BE1021894B1

BE1021894B1 - FINAL MECHANISM

Info

Publication number: BE1021894B1
Application number: BE2013/0399A
Authority: BE
Inventors: Erik Ronny Felix Rogiers
Original assignee: Versus-Invest Bvba
Priority date: 2013-06-07
Filing date: 2013-06-07
Publication date: 2016-01-25

Abstract

Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een laadruimte, welke laadruimte ten minste één opstaande aanslagbalk bevat, waarbij het systeem een deurelement bevat dat voorzien is om het zeil aan te bevestigen en welk deurelement een kopzijde bevat die complementair is met de aanslagbalk waarbij het deurelement een slotmechanisme bevat voor het vergrendelen van het deurelement in de afgesloten positie, waarbij de aanslagbalk een groef vertoont en dat het slotmechanisme een sluitprofiel bevat dat verbonden is met het deurelement, waarbij het sluitprofiel voorzien is van een lip die in de groef grijpt door rotatie van het sluitprofiel.System for attaching a tarpaulin to close off a cargo space, which cargo space comprises at least one upright stop beam, the system comprising a door element which is provided for fixing the tarpaulin to and which door element comprises an end side that is complementary to the stop beam, whereby the door element includes a lock mechanism for locking the door element in the closed position, the stop bar having a groove and the lock mechanism including a closing profile connected to the door element, the closing profile having a lip that engages the groove through rotation of the closing profile.

Description

SlotmechanismeLock mechanism

De uitvinding heeft betrekking op een ophangsysteem voor een zeil ter afsluiting van een laadruimte. Zulke ophangsystemen bevatten typisch een draagbalk voorzien van rails waar wagentjes met wieltjes in kunnen rollen. Aan deze wagentjes wordt het zeil opgehangen.The invention relates to a suspension system for a sail for closing a loading space. Such suspension systems typically include a support beam provided with rails into which trolleys with wheels can roll. The sail is hung on these trolleys.

Laadruimtes, omsloten door laadbakken, in het bijzonder mobiele laadbakken die zich op vrachtwagens en/of treinen bevinden, moeten voldoen aan vooraf bepaalde maximale buitenafmetingen. Deze buitenafmetingen worden vaak door de wetgever opgelegd. Door deze vastgelegde maximale afmetingen wordt de laadruimte, die de effectief beschikbare ruimte binnen in de laadbak is, beperkt. Vaak worden zijkanten van zulke laadruimtes afgesloten met een zeil dat openschuifbaar is om zo via de betreffende zijkant toegang tot de laadruimte te verschaffen. Om maximale laadruimte te bekomen, wordt het zeil op een uiterste perifere rand van de laadbak bevestigd.Loading spaces enclosed by containers, in particular mobile containers located on trucks and / or trains, must meet predetermined maximum external dimensions. These external dimensions are often imposed by the legislator. These fixed maximum dimensions limit the loading space, which is the space actually available within the loading container. The sides of such loading spaces are often closed with a sail that can be slid open in order to provide access to the loading space via the relevant side. To achieve maximum loading space, the sail is attached to an extreme peripheral edge of the loading platform.

Het zeil wordt typisch opgehangen aan wagentjes die kunnen rollen over loopvlakken in rails die zich in een draagbalk bevinden. De draagbalk wordt daarom ook geleidingsbalk genoemd. De wagentjes dragen het zeil en worden zelf gedragen door de draagbalk. De wagentjes laten toe het zeil open te schuiven door de wagentjes over de rails naar één eind van de draagbalk te rollen in de langsrichting van de draagbalk. Het zeil is typisch rechthoekig en vertoont, in een opgehangen positie, een bovenste rand, een onderste rand, en twee opstaande zijranden. Ter plaatse van de bovenste rand is het zeil aan de wagentjes bevestigd die in de draagbalk rollen, zodat het zeil opgehangen is. Ter plaatse van de onderste rand kan het zeil eveneens aan wagentjes bevestigd worden die in een verdere draagbalk ter plaatse van de onderste rand rollen, om zo het zeil aan de onderzijde te geleiden. Door het zeil te geleiden, wordt de laadruimte aan de onderzijde afgesloten door het zeil. Alternatief kan het zeil, wanneer het ter plaatse van de onderste rand niet door wagentjes geleid wordt, van afsluitelementen voorzien zijn, zoals gespen, waarmee het zeil ter plaatse van de onderste rand afgesloten kan worden. Ter plaatse van de opstaande zijranden zijn bij voorkeur verstevigingselementen voorzien aan het zeil, welke verstevigingselementen geleid worden via de geleidingsbalk van de laadruimte, en welke verstevigingselementen slotmechanismen bevatten voor het afsluiten van het zeil tegen een opstaande aanslagbalk van de laadruimte. Dit verstevigingselement dat ter plaatse van een opstaande rand van het zeil bevestigd is, wordt in het vak een deurelement genoemd. Het deurelement is voorzien om het zeil op zijn plaats te houden in de afgesloten positie.The sail is typically hung on trolleys that can roll over treads in rails that are located in a support beam. The bearing beam is therefore also called guide beam. The trolleys carry the sail and are themselves carried by the support beam. The trolleys allow the sail to be opened by rolling the trolleys over the rails to one end of the support beam in the longitudinal direction of the support beam. The sail is typically rectangular and, in a hung position, has an upper edge, a lower edge, and two upright side edges. At the location of the upper edge, the sail is attached to the trolleys that roll into the support beam, so that the sail is suspended. At the location of the lower edge, the tarpaulin can also be attached to trolleys which roll into a further supporting beam at the location of the lower edge, so as to guide the tarpaulin at the bottom. By guiding the sail, the cargo space at the bottom is closed off by the sail. Alternatively, if it is not guided by trolleys at the location of the lower edge, the sail can be provided with closing elements, such as buckles, with which the sail can be closed at the location of the lower edge. At the location of the upstanding side edges, reinforcement elements are preferably provided on the sail, which reinforcement elements are guided via the guide beam of the loading space, and which reinforcement elements contain locking mechanisms for closing the sail against an upright stop beam of the loading space. This reinforcement element, which is fixed at the location of an upright edge of the sail, is referred to in the box as a door element. The door element is provided to hold the sail in place in the closed position.

In de afgelopen jaren is ladingszekerheid meer en meer belangrijk geworden. Ladingszekerheid is een begrip dat de manier van vasthouden van goederen in een laadruimte definieert. Correct toepassen van ladingszekerheidsregels minimaliseert de kans op verlies van lading tijdens een manoeuvre. Ladingszekerheid vereiste vroeger dat goederen op een trailer die door een zeil afgesloten werd, vastgemaakt werden op het chassis of de bodemplaat van de trailer. Hierdoor konden goederen bij het maken van een manoeuvre op hun plaats gehouden worden. Recente regels met betrekking tot ladingszekerheid laten toe om goederen los te plaatsen in de trailer wanneer het zeil en het ophangsysteem van het zeil aan vooraf bepaalde sterktenormen voldoet. Het vastzetten van ladingen op een chassis of bodemplaat is arbeidsintensief, waardoor de laatste jaren veel interesse is voor ophangsystemen die aan de vooraf bepaalde sterktenormen voldoen.In the past few years, load security has become more and more important. Security of cargo is a concept that defines the way of holding goods in a cargo space. Applying load security rules correctly minimizes the chance of load loss during a maneuver. Security of loading used to require that goods on a trailer that was closed by a sail were attached to the chassis or the bottom plate of the trailer. This allowed goods to be held in place when making a maneuver. Recent rules with regard to load securing allow goods to be placed separately in the trailer when the sail and the sail's suspension system meet predetermined strength standards. Securing loads on a chassis or base plate is labor-intensive, so that in recent years there has been a great deal of interest in suspension systems that meet the predetermined strength standards.

Om aan de vooraf bepaalde sterktenormen te voldoen wordt het zeil, in de lengterichting van de laadruimte, opgespannen. Dit wil zeggen dat het zeil, dat aan zijn zijkanten van een deurelement voorzien is, de neiging heeft om dit deurelement open te trekken (weg van de aanslagbalk van de laadruimte). Als gevolg zal het deurelement typisch zwaar gebouwd moeten worden om buiging door de trekkracht van het zeil tegen te gaan, hetgeen duur is. Verder wordt, om de effecten van buiging van het deurelement te minimaliseren, het slot dat het deurelement tegen de aanslagbalk vergrendelt zo centraal mogelijk geplaatst. Echter in een centrale positie staat dit slot op een hoogte die door een operator van de laadruimte niet gemakkelijk toegankelijk is (op meer dan 2 meter hoogte). Verder zijn er systemen bekend die op twee plaatsen het deurelement tegen de aanslagbalk vergrendelen, echter deze systemen zijn complex en daarom zeer duur.In order to meet the predetermined strength standards, the sail is tensioned in the longitudinal direction of the loading space. This means that the sail, which is provided with a door element on its sides, tends to pull this door element open (away from the stop beam of the loading space). As a result, the door element will typically have to be built heavy to prevent bending by the tension of the sail, which is expensive. Furthermore, to minimize the effects of bending the door element, the lock that locks the door element against the stop bar is placed as centrally as possible. However, in a central position this lock is at a height that is not easily accessible by an operator of the loading space (at more than 2 meters height). Furthermore, systems are known that lock the door element against the stop bar at two places, however, these systems are complex and therefore very expensive.

Het is een doel van de uitvinding om een systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een laadruimte te voorzien, waarbij de laadruimte efficiënt afgesloten kan worden via een eenvoudig systeem.It is an object of the invention to provide a system for attaching a sail for closing a loading space, wherein the loading space can be efficiently closed via a simple system.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijwand van een laadruimte, welke laadruimte ten minste één liggende geleidingsbalk bevat voor het geleiden van het zeil en ten minste één opstaande aanslagbalk bevat, waarbij het systeem een deurelement bevat dat voorzien is om het zeil aan te bevestigen, welk deurelement aan een onder- en/of bovenzijde geleidingsmiddelen bevat die complementair zijn met de ten minste één geleidingsbalk zodanig dat het deurelement langs de geleidingsbalk beweegbaar is, en welk deurelement een kopzijde bevat die complementair is met de aanslagbalk zodat de zijwand afsluitbaar is door de kopzijde tegen de aanslagbalk te drukken, waarbij het deurelement een slotmechanisme bevat dat complementair is met de aanslagbalk, voor het vergrendelen van het deurelement in de afgesloten positie, met het kenmerk dat de aanslagbalk een groef vertoont en dat het slotmechanisme een sluitprofiel bevat dat zich uitstrekt langs ten minste één kwart van de hoogte van het deurelement, welk sluitprofiel op ten minste twee plaatsen roteerbaar verbonden is met het deurelement, waarbij het sluitprofiel verder voorzien is van een lip die voorzien is om in de groef te grijpen door rotatie van het sluitprofiel, om zo het deurelement tegen de aanslagbalk te vergrendelen.To this end, the invention provides a system for attaching a sail for closing a side wall of a loading space, which loading space comprises at least one horizontal guide beam for guiding the sail and at least one upright stop beam, the system comprising a door element which is provided for mounting the sail, which door element has guide means on a lower and / or upper side which are complementary to the at least one guide beam such that the door element is movable along the guide beam, and which door element has an end face which is complementary with the stop bar so that the side wall can be closed by pressing the end side against the stop bar, the door element comprising a lock mechanism complementary to the stop bar, for locking the door element in the closed position, characterized in that the stop bar has a groove and that the lock mechanism contains a closing profile that extends extends along at least one quarter of the height of the door element, which closing profile is rotatably connected at at least two places to the door element, wherein the closing profile is further provided with a lip which is provided for gripping the groove by rotation of the closing profile , in order to lock the door element against the stop bar.

Het sluitprofiel heeft een lip die kan ingrijpen in een groef van de aanslagbalk. Daardoor wordt de relatieve positie van de aanslagbalk ten opzichte van het sluitprofiel vastgezet. Het sluitprofiel is verbonden met de deur op ten minste twee plaatsen, zodanig dat ten minste op deze twee plaatsen ook de positie van het deurelement ten opzichte van de aanslagbalk vastgezet wordt wanneer de lip in de groef grijpt. Hierdoor wordt het deurelement tegen de aanslagbalk vergrendeld. Doordat het sluitprofiel een noemenswaardige hoogte heeft (minimum één kwart van de hoogte van de deur) , en omdat het sluitprofiel op ten minste twee plaatsen verbonden is met het deurelement, is het deurelement over een noemenswaardige afstand (hoogte) tegen de aanslagbalk vergrendeld. Dit in tegenstelling tot conventionele sloten die het deurelement ten opzichte van de aanslagbalk kunnen vergrendelen op één punt. Een verder voordeel van een gebruik van een sluitprofiel, is dat een profiel een extra weerstand tegen buiging geeft. Hierdoor zal het deurelement met het sluitprofiel een sterkere weerstand vertonen tegen doorbuiging als gevolg van de spankracht van het zeil. Een verder voordeel van de uitvinding is de eenvoud van een verbinding waarbij een lip in een groef grijpt. Een dergelijke sluiting vergt weinig of geen complexe en/of bewegende onderdelen (in tegenstelling tot conventionele sloten).The closing profile has a lip that can engage in a groove of the stop bar. This fixes the relative position of the stop bar with respect to the closing profile. The closing profile is connected to the door at at least two places, such that at least at these two places also the position of the door element relative to the stop bar is fixed when the lip engages in the groove. This locks the door element against the stop bar. Because the closing profile has a significant height (at least one quarter of the height of the door), and because the closing profile is connected to the door element in at least two places, the door element is locked against the stop bar over a significant distance (height). This is in contrast to conventional locks that can lock the door element at one point relative to the stop beam. A further advantage of using a closing profile is that a profile gives an extra resistance to bending. As a result, the door element with the closing profile will exhibit a stronger resistance to bending as a result of the tension of the sail. A further advantage of the invention is the simplicity of a connection where a lip engages in a groove. Such a closure requires little or no complex and / or moving parts (in contrast to conventional locks).

Bij voorkeur vertoont het sluitprofiel een bovenste en een onderste zone, en is het verbonden met het deurelement ter plaatse van zowel de bovenste als de onderste zone. Door het sluitprofiel te verbinden met het deurelement ter plaatse van zijn bovenste en onderste zone, wordt een maximale verdeling van de kracht bekomen om het deurelement gesloten te houden (het zeil trekt, door zijn spanning, het deurelement weg van de aanslagbalk, en deze kracht wordt gecompenseerd door het slotmechanisme). Door het spreiden van de kracht over de volledige hoogte van het sluitprofiel, wordt ook doorbuiging van het deurelement verder geminimaliseerd.The closing profile preferably has an upper and a lower zone, and is connected to the door element at the location of both the upper and the lower zone. By connecting the closing profile to the door element at the location of its upper and lower zone, a maximum distribution of the force is obtained to keep the door element closed (due to its tension, the sail pulls the door element away from the stop beam, and this force is compensated by the lock mechanism). By spreading the force over the full height of the closing profile, bending of the door element is also further minimized.

Bij voorkeur is het sluitprofiel verbonden met het deurelement via een as die zich parallel uitstrekt aan het sluitprofiel en welke as verbonden is met het deurelement ter plaatse van een bovenzijde en een onderzijde van de as. Een as laat toe op een eenvoudige wijze om het sluitprofiel te roteren ten opzichte van het deurelement. Daarbij kan de as verder voorzien worden van een handvat voor het roteren van het sluitprofiel. Alternatief kan het handvat ook bevestigd worden aan het sluitprofiel zelf.The closing profile is preferably connected to the door element via a shaft that extends parallel to the closing profile and which shaft is connected to the door element at the top and bottom of the shaft. A shaft makes it possible to rotate the closing profile relative to the door element in a simple manner. The shaft can further be provided with a handle for rotating the closing profile. Alternatively, the handle can also be attached to the closing profile itself.

Bij voorkeur is het handvat verbonden met een onderste zone van de as zodanig dat het handvat bedienbaar is voor een operator die op de grond staat. Een laadruimte, in het bijzonder een mobiele laadruimte zoals een trailer van een vrachtwagen, staat typisch op een hoogte (omdat ze gemonteerd zijn op een chassis) . Van op deze hoogte strekt de laadruimte zich opwaarts uit tot een hoogte van ongeveer vier meter (voor trailers van vrachtwagens) . Wanneer het handvat zich in het midden van de laadruimte zou bevinden, zou dit op meer dan twee meter hoogte staan, en dus moeilijk toegankelijk zijn voor een operator. Door het handvat in een onderste zone te voorzien, wordt het gemakkelijker hanteerbaar voor de operator. Omdat het handvat geplaatst is op een as die zich opwaarts uitstrekt parallel aan het sluitprofiel, kan via een relatief laag geplaatst handvat (in de onderste zone), toch een relatief hoog geplaatst slotmechanisme (omdat het sluitprofiel en de as zich opwaarts uitstrekken) gehanteerd worden.Preferably, the handle is connected to a lower zone of the shaft such that the handle is operable by an operator standing on the ground. A cargo space, in particular a mobile cargo space such as a trailer of a truck, is typically at a height (because they are mounted on a chassis). From this height, the loading space extends up to a height of approximately four meters (for trailers of trucks). If the handle were in the middle of the cargo space, it would be more than two meters high, and therefore difficult for an operator to access. By providing the handle in a lower zone, it becomes easier for the operator to handle. Because the handle is placed on an axis that extends upwards parallel to the closing profile, a relatively low-positioned handle (in the lower zone) can still handle a relatively high positioned locking mechanism (because the closing profile and the axis extend upwards) .

Bij voorkeur bevat het slotmechanisme verder aanspanmiddelen voor het aanspannen van het deurelement tegen de aanslagbalk. Door het voorzien van aanspanmiddelen, wordt afsluiten van het zeil door een operator gemakkelijk gemaakt. Zonder aanspanmiddelen zou een operator het zeil dicht moeten trekken tot in een sluitpositie van de deur, waarin de lip van het sluitprofiel in de groef kan aangrijpen. Door de aanspanmiddelen, moet een operator het deurelement niet meer exact tot in deze sluitpositie brengen, maar zal een positie in de buurt van (nabij) deze sluitpositie voldoende zijn om de lip in de groef te brengen. De aanspanmiddelen kunnen vervolgens gebruikt worden om het deurelement dicht te trekken tegen de aanslagbalk (tot de sluitpositie bereikt wordt).The lock mechanism preferably further comprises tensioning means for tensioning the door element against the stop bar. By providing tensioning means, closing the sail is made easy by an operator. Without tensioning means, an operator would have to close the tarpaulin to a closing position of the door, in which the lip of the closing profile can engage in the groove. Due to the tensioning means, an operator no longer has to bring the door element exactly into this closing position, but a position near (near) this closing position will be sufficient to bring the lip into the groove. The tensioning means can then be used to close the door element against the stop bar (until the closing position is reached).

Bij voorkeur zijn de aanslagmiddelen geplaatst tussen de as en de lip van het sluitprofiel. Hierdoor kan de as die verbonden is met het deurelement, dichtgetrokken worden naar de aanslagbalk.The stop means are preferably placed between the shaft and the lip of the closing profile. This allows the shaft that is connected to the door element to be pulled close to the stop bar.

Bij voorkeur is het sluitprofiel via scharnieren verbonden met uitsteeksels op de as zodat een hefboomwerking bekomen wordt bij het roteren van de as zodat het deurelement tegen de aanslagbalk aanspanbaar is. Door de uitsteeksels, zal de rotatie-as van de as op een afstand liggen van de rotatie-as van de scharnieren. Door het sluitprofiel te verbinden met uitsteeksels op de as, maakt het sluitprofiel bij rotatie van de as niet enkel een rotatiebeweging, maar eveneens een translatiebeweging. Deze translatiebeweging kan zodanig gedimensioneerd worden dat bij het sluiten van het slotmechanisme het deurelement tegen de aanslagbalk getrokken wordt door een translatie van het sluitprofiel richting het deurelement. Hiermee kan een hefboomwerking bekomen worden waardoor het sluiten van het deurelement tegen de aanslagbalk vergemakkelijkt wordt. Namelijk door het openen van het slotmechanisme kan het sluitprofiel door de translatiebeweging bewogen worden weg van het deurelement en in de richting van de aanslagbalk, om ingrijpen van de lip in de groef te vergemakkelijken.The closing profile is preferably connected via hinges to protrusions on the shaft so that a leverage action is obtained when the shaft is rotated so that the door element can be tightened against the stop bar. Due to the protrusions, the axis of rotation of the axis will be at a distance from the axis of rotation of the hinges. By connecting the closing profile with protrusions on the shaft, the closing profile makes not only a rotational movement during rotation of the shaft, but also a translational movement. This translation movement can be dimensioned such that when the locking mechanism is closed the door element is pulled against the stop bar by a translation of the closing profile towards the door element. A leverage action can hereby be obtained whereby the closing of the door element against the stop beam is facilitated. Namely by opening the lock mechanism, the closing profile can be moved away from the door element and in the direction of the stop bar by the translation movement, in order to facilitate engagement of the lip in the groove.

Bij voorkeur zijn de uitsteeksels zodanig georiënteerd dat in de gesloten positie van het slotmechanisme de uitsteeksels zich vanaf de as uitstrekken in een richting weg van de groef. Hiermee wordt een zogenaamd over-center-slotmechanisme geïmplementeerd in het slotmechanisme. Bij een over-center-slotmechanisme worden elementen zodanig gedimensioneerd en gepositioneerd dat in een gesloten positie de spankracht op slot de sluiting verstrekt. Deze werking zal verder uitgelegd worden aan de hand van de figuren.Preferably, the protrusions are oriented such that in the closed position of the lock mechanism, the protrusions extend from the axis in a direction away from the groove. This implements a so-called over-center lock mechanism in the lock mechanism. With an over-center lock mechanism, elements are dimensioned and positioned in such a way that in a closed position the tension force locked provides the lock. This operation will be further explained with reference to the figures.

Bij voorkeur strekt het sluitprofiel zich uit over ten minste één derde van de hoogte van het deurelement, meer bij voorkeur over ten minste de helft van de hoogte van het deurelement. Door de hoogte van de sluitprofiel te vergroten, wordt de kracht die nodig is om het deurelement gesloten te houden, verdeeld over een grotere afstand. Hierdoor zal het sluitprofiel fijner uitgevoerd kunnen worden, alsook zal de deur minder neiging hebben om krom te trekken door de spanning van het zeil.The closing profile preferably extends over at least one third of the height of the door element, more preferably over at least half the height of the door element. By increasing the height of the closing profile, the force required to keep the door element closed is distributed over a greater distance. As a result, the closing profile can be made finer, and the door will have less tendency to warp due to the tension of the sail.

De uitvinding heeft verder betrekking op een deurelement voor toepassing in een systeem voor het bevestigen van een zeil te afsluiting van een zijwand van een laadruimte, met een slotmechanisme dat een sluitprofiel bevat dat zich uitstrekt langs ten minste één kwart van de hoogte van het deurelement, welke sluitprofiel op ten minste twee plaatsen roteerbaar verbonden is met het deurelement, waarbij het sluitprofiel verder voorzien is van een lip die voorzien is om in een groef te grijpen door rotatie van het sluitprofiel, om zo het deurelement tegen een aanslagbalk te vergrendelen.The invention further relates to a door element for use in a system for fastening a sail to close a side wall of a loading space, with a lock mechanism comprising a closing profile extending along at least one quarter of the height of the door element, which closing profile is rotatably connected to the door element at at least two places, wherein the closing profile is further provided with a lip which is provided for gripping a groove by rotation of the closing profile, so as to lock the door element against a stop bar.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will now be described in more detail with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing.

In de tekening laat : figuur 1 een perspectiefzicht zien van een trailer met een trailerwand die afgesloten wordt door een zeil; figuur 2 een principeschets zien van verschillende sluitsystemen voor een trailerwand; figuur 3 een zijaanzicht zien van een sluitsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 4 een doorsnede zien van het sluitsysteem van figuur 3, in dichte toestand; en figuur 5 een doorsnede zien van het sluitsysteem van figuur 3 in te sluiten toestand.In the drawing: figure 1 shows a perspective view of a trailer with a trailer wall that is closed by a sail; figure 2 shows a principle sketch of different closing systems for a trailer wall; Figure 3 shows a side view of a locking system according to an embodiment of the invention; figure 4 shows a cross-section of the closing system of figure 3, in the closed state; and Figure 5 shows a section of the closing system of Figure 3 in the condition to be closed.

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.In the drawing, the same reference numeral is assigned to the same or analogous element.

Figuur 1 toont een trailer 1 van een vrachtwagen, waarbij een zijwand afgesloten is door een zeil 7. Dit zeil 7 is opgehangen via een ophangsysteem. Het zal duidelijk zijn dat het ophangsysteem ook toegepast kan worden voor het afsluiten van wanden van bijvoorbeeld treinwagons, schepen, of zelfs wanden in magazijnen. Bij voorkeur toont de wand die afgesloten wordt door een zeil een opening 2 die gedefinieerd wordt door een hoofdzakelijk rechthoekig kader. Daarbij is het zeil 7 voorzien om zich uit te strekken in het kader om zo de opening, gedefinieerd door het kader, af te sluiten. Daarbij vertoont het kader bij voorkeur een onderste 4 en een bovenste 3 liggende balk, die de hoogte van de af te sluiten opening bepalen, en twee opstaande balken 5, 6, één aan elke zijde van het kader, die de breedte van de opening bepalen.Figure 1 shows a trailer 1 of a truck, wherein a side wall is closed off by a sail 7. This sail 7 is suspended via a suspension system. It will be clear that the suspension system can also be used for closing off walls of, for example, train wagons, ships, or even walls in warehouses. Preferably, the wall closed by a tarpaulin shows an opening 2 defined by a substantially rectangular frame. The sail 7 is thereby provided to extend into the frame in order to close the opening defined by the frame. The frame preferably has a lower 4 and an upper 3 horizontal beam, which determine the height of the opening to be closed, and two upright bars 5, 6, one on each side of the frame, which determine the width of the opening .

Het zeil 7 is gemonteerd ter afsluiting van de opening 2. Daarmee sluit het zeil 7 de laadruimte af ter plaatse van de zijwand. Het zeil 7 is zodanig opgehangen dat het kan openschuiven om toegang te geven tot de laadruimte via de opening 2 in de zijwand. Hiertoe zijn meerdere configuraties mogelijk. Het zeil 7 kan zodanig geplaatst worden in de opening 2, dat het slechts aan één van zijn kanten openschuifbaar is. Zo kan het zeil zoals weergegeven in figuur 1 aan de opstaande balk 6 vast bevestigd zijn om zo enkel te kunnen openschuiven aan de zijde van opstaande kant 5. Bij voorkeur wordt het zeil opgehangen aan een geleidingsbalk die geplaatst is, of integraal gevormd is met de bovenste balk 3. In de geleidingsbalk kunnen wagentjes of glij-elementen langs de balk bewegen om zo het zeil te geleiden in een open- of sluitbeweging. Volgens een eerste uitvoeringsvorm kan het zeil ter plaatse van de onderste balk 4 los hangen (niet geleid worden via een tweede geleidingsbalk). Bij het sluiten van het zeil, wordt het zeil dan ter plaatse van de onderzijde via bevestigingsmiddelen bevestigd aan de onderste balk 4. Voorbeelden uit de praktijk van dergelijke bevestigingsmiddelen zijn gesp en riem. Echter, alternatieve bevestigingsmiddelen kunnen eveneens toegepast worden. Volgens een tweede uitvoeringsvorm wordt het zeil ter plaatse van de onderste balk 4, analoog aan de bovenste balk 3, via een geleidingsbalk, geleid, waarbij wagentjes of glij-elementen bevestigd zijn aan de onderzijde van het zeil en in de onderste geleidingsbalk kunnen bewegen. Hiermee houdt de onderste geleidingsbalk en de wagentjes het zeil op zijn plaats ter plaatse van de onderste balk 4, waardoor verder afsluiten via afsluitmiddelen, zoals beschreven voor de eerste uitvoeringsvorm, niet nodig is.The sail 7 is mounted to close the opening 2. The sail 7 thus closes off the loading space at the side wall. The sail 7 is suspended in such a way that it can slide open to give access to the loading space via the opening 2 in the side wall. Multiple configurations are possible for this purpose. The sail 7 can be placed in the opening 2 in such a way that it can only be slid open on one of its sides. For example, the sail as shown in figure 1 can be fixedly attached to the upright beam 6 so as to be able to slide open only on the side of upright side 5. Preferably the sail is hung on a guide beam which is placed or is integrally formed with the upper beam 3. In the guide beam, trolleys or sliding elements can move along the beam to guide the sail in an open or close movement. According to a first embodiment, the sail can hang loosely at the location of the lower beam 4 (cannot be guided via a second guiding beam). When the sail is closed, the sail is then fixed at the bottom from the bottom beam via fastening means 4. Examples from practice of such fastening means are buckle and belt. However, alternative fasteners can also be used. According to a second embodiment, the sail is guided at the location of the lower beam 4, analogous to the upper beam 3, via a guide beam, wherein trolleys or sliding elements are attached to the underside of the sail and can move in the lower guide beam. The lower guide beam and the trolleys hereby keep the sail in place at the location of the lower beam 4, as a result of which further closing via closing means, as described for the first embodiment, is not necessary.

Het zeil 7 is bij voorkeur rechthoekig, en vertoont een bovenste rand, onderste rand, en twee zijranden. De bovenste rand is via geleidingsmiddelen bevestigd aan de bovenste balk 3. De onderste rand is ofwel via bevestigingsmiddelen bevestigbaar aan de onderste rand 4, ofwel permanent via geleidingsmiddelen bevestigd aan de onderste rand 4. Eén van de zijwanden kan vast verbonden zijn met een opstaande balk 6, of de beide zijranden van het zeil kunnen aan een deurelement 8 bevestigd worden, welk deurelement afsluiten van het zeil tegen een opstaande rand, zijnde een aanslagbalk, 5, 6 mogelijk maakt. Het deurelement wordt bij voorkeur opgehangen op gelijke wijze dan het zeil. Wanneer het zeil enkel aan de bovenzijde opgehangen is via geleidingsmiddelen, is het deurelement ook bij voorkeur enkel aan een bovenzijde voorzien van geleidingsmiddelen die complementair zijn met de geleidingsbalk 3. Wanneer het zeil zowel bovenaan als onderaan via geleidingsmiddelen met de liggende balken 3 en 4 verbonden zijn, bevat het deurelement ook bij voorkeur twee geleidingsmiddelen om met de twee geleidingsbalken 3 en 4 complementair te zijn.The sail 7 is preferably rectangular, and has an upper edge, lower edge, and two side edges. The upper edge is attached to the upper beam 3 via guide means. The lower edge is either attachable to the lower edge 4 via fixing means, or permanently attached to the lower edge 4 via guide means. One of the side walls can be fixedly connected to an upright beam. 6, or the two side edges of the sail can be attached to a door element 8, which door element enables closing of the sail against an upright edge, being a stop bar 5, 6. The door element is preferably hung in the same way as the sail. When the sail is only suspended at the top via guide means, the door element is also preferably only provided at a top with guide means which are complementary to the guide beam 3. When the sail is connected to the horizontal beams 3 and 4 both at the top and at the bottom via guide means the door element also preferably comprises two guide means to be complementary to the two guide beams 3 and 4.

Het deurelement 8 bevat een sluitzijde, die complementair gevormd is met een aanslagbalk 5, 6 van de laadruimte, zodanig dat het deurelement met zijn sluitzijde tegen de opstaande rand van de laadruimte kan aanliggen, zodoende de laadruimte af te sluiten. Hiertoe bevat de sluitzijde een slotmechanisme 12, 13. Bij voorkeur bevat het deurelement verder een rubber die zich uitstrekt van onder naar boven ter plaatse van de sluitzijde van het deurelement 8, zodanig dat het deurelement, wanneer het tegen de opstaande balk 5, 6 aanligt, een waterdichte afsluiting vormt voor de laadruimte. Alternatief wordt de rubber tegen de opstaande balk bevestigd.The door element 8 comprises a closing side which is complementary to a stop beam 5, 6 of the loading space, such that the door element with its closing side can abut against the upright edge of the loading space, thus closing off the loading space. For this purpose, the closing side comprises a locking mechanism 12, 13. Preferably, the door element further comprises a rubber which extends from the bottom to the top at the closing side of the door element 8, such that the door element, when it abuts the upright beam 5, 6 , forms a watertight seal for the cargo space. Alternatively, the rubber is attached to the upright bar.

Figuur 2 toont het effect van de spankracht van het zeil op de deur wanneer de deur tegen de aanslagbalk gesloten is. In deze gesloten positie van de deur 8 tegen de aanslagbalk 5, is het zeil dat de opening 2 afsluit, maximaal opgespannen. Door de spanning in het zeil 7, trekt het zeil 7 aan de deur 8 met een kracht die in de figuren geïllustreerd is met pijlen Fl. Deze kracht is hoofdzakelijk gelijk verdeeld over de hoogte van de deur 8. Figuur 2A toont een voorbeeld van een sluitsysteem, waarbij een slot aan een onderzijde van de deur 8 geplaatst is op een hoogte Hl. Het voordeel van het plaatsen van een slot op hoogte Hl is dat dit slot goed toegankelijk zal zijn voor een gebruiker 9. Wanneer op hoogte Hl een slot geplaatst is, zal de deur op deze hoogte Hl dichtgetrokken worden tegen de aanslagbalk 5 met een kracht die in de figuur geïllustreerd is als F2. Figuur 2A toont op uitvergrote wijze hoe de deur 8, onder invloed van de krachten Fl en F2, opengetrokken wordt waardoor een spleet SI zichtbaar wordt. Deze spleet SI wordt in de stand van de techniek minimaal gehouden door de deur te verstevigen. Echter, het verstevigen van de deur 8 maakt de deur zwaarder en duurder.Figure 2 shows the effect of the tension of the sail on the door when the door is closed against the stop beam. In this closed position of the door 8 against the stop beam 5, the sail closing the opening 2 is maximally tensioned. Due to the tension in the sail 7, the sail 7 pulls on the door 8 with a force illustrated in the figures with arrows F1. This force is substantially evenly distributed over the height of the door 8. Figure 2A shows an example of a locking system, in which a lock is placed at a bottom side of the door 8 at a height H1. The advantage of placing a lock at height H1 is that this lock will be easily accessible for a user 9. When a lock is placed at height H1, the door at this height H1 will be pulled shut against the stop bar 5 with a force that is illustrated in the figure as F2. Figure 2A shows in an enlarged manner how the door 8 is opened under the influence of the forces F1 and F2, so that a gap S1 becomes visible. This gap S1 is minimized in the state of the art by reinforcing the door. However, the reinforcement of the door 8 makes the door heavier and more expensive.

Figuur 2B toont een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de stand van de techniek, waarbij de spleet tussen de deur 8 en de aanslagbalk 5 noemenswaardig kleiner is. Deze spleet S2 is kleiner omdat het slot centraal geplaatst is op de deur 8. Hierdoor zal de kracht F2, die via het slot op de deur 8 aangrijpt, ook centraal aangrijpen aan de deur. Door de spankracht van het zeil die in de figuur weergegeven is met kracht Fl, zal de deur 8 nog steeds opengetrokken worden. Echter, door de centrale plaatsing van het slot, is de spleet S2 die ontstaat relatief beperkt. Een belangrijk nadeel van het plaatsen van een slot in het midden van de deur 8, op hoogte H2, is dat een slot op deze hoogte niet comfortabel toegankelijk is voor een gebruiker 9. Namelijk in een conventionele trailer voor een vrachtwagen, zal deze hoogte H2 meer dan twee meter bedragen. Het bedienen van een slot op meer dan twee meter hoogte is niet comfortabel voor een operator.Figure 2B shows an alternative embodiment according to the state of the art, wherein the gap between the door 8 and the stop bar 5 is appreciably smaller. This gap S2 is smaller because the lock is placed centrally on the door 8. As a result, the force F2 which engages the door 8 via the lock will also engage the door centrally. Due to the tension force of the sail which is shown in the figure with force F1, the door 8 will still be pulled open. However, due to the central placement of the lock, the gap S2 that is created is relatively limited. An important disadvantage of placing a lock in the middle of the door 8, at height H2, is that a lock at this height is not comfortably accessible for a user 9. Namely in a conventional trailer for a truck, this height will be H2 more than two meters. Operating a lock at a height of more than two meters is not comfortable for an operator.

Figuren 2A en 2B tonen extreme voorbeelden, waarbij het slot ofwel volledig centraal ofwel volledig onderaan de deur 8 geplaatst zijn. Echter, vele systemen uit de stand van de techniek zullen een compromis bevatten tussen deze twee extremen. Uit de praktijk blijkt dat dergelijke compromissen de hierboven beschreven nadelen nooit kunnen wegwerken.Figures 2A and 2B show extreme examples, in which the lock is placed either completely centrally or completely at the bottom of the door 8. However, many prior art systems will contain a compromise between these two extremes. Practice shows that such compromises can never eliminate the disadvantages described above.

Figuur 2C toont een ophangsysteem voor een zeil, waarbij het zeil afgesloten is volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, die hieronder meer in detail beschreven zal worden. Deze figuur toont de opbouw en de effecten van de uitvinding. De figuur toont hoe de deur 8 verbonden is met de aanslagbalk 5 via een sluitelement 11 dat zich uitstrekt over een noemenswaardige hoogte van de deur 8. De figuur toont de trekkracht die het zeil uitoefent op de deur 8 via de pijlen Fl. Verder toont de figuur de sluitkracht die via het sluitelement aangrijpt op de deur 8 via pijlen F3. Deze figuur illustreert hoe de sluitkracht F3 uitgespreid wordt over ten minste een gedeelte van de deur, waardoor geen puntkracht meer aangrijpt aan de deur ter afsluiting van de deur (zoals in de figuren 2A en 2B) . Daarbij wordt het sluitelement bediend door een handvat 10 dat op een hoogte H3, in een onderste zone van de deur 8 geplaatst is. Dit handvat is goed toegankelijk en bedienbaar door een gebruiker 9. Verder toont de figuur dat de trekkracht F1 van het zeil de deur 8 nauwelijks kan wegtrekken van de aanslagbalk 5, omdat deze trekkracht F1 over een grote hoogte door een sluitkracht F3 tegengewerkt wordt. Hierdoor ontstaat geen of nauwelijks een spleet S3 tussen de deur 8 en de aanslagbalk 5. Figuur 2C toont daarmee hoe de uitvinding een goed sluiting van deur 8 tegen aanslagbalk 5 weet te bekomen zonder daarbij aan gebruiksgemak voor een operator 9 in te boeten. Namelijk het handvat 10 is op geringere hoogte (in een onderste zone van de deur 8) geplaatst, en dus gemakkelijk (en comfortabel) toegankelij k.Figure 2C shows a suspension system for a sail, wherein the sail is closed according to an embodiment of the invention, which will be described in more detail below. This figure shows the structure and the effects of the invention. The figure shows how the door 8 is connected to the stop beam 5 via a closing element 11 which extends over a significant height of the door 8. The figure shows the pulling force that the sail exerts on the door 8 via the arrows F1. The figure also shows the closing force which engages the door 8 via the closing element via arrows F3. This figure illustrates how the closing force F3 is spread over at least a portion of the door, so that no more point force engages the door for closing the door (as in figures 2A and 2B). The closing element is thereby operated by a handle 10 which is placed at a height H3 in a lower zone of the door 8. This handle is easily accessible and operable by a user 9. The figure also shows that the pulling force F1 of the sail can hardly pull the door 8 away from the stop beam 5, because this pulling force F1 is counteracted over a great height by a closing force F3. This results in no or hardly any gap S3 between the door 8 and the stop bar 5. Figure 2C thus shows how the invention manages to achieve a good closing of door 8 against stop bar 5 without sacrificing ease of use for an operator 9. Namely, the handle 10 is placed at a lower height (in a lower zone of the door 8), and thus easily (and comfortably) accessible.

Figuur 3 toont meer in detail een uitvoeringsvorm van een opbouw van een sluitsysteem volgens de uitvinding. Figuur 3 toont een bovenste geleidingsbalk 3 en een onderste geleidingsbalk 4 die parallel tot tegen een aanslagbalk 5 lopen. Daarbij kunnen de geleidingsbalken 3 en 4 uit geëxtrudeerde profielen gevormd zijn, alsook kan de aanslagbalk 5 uit één of meerdere geëxtrudeerde profielen gevormd zijn. De geleidingsbalk 3, en bij voorkeur ook de geleidingsbalk 4 zijn voorzien voor het geleiden van een zeil (niet weergegeven op de figuur 3), welk zeil verbonden is met een deurelement 8 aan een opstaande rand van het zeil. Via deurelement 8 wordt het zeil aan zijn rand op zijn plaats gehouden, en kan het zeil bediend worden (geopend en gesloten) . De deur 8 is hierdoor voorzien ' van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het zeil aan de deur 8 (zoals een klemmechanisme, een groef waar een eind van het zeil in geschoven kan worden, een schroef systeem voor het vastschroeven van het zeil, of andere bevestigingstechnieken). De deur 8 is verder voorzien van middelen voor het openen en sluiten van het zeil 7 zoals een handvat, een slotmechanisme, eventueel een remmechanisme, enz.Figure 3 shows in more detail an embodiment of a structure of a locking system according to the invention. Figure 3 shows an upper guide bar 3 and a lower guide bar 4 running parallel to a stop bar 5. The guide beams 3 and 4 can be formed from extruded profiles, and the stop bar 5 can be formed from one or more extruded profiles. The guide beam 3, and preferably also the guide beam 4, are provided for guiding a sail (not shown in Figure 3), which sail is connected to a door element 8 on an upright edge of the sail. Via door element 8 the sail is held in place at its edge, and the sail can be operated (opened and closed). The door 8 is thereby provided with fastening means for fastening the sail to the door 8 (such as a clamping mechanism, a groove into which an end of the sail can be slid, a screw system for screwing the sail, or other fastening techniques ). The door 8 is further provided with means for opening and closing the tarpaulin 7, such as a handle, a lock mechanism, possibly a brake mechanism, etc.

Figuur 3 toont een deur 8 die voorzien is van een sluitprofiel 11 dat zich uitstrekt over driekwart van de hoogte van de deur 8. Volgens de uitvinding strekt het sluitprofiel zich uit over minstens één kwart van de hoogte van de deur 8, bij voorkeur over minstens de helft van de hoogte van de deur 8, en meer bij voorkeur over minstens tweederde van de hoogte van de deur 8. Daarbij zal duidelijk zijn dat hoe groter de hoogte waarover het sluitprofiel 1 zich uitstrekt, hoe breder de sluitkracht (weergegeven in figuur 2C met pijlen F3) zich uitstrekken over de hoogte van de deur 8. Het sluitprofiel 11 is op minstens twee plaatsen 15, 16, bij voorkeur op drie plaatsen 15, 16, 17, verbonden met de deur. Daarbij zijn twee van de drie plaatsen 15, 16 respectievelijk gelegen ter plaatse van een onderste zone en een bovenste zone van het sluitprofiel 11. Op die manier worden de krachten voor het sluiten van het zeil en de deur 8 maximaal gespreid over de hoogte van de deur 8.Figure 3 shows a door 8 which is provided with a closing profile 11 which extends over three-quarters of the height of the door 8. According to the invention, the closing profile extends over at least one quarter of the height of the door 8, preferably over at least half the height of the door 8, and more preferably over at least two-thirds of the height of the door 8. It will be clear that the greater the height over which the closing profile 1 extends, the wider the closing force (shown in Figure 2C). with arrows F3) extend over the height of the door 8. The closing profile 11 is connected to the door at at least two locations 15, 16, preferably at three locations 15, 16, 17. Two of the three locations 15, 16 are respectively situated at the location of a lower zone and an upper zone of the closing profile 11. In this way the forces for closing the sail and the door 8 are spread maximally over the height of the door 8.

Het sluitprofiel 11 bevat een uitsteeksel 13, zoals een lip, (weergegeven in figuren 4 en 5) dat voorzien is om in te grijpen in een groef 12 in de aanslagbalk 5. Daarbij kan de lip 13 gevormd zijn als een haakdeel, zoals weergeven in figuur 4 en 5, om niet enkel in de groef te glijden, maar via het haakdeel achter een rand van de groef te haken zodanig dat ongewild loskomen van de lip 13 uit de groef 12 vermeden kan worden. Echter, het zal duidelijk zijn dat andere manieren om ongewenst loskomen van het sluitprofiel te voorkomen eveneens kunnen toegepast worden.The closing profile 11 comprises a protrusion 13, such as a lip, (shown in figures 4 and 5) which is provided for engaging a groove 12 in the stop bar 5. The lip 13 may be formed as a hook part, as shown in figures 4 and 5, in order not only to slide into the groove, but to hook via a hook part behind an edge of the groove such that unintentional release of the lip 13 from the groove 12 can be avoided. However, it will be clear that other ways to prevent undesired release of the closing profile can also be applied.

Het sluitprofiel 11 is verbonden met de deur 8 via scharnieren 18. Deze scharnieren 18 laten toe dat het sluitprofiel geroteerd wordt om zo de lip 13 van het sluitprofiel 11 in en uit de groef 12 van de aanslagbalk 5 te bewegen. Daarmee kan het sluitprofiel 11 vastgezet en losgemaakt worden van de aanslagbalk 5.The closing profile 11 is connected to the door 8 via hinges 18. These hinges 18 allow the closing profile to be rotated so as to move the lip 13 of the closing profile 11 into and out of the groove 12 of the stop beam 5. The closing profile 11 can hereby be fixed and released from the stop bar 5.

In de voorkeursuitvoeringsvorm zoals weergegeven in de figuren 3, 4 en 5, bevat de deur een as 20 die zich uitstrekt over nagenoeg de volledige lengte van de deur 8, en die bedienbaar is via een handvat 10 dat zich aan een onderste zone van de deur bevindt. Deze as 20 is voorzien van uitsteeksels 19, waarop de scharnieren 18 die hierboven beschreven zijn geplaatst zijn. Deze specifieke opbouw zorgt voor een bijkomend effect, namelijk dat bij het sluiten van het deurelement 8 tegen de aanslagbalk 5, het deurelement 8 tegen de aanslagbalk 5 aangetrokken wordt. Dit systeem voorziet daarmee in een aanspanmechanisme dat technisch zeer eenvoudig en robuust is. De werking hiervan zal meer in detail besproken worden aan de hand van figuur 4 en 5, die beiden een doorsnede zijn van het sluitsysteem zoals weergegeven in figuur 3 volgens doorsnedelijn AA.In the preferred embodiment as shown in Figs. 3, 4 and 5, the door comprises a shaft 20 which extends over substantially the full length of the door 8, and which is operable via a handle 10 which is located at a lower zone of the door is located. This shaft 20 is provided with protrusions 19, on which the hinges 18 described above are placed. This specific construction provides an additional effect, namely that when the door element 8 is closed against the stop bar 5, the door element 8 is pulled against the stop bar 5. This system thus provides a tensioning mechanism that is technically very simple and robust. The operation thereof will be discussed in more detail with reference to figures 4 and 5, which are both a cross-section of the locking system as shown in figure 3 according to section line AA.

Figuur 4 toont een doorsnede van het sluitsysteem in een gesloten positie. Figuur 5 toont een doorsnede van een zelfde sluitsysteem in een semi-open positie. Zo is de afstand tussen het deurelement 8 en de aanslagbalk 5 in figuur 4 noemenswaardig kleiner dan de afstand 22 tussen deurelement 8 en aanslagbalk 5 in figuur 5. Wanneer een gebruiker van het ophangsysteem het zeil wil sluiten, zal de gebruiker de deur 8 bewegen richting de aanslagbalk 5. Daarbij zal duidelijk zijn dat, naarmate het deurelement 8 zijn eindpositie (positie tegen de aanslagbalk) bereikt, de spankracht op het zeil groter wordt. Daarom zal het voor een gebruiker niet eenvoudig zijn om het deurelement 8 tot tegen de aanslagbalk 5 te brengen. Echter de gebruiker kan de deur 8 typisch wel eenvoudig tot in de buurt van de aanslagbalk brengen. Daarbij wordt in de buurt van de aanslagbalk begrepen als in de nabijheid van de aanslagbalk 5, of als tot op een afstand 22 die kleiner is dan 15 cm, bij voorkeur kleiner dan 10 cm. In deze positie kan, zoals getoond in figuur 5, het handvat 10 open gedraaid worden, waardoor het sluitprofiel (naast een rotatiebeweging) een translatiebeweging maakt richting de aanslagbalk 5. Door deze translatiebeweging die een gevolg is van het scharnier 18 dat op een uitsteeksel 19 van de as 20 geplaatst is, kan de afstand 22 overbrugd worden, en kan het sluitprofiel 11 in de groef 12 van de aanslagbalk 5 grijpen. Deze positie is weergegeven in figuur 5. In een volgende stap kan een gebruiker het handvat roteren in richting 23, waarna het deurelement 8 zich dichttrekt tegen de aanslagbalk 5 via de krachten 24 en 25. Op die manier kan een gebruiker op een eenvoudige wijze het deurelement 8 sluiten tegen de aanslagbalk 5.Figure 4 shows a section of the closing system in a closed position. Figure 5 shows a section of the same locking system in a semi-open position. For example, the distance between the door element 8 and the stop bar 5 in Figure 4 is noticeably smaller than the distance 22 between the door element 8 and the stop bar 5 in Figure 5. When a user of the suspension system wants to close the sail, the user will move the door 8 towards the stop bar 5. It will be clear that, as the door element 8 reaches its end position (position against the stop bar), the tension on the sail increases. Therefore, it will not be easy for a user to bring the door element 8 up to the stop bar 5. However, the user can typically easily bring the door 8 close to the stop bar. In the vicinity of the stop bar, this is understood to mean in the vicinity of the stop bar 5, or up to a distance 22 that is smaller than 15 cm, preferably smaller than 10 cm. In this position, as shown in Fig. 5, the handle 10 can be turned open, whereby the closing profile (in addition to a rotational movement) makes a translational movement towards the stop bar 5. This translational movement is a consequence of the hinge 18 which is on a protrusion 19 of the shaft 20, the distance 22 can be bridged, and the closing profile 11 can engage in the groove 12 of the stop beam 5. This position is shown in figure 5. In a next step a user can rotate the handle in direction 23, after which the door element 8 closes against the stop bar 5 via the forces 24 and 25. In this way a user can easily door element 8 closes against the stop bar 5.

Bij voorkeur is het sluitprofiel 11 verbonden met de scharnieren 18 via een bevestigingsarm 21. De bevestigingsarm is bij voorkeur zodanig gevormd, in de weergegeven figuren via een knik, dat in de gesloten positie (zoals weergegeven in figuur 4) het scharnier 18 achter het vlak ligt dat gevormd wordt door enerzijds het aangrijpen tussen lip 13 en groef 12 en anderzijds de as 20. Hierdoor wordt een zogenaamde over-center-sluiting verkregen waarbij de spankracht van het zeil de sluitwerking versterkt. Namelijk deze spankracht van het zeil zal in de configuratie zoals weergegeven in figuur 4 het uitsteeksel 19 en de as 20 in tegenklokwijzerzin forceren (hetgeen niet mogelijk is omdat de rotatie in deze richting verhinderd wordt door de deur 8) . Echter om het slot te openen is een rotatie van de uitsteeksels 19 en de as 20 in wijzerzin nodig (om in de positie zoals weergegeven in figuur 5 te komen) . In de open positie van het slotmechanisme, zoals weergegeven in figuur 5, bevindt scharnier 18 zich voor het vlak dat gevormd wordt door aangrijppunt van lip 13 en groef 12 enerzijds, en as 20 anderzijds. Bij het sluiten wordt het scharnier 18 verplaatst doorheen dit vlak naar een positie achter het vlak en zo "over zijn centerpunt" geduwd. Hiermee wordt verhinderd dat het slot ongewild open gaat.The closing profile 11 is preferably connected to the hinges 18 via a mounting arm 21. The mounting arm is preferably formed such that, in the figures shown, via a bend, that in the closed position (as shown in Figure 4) the hinge 18 behind the plane lies that on the one hand the engagement between lip 13 and groove 12 and on the other hand the shaft 20. A so-called over-center closure is obtained whereby the tension force of the sail reinforces the closing action. Namely, this tensioning force of the sail will force the protrusion 19 and the shaft 20 counterclockwise in the configuration as shown in Figure 4 (which is not possible because the rotation in this direction is prevented by the door 8). However, to open the lock, a rotation of the protrusions 19 and the shaft 20 in a clockwise direction is required (to get to the position as shown in Figure 5). In the open position of the lock mechanism, as shown in Figure 5, hinge 18 is located in front of the plane formed by engagement point of lip 13 and groove 12 on the one hand, and shaft 20 on the other. Upon closing, the hinge 18 is moved through this plane to a position behind the plane and thus pushed "over its center point". This prevents the lock from accidentally opening.

Figuren 3, 4 en 5 tonen een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, en het zal duidelijk zijn voor de vakman dat andere uitvoeringsvormen bedacht kunnen worden. Zo kan een sluitprofiel 11 verbonden worden met een deurelement 8 via een scharnier dat enkel beweging van het sluitprofiel 11 toelaat in de richting 14 (weergegeven in figuur 4) . In een dergelijke configuratie is ofwel geen aanspanmechanisme voorzien, ofwel kan een alternatief aanspanmechanisme voorzien worden waarbij bijvoorbeeld de lengte van de bevestigingsarmen 21 bijgesteld kunnen worden, nadat de lip 13 in de groef 12 ingrijpt. Verder toont figuur 3 een opstelling waarbij sluitprofiel 11 via drie bevestigingsarmen 21 met deurelement 8 verbonden is, echter een uitvoeringsvorm waarbij het sluitprofiel 11 slechts via twee bevestigingsarmen 21 verbonden is met het deurelement is eveneens mogelijk. Zelfs een uitvoeringsvorm waarbij één scharnier dat zich over een noemenswaardige hoogte uitstrekt (waarbij noemenswaardig geïnterpreteerd wordt als ten minste een kwart van de hoogte van het deurelement 8), gebruikt wordt om het sluitprofiel 11 met het deurelement 8 te verbinden, is mogelijk. In de uitvoeringsvorm van figuren 3, 4 en 5 is het handvat 10 verbonden met de as 20. Echter het zal duidelijk zijn dat uitvoeringsvormen waarbij een handvat rechtstreeks met het sluitprofiel 11 verbonden is, bij voorkeur aan een onderzijde daarvan zodat het voor een gebruiker gemakkelijk toegankelijk is, eveneens mogelijk is.Figures 3, 4 and 5 show a preferred embodiment of the invention, and it will be apparent to those skilled in the art that other embodiments may be envisaged. A closing profile 11 can thus be connected to a door element 8 via a hinge that only allows movement of the closing profile 11 in the direction 14 (shown in Figure 4). In such a configuration, either no tensioning mechanism is provided, or an alternative tensioning mechanism can be provided in which, for example, the length of the fixing arms 21 can be adjusted after the lip 13 engages in the groove 12. Furthermore, figure 3 shows an arrangement in which closing profile 11 is connected to door element 8 via three fixing arms 21, however, an embodiment in which the closing profile 11 is only connected to the door element via two fixing arms 21 is also possible. Even an embodiment in which one hinge that extends over a significant height (wherein at least one quarter of the height of the door element 8) is used to connect the closing profile 11 to the door element 8 is possible. In the embodiment of figures 3, 4 and 5, the handle 10 is connected to the shaft 20. However, it will be clear that embodiments in which a handle is directly connected to the closing profile 11, preferably on a underside thereof, so that it is easy for a user. accessible, is also possible.

Op basis van de beschrijving hierboven, de figuren en de mogelijke alternatieven die in de tekst vermeld zijn, zal de vakman begrijpen dat verschillende mogelijke configuraties en uitvoeringsvormen bedacht kunnen worden om het deurelement 8 te sluiten tegen een aanslagbalk 5 volgens de uitvinding. De beschrijving en voorbeelden die hierboven gegeven zijn, zullen daarbij niet beperkend zijn voor de uitvinding, die gedefinieerd wordt in de conclusies.On the basis of the above description, the figures and the possible alternatives mentioned in the text, the person skilled in the art will understand that various possible configurations and embodiments can be devised to close the door element 8 against a stop bar 5 according to the invention. The description and examples given above will not be limiting of the invention, which is defined in the claims.

Claims

Conclusions

CLAIMS 1. A sail fastening system for closing a side wall of a loading space, which loading space comprises at least one horizontal guide beam for guiding the sail and at least one upright stop beam, the system comprising a door element which is provided to attaching the tarpaulin, which door element has guide means on a bottom and / or top side which are complementary to the at least one guide beam such that the door element is movable along the guide beam, and which door element has a front side which is complementary to the stop beam such that the side wall is lockable by pressing the end face against the stop bar, the door element including a lock mechanism complementary to the stop bar, for locking the door element in the closed position, characterized in that the stop bar has a groove and that the lock mechanism contains a closing profile that extends along at least one quarter of the height of the door element, which closing profile is rotatably connected at at least two places to the door element, wherein the closing profile is further provided with a lip which is provided for gripping the groove by rotation of the closing profile, so as to counteract the door element lock the stop bar.

A system for attaching a sail for closing a side wall of a loading space according to claim 1, wherein the closing profile has an upper and a lower zone, and is connected to the door element at the location of both the upper and the lower zone.

3. A system for attaching a sail for closing a side wall of a loading space according to claim 1 or 2, wherein the closing profile is connected to the door element via an axis extending parallel to the closing profile, which axis is connected to the door element for location of an upper side and a lower side of the axle.

A system for attaching a sail for closing a side wall of a loading space according to one of the preceding claims, wherein the lock mechanism further comprises a handle for rotating the closing profile.

A sail fastening system for closing a sidewall of a cargo space according to claims 3 and 4, wherein the handle is connected to a lower zone of the axle such that the handle is operable by an operator standing on the ground.

A system for attaching a sail for closing a side wall of a loading space according to one of the preceding claims, wherein the lock mechanism further comprises tensioning means for tensioning the door element against the stop beam.

A system for attaching a sail for closing a side wall of a loading space according to claim 6 and claim 3, wherein the tensioning means are placed between the axle and the lip of the closing profile.

A system for attaching a sail for closing a side wall of a loading space according to claim 7, wherein the closing profile is connected via hinges to projections on the axle so that a leverage action is obtained when the axle is rotated so that the door element rests against the stop beam is tight.

A sail fastening system for closing a side wall of a cargo space according to claim 8, wherein the protrusions are oriented such that in the closed position of the lock mechanism the protrusions extend from the axis in a direction away from the groove.

10. A system for attaching a sail for closing a side wall of a loading space according to claim 7, wherein the closing profile extends over at least one third of the height of the door element.

11. A system for attaching a sail for closing a side wall of a loading space according to claim 7, wherein the closing profile extends over at least half the height of the door element.

12. Door element for use in a system for fastening a sail for closing a side wall of a loading space according to one of the preceding claims, comprising a lock mechanism which comprises a closing profile extending along at least one quarter of the height of the door element , which closing profile is rotatably connected to the door element at at least two places, wherein the closing profile is further provided with a lip which is provided for gripping a groove by rotation of the closing profile, in order to lock the door element against a stop bar.