BE1021914B1 - SAFETY SYSTEM FOR A SAIL - Google Patents

SAFETY SYSTEM FOR A SAIL Download PDF

Info

Publication number
BE1021914B1
BE1021914B1 BE2014/0213A BE201400213A BE1021914B1 BE 1021914 B1 BE1021914 B1 BE 1021914B1 BE 2014/0213 A BE2014/0213 A BE 2014/0213A BE 201400213 A BE201400213 A BE 201400213A BE 1021914 B1 BE1021914 B1 BE 1021914B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
profile
sail
support beam
reinforcement
mounting rail
Prior art date
Application number
BE2014/0213A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Erik Ronny Felix Rogiers
Original Assignee
Versus Invest Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Versus Invest Bvba filed Critical Versus Invest Bvba
Priority to BE2014/0213A priority Critical patent/BE1021914B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021914B1 publication Critical patent/BE1021914B1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P7/00Securing or covering of load on vehicles
    • B60P7/06Securing of load
    • B60P7/08Securing to the vehicle floor or sides
    • B60P7/0892Securing to the vehicle floor or sides by preventing lateral movement of the load, e.g. using stop blocks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J5/00Doors
    • B60J5/04Doors arranged at the vehicle sides
    • B60J5/06Doors arranged at the vehicle sides slidable; foldable
    • B60J5/062Doors arranged at the vehicle sides slidable; foldable for utility vehicles or public transport
    • B60J5/065Doors arranged at the vehicle sides slidable; foldable for utility vehicles or public transport with non-rigid elements, e.g. side curtains

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Pallets (AREA)

Abstract

Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een laadruimte, met een bovenste draagbalk en een onderste draagbalk, waarbij elke draagbalk is voorzien van rails voor geleiden van wagentjes waar het zeil aan bevestigbaar is, waarbij de onderste draagbalk een montagerail heeft en waarbij een palletaanslagprofïel en/of een verstevigingsprofiel via bevestigingsmiddelen met de montagerail verbonden zijn, waarbij het palletaanslagprofïel voorzien is om een aanslag te vormen voor palletten, en waarbij het verstevigingsprofiel voorzien is om zich zijdelings langs de onderste draagbalk uit te strekken, om de onderste draagbalk te beschermen tegen een externe zijdelingse impact.System for securing a tarpaulin to close off a cargo space, comprising an upper draw beam and a lower draw beam, each draw beam being provided with rails for guiding trolleys to which the tarpaulin can be attached, the lower draw beam having a mounting rail and a pallet stop profile and / or a reinforcement profile are connected to the mounting rail via fastening means, wherein the pallet stop profile is provided to form a stop for pallets, and the reinforcement profile is provided to extend laterally along the lower girder to protect the lower girder against an external side impact.

Description

Bevestigingssysteem voor een zeilFastening system for a sail

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het ophangen van een zeil ter afsluiting van een zijkant van een laadruimte. Zulke ophangsystemen bevatten typisch een draagbalk voorzien van rails waar wieltjes van wagentjes in kunnen rollen. Aan deze wagentjes wordt het zeil opgehangen.The invention relates to a system for suspending a tarpaulin to close off a side of a loading space. Such suspension systems typically include a support beam provided with rails into which trolley wheels can roll. The sail is hung on these trolleys.

Laadruimtes, omsloten door laadbakken, in het bijzonder mobiele laadbakken die zich op vrachtwagens en/of treinen bevinden, moeten voldoen aan vooraf bepaalde maximale buitenafmetingen. Deze buitenafmetingen worden vaak door de wetgever opgelegd. Door deze vastgelegde maximale afmetingen wordt de laadruimte, die de effectief beschikbare ruimte binnen in de laadbak is, beperkt. Vaak worden zijkanten van zulke laadruimtes afgesloten met een zeil dat openschuifbaar is om zo via de betreffende zijkant toegang tot de laadruimte te verschaffen. Om maximale laadruimte te bekomen, wordt het zeil op een uiterste perifere rand van de laadbak bevestigd.Loading spaces enclosed by containers, in particular mobile containers located on trucks and / or trains, must meet predetermined maximum external dimensions. These external dimensions are often imposed by the legislator. These fixed maximum dimensions limit the loading space, which is the space actually available within the loading container. The sides of such loading spaces are often closed with a sail that can be slid open in order to provide access to the loading space via the relevant side. To achieve maximum loading space, the sail is attached to an extreme peripheral edge of the loading platform.

Het zeil wordt typisch opgehangen aan wagentjes die kunnen rollen over loopvlakken in rails die zich in een draagbalk bevinden. De wagentjes dragen het zeil en worden zelf gedragen door de draagbalk. De wagentjes laten toe het zeil open te schuiven door de wagentjes over de rails naar één eind van de draagbalk te rollen in de langsrichting van de draagbalk. Bij het openen van het zeil rollen de wieltjes over de loopvlakken in de rails, waardoor de weerstand voor het openen van het zeil geminimaliseerd wordt. Recente ontwikkelingen hebben als doel een zijkant van een laadruimte snel en efficiënt te kunnen openen. Zo zijn systemen voorgesteld waarbij een draagbalk met wagentjes voorzien is zowel bovenaan als onderaan de laadruimte. Daarbij wordt het zeil opgespannen tussen de bovenste en de onderste draagbalk. Omdat het zeil ter hoogte van de onderkant van de laadruimte vastgehouden wordt door wagentjes die rollen in een onderste draagbalk, wordt vastmaken van de onderkant van het zeil (bijvoorbeeld door middel van gespen) overbodig. Omdat het zeil aan de onderkant niet meer vast- en losgemaakt moet worden, is het openen en sluiten van het zeil noemenswaardig sneller. De huidige uitvinding heeft specifiek betrekking op een systeem voor het afsluiten van een zeil waarbij het systeem een bovenste draagbalk en een onderste draagbalk bevat die zich ter hoogte van respectievelijk een bovenzijde en een onderzijde van de laadruimte bevinden, waarbij elke draagbalk is voorzien van rails die zich uitstrekken in een langsrichting, welk systeem bovenste wagentjes en onderste wagentjes bevat die voorzien zijn van wieltjes om te rollen in de rails van respectievelijk de bovenste draagbalk en de onderste draagbalk, waarbij elk van de wagentjes is voorzien om genoemd zeil aan te bevestigen zodanig dat het zeil tussen de bovenste en de onderste wagentjes bevestigbaar is. Op heden zijn dergelijke systemen in de praktijk enkel toegepast op kleine laadruimtes, bijvoorbeeld op vrachtwagens aangepast voor stadsverkeer. Dergelijke kleine laadruimtes worden typisch met kleine goederen geladen (ofwel goederen die verpakt zijn in kleinere hoeveelheden/verpakkingen).The sail is typically hung on trolleys that can roll over treads in rails that are located in a support beam. The trolleys carry the sail and are themselves carried by the support beam. The trolleys allow the sail to be opened by rolling the trolleys over the rails to one end of the support beam in the longitudinal direction of the support beam. When opening the sail, the wheels roll over the treads in the rails, so that the resistance to opening the sail is minimized. Recent developments aim to be able to open a side of a load space quickly and efficiently. For example, systems have been proposed in which a support beam with trolleys is provided at the top and bottom of the loading space. The sail is thereby tensioned between the upper and the lower support beam. Because the sail is held at the level of the underside of the loading space by trolleys that roll in a lower support beam, securing the underside of the sail (for example by means of buckles) becomes unnecessary. Because the sail no longer needs to be attached and detached at the bottom, opening and closing the sail is noticeably faster. The present invention specifically relates to a system for closing a tarpaulin, the system comprising an upper supporting beam and a lower supporting beam which are situated at the level of, respectively, an upper side and a lower side of the loading space, each supporting beam being provided with rails extending in a longitudinal direction, which system comprises upper trolleys and lower trolleys which are provided with wheels for rolling in the rails of the upper support beam and the lower support beam respectively, each of the trolleys being provided for attaching said sail such that the sail can be attached between the upper and lower trolleys. To date, such systems have in practice only been applied to small loading spaces, for example on trucks adapted for city traffic. Such small loading spaces are typically loaded with small goods (or goods that are packaged in smaller quantities / packages).

Wanneer een container met een afsluitzeil in een logistieke omgeving geladen of gelost moet worden, is de tijdsdruk vaak zeer hoog. In het bijzonder bij grote laadruimtes zoals opleggers van vrachtwagens, worden typisch grote en zware goederen (ofwel goederen die in relatief grote hoeveelheden verpakt zijn in typisch grote verpakkingen) op een snelle en ruwe manier in de laadruimte gezet. In de praktijk wordt dit vaak gedaan met heftrucks of andere hefmiddelen. Daarbij is de operator die de heftruck of andere hefmiddelen bedient niet altijd even nauwkeurig, zodat de goederen regelmatig tegen een rand van de laadruimte stoten. Bij kleinere laadruimtes, waarbij kleine verpakkingen/goederen tegen de rand van de laadruimte stoten, ontstaan nauwelijks problemen. Echter wanneer een dergelijk systeem op een grote laadruimte zoals een oplegger gemonteerd wordt, kan de impact van de stoot zo groot zijn dat de onderste draagbalk vervormt. Wanneer de onderste draagbalk vervormt, kunnen de wagentjes niet meer in de rails rollen omdat de wieltjes tussen twee loopvlakken rollen. Wanneer de wagentjes niet meer kunnen rollen in de rails, kan het zeil niet gesloten worden na het laden, en is de oplegger geïmmobiliseerd en daarmee onbruikbaar voor transport. Om een dergelijke situatie te voorkomen, wordt het zeil voor grote laadruimtes, zoals opleggers voor vrachtwagens, aan de onderzijde op traditionele wijze vastgemaakt, bijvoorbeeld via gespen.When a container with a tarpaulin has to be loaded or unloaded in a logistics environment, the time pressure is often very high. Particularly in the case of large loading spaces such as trucks, typically large and heavy goods (or goods that are packaged in relatively large quantities in typically large packages) are placed in the loading space in a quick and rough manner. In practice this is often done with forklifts or other lifting equipment. In addition, the operator operating the forklift or other lifting means is not always as accurate, so that the goods regularly bump into an edge of the loading space. With smaller loading spaces, where small packages / goods bump against the edge of the loading space, hardly any problems arise. However, when such a system is mounted on a large loading space such as a trailer, the impact of the impact can be so great that the lower support beam deforms. When the lower support beam deforms, the trolleys can no longer roll in the rails because the wheels roll between two treads. When the trolleys can no longer roll in the rails, the tarpaulin cannot be closed after loading, and the trailer is immobilized and therefore unusable for transport. In order to prevent such a situation, the tarpaulin for large loading spaces, such as trailers for trucks, is fixed at the bottom in the traditional manner, for example via buckles.

Het is een doel van de uitvinding om een ophangsysteem te voorzien dat snel te openen en te sluiten is, en dat robuust is.It is an object of the invention to provide a suspension system that can be opened and closed quickly and is robust.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijkant van een laadruimte, welk systeem een bovenste draagbalk en een onderste draagbalk bevat die zich ter hoogte van respectievelijk een bovenzijde en een onderzijde van de laadruimte bevinden, waarbij elke draagbalk is voorzien van rails die zich uitstrekken in een langsrichting, welk systeem bovenste wagentjes en onderste wagentjes bevat die voorzien zijn van wieltjes om te rollen in de rails van respectievelijk de bovenste draagbalk en de onderste draagbalk, waarbij elk van de wagentjes is voorzien om genoemd zeil aan te bevestigen zodanig dat het zeil tussen de bovenste en de onderste wagentjes bevestigbaar is, daardoor gekenmerkt dat de onderste draagbalk een montagerail heeft en waarbij ten minste één van een palletaanslagprofiel en een verstevigingsprofïel via bevestigingsmiddelen met de montagerail verbonden zijn, waarbij het palletaanslagprofiel voorzien is om zich uit te strekken tot boven een laadvloer van de laadruimte om een aanslag te vormen voor palletten, en waarbij het verstevigingsprofiel voorzien is om zich zijdelings langs de onderste draagbalk uit te strekken ten minste ter plaatse van een bovenste zone daarvan, om de onderste draagbalk te beschermen tegen een externe zijdelingse impact.To this end, the invention provides a system for attaching a sail for closing a side of a loading space, which system comprises an upper supporting beam and a lower supporting beam which are situated at the level of an upper side and a lower side of the loading space respectively, wherein each supporting beam is provided with rails extending in a longitudinal direction, which system comprises upper carriages and lower carriages which are provided with wheels for rolling in the rails of the upper supporting beam and the lower supporting beam respectively, each of the carriages being provided to sail to be attached such that the sail is attachable between the upper and lower trolleys, characterized in that the lower supporting beam has a mounting rail and wherein at least one of a pallet stop profile and a reinforcement profile are connected to the mounting rail via fastening means, the pallet stop profile provided is to express itself e extending above a loading floor of the loading space to form a stop for pallets, and wherein the reinforcement profile is provided to extend laterally along the lower supporting beam at least at the location of an upper zone thereof, to protect the lower supporting beam against an external side impact.

Volgens de uitvinding is de onderste draagbalk van het systeem voor het bevestigen van een zeil voorzien van een montagerail. Daarmee heeft de onderste draagbalk van het systeem volgens de uitvinding een extra rail (conventioneel heeft een onderste draagbalk enkel rails waar wieltjes van wagentjes in kunnen rollen) specifiek voor montage van externe elementen. Omdat de montagerail niet voorzien is om wieltjes van wagentjes in te laten rollen, zal vervormen van deze montagerail geen invloed hebben op het openen en sluiten van het zeil (omdat in de montagerail geen wieltjes rollen). Hierdoor biedt de montagerail al een noemenswaardige bescherming aan de onderste draagbalk, ten minste voor wat betreft het openen en sluiten van het zeil. Omdat een montagerail voorzien is, kunnen externe elementen met deze montagerail verbonden worden. Zo kan een palletaanslagprofiel verbonden worden met de montagerail, welk palletaanslagprofiel voorzien is om zich uit te strekken tot boven de laadvloer van de laadruimte om een aanslag te vormen voor palletten. Goederen worden typisch op palletten gestapeld voor transport. Het palletaanslagprofiel vormt een extra bescherming van de draagbalk omdat het palletaanslagprofiel zich boven de laadvloer van de laadruimte uitstrekt. Hierdoor kan een impact op de onderste draagbalk van bovenaf door het palletaanslagprofiel opgevangen worden. Omdat het palletaanslagprofiel zich uitstrekt tot boven de laadvloer, zal een pallet die (hardhandig) neergezet wordt op de onderste draagbalk (en op de laadvloer) eerst het palletaanslagprofiel raken. De impact hiervan wordt dan ook opgevangen door het palletaanslagprofiel. Het palletaanslagprofiel zal dan in de praktijk ook het eerste element zijn uit het systeem dat vervormt ten gevolge van de impact. Omdat het palletaanslagprofiel via bevestigingsmiddelen met de montagerail verbonden is, is het palletaanslagprofiel typisch op relatief eenvoudige wijze te vervangen. Namelijk een operator dient enkel de bevestigingsmiddelen los te maken, een nieuw palletaanslagprofiel te voorzien ter vervanging van het vervormde palletaanslagprofiel, en dit nieuwe palletaanslagprofiel opnieuw met bevestigingsmiddelen met de montagerail verbinden. Daarmee is het palletaanslagprofiel noemenswaardig eenvoudiger te vervangen dan de draagbalk. Als gevolg zal, door het voorzien van een palletaanslagprofiel, het systeem voor het bevestigen van een zeil noemenswaardig robuuster worden.According to the invention, the lower support beam of the system for fixing a sail is provided with a mounting rail. The lower supporting beam of the system according to the invention thus has an additional rail (conventionally, a lower supporting beam only has rails into which wheels of carriages can roll) specifically for mounting external elements. Because the mounting rail is not provided for rolling wheels from trolleys, deformation of this mounting rail will not affect the opening and closing of the tarpaulin (because no wheels roll in the mounting rail). As a result, the mounting rail already offers significant protection to the lower support beam, at least with regard to opening and closing the tarpaulin. Because a mounting rail is provided, external elements can be connected to this mounting rail. A pallet stop profile can thus be connected to the mounting rail, which pallet stop profile is provided to extend above the loading floor of the loading space to form a stop for pallets. Goods are typically stacked on pallets for transport. The pallet stop profile forms an additional protection for the bearing beam because the pallet stop profile extends above the loading floor of the loading space. As a result, an impact on the lower support beam can be absorbed from above by the pallet stop profile. Because the pallet stop profile extends above the loading floor, a pallet that is placed (hard-handed) on the lower support beam (and on the loading floor) will first touch the pallet stop profile. The impact of this is therefore absorbed by the pallet stop profile. In practice, the pallet stop profile will then also be the first element of the system that deforms as a result of the impact. Because the pallet stop profile is connected to the mounting rail via fastening means, the pallet stop profile can typically be replaced in a relatively simple manner. Namely, an operator only needs to loosen the fasteners, provide a new pallet stop profile to replace the deformed pallet stop profile, and reconnect this new pallet stop profile with fasteners to the mounting rail. This makes the pallet stop profile noticeably easier to replace than the support beam. As a result, by providing a pallet stop profile, the system for attaching a tarpaulin will become noticeably more robust.

Op eenzelfde wijze kan een verstevigingsprofiel via bevestigingsmiddelen met de montagerail verbonden zijn. Daarbij is het verstevigingsprofiel voorzien om zich zijdelings langs de onderste draagbalk uit te strekken, ten minste ter plaatse van een bovenste zone daarvan, om de onderste draagbalk te beschermen tegen een externe zijdelingse impact. Tests hebben uitgewezen dat wanneer een pallet tegen de onderste draagbalk aanstoot, dit typisch tegen een bovenzijde van de onderste draagbalk is. Door ter plaatse van de bovenzijde van de onderste draagbalk een verstevigingsprofïel te monteren, zal dit verstevigingsprofïel de impact opvangen. Wanneer het verstevigingsprofiel door de impact vervormt, kan het in de praktijk op relatief eenvoudige wijze gedemonteerd worden, en kan een nieuw verstevigingsprofiel via bevestigingsmiddelen met een montagerail verbonden zijn.In the same way, a reinforcement profile can be connected to the mounting rail via fastening means. The reinforcement profile is thereby provided to extend laterally along the lower support beam, at least at the location of an upper zone thereof, to protect the lower support beam against an external lateral impact. Tests have shown that when a pallet hits the lower support beam, this is typically against an upper side of the lower support beam. By mounting a reinforcement profile at the top of the lower support beam, this reinforcement profile will absorb the impact. When the reinforcement profile is distorted by the impact, in practice it can be dismantled in a relatively simple manner, and a new reinforcement profile can be connected via mounting means to a mounting rail.

Op een conventionele onderste draagbalk (met rails voor wagentjes maar zonder montagerail) kunnen externe elementen niet via bevestigingsmiddelen verbonden worden, namelijk bevestigingsmiddelen zouden rollen van de wieltjes in de rails verhinderen. Wanneer bijvoorbeeld een bout-moerverbinding gebruikt zou worden om een extern element te bevestigen op een conventionele onderste draagbalk, zou de moer (of de kop van de bout, afhankelijk van de montagerichting) in de rail komen te zitten, waardoor een blokkage voor de wieltjes ontstaat. Op de montagerail die aanwezig is in de onderste draagbalk van het systeem volgens de uitvinding kunnen externe elementen wel via bevestigingsmiddelen verbonden worden met de onderste draagbalk.On a conventional lower support beam (with rails for trolleys but without mounting rail) external elements cannot be connected via fasteners, namely fasteners would prevent rolling of the wheels in the rails. For example, if a bolt-nut connection were used to attach an external element to a conventional lower support beam, the nut (or the head of the bolt, depending on the mounting direction) would become in the rail, causing a blockage for the wheels arises. On the mounting rail that is present in the lower support beam of the system according to the invention, external elements can be connected to the lower support beam via fastening means.

Montagerail en ten minste één van een palletaanslagprofïel en een verstevigingsprofïel dat via bevestigingsmiddelen met de montagerail verbonden zijn, vertonen verder een synergetisch effect bovenop de individuele voordelen die elk van deze elementen biedt aan het systeem voor het bevestigen van het zeil volgens de uitvinding. Wanneer het verstevigingsprofïel of het palletaanslagprofïel een impact te verwerken krijgt, zal deze impact typisch getransfereerd worden naar de montagerail omdat palletaanslagprofïel en verstevigingsprofiel met de montagerail verbonden zijn. Een zware impact op het verstevigingsprofiel of op het palletaanslagprofïel zou niet enkel een vervorming van verstevigingsprofiel of palletaanslagprofïel kunnen teweegbrengen, maar ook de onderste draagbalk kunnen vervormen. Echter omdat palletaanslagprofïel en verstevigingsprofiel met de montagerail verbonden zijn, zal het in eerste instantie de montagerail zijn die vervormt. Vervorming van de montagerail heeft geen invloed op het rollen van de wieltjes, omdat de montagerail een extra rail is die toegevoegd is aan de onderste draagbalk voor het monteren van externe elementen. Hierdoor ontstaat een synergie waardoor blokkage van wagentjes die rollen in de onderste draagbalk tot een minimum beperkt wordt. Omdat het systeem voor het bevestigen van een zeil volgens de uitvinding voorzien is om een grote externe impact op de onderste draagbalk op te vangen zonder dat hierdoor de wieltjes blokkeren, is het systeem voor het bevestigen van een zeil volgens de uitvinding geschikt voor gebruik op grote laadruimte zoals opleggers van vrachtwagens.Mounting rail and at least one of a pallet stop profile and a reinforcement profile which are connected to the mounting rail via fastening means, furthermore have a synergistic effect on top of the individual advantages that each of these elements offers to the sail fixing system according to the invention. When the reinforcement profile or the pallet stop profile has to process an impact, this impact will typically be transferred to the mounting rail because pallet stop profile and reinforcement profile are connected to the mounting rail. A heavy impact on the reinforcement profile or on the pallet stop profile could not only cause a deformation of the reinforcement profile or pallet stop profile, but could also deform the lower support beam. However, since pallet stop profile and reinforcement profile are connected to the mounting rail, it will in the first instance be the mounting rail that deforms. Deformation of the mounting rail has no influence on the rolling of the wheels, because the mounting rail is an additional rail that is added to the lower support beam for mounting external elements. This creates a synergy whereby the blocking of trolleys that roll into the lower support beam is reduced to a minimum. Because the system for fixing a sail according to the invention is provided to absorb a large external impact on the lower support beam without thereby blocking the wheels, the system for fixing a sail according to the invention is suitable for use on large loading space such as trucks.

Bij voorkeur is het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel gevormd door eenzelfde element dat via schamiermiddelen bevestigd is aan de montagerail en kantelbaar is tussen een eerste uiterste positie en een tweede uiterste positie, waarbij het element zich in de eerste uiterste positie uitstrekt als palletaanslagprofiel en zich in de tweede uiterste positie uitstrekt als verstevigingsprofïel. Laadruimtes die voorzien zijn van een systeem voor het bevestigen van een zeil volgens de uitvinding, zijn in de praktijk aan weerszijden voorzien van een dergelijk systeem. Bij laden en lossen wordt vaak slechts één van de twee zijkanten geopend, en wordt de laadruimte geladen via deze ene open zijkant. In een dergelijke situatie zal ter plaatse van de open zijkant bij voorkeur een verstevigingsprofïel voorzien zijn voor het beschermen van de onderste draagbalk tegen een externe zijdelingse impact. Ter plaatse van de gesloten zijde is bij voorkeur een palletaanslagprofiel voorzien zodanig dat paletten niet over de (afgesloten) rand van de laadruimte tot tegen (of door) het gesloten zeil kunnen geduwd worden. Wanneer het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel gevormd is door een zelfde element dat via schamiermiddelen bevestigd is aan een montagerail, kan door het kantelen van het element de functionaliteit aangepast worden aan de omstandigheden. Dit wil zeggen dat aan de gesloten zijde het element gekanteld is zodanig dat het zich uitstrekt als palletaanslagprofiel. Ter plaatse van de open zijde van de laadruimte kan het element gekanteld worden om als palletaanslagprofiel te fungeren. Daarmee biedt het kantelbare element aan zowel de open als de gesloten zijde van de laadruimte de gewenste functionaliteit. Daarbij kan, wanneer de laadruimte geladen is, het element dat zich uitstrekt als verstevigingselement gekanteld worden om zich uit te strekken als palletaanslagelement alvorens het zeil gesloten wordt. Een verder gevolg van deze kantelbaarheid is dat het verstevigingsprofiel zich kan uitstrekken tot over de rails (zijnde de rails voor de wagentjes) van de onderste draagbalk. In een vast configuratie zou dit het rollen van de wagentjes over de draagbalk verhinderen. Echter, omdat het element kantelbaar is, kan het verstevigingselement (dat zich uitstrekt over de rails) geroteerd worden, zodat het zich uitstrekt als palletaanslagprofiel zodoende de rails van de onderste draagbalk vrij te zetten.The pallet stop profile and the reinforcement profile are preferably formed by the same element that is attached to the mounting rail via hinge means and that can be tilted between a first extreme position and a second extreme position, wherein the element extends as a pallet stop profile in the first extreme position and extends into the second extreme position extends as reinforcement profile. Loading spaces which are provided with a system for attaching a sail according to the invention are in practice provided on both sides with such a system. During loading and unloading, often only one of the two sides is opened, and the loading space is loaded via this one open side. In such a situation, a reinforcement profile will preferably be provided at the location of the open side for protecting the lower supporting beam against an external lateral impact. At the location of the closed side, a pallet stop profile is preferably provided such that pallets cannot be pushed over the (closed) edge of the loading space against (or through) the closed sail. When the pallet stop profile and the reinforcement profile are formed by the same element that is attached to a mounting rail via hinge means, the functionality can be adapted to the circumstances by tilting the element. This means that on the closed side the element is tilted such that it extends as a pallet stop profile. The element can be tilted at the open side of the loading space to act as a pallet stop profile. The tilting element thus offers the desired functionality on both the open and the closed side of the loading space. In addition, when the loading space is loaded, the element extending as a reinforcement element can be tilted to extend as a pallet stop element before the sail is closed. A further consequence of this tiltability is that the reinforcement profile can extend over the rails (being the rails for the trolleys) of the lower support beam. In a fixed configuration this would prevent the carriages from rolling over the support beam. However, because the element is tiltable, the reinforcement element (which extends over the rails) can be rotated, so that it extends as a pallet stop profile, thus releasing the rails of the lower support beam.

Bij voorkeur vertoont het element in doorsnede een L-profiel met een lang been en een kort been, waarbij het lange been in de eerste uiterste positie de aanslag vormt, en in een tweede uiterste positie de versteviging vormt, en waarbij het korte been met de schamiermiddelen verbonden is. Het L-vormige profiel laat daarmee toe om zich in een eerste uiterste positie aan een binnenzijde van het zeil uit te strekken en in een tweede uiterste positie aan een buitenzijde van het zeil uit te strekken. Hiermee komt het verstevigingsprofiel aan de buitenzijde van de draagbalk te liggen, terwijl het palletaanslagprofiel aan de binnenzijde van de draagbalk komt te liggen (buitenzijde en binnenzijde beschouwd ten opzichte van de laadruimte).The element preferably has a L-profile with a long leg and a short leg in cross section, wherein the long leg forms the stop in the first extreme position and forms the reinforcement in a second extreme position, and wherein the short leg with the hinging means is connected. The L-shaped profile thus allows to extend in a first extreme position on an inside of the sail and to extend in a second extreme position on an outside of the sail. The reinforcement profile hereby comes to lie on the outside of the support beam, while the pallet stop profile comes to lie on the inside of the support beam (considered outside and inside with respect to the loading space).

Bij voorkeur vertoont het element in doorsnede een T-profiel met een lang been en twee korte benen, waarbij het lange been in de eerste uiterste positie de aanslag vormt, en in de tweede uiterste positie de versteviging vormt, en waarbij een eerste van de twee korte benen met schamiermiddelen verbonden is, en een tweede van de twee korte benen in een eerste uiterste positie een deel van de laadvloer vormt. Het T-profiel heeft dezelfde voordelen als het L-profiel dat hierboven beschreven is, en bevat verder een tweede korte been. Dit tweede korte been kan, wanneer het element zich als palletaanslagprofiel uitstrekt, deel vormen van de laadvloer van de laadruimte. Als gevolg zal een pallet die tegen de palletaanslag geduwd wordt reeds op het tweede korte been van het T-profïel staan wanneer de pallet tegen de palletaanslag aankomt. Hierdoor kan de pallet het aanslagprofïel niet wegkantelen, omdat het pallet door zijn gewicht rotatie van het T-profiel verhindert.The element preferably has a T-profile in cross section with a long leg and two short legs, wherein the long leg forms the stop in the first extreme position and forms the reinforcement in the second extreme position, and wherein a first of the two short legs is connected to hinge means, and a second of the two short legs forms a part of the loading floor in a first extreme position. The T-profile has the same advantages as the L-profile described above, and further comprises a second short leg. When the element extends as a pallet stop profile, this second short leg can form part of the loading floor of the loading space. As a result, a pallet that is pushed against the pallet stop will already be on the second short leg of the T-profile when the pallet hits the pallet stop. As a result, the pallet cannot tilt the stop profile because the weight of the pallet prevents rotation of the T-profile.

Bij voorkeur is het verstevigingsprofïel voorzien om zich uit te strekken over minstems één van de rails van de onderste draagbalk om de minstens één rail te beschermen tegen een externe impact. Wanneer de onderste draagbalk een impact te verduren krijgt ter hoogte van de minstens ene rail, zal het verstevigingsprofiel de impact opvangen en daarmee de rail beschermen tegen de impact. Hierdoor zal de rail niet vervormen, en worden wagentjes niet geblokkeerd.The reinforcement profile is preferably provided for extending over at least one of the rails of the lower support beam to protect the at least one rail from an external impact. When the lower support beam is subjected to an impact at the level of the at least one rail, the reinforcement profile will absorb the impact and thus protect the rail against the impact. As a result, the rail will not deform and trolleys will not be blocked.

Bij voorkeur is de onderste draagbalk over minstens 70% van zijn lengte voorzien van genoemd ten minste één van het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel, en bevat het ten minste één van het aanslagprofiel en verstevigingsprofiel minstens twee segmenten. Doordat het palletaanslagprofiel en/of verstevigingsprofiel uit meerdere segmenten bestaat, is bedienen, monteren en eventueel vervangen van palletaanslagprofiel en/of verstevigingsprofiel noemenswaardig vereenvoudigd. Zo zal kantelen van het element van palletaanslagprofiel naar verstevigingsprofiel en visa versa noemenswaardig eenvoudiger zijn, in de uitvoeringsvorm waarbij het element kantelbaar is. Ook zullen kosten voor onderhoud en vervangingen van palletaanslagprofiel en/of verstevigingsprofiel noemenswaardig minder zijn omdat afzonderlijke segmenten kunnen vervangen worden. Ook opslag van reserve-elementen zal eenvoudiger zijn doordat palletaanslagprofiel en/of verstevigingsprofiel een geringere lengte hebben.The lower supporting beam is preferably provided with at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile over at least 70% of its length, and it comprises at least one of the stop profile and reinforcement profile at least two segments. Because the pallet stop profile and / or reinforcement profile consists of several segments, operating, mounting and possibly replacing the pallet stop profile and / or reinforcement profile has been significantly simplified. For example, tilting the element from pallet stop profile to reinforcement profile and vice versa will be considerably simpler, in the embodiment in which the element is tiltable. Also costs for maintenance and replacements of pallet stop profile and / or reinforcement profile will be noticeably less because individual segments can be replaced. Storage of spare elements will also be simpler because the pallet stop profile and / or reinforcement profile have a shorter length.

Bij voorkeur is genoemd minstens een van het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel vervangbaar. Hiertoe zijn de bevestigingsmiddelen losmaakbare of vervangbare bevestigingsmiddelen. Voorbeeld van een losmaakbaar (ook gedefinieerd als vervangbaar) bevestigingsmiddel is een schroef of een bout-moerverbinding. Ook een klinknagelverbinding wordt als vervangbaar beschouwd, omdat een klinknagelverbinding op eenvoudige wijze kan uitgeboord worden, en opnieuw voorzien worden van een nieuwe klinknagel. Bij voorkeur worden verbinden zoals lasverbindingen en kleef verbindingen niet beschouwd als losmaakbaar. Door palletaanslagprofiel en verstevigingsprofiel vervangbaar uit te voeren en te bevestigen met de montagerail op een losmaakbare manier, wordt de operationele werking van het systeem volgens de uitvinding, en de mogelijkheden met betrekking tot het opvangen van een impact, verder verbeterd. Namelijk een (licht) vervormd palletaanslagprofiel of verstevigingsprofiel kan op eenvoudige wijze vervangen worden zodanig dat de impact die opgevangen kan worden zonder dat de rails (waar de wagentjes in rollen) beschadigd geraken, terug maximaal is.Preferably said at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile is replaceable. For this purpose the fasteners are releasable or replaceable fasteners. An example of a releasable (also defined as replaceable) fastener is a screw or a bolt-nut connection. A rivet connection is also considered to be replaceable, because a rivet connection can be easily drilled out and re-fitted with a new rivet. Preferably, joints such as welded joints and adhesive joints are not considered releasable. By replacing and attaching pallet stop profile and reinforcement profile with the mounting rail in a releasable manner, the operational operation of the system according to the invention, and the possibilities with regard to absorbing an impact, are further improved. Namely, a (slightly) deformed pallet stop profile or reinforcement profile can be replaced in a simple manner such that the impact that can be absorbed without the rails (in which the trolleys roll into) is once again maximized.

Bij voorkeur is de onderste draagbalk vervaardigd uit aluminium door extruderen, en is het ten minste een van het palletaanslagprofïel en het verstevigingsprofïel uit materiaal vervaardigd met een hogere sterkte dan aluminium. De draagbalk vervaardigen uit aluminium heeft als voordeel dat de draagbalk licht is, waardoor het gewicht van de laadruimte minimaal is (hetgeen in de transportsector een groot voordeel is). Verder kan aluminium op relatief eenvoudige wijze geëxtrudeerd worden om een draagbalk met meerdere rails te bekomen. Door het vervaardigen van het palletaanslagprofïel en verstevigingsprofiel uit een sterker materiaal dan aluminium, kunnen hoge impacten opgevangen worden.Preferably, the lower support beam is made of aluminum by extruding, and at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile is made of material with a higher strength than aluminum. Manufacturing the support beam from aluminum has the advantage that the support beam is light, so that the weight of the loading space is minimal (which is a great advantage in the transport sector). Furthermore, aluminum can be extruded in a relatively simple manner to obtain a support beam with several rails. High impacts can be absorbed by manufacturing the pallet stop profile and reinforcement profile from a stronger material than aluminum.

Bij voorkeur is een montagerail ter plaatse van een bovenzijde van de onderste draagbalk gepositioneerd. Verder bij voorkeur vertoont de montagerail een opening naar boven. Door een montagerail ter plaatse van een bovenzijde te positioneren, zal vervormen van de bovenzijde van de onderste draagbalk niet verhinderen dat wagentjes in de draagbalk kunnen rollen. Dit is een voordeel omdat tests hebben uitgewezen dat de meeste stoten ter plaatse van de bovenzijde van de onderste draagbalk aankomen. Verder is een rail die een opening naar boven vertoont ongebruikelijk in de sector, namelijk door de opening naar boven kan vuil zich ophopen in de montagerail en zo de montagerail verstoppen. Echter, omdat de montagerail niet gebruikt wordt om wieltjes in te laten rollen, zal vuil dat zich ophoopt in de montagerail geen nadelig effect hebben. Het palletaanslagprofiel en/of verstevigingsprofïel wordt typisch op een vaste positie gemonteerd voordat het systeem in gebruik genomen wordt, dit wil zeggen wanneer de montagerail nog proper is. Eens de montagerail met palletaanslagprofïel en/of verstevigingsprofïel in gebruik genomen is, zal verstoppen van de montagerail de werking daarvan niet nadelig beïnvloeden. Zelfs wanneer een verstevigingsprofïel of palletaanslagprofïel vervangen moet worden, kan dit in de meeste gevallen gebeuren zonder dat de montagerail proper moet gemaakt worden. Namelijk op de plaats waar het te vervangen palletaanslagprofïel of het verstevigingsprofiel gemonteerd was, kan geen vuil opgehoopt zitten. Hierdoor kan een palletaanslagprofïel of verstevigingsprofiel eenvoudig vervangen worden, zelfs wanneer de montagerail vol zit met vuil.A mounting rail is preferably positioned at the location of an upper side of the lower supporting beam. Furthermore, the mounting rail preferably has an opening upwards. By positioning a mounting rail at the location of an upper side, deformation of the upper side of the lower supporting beam will not prevent carriages from rolling in the supporting beam. This is an advantage because tests have shown that most impacts arrive at the top of the lower support beam. Furthermore, a rail which has an opening upwards is unusual in the sector, namely that dirt can accumulate in the mounting rail through the opening upwards and thus clog the mounting rail. However, since the mounting rail is not used to roll wheels in, dirt accumulating in the mounting rail will not have an adverse effect. The pallet stop profile and / or reinforcement profile is typically mounted at a fixed position before the system is put into use, i.e. when the mounting rail is still clean. Once the mounting rail with pallet stop profile and / or reinforcement profile has been put into use, clogging the mounting rail will not adversely affect its operation. Even when a reinforcement profile or pallet stop profile has to be replaced, this can in most cases happen without having to clean the mounting rail. Namely, where the pallet stop profile to be replaced or the reinforcement profile was mounted, no dirt can accumulate. This makes it easy to replace a pallet stop profile or reinforcement profile, even when the mounting rail is full of dirt.

Bij voorkeur vertonen de rails en de onderste draagbalk een zijdelingse opening en/of een opening naar onder. In tegenstelling tot de montagerail, zullen in de rails wel wieltjes rollen. Door het voorzien van een zijdelingse opening, of een opening naar onder zal vuil weinig of niet de neiging hebben om zich op te stapelen in de rails. Hierdoor zullen wieltjes niet geblokkeerd worden door ophopend vuil.The rails and the lower support beam preferably have a lateral opening and / or an opening downwards. Unlike the mounting rail, wheels will roll in the rails. By providing a lateral opening, or an opening downwards, dirt will have little or no tendency to pile up in the rails. As a result, wheels will not be blocked by accumulating dirt.

Bij voorkeur is de montagerail voorzien van meerdere bevestigingselementen die gevormd zijn om te glijden in de montagerail en die voorzien zijn van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van ten minste één van het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofïel. Door het voorzien van bevestigingsmiddelen die kunnen glijden in de montagerail kunnen, bij het opbouwen van het systeem volgens de uitvinding, de verstevigingsprofielen en/of palletaanslagprofïelen op eenvoudige wijze gepositioneerd worden. Namelijk een monteur glijdt het bevestigingssysteem naar de correcte positie, en zet daar palletaanslagprofiel of verstevigingsprofiel vast. Door het vastzetten, zal ook het verder glijden in de montagerail van de bevestigingselementen verhinderd zijn, en zal zo het palletaanslagprofiel of verstevigingsprofiel vast gepositioneerd zijn ten opzichte van de onderste draagbalk.The mounting rail is preferably provided with a plurality of fastening elements which are formed to slide into the mounting rail and which are provided with fastening means for fastening at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile. By providing fastening means that can slide into the mounting rail, when building up the system according to the invention, the reinforcement profiles and / or pallet stop profiles can be positioned in a simple manner. Namely, a fitter slides the fastening system to the correct position, and fixes the pallet stop profile or reinforcement profile there. By fixing, further sliding into the mounting rail of the fixing elements will also be prevented, and thus the pallet stop profile or reinforcement profile will be fixedly positioned with respect to the lower supporting beam.

Bij voorkeur hebben de bevestigingselementen openingen met schroefdraad en kan het palletaanslagprofiel of het verstevigingsprofiel middels één of meerdere bouten vastgezet worden op de montagerail. Een dergelijke opbouw is eenvoudig in gebruik, laat toe dat het bevestigingselement in de montagerail glijdt wanneer palletaanslagprofiel en/of verstevigingsprofiel nog niet is vastgezet, en zal zich typisch vastklemmen wanneer palletaanslagprofiel en/of verstevigingsprofiel middels één of meerdere bouten aan het bevestigingselement vastgezet wordt.The fixing elements preferably have openings with screw thread and the pallet stop profile or the reinforcement profile can be fixed on the mounting rail by means of one or more bolts. Such a construction is easy to use, allows the fastening element to slide into the mounting rail when pallet stop profile and / or reinforcement profile has not yet been fixed, and will typically clamp itself when pallet stop profile and / or reinforcement profile is fastened to the fastening element by one or more bolts.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will now be described in more detail with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing.

In de tekening laat : figuur 1 een perspectief aanzicht zien van een trailer met een ophangsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 een doorsnede zien van een eerste uitvoeringsvorm van een onderste draagbalk uit het systeem volgens de uitvinding; figuur 3 een doorsnede zien van een tweede uitvoeringsvorm van een onderste draagbalk uit het systeem volgens de uitvinding; en figuur 4 een opengewerkt detailaanzicht in perspectief zien van de uitvoeringsvorm uit figuur 3.In the drawing: figure 1 shows a perspective view of a trailer with a suspension system according to an embodiment of the invention; Figure 2 shows a cross-section of a first embodiment of a lower bearing beam from the system according to the invention; Figure 3 shows a cross-section of a second embodiment of a lower bearing beam from the system according to the invention; and figure 4 shows a cut-away detailed view in perspective of the embodiment from figure 3.

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.In the drawing, the same reference numeral is assigned to the same or analogous element.

Laadruimtes 1 die bepaald worden door laadbakken 2, in het bijzonder mobiele laadbakken, worden gebruikt om goederen in te transporteren. Zulk een laadbak 2 is weergegeven in figuur 1 als een laadbak 2 met laadruimte 1, waarbij de laadbak als trailer 2 voor een vrachtwagen (niet weergegeven) uitgevoerd is. Het zal echter duidelijk zijn dat de uitvinding niet enkel toepasbaar is op trailers van vrachtwagens, maar ook op treinwagons, vrachtwagens met opgebouwde laadbak en verdere mobiele laadbakken met laadruimtes.Loading spaces 1 that are determined by loading buckets 2, in particular mobile loading buckets, are used to transport goods. Such a loading container 2 is shown in Figure 1 as a loading container 2 with loading space 1, wherein the loading container is designed as a trailer 2 for a truck (not shown). It will be clear, however, that the invention is applicable not only to trailers of trucks, but also to train wagons, trucks with built-up body and further mobile bodies with load spaces.

Zulke laadbakken hebben buitenafmetingen die typisch bij wet gelimiteerd zijn. Zo wordt in België voor een niet-gekoelde laadbak van een vrachtwagen een buitenafmeting met een maximale breedte van 2,55 m opgelegd. Deze opgelegde maximale buitenafmetingen beïnvloeden uiteraard de maximale beschikbare laadruimte in de laadbak. Om deze laadruimte te maximaliseren, wordt de wand van de laadruimte bij voorkeur gevormd op een uiterste perifere rand van de laadbak. Draag- en steunelementen waarmee de laadbak opgebouwd is en die een doorsnede hebben groter en dikker dan de wand van de laadruimte, bevinden zich daarom bij voorkeur binnen deze wand, zodat geen of slechts een gering gedeelte van deze elementen buiten deze wand uitsteken. Op deze manier worden de buitenafmetingen hoofdzakelijk gedefinieerd door de wand van de laadruimte, hetgeen de plaats in de laadruimte maximaliseert.Such buckets have external dimensions that are typically limited by law. In Belgium, for example, an external dimension with a maximum width of 2.55 m is imposed for a non-refrigerated body of a truck. These imposed maximum external dimensions naturally influence the maximum available loading space in the loading platform. To maximize this loading space, the wall of the loading space is preferably formed on an extreme peripheral edge of the loading container. Carrying and supporting elements with which the loading body is constructed and which have a cross-section larger and thicker than the wall of the loading space, are therefore preferably located within this wall, so that no or only a small part of these elements protrude outside this wall. In this way the outer dimensions are mainly defined by the wall of the loading space, which maximizes the location in the loading space.

De wand wordt bij voorkeur gevormd door een zeil 3. Een zeil 3 heeft typisch een geringe dikte, en daarom zal een zeil 3 geschikt zijn als wand van een laadbak 2 ter afsluiting van een laadruimte 1, omdat het weinig laadruimte 1 inneemt. Verder heeft een zeil 3 het voordeel dat het flexibel is en, mits bevestigd via een geschikt ophangsysteem, weggeschoven kan worden naar één kant zoals geïllustreerd aan de rechterzijde van de trailer uit figuur 1, zodanig dat de laadruimte toegankelijk wordt.The wall is preferably formed by a sail 3. A sail 3 typically has a small thickness, and therefore a sail 3 will be suitable as a wall of a loading container 2 for closing off a loading space 1, because it occupies little loading space 1. Furthermore, a sail 3 has the advantage that it is flexible and, if attached via a suitable suspension system, can be slid away to one side as illustrated on the right-hand side of the trailer from figure 1, such that the loading space becomes accessible.

Figuur 1 toont een trailer waarbij het zeil 3 opgehangen is aan een ophangsysteem met wagentjes en draagbalken, waarbij de draagbalken 4 zich zowel aan de onderzijde van het zeil als aan de bovenzijde van het zeil bevinden. In een dergelijke configuratie kunnen, zoals weergegeven in figuur 1, verbindingselementen 5 gevormd zijn tussen wagentjes van de bovenste draagbalk en wagentjes van de onderste draagbalk. Het zeil wordt dan verbonden aan deze verbindingselementen, zodanig dat de zijwand van de container afgesloten kan worden met het zeil. Het plaatsen van een bovenste draagbalk en een onderste draagbalk heeft als voordeel dat het zeil zowel in de gesloten positie als bij het openen, en zowel bovenaan als onderaan, niet weg van de trailer kan bewegen. In de praktijk zijn vele trailers opgebouwd met een systeem waarbij enkel een bovenste draagbalk voorzien is. Het zeil hangt dan onderaan los, en moet vastgemaakt worden alvorens de trailer kan verplaatst worden. Ook bij het lossen zal het zeil eest onderaan moeten losgemaakt worden alvorens het zeil naar één kant geschoven kan worden. Dit losmaken en vastmaken van het zeil is tijdrovend. Een zeil dat via onderste draagbalk en bovenste draagbalk met wieltjes is vastgemaakt, is daarom noemenswaardig sneller te openen en sluiten. De figuur 1 toont verder hoe de laadruimte 1 een laadvloer 6 heeft, waar goederen op gezet kunnen worden in de laadruimte 1.Figure 1 shows a trailer with the sail 3 suspended from a suspension system with trolleys and support beams, the support beams 4 being located both on the underside of the sail and on the top side of the sail. In such a configuration, as shown in Figure 1, connecting elements 5 may be formed between trolleys of the upper support beam and trolleys of the lower support beam. The sail is then connected to these connecting elements, such that the side wall of the container can be closed with the sail. Placing an upper support beam and a lower support beam has the advantage that the sail cannot move away from the trailer both in the closed position and when opening it, and both at the top and at the bottom. In practice, many trailers are built with a system in which only an upper support beam is provided. The sail then hangs loose at the bottom, and must be secured before the trailer can be moved. Also when unloading the sail will first have to be loosened before the sail can be moved to one side. Loosening and fastening the sail is time-consuming. A tarpaulin that is fastened with wheels via the lower support beam and the upper support beam can therefore be opened and closed considerably faster. Figure 1 further shows how the loading space 1 has a loading floor 6, on which goods can be put in the loading space 1.

Figuur 1 toont de trailer met het zeil 3 en de verbindingselementen 5, waarbij de verbindingselementen aan de linkerzijde van de figuur weergegeven zijn, en het zeil aan de rechterzijde. In de praktijk echter zal het zeil tegen de verbindingselementen 5 of wagentjes bevestigd zijn. De weergave in figuur 1 dient enkel ter illustratie van de verschillende elementen in het ophangsysteem.Figure 1 shows the trailer with the sail 3 and the connecting elements 5, the connecting elements being shown on the left-hand side of the figure, and the sail on the right-hand side. In practice, however, the tarpaulin will be fixed against the connecting elements 5 or trolleys. The representation in figure 1 only serves to illustrate the various elements in the suspension system.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een laterale zijkant van een laadruimte 1 ter plaatse van een onderkant van de laadruimte. Daarmee toont figuur 2 een dwarsdoorsnede van de onderste draagbalk 4, die gemonteerd is tegen een laadvloer 6 van een chassis. De onderste draagbalk 4 heeft rails voor het geleiden van wagentjes 9. Aan deze wagentjes 9 wordt het zeil 3 rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigd. Wanneer het zeil 3 onrechtstreeks bevestigd wordt aan de wagentjes 9, kan dat bijvoorbeeld door de bevestiging van het zeil aan de verbindingselementen 5, die op hun beurt met de wagentjes 9 verbonden zijn. Omdat het zeil 3 met de wagentjes 9 verbonden is, wordt het zeil 3 ter plaatse van de onderzijde van de laadruimte vastgehouden.Figure 2 shows a cross-section of a lateral side of a loading space 1 at the bottom of a loading space. Figure 2 thus shows a cross-section of the lower bearing beam 4, which is mounted against a loading floor 6 of a chassis. The lower support beam 4 has rails for guiding trolleys 9. To these trolleys 9 the sail 3 is attached directly or indirectly. When the sail 3 is indirectly attached to the trolleys 9, this can for example be done by attaching the sail to the connecting elements 5, which in turn are connected to the trolleys 9. Because the sail 3 is connected to the trolleys 9, the sail 3 is held at the bottom of the loading space.

Volgens het voorbeeld dat getoond is in figuur 2, worden de rails uit de draagbalk 4 gevormd door een eerste rail 7 en een tweede rail 8. Daarbij heeft de eerste rail 7 een laterale (zijdelingse) opening, en heeft de tweede rail een opening naar onder. De wagentjes 9 zijn zodanig gevormd en geplaatst ten opzichte van de draagbalk 4 dat een frame van de wagentjes 9 buiten de draagbalk 4 gepositioneerd is, en dat wieltjes van de wagentjes 9 rollen in de rails 7, 8. In het voorbeeld getoond in figuur 2 heeft de eerste rail 7 vier loopvlakken, namelijk een onderste (liggende) loopvlak en een bovenste (liggende) loopvlak waar een wieltje met liggende as tussen kan rollen, en een eerste opstaand (linkse) en tweede opstaand (rechtse) loopvlak, waar een wieltje met verticale as tussen kan rollen. De tweede rail 8 heeft twee loopvlakken, zijnde een eerste opstaand (linkse) loopvlak en een tweede opstaand (rechtse) loopvlak waar een wieltje met verticale as tussen kan rollen. Via deze configuratie kunnen wieltjes 9 op betrouwbare wijze langs de onderste draagbalk 4 rollen. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat alternatieve configuraties, waarbij één of meerdere wieltjes voorzien zijn om te rollen in één of meerdere rails, kunnen bedacht worden zonder af te wijken van de kern van de uitvinding. De uitvinding is dan ook niet beperkt tot de specifieke configuratie van de draagbalk en de wieltjes zoals die weergegeven zijn in figuur 2.According to the example shown in Figure 2, the rails from the supporting beam 4 are formed by a first rail 7 and a second rail 8. The first rail 7 has a lateral (lateral) opening, and the second rail has an opening to below. The trolleys 9 are shaped and positioned relative to the support beam 4 such that a frame of the trolleys 9 is positioned outside the support beam 4, and that wheels of the trolleys 9 roll into the rails 7, 8. In the example shown in figure 2 the first rail 7 has four treads, namely a lower (horizontal) tread and an upper (horizontal) tread between which a wheel with horizontal axis can roll, and a first standing (left) and second standing (right) tread, where a wheel with vertical axis can roll between. The second rail 8 has two running surfaces, being a first standing (left) running surface and a second standing (right) running surface between which a wheel with a vertical axis can roll. Via this configuration, wheels 9 can roll reliably along the lower support beam 4. It will be apparent to those skilled in the art that alternative configurations, wherein one or more wheels are provided to roll in one or more rails, can be devised without departing from the core of the invention. The invention is therefore not limited to the specific configuration of the support beam and the wheels as shown in Figure 2.

De draagbalk 4 is bij voorkeur geëxtrudeerd uit aluminium en vervaardigd uit één stuk om zich uit te strekken over nagenoeg de gehele lengte van de laadruimte. Aluminium is relatief licht materiaal, hetgeen voordelig is in de transportsector. Verder heeft het vormen van de draagbalk uit één stuk het voordeel dat wagentjes 9 op bedrijfszekere manier van één zijde van de draagbalk naar een andere zijde van de draagbalk kunnen rollen, en voegt een draagbalk 4 uit één stuk stevigheid toe aan de constructie van de laadruimte. Als alternatief voor aluminium kan de draagbalk 4 ook uit staal gewalst of gelast zijn. Hierdoor heeft de draagbalk 4 een grotere sterkte.The supporting beam 4 is preferably extruded from aluminum and manufactured in one piece to extend over substantially the entire length of the loading space. Aluminum is a relatively light material, which is advantageous in the transport sector. Furthermore, forming the one-piece support beam has the advantage that trolleys 9 can roll in a reliable manner from one side of the support beam to another side of the support beam, and a one-piece support beam 4 adds rigidity to the structure of the loading space . As an alternative to aluminum, the support beam 4 can also be rolled or welded from steel. As a result, the support beam 4 has a greater strength.

De draagbalk 4 bevat, additioneel aan de rails 7, 8 voor het geleiden van de wieltjes, een montagerail 10. De montagerail 10 is bij voorkeur gepositioneerd in een bovenste segment van de onderste draagbalk 4. De montagerail is verder bij voorkeur U-vormig in doorsnede, en vertoont een opening naar boven. De montagerail 10 is voorzien voor het monteren van de externe elementen op de onderste draagbalk 4. De montagerail 10 is verder voorzien om de draagbalk met het chassis van de trailer te monteren. In tegenstelling tot een rail, die open moet blijven om wieltjes te laten rollen, kan dwars door de montagerail 10 een laterale bout geplaatst worden die met het chassis verbonden is. Deze dwarse laterale bout versterkt de verbinding tussen dwarsbalk 4 en chassis.The supporting beam 4 comprises, in addition to the rails 7, 8 for guiding the wheels, a mounting rail 10. The mounting rail 10 is preferably positioned in an upper segment of the lower supporting beam 4. The mounting rail is furthermore preferably U-shaped in section, and has an opening upwards. The mounting rail 10 is provided for mounting the external elements on the lower support beam 4. The mounting rail 10 is further provided for mounting the support beam with the chassis of the trailer. In contrast to a rail which must remain open for wheels to roll, a lateral bolt can be placed transversely through the mounting rail 10 which is connected to the chassis. This transverse lateral bolt reinforces the connection between crossbar 4 and chassis.

Figuur 2 toont een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij op de montagerail 10 een palletaanslagprofiel 12 en een verstevigingsprofiel 11 gemonteerd is. Het verstevigingsprofiel 11 is zijdelings gemonteerd tegen de onderste draagbalk 4, ter plaatse van een bovenzijde van de onderste draagbalk 4. Het verstevigingsprofiel 11 is bij voorkeur zodanig gevormd en gepositioneerd ten opzichte van de onderste draagbalk 4, dat het meest laterale deel van de onderste draagbalk 4 (waarbij de onderste draagbalk 4 in doorsnede beschouwd is) gevormd wordt door het verstevigingsprofiel 11. Hierdoor zal, wanneer een object zijdelings richting de draagbalk 4 beweegt, dit object eerst het verstevigingsprofiel 11 raken. Hierdoor kan de impact opgevangen worden door het verstevigingsprofiel 11. Het verstevigingsprofiel 11 is bij voorkeur verbonden via bevestigingsmiddelen die uitstrekken tot in de montagerail 10, en die vervangbaar zijn. Verder is het verstevigingsprofiel 11 bij voorkeur gesegmenteerd gevormd. Dit wil zeggen dat het verstevigingsprofiel zich, in tegenstelling tot de draagbalk 4, niet uitstrekt in één stuk over de volledige lengte van de laadruimte 1. Bij voorkeur is het verstevigingsprofiel 11 gevormd met segmenten die een lengte hebben die korter is dan 4 m, meer bij voorkeur korter dan 3 m. Meerdere segmenten van het verstevigingsprofiel 11 worden, grenzend aan elkaar, tegen de onderste draagbalk 4 bevestigd om minstens 70 procent van de lengte van de draagbalk 4 te beschermen tegen een zijdelings impact en om samen het verstevigingsprofiel 11 te vormen. Bij voorkeur wordt minstens 80 procent, meer bij voorkeur minstens 90 procent van de lengte van de draagbalk 4 voorzien van een verstevigingsprofiel 11. De bevestigingsmiddelen waarmee verstevigingsprofiel 11 met de onderste draagbalk 4 verbonden is, zijn bij voorkeur vervangbaar. Daarbij is vervangbaar gedefinieerd als zonder buitensporige moeite vernieuwbaar (d.w.z. oud bevestigingsmiddel weg, nieuw bevestigingsmiddel in de plaats). Voorbeelden van vervangbare bevestigingsmiddelen zijn schroeven, bout-moerverbindingen en klinknagelverbindingen. Deze vervangbare verbindingen laten toe om een verstevigingsprofiel 11 relatief eenvoudig te vervangen door een nieuw verstevigingsprofïel 11. Hierdoor kan een verstevigingsprofïel 11 dat door een impact vervormd of beschadigd is geraakt, op eenvoudige wijze vervangen worden door een nieuw verstevigingsprofiel 11. Als gevolg kan de capaciteit voor het opvangen van een impact (die verkleint wanneer een eerste impact reeds is opgevangen) opnieuw vergroot worden, zoals zal begrepen worden door de vakman. Het verstevigingsprofiel 11 beschermt de draagbalk 4 tegen vervorming, en kan daarom ook beschermprofiel 11 genoemd worden.Figure 2 shows a first embodiment of the invention in which a pallet stop profile 12 and a reinforcement profile 11 are mounted on the mounting rail 10. The reinforcement profile 11 is mounted laterally against the lower support beam 4, at the location of an upper side of the lower support beam 4. The reinforcement profile 11 is preferably shaped and positioned relative to the lower support beam 4 such that the most lateral part of the lower support beam 4 (wherein the lower support beam 4 is considered in section) is formed by the reinforcement profile 11. As a result, when an object moves sideways towards the support beam 4, this object will first touch the reinforcement profile 11. The impact can hereby be absorbed by the reinforcement profile 11. The reinforcement profile 11 is preferably connected via fixing means which extend into the mounting rail 10, and which are replaceable. Furthermore, the reinforcement profile 11 is preferably segmented. This means that the reinforcement profile, unlike the support beam 4, does not extend in one piece over the full length of the loading space 1. Preferably, the reinforcement profile 11 is formed with segments that have a length that is shorter than 4 m, more preferably shorter than 3 m. Multiple segments of the reinforcement profile 11 are attached, adjacent to each other, to the lower support beam 4 to protect at least 70 percent of the length of the support beam 4 against a lateral impact and to form the reinforcement profile 11 together . Preferably at least 80 percent, more preferably at least 90 percent of the length of the support beam 4 is provided with a reinforcement profile 11. The fixing means with which reinforcement profile 11 is connected to the lower support beam 4 are preferably replaceable. In addition, replaceable is defined as being renewable without undue effort (i.e., old fastener gone, new fastener in place). Examples of replaceable fasteners are screws, bolt-nut connections and rivet connections. These replaceable connections make it relatively easy to replace a reinforcement profile 11 with a new reinforcement profile 11. As a result, a reinforcement profile 11 that has been distorted or damaged by an impact can be easily replaced by a new reinforcement profile 11. As a result, the capacity for capturing an impact (which diminishes when a first impact has already been collected) are again increased, as will be understood by those skilled in the art. The reinforcement profile 11 protects the support beam 4 against deformation, and can therefore also be called protection profile 11.

Figuur 2 toont verder hoe een palletaanslagprofiel 12 verbonden is met de onderste draagbalk 4. Hiertoe is palletaanslagprofiel 12 middels bevestigingselementen verbonden met de montagerail 10 van de onderste draagbalk 4. Analoog aan het verstevigingsprofiel 11 wordt ook palletaanslagprofiel 12 bij voorkeur gesegmenteerd gevormd en in meerdere segmenten gemonteerd over de lengte van de draagbalk 4. Palletaanslagprofiel 12 wordt eveneens, analoog aan het verstevigingsprofiel 11, bij voorkeur middels vervangbare bevestigingsmiddelen met de draagbalk 4 verbonden. De voordelen en beschrijving die hierboven gegeven is met betrekking tot het verstevigingsprofiel zijn daarom één op één toepasbaar met betrekking tot het palletaanslagprofiel.Figure 2 further shows how a pallet stop profile 12 is connected to the lower support beam 4. For this purpose, pallet stop profile 12 is connected by means of fastening elements to the mounting rail 10 of the lower support beam 4. Analogously to the reinforcement profile 11, pallet stop profile 12 is also preferably segmented and formed into several segments mounted along the length of the support beam 4. Pallet stop profile 12 is likewise connected, analogously to the reinforcement profile 11, to the support beam 4 by means of replaceable fastening means. The advantages and description given above with regard to the reinforcement profile can therefore be applied one-to-one with regard to the pallet stop profile.

Palletaanslagprofiel 12 strekt zich uit boven de laadvloer 6 typisch ter plaatse van een binnenzijde van de onderste draagbalk 4. Daarmee is het palletaanslagprofiel 12 geschikt voor het fungeren als aanslag voor palletten. Dit wil zeggen dat palletten die over de laadvloer 6 richting de onderste draagbalk 4 geduwd worden, tegengehouden worden door het palletaanslagprofiel 12 omdat de palletten tegen dit palletaanslagprofiel, dat zich uitstrekt boven de laadvloer 6, aanstoten. In het bijzonder wanneer het zeil 3 gesloten is, en de laadruimte geladen wordt via bijvoorbeeld een overstaande open zijkant, wordt via palletaanslagprofiel 12 verhinderd dat goederen het gesloten zeil 3, of het bevestigingsmechanisme daarvoor beschadigen. Ook helpt het palletaanslagprofiel 12 bij het correct positioneren van goederen in de laadruimte 1.Pallet stop profile 12 extends above the loading floor 6, typically at the location of an inner side of the lower support beam 4. The pallet stop profile 12 is therefore suitable for functioning as a stop for pallets. This means that pallets that are pushed over the loading floor 6 towards the lower bearing beam 4 are retained by the pallet stop profile 12 because the pallets abut against this pallet stop profile, which extends above the loading floor 6. In particular when the sail 3 is closed, and the loading space is loaded via, for example, an opposite open side, via pallet stop profile 12, goods are prevented from damaging the closed sail 3, or the fastening mechanism therefor. The pallet stop profile 12 also helps with the correct positioning of goods in the loading space 1.

Figuur 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding. Daarbij toont figuur 3 een gelijkaardige doorsnede dan figuur 2. Figuur 3 toont ook een dwarsbalk 4 met rails 7, 8. De dwarsbalk 4 bevat verder een montagerail 10. Aan deze montagerail is een kantelbaar element 13 bevestigd via een scharnier 15. Daarmee is het kantelbaar element 13 kantelbaar van een eerste uiterste positie 13 naar een tweede uiterste positie 13’ en terug. De rotatie die het kantelbaar element 13 daarbij maakt is geïllustreerd met pijl 14. Het kantelbaar element is bij voorkeur gesegmenteerd, en strekt zich uit (in meerdere segmenten) over minstens 70 procent, bij voorkeur minstens 80 procent, meer bij voorkeur minstens 90 procent van de onderste draagbalk 4. De segmenten hebben bij voorkeur een maximale lengte van 4 meter, meer bij voorkeur een maximale lengte van 3 meter. Bij voorkeur is elk segment middels twee of meerdere scharnieren 15 verbonden met de onderste draagbalk 4. Hiertoe is scharnier 15 gemonteerd op een schamierbasisplaat 16, die op de draagbalk 4 gepositioneerd wordt, en die middels bouten 17 verbonden is met een montagehulpplaat 18 (weergegeven in figuur 4). Door het aantrekken van bout 17, zullen schamierbasisplaat 16 en montagehulpplaat 18 naar elkaar toegetrokken worden, waardoor (ten minste een gedeelte van) de onderste draagbalk 4 ter plaatse van de montagerail 10 geklemd wordt tussen deze platen. Door deze klemming wordt het scharnier 15 vast verbonden met de draagbalk 4. De positie van het montageplaatje, in de lengterichting van de draagbalk 4, kan verder verstevigd worden door het voorzien van dwarshouten 19 voor en/of achter de montagehulpplaat 18. Deze laterale bouten 19 zullen een verplaatsing in de langsrichting van de dwarsbalk 4 van de montagehulpplaat 18 verhinderen, en zullen vervormen van de montagerail 10 ten gevolge van een dwarskracht tegenwerken.Figure 3 shows an alternative embodiment of the system according to the invention. Figure 3 shows a similar cross-section to Figure 2. Figure 3 also shows a crossbar 4 with rails 7, 8. The crossbar 4 furthermore comprises a mounting rail 10. A tiltable element 13 is attached to this mounting rail via a hinge 15. Thus, it is tiltable element 13 tiltable from a first extreme position 13 to a second extreme position 13 'and back. The rotation that the tiltable element 13 thereby makes is illustrated with arrow 14. The tiltable element is preferably segmented, and extends (in several segments) over at least 70 percent, preferably at least 80 percent, more preferably at least 90 percent of the lower support beam 4. The segments preferably have a maximum length of 4 meters, more preferably a maximum length of 3 meters. Preferably, each segment is connected to the lower support beam 4 by means of two or more hinges. To this end, hinge 15 is mounted on a hinge base plate 16, which is positioned on the support beam 4, and which is connected by means of bolts 17 to a mounting aid plate 18 (shown in figure 4). By tightening bolt 17, hinge base plate 16 and mounting aid plate 18 will be pulled towards each other, whereby (at least a part of) the lower bearing beam 4 at the location of the mounting rail 10 is clamped between these plates. By this clamping, the hinge 15 is fixedly connected to the support beam 4. The position of the mounting plate, in the longitudinal direction of the support beam 4, can be further strengthened by providing transverse bolts 19 in front of and / or behind the mounting aid plate 18. These lateral bolts 19 will prevent a longitudinal displacement of the crossbar 4 of the mounting aid plate 18, and will counteract deformation of the mounting rail 10 as a result of a transverse force.

Het kantelbare element 13 is in figuur 3 uitgevoerd als een L-vormig profiel (daarbij wordt impliciet begrepen dat een profiel altijd langwerpig is, en dat de L-vorm betrekking heeft op de doorsnede van het langwerpig profiel). Het L-vormige profiel heeft een kort been en een lang been. Het korte been is verbonden met het scharnier 15. Daarbij zal het korte been, wanneer het kantelbaar element 13 in een eerste of in een tweede uiterste positie gepositioneerd is, zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekken. Het lange been is voorzien om in een eerste uiterste positie zich uit te strekken als palletaanslagprofïel 13. Het lange been van het L-profïel is verder voorzien om zich in de tweede uiterste positie uit te strekken als verstevigingsprofiel 13’ (weergegeven in stippellijn in de figuur). Omdat het lange been via een kort been verbonden is met het scharnier 15, en het korte been zich in de uiterste positie horizontaal uitstrekt, kan het lange been, in de dwarsrichting van de draagbalk 4 beschouwd, zich op twee verschillende posities uitstrekken wanneer het gekanteld wordt. Zo is in de configuratie weergegeven in figuur 3 het L-profïel en het scharnier 15 zodanig gevormd en verbonden dat, warneer het zich als palletaanslagprofïel 13 uitstrekt, het lange been ter plaatse van een laterale binnenzijde van de draagbalk 4 gepositioneerd is, en wanneer het zich als verstevigingsprofiel 13’ uitstrekt, het lange been ter plaatse van een laterale buitenzijde van de draagbalk 4 gepositioneerd is. Hierdoor zijn zowel palletaanslagprofïel 13 als verstevigingsprofiel 13’ ideaal gepositioneerd voor het uitoefenen van hun respectievelijke functie, ondanks dat ze door een zelfde element (het kantelbare element) gevormd zijn. Volgens één uitvoeringsvorm is het L-profïel gevormd met 2 benen met gelijke lengte, waardoor technisch gezien het hierboven beschreven korte been even lang is dan het hierboven beschreven lange been.The tiltable element 13 is designed as an L-shaped profile in Figure 3 (it is implicitly understood that a profile is always elongated, and that the L-shape relates to the cross-section of the elongated profile). The L-shaped profile has a short leg and a long leg. The short leg is connected to the hinge 15. In this case, when the tiltable element 13 is positioned in a first or in a second extreme position, the short leg will extend substantially horizontally. The long leg is provided to extend in a first extreme position as pallet stop profile 13. The long leg of the L-profile is further provided to extend in the second extreme position as reinforcement profile 13 '(shown in dotted line in the figure). Because the long leg is connected via a short leg to the hinge 15, and the short leg extends horizontally in the extreme position, viewed in the transverse direction of the support beam 4, the long leg can extend at two different positions when it is tilted is becoming. Thus, in the configuration shown in Figure 3, the L-profile and the hinge 15 are shaped and connected such that, when it extends as a pallet stop profile 13, the long leg is positioned at a lateral inner side of the support beam 4, and when the extends as reinforcement profile 13 ', the long leg is positioned at the location of a lateral outer side of the support beam 4. As a result, both pallet stop profile 13 and reinforcement profile 13 "are ideally positioned for performing their respective function, despite being formed by the same element (the tiltable element). According to one embodiment, the L-profile is formed with 2 legs of equal length, so that the short leg described above is technically the same length as the long leg described above.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm (niet weergegeven in figuren) is het kantelbare element 13 gevormd als een T-profiel. Een T-profiel heeft twee korte benen en één lang been. Daarbij zal één van de korte benen, en het lange been, dezelfde functie uitoefenen als het overeenstemmende korte been en lange been van het L-profiel, zoals hierboven beschreven is. Het tweede korte been van het kantelbaar T-profïel strekt zich in de eerste uiterste positie 13 (waarin het T-profïel zich als palletaanslagprofïel uitstrekt) uit als deel van de laadvloer 6. Hiertoe vertoont de laadvloer 6 een uitsparing (niet weergegeven) ter plaatse van het T-vormige profiel, waar het tweede korte been in past, zodanig dat een vlakke laadvloer bekomen wordt waar het tweede korte been van het T-vormige profiel deel van uitmaakt. Het voordeel van het gebruik van een T-profïel als kantelbaar element is dat wanneer het T-profiel zich uitstrekt als palletaanslag, en een pallet wordt geschoven over de laadvloer 6 tot tegen de aanslag, dat de pallet, op het moment dat het de aanslag raakt, reeds op het korte been van het T-profiel staat, en daarmee kantelen 14 naar de tweede uiterste positie van het kantelbaar element verhinderd.According to an alternative embodiment (not shown in figures), the tiltable element 13 is formed as a T-profile. A T-profile has two short legs and one long leg. In addition, one of the short legs, and the long leg, will perform the same function as the corresponding short leg and long leg of the L-profile, as described above. The second short leg of the tiltable T-profile extends as part of the loading floor 6 in the first extreme position 13 (in which the T-profile extends as a pallet stop profile). For this purpose, the loading floor 6 has a recess (not shown) on site of the T-shaped profile, into which the second short leg fits, such that a flat loading floor is obtained, of which the second short leg of the T-shaped profile forms part. The advantage of using a T-profile as a tiltable element is that when the T-profile extends as a pallet stop, and a pallet is slid over the loading floor 6 up to the stop, that the pallet, at the moment that it stops the stop is already on the short leg of the T-profile, thus preventing tilting 14 to the second extreme position of the tiltable element.

In figuur 3 heeft het lange been van het L-profiel 13 een lengte zodanig dat, wanneer het kantelbare element zich als verstevigingselement 13’ uitstrekt, het lange been zich niet uitstrekt tot over de rails 7, 8. Afhankelijk van de wensen en criteria van de gebruiker, kan een kantelbaar element 13 zodanig gevormd worden dat het lange been zich uitstrekt over minstens een deel van rail 7, of over de gehele rail 7, of zodanig dat het lange been de gehele onderste draagbalk lateraal afschermt. Hiertoe kan de lengte van het lange been van het kantelbaar element geoptimaliseerd worden. Volgens een verdere alternatieve uitvoeringsvorm kan de hoek van het kantelbare element (dit wil zeggen de hoek tussen het korte been en het lange been) aangepast worden zodanig dat ongewenst kantelen 14 van het element, wanneer het zich als palletaanslagelement 13 uitstrekt en wanneer een pallet tegen het palletaanslagelement aanstoot, kan vermeden worden. Bijvoorbeeld kan de hoek tussen het korte been en het lange been scherp gemaakt worden (waarbij scherp gedefinieerd is als kleiner dan 90 graden, bij voorkeur kleiner dan 85 graden, meer bij voorkeur kleiner dan 80 graden). Daarbij zal het korte been bij voorkeur zodanig verbonden zijn met het scharnier 15 dat in de eerste uiterste positie en/of in de tweede uiterste positie het zich niet meer horizontaal (zoals in figuur 3) uitstrekt, maar zal uitstrekken onder een hoek (niet weergegeven) die hoofdzakelijk gelijk is aan 90 graden min de hoek tussen het lange been en het korte been.In Figure 3, the long leg of the L-profile 13 has a length such that, when the tiltable element extends as reinforcing element 13 ', the long leg does not extend over the rails 7, 8. Depending on the wishes and criteria of For the user, a tiltable element 13 can be formed such that the long leg extends over at least a part of rail 7, or over the entire rail 7, or such that the long leg laterally shields the entire lower support beam. To this end, the length of the long leg of the tiltable element can be optimized. According to a further alternative embodiment, the angle of the tiltable element (i.e. the angle between the short leg and the long leg) can be adjusted such that undesired tilting 14 of the element when it extends as a pallet stop element 13 and when a pallet is against impacting the pallet stop element can be avoided. For example, the angle between the short leg and the long leg can be made sharp (where sharp is defined as less than 90 degrees, preferably less than 85 degrees, more preferably less than 80 degrees). The short leg will herein preferably be connected to the hinge 15 such that in the first extreme position and / or in the second extreme position it no longer extends horizontally (as in Figure 3), but will extend at an angle (not shown) ) which is essentially 90 degrees minus the angle between the long leg and the short leg.

Figuur 4 toont een perspectiefaanzicht van een kantelbaar element 13 (waarbij in figuur 4 slechts een kort stukje van een segment van het kantelbaar element 13 is weergegeven) en een scharnier 15 uit figuur 3. Daarbij is in figuur 4 de onderste draagbalk 4 weggelaten uit de figuur om de elementen te tonen waarmee scharnier 15 verbonden is met de montagerail 10 van de onderste draagbalk 4. Zo toont figuur 4 de laterale schroeven 19 die zich uitstrekken van een eerste opstaande wand van de montagerail tot in een tweede opstaande wand van de montagerail om schuiven in de langsrichting van een montagehulpplaat 18 te verhinderen. De figuur toont verder de montagehulpplaat 18 die via bouten 17 verbonden is met schamierbasisplaat 16. Het scharnier 15 is verbonden met de schamierbasisplaat 16. De montagehulpplaat 18 is voorzien van gaten met inwendige schroefdraad, zodanig dat een bout 17 kan vastgezet worden in de montagehulpplaat 18. Bij voorkeur zijn meerdere montagehulpplaten 18 voorzien in de montagerail 10, welke montagehulpplaten 18 dan geschoven kunnen worden in de montagerail 10 tot op een positie waar een scharnier 15 vastgezet moet worden voor montage van een kantelbaar element 13. Wanneer bouten 17 aangetrokken worden om een scharnier 15 met schamierbasisplaat 16 te verbinden met montagehulpplaat 18, zal een gedeelte van de onderste draagbalk 4 geklemd worden tussen schamierbasisplaat 16 en montagehulpplaat 18. Hierdoor wordt verder schuiven van montagehulpplaat 18 ten opzichte van de montagerail verhinderd. Het schuiven van de montagehulpplaten 18 kan verder verhinderd worden door het plaatsen van een laterale bout 19 voor en/of achter de montagehulpplaat 18. De laterale bouten 19 zorgen er verder voor dat de montagerail 10 niet vervormd wordt doordat een laterale kracht op het scharnier aangrijpt. Wanneer een lading in de trailer aanstoot tegen het palletaanslagprofïel, brengt dit palletaanslagprofïel een laterale kracht over op het scharnier, welke laterale kracht naar buiten de trailer gericht is. De laterale bouten 19 vangen deze laterale kracht op zodanig dat de montagerail 10 er niet door vervormt.Figure 4 shows a perspective view of a tiltable element 13 (wherein only a short piece of a segment of the tiltable element 13 is shown in Figure 4) and a hinge 15 of Figure 3. In Figure 4, the lower bearing beam 4 has been omitted from the Figure 4 shows the elements with which hinge 15 is connected to the mounting rail 10 of the lower support beam 4. Figure 4 shows the lateral screws 19 which extend from a first upright wall of the mounting rail to a second upright wall of the mounting rail around prevent sliding in the longitudinal direction of a mounting aid plate 18. The figure further shows the mounting aid plate 18 which is connected via bolt 17 to hinge base plate 16. The hinge 15 is connected to the hinge base plate 16. The mounting aid plate 18 is provided with holes with internal screw thread, such that a bolt 17 can be fixed in the mounting aid plate 18 Preferably, a plurality of mounting aid plates 18 are provided in the mounting rail 10, which mounting aid plates 18 can then be slid into the mounting rail 10 to a position where a hinge 15 must be secured for mounting a tiltable element 13. When bolts 17 are tightened around a To connect the hinge 15 with hinge base plate 16 to mounting aid plate 18, a portion of the lower support beam 4 will be clamped between hinge base plate 16 and mounting aid plate 18. This prevents further sliding of mounting aid plate 18 relative to the mounting rail. The sliding of the mounting aid plates 18 can be further prevented by placing a lateral bolt 19 in front of and / or behind the mounting aid plate 18. The lateral bolts 19 further ensure that the mounting rail 10 is not deformed by a lateral force engaging the hinge . When a load in the trailer hits the pallet stop profile, this pallet stop profile transmits a lateral force to the hinge, which lateral force is directed outside the trailer. The lateral bolts 19 absorb this lateral force such that the mounting rail 10 does not deform through it.

Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat figuur 4 slechts een uitvoeringsvorm weergeeft van montage van een scharnier op een montagerail. Op basis van deze beschrijving zal de vakman begrijpen dat ook andere externe elementen (ook anders dan scharnieren 15) op analoge wijze kunnen vastgezet worden op de montagerail 10. Ook zal de vakman begrijpen dat vastzetten van een extern element middels een montagehulpplaat 18 slechts een uitvoeringsvorm is, en dat er verschillende wijzen zijn voor het vastzetten van een extern element op een montagerail. Zo zal de vakman begrijpen dat verstevigingsprofïelen zoals weergegeven in figuur 2 kunnen vastgezet worden op de draagbalk 4 door een bout (die analoog is aan bout 19 weergegeven in figuur 4), doorheen het verstevigingsprofiel 11, en doorheen een eerste en optioneel ook een tweede opstaande wand van de montagerail te bevestigen. Omdat de montagerail 10 een extra rail is, waar geen wieltjes van wagentjes in rollen, zal de bout 19 die zich dwars doorheen de montagerail uitstrekt, ook geen blokkage vormen voor wieltjes (waarbij de vakman zal begrijpen dat wanneer een bout zich op analoge wijze doorheen rail 7 of 8 uitstrekt, dit zou verhinderen dat wagentjes in de rails kunnen rollen).It will be clear to a person skilled in the art that Figure 4 only shows an embodiment of mounting a hinge on a mounting rail. On the basis of this description, the person skilled in the art will understand that other external elements (also other than hinges 15) can be fixed in an analogous manner on the mounting rail 10. Also, the person skilled in the art will understand that fixing an external element by means of a mounting aid plate 18 is only an embodiment and that there are different ways of securing an external element on a mounting rail. The person skilled in the art will understand that reinforcement profiles as shown in Figure 2 can be fixed on the support beam 4 by a bolt (which is analogous to bolt 19 shown in Figure 4), through the reinforcement profile 11, and through a first and optionally also a second upstanding wall of the mounting rail. Because the mounting rail 10 is an additional rail in which no wheels of carriages roll into it, the bolt 19 which extends across the mounting rail will also not form a block for wheels (wherein the person skilled in the art will understand that when a bolt passes through in an analogous manner rail 7 or 8, this would prevent carts from rolling into the rails).

Het systeem volgens de uitvinding is bij voorkeur zo ontworpen en gevormd, dat het als standaardelement aangeleverd kan worden aan bouwers van laadruimtes zoals trailers. Als gevolg zullen verschillende elementen uit het systeem aan vooraf bepaalde maximale afmetingen moeten voldoen. Zo heeft de onderste draagbalk in doorsnede een maximale hoogte van 10 cm, en een maximale breedte van 5 cm. De huidige uitvinding is gedaan in deze context, waarbij ruimte voor het monteren van elementen ter plaatse van de onderste draagbalk 4 schaars is. Trailers voor vrachtwagens hebben namelijk, zoals hierboven uitgelegd, maximale buitenafmetingen, en componenten die gebruikt worden voor het opbouwen van de trailer mogen, wanneer de trailer rijklaar is, niet buiten deze maximale buitenafmetingen uitsteken. Gespen waarmee het zeil ter plaatse van een onderzijde vastgemaakt worden (en analoog ook wieltjes waarmee het zeil vastgehouden wordt ter plaatse van een onderzijde) vallen buiten deze regeling, dit wil zeggen dat gespen en wieltjes zich wel mogen uitstrekken buiten de maximale afmetingen). Echter, verstevigingsprofïel 11, 13’ moet binnen deze maximale afmetingen vallen. Omdat, volgens de uitvoeringsvorm van figuur 3, het verstevigingselement kantelbaar is, kan het gekanteld worden naar de eerste uiterste positie (waarbij het zich uitstrekt als palletaanslagprofïel), alvorens de trailer rijklaar is. Hierdoor kan het verstevigingselement, wanneer het kantelbaar is, zich wel buiten de maximale buitenafmetingen uitstrekken, omdat het naar binnen gekanteld kan worden voor het rijklaar maken van de trailer. Als gevolg kan de draagbalk 4 maximaal lateraal naar buiten geplaatst worden, en kan de draagbalk 4 toch beschermd worden tegen een zijdelingse impact middels het kantelbaar verstevigingsprofïel 13’.The system according to the invention is preferably designed and shaped such that it can be supplied as a standard element to builders of loading spaces such as trailers. As a result, various elements of the system will have to meet predetermined maximum dimensions. For example, the lower cross-section has a maximum height of 10 cm in diameter and a maximum width of 5 cm. The present invention is made in this context, where space for mounting elements at the location of the lower support beam 4 is scarce. Namely, trailers for trucks have maximum external dimensions, as explained above, and components used to assemble the trailer, when the trailer is ready to drive, must not protrude beyond these maximum external dimensions. Buckles with which the sail is fastened at the location of an underside (and analogously also wheels with which the sail is held at the location of an underside) are not covered by this regulation, this means that buckles and wheels may extend beyond the maximum dimensions. However, reinforcement profile 11, 13 "must fall within these maximum dimensions. Because, according to the embodiment of Figure 3, the reinforcement element is tiltable, it can be tilted to the first extreme position (wherein it extends as a pallet stop profile) before the trailer is ready for use. As a result, the reinforcement element, when tiltable, can extend beyond the maximum external dimensions, because it can be tilted inwards for making the trailer ready for use. As a result, the supporting beam 4 can be placed maximally laterally outwards, and the supporting beam 4 can nevertheless be protected against a lateral impact by means of the tiltable reinforcement profile 13 ".

Een palletaanslagprofïel is gedefinieerd als een aanslagprofiel voor objecten die op de laadvloer van de laadruimte geplaatst worden. Omdat deze objecten in de praktijk meestal palletten zijn, wordt dit aanslagprofiel palletaanslagprofïel genoemd. Echter het zal duidelijk zijn dat een palletaanslagprofiel ook als aanslag zal fungeren voor andere objecten dan palletten. De term palletaanslagprofiel is daarom enkel indicatief en dus niet beperkend voor het gebruik en de toepassing van de aanslag.A pallet stop profile is defined as a stop profile for objects that are placed on the loading floor of the loading space. Because these objects are usually pallets in practice, this stop profile is called pallet stop profile. However, it will be clear that a pallet stop profile will also act as a stop for objects other than pallets. The term pallet stop profile is therefore only indicative and therefore not restrictive of the use and application of the stop.

De schamiermiddelen kunnen op verschillende wijzen gevormd worden. Zo kan een bestaand scharnier gebruikt worden. Alternatief kan een compacte aluminium extrusie gebruikt worden (waarbij het basiselement van het scharnier een pen heeft en het roteerbaar element een huls die over de pen schuift), waartegen een stalen lat gemonteerd wordt als aanslagprofiel. Een dergelijk scharnier heeft de mogelijkheid om in de langsrichting uitgeschoven te worden (en op die manier gedemonteerd te worden). Daarbij kan het compacte aluminium profiel zodanig gevormd zijn dat in ingeschoven toestand het scharnier niet draaibaar is en in uitgeschoven toestand het scharnier wel draaibaar is. Zo kan het profiel vastgezet worden in elk van de uiterste posities.The hinge means can be formed in various ways. An existing hinge can thus be used. Alternatively, a compact aluminum extrusion can be used (where the basic element of the hinge has a pin and the rotatable element has a sleeve that slides over the pin), against which a steel bar is mounted as a stop profile. Such a hinge has the possibility of being extended in the longitudinal direction (and thus being dismantled). The compact aluminum profile can herein be shaped such that the hinge is not rotatable in the retracted state and the hinge is rotatable in the extended state. This way the profile can be fixed in any of the extreme positions.

Op basis van de beschrijving hierboven, de figuren en de mogelijke alternatieven die in de tekst vermeld zijn, zal de vakman begrijpen dat verschillende mogelijke configuraties en uitvoeringsvormen bedacht kunnen worden om systeem volgens de uitvinding te vormen. De beschrijving en voorbeelden die hierboven gegeven zijn, zullen daarbij niet beperkend zijn voor de uitvinding, die enkel gedefinieerd wordt in de conclusies.On the basis of the above description, the figures and the possible alternatives mentioned in the text, the skilled person will understand that various possible configurations and embodiments can be devised to form a system according to the invention. The description and examples given above will not be limiting of the invention, which is only defined in the claims.

Claims (14)

ConclusiesConclusions 1. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijkant van een laadruimte, welk systeem een bovenste draagbalk en een onderste draagbalk bevat die zich ter hoogte van respectievelijk een bovenzijde en een onderzijde van de laadruimte bevinden, waarbij elke draagbalk is voorzien van rails die zich uitstrekken in een langsrichting, welk systeem bovenste wagentjes en onderste wagentjes bevat die voorzien zijn van wieltjes om te rollen in de rails van respectievelijk de bovenste draagbalk en de onderste draagbalk, waarbij elk van de wagentjes is voorzien om genoemd zeil aan te bevestigen zodanig dat het zeil tussen de bovenste en de onderste wagentjes bevestigbaar is, daardoor gekenmerkt dat de onderste draagbalk verder een montagerail heeft en waarbij ten minste één van een palletaanslagprofïel en een verstevigingsprofiel via bevestigingsmiddelen met de montagerail verbonden zijn, waarbij het palletaanslagprofïel voorzien is om zich uit te strekken tot boven een laadvloer van de laadruimte om een aanslag te vormen voor palletten, en waarbij het verstevigingsprofiel voorzien is om zich zijdelings langs de onderste draagbalk uit te strekken ten minste ter plaatse van een bovenste zone daarvan, om de onderste draagbalk te beschermen tegen een externe zijdelingse impact.CLAIMS 1. A tarpaulin fastening system for closing a side of a loading space, which system comprises an upper supporting beam and a lower supporting beam which are situated at the level of an upper side and a lower side of the loading space respectively, wherein each carrying beam is provided with rails extending in a longitudinal direction, which system comprises upper carriages and lower carriages provided with wheels for rolling in the rails of the upper support beam and the lower support beam respectively, each of the carriages being provided for attaching said sail such that the sail is attachable between the upper and lower trolleys, characterized in that the lower support beam furthermore has a mounting rail and wherein at least one of a pallet stop profile and a reinforcement profile are connected to the mounting rail via fastening means, the pallet stop profile being provided to extend above a drawer flooring of the loading space to form a stop for pallets, and wherein the reinforcement profile is provided to extend laterally along the lower support beam at least at the location of an upper zone thereof, to protect the lower support beam against an external lateral impact. 2. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens conclusie 1, waarbij het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel gevormd is door eenzelfde element dat via schamiermiddelen bevestigd is aan de montagerail en kantelbaar is tussen een eerste uiterste positie en een tweede uiterste positie, waarbij het element zich in de eerste uiterste positie uitstrekt als palletaanslagprofiel en zich in de tweede uiterste positie uitstrekt als verstevigingsprofiel.A sail mounting system as claimed in claim 1, wherein the pallet stop profile and the reinforcement profile are formed by the same element which is attached to the mounting rail via hinge means and can be tilted between a first extreme position and a second extreme position, the element being located extends as a pallet stop profile in the first extreme position and extends as a reinforcement profile in the second extreme position. 3. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens conclusie 2, waarbij het element in doorsnede een L-profiel vertoont met een lang been en een kort been, waarbij het lange been in de eerste uiterste positie de aanslag vormt en in de tweede uiterste positie de versteviging vormt, en waarbij het korte been met de schamiermiddelen verbonden is.A sail fastening system according to claim 2, wherein the element has an L-profile in cross section with a long leg and a short leg, the long leg forming the stop in the first extreme position and in the second extreme position the reinforcement, and wherein the short leg is connected to the hinge means. 4. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens conclusie 2, waarbij het element in doorsnede een T-profiel vertoont met een lang been en twee korte benen, waarbij het lange been in de eerste uiterste positie de aanslag vormt en in de tweede uiterste positie de versteviging vormt, en waarbij een eerste van de twee korte benen met de schamiermiddelen verbonden is en een tweede van de twee korte benen in de eerste uiterste positie een deel van de laadvloer vormt.A sail fastening system according to claim 2, wherein the section has a T-section with a long leg and two short legs, the long leg forming the stop in the first extreme position and in the second extreme position the reinforcement, and wherein a first of the two short legs is connected to the hinge means and a second of the two short legs forms a part of the loading floor in the first extreme position. 5. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verstevigingsprofiel voorzien is om zich uit te strekken over minstens één van de rails van de onderste draagbalk om de minstens ene rail te beschermen tegen een externe impact.A sail mounting system according to any of the preceding claims, wherein the reinforcement profile is provided to extend over at least one of the rails of the lower support beam to protect the at least one rail from an external impact. 6. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de onderste draagbalk over minstens 70% van zijn lengte voorzien is van genoemd ten minste één van het palletaanslagprofïel en het verstevigingsprofiel, en waarbij het ten minste één van het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel minstens 2 segmenten bevat.A sail mounting system according to any of the preceding claims, wherein the lower support beam is provided over at least 70% of its length with said at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile, and wherein the at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile contains at least 2 segments. 7. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd ten minste één van het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel vervangbaar is.A sail fixing system according to any one of the preceding claims, wherein said at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile is replaceable. 8. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de onderste draagbalk vervaardigd is uit aluminium door extruderen, en waarbij het ten minste één van het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel uit materiaal vervaardigd is met een hogere sterkte dan het aluminium.A sail fastening system according to any one of the preceding claims, wherein the lower support beam is made of aluminum by extruding, and wherein at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile is made of material with a higher strength than the aluminum . 9. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de montagerail ter plaatse van een bovenzijde van de onderste draagbalk gepositioneerd is.A sail mounting system according to any one of the preceding claims, wherein the mounting rail is positioned at the top of the lower support beam. 10. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens conclusie 9, waarbij de montagerail een opening naar boven vertoont.A sail mounting system according to claim 9, wherein the mounting rail has an opening upwards. 11. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de rails in de onderste draagbalk een zijdelingse opening en/of een opening naar onder vertoont.11. A sail mounting system according to any one of the preceding claims, wherein the rails in the lower support beam have a lateral opening and / or an opening downwards. 12. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de montagerail voorzien is van meerdere bevestigingselementen die gevormd zijn om te glijden in de montagerail en die voorzien zijn van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het ten minste één van het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel.12. A sail fixing system according to any one of the preceding claims, wherein the mounting rail is provided with a plurality of fixing elements which are formed to slide into the mounting rail and which are provided with fixing means for fixing the at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile. 13. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens conclusie 12, waarbij de bevestigingselementen vast ten opzichte van de montagerail komen te klemmen wanneer het ten minste één van het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel bevestigd is.A sail fixing system according to claim 12, wherein the fixing elements come to clamp tightly relative to the mounting rail when the at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile is attached. 14. Systeem voor het bevestigen van een zeil volgens conclusie 12 of 13, waarbij de bevestigingselementen openingen met schroefdraad vertonen, en waarbij het ten minste één van het palletaanslagprofiel en het verstevigingsprofiel middels één of meerdere bouten kan vastgezet worden op de montagerail.A sail fixing system according to claim 12 or 13, wherein the fixing elements have threaded openings, and wherein at least one of the pallet stop profile and the reinforcement profile can be fixed on the mounting rail by means of one or more bolts.
BE2014/0213A 2014-03-27 2014-03-27 SAFETY SYSTEM FOR A SAIL BE1021914B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0213A BE1021914B1 (en) 2014-03-27 2014-03-27 SAFETY SYSTEM FOR A SAIL

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0213A BE1021914B1 (en) 2014-03-27 2014-03-27 SAFETY SYSTEM FOR A SAIL

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021914B1 true BE1021914B1 (en) 2016-01-26

Family

ID=50828631

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0213A BE1021914B1 (en) 2014-03-27 2014-03-27 SAFETY SYSTEM FOR A SAIL

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021914B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0154402A2 (en) * 1984-02-03 1985-09-11 Boalloy Limited Van bodies
DE10219069A1 (en) * 2002-04-29 2003-11-20 Alstom Lhb Gmbh Load securing system for railway trucks comprises spring-loaded levers carrying bars which project through slits in cover plate (10) against edge of load
DE102008019162A1 (en) * 2008-04-17 2009-10-29 Aluteam Fahrzeugtechnik Gmbh Vehicle structure for e.g. load carrying vehicle, has loading space opening that is formed pivotably or foldably in relation to base section, where multiple openings are provided in section of loading space opening

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0154402A2 (en) * 1984-02-03 1985-09-11 Boalloy Limited Van bodies
DE10219069A1 (en) * 2002-04-29 2003-11-20 Alstom Lhb Gmbh Load securing system for railway trucks comprises spring-loaded levers carrying bars which project through slits in cover plate (10) against edge of load
DE102008019162A1 (en) * 2008-04-17 2009-10-29 Aluteam Fahrzeugtechnik Gmbh Vehicle structure for e.g. load carrying vehicle, has loading space opening that is formed pivotably or foldably in relation to base section, where multiple openings are provided in section of loading space opening

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2393967C9 (en) Transloading system and railroad car to be used therewith
EP2149515B1 (en) Reciprocating slat conveyor with moving slats between fixed slats
US10858183B2 (en) Cover for container
RU2141905C1 (en) Truck with body
BE1024502A1 (en) Support bar
BE1021914B1 (en) SAFETY SYSTEM FOR A SAIL
US1989125A (en) Truck body
US10625653B2 (en) Lift gate and mounting system
RU170394U1 (en) Frame
BE1019433A5 (en) CONSTRUCTION FOR A SLIDING ROOF, SLIDING ROOF SYSTEM, TRUCK WITH SLIDING ROOF SYSTEM, SLIDING SAIL TRAILER WITH A SLIDING ROOF SYSTEM.
JP2015116920A (en) Dump device loadable on truck
SK500182009U1 (en) Transport means superstructure for transporting flat large-size objects
KR101853320B1 (en) A integrated non-attaching liner device for dump truck loader application
KR20150054675A (en) Container-like cargo transport unit for transporting cylindrical cargo, such as reels
DE202008017142U1 (en) Vehicle with frame and loading floor on the frame
RU173148U1 (en) Articulated platform wagon frame
RU48905U1 (en) WAGON PLATFORM
DK3069927T3 (en) AID FRAME FOR MOUNTING A CRANE ON A CHASSIS
NL2033315B1 (en) Container frame
RU2816903C1 (en) Hatch cover of railway universal open-top wagon (versions)
BE1028255A9 (en) Improved buffer to protect against damage from undocking and trailer with improved buffer
US20170144870A1 (en) Crane Support Assembly
RU2494034C2 (en) Device for, in particular, prevention of spontaneous vehicle runaway from running rails (versions)
NL2000817C2 (en) Rail vehicle for transporting steel plate coils to automotive industry, has chassis equipped with wheels, and locking bodies welded to longitudinal beams, where each locking body is equipped with recess
CN111727134B (en) Chassis assembly for a transport vehicle