid en worden deze afgezet op een verzamelvlak voor het vormen van een op random wijze voorziene meltblown vezels.
Het begrip niet-elastisch of onelastisch verwijst naar elk materiaal dat niet binnen de voorgaande definitie valt van elastisch, doorgaans doordat dit geen elastische materialen omvat, zoals elastische weefselmaterialen die hierin worden beschreven.
Het begrip non-woven stof of weefsel duidt een velmateriaal aan dat een structuur heeft van afzonderlijke vezels of draden die als een zijn tussengeplaatst, maar niet op een normale wijze, zoals zich voordoet bij breiwijzen of weefwijzen. Non-woven stoffen of weefsels zijn gevormd door middel van vele werkwijzen, zoals bijvoorbeeld meltblow-werkwijzen, spun-bond werkwijzen en gebonden gekaard weefsel-werkwijzen.
Met de begrippen partikel, partikels, deeltje, deeltjes en dergelijke wordt bedoeld dat het materiaal over het algemeen de vorm heeft van afzonderlijke eenheden. De eenheden kunnen bestaan uit granulaten, poeders, bollen, verpulverde materialen en vergelijkbare materialen en kunnen combinaties hiervan omvatten. De partikels kunnen elke gewenste vorm hebben, zoals bijvoorbeeld de vorm van een kubus, van een staaf, veelvlak, sferisch of semi-sferisch, afgerond of semi-afgerond, hoekvormig, onregelmatig etc. Vormen die een grote grootste afmeting/kleinste afmeting verhouding hebben, zoals naalden, vlokken en vezels, worden ook geacht hierbij te zijn inbegrepen. De begrippen partikel of deeltje kan ook een agglomeratie omvatten met meer dan een afzonderlijk partikel, deeltje en dergelijke. Bovendien kan een partikel, deeltje of elke gewenste agglomeratie hiervan zijn samengesteld uit meer dan een materiaalsoort.
Het begrip polymeer omvat doorgaans, maar is niet beperkt tot, homopolymeren, copolymeren, zoals bijvoorbeeld blok-, ent-, random- en afwisselende copolymeren, terpolymeren etc. en mengsels en modificaties hiervan zijn. Voorts omvat, tenzij uitdrukkelijk op andere wijze beperkt, het begrip polymeer alle mogelijke geometrische inrichtingen van het materiaal. Deze inrichtingen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, isotaktische, syndiotaktische en
BE2017/0135 random symmetrieën.
Pulppluis of pluispulp verwijst naar een materiaal dat is samengesteld uit cellulose vezels. De vezels kunnen natuurlijk of synthetisch zijn of een combinatie hiervan. Het materiaal is doorgaans licht van gewicht en heeft absorberende eigenschappen.
Het retentiegedeelte of de vloestof absorberende laag vormt een onderdeel van het absorberende medium (of de kern). Dit gedeelte kan een matrix van hydrofiele vezels omvatten, zoals een weefsel van cellulose pluis, gemengd met deeltjes van een sterk absorberend materiaal. In bijzondere inrichtingen kan het retentiegedeelte een mengsel omvatten van superabsorberende hydrogel vormende deeltjes en synthetische polymeren van meltblown vezels of een mengsel van superabsorberende partikels met een fibreus coform materiaal dat een mengsel omvat van natuurlijke vezels en/of synthetische polymere vezels. De superabsorberende partikels kunnen in hoofdzaak op homogene wijze zijn vermengd met de hydrofiele vezels of kunnen op niet-uniforme wijze zijn vermengd. De concentraties van superabsorberende partikels kunnen bijvoorbeeld worden ingericht in een niet-stapsgewijze gradiënt door een substantieel gedeelte van de dikte van de absorberende structuur, met lagere concentraties in de richting van de zijde van het lichaam van de absorberende structuur en relatief hogere concentraties in de richting van de buitenste zijde van de absorberende structuur. De superabsorberende partikels kunnen ook zijn ingericht in een hoofdzakelijk afzonderlijke laag binnen de matrix van hydrofiele vezels. Daarnaast kunnen twee of meer verschillende soorten superabsorberend materiaal op selectieve wijze worden gepositioneerd op verschillende plaatsen binnen of langs de matrix van vezels.
Zoals gebruikt in dit document verwijst het begrip vel of velmateriaal naar geweven materialen, non-woven weefsels, polymere films, polymere gaasachtige materialen en naar polymeer schuim bekledingsmateriaal.
Het begrip spun-bond vezels verwijst naar vezels die worden gevormd door het extruderen van gesmolten thermoplastische polymeren als filamenten of vezels vanuit een pluraliteit van relatief fijne, doorgaans ronde, capillairen van een spindop, en het vervolgens snel trekken van de geëxtrudeerde filamenten door een educt of een ander bekend trekmechanisme voor het overbrengen van een moleculaire oriëntatie en fysieke sterkte op de filamenten. De gemiddelde diameter van spun-bond vezels bevindt zich doorgaans in het bereik van 15-60 μm of hoger. De spindop kan een grote spindop zijn
BE2017/0135 met duizenden gaten per breedtemeter of kunnen banken zijn van kleinere spindoppen, die bijvoorbeeld zo weinig als 40 gaten bevatten.
Het begrip spun-bond meltblown spun-bond (SMS) non-woven stof zoals gebruikt in dit document verwijst naar een meerlagig composiet vel dat een weefsel omvat van meltblown vezels die zijn ingeklemd tussen en zijn gebonden aan twee spun-bond lagen. Een SMS non-woven stof kan in een lijn worden gevormd door het opeenvolgend aanbrengen van een eerste laag van spun-bond vezels, een laag van meltblown vezels en een tweede laag van spun-bond vezels op een zich verplaatsend poreus opvangvlak. De samengevoegde lagen kunnen worden verbonden door het laten passeren hiervoor door een spleet die is gevormd tussen twee rollen die verhit of niet-verhit kunnen zijn en die glad kunnen zijn of een patroon kunnen omvatten. Beurtelings kunnen de afzonderlijke spun-bond en meltblown lagen vooraf worden gevormd en deze kunnen op optionele wijze worden gebonden en afzonderlijk worden opgevangen, zoals door middel van het wikkelen van de stoffen op wikkelrollen. De afzonderlijke lagen kunnen op een later tijdstip worden geassembleerd door middel van het in lagen aanbrengen en met elkaar worden verbonden voor het vormen van een SMS non-woven stof. Aanvullende spun-bond en/of meltblown lagen kunnen worden geïntegreerd in het SMS weefsel, bijvoorbeeld spun-bond-meltblown-meltblown-spun-bond (SMMS) etc.
Stapelvezels verwijzen naar in de handel verkrijgbare vezels die diameters hebben variërend van kleiner dan ongeveer 0,001 millimeter tot groter dan ongeveer 0,2 mm;
Deze kunnen verschillende vormen hebben, zoals korte vezels die variëren van ongeveer 10 tot 50 mm in lengte en lange vezels met een lengte die groter is dan 50 mm, bij voorkeur tot 100 mm.
Met “uitrekken” wordt bedoeld dat het materiaal het vermogen heeft om zich uit te rekken tot voorbij de oorspronkelijke afmetingen hiervan in ten minste een dimensie wanneer dit wordt blootgesteld aan een trekkracht (d. w. z. spanning) die wordt uitgeoefend in de richting van deze afmeting, zonder dat het materiaal hierbij breekt. Een verlenging van bijvoorbeeld 50% betekent dat het materiaal dat een oorspronkelijke lengte heeft van 100mm een lengte heeft bereikt van 150mm. Uitrekking kan unidirectioneel, bidirectioneel of multidirectioneel zijn. De specifieke uitrekkende eigenschappen van een materiaal kunnen variëren langs een van de uitrek-vectoren. Het begrip kan elastische materialen omvatten evenals non-wovens die op zichzelf verlengbaar kunnen
BE2017/0135 zijn, maar niet noodzakelijkerwijs op elastische wijze. Dergelijke non-wovens kunnen zodanig worden gemaakt dat deze zich op elastische wijze gedragen door het hechten hiervan op elastische films.
Het gebruik van het begrip substraat omvat, maar is niet beperkt tot, geweven of nonwoven weefsels, poreuze films, voor inkt doorlaatbare films, papier, composiete structuren en dergelijke.
Superabsorberende materialen die geschikt zijn om te worden toegepast in de onderhavige uitvinding zijn bekend bij diegenen die ervaring hebben met de techniek, en kunnen elke functionele vorm hebben, zoals de vorm van deeltjes, vezels en mengsels hiervan. Over het algemeen gezegd kan het superabsorberende materiaal een in water uitzetbaar, doorgaans niet in water oplosbaar, hydrogel vormend absorberend polymeer materiaal zijn, dat in staat is tot het absorberen van ten minste ongeveer 15, op passende wijze ongeveer 30 en mogelijk ongeveer 60 maal of meer van het gewicht hiervan in een fysiologische zoutoplossing (bijvoorbeeld zout met 0,9 gew. % NaCl). Het superabsorberende materiaal kan biologisch afbreekbaar zijn of bipolair. Het hydrogel vormende polymere absorberende materiaal kan worden gevormd uit hydrogel vormend polymeer organisch materiaal, dat natuurlijke materialen kan omvatten zoals agar, pectine en guargom;
gemodificeerde natuurlijke materialen zoals carboxymethylcellulose, carboxyethylcellulose en hydroxypropylcellulose;
en synthetische hydrogel vormende polymeren. Synthetische hydrogel vormende polymeren omvatten bijvoorbeeld alkalimetaal zouten van polyacrylzuur, Polyacrylamiden, polyvinylalcohol, ethyleen- maleïnezuuranhydride copolymeren, polyvinylethers, polyvinylmorfolinon, polymeren en copolymeren van vinylsulfonzuur, polyacrylaten, polyacrylamiden, polyvinylpyridine en dergelijke. Andere passende hydrogel vormende polymeren omvatten gehydrolyseerd acrylonitril geënt zetmeel, gegraft zetmeel van acrylzuur en isobutyleen maleïnezuuranhydride copolymeren en mengsels hiervan. De hydrogel vormende polymeren zijn mogelijk licht gecrosslinkt teneinde het materiaal in hoofdzaak niet in water oplosbaar te maken. Crosslinking kan bijvoorbeeld plaatsvinden door middel van bestraling of covalente, ionische, Van der Waals of waterstof-binding. Het superabsorberende materiaal kan op passende wijze worden opgenomen in een aangewezen gedeelte voor opslag of retentie van het
BE2017/0135 absorberende systeem, en het kan op optionele wijze worden toegepast in andere samenstellende delen of gedeelten van het absorberende artikel. Het superabsorberende materiaal kan worden opgenomen in de absorberende laag of een andere laag voor de opslag van vloeistof van het absorberende artikel van de onderhavige uitvinding met een inhoud van maximaal ongeveer 60 gewichtsprocent. Doorgaans zal het superabsorberende materiaal, indien dit aanwezig is, worden opgenomen in een hoeveelheid van ongeveer 5% tot ongeveer 40% van het gewicht, op basis van het totale gewicht van de absorberende laag.
“Superabsorberende polymere partikels” of “SAP's” verwijzen naar in water uitzetbare, niet in water oplosbare organische of anorganische materialen die in staat zijn om onder de meest gunstige omstandigheden, ten minste ongeveer 10 keer het gewicht hiervan te absorberen, of ten minste 15 maal het gewicht hiervan, of ten minste ongeveer 25 maal het gewicht hiervan, in een waterige oplossing die 0,9 gewichtsprocent natriumchloride bevat. In absorberende artikelen, zoals luiers, incontinentieluiers etc., varieert de afmeting van de partikels doorgaans van 100 tot 800 μm, bij voorkeur van 300 tot 600 μm, volgens een grotere voorkeur van 400 tot 500 μm.
Spanning omvat een eenassige kracht neigt tot het veroorzaken van de verlenging van een lichaam of de compensatiekracht binnen het lichaam die deze verlenging tegenhoudt.
Zoals gebruikt in dit document heeft het begrip thermoplastisch” betrekking op de beschrijving van een materiaal dat week wordt wanneer dit wordt blootgesteld aan hitte en dat in hoofdzaak terugkeert naar de oorspronkelijke toestand hiervan wanneer het is afgekoeld tot kamertemperatuur.
Het begrip bovenste vel verwijst naar een vel van een materiaal dat voor vloeistof permeabel is dat de inwendige bedekking vormt van het absorberende artikel en dat in gebruik in directe aanraking wordt geplaatst met de huid van de drager. Het bovenste vel wordt doorgaans toegepast voor het helpen isoleren van de huid van de drager tegen vloeistoffen die worden vastgehouden in de absorberende structuur. Het bovenste vel kan een non-woven materiaal omvatten, bijvoorbeeld spun-bond, meltblown, gekaard, watervervilt, vergévezelmateriaal etc. Geschikte non-woven materialen kunnen bestaan uit synthetische of kunstmatige vezels, zoals polyester, polyethyleen, polypropyleen, viscose, rayon etc. of natuurlijke vezels, zoals houtpulp of katoenvezels
BE2017/0135 of van een mengsel van natuurlijke en kunstmatige vezels. Het materiaal van het bovenste vel kan voorts zijn samengesteld uit twee vezels, die met elkaar kunnen zijn verbonden in een verbinding met een patroon. Verdere voorbeelden van materialen van het bovenste vel zijn poreuze schuimen, kunststoffen films met openingen, gelaagde producten van non-woven materialen en kunststoffen films met openingen etc. De materialen die passend zijn als materialen voor het bovenste vel moeten zacht zijn en niet-irriterend zijn voor de huid en moeten gemakkelijk kunnen worden gepenetreerd door lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld urine of een menstrueel fluïdum. De inwendige deklaag kan voorts verschillend zijn in verschillende delen van het absorberende artikel. De stoffen van het bovenste vel kunnen zijn samengesteld uit een in hoofdzaak hydrofoob materiaal, en het hydrofobe materiaal kan optioneel worden behandeld met een oppervlakteactieve stof of op een andere wijze worden bewerkt om een gewenste niveau van over te brengen van bevochtigbaarheid en van hydrofiliciteit.
Zoals gebruikt in dit document verwijst het begrip transversaal of lateraal naar een lijn, as of richting die ligt binnen het vlak van het absorberende artikel en die in hoofdzaak loodrecht is ten opzichte van de longitudinale richting.
Ultrasoon lassen verwijst naar een technologie waarbij twee materialen worden verbonden door deze te smelten met hitte die wordt voortgebracht door ultrasone trilling en het vervolgens samen lamineren hiervan, zodat de gesmolten materialen stromen en de uitsparing vullen tussen de twee onaangetaste gedeelten van de twee materialen, respectievelijk. Bij koeling en vorming worden de twee materialen samengevoegd.
Zoals gebruikt in dit document wordt het begrip in water uitzetbaar, niet in water oplosbaar geacht te verwijzen naar een materiaal dat, wanneer dit wordt blootgesteld aan een overmaat aan water, uitzet tot het volume-evenwicht hiervan, maar dat niet oplost in de oplossing. Als zodanig behoudt een in water uitzetbaar, niet in water oplosbaar materiaal in hoofdzaak de oorspronkelijke identiteit of fysieke structuur hiervan, maar in een sterk uitgezette toestand, tijdens het absorberen van het water, en derhalve dient dit een voldoende grote fysieke integriteit te hebben teneinde bestand te zijn tegen stroming en fusie met naburige deeltjes.
BE2017/0135
Uitvoeringsvormen van de artikelen volgens de uiteenzetting zullen nu worden beschreven. Het zal duidelijk zijn dat technische eigenschappen die worden beschreven in een of meer van de uitvoeringsvormen kunnen worden gecombineerd met een of meer andere uitvoeringsvormen zonder dat hiermee wordt afgeweken van de uiteenzetting en zonder generalisatie hiervan.
Volgens een eerste aspect, waarbij wordt verwezen naar Figuur 1, omvat een absorberend artikel (1), bij voorkeur een luier, dat een longitudinale as (Y-Y) heeft en een transversale as (X-X):
een frame (2) dat een zijde omvat die is gericht naar de huid, een zijde die is gericht naar de kleding tegenover de zijde die is gericht naar de huid, een voorste taillegebied (3), een achterste taillegebied (4), een kruisgebied (5) dat zich uitstrekt tussen de voorste en achterste taillegebieden (3,4) en tegenover liggende voorste en achterste transversale randen (6,7) die zijn gepositioneerd op de voorste en achterste taillegebieden (3, 4) respectievelijk, waarbij het frame een bovenste vel omvat, een achterste vel en een absorberende kern (8) die is ingericht tussen het bovenste vel en het achterste vel, waarbij het bovenste vel is ingericht op de zijde die is gericht naar de huid, en waarbij het achterste vel is ingericht op de zijde die is gericht naar de kleding, en waarbij de absorberende kern (8) zich uitstrekt door ten minste een gedeelte van het kruisgebied (5), en waarbij de absorberende kern (8) eindigt op een eerste afstand (A) vanaf de achterste transversale rand (7);
een paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) die zijn verbonden met het frame ter hoogte van het achterste taillegebied (4), waarbij elk zijpaneel zich uitwaarts uitstrekt vanaf respectieve longitudinale frameranden (10) van het frame ter hoogte van het achterste taillegebied (4), waarbij elke van de zijpanelen (9) eerste en tweede longitudinale randen (11,12) die tegenover elkaar liggend zijn aangebracht langs een as die evenwijdig is aan de transversale as (X-X) waarbij de eerste longitudinale rand (11) langer is dan een tweede longitudinale rand (12), waarbij de elastisch gemaakte zijpanelen (9) zijn verbonden met het frame (2) langs de eerste longitudinale rand (11);
waarbij een of meer bevestigingselementen (13) zijn verbonden met elk van de tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) die op vrijgeefbare wijze
BE2017/0135 kunnen worden verbonden met een zijde die is gericht naar de kleding van het voorste taillegebied (3), waarbij tegenover elkaar liggende bevestigingselementen (13) zijn gepositioneerd op een as van een bevestigingsinrichting (14) die zich evenwijdig uitstrekt aan de transversale as (X-X);
en een elastisch tailleband element (15) dat is gepositioneerd op het achterste taillegebied (4) tussen het paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) en dat zich uitstrekt langs een as die evenwijdig is aan de transversale as (X-X), waarbij het elastische taillebandelement (15) is gepositioneerd op een tweede afstand (B) vanaf de achterste transversale rand (7) en een derde afstand (C) vanaf de absorberende kern (8), waarbij het elastische taillebandelement (15) eindigt nabij alle tegenover elkaar liggende longitudinale frameranden (10) over een vierde afstand, en waarbij het elastische taillebandelement (15) een breedte (W) heeft die zich evenwijdig uitstrekt aan de longitudinale as (Y-Y) en een lengte (L) die zich evenwijdig uitstrekt aan de transversale as (X-X) en de achterste transversale rand (7). Waarbij de tweede afstand (B) groter is dan de derde afstand (C) en waarbij de breedte (W) groter is dan 25% van de lengte (I) van de eerste longitudinale rand (11). Een voordeel van deze inrichting is een vergroot comfort en een verbeterde hechting op de torso van de drager waardoor het risico van lekken wordt gereduceerd, in het bijzonder wanneer een persoon over de grond rolt of plotseling valt.
Op optionele wijze kan het absorberende artikel frontale zijpanelen (18) omvatten die zijn verbonden met het frame door middel van een kleefmiddel. De frontale zijpanelen (18) zijn bij voorkeur niet-elastisch.
In een uitvoeringsvorm is de tweede afstand (B) 25%, bij voorkeur 30%, volgens een grotere voorkeur 40%, groter is dan de derde afstand (C), en waarbij volgens de grootste voorkeur de tweede afstand (B) van 30% tot 95% groter is dan de derde afstand (C).
Volgens een uitvoeringsvorm is de breedte (B) tussen 30% en 100%, bij voorkeur tussen 31% en 90%, volgens een grotere voorkeur tussen 35% en 80%, volgens een nog grotere voorkeur tussen 50% en 80% van de lengte (I) van de eerste longitudinale rand (11).
Het elastische taillebandelement kan worden verlengd vanuit de eerste, ontspannen lengte hiervan naar een tweede lengte in gespannen toestand. Het elastische
BE2017/0135 taillebandelement kan worden aangebracht in de tweede, verlengde lengte hiervan hiervan op het absorberende artikel. Wanneer wordt toegestaan dat het elastische taillebandelement wordt ontspannen kan het absorberende artikel dat het elastische taillebandelement omvat, samentrekken tot ongeveer de eerste, ontspannen lengte van het elastische taillebandelement. Plooien of vouwen kunnen worden gevormd in of naast het elastische taillebandelement van het absorberende artikel. Het elastische taillebandelement kan worden aangebracht op het bovenste vel of kan worden aangebracht op andere samenstellende delen van het absorberende artikel, zoals het achterste vel, of kan worden ingeklemd tussen verschillende lagen die het absorberende artikel omvatten, zoals tussen het bovenste vel en het achterste vel.
Volgens sommige uitvoeringsvormen wordt het elastische taillebandelement geconstrueerd door het uitrekken van een elastisch materiaal, en het, terwijl het elastische materiaal zich bevindt in een uitgerekte toestand, verbinden van het elastische materiaal met ten minste een precursor-weefsel, op zodanige wijze dat wanneer spanning wordt vrijgegeven op het resulterende elastische taillebandelement, het gehele elastische taillebandelement samentrekt. Het elastische materiaal kan een eerste, ontspannen lengte hebben en een tweede lengte in gespannen toestand. De tweede lengte in gespannen toestand hoeft niet, maar kan wel een volledige lengte in gespannen toestand zijn. Het elastische materiaal kan in de tweede lengte in gespannen toestand hiervan worden aangebracht op een precursor-weefsel wanneer het precursorweefsel zich in een ontspannen toestand bevindt, of in voldoende mate onder spanning staat om de verslapping van het precursor-weefsel te reduceren zonder het verlengen van het precursor-weefsel. Wanneer het elastische materiaal wordt toegestaan om te ontspannen, zullen het elastische taillebandelement dat elastisch materiaal omvat en het precursor-weefsel samentrekken tot nagenoeg de eerste, ontspannen lengte van het elastische materiaal (met enige variantie op basis van de elastische terugwinning van elastisch materiaal vanuit de tweede lengte in gespannen toestand en omdat de eindige buigstijfheid van de verbonden materialen een volledige samentrekking kan voorkomen). Plooien of vouwen kunnen worden gevormd in het elastische taillebandelement.
Precursor-weefsel of weefsels kunnen non-wovens, films of composieten hiervan omvatten, en kunnen elk bijvoorbeeld een basisgewicht hebben binnen het bereik van 10 g/m2 tot 30 g/m2. Als meer dan een precursor-weefsel aanwezig is, kunnen de weefsels dezelfde of een andere samenstelling, vorm (dat wil zeggen geweven, non29
BE2017/0135 woven, films etc.) en basisgewicht hebben. Het elastische materiaal kan bestaan uit een elastomere film of een of meer elastomere strengen of linten. De relatieve omvang van de uitrekking van het elastische materiaal voorafgaand aan het combineren hiervan voor het vormen van het elastische taillebandelement kan worden aangeduid als aangebrachte verlenging. Als bijvoorbeeld de eerste, ontspannen afmeting van het elastische materiaal 100 mm is en het elastische materiaal wordt uitgerekt met 85 mm tot aan een tweede, verlengde lengte van 185 mm voordat het elastische materiaal wordt gecombineerd met het precursor-weefsel voor het vormen van het elastische taillebandelement, is de aangebrachte verlenging 85%.
De aangebrachte verlenging kan afwijken van of in hoofdzaak overeenkomen met als dan de toegepaste verlenging van het elastische taillebandelement op het kledingstuk of het absorberende artikel. De toegepaste uitrekking verwijst naar de relatieve omvang van de uitrekking van het elastische taillebandelement ten opzichte van de eerste, ontspannen afmetingen, voorafgaand aan het samenvoegen, hechten of bevestigen hiervan op het kledingstuk of het absorberende artikel. Als bijvoorbeeld een deel van het elastische taillebandelement, zoals hiervoor beschreven, een aangebrachte verlenging heeft van 85%, een eerste, ontspannen afmeting heeft van 100 mm en met 55 mm is verlengd voorafgaand aan de bevestiging hiervan op een kledingstuk of een absorberend artikel, heeft het elastische taillebandelement een toegepaste uitrekking van 55%. De relatieve omvang van de samentrekking die het elastische taillebandelement zal veroorzaken in het gebied van het kledingstuk waar deze is aangebracht, kan variëren afhankelijk van de relatieve stijfheid van het kledingstuk. Als het kledingstuk zeer buigzaam is in het taillebandgebied kan de omvang van de samentrekking in de buurt komen van 35%. Als het kledingstuk erg stijf is in dit gebied, kan de omvang van de samentrekking van het kledingstuk echter aanzienlijk minder zijn dan 35%.
Volgens een uitvoeringsvorm heeft het paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) een eerste en tweede aangebrachte verlenging, en het elastisch taillebandelement (15) een derde aangebrachte verlenging heeft, waarbij de eerste en tweede aangebrachte verlengingen in hoofdzaak gelijk zijn en kleiner zijn dan de derde aangebrachte verlenging. Een voordeel van deze inrichting is dat wordt voorzien in een gemoduleerde uitrekking tussen de elastische tailleband en de elastische panelen.
BE2017/0135
In een uitvoeringsvorm is de derde aangebrachte verlenging 20%, bij voorkeur 25%, volgens een grotere voorkeur 30%, groter dan de eerste aangebrachte verlenging, waarbij volgens een nog grotere voorkeur de derde aangebrachte verlenging tussen 35% en 80%, groter is dan de eerste aangebrachte verlenging.
In een uitvoeringsvorm heeft het elastische taillebandelement (15) een toegepaste uitrekking die op zodanige wijze is gegradeerd dat deze over de lengte (L) hiervan variabel is.
In een uitvoeringsvorm heeft het elastische taillebandelement (15) een aangebrachte verlenging die tussen 15% en 70%, bij voorkeur tussen 20% en 55%, van de aangebrachte verlenging is.
Volgens een uitvoeringsvorm heeft het paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) een eerste en tweede elastische weerstand, en heeft het elastische taillebandelement (15) een derde elastische weerstand, waarbij de eerste en tweede elastische weerstanden in hoofdzaak gelijk zijn en groter zijn dan de derde elastische weerstand. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat wanneer de gebruiker het product toepast door het uitrekken van de elastische oren, deze eerst de elastische tailleband uitrekt tot aan de maximale uitrekking hiervan voordat de elastische oren volledig worden uitgerekt en zodoende wordt een nog betere pasvorm verzekerd, met name op het achterste gedeelte van de luier, die op zijn beurt ook kan leiden tot een grotere bestendigheid tegen lekken.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het elastische taillebandelement (15) gepositioneerd op de as van de bevestigingsinrichting (14), zodanig dat wanneer het absorberende artikel (1) zich bevindt in een zich uitstrekkende toestand, de as van de bevestigingsinrichting (14) het elastische taillebandelement (15) kruist. Een dergelijke inrichting heeft het voordeel dat buigen van het zijpaneel wordt gereduceerd en dat zodoende een uniformere pasvorm wordt verzekerd en een toegenomen barrière tegen lekken. Daarnaast is het verrassend dat is vastgesteld dat een dergelijke positionering van het elastiek toestaat dat de rekbaarheid van het bevestigingssysteem toeneemt met meer dan 5%, doorgaans ongeveer 16% (bij 30 N) in vergelijking met dezelfde luier, maar die is gepositioneerd waarbij het elastische taillebandelement is verschoven ten opzichte van de as van de bevestigingsinrichting (d.w.z. niet op de as van de bevestigingsinrichting).
BE2017/0135
Volgens een uitvoeringsvorm waaraan in het bijzonder de voorkeur wordt gegeven, heeft het elastische taillebandelement (15) een middellijnas (16) die het elastische taillebandelement (15) verdeelt in twee gelijke helften en die zich evenwijdig uitstrekt aan de transversale as (X-X), waarbij de middellijnas (16) verschoven is (dat wil zeggen adjacent is aan, maar niet in een lijn is met),\ vanaf de as van de bevestigingsinrichting (14), waarbij bij voorkeur de middellijnas (16) is gepositioneerd op een eerste axiale afstand weg vanaf de as van de bevestigingsinrichting (14) langs de longitudinale as (YY). Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat wordt voorzien in de hiervoor genoemde gereduceerde buiging van het zijpaneel en dat zodoende een uniformere pasvorm wordt verzekerd en een verbeterde barrière tegen lekken wordt verzekerd, maar dat tegelijkertijd een bijkomende weerstand wordt toegevoegd die toestaat dat de elastische zijpanelen volledig worden uitgerekt bij het passen en dat zodoende het risico wordt beperkt dat de elastische tailleband volledig wordt uitgerekt zonder dat de zijpanelen ook volledig worden uitgerekt. Daarnaast kan een gelijkmatigere uitrekking worden bereikt wanneer het voor het eerst wordt gebruikt.
Bij voorkeur is de eerste axiale afstand niet groter is dan 45%, bij voorkeur 40%, volgens een grotere voorkeur 30%, volgens een nog grotere voorkeur 25%, van de breedte (W).
Volgens een uitvoeringsvorm (niet getoond) kan het absorberende artikel ten minste een transversaal barrière-manchet omvatten dat is gepositioneerd op het gebied van de achterste taille en dat zich uitstrekt evenwijdig aan de lengte van het elastische taillebandelement. Het barrière-manchet kan een zak vormen voor het hierin verzamelen van exsudaten en kan een of meer elastieken omvatten die zijn gepositioneerd op een open einde hiervan dat distaai is vanaf een gesloten uiteinde hiervan. Bij voorkeur is het barrière-manchet gepositioneerd onder het elastische taillebandelement op het naar de huid gerichte oppervlak van het absorberende artikel. In deze inrichting voorziet het elastische taillebandelement in een nauwe sluiting op een gesloten uiteinde van de zak die wordt gevormd door de transversale barrière waarbij de doeltreffendheid van de lekpreventie-barrière wordt vergroot.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de absorberende kern (8):
een kernlengte die zich uitstrekt langs de longitudinale as (Y-Y), een kernbreedte die zich loodrecht uitstrekt op de kernlengte en een perimeter die ten minste twee tegenover elkaar liggende uiteinden (102, 103) omvat en ten minste twee tegenover elkaar
BE2017/0135 liggende zijden (104,105) die zijn gepositioneerd tussen de uiteinden (102,103), waarbij de absorberende kern (8) een of meer in hoofdzaak met elkaar verbonden kanalen (106) omvat die zich uitstrekken door het kruisgebied (5) langs en in hoofdzaak evenwijdig aan de longitudinale as en die zich voorts uitstrekken langs ten minste een gedeelte van de kernbreedte vanaf een zijde van de kern (8) naar de andere, waarbij bij voorkeur een of meer in hoofdzaak met elkaar verbonden kanalen (106) symmetrisch of asymmetrisch zijn rond de longitudinale as, waarbij bij voorkeur elk in hoofdzaak met elkaar verbonden kanaal (106) omvat:
een eerste kanaal gedeelte (107) dat zich in hoofdzaak uitstrekt langs de longitudinale as (Y-Y) proximaal ten opzichte van een eerste zijde (104) van de kern (101);
waarbij een tweede kanaal gedeelte (108) zich in hoofdzaak uitstrekt langs de longitudinale as proximaal ten opzichte van een tweede zijde (105) van de kern (8);
en waarbij ten minste een, bij voorkeur slechts een, verbindend kanaal gedeelte (109) in een vloeistofverbinding staat met de eerste en tweede kanaal gedeelten (107, 108). Een voordeel van deze inrichting is dat een betere pasvorm en een snellere verdeling van vloeistof over de kern kunnen worden bereikt, waarbij lekbestendige eigenschappen van het absorberende artikel worden toegevoegd en aangevuld.
De kern omvat doorgaans een of meer absorberende materialen, zoals cellulose vezels en/of superabsorberende polymeren (in de vorm van deeltjes, vlokken en/of vezels). Bij voorkeur zijn de kanalen in hoofdzaak vrij van absorberend materiaal en deze worden doorgaans gevormd door twee non-woven lagen die met elkaar zijn verbonden, doorgaans door middel van een kleefmiddel.
Volgens een uitvoeringsvorm strekt het verbindende kanaal gedeelte (109) zich in hoofdzaak uit langs de breedte van de kern (8), waarbij bij voorkeur een gesloten uiteinde wordt gevormd binnen een oppervlak van de kern (8) langs een vlak dat evenwijdig is aan de longitudinale as, en dit bij voorkeur is gepositioneerd tegenover een open uiteinde vorm die wordt gevormd door niet-verbonden eerste en tweede eindposities (110, 111) van het met elkaar verbonden kanaal (106), bij voorkeur van de eerste en tweede kanaal gedeelten (107, 108), respectievelijk, waarbij doorgaans de
BE2017/0135 niet-verbonden eerste en tweede eindposities (110, 111) distaai zijn ten opzichte van elkaar en proximaal ten opzichte van de eerste en tweede zijden (104, 105) van de kern (8), respectievelijk, waarbij volgens een nog grotere voorkeur de eindposities (110, 111) van elkaar af zijn gekeerd, zodanig dat hiertussen een tunnelvormige uitsparing wordt gevormd. Een dergelijke geometrie bevordert voorts de vorming van een komvorm ter hoogte van het kruisgebied evenals een optimale verdeling van vloeistof over de lengte en breedte van de absorberende kern.
Volgens een uitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede eindposities (110, 111) ingericht op een tweede axiale afstand van het elastische taillebandelement (15), waarbij de tweede axiale afstand kleiner is dan of in hoofdzaak gelijk is aan de tweede afstand (B). Deze inrichting zorgt voor een grotere weerstand tegen lekken waarin wordt voorzien door hechtkracht die wordt voortgebracht door de elastische tailleband.
Volgens een uitvoeringsvorm is het paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) verbonden met het frame door middel van een kleefmiddel en/of door mechanische hechting, zoals ultrasone hechting. Volgens deze uitvoeringsvorm omvatten de elastische panelen (9) een elastische film (17) die doorgaans wordt aangebracht (of wordt gelamineerd) tussen twee non-woven lagen waarbij de omtrek van de elastische film kleiner is dan de totale omtrek van de elastische panelen (9), zodanig dat een gebied wordt gevormd van het zijpaneel (9) dat doorgaans vrij is van de elastische film (17) waarbij het gebied dat vrij is van elastische film proximaal is ten opzichte van het gedeelte van het zijpaneel (9) dat is verbonden met het frame. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm komt ten minste een gedeelte van de mechanische verbinding in aanraking met de elastische film (17) en het gebied dat vrij is van de film. Een voordeel van deze inrichting is dat de verbindende kracht van de zijpanelen op het frame wordt versterkt wanneer deze wordt gebruikt in combinatie met een elastische tailleband.
Verondersteld wordt dat de onderhavige uitvinding zich niet beperkt tot een van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen en dat enkele wijzigingen aan het getoonde vervaardigingsvoorbeeld kunnen worden toegevoegd zonder een herhaalde beoordeling van de bijgevoegde conclusies.

Claims (15)

  1. Conclusies
    1. Absorberend artikel (1), bij voorkeur een luier, dat een longitudinale as (Y-Y) heeft en een transversale as (X-X), dat omvat:
    een frame (2) dat een zijde omvat die is gericht naar de huid, een zijde die is gericht naar de kleding tegenover de zijde die is gericht naar de huid, een voorste taillegebied (3), een achterste taillegebied (4), een kruisgebied (5) dat zich uitstrekt tussen de voorste en achterste taillegebieden (3,4) en tegenover liggende voorste en achterste transversale randen (6,7) die zijn gepositioneerd op de voorste en achterste taillegebieden (3, 4) respectievelijk, waarbij het frame een bovenste vel omvat, een achterste vel en een absorberende kern (8) die is ingericht tussen het bovenste vel en het achterste vel, waarbij het bovenste vel is ingericht op de zijde die is gericht naar de huid, en waarbij het achterste vel is ingericht op de zijde die is gericht naar de kleding, en waarbij de absorberende kern (8) zich uitstrekt door ten minste een gedeelte van het kruisgebied (5), en waarbij de absorberende kern (8) eindigt op een eerste afstand (A) vanaf de achterste transversale rand (7);
    een paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) die zijn verbonden met het frame ter hoogte van het achterste taillegebied (4), waarbij elk zijpaneel zich uitwaarts uitstrekt vanaf respectieve longitudinale frameranden (10) van het frame ter hoogte van het achterste taillegebied (4), waarbij elk van de zijpanelen (9) eerste en tweede longitudinale randen (11,12) omvat die tegenover elkaar liggend zijn aangebracht langs een as die evenwijdig is aan de transversale as (X-X), waarbij de eerste longitudinale rand (11) langer is dan een tweede longitudinale rand (12), waarbij de elastisch gemaakte zijpanelen (9) zijn verbonden met het frame (2) langs de eerste longitudinale rand (11);
    waarbij een of meer bevestigingselementen (13) zijn verbonden met elk van de tegenover liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) die op vrijgeefbare wijze kunnen worden verbonden met een zijde die is gericht naar de kleding van het voorste
    BE2017/0135 taillegebied (3), waarbij tegenover elkaar liggende bevestigingselementen (13) zijn gepositioneerd op een as van een bevestigingsinrichting (14) die zich evenwijdig uitstrekt aan de transversale as (X-X);
    een elastisch taillebandelement (15) dat is gepositioneerd op het achterste taillegebied (4) tussen het paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) en dat zich uitstrekt langs een as die evenwijdig is aan de transversale as (X-X), waarbij het elastische taillebandelement (15) is gepositioneerd op een tweede afstand (B) vanaf de achterste transversale rand (7) en een derde afstand (C) vanaf de absorberende kern (8), waarbij het elastische taillebandelement (15) eindigt nabij alle tegenoverliggende longitudinale frameranden (10) over een vierde afstand, en waarbij het elastische taillebandelement (15) een breedte (W) heeft die zich evenwijdig uitstrekt aan de longitudinale as (Y-Y) en een lengte (L) die zich evenwijdig uitstrekt aan de transversale as (X-X) en de achterste transversale rand (7); met het kenmerk, dat de tweede afstand (B) groter is dan de derde afstand (C) en waarbij de breedte (W) groter is dan 25% van de lengte (I) van de eerste longitudinale rand (11).
  2. 2. Absorberend artikel (1) volgens conclusie 1, waarbij de tweede afstand (B) 25%, bij voorkeur 30%, volgens een grotere voorkeur 40%, groter is dan de derde afstand (C), en waarbij volgens de grootste voorkeur de tweede afstand (B) van 30% tot 95% groter is dan de derde afstand (C).
  3. 3. Absorberend artikel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de breedte (W) tussen 30% en 100%, bij voorkeur tussen 31% en 90%, volgens een grotere voorkeur tussen 35% en 80%, volgens een nog grotere voorkeur tussen 50% en 80% is van de lengte (I) van de eerste longitudinale rand (11).
  4. 4. Absorberend artikel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) een eerste en tweede aangebrachte verlenging heeft, en het elastische taillebandelement (15) een derde aangebrachte verlenging heeft, waarbij de eerste en tweede aangebrachte verlengingen in hoofdzaak gelijk zijn en kleiner zijn dan de derde aangebrachte verlenging.
    BE2017/0135
  5. 5. Absorberend artikel (1) volgens conclusie 4, waarbij de derde aangebrachte verlenging 20%, bij voorkeur 25%, volgens een grotere voorkeur 30%, groter is dan de eerste aangebrachte verlenging, waarbij volgens een nog grotere voorkeur de derde aangebrachte verlenging tussen 35% en 80%, groter is dan de eerste aangebrachte verlenging.
  6. 6. Absorberend artikel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het elastische taillebandelement (15) een toegepaste uitrekking heeft die op zodanige wijze is gegradeerd dat deze over de lengte (L) hiervan variabel is.
  7. 7. Absorberend artikel (1) volgens een der conclusies 4 tot en met 6, waarbij het elastische taillebandelement (15) een toegepaste uitrekking heeft die tussen 15% en 70%, bij voorkeur tussen 20% en 55%, is van de aangebrachte verlenging.
  8. 8. Absorberend artikel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het elastische taillebandelement (15) is gepositioneerd op de as van de bevestigingsinrichting (14), zodanig dat wanneer het absorberende artikel (1) zich bevindt in een verlengde toestand, de as van de bevestigingsinrichting (14) het elastische taillebandelement (15) kruist.
  9. 9. Absorberend artikel (1) volgens conclusie 8, waarbij het elastische taillebandelement (15) een middellijnas (16) heeft die het elastische taillebandelement (15) verdeelt in twee gelijke helften en zich uitstrekt langs een as die evenwijdig is aan de transversale as (XX), waarbij de middellijnas (16) adjacent is aan, maar niet in een lijn is met, de as van de bevestigingsinrichting (14), waarbij bij voorkeur de middellijnas (16) is gepositioneerd op een eerste axiale afstand weg van de as van de bevestigingsinrichting (14) langs de longitudinale as (Y-Y).
  10. 10. Absorberend artikel (1) volgens conclusie 9, waarbij de eerste axiale afstand niet groter is dan 45%, bij voorkeur 40%, volgens een grotere voorkeur 30%, volgens een nog grotere voorkeur 25%, van de breedte (W).
  11. 11. Absorberend artikel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de absorberende kern (8) omvat:
    een kernlengte die zich uitstrekt langs de longitudinale as (Y-Y), een kernbreedte die zich loodrecht uitstrekt op de kernlengte en een perimeter die ten minste twee tegenover
    BE2017/0135 elkaar liggende uiteinden (102, 103) omvat en ten minste twee tegenover elkaar liggende zijden (104,105) die zijn gepositioneerd tussen de uiteinden (102, 103), waarbij de absorberende kern (8) een of meer in hoofdzaak met elkaar verbonden kanalen (106) omvat die zich uitstrekken door het kruisgebied (5) langs en in hoofdzaak evenwijdig aan de longitudinale as en die zich voorts uitstrekken langs ten minste een gedeelte van de kernbreedte vanaf een zijde van de kern (8) naar de andere, waarbij bij voorkeur een of meer in hoofdzaak met elkaar verbonden kanalen (106) symmetrisch of asymmetrisch zijn rond de longitudinale as, waarbij bij voorkeur elk in hoofdzaak met elkaar verbonden kanaal (106) omvat: een eerste kanaal gedeelte (107) dat zich in hoofdzaak uitstrekt langs de longitudinale as (Y-Y) proximaal ten opzichte van een eerste zijde (104) van de kern (101); waarbij een tweede kanaal gedeelte (108) zich in hoofdzaak uitstrekt langs de longitudinale as proximaal ten opzichte van een tweede zijde (105) van de kern (8); en waarbij ten minste een, bij voorkeur slechts een, verbindend kanaal gedeelte (109) in een vloeistofverbinding staat met de eerste en tweede kanaal gedeelten (107, 108).
  12. 12. Absorberend artikel (1) volgens conclusie 11, waarbij het verbindende kanaal gedeelte (109) zich in hoofdzaak uitstrekt over de breedte van de kern (8), waarbij bij voorkeur een gesloten uiteinde wordt gevormd binnen een oppervlak van de kern (8) langs een vlak dat evenwijdig is aan de longitudinale as, en waarbij dit bij voorkeur is gepositioneerd tegenover een vorm met een open uiteinde die wordt gevormd door nietverbonden eerste en tweede eindposities (110, 111) van het met elkaar verbonden kanaal (106), bij voorkeur van de eerste en tweede kanaal gedeelten (107, 108) respectievelijk, waarbij doorgaans de niet-verbonden eerste en tweede eindposities (110, 111) distaai zijn ten opzichte van elkaar en proximaal ten opzichte van de eerste en tweede zijden (104, 105) van de kern (8), respectievelijk, waarbij volgens een nog grotere voorkeur de eindposities (110, 111) van elkaar af zijn gekeerd, zodanig dat hiertussen een tunnelvormige uitsparing wordt gevormd.
  13. 13. Absorberend artikel volgens conclusie 12, waarbij de eerste en tweede eindposities (110, 111) zijn ingericht op een tweede axiale afstand vanaf het elastische taillebandelement (15), waarbij de tweede axiale afstand kleiner is dan of in hoofdzaak gelijk is aan de tweede afstand (B).
  14. 14. Absorberend artikel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) een eerste en tweede elastische weerstand hebben, en het elastische taillebandelement (15) een derde
    BE2017/0135 elastische weerstand heeft, waarbij de eerste en tweede elastische weerstanden in hoofdzaak gelijk zijn en groter zijn dan de derde elastische weerstand.
  15. 15. Absorberend artikel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het paar tegenover elkaar liggende elastisch gemaakte zijpanelen (9) is verbonden met het frame
    5 door middel van een kleefmiddel en/of door mechanische hechting, zoals ultrasoon hechten.
BE2017/0135A 2017-05-12 2017-09-27 Elastisch gemaakt absorberend artikel BE1025209B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP17170950.4A EP3400919B1 (en) 2017-05-12 2017-05-12 Elasticised absorbent article
EP17170950.4 2017-05-12

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025209A1 BE1025209A1 (nl) 2018-12-05
BE1025209B1 true BE1025209B1 (nl) 2018-12-10

Family

ID=58709326

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/0135A BE1025209B1 (nl) 2017-05-12 2017-09-27 Elastisch gemaakt absorberend artikel

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3400919B1 (nl)
BE (1) BE1025209B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP4356889A1 (en) 2022-10-17 2024-04-24 Ontex BV Absorbent articles having a containment pocket

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008143560A1 (en) * 2007-05-21 2008-11-27 Sca Hygiene Products Ab Absorbent article with improved fit
WO2009157835A1 (en) * 2008-06-27 2009-12-30 Sca Hygiene Products Ab Absorbent article with improved fit and improved capability to stay in place during use
US20140163511A1 (en) * 2012-12-10 2014-06-12 The Procter & Gamble Company Absorbent Articles with Channels
WO2017058165A1 (en) * 2015-09-29 2017-04-06 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Absorbent article with selectively positioned waist containment member having an improved waist seal

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8257333B2 (en) 2002-12-20 2012-09-04 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Absorbent article with an elastic waistband having a preferred ratio of elastic to non-elastic materials
US7252730B2 (en) 2003-12-30 2007-08-07 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Method and apparatus for applying an elastic member
WO2012177400A1 (en) 2011-06-21 2012-12-27 The Procter & Gamble Company Absorbent article with waistband having contraction

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008143560A1 (en) * 2007-05-21 2008-11-27 Sca Hygiene Products Ab Absorbent article with improved fit
WO2009157835A1 (en) * 2008-06-27 2009-12-30 Sca Hygiene Products Ab Absorbent article with improved fit and improved capability to stay in place during use
US20140163511A1 (en) * 2012-12-10 2014-06-12 The Procter & Gamble Company Absorbent Articles with Channels
WO2017058165A1 (en) * 2015-09-29 2017-04-06 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Absorbent article with selectively positioned waist containment member having an improved waist seal

Also Published As

Publication number Publication date
EP3400919A1 (en) 2018-11-14
EP3400919B1 (en) 2020-08-19
BE1025209A1 (nl) 2018-12-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11752047B2 (en) Absorbent core, articles comprising said core, and methods of making
BE1026588B1 (nl) Elastisch gemaakt absorberend artikel
WO2018122117A1 (en) Absorbent core, articles comprising said core, and methods of making
BE1025021B1 (nl) Elastisch gemaakt absorberend artikel
BE1025209B1 (nl) Elastisch gemaakt absorberend artikel
EP3900686A1 (en) Absorbent articles and methods of making
EP4183382A1 (en) Array of disposable absorbent articles
US20230149224A1 (en) Absorbent articles and methods of making
BE1022643B1 (nl) Absorberend baby luier artikel
BE1022537B1 (nl) Absorberend broekluier artikel
EP3434238B1 (en) Absorbent article for multiple size comfortable fit
BE1022415B1 (nl) Absorberend luier kledingstuk
BE1022527B1 (nl) Absorberende broekluier
BE1022684B1 (nl) Geoptimaliseerde vasthechtingsmiddelen
BE1022295B1 (nl) Anatomisch gevormd middel
BE1022223B1 (nl) Absorberend artikel met onderscheidingsteken

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20181210