BE1027081B1 - Upright reinforcement - Google Patents

Upright reinforcement Download PDF

Info

Publication number
BE1027081B1
BE1027081B1 BE20195123A BE201905123A BE1027081B1 BE 1027081 B1 BE1027081 B1 BE 1027081B1 BE 20195123 A BE20195123 A BE 20195123A BE 201905123 A BE201905123 A BE 201905123A BE 1027081 B1 BE1027081 B1 BE 1027081B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sail
upright
reinforcement
tarpaulin
tension
Prior art date
Application number
BE20195123A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1027081A1 (en
Inventor
Erik Ronny Felix Rogiers
Luc Theodorus Julien Rayen
Original Assignee
Versus Omega Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Versus Omega Bvba filed Critical Versus Omega Bvba
Priority to BE20195123A priority Critical patent/BE1027081B1/en
Publication of BE1027081A1 publication Critical patent/BE1027081A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1027081B1 publication Critical patent/BE1027081B1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J5/00Doors
    • B60J5/04Doors arranged at the vehicle sides
    • B60J5/06Doors arranged at the vehicle sides slidable; foldable
    • B60J5/062Doors arranged at the vehicle sides slidable; foldable for utility vehicles or public transport
    • B60J5/065Doors arranged at the vehicle sides slidable; foldable for utility vehicles or public transport with non-rigid elements, e.g. side curtains

Abstract

Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijkant van een laadruimte, welk systeem een bovenste draagbalk en een onderste draagbalk bevat, waarbij de bovenste draagbalk een bovenste rail bevat met bovenste wagentjes en waarbij het zeil met de bovenste wagentjes verbonden is, een en ander zodanig dat het zeil open- en sluitbaar is door het bewegen van de wagentjes in een langsrichting van de draagbalk, waarbij het zeil bevestigingselementen heeft om het zeil te verbinden met de onderste draagbalk, zodat het zeil opspanbaar is tussen de bovenste en de onderste draagbalk, waarbij het systeem opstaande verstevigingen bevat tussen overeenstemmende bevestigingselementen en bovenste wagentjes, waarbij elke opstaande versteviging een variabele lengte heeft met een maximum lengte, welke maximum lengte gelijk is aan de hoogte van het zeil tussen het bevestigingselement en het overeenstemmende bovenste wagentje wanneer een vooraf bepaalde opwaartse spanning op het zeil aangebracht is.System for securing a tarpaulin to close off a side of a cargo space, which system comprises an upper carrying beam and a lower carrying beam, the upper carrying beam comprising an upper rail with upper trolleys and the tarpaulin being connected to the upper trolleys, a and other such that the sail can be opened and closed by moving the trolleys in a longitudinal direction of the girder, the sail having fastening elements to connect the sail to the lower girder so that the sail is tensionable between the upper and the lower draw beam, the system including upstanding stiffeners between corresponding mounting elements and top carts, each upstanding stiffener having a variable length with a maximum length, which maximum length is equal to the height of the tarpaulin between the mounting element and the corresponding top cart when certain upward tension on the sail has been brought.

Description

Opstaande versteviging De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het ophangen van een zeil ter afsluiting van een zijkant van een laadruimte. Zulke ophangsystemen bevatten typisch een draagbalk voorzien van rails waar wieltjes van wagentjes in kunnen rollen. Aan deze wagentjes wordt het zeil opgehangen.The invention relates to a system for suspending a tarpaulin to close off a side of a cargo space. Such suspension systems typically include a support beam provided with rails on which trolley wheels can roll. The tarpaulin is hung from these carts.

Laadruimtes, omsloten door laadbakken, in het bijzonder mobiele laadbakken die zich op vrachtwagens en/of treinen bevinden, moeten voldoen aan vooraf bepaalde maximale buitenafmetingen. Deze buitenafmetingen worden vaak door de wetgever opgelegd. Door deze vastgelegde maximale afmetingen wordt de laadruimte, die de effectief beschikbare ruimte binnen in de laadbak 1s, beperkt. Vaak worden zijkanten van zulke laadruimtes afgesloten met een zeil dat openschuifbaar is om zo via de betreffende zijkant toegang tot de laadruimte te verschaffen. Om maximale laadruimte te bekomen, wordt het zeil op een uiterste perifere rand van de laadbak bevestigd.Loading spaces enclosed by loading containers, in particular mobile loading containers located on trucks and / or trains, must meet predetermined maximum external dimensions. These external dimensions are often imposed by the legislator. Due to these fixed maximum dimensions, the cargo space, which is the effective available space inside the cargo box 1s, is limited. The sides of such cargo spaces are often closed with a tarpaulin that can be slid open in order to provide access to the cargo space via the side concerned. In order to obtain maximum cargo space, the tarpaulin is attached to an extreme peripheral edge of the cargo bed.

Het zeil wordt typisch opgehangen aan wagentjes die kunnen rollen over loopvlakken in rails die zich in een draagbalk bevinden. De wagentjes dragen het zeil en worden zelf gedragen door de draagbalk. De wagentjes laten toe het zeil open te schuiven door de wagentjes over de rails naar één eind van de draagbalk te rollen in de langsrichting van de draagbalk. Bij het openen van het zeil rollen de wieltjes over de loopvlakken in de rails, waardoor de weerstand voor het openen van het zeil geminimaliseerd wordt. Een dergelijk systeem wordt een zeilsysteem genoemd.The tarpaulin is typically suspended from carts that can roll over treads in rails located in a support beam. The carts carry the tarpaulin and are themselves carried by the support beam. The carts allow the tarpaulin to slide open by rolling the carts along the rails to one end of the draw beam in the longitudinal direction of the draw beam. When opening the tarpaulin, the wheels roll over the treads in the rails, minimizing the resistance to opening the tarpaulin. Such a system is called a sailing system.

Een voordeel van het gebruik van een zeilsysteem is gerelateerd aan gebruiksgemak. Meer bepaald geeft de flexibiliteit van het zeil vele mogelijkheden aan een gebruiker voor het laden en lossen van de laadruimte. Omdat nagenoeg de gehele zijwand kan geopend worden door het schuiven van het zeil, wordt optimaal toegang gegeven tot de laadruimte. Daarbij biedt de flexibiliteit van het zeil mogelijkheden om het zeil te buigen bij het openen, en op te spannen tot een wand bij het sluiten van de laadruimte. Naast hoge flexibiliteit, is het zeil economisch interessant, goedkoop, in vergelijking met andere wandsystemen.An advantage of using a sailing system is related to ease of use. In particular, the flexibility of the tarpaulin gives many possibilities to a user for loading and unloading the cargo space. Because almost the entire side wall can be opened by sliding the tarpaulin, optimal access is given to the cargo space. In addition, the flexibility of the tarpaulin offers possibilities to bend the tarpaulin when opening, and to stretch it to a wall when closing the cargo space. In addition to high flexibility, the tarpaulin is economically interesting, inexpensive, compared to other wall systems.

Een nadeel van een zeilsysteem is gerelateerd aan veiligheid, meer bepaald ladingszekerheid. Een lading moet steeds gezekerd worden in een laadruimte om ongewenst schuiven of zelfs verlies van lading te verhinderen. In sommige omstandigheden is het toegelaten, ten minste volgens Europese wetgeving, om lading niet te fixeren in de laadruimte wanneer de zijkant van de laadruimte een voldoende hoge sterkte heeft. Om deze sterkte te bekomen met een zeilsysteem worden typisch extra verstevigingselementen geplaatst m de vorm van balken of planken die zich tussen opstaande steunen in de lengterichting van de laadruimte uitstrekken. Om de laadruimte tekunnen laden en lossen, moeten deze extra verstevigingselementen typisch manueel geplaatst en verwijderd worden, hetgeen arbeidsintensief is.A disadvantage of a sail system is related to safety, more specifically cargo security. A load must always be secured in a load space to prevent unwanted sliding or even loss of load. In some circumstances it is permissible, at least according to European legislation, not to fix cargo in the cargo space when the side of the cargo space has a sufficiently high strength. To achieve this strength with a tarpaulin system, additional reinforcement elements are typically placed in the form of beams or planks that extend between upright supports in the longitudinal direction of the cargo space. Typically, in order to load and unload the cargo space, these additional reinforcement elements must be placed and removed manually, which is labor intensive.

Verschillende types zeilsystemen zijn bekend. Het meest toegepaste type heeft een bovenste draagbalk voorzien van rails waar wieltjes van bovenste wagentjes in kunnen rollen. Aan deze wagentjes wordt het zeil opgehangen. Onderaan is het zeil voorzien van haken met gespen. Via de haken met gespen kan het zeil verbonden worden met de onderste draagbalk, en opgespannen worden tussen de onderste en de bovenste draagbalk ter afsluiting van de laadruimte. Door de haken los te maken van de onderste draagbalk, komt het zeil vrij te hangen en kan het naar een voor- of achterkant van de laadruimte geschoven worden om toegang tot de laadruimte te verschaffen.Different types of sailing systems are known. The most used type has an upper support beam with rails in which the wheels of the upper trolleys can roll. The tarpaulin is hung from these carts. At the bottom, the sail has hooks with buckles. Via the hooks with buckles, the tarpaulin can be connected to the lower carrying beam, and stretched between the lower and the upper carrying beam to close the cargo space. By releasing the hooks from the lower draw beam, the tarpaulin is free to hang and can be slid to a front or rear of the cargo area to provide access to the cargo area.

WO2017/214689 beschrijft een ander zeilsysteem waarmee het openen en sluiten van het zeil noemenswaardig sneller kan. In dit systeem zijn onderste wagentjes voorzien ter plaatse van de onderste draagbalk. Het zeil is vast opgespannen tussen de bovenste en de onderste wagentjes. Door het voorzien van opstaande palen die bovenaan en onderaan met wagentjes verbonden om in bovenste en onderste rails, respectievelijk, te rijden, wordt een verbeterde veiligheid bekomen. Met dit systeem kan meer bepaald ladmgszekerheid bekomen worden door de aanwezigheid van de opstaande palen, waardoor lading niet meer moet vastgemaakt worden in de laadruimte. De combinatie van bovenste en onderste wagentjes en de opstaande palen die voor de stevigheid zorgen, maakt een dergelijke laadruimte noemenswaardig gebruiksvriendelijker. Een nadeel van dit systeem is echter dat het duur is. Een verder nadeel is dat het systeem kan blokkeren wanneer een lading verschuift en voorbij de perifere rand van de laadruimte terechtkomt.WO2017 / 214689 describes another sail system with which opening and closing of the sail can be appreciably faster. In this system, lower trolleys are provided at the location of the lower support beam. The tarpaulin is firmly stretched between the top and bottom carriages. By providing upright posts that are connected to trolleys at the top and bottom for driving in top and bottom rails, respectively, an improved safety is obtained. With this system, loading security can be achieved in particular by the presence of the upright posts, so that cargo no longer has to be secured in the cargo space. The combination of top and bottom trolleys and the upright posts that provide the sturdiness makes such a loading space considerably more user-friendly. However, a disadvantage of this system is that it is expensive. A further disadvantage is that the system can block when a load shifts and ends up beyond the peripheral edge of the load space.

Het is een doel van de uitvmding om een systeem te voorzien voor het bevestigen van een zeil dat gemakkelijk geopend en gesloten kan worden, en waarm landingszekerheid op een goedkopere manier kan verbeterd worden.It is an object of the invention to provide a system for securing a sail that can be easily opened and closed, and landing security can be improved in a more economical manner.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijkant van cen laadruimte, welk systeem een bovenste draagbalk en een onderste draagbalk bevat die zich ter hoogte van respectievelijk een bovenzijde en onderzijde van de laadruimte bevinden, waarbij de bovenste draagbalk een bovenste rail bevat die compatibel is met bovenste wagentjes en waarbij het zeil met de bovenste wagentjes verbonden is, een en ander zodanig dat het zeil open- en sluitbaar is door het bewegen van de wagentjes in een langsrichting van de draagbalk, waarbij het zeil ter plaatse van een onderzijde voor elk bovenste wagentje een overeenstemmend bevestigmeselement heeft om het zeil te verbinden met de onderste draagbalk, zodat het zeil opspanbaar is tussen de bovenste en de onderste draagbalk, daardoor gekenmerkt dat het systeem verder opstaande verstevigingen bevat tussen de overeenstemmende bevestigingselementen en bovenste wagentjes, waarbij elke opstaande versteviging een variabelelengte heeft met een maximumlengte, welk maximumlengte gelijk is aan de hoogte van het zeil tussen het bevestigingselement en het overeenstemmende bovenste wagentje wanneer een vooraf bepaalde opwaartse spanning op het zeil aangebracht is.To this end, the invention provides a system for attaching a tarpaulin to close off a side of a cargo space, which system comprises an upper bearing beam and a lower supporting beam located at the height of a top and bottom side, respectively, of the cargo space, the upper support beam includes an upper rail which is compatible with top trolleys and wherein the sail is connected to the top trolleys, this such that the sail can be opened and closed by moving the trolleys in a longitudinal direction of the support beam, the sail has a corresponding fastening knife element at the bottom for each upper carriage to connect the sail to the lower girder, so that the sail is tensionable between the upper and the lower girder, characterized in that the system further includes upstanding reinforcements between the corresponding fastening elements and upper carts, with each upright farthest viging has a variable length with a maximum length, which maximum length is equal to the height of the sail between the fastener and the corresponding top carriage when a predetermined upward tension is applied to the sail.

In een zijkant van een laadruimte wordt typisch een zeil gespannen. Dit zeil wordt gespannen tussen een onderste draagbalk en een bovenste draagbalk. Door het zeil onder een werkingsspanning te plaatsen, wordt een strakke en solide wand bekomen. Deze wand schermt de goederen af van weersomstandigheden en onttrekt de goederen aan het zicht.A tarpaulin is typically stretched in one side of a cargo area. This tarpaulin is stretched between a lower carrying beam and an upper carrying beam. By placing the sail under an operating voltage, a tight and solid wall is obtained. This wall shields the goods from weather conditions and hides the goods from view.

Bij gebruik van de laadruimte, in het bijzonder van een mobiele laadruimte, zal de hoogte tussen de bovenste draagbalk en de onderste draagbalk niet exact constant zijn. Hierdoor moet het zeil een hoogteverschil kunnen opvangen om een strakke wand te blijven vormen. Bekende zeilen hebben een rekbaarheid die optimaal is hiervoor.When the loading space is used, in particular a mobile loading space, the height between the upper carrying beam and the lower carrying beam will not be exactly constant. As a result, the sail must be able to absorb a difference in height in order to continue to form a tight wall. Well-known sails have a stretchability that is optimal for this.

De uitvinding is gebaseerd op het mzicht dat wanneer zeilverstevigingen op een traditionele manier aangebracht worden, het zeil minstens gedeeltelijk zijn rekbaarheid verliest. Hierdoor verliest het zeil de mogelijkheid om zich aan te passen aan hoogteverschillen tussen de bovenste draagbalk en de onderste draagbalk. Echter het voorzien van opstaande verstevigingen 1s dan weer een groot voordeel wanneer ladingszekerheid belangrijk wordt. Daarom worden in de praktijk opstaande verstevigmgen voorzien los van het zeil. Deze opstaande verstevigingen, ook opstaande steunbalken genoemd, beïnvloeden de werking van het zeil niet. Het voorzien van opstaande steunbalken is noemenswaardig kostelijker en daarom minder optimaal.The invention is based on the fact that when sail reinforcements are applied in a traditional manner, the sail loses at least part of its stretchability. As a result, the sail loses the ability to adjust to height differences between the top draw beam and the bottom draw beam. However, the provision of upright reinforcements is a great advantage when load security becomes important. Therefore, in practice, upright reinforcements are provided separately from the sail. These upright reinforcements, also called upright support beams, do not affect the operation of the sail. Providing upright support beams is noticeably more expensive and therefore less optimal.

Door het voorzien van een opstaande versteviging met een variabele lengte, kan het zeil uitrekken, mmstens gedeeltelijk, zonder dat de opstaande versteviging dit verhindert. De opstaande versteviging is door zijn variabele lengte niet functioneel zolang het zeil geen vooraf bepaalde hoogte overschrijdt. De opstaande verstevigmg heeft een maximumlengte, welke lengte gelijk is aan de hoogte van het zeil wanneer een vooraf bepaalde opwaartse spanning op het zeil aangebracht is. Hierdoor zal de opwaartse versteviging functioneel worden, als versteviging functioneren, wanneer het zeil een vooraf bepaalde hoogte bereikt. Door het laten toenemen van de spanning op het zeil, zal ook de hoogte van het zeil toenemen, door de rekbaarheid van het zeil.By providing an upright reinforcement of variable length, the sail can stretch, at least partially, without the upright reinforcement preventing this. Due to its variable length, the upright reinforcement is not functional as long as the sail does not exceed a predetermined height. The upright reinforcement has a maximum length, which length is equal to the height of the sail when a predetermined buoyancy tension is applied to the sail. This will make the upward reinforcement functional, acting as a reinforcement, when the sail reaches a predetermined height. By increasing the tension on the sail, the height of the sail will also increase, due to the stretchability of the sail.

In de praktijk kan lading in de vrachtwagen tegen de wand drukken waardoor de spanning op het zeil toeneemt. Door de rekbaarheid van het zeil, zal het zeil in hoogte toenemen.In practice, the cargo in the truck can press against the wall, which increases the tension on the sail. Due to the stretchability of the sail, the sail will increase in height.

Door het voorzien van de opstaande verstevigmg met de maximumlengte, zal de opstaande versteviging functioneel worden wanneer de opwaartse spanning op het zeil de vooraf bepaalde waarde bereikt. Vanaf dit moment zal de opstaande versteviging verder uitrekken van het zeil verhinderen en zal de opstaande versteviging daarom een barrière vormen voor de goederen. Het zalvoor de vakman duidelijk zijn dat de hoogte van het zeil groter kan zijn dan de afstand die het zeil overbrugt, in het bijzonder wanneer het zeil afwijkt van een rechte lijn.By providing the upstanding stiffener with the maximum length, the upstanding stiffener will become functional when the upward tension on the sail reaches the predetermined value. From this moment on, the upright reinforcement will prevent further stretching of the tarpaulin and the upright reinforcement will therefore form a barrier to the goods. It will be clear to the skilled person that the height of the sail can be greater than the distance that the sail bridges, in particular when the sail deviates from a straight line.

Bij voorkeur heeft de opstaande versteviging een ontspannen toestand en een gespannen toestand. Verder bij voorkeur is de maximale lengte bekomen in de gespannen toestand, waarbij de opstaande verstevigmg een noemenswaardig grotere weerstand tegen rek vertoont dan het zeil. Door een grotere weerstand tegen rek te vertonen in de gespannen toestand, kan de opstaande versteviging als verstevigmgselement fungeren. Meer bepaald kan de opstaande versteviging een druk opvangen. De opgevangen druk kan bijvoorbeeld komen van goederen in de laadruimte die drukken tegen de binnenzijde van de zijwand. Hierdoor wordt een hoge ladingszekerheid bekomen.Preferably, the upright reinforcement has a relaxed state and a tensioned state. Furthermore, the maximum length is preferably obtained in the tensioned condition, in which case the upright reinforcement shows a noticeably greater resistance to stretch than the sail. By exhibiting greater resistance to elongation in the stretched state, the upright reinforcement can act as a reinforcement element. More specifically, the upright reinforcement can absorb pressure. The absorbed pressure can for instance come from goods in the loading space that press against the inside of the side wall. This achieves a high load security.

Bij voorkeur neemt de opstaande versteviging in de ontspannen toestand een lengte aan die kleiner of gelijk is aan de maximale lengte, en heeft de opstaande versteviging een kleinere weerstand tegen rek dan het zeil in de ontspannen toestand. In de ontspannen toestand zal de opstaande versteviging geen of slechts een geringe invloed uitoefenen op de werking van het zeil. Het zeil heeft cen rekbaarheid of een weerstand tegen rek, die groter is dan de opstaande versteviging in de ontspannen toestand. Hierdoor kan het zeil gespannen en ontspannen worden zonder dat de opstaande versteviging een noemenswaardige invloed uitoefent.Preferably, in the relaxed state, the upright reinforcement assumes a length that is less than or equal to the maximum length, and the upright reinforcement has less resistance to stretch than the sail in the relaxed state. In the relaxed position, the upright reinforcement will exert no or only a minor influence on the operation of the sail. The sail has a stretchability or resistance to stretch which is greater than the upstanding reinforcement in the relaxed state. This allows the sail to be tensioned and relaxed without the upright reinforcement exerting a significant influence.

Bij voorkeur is de opstaande versteviging gevormd door een band, een lasband, een kabel, een metalen profiel of een kunststofprofiel. Een kabel heeft door zijn natuur een gespannen toestand en een ontspannen toestand. In de ontspannen toestand biedt de kabel relatief wemig weerstand tegen vervorming. Wanneer de kabel gespannen wordt, zal verder verlengen van de kabel niet of moeilijk zijn. Daarom vormt een kabel op zich een element met een variabele lengte dat ook een maximumlengte heeft. Een band en een lasband vertonen een gelijksoortige werking dan de kabel. Wanneer een metalen profiel of kunststofprofiel voorzien wordt, wordt bij voorkeur een haaksysteem in de opstaande versteviging voorzien. Dit haaksysteem zorgt ervoor dat wanneer haakelementen niet aangrijpen de profielen zich in de ontspannen toestand bevinden, en de afstand tussen het bovenste en onderste eind van de profielen kan wijzigen. Wanneer de haak aangrijpt zal verder uitrekken van de versteviging tegengehouden worden.Preferably, the upright reinforcement is formed by a band, a welding band, a cable, a metal profile or a plastic profile. A cable has a tense state and a relaxed state by its nature. In the relaxed state, the cable offers relatively little resistance to deformation. When the cable is tensioned, it will be difficult or impossible to extend the cable further. Therefore, a cable itself forms an element of variable length which also has a maximum length. A tape and a welding tape have a similar effect to the cable. When a metal profile or plastic profile is provided, a hook system is preferably provided in the upright reinforcement. This hook system ensures that when hook elements do not engage the profiles are in the relaxed state, and the distance between the top and bottom end of the profiles can change. When the hook engages, further stretching of the reinforcement will be stopped.

Bij voorkeur heeft elke opstaande versteviging een onderste deel en een bovenste deel, welke delen door middel van een haakverbinding met elkaar verbonden zijn zodanig dat uit elkaar bewegen van het onderste en bovenste deel voorbij een vooraf bepaalde positie verhinderd is door de haakverbindmg. Door de opstaande versteviging in twee delen te voorzien, een bovenste deel en een onderste deel, wordt een ontkoppeling van de opstaande verstevigmg bekomen. De ontspannen toestand komt overeen met een ontkoppelde toestand en de gespannen toestand komt overeen met de gekoppelde toestand. Ontkoppelen en koppelen wordt in het Engels respectievelijk disengage enengage genoemd. In de ontkoppelde toestand van de haakverbinding kunnen de delen minstens gedeeltelijk naar elkaar toe bewegen zonder een noemenswaardige weerstand. Wanneer het bovenste deel en het onderste deel uit elkaar bewogen worden, en de hoogte een vooraf bepaalde hoogte overschrijdt, zal de haakverbinding koppelen, en zal verder uit elkaar bewegen van het bovenste deel 5 en het onderste deel verhinderd worden. Hierdoor wordt een maximale lengte van de opstaande verstevigmg bekomen.Preferably, each upright reinforcement has a lower part and an upper part, which parts are connected together by means of a hook connection such that moving apart of the bottom and top part past a predetermined position is prevented by the hook connection. By providing the upright reinforcement in two parts, an upper part and a lower part, a decoupling of the upright reinforcement is obtained. The relaxed state corresponds to a disconnected state and the stressed state corresponds to the engaged state. Decoupling and coupling is called disengage enengage in English respectively. In the uncoupled state of the hook connection, the parts can at least partially move towards each other without any appreciable resistance. When the upper part and the lower part are moved apart, and the height exceeds a predetermined height, the hook connection will engage, and further movement of the upper part and the lower part will be prevented. This results in a maximum length of the upright reinforcement.

Bij voorkeur is de haakverbinding gevormd door één van het onderste deel en het bovenste deel te voorzien van een gleuf, en door het andere van het onderste deel en het bovenste deel te voorzien van een nok die in de gleuf beweegbaar is. Door het laten bewegen van een nok in een gleuf heeft de opstaande verstevigmg een maximale lengte die overeenstemt met de lengte wanneer de nok tegen een rand van de gleuf botst.Preferably, the hook connection is formed by providing one of the bottom part and the top part with a slot, and by providing the other of the bottom part and the top part with a cam which is movable in the slot. By moving a cam in a slot, the upright stiffener has a maximum length that corresponds to the length when the cam bumps an edge of the slot.

Bij voorkeur heeft de ander van het onderste deel en bovenste deel vasthoudelementen om de nok in de gleuf te houden. Doordat de nok in de gleuf gehouden wordt, kan de nok niet ongewenst uit de gleuf verwijderd worden en zal de nok steeds botsen met een rand van de gleuf wanneer de opstaande versteviging zijn maximale lengte bereikt. Hierdoor kan een gegarandeerde werking van de opstaande verstevigmg bekomen worden.Preferably, the other of the bottom part and top part has retaining elements to hold the cam in the slot. Because the cam is held in the slot, the cam cannot be undesirably removed from the slot and the cam will always collide with an edge of the slot when the upright reinforcement reaches its maximum length. As a result, a guaranteed effect of the upright reinforcement can be obtained.

Bij voorkeur is het zeil ter plaatse van de haakverbinding verbonden met één van de delen van de opstaande versteviging. Door het zeil te verbinden met één van de delen van de opstaande verstevigmg kan het zeil als veerelement fungeren voor het ene deel van de opstaande versteviging. Meer bepaald zal het zeil door de rek in het zeil een trekkracht uitoefenen op het ene deel van de versteviging zodanig dat een optimale werking en optimale samenwerking tussen het zeil en de opstaande versteviging ontstaat.The tarpaulin is preferably connected to one of the parts of the upright reinforcement at the location of the hook connection. By connecting the sail to one of the parts of the upright reinforcement, the sail can act as a spring element for one part of the upright reinforcement. More specifically, the stretch in the sail will cause the sail to exert a tensile force on one part of the reinforcement, such that an optimum effect and optimum cooperation between the sail and the upright reinforcement is created.

Bij voorkeur bevat elk bevestigmgselement een haak en een spanelement, waarbij de haak verbonden is met de onderste draagbalk en waarbij het spanelement voorzien is voor het in een opwaartse richting opspannen van het zeil tussen een onderste draagbalk en de bovenste draagbalk. Via de bevestigingselementen wordt het zeil met zijn onderzijde verbonden met de onderste draagbalk. Wanneer de bevestigmgselementen een haak en een spanelement hebben, wordt het mogelijk om het zeil ter plaatse van zijn onderzijde los te maken van de onderste draagbalk. Door de haak te verbinden met de onderste draagbalk, en door de aanwezigheid van het spanelement, kan het zeil opgespannen worden. Daarbij is het spanelement voorzien om een opwaartse spankracht op het zeil te zetten die klemer is dan de vooraf bepaalde opwaartse spanning. De vooraf bepaalde opwaartse spanning is een spanning waarbij de opstaande verstevigmg een verstevigingsfunctie uitoefent. Omdat het spanelement het zeil opspant met een kracht die kleiner is dan deze die nodig is voor het laten functioneren van de opstaande versteviging, zal de opstaande versteviging niet inwerking zijn wanneer het zeil opgespannen is. Het zeil zal daarom op zijn normale manier, traditionele manier werken. Meer bepaald kan het zeil door zijn rekbaarheid een beetje in hoogte toenemen en afnemen om de werking van het zeil en de laadruimte te verbeteren. Met name wanneer een zeil geopend en gesloten wordt via onderste en bovenste wagentjes, blijkt dit noemenswaardig voordelis.Preferably, each fastening element includes a hook and a tensioning element, the hook being connected to the lower support beam and the tensioning element being provided to tension the sail in an upward direction between a lower support beam and the upper support beam. The bottom side of the sail is connected to the bottom support beam by means of the fastening elements. When the fastening elements have a hook and a tension element, it becomes possible to detach the sail from the lower support beam at its underside. By connecting the hook to the lower support beam, and by the presence of the tensioning element, the sail can be tensioned. The tensioning element is herein provided to apply an upward tensioning force to the sail, which is more clamped than the predetermined upward tension. The predetermined updraft is a tension at which the upstanding stiffener performs a stiffening function. Because the tensioning element stretches the sail with a force that is less than that required for the upright reinforcement to function, the upright reinforcement will not be effective when the sail is tensioned. The sail will therefore operate in its normal, traditional way. More specifically, due to its stretchability, the sail may increase and decrease in height a little to improve the operation of the sail and the cargo space. Particularly when a tarpaulin is opened and closed via bottom and top trolleys, this proves to be a significant advantage.

Bij voorkeur is het spanelement verbonden met het zeil via verbindingsmiddelen en is het onderste deel van de haakverbinding via genoemde verbindingsmiddelen met het zeil en het spanelement verbonden. Het onderste deel wordt door het zeil omhoog getrokken. Wanneer het zeil aangespannen wordt, dit wil zeggen het zeil naar beneden getrokken wordt, wordt de lengte van het verstevigmgselement groter. Slechts wanneer de lengte groter wordt dan de vooraf bepaalde lengte, anders gezegd wanneer de vooraf bepaalde spankracht op het zeil aangelegd wordt, zal de opstaande versteviging zijn functie vervullen.Preferably, the tensioning element is connected to the tarpaulin via connecting means and the lower part of the hook connection is connected to the tarpaulin and the tensioning element via said connecting means. The lower part is pulled up by the tarpaulin. When the sail is tensioned, that is to say the sail is pulled down, the length of the reinforcing element increases. Only when the length becomes greater than the predetermined length, in other words when the predetermined tension force is applied to the sail, will the upright reinforcement fulfill its function.

Bij voorkeur bevat de onderste draagbalk een onderste rail en is voor elk bevestigingselement een overeenstemmend onderste wagentje voorzien. Het zeil kan ter plaatse van zijn onderzijde vast verbonden zijn met het onderste wagentje, waarbij het zeil onder een spanning gebracht is die kleiner is dan de vooraf bepaalde spanning. Hierdoor kan het zeil gemakkelijk geopend en gesloten worden door het bewegen van onderste en bovenste wagentjes, waarbij de rekbaarheid van het zeil afstandsverschillen tussen de bovenste rail en de onderste rail kan opvangen. Echter wanneer goederen drukken tegen het zeil en aan het zeil een opwaartse spanning aanleggen die groter is dan de vooraf bepaalde opwaartse spanning, zal de opwaartse versteviging functioneel worden en zal verder uitrekken van het zeil tegengehouden worden door de opstaande verstevigme. De opstaande versteviging vormt vanaf dat moment een blokkade voor de goederen zodat de goederen verhinderd worden om het zeil verder uit te rekken. Wanneer onderste wagentjes voorzien worden in een onderste rail in combinatie met een bevestigingselement met een spanelement en een haak, kan ook via het spanelement en de haak de onderzijde van het zeil met de wagentjes verbonden worden. In deze configuratie is het verder mogelijk om het zeil los te maken van de onderste draagbalk via de haak.Preferably, the lower support beam includes a lower rail and a corresponding lower trolley is provided for each securing element. The sail can be fixedly connected to the lower trolley at its underside, the sail being placed under a tension which is less than the predetermined tension. This allows the sail to be easily opened and closed by moving lower and upper trolleys, whereby the stretchability of the sail can accommodate differences in distance between the upper rail and the lower rail. However, when goods press against the sail and apply an upward tension to the sail that is greater than the predetermined upward tension, the upward stiffener will become functional and further stretching of the sail will be prevented by the upstanding stiffener. From that moment on, the upright reinforcement forms a blockage for the goods so that the goods are prevented from further stretching the sail. When lower trolleys are provided in a lower rail in combination with a fastening element with a tension element and a hook, the underside of the sail can also be connected to the trolleys via the tension element and the hook. In this configuration it is further possible to release the tarpaulin from the lower support beam via the hook.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoermgsvoorbeelden.The invention will now be described in more detail with reference to embodiment examples shown in the drawings.

In de tekeningen laat: figuur 1 een laadruimte zien volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 een doorsnede zien het systeem voor het ophangen van het zeil ter plaatse van de bovenste draagbalk:In the drawings: figure 1 shows a loading space according to an embodiment of the invention; figure 2 shows a cross-section of the system for hanging the tarpaulin at the location of the upper support beam:

figuur 3 een doorsnede zien van het systeem voor het ophangen van het zeil ter plaatse van de onderste draagbalk: figuur 4 een doorsnede zien van een uitvoeringsvorm van het systeem voor het ophangen van het zeil volgens een eerste uitvoeringsvorm; figuur 5 de werking zien van de opstaande versteviging; en figuur 6 enkele uitvoeringsvormen zien van de opstaande versteviging.Figure 3 is a cross-sectional view of the tarpaulin suspension system at the bottom support beam; Figure 4 is a cross-sectional view of an embodiment of the tarpaulin suspension system according to a first embodiment; figure 5 shows the operation of the upright reinforcement; and figure 6 shows some embodiments of the upright reinforcement.

In de tekeningen is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.In the drawings the same or analogous element is assigned the same reference numerals.

Laadruimtes 1 die bepaald worden door laadbakken 2, in het bijzonder mobiele laadbakken, worden gebruikt om goederen in te transporteren. Daarbij wordt laadruimte 1 gedefinieerd als het volume plaats dat in de laadbak 2 aanwezig is. De laadbak 2 is gevormd door de fysieke componenten die de laadruimte omsluiten. Zulk een laadbak 2 is weergegeven in figuur 1 als een laadbak 2 met laadruimte 1 op een trailer voor een vrachtwagen (niet weergegeven). Het zal echter duidelijk zijn dat de uitvinding niet enkel toepasbaar is op trailers van vrachtwagens, maar ook op treinwagons, vrachtwagens met opgebouwde laadbak en verdere mobiele laadbakken met laadruimtes.Loading spaces 1 defined by loading containers 2, in particular mobile loading containers, are used to transport goods. Loading space 1 is herein defined as the volume of space that is present in loading body 2. The cargo box 2 is formed by the physical components that enclose the cargo space. Such a container 2 is shown in figure 1 as a container 2 with cargo space 1 on a trailer for a truck (not shown). However, it will be clear that the invention is not only applicable to trailers of trucks, but also to train wagons, trucks with a built-up container and further mobile containers with cargo spaces.

Zulke laadbakken hebben buitenafmetingen die typisch bij wet gelimiteerd zijn. Zo wordt m België voor een niet-gekoelde laadbak van een vrachtwagen een buitenafmeting met een maximale breedte van 2,55m opgelegd. Deze opgelegde maximale buitenafmetingen beïnvloeden uiteraard de maximale beschikbare laadruimte m de laadbak. Om deze laadruimte te maximaliseren, wordt de wand van de laadruimte bij voorkeur gevormd op een uiterste perifere rand van de laadbak. Draag- en steunelementen waarmee de laadbak opgebouwd is en die een doorsnede hebben groter en dikker dan de wand van de laadruimte, bevinden zich daarom bij voorkeur binnen deze wand, zodat geen of slechts een gering gedeelte van deze elementen buiten deze wand uitsteken. Op deze manier worden de buitenafmetingen hoofdzakelijk gedefinieerd door de wand van de laadruimte, hetgeen de beschikbare plaats m de laadruimte maximaliseert.Such buckets have outer dimensions that are typically limited by law. In Belgium, for example, an outside dimension with a maximum width of 2.55 m is imposed for a non-refrigerated body of a truck. These imposed maximum external dimensions naturally influence the maximum available loading space in the loading area. In order to maximize this cargo space, the cargo space wall is preferably formed on an extreme peripheral edge of the cargo bed. Supporting and supporting elements with which the container is constructed and which have a cross-section larger and thicker than the wall of the cargo space, are therefore preferably located within this wall, so that no or only a small part of these elements protrude beyond this wall. In this way, the outer dimensions are mainly defined by the wall of the cargo space, which maximizes the space available in the cargo space.

De wand wordt bij voorkeur gevormd door een zeil 3. Een zeil 3 heeft typisch een geringe dikte, en daarom zal een zeil 3 geschikt zijn als wand van een laadbak 2 ter afsluiting van een laadruimte 1, omdat het weinig laadruimte 1 inneemt. Verder heeft een zeil 3 het voordeel dat het flexibel is en, mits bevestigd via een geschikt ophangsysteem, weggeschoven kan worden naar één kant zoals geïllustreerd aan de rechterzijde van de trailer uit figuur 1, zodanig dat de laadruimte toegankelijk wordt.The wall is preferably formed by a tarpaulin 3. Typically, a tarpaulin 3 has a small thickness, and therefore a tarpaulin 3 will be suitable as a wall of a container 2 to close off a cargo space 1, because it takes up little cargo space 1. Furthermore, a tarpaulin 3 has the advantage that it is flexible and, if attached via a suitable suspension system, can be slid away to one side as illustrated on the right-hand side of the trailer from figure 1, such that the loading space becomes accessible.

Figuur 1 toont een trailer waarbij het zeil 3 opgehangen is aan een ophangsysteem met wagentjes en draagbalken, waarbij de bovenste draagbalken 4 zich aan de bovenzijde van hetzeil bevinden en de onderste draagbalken 5 zich aan de onderzijde van het zeil bevinden.Figure 1 shows a trailer in which the sail 3 is suspended from a suspension system with trolleys and support beams, the upper support beams 4 being on the top side of the sail and the lower support beams 5 being on the underside of the sail.

In een dergelijke configuratie kunnen, zoals weergegeven in figuur 1, opstaande steunbalken 9 de bovenste draagbalk en de onderste draagbalk op een vooraf bepaalde afstand houden.In such a configuration, as shown in Figure 1, upright support beams 9 can keep the upper joist and the lower joist at a predetermined distance.

De opstaande steunbalken 9 zullen met name doorbuiging van de bovenste draagbalk ten gevolge van het gewicht van het zeil, en de optionele verticale spankracht op het zeil, minimaliseren.The upright support beams 9 will in particular minimize deflection of the top carrier beam due to the weight of the sail, and the optional vertical tension force on the sail.

In de praktijk wordt het aantal steunbalken gekozen tussen van 1 tot 6, bij voorkeur van 2 tot 4, meest bij voorkeur worden 3 steunbalken voorzien.In practice, the number of support beams is selected from 1 to 6, preferably from 2 to 4, most preferably 3 support beams are provided.

De steunbalken 9 zijn bij voorkeur voorzien aan een binnenzijde van het zeil 3 zodanig dat het zeil 3 langs de steunbalken 9 kan bewegen bij het openen en sluiten van het zeil 3. Het zeil is opgehangen aan de bovenste draagbalk 4 via wagentjes.The support beams 9 are preferably provided on an inside of the sail 3 such that the sail 3 can move along the support beams 9 when opening and closing the sail 3. The sail is suspended from the upper support beam 4 via trolleys.

Hiertoe is de bovenste draagbalk 4 van een bovenste rail voorzien waarm de wagentjes kunnen rollen in de lengterichting van de rail.To this end, the upper bearing beam 4 is provided with an upper rail, with which the trolleys can roll in the longitudinal direction of the rail.

Figuur 2 toont een doorsnede van de laadbak 2 ter plaatse van de bovenzijde draagbalk 4. De draagbalk 4 is voorzien van rails 6. In het voorbeeld van figuur 2 zijn twee rails 6 voorzien m de draagbalk 4. Daarbij zijn rails 6 zodanig gevormd dat wieltjes 8 van wagentjes 7 kunnen rollen in de rails 6 in de langsrichting van de dwarsbalk 4. Het zal duidelijk zijn dat de wagentjes 7 en de dwarsbalk 4 zoals weergegeven in figuur 2 slechts één van de vele mogelijkheden toont van bovenste wagentjes 7 voor het ophangen van een zeil.Figure 2 shows a cross-section of the loading container 2 at the top of the support beam 4. The support beam 4 is provided with rails 6. In the example of figure 2 two rails 6 are provided in the support beam 4. Rails 6 are formed in such a way that wheels 8 of trolleys 7 can roll in the rails 6 in the longitudinal direction of the cross beam 4. It will be clear that the trolleys 7 and the cross beam 4 as shown in figure 2 shows only one of the many possibilities of upper trolleys 7 for hanging up. a sail.

Wanneer in deze beschrijving wordt vermeld dat een wagentje rolt m of ten opzichte van een draagbalk, dan wordt daarmee impliciet gezegd dat het wagentje rolt in rails die voorzien zijn m of aan de draagbalk.When it is mentioned in this description that a trolley rolls m or relative to a draw beam, it is implicitly said that the trolley rolls in rails provided m or on the draw beam.

De kenmerken en voordelen van een dergelijk wagentje zijn beschreven in EP2371595, die hierin geïncorporeerd 1s door referentie voor het verschaffen van nformatie over het wagentje en de rail.The features and advantages of such a trolley are described in EP2371595, which is incorporated herein by reference to provide information about the trolley and rail.

Aan de bovenste wagentjes 7 is een zeil 3 opgehangen.A tarpaulin 3 is suspended from the top trolleys 7.

Het zeil 3 is verbonden met de wagentjes 7 via bevestigingsmiddelen 10. In het voorbeeld van figuur 2 zijn twee bevestigmgsmiddelen 10 weergegeven per wagentje, welke bevestigmgsmiddelen schroeven of klinknagels zijn waarmee het zeil 3 met het wagentje 7 verbonden is.The tarpaulin 3 is connected to the carts 7 via fastening means 10. In the example of figure 2, two fastening means 10 are shown per cart, which fastening means are screws or rivets with which the tarpaulin 3 is connected to the cart 7.

De vakman begrijpt dat ook andere bevestigingsmiddelen 10, of een ander aantal, kunnen voorzien worden voor het bevestigen van het zeil 3 met het bovenste wagentje 7. Door het zeil 3 op deze of analoge werkwijze via wagentjes 7 op te hangen aan een dwarsbalk 4 met rails 6, kan het zeil 3 open en dicht geschoven worden door de wagentjes in de draagbalk 4 te rijden.The person skilled in the art understands that other fastening means 10, or a different number, can also be provided for fastening the sail 3 to the top trolley 7. By suspending the sail 3 in this or analogous method via trolleys 7 on a cross beam 4 with rails 6, the sail 3 can be slid open and closed by driving the trolleys into the carrier beam 4.

Het naar elkaar toe rijden van de wagentjes 7 zal als gevolg hebben dat het zeil 3 dat zich tussen de wagentjes 7 bevindt naar buiten zal flappen zoals een harmonica (naar buiten is in figuur 2 naar links, zijnde weg van de draagbalk 4). Zo kan toegang verschaft worden tot de laadruimte 1. In figuur 2 is het zeil 3 rechtstreeks met het bovenste wagentje 7 verbonden via de bevestigingsmiddelen 10. Verder wordt een opstaande versteviging 11 ook rechtstreeks met hetwagentje 7 verbonden via de bevestigingselementen 10. De opstaande versteviging 11 wordt bij voorkeur voorzien tussen het wagentje 7 en het zeil 3, ter plaatse van de bevestigmgsmiddelen 10. De opstaande versteviging kan gevormd worden door een verstevigingsband, bijvoorbeeld een lasband.Driving the trolleys 7 towards each other will have the result that the sail 3 located between the trolleys 7 will flap outward like a harmonica (outward is in figure 2 to the left, being away from the support beam 4). Thus, access can be provided to the loading space 1. In figure 2 the tarpaulin 3 is directly connected to the upper trolley 7 via the fastening means 10. Furthermore, an upright reinforcement 11 is also directly connected to the trolley 7 via the fastening elements 10. The upright reinforcement 11 is preferably provided between the trolley 7 and the tarpaulin 3, at the location of the fastening means 10. The upright reinforcement can be formed by a reinforcement band, for instance a welding band.

Bij voorkeur is de opstaande versteviging gevormd door een flexibel metalen profiel.The upright reinforcement is preferably formed by a flexible metal profile.

De opstaande versteviging 11 zorgt ervoor, met name wanneer de opstaande versteviging ook met de onderste draagbalk 5 verbonden 1s, dat een sterke weerstand verkregen wordt tegen naar buiten bewegen van het zeil in de dwarsrichting.The upright reinforcement 11 ensures, in particular when the upright reinforcement is also connected to the lower bearing beam 5, that a strong resistance is obtained against outward movement of the sail in the transverse direction.

Wanneer een lading tegen de binnenzijde van het zeil drukt, bijvoorbeeld ten gevolge van een draaimanoeuvre wordt de ladmg door het zeil, wordt deze door het zeil en de opstaande verstevigingen 11 tegengehouden.When a load presses against the inside of the sail, for instance as a result of a turning maneuver, the load is held back by the sail and by the upright reinforcements 11.

De opstaande verstevigingen 11 zorgen verder dat het zeil minder snel beschadigt of scheurt wanneer goederen tegen het zeil gedrukt worden.The upright reinforcements 11 further ensure that the tarpaulin is less prone to damage or tearing when goods are pressed against the tarpaulin.

Daarmee wordt de veiligheid van het systeem noemenswaardig verbeterd.This significantly improves the security of the system.

Een metalen profiel, in het bijzonder een flexibel metalen profiel, een staalkabel, of een lasband als opstaande versteviging laat beweging van het zeil toe en laat zich manipuleren wanneer het zeil geopend en gesloten wordt.A metal profile, in particular a flexible metal profile, a steel cable, or a welding tape as an upright reinforcement allows movement of the sail and can be manipulated when the sail is opened and closed.

De werking van de opstaande versteviging 11 zal hieronder verder toegelicht worden.The operation of the upright reinforcement 11 will be further explained below.

Ook de verbinding tussen de opstaande verstevigmg 11 en het zeil, inclusief de bijbehorendeeffecten, zal hieronder verder toegelicht worden.The connection between the upright reinforcement 11 and the sail, including the associated effects, will also be further explained below.

Figuur 3 toont een doorsnede van het systeem voor het ophangen van een zeil ter plaatse van de onderste draagbalk 5. In de onderste draagbalk 5 is een onderste wagentje 22 getoond.Figure 3 shows a cross-section of the system for suspending a tarpaulin at the location of the lower carrying beam 5. In the lower carrying beam 5 a lower trolley 22 is shown.

Het onderste wagentje 22 is uitgevoerd met vijf wieltjes.The lower trolley 22 is equipped with five wheels.

Het onderste wagentje 22 heeft twee onderste wieltjes 12 die geplaatst zijn om tegen opstaande loopvlakken te rollen.The lower trolley 22 has two lower wheels 12 positioned to roll against upstanding running surfaces.

Het onderste wagentje 22 heeft verder een bovenste wieltje 13 dat ook voorzien is om tegen opstaande loopvlakken te rollen.The lower trolley 22 further has an upper wheel 13 which is also provided to roll against upstanding running surfaces.

Bovenaan heeft het onderste wagentje 22 twee verdere bovenste wieltjes 14 die gepositioneerd zijn om tegen liggende loopvlakken te rollen.At the top, the lower trolley 22 has two further upper wheels 14 positioned to roll against abutting running surfaces.

De voordelen van een dergelijk wagentje zijn beschreven in EP 2 708 395, die hierin geïncorporeerd is door referentie voor het verschaffen van informatie over het wagentje en de rail.The advantages of such a trolley are described in EP 2 708 395, which is incorporated herein by reference to provide information about the trolley and rail.

De voordelen van dit wagentje hebben met name betrekking op het opvangen van krachten.The advantages of this trolley are mainly related to the absorption of forces.

Meer bepaald kunnen rotatiekrachten en translatiekrachten in meerdere richtingen efficiënt opgevangen worden zodat het soepel rollen van het wagentje in de rail gegarandeerd is.More specifically, rotational forces and translational forces in multiple directions can be efficiently absorbed so that smooth rolling of the trolley in the rail is guaranteed.

In dit kader wordt opgemerkt dat hierboven, met verwijzing naar figuur 2, een wagentje is getoond en beschreven met een meer eenvoudige opbouw.In this context it is noted that above, with reference to figure 2, a trolley has been shown and described with a simpler construction.

Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat ook in de bovenste rail een wagentje met vijf wieltjes zoals getoond in figuur 3 kan gebruikt worden.It will be clear to the skilled person that a trolley with five wheels as shown in figure 3 can also be used in the top rail.

Ook zal voor de vakman duidelijk zijn dat in de onderste draagbalk een meer eenvoudig wagentje, bijvoorbeeld een wagentje zoals getoond in figuur 2, kan toegepast worden.It will also be clear to the skilled person that a simpler trolley, for instance a trolley as shown in figure 2, can be used in the lower support beam.

Het gebruik van bovenste wagentjes met drie wieltjes zoals getoond m figuur 2 in een bovenste en/ofonderste rail, en/of het gebruik van onderste wagentjes met vijf wieltjes zoals getoond in figuur 3 in een bovenste en/of onderste rail betreffen voorkeurs uitvoeringsvormen. In de voorkeurs uitvoeringsvorm uit figuur 3 heeft het onderste wagentje 22 een verbindingselement 20. Het verbindingselement 20 is bij voorkeur gevormd als een rand die zich minstens gedeeltelijk neerwaarts uitstrekt, zodanig dat een haak 18 met een distaal eind achter de rand kan haken. De haak 18 is in figuur 3 weergegeven als onderste element aan het zeil 3. De haak 18 is deel van een onderste emd 16 waarmee het zeil 3 ter plaatse van zijn onderzijde bevestigbaar 1s met het onderste wagentje 22. In de getoonde uitvoeringsvorm is het zeil 3 niet vast verbonden met het onderste wagentje 22, maar losmaakbaar verbonden.The use of upper trolleys with three wheels as shown in Figure 2 in an upper and / or lower rail, and / or the use of lower trolleys with five wheels as shown in Figure 3 in an upper and / or lower rail are preferred embodiments. In the preferred embodiment of Figure 3, the lower trolley 22 has a connecting element 20. The connecting element 20 is preferably formed as an edge that extends at least partially downward, such that a hook 18 can hook at a distal end behind the edge. The hook 18 is shown in figure 3 as the bottom element on the sail 3. The hook 18 is part of a bottom emd 16 with which the sail 3 can be attached to the bottom trolley 22 at its underside. In the embodiment shown, the sail is 3 not rigidly connected to the lower trolley 22, but releasably connected.

Figuur 3 toont een voorkeurs uitvoeringsvorm waarbij het onderste eind 16 van het zeil 3 een haak 18 bevat die achter het verbindmgselement 20 van het wagentje 22 kan gehaakt worden. Het onderste emd 16 bevat verder een spanelement 17 dat tussen de haak 18 en zeil 3 geplaatst is voor het in de opwaartse richtmg opspannen van het zeil. Dergelijke spanelementen en haken zijn bekend uit traditionele systemen voor het ophangen van een zeil waar de haken en spanelementen rechtstreeks op de onderste draagbalk worden bevestigd. De opstaande versteviging 11 is verbonden met het spanelement 17.Figure 3 shows a preferred embodiment in which the lower end 16 of the sail 3 includes a hook 18 which can be hooked behind the connecting element 20 of the trolley 22. The lower emd 16 further includes a tensioning element 17 which is placed between the hook 18 and sail 3 for tensioning the sail in the upward direction. Such tensioners and hooks are known from traditional tarpaulin suspension systems where the hooks and tensioners are attached directly to the lower girder. The upright reinforcement 11 is connected to the tension element 17.

In figuur 3 is verder een spanriem 19 getoond tussen de haak 18 en het spanelementFigure 3 further shows a tensioning belt 19 between the hook 18 and the tensioning element

17. De spanriem 19 is typisch compatibel met het spanelement 17, zodanig dat de spanriem en het spanelement de afstand tussen de haak 18 en het zeil 3 kunnen wijzigen en daarmee een spanning kunnen aanbrengen op het zeil 3. Op de markt zijn directe spanners bekend die typisch werken op basis van cen over-center rotatiebeweging. Alternatief kan cen gesp voorzien worden als spanelement, welke gesp typisch met zijn behuizing verbonden wordt met het zeil 3, terwijl een spanriem 19, typisch gevormd door een rigide textielband, tussen de gesp en het haakelement 18 wordt voorzien.17. The tensioning strap 19 is typically compatible with the tensioning element 17, such that the tensioning strap and the tensioning element can change the distance between the hook 18 and the sail 3 and thereby apply a tension to the sail 3. Direct tensioners are known on the market. which typically operate on the basis of an over-center rotational motion. Alternatively, a buckle may be provided as a tensioning element, which buckle is typically connected with its housing to the sail 3, while a tensioning strap 19, typically formed by a rigid textile band, is provided between the buckle and the hooking element 18.

De haak en het verbindingselement 20 zijn bij voorkeur zo op elkaar afgestemd dat een eenvoudige koppeling en loskoppeling kan gerealiseerd worden. Alternatief aan het getoonde voorbeeld, kan ook een kliksysteem voorzien worden waarbij het onderste eind 16 vastgeklikt wordt met of op het wagentje 22, en ook los geklikt kan worden van het wagentje 22. Het onderste eind 16 en het verbindmgselement 20 zijn zo op elkaar afgestemd dat een opwaartse spanning op het zeil 3 kan gerealiseerd worden in de verbonden toestand. Om rollen van het onderste wagentje 22 in de onderste draagbalk 5 mogelijk te maken, mag de opwaartse spanning op het zeil 3 niet te hoog worden. Tests wijzen uit dat wanneer een maximale werkingsspanning op het zeil wordt overschreden, de wagentjes 22 moeilijk rollen of zelfs blokkeren. Wanneer de spanning op het zeil lager wordt dan een minimumspanning, kan het zeil loskomen, of vormt het minstens geen strakkeafsluiting meer van de laadruimte. De rekbaarheid van het zeil laat typisch toe om afstandsvariaties tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5 eenvoudig op te vangen zonder dat de spanning op het zeil groter wordt dan de maximale werkingsspanning of kleiner wordt dan de minimumspanning.The hook and the connecting element 20 are preferably adapted to each other in such a way that a simple coupling and uncoupling can be realized. As an alternative to the example shown, a click system can also be provided in which the lower end 16 is clicked into place with or on the trolley 22, and can also be clicked loose from the trolley 22. The lower end 16 and the connecting element 20 are thus matched to each other. that an upward tension on the sail 3 can be realized in the connected state. To enable the lower trolley 22 to roll in the lower girder 5, the upward tension on the sail 3 must not become too high. Tests show that when a maximum operating voltage on the sail is exceeded, the carts 22 are difficult to roll or even block. When the tension on the tarpaulin falls below a minimum tension, the tarpaulin may come off, or at least it no longer forms a tight seal of the cargo space. The stretchability of the sail typically allows for distance variations between the upper girder 4 and the lower girder 5 to be easily accommodated without the tension on the sail exceeding the maximum operating tension or less than the minimum tension.

De uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 3 kan ook uitgevoerd worden zonder het voorzien van onderste wagentjes 22. In een dergelijke uitvoeringsvorm kan de haak 18 rechtstreeks verbonden worden met de onderste draagbalk 5. Dit laat toe op een analoge manier het zeil 3 op te spannen tussen de onderste draagbalk 5 en de bovenste draagbalk 4. Voor het openen en sluiten van het zeil, kunnen haken 18 losgemaakt worden zodat de bovenste wagentjes 7 kunnen rijden in de lengterichting van de bovenste draagbalk 4 om zo het zeil te openen. Tests wijzen uit dat de afstand tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5 tijdens het rijden kan wijzigen, bijvoorbeeld wanneer de laadruimte over een oneffen ondergrond wordt gereden. De rekbaarheid van het zeil laat typisch toe om afstandsvariaties tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5 eenvoudig op te vangen om te voorkomen dat de spanning op het zeil klemer wordt dan een minimumspanning.The embodiment as shown in figure 3 can also be carried out without providing lower trolleys 22. In such an embodiment the hook 18 can be connected directly to the lower support beam 5. This allows the sail 3 to be tensioned in an analogous manner between the lower draw beam 5 and the upper draw beam 4. To open and close the tarpaulin, hooks 18 can be released so that the upper trolleys 7 can travel in the longitudinal direction of the upper draw beam 4 in order to open the tarpaulin. Tests show that the distance between the upper draw beam 4 and the lower draw beam 5 can change while driving, for example when the cargo space is driven over uneven ground. The stretchability of the sail typically allows distance variations between the upper girder 4 and the lower girder 5 to be easily accommodated to prevent the tension on the sail from becoming clamped beyond a minimum tension.

Het spanelement 17 uit figuur 3 is bedoeld om een werkingsspanning op het zeil 3 aan te brengen. De werkingsspanning is typisch gelegen tussen de hierboven genoemde minimumspanning en de hierboven genoemde maximale werkingsspanning. Een typische werkmgsspanning die aangelegd wordt door een operator ligt tussen de 50 en 70 kg. Dit wil zeggen dat het zeil opgespannen is door het spanelement 17 alsof er een gewicht van 50 tot 70 kg aan het zeil 3 hangt ter plaatse van het spanelement 17. Wanneer het zeil 3 onder een dergelijke spanning staat, wordt een strakke zijwand van de laadruimte bekomen. Ook blijkt deze spanning optimaal om hoogteverschillen tussen de onderste en bovenste draagbalk tijdens het verplaatsen of bewegen van de laadruimte op te vangen.The tensioning element 17 of figure 3 is intended to apply an operating tension to the sail 3. The operating voltage is typically between the above-mentioned minimum voltage and the above-mentioned maximum operating voltage. A typical operating voltage applied by an operator is between 50 and 70 kg. This means that the sail is tensioned by the tension element 17 as if a weight of 50 to 70 kg is hanging from the sail 3 at the location of the tension element 17. When the sail 3 is under such tension, a tight side wall of the cargo space becomes obtain. This tension has also been found to be optimal for absorbing height differences between the lower and upper bearing beam during displacement or movement of the loading space.

Wanneer de onderste draagbalk voorzien is van wagentjes, zoals getoond in figuur 3, hebben tests uitgewezen dat het zeil geopend en gesloten kan worden door nagenoeg synchroon rijden van de bovenste en onderste wagentjes naar één van de zijkanten. Omdat de afstand tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5 niet over de volledige lengte van de zijkant identiek is, zal een afstandsvariatie moeten opgevangen worden door het zeil 3 tijdens het rijden van de wagentjes. Tests hebben uitgewezen dat de rekbaarheid van het zeil 3 dit toelaat zonder dat de spanning op het zeil boven de maximale werkingsspanning komt. De maximale werkingsspanning is bijvoorbeeld 100 kg of 120 kg.When the lower drawbeam is equipped with trolleys, as shown in Figure 3, tests have shown that the tarpaulin can be opened and closed by nearly synchronous driving of the upper and lower trolleys to one of the sides. Because the distance between the upper carrying beam 4 and the lower carrying beam 5 is not identical over the entire length of the side, a distance variation will have to be absorbed by the tarpaulin 3 while the trolleys are moving. Tests have shown that the stretchability of the sail 3 allows this without the tension on the sail exceeding the maximum operating tension. The maximum operating voltage is, for example, 100 kg or 120 kg.

Tussen het spanelement 17 en het bovenste wagentje (niet getoond in figuur 3) is een opstaande versteviging 11 voorzien. De opstaande versteviging 11 heeft een variabele lengte om dehierboven beschreven werking van het zeil toe te laten. De opstaande versteviging heeft een maximale lengte zodanig dat, wanneer een vooraf bepaalde spankracht op het zeil aangebracht wordt, de hoogte van het zeil gelijk is aan de maximale lengte van de opstaande versteviging 11. Het gevolg hiervan is dat de opstaande versteviging functioneel wordt als versteviging nadat het zeil zijn maximale hoogte heeft bereikt, zodanig dat wanneer verdere spanning aangelegd wordt, of een grotere kracht uitgeoefend wordt, deze opgevangen wordt door de opstaande versteviging. Dit wordt verder toegelicht aan de hand van figuur 5.An upright reinforcement 11 is provided between the tension element 17 and the top carriage (not shown in figure 3). The upright reinforcement 11 has a variable length to allow the above described operation of the sail. The upright reinforcement has a maximum length such that when a predetermined tension force is applied to the sail, the height of the sail is equal to the maximum length of the upright reinforcement 11. The result of this is that the upright reinforcement becomes functional as a reinforcement after the sail has reached its maximum height, such that when further tension is applied or a greater force is applied, it is absorbed by the upright reinforcement. This is further explained with reference to Figure 5.

In figuur 3 is getoond hoe het spanelement 17 verbonden is met een onderste deel 24 van de opstaande verstevigmg 11. Het spanelement 17 is ook verbonden met het zeil 3. Hierdoor is het onderste deel 24 van de opstaande verstevigmg 11 verbonden met een onderste eind 16 van het zeil 3. Omdat het zeil 3 een rekbaarheid heeft, zal het zeil 3 neiging hebben om het onderste deel 24 van de opstaande versteviging 11 omhoog te trekken. Door deze trekkracht van het zeil 3 neemt de opwaartse versteviging 11 een lengte aan die klemer is dan zijn maximale lengte. Met andere woorden voorziet het zeil 3 door zijn rekbaarheid in een veerwerking die de positie van het onderste deel 24 ten opzichte van het bovenste deel 23 van de opwaartse versteviging 11 bepaalt.In figure 3 it is shown how the tension element 17 is connected to a lower part 24 of the upright reinforcement 11. The tension element 17 is also connected to the sail 3. As a result the lower part 24 of the upright reinforcement 11 is connected to a lower end 16 of the sail 3. Because the sail 3 has a stretchability, the sail 3 will tend to pull the lower part 24 of the upright reinforcement 11 upwards. Due to this pulling force of the sail 3, the upward stiffening 11 takes on a length that is clamped than its maximum length. In other words, the sail 3, by its stretchability, provides a spring action which determines the position of the lower part 24 relative to the upper part 23 of the upward reinforcement 11.

Tussen het onderste deel 24 en het bovenste deel 23 van de opstaande versteviging is een haakverbindmg gevormd, zoals principieel getoond in figuur 3. Een haakverbindmg heeft als kenmerk dat wanneer delen van de haakverbinding uit elkaar bewogen worden, de haakverbinding aangrijpt op een vooraf bepaalde relatieve positie van de delen ten opzichte van elkaar zodat verder uit elkaar bewegen tegengehouden wordt. Via deze haakverbinding heeft deze opstaande versteviging, bevattende de twee delen, een maximumlengte. Wanneer de haakverbinding aangrijpt is de rekbaarheid of stijfheid van het materiaal waaruit de opstaande verstevigmg 11 vervaardigd is, bepalend is voor de weerstand tegen rek. Echter, wanneer de haakverbinding niet ingrijpt en de opstaande versteviging 11 een lengte heeft die kleiner is dan zijn maximale lengte zal de weerstand tegen rek of lengteverandering van de opstaande verstevigmg 11 minimaal zijn en slechts bepaald worden door de weerstand van de haakverbinding tegen verschuiving van de delen daarvan ten opzichte van elkaar. Dit laatste is typisch verwaarloosbaar. Daarom zal, wanneer een neerwaartse kracht aangelegd wordt ter plaatse van het spanelement 17, de afstandsverandering tussen het spanelement 17 en het bovenste wagentje in een eerste fase primair bepaald worden door de rekbaarheid van het zeil 3. In een tweede fase, wanneer de haakverbindmg aangrijpt, zal verdere lengteverandering bij het verder verhogen van de kracht bepaald worden door de rekbaarheid van de opstaande versteviging 11.A hook connection is formed between the lower part 24 and the upper part 23 of the upright reinforcement, as shown in principle in figure 3. A hook connection is characterized in that when parts of the hook connection are moved apart, the hook connection engages a predetermined relative. position of the parts relative to each other so that further apart movement is prevented. Via this hook connection, this upright reinforcement, comprising the two parts, has a maximum length. When the hook connection engages, the stretchability or stiffness of the material from which the upright reinforcement 11 is made determines the resistance to elongation. However, if the hook joint does not engage and the upright reinforcement 11 has a length less than its maximum length, the resistance to elongation or change in length of the upright reinforcement 11 will be minimal and will only be determined by the resistance of the hook joint to displacement of the brace. parts thereof with respect to each other. The latter is typically negligible. Therefore, when a downward force is applied at the tension member 17, the change in distance between the tension member 17 and the top carriage in a first stage will be primarily determined by the stretchability of the sail 3. In a second stage, when the hook connector engages , further change in length as the force further increases will be determined by the stretchability of the upright reinforcement 11.

Figuur 4 toont een wagentje 7 voorzien om te rollen in de bovenste draagbalk (aan de bovenzijde van de figuur) en een onderste wagentje 22 voorzien om te rollen in de onderstedraagbalk (aan de onderzijde van de figuur). Daarbij is het onderste wagentje 22 vast verbonden met een onderste emd 16 van het zeil 3 via verbindingsmiddelen zoals schroeven, nagels of revetten. Het bovenste wagentje 7 is verbonden met een bovenste eind van het zeil 3. In de uitvoeringsvorm uit figuur 4 is het zeil 3 vast verbonden tussen onderste wagentje 22 en bovenste wagentje 7. Echter, omdat de afstand tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5 niet over de volledige lengte identiek en/of constant is, kunnen hoogtevariaties ontstaan. Deze hoogtevariaties worden door de rekbaarheid van het zeil 3 opgevangen. Een opwaartse versteviging 11 is ook verbonden tussen het onderste wagentje 22 en het bovenste wagentje 7 om dezelfde reden als hierboven beschreven, naar aanleiding van figuur 3. De effecten en voordelen worden hieronder toegelicht aan de hand van figuur 5.Figure 4 shows a trolley 7 arranged to roll in the upper support beam (at the top of the figure) and a lower trolley 22 arranged to roll in the lower support beam (at the bottom of the figure). The lower trolley 22 is thereby fixedly connected to a lower emd 16 of the tarpaulin 3 via connecting means such as screws, nails or washers. The top carriage 7 is connected to an upper end of the sail 3. In the embodiment of Figure 4, the sail 3 is rigidly connected between bottom carriage 22 and top carriage 7. However, because the distance between the top support beam 4 and the bottom support beam 5 is not identical and / or constant over the entire length, height variations may occur. These height variations are absorbed by the stretchability of the sail 3. An upward bracing 11 is also connected between the lower trolley 22 and the upper trolley 7 for the same reason as described above, in reference to Figure 3. The effects and advantages are explained below with reference to Figure 5.

Figuur 5A toont een situatie waarin het zeil 3 onder een normale werkingsspanning staat. Meer bepaald is de hoogte hl tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5 een hoogte die als normale werkmgshoogte kan beschouwd worden. In een dergelijke situatie is de opstaande versteviging 11 niet actief. Dit wil zeggen dat de lengte van de opstaande verstevigmg 11 kleiner is dan zijn maximale lengte. In figuur 5A is de opstaande versteviging 11 als een kabel getekend, en heeft de kabel ter plaatse van een middenzone een lus. Deze lus illustreert dat de kabel een lengte heeft die groter is dan de lengte die nodig is om de hoogte hl te overbruggen. Daarom is in de situatie van figuur 5A de kabel niet gespannen, en biedt de kabel geen noemenswaardige weerstand tegen lensteveranderine.Figure 5A shows a situation in which the sail 3 is under a normal operating voltage. More specifically, the height h1 between the upper carrying beam 4 and the lower carrying beam 5 is a height which can be regarded as a normal working height. In such a situation the upright reinforcement 11 is not active. That is, the length of the upright reinforcement 11 is less than its maximum length. In figure 5A the upright reinforcement 11 is shown as a cable, and the cable has a loop at the location of a central zone. This loop illustrates that the cable has a length that is greater than the length required to bridge the height hl. Therefore, in the situation of figure 5A the cable is not tensioned, and the cable offers no appreciable resistance to lens change.

Figuur 5B toont een situatie waarin een kracht F aangelegd wordt op het zeil 3. Deze kracht F zorgt voor een zijwaartse spanning, die ook de opwaartse spanning op het zeil 3 vergroot. De opwaartse spanning is de spannmg die zich tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5 uitstrekt. In de getoonde figuur 5B is de opwaartse spanning gelijk aan de vooraf bepaalde opwaartse spanning.Figure 5B shows a situation in which a force F is applied to the sail 3. This force F creates a sideways tension, which also increases the upward tension on the sail 3. The upward tension is the tension that extends between the upper joist 4 and the lower joist 5. In Fig. 5B shown, the upward tension is equal to the predetermined upward tension.

Door de rekbaarheid van het zeil 3 zal de hoogte h van het zeil groter worden naarmate de opwaartse spanning toeneemt. Daarbij is de hoogte h niet de rechtstreekse afstand tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5, maar wel de afstand van het pad dat het zeil 3 aflegt tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5. Dit is geïllustreerd in figuur 5B met de afstand h2. De linkse pijl h2 volgt het pad dat het zeil 3 aflegt tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5, terwijl de rechtse pijl h2 dezelfde afstand in een rechte lijn weergeeft. De hoogte van het zeil heeft steeds betrekking op de lengte van het pad dat het zeil 3 aflegt tussen de bovenste draagbalk 4 en de onderste draagbalk 5, en is daarom in de situatie uit figuur 5B gelijk aan de lengte van de rechtse pijl h2. De vakman zal begrijpen dat wanneer het zeil 3 recht gespannen staat tussen de onderste draagbalk 5 en de bovenste draagbalk 4 de hoogte h gelijkis aan de afstand tussen de draagbalken.Due to the stretchability of the sail 3, the height h of the sail will increase as the upward tension increases. The height h is not the direct distance between the upper bearing beam 4 and the lower bearing beam 5, but the distance of the path that the sail 3 travels between the upper bearing beam 4 and the lower bearing beam 5. This is illustrated in figure 5B with the distance h2. The left arrow h2 follows the path the sail 3 travels between the upper bearing beam 4 and the lower bearing beam 5, while the right arrow h2 represents the same distance in a straight line. The height of the sail always relates to the length of the path traveled by the sail 3 between the upper bearing beam 4 and the lower bearing beam 5, and is therefore equal to the length of the right-hand arrow h2 in the situation of figure 5B. The person skilled in the art will understand that when the sail 3 is stretched straight between the lower carrying beam 5 and the upper carrying beam 4, the height h equals the distance between the supporting beams.

Wanneer een zijdelingse kracht F aangebracht wordt, zoals geïllustreerd in figuur 5B, is de hoogte van het zeil 3 groter dan de rechtstreekse afstand tussen de draagbalken.When a lateral force F is applied, as illustrated in Figure 5B, the height of the sail 3 is greater than the direct distance between the supporting beams.

Het verstevigingselement 11 is ontworpen met een maximale lengte die gelijk is aan de hoogte h2 van het zeil 3, wanneer het zeil 3 onder de vooraf bepaalde opwaartse spanning staat.The reinforcement element 11 is designed with a maximum length equal to the height h2 of the sail 3 when the sail 3 is under the predetermined upward tension.

Wanneer de opstaande versteviging 11 in zijn maximale lengte terechtkomt, wordt de verstevigmg functioneel en zal de versteviging 11 het verder uitrekken tegenhouden.When the upright reinforcement 11 reaches its maximum length, the reinforcement becomes functional and the reinforcement 11 will stop further stretching.

Omdat de versteviging typisch tegen het zeil wordt voorzien, zal de versteviging ook verder uitrekken van het zeil tegenhouden en hierdoor het zeil verstevigen.Because the reinforcement is typically provided against the sail, the reinforcement will also stop further stretching of the sail and thereby strengthen the sail.

Hierdoor zal ook het vergroten van de hoogte h2 van het zeil 3 tegengehouden worden.This will also prevent the increase of the height h2 of the sail 3 from being increased.

In de in figuur 5B geïllustreerde toestand zal het verder verhogen van de kracht F geen noemenswaardig verdere spanning op het zeil 3 teweegbrengen, maar wel een verhoging van de spanning in de verstevigmg 11. De versteviging 11 heeft in zijn maximale lengte een noemenswaardig grotere weerstand tegen rek om de kracht F op te vangen.In the state illustrated in figure 5B, the further increase of the force F will not bring about any appreciable further tension on the sail 3, but it will increase the tension in the reinforcement 11. The reinforcement 11 in its maximum length has a noticeably greater resistance to resistance. stretch to absorb the force F.

De vakman begrijpt dat gebruikmakend van deze principes een zeilsysteem kan ontworpen worden, waarbij de versteviging geen noemenswaardige invloed heeft op de werking en met name de rekbaarheid van het zeil wanneer het zeil onder een normale belasting staat.The skilled person understands that using these principles a sail system can be designed, in which the reinforcement has no appreciable influence on the operation and in particular the stretchability of the sail when the sail is under a normal load.

Echter, wanneer het zeil onder een abnormale belasting komt te staan, wordt de versteviging 11 actief om verder uitrekken van het zeil te beperken en het zeil te verstevigen.However, when the sail is placed under an abnormal load, the reinforcement 11 becomes active to limit further stretching of the sail and stiffen the sail.

Deze principes kunnen gebruikt worden om een zeilsysteem te ontwerpen waarbij een goede en vlotte werking van het zeil 3 mogelijk is, terwijl een maximale uitslag van het zeil 3 vastgelegd wordt bij een vooraf bepaalde kracht.These principles can be used to design a sail system in which a good and smooth operation of the sail 3 is possible, while a maximum deflection of the sail 3 is fixed at a predetermined force.

In Europa zijn dergelijke testen bekend als XL-testen, en moeten goederen in laadruimte die de XL- testen doorstaan onder vooraf bepaalde voorwaarden niet vastgemaakt worden in de laadruimte.In Europe, such tests are known as XL tests, and goods in cargo space that pass the XL tests do not have to be secured in the cargo area under predetermined conditions.

Figuur 6 toont enkele uitvoeringen van haakverbindingen voor het verbinden van een onderste deel 24 en een bovenste deel 23 van een opwaartse verstevigmg 11. Figuur 6C toont de meest principiële uitvoering van de haakverbinding, waarbij twee haakdelen kunnen bewegen ten opzichte van elkaar, zoals geïllustreerd met pijl 27. Door de beweging van de haakdelen 23, 24 ten opzichte van elkaar is een variabele lengte van de opstaande versteviging 11 gemakkelijk te voorzien.Figure 6 shows some embodiments of hook connections for connecting a lower part 24 and an upper part 23 of an upward stiffener 11. Figure 6C shows the most basic embodiment of the hook connection, where two hook parts can move with respect to each other, as illustrated with arrow 27. Due to the movement of the hook parts 23, 24 relative to each other, a variable length of the upright reinforcement 11 can easily be provided.

Wanneer de haakdelen 24, 23 uit elkaar bewogen worden, zullen de haakdelen op een vooraf bepaalde relatieve positie aangrijpen aan elkaar, zodat het verder uit elkaar bewegen van de haakdelen 23, 24 verhinderd wordt.When the hook parts 24, 23 are moved apart, the hook parts will engage each other at a predetermined relative position, so that the hook parts 23, 24 move further apart from each other.

Hierdoor heeft de opstaande versteviging 11 een maximale lengte.As a result, the upright reinforcement 11 has a maximum length.

De maximale lengte komt overeen met de lengte die de opstaande versteviging 11 heeft wanneer de haakelementen aangrijpen.The maximum length corresponds to the length of the upright reinforcement 11 when the hook elements engage.

Figuur 6A toont een voorkeursuitvoerng van een haakverbmding.Figure 6A shows a preferred embodiment of a hook joint.

De voorkeursuitvoering uit figuur 6A is met een minimale dikte realiseerbaar, en is daarom optimaal omgebruikt te worden m een zijwand.The preferred embodiment of figure 6A can be realized with a minimum thickness, and is therefore optimal for use in a side wall.

De vakman begrijpt dat de dikte van de wand per voorkeur zo gering mogelijk gehouden wordt.The person skilled in the art understands that the thickness of the wall is kept as low as possible by preference.

In de uitvoering uit figuur 6A is het bovenste deel 23 van de opstaande versteviging 11 gevormd als een plaat of strook of strip.In the embodiment of figure 6A the top part 23 of the upright reinforcement 11 is formed as a plate or strip or strip.

Bij voorkeur is de plaat uit metaal vervaardigd.The plate is preferably made of metal.

Alternatief kan de plaat uit een harde kunststof vervaardigd zijn.Alternatively, the plate can be made of a hard plastic.

Ter plaatse van zijn onderzijde heeft het bovenste deel 23 een gleuf 25. Het onderste deel 24 van de opstaande versteviging 11 is voorzien van een nok 21. De nok 21 past in de gleuf 25. De nok 21 wordt door vasthoudelementen 26 in de gleuf 25 vastgehouden.At the location of its underside, the upper part 23 has a slot 25. The lower part 24 of the upright reinforcement 11 is provided with a cam 21. The cam 21 fits into the slot 25. The cam 21 is placed in the groove 25 by holding elements 26. detained.

De vasthoudelementen 26 zijn gevormd als platen die zich aan weerszijden van de nok 21 uitstrekken en die gevormd zijn om over de randen van de gleuf 25 te grijpen.The retaining elements 26 are formed as plates extending on either side of the cam 21 and which are shaped to grip the edges of the slot 25.

Op basis van figuur 6A begrijpt de vakman dat het uiterst compacte mechanisme kan voorzien worden om de opstaande versteviging met een variabele lengte en een maximale lengte te voorzien.Based on Figure 6A, those skilled in the art understand that the extremely compact mechanism can be provided to provide the upright reinforcement with a variable length and a maximum length.

Dat de opstaande versteviging 11 een minimale lengte heeft is minder relevant omdat ook het zeil een minimale hoogte heeft.The fact that the upright reinforcement 11 has a minimum length is less relevant because the sail also has a minimum height.

Het onderste deel 24 kan gevormd worden met een stuk plaat dat een afstand overbrugt tussen een onderste emd 16 van het zeil en de haakverbinding.The bottom portion 24 may be formed with a piece of plate bridging a distance between a bottom emd 16 of the sail and the hook joint.

Alternatief kan de nok 21 met de vasthoudelementen rechtstreeks verbonden worden met bijvoorbeeld het spanelement 17. Figuur 6B toont een alternatieve uitvoering.Alternatively, the cam 21 with the retaining elements can be directly connected to, for example, the tensioning element 17. Figure 6B shows an alternative embodiment.

In de uitvoering van figuur 6B is de nok 21 gevormd als een verdikkmg ter plaatse van het onderste eind van het bovenste deel 23 van de opstaande versteviging 11. Het onderste deel 24 heeft een ring 28 die wel de buis of kabel kan doorlaten waaruit het bovenste deel 23 gevormd is, maar die te klein is om de verdikking of de nok 21 door te laten.In the embodiment of figure 6B the projection 21 is formed as a thickening at the location of the lower end of the upper part 23 of the upright reinforcement 11. The lower part 24 has a ring 28 which can pass the tube or cable from which the upper portion 23 is formed, but which is too small to allow the boss or cam 21 to pass.

Hierdoor vormt de nok met de ring een haakverbindmg.In this way the cam forms a hook connection with the ring.

Meer bepaald zal de nok 21 tegen de ring 28 aanslaan wanneer het onderste en bovenste deel uit elkaar bewogen worden.More specifically, the cam 21 will abut the ring 28 when the lower and upper parts are moved apart.

Op deze manier wordt een maximale lengte van de opstaande versteviging 28 bekomen.In this way a maximum length of the upright reinforcement 28 is obtained.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden.Based on the above description, those skilled in the art will understand that the invention can be carried out in various ways and on the basis of different principles.

Daarbij 1s de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.In addition, the invention is not limited to the above-described embodiments.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten.The embodiments described above, as well as the figures, are merely illustrative and serve only to enhance the understanding of the invention.

De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.Therefore, the invention will not be limited to the embodiments described herein, but is defined in the claims.

Claims (13)

ConclusiesConclusions 1. Systeem voor het bevestigen van een zeil ter afsluiting van een zijkant van een laadruimte, welk systeem een bovenste draagbalk en een onderste draagbalk bevat die zich ter hoogte van respectievelijk een bovenzijde en een onderzijde van de laadruimte bevinden, waarbij de bovenste draagbalk een bovenste rail bevat die compatibel is met bovenste wagentjes en waarbij het zeil met de bovenste wagentjes verbonden is, een en ander zodanig dat het zeil open- en sluitbaar is door het bewegen van de wagentjes in een langsrichting van de draagbalk, waarbij het zeil ter plaatse van een onderzijde voor elk bovenste wagentje een overeenstemmend bevestigingselement heeft om het zeil te verbinden met de onderste draagbalk, zodat het zeil opspanbaar is tussen de bovenste en de onderste draagbalk, daardoor gekenmerkt dat het systeem verder opstaande verstevigingen bevat tussen overeenstemmende bevestigmgselementen en bovenste wagentjes, waarbij elke opstaande versteviging een variabele lengte heeft met een maximum lengte, welke maximum lengte gelijk is aan de hoogte van het zeil tussen het bevestigingselement en het overeenstemmende bovenste wagentje wanneer een vooraf bepaalde opwaartse spanning op het zeil aangebracht is.System for attaching a tarpaulin to close off a side of a cargo space, which system comprises an upper carrying beam and a lower carrying beam located at the height of an upper side and a lower side, respectively, of the cargo area, the upper carrying beam having an upper carrying beam. rail which is compatible with top trolleys and wherein the sail is connected to the top trolleys, this such that the tarpaulin can be opened and closed by moving the trolleys in a longitudinal direction of the support beam, whereby the sail is a bottom for each upper carriage has a corresponding fastening element to connect the sail to the lower draw beam so that the sail is tensionable between the upper and the lower girder, characterized in that the system further includes upstanding reinforcements between corresponding fastening elements and upper carriages, wherein each upright reinforcement has a variable length with a maximum length, which maximum length is equal to the height of the sail between the fastener and the corresponding top carriage when a predetermined upward tension is applied to the sail. 2. Systeem volgens de voorgaande conclusie, waarbij de opstaande verstevigmg een ontspannen toestand heeft en een gespannen toestand heeft.System according to the preceding claim, wherein the upright stiffener is in a relaxed state and in a tensioned state. 3. Systeem volgens conclusie 2, waarbij de maximale lengte bekomen is in de gespannen toestand, waarm de opstaande versteviging een noemenswaardige grotere weerstand tegen rek vertoont dan het zeil.System according to claim 2, wherein the maximum length is obtained in the tensioned condition, whereby the upright reinforcement exhibits a noticeably greater resistance to stretch than the sail. 4. Systeem volgens conclusie 2 of 3, waarbij de opstaande versteviging in de ontspannen toestand een lengte aanneemt die klemer of gelijk is aan de maximale lengte, en waarin de opstaande versteviging een kleinere weerstand tegen rek vertoont dan het zeil.System according to claim 2 or 3, wherein the upright reinforcement in the relaxed state takes on a length that is clamped or equal to the maximum length, and wherein the upright reinforcement has a lower resistance to stretch than the sail. 5. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de opstaande versteviging gevormd is door een band, een lasband, een kabel, een metalen profiel of een kunststof profiel.System as claimed in any of the foregoing claims, wherein the upright reinforcement is formed by a band, a welding band, a cable, a metal profile or a plastic profile. 6. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke opstaande versteviging een onderste deel en een bovenste deel heeft, welke delen door middel van een haakverbinding met elkaar verbonden zijn zodanig dat uit elkaar bewegen van het onderste en bovenste deel voorbij een vooraf bepaalde positie verhinderd is door de haakverbinding.System according to any one of the preceding claims, wherein each upright reinforcement has a lower part and an upper part, which parts are connected to each other by means of a hook connection such that the lower and upper part move apart past a predetermined position. is prevented by the hook connection. 7. Systeem volgens de voorgaande conclusie, waarbij de haakverbinding gevormd 1s door één van het onderste deel en bovenste deel te voorzien van een gleuf en door het ander van het onderste deel en bovenste deel te voorzien van een nok die in de gleuf beweegbaar is.System according to the preceding claim, wherein the hook connection is formed by providing one of the lower part and upper part with a slot and by providing the other of the lower part and upper part with a cam that is movable in the slot. 8. Systeem volgens de voorgaande conclusie, waarbij genoemd ander van het onderste deel en bovenste deel vasthoudelementen heeft om de nok in de gleuf te houden.The system of the preceding claim, wherein said other of the bottom part and top part has retaining elements for retaining the cam in the slot. 9, Systeem volgens één van de conclusies 6 - 8, waarbij ter plaatse van de haakverbinding het zeil verbonden is met één van de delen van de opstaande versteviging.9. System as claimed in any of the claims 6-8, wherein at the location of the hook connection the sail is connected to one of the parts of the upright reinforcement. 10. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk bevestigingselement een haak en cen spanelement bevat, waarbij de haak verbonden is met de onderste draagbalk en waarbij het spanelement voorzien is voor het in een opwaartse richting opspannen van het zeil tussen de onderste draagbalk en de bovenste draagbalk.System according to any of the preceding claims, wherein each securing element includes a hook and a tensioning element, the hook being connected to the lower girder and wherein the tensioning element is provided for tensioning the sail between the lower bearing beam in an upward direction and the top joist. 11. Systeem volgens de voorgaande conclusie, waarbij het spanelement voorzien 1s om een opwaartse spankracht op het zeil te zetten die kleiner 1s dan de vooraf bepaalde opwaartse spanning.System according to the preceding claim, wherein the tensioning element is provided 1s to apply an upward tension to the sail that is less than 1s than the predetermined upward tension. 12. Systeem volgens één van de conclusies 6 - 8 en conclusie 10 of 11, waarbij het spanelement verbonden is met het zeil via verbindingsmiddelen en waarbij het onderste deel van de haakverbinding via genoemde verbindingsmiddelen met het zeil en het spanelement is verbonden.System according to any one of claims 6-8 and claim 10 or 11, wherein the tension element is connected to the sail via connecting means and wherein the lower part of the hook connection is connected to the sail and the tension element via said connecting means. 13. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de onderste draagbalk een onderste rail bevat en waarbij elk bevestigingselement verder een onderste wagentje bevat.The system of any one of the preceding claims, wherein the lower support beam includes a lower rail and each fastener further includes a lower trolley.
BE20195123A 2019-02-27 2019-02-27 Upright reinforcement BE1027081B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195123A BE1027081B1 (en) 2019-02-27 2019-02-27 Upright reinforcement

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195123A BE1027081B1 (en) 2019-02-27 2019-02-27 Upright reinforcement

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027081A1 BE1027081A1 (en) 2020-09-18
BE1027081B1 true BE1027081B1 (en) 2020-09-21

Family

ID=65724122

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195123A BE1027081B1 (en) 2019-02-27 2019-02-27 Upright reinforcement

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027081B1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102020005379B4 (en) * 2020-09-02 2023-05-25 Thorald Keim Tarpaulin with adjustable pre-tensioning and retaining strips to protect against cutting and mechanical overload

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2174136A (en) * 1985-04-27 1986-10-29 Don Bur Freight vehicle bodies
US4795208A (en) * 1987-08-19 1989-01-03 Morgan Corporation Net restraint system
DE9417255U1 (en) * 1994-10-27 1996-02-22 Robert Orten Gmbh U Co Fahrzeu Trucks with a lifting / lowering roof
WO1997026146A1 (en) * 1996-01-19 1997-07-24 Fair International Improvements to flexible walls, in particular for vehicle bodywork
WO2009003218A1 (en) * 2007-06-29 2009-01-08 Barker Trailers Pty. Ltd. Curtain-sided trailer and roller assembly for side curtain assemblies
EP2708395A1 (en) * 2012-09-17 2014-03-19 Versus-Invest Attachment system for a tarpaulin

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019270A3 (en) 2010-04-02 2012-05-08 Versus Invest SYSTEM FOR HANGING A SAIL.
BE1024301B1 (en) 2016-06-17 2018-01-25 Versus Invest Bvba Side wall with folding plates

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2174136A (en) * 1985-04-27 1986-10-29 Don Bur Freight vehicle bodies
US4795208A (en) * 1987-08-19 1989-01-03 Morgan Corporation Net restraint system
DE9417255U1 (en) * 1994-10-27 1996-02-22 Robert Orten Gmbh U Co Fahrzeu Trucks with a lifting / lowering roof
WO1997026146A1 (en) * 1996-01-19 1997-07-24 Fair International Improvements to flexible walls, in particular for vehicle bodywork
WO2009003218A1 (en) * 2007-06-29 2009-01-08 Barker Trailers Pty. Ltd. Curtain-sided trailer and roller assembly for side curtain assemblies
EP2708395A1 (en) * 2012-09-17 2014-03-19 Versus-Invest Attachment system for a tarpaulin

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027081A1 (en) 2020-09-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5452972A (en) Intermediate deck structure for vehicles
US5152575A (en) Manual tarp enclosing system for flat bed trucks
US5037255A (en) Wheel chock for a motor vehicle container
US9592782B2 (en) Vehicle
US20060125267A1 (en) Sliding load floor
CA2992843C (en) Utility vehicle with collapsible rear cab frame
BE1027081B1 (en) Upright reinforcement
WO2018098909A1 (en) Semi-trailer fixing device for railway transportation
BE1024301A1 (en) Side wall with folding plates
US10449817B2 (en) Slider wear pad
US4671562A (en) Van bodies
CA2923142C (en) Retractable top covering mechanism
BE1024502A1 (en) Support bar
BE1026606B1 (en) Hybrid suspension sail
GB2168011A (en) Curtain sided vehicle
BE1021988B1 (en) LOCKING SYSTEM
US10137819B2 (en) Hoist assembly
AU2011201087A1 (en) Curtained cargo enclosures
BE1028811B1 (en) Sail and tension strap
ITMI990346A1 (en) SLIDING TROLLEY FOR CANVAS FOR TRUCK
KR102480345B1 (en) Removable guard unit for lift gate of cargo truck
CA2058001C (en) Manual tarp enclosing system for flat bed trucks
AU2009100190A4 (en) Flexible Load Restraint
BE1021466B1 (en) DOOR.
RU71613U1 (en) WAGON PLATFORM FOR WIDE-FORMED SHEET RENTAL

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200921