BE1021894B1 - Slotmechanisme - Google Patents

Slotmechanisme Download PDF

Info

Publication number
BE1021894B1
BE1021894B1 BE2013/0399A BE201300399A BE1021894B1 BE 1021894 B1 BE1021894 B1 BE 1021894B1 BE 2013/0399 A BE2013/0399 A BE 2013/0399A BE 201300399 A BE201300399 A BE 201300399A BE 1021894 B1 BE1021894 B1 BE 1021894B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
closing
door element
sail
door
closing profile
Prior art date
Application number
BE2013/0399A
Other languages
English (en)
Inventor
Erik Ronny Felix Rogiers
Original Assignee
Versus-Invest Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Versus-Invest Bvba filed Critical Versus-Invest Bvba
Priority to BE2013/0399A priority Critical patent/BE1021894B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021894B1 publication Critical patent/BE1021894B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J5/00Doors
    • B60J5/04Doors arranged at the vehicle sides
    • B60J5/06Doors arranged at the vehicle sides slidable; foldable
    • B60J5/062Doors arranged at the vehicle sides slidable; foldable for utility vehicles or public transport
    • B60J5/065Doors arranged at the vehicle sides slidable; foldable for utility vehicles or public transport with non-rigid elements, e.g. side curtains
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C19/00Other devices specially designed for securing wings, e.g. with suction cups
    • E05C19/001Other devices specially designed for securing wings, e.g. with suction cups with bolts extending over a considerable extent, e.g. nearly along the whole length of at least one side of the wing
    • E05C19/002Rotating about a longitudinal axis
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C19/00Other devices specially designed for securing wings, e.g. with suction cups
    • E05C19/10Hook fastenings; Fastenings in which a link engages a fixed hook-like member
    • E05C19/12Hook fastenings; Fastenings in which a link engages a fixed hook-like member pivotally mounted around an axis
    • E05C19/14Hook fastenings; Fastenings in which a link engages a fixed hook-like member pivotally mounted around an axis with toggle action

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)

Abstract

Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een laadruimte, welke laadruimte ten minste één opstaande aanslagbalk bevat, waarbij het systeem een deurelement bevat dat voorzien is om het zeil aan te bevestigen en welk deurelement een kopzijde bevat die complementair is met de aanslagbalk waarbij het deurelement een slotmechanisme bevat voor het vergrendelen van het deurelement in de afgesloten positie, waarbij de aanslagbalk een groef vertoont en dat het slotmechanisme een sluitprofiel bevat dat verbonden is met het deurelement, waarbij het sluitprofiel voorzien is van een lip die in de groef grijpt door rotatie van het sluitprofiel.

Description

Slotmechanisme
De uitvinding heeft betrekking op een ophangsysteem voor een zeil ter afsluiting van een laadruimte. Zulke ophangsystemen bevatten typisch een draagbalk voorzien van rails waar wagentjes met wieltjes in kunnen rollen. Aan deze wagentjes wordt het zeil opgehangen.
Laadruimtes, omsloten door laadbakken, in het bijzonder mobiele laadbakken die zich op vrachtwagens en/of treinen bevinden, moeten voldoen aan vooraf bepaalde maximale buitenafmetingen. Deze buitenafmetingen worden vaak door de wetgever opgelegd. Door deze vastgelegde maximale afmetingen wordt de laadruimte, die de effectief beschikbare ruimte binnen in de laadbak is, beperkt. Vaak worden zijkanten van zulke laadruimtes afgesloten met een zeil dat openschuifbaar is om zo via de betreffende zijkant toegang tot de laadruimte te verschaffen. Om maximale laadruimte te bekomen, wordt het zeil op een uiterste perifere rand van de laadbak bevestigd.
Het zeil wordt typisch opgehangen aan wagentjes die kunnen rollen over loopvlakken in rails die zich in een draagbalk bevinden. De draagbalk wordt daarom ook geleidingsbalk genoemd. De wagentjes dragen het zeil en worden zelf gedragen door de draagbalk. De wagentjes laten toe het zeil open te schuiven door de wagentjes over de rails naar één eind van de draagbalk te rollen in de langsrichting van de draagbalk. Het zeil is typisch rechthoekig en vertoont, in een opgehangen positie, een bovenste rand, een onderste rand, en twee opstaande zijranden. Ter plaatse van de bovenste rand is het zeil aan de wagentjes bevestigd die in de draagbalk rollen, zodat het zeil opgehangen is. Ter plaatse van de onderste rand kan het zeil eveneens aan wagentjes bevestigd worden die in een verdere draagbalk ter plaatse van de onderste rand rollen, om zo het zeil aan de onderzijde te geleiden. Door het zeil te geleiden, wordt de laadruimte aan de onderzijde afgesloten door het zeil. Alternatief kan het zeil, wanneer het ter plaatse van de onderste rand niet door wagentjes geleid wordt, van afsluitelementen voorzien zijn, zoals gespen, waarmee het zeil ter plaatse van de onderste rand afgesloten kan worden. Ter plaatse van de opstaande zijranden zijn bij voorkeur verstevigingselementen voorzien aan het zeil, welke verstevigingselementen geleid worden via de geleidingsbalk van de laadruimte, en welke verstevigingselementen slotmechanismen bevatten voor het afsluiten van het zeil tegen een opstaande aanslagbalk van de laadruimte. Dit verstevigingselement dat ter plaatse van een opstaande rand van het zeil bevestigd is, wordt in het vak een deurelement genoemd. Het deurelement is voorzien om het zeil op zijn plaats te houden in de afgesloten positie.
In de afgelopen jaren is ladingszekerheid meer en meer belangrijk geworden. Ladingszekerheid is een begrip dat de manier van vasthouden van goederen in een laadruimte definieert. Correct toepassen van ladingszekerheidsregels minimaliseert de kans op verlies van lading tijdens een manoeuvre. Ladingszekerheid vereiste vroeger dat goederen op een trailer die door een zeil afgesloten werd, vastgemaakt werden op het chassis of de bodemplaat van de trailer. Hierdoor konden goederen bij het maken van een manoeuvre op hun plaats gehouden worden. Recente regels met betrekking tot ladingszekerheid laten toe om goederen los te plaatsen in de trailer wanneer het zeil en het ophangsysteem van het zeil aan vooraf bepaalde sterktenormen voldoet. Het vastzetten van ladingen op een chassis of bodemplaat is arbeidsintensief, waardoor de laatste jaren veel interesse is voor ophangsystemen die aan de vooraf bepaalde sterktenormen voldoen.
Om aan de vooraf bepaalde sterktenormen te voldoen wordt het zeil, in de lengterichting van de laadruimte, opgespannen. Dit wil zeggen dat het zeil, dat aan zijn zijkanten van een deurelement voorzien is, de neiging heeft om dit deurelement open te trekken (weg van de aanslagbalk van de laadruimte). Als gevolg zal het deurelement typisch zwaar gebouwd moeten worden om buiging door de trekkracht van het zeil tegen te gaan, hetgeen duur is. Verder wordt, om de effecten van buiging van het deurelement te minimaliseren, het slot dat het deurelement tegen de aanslagbalk vergrendelt zo centraal mogelijk geplaatst. Echter in een centrale positie staat dit slot op een hoogte die door een operator van de laadruimte niet gemakkelijk toegankelijk is (op meer dan 2 meter hoogte). Verder zijn er systemen bekend die op twee plaatsen het deurelement tegen de aanslagbalk vergrendelen, echter deze systemen zijn complex en daarom zeer duur.
Het is een doel van de uitvinding om een systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een laadruimte te voorzien, waarbij de laadruimte efficiënt afgesloten kan worden via een eenvoudig systeem.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte, welke laadruimte ten minste één liggende geleidingsbalk bevat voor het geleiden van het zeil en ten minste één opstaande aanslagbalk bevat, waarbij het systeem een deurelement bevat dat voorzien is om het zeil aan te bevestigen, welk deurelement aan een onder- en/of bovenzijde geleidingsmiddelen bevat die complementair zijn met de ten minste één geleidingsbalk zodanig dat het deurelement langs de geleidingsbalk beweegbaar is, en welk deurelement een kopzijde bevat die complementair is met de aanslagbalk zodat de zijwand afsluitbaar is door de kopzijde tegen de aanslagbalk te drukken, waarbij het deurelement een slotmechanisme bevat dat complementair is met de aanslagbalk, voor het vergrendelen van het deurelement in de afgesloten positie, met het kenmerk dat de aanslagbalk een groef vertoont en dat het slotmechanisme een sluitprofiel bevat dat zich uitstrekt langs ten minste één kwart van de hoogte van het deurelement, welk sluitprofiel op ten minste twee plaatsen roteerbaar verbonden is met het deurelement, waarbij het sluitprofiel verder voorzien is van een lip die voorzien is om in de groef te grijpen door rotatie van het sluitprofiel, om zo het deurelement tegen de aanslagbalk te vergrendelen.
Het sluitprofiel heeft een lip die kan ingrijpen in een groef van de aanslagbalk. Daardoor wordt de relatieve positie van de aanslagbalk ten opzichte van het sluitprofiel vastgezet. Het sluitprofiel is verbonden met de deur op ten minste twee plaatsen, zodanig dat ten minste op deze twee plaatsen ook de positie van het deurelement ten opzichte van de aanslagbalk vastgezet wordt wanneer de lip in de groef grijpt. Hierdoor wordt het deurelement tegen de aanslagbalk vergrendeld. Doordat het sluitprofiel een noemenswaardige hoogte heeft (minimum één kwart van de hoogte van de deur) , en omdat het sluitprofiel op ten minste twee plaatsen verbonden is met het deurelement, is het deurelement over een noemenswaardige afstand (hoogte) tegen de aanslagbalk vergrendeld. Dit in tegenstelling tot conventionele sloten die het deurelement ten opzichte van de aanslagbalk kunnen vergrendelen op één punt. Een verder voordeel van een gebruik van een sluitprofiel, is dat een profiel een extra weerstand tegen buiging geeft. Hierdoor zal het deurelement met het sluitprofiel een sterkere weerstand vertonen tegen doorbuiging als gevolg van de spankracht van het zeil. Een verder voordeel van de uitvinding is de eenvoud van een verbinding waarbij een lip in een groef grijpt. Een dergelijke sluiting vergt weinig of geen complexe en/of bewegende onderdelen (in tegenstelling tot conventionele sloten).
Bij voorkeur vertoont het sluitprofiel een bovenste en een onderste zone, en is het verbonden met het deurelement ter plaatse van zowel de bovenste als de onderste zone. Door het sluitprofiel te verbinden met het deurelement ter plaatse van zijn bovenste en onderste zone, wordt een maximale verdeling van de kracht bekomen om het deurelement gesloten te houden (het zeil trekt, door zijn spanning, het deurelement weg van de aanslagbalk, en deze kracht wordt gecompenseerd door het slotmechanisme). Door het spreiden van de kracht over de volledige hoogte van het sluitprofiel, wordt ook doorbuiging van het deurelement verder geminimaliseerd.
Bij voorkeur is het sluitprofiel verbonden met het deurelement via een as die zich parallel uitstrekt aan het sluitprofiel en welke as verbonden is met het deurelement ter plaatse van een bovenzijde en een onderzijde van de as. Een as laat toe op een eenvoudige wijze om het sluitprofiel te roteren ten opzichte van het deurelement. Daarbij kan de as verder voorzien worden van een handvat voor het roteren van het sluitprofiel. Alternatief kan het handvat ook bevestigd worden aan het sluitprofiel zelf.
Bij voorkeur is het handvat verbonden met een onderste zone van de as zodanig dat het handvat bedienbaar is voor een operator die op de grond staat. Een laadruimte, in het bijzonder een mobiele laadruimte zoals een trailer van een vrachtwagen, staat typisch op een hoogte (omdat ze gemonteerd zijn op een chassis) . Van op deze hoogte strekt de laadruimte zich opwaarts uit tot een hoogte van ongeveer vier meter (voor trailers van vrachtwagens) . Wanneer het handvat zich in het midden van de laadruimte zou bevinden, zou dit op meer dan twee meter hoogte staan, en dus moeilijk toegankelijk zijn voor een operator. Door het handvat in een onderste zone te voorzien, wordt het gemakkelijker hanteerbaar voor de operator. Omdat het handvat geplaatst is op een as die zich opwaarts uitstrekt parallel aan het sluitprofiel, kan via een relatief laag geplaatst handvat (in de onderste zone), toch een relatief hoog geplaatst slotmechanisme (omdat het sluitprofiel en de as zich opwaarts uitstrekken) gehanteerd worden.
Bij voorkeur bevat het slotmechanisme verder aanspanmiddelen voor het aanspannen van het deurelement tegen de aanslagbalk. Door het voorzien van aanspanmiddelen, wordt afsluiten van het zeil door een operator gemakkelijk gemaakt. Zonder aanspanmiddelen zou een operator het zeil dicht moeten trekken tot in een sluitpositie van de deur, waarin de lip van het sluitprofiel in de groef kan aangrijpen. Door de aanspanmiddelen, moet een operator het deurelement niet meer exact tot in deze sluitpositie brengen, maar zal een positie in de buurt van (nabij) deze sluitpositie voldoende zijn om de lip in de groef te brengen. De aanspanmiddelen kunnen vervolgens gebruikt worden om het deurelement dicht te trekken tegen de aanslagbalk (tot de sluitpositie bereikt wordt).
Bij voorkeur zijn de aanslagmiddelen geplaatst tussen de as en de lip van het sluitprofiel. Hierdoor kan de as die verbonden is met het deurelement, dichtgetrokken worden naar de aanslagbalk.
Bij voorkeur is het sluitprofiel via scharnieren verbonden met uitsteeksels op de as zodat een hefboomwerking bekomen wordt bij het roteren van de as zodat het deurelement tegen de aanslagbalk aanspanbaar is. Door de uitsteeksels, zal de rotatie-as van de as op een afstand liggen van de rotatie-as van de scharnieren. Door het sluitprofiel te verbinden met uitsteeksels op de as, maakt het sluitprofiel bij rotatie van de as niet enkel een rotatiebeweging, maar eveneens een translatiebeweging. Deze translatiebeweging kan zodanig gedimensioneerd worden dat bij het sluiten van het slotmechanisme het deurelement tegen de aanslagbalk getrokken wordt door een translatie van het sluitprofiel richting het deurelement. Hiermee kan een hefboomwerking bekomen worden waardoor het sluiten van het deurelement tegen de aanslagbalk vergemakkelijkt wordt. Namelijk door het openen van het slotmechanisme kan het sluitprofiel door de translatiebeweging bewogen worden weg van het deurelement en in de richting van de aanslagbalk, om ingrijpen van de lip in de groef te vergemakkelijken.
Bij voorkeur zijn de uitsteeksels zodanig georiënteerd dat in de gesloten positie van het slotmechanisme de uitsteeksels zich vanaf de as uitstrekken in een richting weg van de groef. Hiermee wordt een zogenaamd over-center-slotmechanisme geïmplementeerd in het slotmechanisme. Bij een over-center-slotmechanisme worden elementen zodanig gedimensioneerd en gepositioneerd dat in een gesloten positie de spankracht op slot de sluiting verstrekt. Deze werking zal verder uitgelegd worden aan de hand van de figuren.
Bij voorkeur strekt het sluitprofiel zich uit over ten minste één derde van de hoogte van het deurelement, meer bij voorkeur over ten minste de helft van de hoogte van het deurelement. Door de hoogte van de sluitprofiel te vergroten, wordt de kracht die nodig is om het deurelement gesloten te houden, verdeeld over een grotere afstand. Hierdoor zal het sluitprofiel fijner uitgevoerd kunnen worden, alsook zal de deur minder neiging hebben om krom te trekken door de spanning van het zeil.
De uitvinding heeft verder betrekking op een deurelement voor toepassing in een systeem voor het bevestigen van een zeil te afsluiting van een zijwand van een laadruimte, met een slotmechanisme dat een sluitprofiel bevat dat zich uitstrekt langs ten minste één kwart van de hoogte van het deurelement, welke sluitprofiel op ten minste twee plaatsen roteerbaar verbonden is met het deurelement, waarbij het sluitprofiel verder voorzien is van een lip die voorzien is om in een groef te grijpen door rotatie van het sluitprofiel, om zo het deurelement tegen een aanslagbalk te vergrendelen.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
In de tekening laat : figuur 1 een perspectiefzicht zien van een trailer met een trailerwand die afgesloten wordt door een zeil; figuur 2 een principeschets zien van verschillende sluitsystemen voor een trailerwand; figuur 3 een zijaanzicht zien van een sluitsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 4 een doorsnede zien van het sluitsysteem van figuur 3, in dichte toestand; en figuur 5 een doorsnede zien van het sluitsysteem van figuur 3 in te sluiten toestand.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
Figuur 1 toont een trailer 1 van een vrachtwagen, waarbij een zijwand afgesloten is door een zeil 7. Dit zeil 7 is opgehangen via een ophangsysteem. Het zal duidelijk zijn dat het ophangsysteem ook toegepast kan worden voor het afsluiten van wanden van bijvoorbeeld treinwagons, schepen, of zelfs wanden in magazijnen. Bij voorkeur toont de wand die afgesloten wordt door een zeil een opening 2 die gedefinieerd wordt door een hoofdzakelijk rechthoekig kader. Daarbij is het zeil 7 voorzien om zich uit te strekken in het kader om zo de opening, gedefinieerd door het kader, af te sluiten. Daarbij vertoont het kader bij voorkeur een onderste 4 en een bovenste 3 liggende balk, die de hoogte van de af te sluiten opening bepalen, en twee opstaande balken 5, 6, één aan elke zijde van het kader, die de breedte van de opening bepalen.
Het zeil 7 is gemonteerd ter afsluiting van de opening 2. Daarmee sluit het zeil 7 de laadruimte af ter plaatse van de zijwand. Het zeil 7 is zodanig opgehangen dat het kan openschuiven om toegang te geven tot de laadruimte via de opening 2 in de zijwand. Hiertoe zijn meerdere configuraties mogelijk. Het zeil 7 kan zodanig geplaatst worden in de opening 2, dat het slechts aan één van zijn kanten openschuifbaar is. Zo kan het zeil zoals weergegeven in figuur 1 aan de opstaande balk 6 vast bevestigd zijn om zo enkel te kunnen openschuiven aan de zijde van opstaande kant 5. Bij voorkeur wordt het zeil opgehangen aan een geleidingsbalk die geplaatst is, of integraal gevormd is met de bovenste balk 3. In de geleidingsbalk kunnen wagentjes of glij-elementen langs de balk bewegen om zo het zeil te geleiden in een open- of sluitbeweging. Volgens een eerste uitvoeringsvorm kan het zeil ter plaatse van de onderste balk 4 los hangen (niet geleid worden via een tweede geleidingsbalk). Bij het sluiten van het zeil, wordt het zeil dan ter plaatse van de onderzijde via bevestigingsmiddelen bevestigd aan de onderste balk 4. Voorbeelden uit de praktijk van dergelijke bevestigingsmiddelen zijn gesp en riem. Echter, alternatieve bevestigingsmiddelen kunnen eveneens toegepast worden. Volgens een tweede uitvoeringsvorm wordt het zeil ter plaatse van de onderste balk 4, analoog aan de bovenste balk 3, via een geleidingsbalk, geleid, waarbij wagentjes of glij-elementen bevestigd zijn aan de onderzijde van het zeil en in de onderste geleidingsbalk kunnen bewegen. Hiermee houdt de onderste geleidingsbalk en de wagentjes het zeil op zijn plaats ter plaatse van de onderste balk 4, waardoor verder afsluiten via afsluitmiddelen, zoals beschreven voor de eerste uitvoeringsvorm, niet nodig is.
Het zeil 7 is bij voorkeur rechthoekig, en vertoont een bovenste rand, onderste rand, en twee zijranden. De bovenste rand is via geleidingsmiddelen bevestigd aan de bovenste balk 3. De onderste rand is ofwel via bevestigingsmiddelen bevestigbaar aan de onderste rand 4, ofwel permanent via geleidingsmiddelen bevestigd aan de onderste rand 4. Eén van de zijwanden kan vast verbonden zijn met een opstaande balk 6, of de beide zijranden van het zeil kunnen aan een deurelement 8 bevestigd worden, welk deurelement afsluiten van het zeil tegen een opstaande rand, zijnde een aanslagbalk, 5, 6 mogelijk maakt. Het deurelement wordt bij voorkeur opgehangen op gelijke wijze dan het zeil. Wanneer het zeil enkel aan de bovenzijde opgehangen is via geleidingsmiddelen, is het deurelement ook bij voorkeur enkel aan een bovenzijde voorzien van geleidingsmiddelen die complementair zijn met de geleidingsbalk 3. Wanneer het zeil zowel bovenaan als onderaan via geleidingsmiddelen met de liggende balken 3 en 4 verbonden zijn, bevat het deurelement ook bij voorkeur twee geleidingsmiddelen om met de twee geleidingsbalken 3 en 4 complementair te zijn.
Het deurelement 8 bevat een sluitzijde, die complementair gevormd is met een aanslagbalk 5, 6 van de laadruimte, zodanig dat het deurelement met zijn sluitzijde tegen de opstaande rand van de laadruimte kan aanliggen, zodoende de laadruimte af te sluiten. Hiertoe bevat de sluitzijde een slotmechanisme 12, 13. Bij voorkeur bevat het deurelement verder een rubber die zich uitstrekt van onder naar boven ter plaatse van de sluitzijde van het deurelement 8, zodanig dat het deurelement, wanneer het tegen de opstaande balk 5, 6 aanligt, een waterdichte afsluiting vormt voor de laadruimte. Alternatief wordt de rubber tegen de opstaande balk bevestigd.
Figuur 2 toont het effect van de spankracht van het zeil op de deur wanneer de deur tegen de aanslagbalk gesloten is. In deze gesloten positie van de deur 8 tegen de aanslagbalk 5, is het zeil dat de opening 2 afsluit, maximaal opgespannen. Door de spanning in het zeil 7, trekt het zeil 7 aan de deur 8 met een kracht die in de figuren geïllustreerd is met pijlen Fl. Deze kracht is hoofdzakelijk gelijk verdeeld over de hoogte van de deur 8. Figuur 2A toont een voorbeeld van een sluitsysteem, waarbij een slot aan een onderzijde van de deur 8 geplaatst is op een hoogte Hl. Het voordeel van het plaatsen van een slot op hoogte Hl is dat dit slot goed toegankelijk zal zijn voor een gebruiker 9. Wanneer op hoogte Hl een slot geplaatst is, zal de deur op deze hoogte Hl dichtgetrokken worden tegen de aanslagbalk 5 met een kracht die in de figuur geïllustreerd is als F2. Figuur 2A toont op uitvergrote wijze hoe de deur 8, onder invloed van de krachten Fl en F2, opengetrokken wordt waardoor een spleet SI zichtbaar wordt. Deze spleet SI wordt in de stand van de techniek minimaal gehouden door de deur te verstevigen. Echter, het verstevigen van de deur 8 maakt de deur zwaarder en duurder.
Figuur 2B toont een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de stand van de techniek, waarbij de spleet tussen de deur 8 en de aanslagbalk 5 noemenswaardig kleiner is. Deze spleet S2 is kleiner omdat het slot centraal geplaatst is op de deur 8. Hierdoor zal de kracht F2, die via het slot op de deur 8 aangrijpt, ook centraal aangrijpen aan de deur. Door de spankracht van het zeil die in de figuur weergegeven is met kracht Fl, zal de deur 8 nog steeds opengetrokken worden. Echter, door de centrale plaatsing van het slot, is de spleet S2 die ontstaat relatief beperkt. Een belangrijk nadeel van het plaatsen van een slot in het midden van de deur 8, op hoogte H2, is dat een slot op deze hoogte niet comfortabel toegankelijk is voor een gebruiker 9. Namelijk in een conventionele trailer voor een vrachtwagen, zal deze hoogte H2 meer dan twee meter bedragen. Het bedienen van een slot op meer dan twee meter hoogte is niet comfortabel voor een operator.
Figuren 2A en 2B tonen extreme voorbeelden, waarbij het slot ofwel volledig centraal ofwel volledig onderaan de deur 8 geplaatst zijn. Echter, vele systemen uit de stand van de techniek zullen een compromis bevatten tussen deze twee extremen. Uit de praktijk blijkt dat dergelijke compromissen de hierboven beschreven nadelen nooit kunnen wegwerken.
Figuur 2C toont een ophangsysteem voor een zeil, waarbij het zeil afgesloten is volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, die hieronder meer in detail beschreven zal worden. Deze figuur toont de opbouw en de effecten van de uitvinding. De figuur toont hoe de deur 8 verbonden is met de aanslagbalk 5 via een sluitelement 11 dat zich uitstrekt over een noemenswaardige hoogte van de deur 8. De figuur toont de trekkracht die het zeil uitoefent op de deur 8 via de pijlen Fl. Verder toont de figuur de sluitkracht die via het sluitelement aangrijpt op de deur 8 via pijlen F3. Deze figuur illustreert hoe de sluitkracht F3 uitgespreid wordt over ten minste een gedeelte van de deur, waardoor geen puntkracht meer aangrijpt aan de deur ter afsluiting van de deur (zoals in de figuren 2A en 2B) . Daarbij wordt het sluitelement bediend door een handvat 10 dat op een hoogte H3, in een onderste zone van de deur 8 geplaatst is. Dit handvat is goed toegankelijk en bedienbaar door een gebruiker 9. Verder toont de figuur dat de trekkracht F1 van het zeil de deur 8 nauwelijks kan wegtrekken van de aanslagbalk 5, omdat deze trekkracht F1 over een grote hoogte door een sluitkracht F3 tegengewerkt wordt. Hierdoor ontstaat geen of nauwelijks een spleet S3 tussen de deur 8 en de aanslagbalk 5. Figuur 2C toont daarmee hoe de uitvinding een goed sluiting van deur 8 tegen aanslagbalk 5 weet te bekomen zonder daarbij aan gebruiksgemak voor een operator 9 in te boeten. Namelijk het handvat 10 is op geringere hoogte (in een onderste zone van de deur 8) geplaatst, en dus gemakkelijk (en comfortabel) toegankelij k.
Figuur 3 toont meer in detail een uitvoeringsvorm van een opbouw van een sluitsysteem volgens de uitvinding. Figuur 3 toont een bovenste geleidingsbalk 3 en een onderste geleidingsbalk 4 die parallel tot tegen een aanslagbalk 5 lopen. Daarbij kunnen de geleidingsbalken 3 en 4 uit geëxtrudeerde profielen gevormd zijn, alsook kan de aanslagbalk 5 uit één of meerdere geëxtrudeerde profielen gevormd zijn. De geleidingsbalk 3, en bij voorkeur ook de geleidingsbalk 4 zijn voorzien voor het geleiden van een zeil (niet weergegeven op de figuur 3), welk zeil verbonden is met een deurelement 8 aan een opstaande rand van het zeil. Via deurelement 8 wordt het zeil aan zijn rand op zijn plaats gehouden, en kan het zeil bediend worden (geopend en gesloten) . De deur 8 is hierdoor voorzien ' van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het zeil aan de deur 8 (zoals een klemmechanisme, een groef waar een eind van het zeil in geschoven kan worden, een schroef systeem voor het vastschroeven van het zeil, of andere bevestigingstechnieken). De deur 8 is verder voorzien van middelen voor het openen en sluiten van het zeil 7 zoals een handvat, een slotmechanisme, eventueel een remmechanisme, enz.
Figuur 3 toont een deur 8 die voorzien is van een sluitprofiel 11 dat zich uitstrekt over driekwart van de hoogte van de deur 8. Volgens de uitvinding strekt het sluitprofiel zich uit over minstens één kwart van de hoogte van de deur 8, bij voorkeur over minstens de helft van de hoogte van de deur 8, en meer bij voorkeur over minstens tweederde van de hoogte van de deur 8. Daarbij zal duidelijk zijn dat hoe groter de hoogte waarover het sluitprofiel 1 zich uitstrekt, hoe breder de sluitkracht (weergegeven in figuur 2C met pijlen F3) zich uitstrekken over de hoogte van de deur 8. Het sluitprofiel 11 is op minstens twee plaatsen 15, 16, bij voorkeur op drie plaatsen 15, 16, 17, verbonden met de deur. Daarbij zijn twee van de drie plaatsen 15, 16 respectievelijk gelegen ter plaatse van een onderste zone en een bovenste zone van het sluitprofiel 11. Op die manier worden de krachten voor het sluiten van het zeil en de deur 8 maximaal gespreid over de hoogte van de deur 8.
Het sluitprofiel 11 bevat een uitsteeksel 13, zoals een lip, (weergegeven in figuren 4 en 5) dat voorzien is om in te grijpen in een groef 12 in de aanslagbalk 5. Daarbij kan de lip 13 gevormd zijn als een haakdeel, zoals weergeven in figuur 4 en 5, om niet enkel in de groef te glijden, maar via het haakdeel achter een rand van de groef te haken zodanig dat ongewild loskomen van de lip 13 uit de groef 12 vermeden kan worden. Echter, het zal duidelijk zijn dat andere manieren om ongewenst loskomen van het sluitprofiel te voorkomen eveneens kunnen toegepast worden.
Het sluitprofiel 11 is verbonden met de deur 8 via scharnieren 18. Deze scharnieren 18 laten toe dat het sluitprofiel geroteerd wordt om zo de lip 13 van het sluitprofiel 11 in en uit de groef 12 van de aanslagbalk 5 te bewegen. Daarmee kan het sluitprofiel 11 vastgezet en losgemaakt worden van de aanslagbalk 5.
In de voorkeursuitvoeringsvorm zoals weergegeven in de figuren 3, 4 en 5, bevat de deur een as 20 die zich uitstrekt over nagenoeg de volledige lengte van de deur 8, en die bedienbaar is via een handvat 10 dat zich aan een onderste zone van de deur bevindt. Deze as 20 is voorzien van uitsteeksels 19, waarop de scharnieren 18 die hierboven beschreven zijn geplaatst zijn. Deze specifieke opbouw zorgt voor een bijkomend effect, namelijk dat bij het sluiten van het deurelement 8 tegen de aanslagbalk 5, het deurelement 8 tegen de aanslagbalk 5 aangetrokken wordt. Dit systeem voorziet daarmee in een aanspanmechanisme dat technisch zeer eenvoudig en robuust is. De werking hiervan zal meer in detail besproken worden aan de hand van figuur 4 en 5, die beiden een doorsnede zijn van het sluitsysteem zoals weergegeven in figuur 3 volgens doorsnedelijn AA.
Figuur 4 toont een doorsnede van het sluitsysteem in een gesloten positie. Figuur 5 toont een doorsnede van een zelfde sluitsysteem in een semi-open positie. Zo is de afstand tussen het deurelement 8 en de aanslagbalk 5 in figuur 4 noemenswaardig kleiner dan de afstand 22 tussen deurelement 8 en aanslagbalk 5 in figuur 5. Wanneer een gebruiker van het ophangsysteem het zeil wil sluiten, zal de gebruiker de deur 8 bewegen richting de aanslagbalk 5. Daarbij zal duidelijk zijn dat, naarmate het deurelement 8 zijn eindpositie (positie tegen de aanslagbalk) bereikt, de spankracht op het zeil groter wordt. Daarom zal het voor een gebruiker niet eenvoudig zijn om het deurelement 8 tot tegen de aanslagbalk 5 te brengen. Echter de gebruiker kan de deur 8 typisch wel eenvoudig tot in de buurt van de aanslagbalk brengen. Daarbij wordt in de buurt van de aanslagbalk begrepen als in de nabijheid van de aanslagbalk 5, of als tot op een afstand 22 die kleiner is dan 15 cm, bij voorkeur kleiner dan 10 cm. In deze positie kan, zoals getoond in figuur 5, het handvat 10 open gedraaid worden, waardoor het sluitprofiel (naast een rotatiebeweging) een translatiebeweging maakt richting de aanslagbalk 5. Door deze translatiebeweging die een gevolg is van het scharnier 18 dat op een uitsteeksel 19 van de as 20 geplaatst is, kan de afstand 22 overbrugd worden, en kan het sluitprofiel 11 in de groef 12 van de aanslagbalk 5 grijpen. Deze positie is weergegeven in figuur 5. In een volgende stap kan een gebruiker het handvat roteren in richting 23, waarna het deurelement 8 zich dichttrekt tegen de aanslagbalk 5 via de krachten 24 en 25. Op die manier kan een gebruiker op een eenvoudige wijze het deurelement 8 sluiten tegen de aanslagbalk 5.
Bij voorkeur is het sluitprofiel 11 verbonden met de scharnieren 18 via een bevestigingsarm 21. De bevestigingsarm is bij voorkeur zodanig gevormd, in de weergegeven figuren via een knik, dat in de gesloten positie (zoals weergegeven in figuur 4) het scharnier 18 achter het vlak ligt dat gevormd wordt door enerzijds het aangrijpen tussen lip 13 en groef 12 en anderzijds de as 20. Hierdoor wordt een zogenaamde over-center-sluiting verkregen waarbij de spankracht van het zeil de sluitwerking versterkt. Namelijk deze spankracht van het zeil zal in de configuratie zoals weergegeven in figuur 4 het uitsteeksel 19 en de as 20 in tegenklokwijzerzin forceren (hetgeen niet mogelijk is omdat de rotatie in deze richting verhinderd wordt door de deur 8) . Echter om het slot te openen is een rotatie van de uitsteeksels 19 en de as 20 in wijzerzin nodig (om in de positie zoals weergegeven in figuur 5 te komen) . In de open positie van het slotmechanisme, zoals weergegeven in figuur 5, bevindt scharnier 18 zich voor het vlak dat gevormd wordt door aangrijppunt van lip 13 en groef 12 enerzijds, en as 20 anderzijds. Bij het sluiten wordt het scharnier 18 verplaatst doorheen dit vlak naar een positie achter het vlak en zo "over zijn centerpunt" geduwd. Hiermee wordt verhinderd dat het slot ongewild open gaat.
Figuren 3, 4 en 5 tonen een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, en het zal duidelijk zijn voor de vakman dat andere uitvoeringsvormen bedacht kunnen worden. Zo kan een sluitprofiel 11 verbonden worden met een deurelement 8 via een scharnier dat enkel beweging van het sluitprofiel 11 toelaat in de richting 14 (weergegeven in figuur 4) . In een dergelijke configuratie is ofwel geen aanspanmechanisme voorzien, ofwel kan een alternatief aanspanmechanisme voorzien worden waarbij bijvoorbeeld de lengte van de bevestigingsarmen 21 bijgesteld kunnen worden, nadat de lip 13 in de groef 12 ingrijpt. Verder toont figuur 3 een opstelling waarbij sluitprofiel 11 via drie bevestigingsarmen 21 met deurelement 8 verbonden is, echter een uitvoeringsvorm waarbij het sluitprofiel 11 slechts via twee bevestigingsarmen 21 verbonden is met het deurelement is eveneens mogelijk. Zelfs een uitvoeringsvorm waarbij één scharnier dat zich over een noemenswaardige hoogte uitstrekt (waarbij noemenswaardig geïnterpreteerd wordt als ten minste een kwart van de hoogte van het deurelement 8), gebruikt wordt om het sluitprofiel 11 met het deurelement 8 te verbinden, is mogelijk. In de uitvoeringsvorm van figuren 3, 4 en 5 is het handvat 10 verbonden met de as 20. Echter het zal duidelijk zijn dat uitvoeringsvormen waarbij een handvat rechtstreeks met het sluitprofiel 11 verbonden is, bij voorkeur aan een onderzijde daarvan zodat het voor een gebruiker gemakkelijk toegankelijk is, eveneens mogelijk is.
Op basis van de beschrijving hierboven, de figuren en de mogelijke alternatieven die in de tekst vermeld zijn, zal de vakman begrijpen dat verschillende mogelijke configuraties en uitvoeringsvormen bedacht kunnen worden om het deurelement 8 te sluiten tegen een aanslagbalk 5 volgens de uitvinding. De beschrijving en voorbeelden die hierboven gegeven zijn, zullen daarbij niet beperkend zijn voor de uitvinding, die gedefinieerd wordt in de conclusies.

Claims (12)

  1. Conclusies
    1. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte, welke laadruimte ten minste één liggende geleidingsbalk bevat voor het geleiden van het zeil en ten minste één opstaande aanslagbalk bevat, waarbij het systeem een deurelement bevat dat voorzien is om het zeil aan te bevestigen, welk deurelement aan een onder- en/of bovenzijde geleidingsmiddelen bevat die complementair zijn met de ten minste één geleidingsbalk zodanig dat het deurelement langs de geleidingsbalk beweegbaar is, en welk deurelement een kopzijde bevat die complementair is met de aanslagbalk zodat de zijwand afsluitbaar is door de kopzijde tegen de aanslagbalk te drukken, waarbij het deurelement een slotmechanisme bevat dat complementair is met de aanslagbalk, voor het vergrendelen van het deurelement in de afgesloten positie, met het kenmerk dat de aanslagbalk een groef vertoont en dat het slotmechanisme een sluitprofiel bevat dat zich uitstrekt langs ten minste één kwart van de hoogte van het deurelement, welk sluitprofiel op ten minste twee plaatsen roteerbaar verbonden is met het deurelement, waarbij het sluitprofiel verder voorzien is van een lip die voorzien is om in de groef te grijpen door rotatie van het sluitprofiel, om zo het deurelement tegen de aanslagbalk te vergrendelen.
  2. 2. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens conclusie 1, waarbij het sluitprofiel een bovenste en een onderste zone vertoont, en verbonden is met het deurelement ter plaatse van zowel de bovenste als de onderste zone.
  3. 3. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens conclusie 1 of 2, waarbij het sluitprofiel verbonden is met het deurelement via een as die zich parallel uitstrekt aan het sluitprofiel, welke as verbonden is met het deurelement ter plaatse van een bovenzijde en een onderzijde van de as.
  4. 4. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het slotmechanisme verder een handvat bevat voor het roteren van het sluitprofiel.
  5. 5. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens conclusie 3 en 4, waarbij het handvat verbonden is met een onderste zone van de as zodanig dat het handvat bedienbaar is voor een operator die op de grond staat.
  6. 6. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het slotmechanisme verder aanspanmiddelen bevat voor het aanspannen van het deurelement tegen de aanslagbalk.
  7. 7. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens conclusie 6 en conclusie 3, waarbij de aanspanmiddelen geplaatst zijn tussen de as en de lip van het sluitprofiel.
  8. 8. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens conclusie 7, waarbij het sluitprofiel via scharnieren verbonden is met uitsteeksels op de as zodat een hefboomwerking bekomen wordt bij het roteren van de as zodat het deurelement tegen de aanslagbalk aanspanbaar is.
  9. 9. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens conclusie 8, waarbij de uitsteeksels zodanig georiënteerd zijn dat in de gesloten positie van het slotmechanisme de uitsteeksels zich vanaf de as uitstrekken in een richting weg van de groef.
  10. 10. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens conclusie 7, waarbij het sluitprofiel zich uitstrekt over ten minste één derde van de hoogte van het deurelement.
  11. 11. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens conclusie 7, waarbij het sluitprofiel zich uitstrekt over ten minste de helft van de hoogte van het deurelement.
  12. 12. Deurelement voor toepassing in een systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte volgens één van de voorgaande conclusies, bevattende een slotmechanisme dat een sluitprofiel bevat dat zich uitstrekt langs ten minste één kwart van de hoogte van het deurelement, welk sluitprofiel op ten minste twee plaatsen roteerbaar verbonden is met het deurelement, waarbij het sluitprofiel verder voorzien is van een lip die voorzien is om in een groef te grijpen door rotatie van het sluitprofiel, om zo het deurelement tegen een aanslagbalk te vergrendelen.
BE2013/0399A 2013-06-07 2013-06-07 Slotmechanisme BE1021894B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0399A BE1021894B1 (nl) 2013-06-07 2013-06-07 Slotmechanisme

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0399A BE1021894B1 (nl) 2013-06-07 2013-06-07 Slotmechanisme

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021894B1 true BE1021894B1 (nl) 2016-01-25

Family

ID=49035221

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0399A BE1021894B1 (nl) 2013-06-07 2013-06-07 Slotmechanisme

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021894B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3281177A (en) * 1964-10-14 1966-10-25 Strick Corp Locking mechanism for trailer side door
FR2782039A1 (fr) * 1998-08-10 2000-02-11 Pommier & Cie Agencement de tension de bache pour vehicule tel qu'une remorque,semi-remorque ou pour un porteur
DE102004045908A1 (de) * 2004-09-20 2006-03-30 Edscha Lkw-Schiebeverdecke Gmbh Spanneinrichtung
EP1714814A2 (en) * 2005-04-19 2006-10-25 Mecadetol, S.A. Folding closure for cargo containers

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3281177A (en) * 1964-10-14 1966-10-25 Strick Corp Locking mechanism for trailer side door
FR2782039A1 (fr) * 1998-08-10 2000-02-11 Pommier & Cie Agencement de tension de bache pour vehicule tel qu'une remorque,semi-remorque ou pour un porteur
DE102004045908A1 (de) * 2004-09-20 2006-03-30 Edscha Lkw-Schiebeverdecke Gmbh Spanneinrichtung
EP1714814A2 (en) * 2005-04-19 2006-10-25 Mecadetol, S.A. Folding closure for cargo containers

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11235921B2 (en) Collapsible intermodal container
US9333991B2 (en) Sliding curtain wall system
EP0159206B1 (fr) Portes d'accès latérales de carrosseries de véhicules, conteneurs, et caisses mobiles
BE1021894B1 (nl) Slotmechanisme
US20190337457A1 (en) Cargo drawer for a pickup truck
US600898A (en) End-gate for wagons
US11161686B2 (en) Collapsible intermodal container and a collapsible intermodal container assembly
US6802552B2 (en) Vehicle end gate assembly
DE102008019162B4 (de) Fahrzeugaufbau
RU183701U1 (ru) Зачистной люк кузова полувагона
US20110175390A1 (en) Retractable Tarp System with Automated Opening/Closing Mechanism
US20090026737A1 (en) Heavy duty lock hinge gate
BE1021466B1 (nl) Deur.
BE1026606B1 (nl) Hybride ophanging zeil
BE1021988B1 (nl) Sluitsysteem
US1863524A (en) Toggle fastening appliance for doors
BE1027081B1 (nl) Opstaande versteviging
NL9402227A (nl) Verrijdbare afvalcontainer.
US6226924B1 (en) Sealing rail car door
EP3383730A1 (en) Sub-frame for a structure of a vehicle
BE1019739A3 (nl) Constructie voor een schuifdak, schuifdaksysteem, loopgedeelte voor een schuifdak, vrachtwagen met schuifdaksysteem, schuifzeiltrailer met een schuifdaksysteem
NL1029061C2 (nl) Inrichting voor het bevestigen van lading op een laadvlak.
GB2536330A (en) Vehicle with removable flap
GB2427645A (en) Ladder with integral door stop for accessing rear opening of vehicle.
AU2015342737B2 (en) Trailer or utility vehicle modular top