BE1021823B1 - Hulpstuk voor osteotomie - Google Patents

Hulpstuk voor osteotomie Download PDF

Info

Publication number
BE1021823B1
BE1021823B1 BE2014/0125A BE201400125A BE1021823B1 BE 1021823 B1 BE1021823 B1 BE 1021823B1 BE 2014/0125 A BE2014/0125 A BE 2014/0125A BE 201400125 A BE201400125 A BE 201400125A BE 1021823 B1 BE1021823 B1 BE 1021823B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
segment
bone
attachment
implant
screw holes
Prior art date
Application number
BE2014/0125A
Other languages
English (en)
Inventor
Frederik M. A. J. Verstreken
Xavier M.y. Deklerck
Original Assignee
Biomet Manufacturing, Llc
Declerck Xavier M. Y.
Frederik M. A. J. Verstreken
VERSTREKEN, Frederik M. A. J.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Biomet Manufacturing, Llc, Declerck Xavier M. Y., Frederik M. A. J. Verstreken, VERSTREKEN, Frederik M. A. J. filed Critical Biomet Manufacturing, Llc
Priority to BE2014/0125A priority Critical patent/BE1021823B1/nl
Priority to CA2940580A priority patent/CA2940580C/en
Priority to CN201580016647.6A priority patent/CN106132320A/zh
Priority to AU2015222700A priority patent/AU2015222700B2/en
Priority to PCT/BE2015/000004 priority patent/WO2015127515A2/en
Priority to JP2016554219A priority patent/JP6445579B2/ja
Priority to US15/116,427 priority patent/US10390840B2/en
Priority to EP15723822.1A priority patent/EP3113695B1/en
Priority to ES15723822T priority patent/ES2718951T3/es
Application granted granted Critical
Publication of BE1021823B1 publication Critical patent/BE1021823B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/14Surgical saws ; Accessories therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/14Surgical saws ; Accessories therefor
    • A61B17/15Guides therefor
    • A61B17/151Guides therefor for corrective osteotomy
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/16Bone cutting, breaking or removal means other than saws, e.g. Osteoclasts; Drills or chisels for bones; Trepans
    • A61B17/1604Chisels; Rongeurs; Punches; Stamps
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/16Bone cutting, breaking or removal means other than saws, e.g. Osteoclasts; Drills or chisels for bones; Trepans
    • A61B17/17Guides or aligning means for drills, mills, pins or wires
    • A61B17/1739Guides or aligning means for drills, mills, pins or wires specially adapted for particular parts of the body
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/56Surgical instruments or methods for treatment of bones or joints; Devices specially adapted therefor
    • A61B17/58Surgical instruments or methods for treatment of bones or joints; Devices specially adapted therefor for osteosynthesis, e.g. bone plates, screws, setting implements or the like
    • A61B17/68Internal fixation devices, including fasteners and spinal fixators, even if a part thereof projects from the skin
    • A61B17/80Cortical plates, i.e. bone plates; Instruments for holding or positioning cortical plates, or for compressing bones attached to cortical plates
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/56Surgical instruments or methods for treatment of bones or joints; Devices specially adapted therefor
    • A61B17/58Surgical instruments or methods for treatment of bones or joints; Devices specially adapted therefor for osteosynthesis, e.g. bone plates, screws, setting implements or the like
    • A61B17/68Internal fixation devices, including fasteners and spinal fixators, even if a part thereof projects from the skin
    • A61B17/80Cortical plates, i.e. bone plates; Instruments for holding or positioning cortical plates, or for compressing bones attached to cortical plates
    • A61B17/8004Cortical plates, i.e. bone plates; Instruments for holding or positioning cortical plates, or for compressing bones attached to cortical plates with means for distracting or compressing the bone or bones
    • A61B17/8019Cortical plates, i.e. bone plates; Instruments for holding or positioning cortical plates, or for compressing bones attached to cortical plates with means for distracting or compressing the bone or bones where the means are a separate tool rather than being part of the plate
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/56Surgical instruments or methods for treatment of bones or joints; Devices specially adapted therefor
    • A61B17/58Surgical instruments or methods for treatment of bones or joints; Devices specially adapted therefor for osteosynthesis, e.g. bone plates, screws, setting implements or the like
    • A61B17/68Internal fixation devices, including fasteners and spinal fixators, even if a part thereof projects from the skin
    • A61B17/80Cortical plates, i.e. bone plates; Instruments for holding or positioning cortical plates, or for compressing bones attached to cortical plates
    • A61B17/8061Cortical plates, i.e. bone plates; Instruments for holding or positioning cortical plates, or for compressing bones attached to cortical plates specially adapted for particular bones
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B17/00Surgical instruments, devices or methods, e.g. tourniquets
    • A61B17/56Surgical instruments or methods for treatment of bones or joints; Devices specially adapted therefor
    • A61B2017/564Methods for bone or joint treatment

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Neurology (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)

Abstract

Set geschikt voor gebruik in een bot verkorting osteotomie met een vooraf bepaalde afstand, de set bevattende: een implantaat met schroefgaten; een hulpstuk met opeenvolgend een eerste segment, een tweede segment en een derde segment, waarbij het eerste segment eerste schroefgaten bevat, en waarbij het derde segment tweede schroefgaten bevat, en waarbij het tweede segment twee geleiders bevat die elk aangepast zijn voor het geleiden van een zaagblad zodat via de twee geleiders de osteotomie met vooraf bepaalde afstand uitvoerbaar is.

Description

Hulpstuk voor osteotomie
De uitvinding heeft betrekking op een set geschikt voor gebruik in een botverkorting-osteotomie met een vooraf bepaalde afstand.
Ellepijpaanslag (ulnar abutment) is een polsprobleem dat wordt veroorzaakt door chronische overbelasting van het gedeelte van de pols dat aan de ulna (ellepijp) grenst, wat kan leiden tot ontstekingen en degeneratieve veranderingen van de ligamenten en kraakbeen. Een botverkorting-osteotomie is een chirurgische behandeling voor dit probleem.
Een botverkorting-osteotomie van de ulna is een chirurgische ingreep waarbij een insnede gemaakt wordt in de onderarm van de patiënt. Via deze insnede wordt de ulna blootgelegd. De ulna wordt dan door de chirurg doorgezaagd om de ulna te verkorten. Hiervoor zaagt de chirurg de ulna bij voorkeur op twee plaatsen door, waarbij de twee zaagsneden een tussenafstand hebben die overeenstemt met de gewenste verkorting van de ulna. Het botsegment tussen de twee zaagsneden wordt verwijderd, en de twee delen van de ulna worden ten opzichte van elkaar gepositioneerd en vastgezet door middel van een implantaat. Dit implantaat is typisch een botverkortingsplaat met schroefgaten, waarbij schroeven worden geplaatst doorheen de schroefgaten en in het bot. Het implantaat is typisch vervaardigd uit roestvrij staal of titanium, en is daarom relatief duur. Na vastzetten van het implantaat wordt de wonde aan de onderarm gesloten. Het implantaat blijft typisch minstens meerdere maanden in de arm van de patiënt zitten, zodanig dat de twee delen (met de twee zaagsneden) van de ulna kunnen vastgroeien aan elkaar. Nadat de twee delen van de ulna vastgegroeid zijn, kan het implantaat eventueel verwijderd worden.
Het is een doel van de uitvinding om een set voor het uitvoeren van een botverkorting-osteotomie met een vooraf bepaalde afstand te voorzien waarmee een chirurg de osteotomie kan uitvoeren met een minimum aantal werkstappen, en met een maximale precisie.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een set geschikt voor gebruik in een botverkorting-osteotomie met een vooraf bepaalde afstand, de set bevattende een implantaat met een distaai segment en een proximaal segment, waarbij het distaai segment minstens twee distale schroefgaten bevat en waarbij het proximaal segment minstens twee proximale schroefgaten bevat; een hulpstuk (guide) bevattende opeenvolgend een eerste segment, een tweede segment en een derde segment, waarbij het eerste segment eerste schroefgaten bevat, en waarbij het derde segment tweede schroefgaten bevat, en waarbij het tweede segment twee geleiders bevat die elk aangepast zijn voor het geleiden van een zaagblad zodat via de twee geleiders de osteotomie met vooraf bepaalde afstand uitvoerbaar is, waarbij de eerste schroefgaten en de tweede schroefgaten respectievelijk overeenstemmen met de minstens twee distale schroefgaten en de minstens twee proximale schroefgaten, met een tussenafstand tussen eerste en tweede schroefgaten die genoemde vooraf bepaalde afstand groter is dan een overeenstemmende tussenafstand tussen distale en proximale schroefgaten, en waarbij het eerste segment en het derde segment, ten minste ter plaatse van de schroefgaten, gelijk gevormd is aan respectievelijk het distale segment en proximale segment.
De set volgens de uitvinding bevat twee elementen zijnde het implantaat en het hulpstuk. Daarbij is het hulpstuk gevormd om de chirurg te helpen bij het verkorten van de ulna. Omdat het hulpstuk gebruikt wordt voor het verkorten van de ulna, kan het implantaat (dat typisch duur is omdat het uit titanium gevormd is) een standaard implantaat zijn. Daarbij wordt standaard implantaat gedefinieerd als een implantaat waarin enkel die elementen en vormen voorzien zijn die nodig zijn voor het bij elkaar houden van de twee delen van de ulna. Omdat het implantaat een standaard implantaat is, kan het op eenvoudige wijze vervaardigd worden, en bevat het geen overtollig/overbodig materiaal. Ook moet het implantaat dan niet aangepast zijn aan de vooraf bepaalde afstand. Het hulpstuk is voorzien om gebruikt te worden door de chirurg bij het verkorten van de ulna. Het hulpstuk bevat daarom twee geleiders voor het geleiden van een zaagblad. Via de twee geleiders kan een chirurg de ulna verkorten met de vooraf bepaalde afstand. Deze geleiders laten de chirurg toe om zeer precies te zagen in de ulna. Dit laat toe om de ulna te verkorten met een vooraf bepaalde afstand (waarbij de tolerantie op de vooraf bepaalde afstand zeer klein is). Verder laat dit toe om de twee zaagsnedes die gemaakt worden in de ulna mooi parallel te zagen. Hierdoor zullen de twee delen van de ulna nauw tegen elkaar kunnen aansluiten wanneer ze gepositioneerd worden, waardoor de ulna snel en stevig kan herstellen (doordat de twee delen aan elkaar groeien). De specifieke opbouw van het hulpstuk, en in het bijzonder de gelijkenissen tussen het hulpstuk en het implantaat (gaten die overeenstemmen) hebben de volgende voordelen. Omdat de gaten in het eerste segment van het hulpstuk overeenstemmen met de distale schroefgaten uit het implantaat, omdat de gaten in het derde segment van het hulpstuk overeenstemmen met de schroefgaten uit het proximale segment van het implantaat, en omdat de tussenafstand tussen de eerste gaten en de tweede gaten uit het hulpstuk gelijk is aan de som van de vooraf bepaalde afstand en de tussenafstand tussen de distale en proximale schroefgaten van het implantaat, kunnen gaten geboord worden in het bot op het moment dat het hulpstuk geplaatst is (en zelfs voor de verkorting van de ulna). Deze geboorde gaten kunnen dan in een latere fase gebruikt worden voor het vastzetten van het implantaat (na het verkorten van de ulna). Omdat het eerste segment en het derde segment van het hulpstuk, ten minste ter plaatse van de schroefgaten, gelijk gevormd is aan respectievelijk het distale segment en het proximale segment, wordt een verder voordeel verkregen. Om een schroef doorheen een schroefgat en in een bot te plaatsen, moet de schroef een lengte hebben die aangepast is aan de diepte van het schroefgat en de lengte van het gat doorheen het bot. Daarom zal een chirurg, voor het plaatsen van een schroef! steeds het gat opmeten doorheen het schroefgat teneinde een schroef te selecteren met een lengte die geschikt is voor gebruik in het betreffende gat. Omdat het hulpstuk ter plaatse van de schroefgaten gelijk gevormd is aan het implantaat, kunnen de gaten opgemeten worden wanneer het hulpstuk geplaatst is, en kunnen schroeven geselecteerd worden terwijl het hulpstuk geplaatst is. Deze schroeven kunnen dan, nadat het hulpstuk verwijderd is en het implantaat geplaatst is, rechtstreeks gebruikt worden zonder dat de chirurg de gaten opnieuw moet nameten. Dit laat toe voor een chirurg om op een hoogst efficiënte wijze een ulnaverkorting uit te voeren. Namelijk de chirurg kan alle kritische stappen (boren van de schroefgaten, opmeten van de schroefgaten, selecteren van de schroeven, zagen van het bot) uitvoeren door middel van het hulpstuk. Wanneer het hulpstuk verwijderd wordt, rest enkel nog het vastzetten van het implantaat met de geselecteerde schroeven. Bovenstaande toont dat via een set volgens de uitvinding een botverkorting-osteotomie efficiënt, snel, en precies kan uitgevoerd worden. Als verder voordeel kan een standaard botverkortingsplaat gebruikt worden als implantaat voor het vastzetten van de twee delen van het bot ten opzichte van elkaar, hetgeen goedkoper is.
Bij voorkeur is het gehele eerste segment gelijk gevormd aan het distale segment, en is het gehele derde segment gelijk gevormd aan het proximale segment. Door het eerste segment en het tweede segment respectievelijk gelijk te vormen met het distale segment en het proximale segment, krijgt de chirurg reeds bij het plaatsen van het hulpstuk een visuele indruk van hoe het implantaat in een finale positie ten opzichte van het bot geplaatst zal zijn. Een verder voordeel is dat het boren van de gaten, en opmeten van de geboorde gaten nog eenvoudiger is via het hulpstuk wanneer het hele eerste en derde segment van het hulpstuk gelijk gevormd is aan het distale en proximale segment.
Bij voorkeur is gelijk gevormd gespecificeerd als een hoofdzakelijk gelijke dikte vertonen. Verder bij voorkeur is gelijk gevormd gespecificeerd als een buitenoppervlak vertonen dat gelijkvormig is. Hiermee wordt de uitdrukking ‘gelijk gevormd’ gedefinieerd. Door het definiëren van de term ‘gelijk gevormd’ wordt ondubbelzinnig duidelijk uit de conclusie dat het hulpstuk dezelfde dikte heeft dan het implantaat, ten minste ter plaatse van de schroefgaten. Ook wordt ondubbelzinnig duidelijk dat het hulpstuk een buitenoppervlak heeft dat gelijkvormig is aan het buitenoppervlak van het implantaat, ten minste ter plaatse van de schroefgaten.
Bij voorkeur is overeenstemmen gespecificeerd als een relatief onderlinge positie hebben die gelijk is. Hiermee wordt de term ‘overeenstemmen’ gedefinieerd. De eerste schroefgaten in het eerste segment van het hulpstuk hebben een relatieve onderlinge positie die gelijk is aan de distale schroefgaten. De tweede schroefgaten in het derde segment van het hulpstuk hebben een relatieve onderlinge positie die gelijk is aan de proximale schroefgaten.
Bij voorkeur is elke geleider gevormd als een sleuf die hoofdzakelijk gedefinieerd is door twee oppervlakken die zich parallel uitstrekken en waartussen het zaagblad kan bewegen om daarmee in een zaagpositie en in een zaagrichting geleid te zijn. Wanneer een zaagblad . gepositioneerd is in een sleuf die gedefinieerd is door twee oppervlakken, zal de zaagsnede zich typisch evenwijdig en in hetzelfde vlak als de sleuf uitstrekken. De twee oppervlakken liggen typisch ten opzichte van elkaar op een afstand die gelijk is of een beetje groter is dan de dikte van het zaagblad. Zo kan het zaagblak gepositioneerd worden in de sleuf in een zaagpositie en een zaagrichting. Door het vastzetten van de zaagpositie en de zaagrichting, wordt de uiteindelijk verkregen zaagsnede vooraf bepaald. Op die manier kan de chirurg door middel van de geleiders een zaagsnede maken in het bot, waarbij de positie en de richting van de zaagsnede geheel vooraf bepaald is. Omdat elk van de twee geleiders zo gevormd is, zullen twee zaagsnedes nauwkeurig uitgevoerd kunnen worden, waardoor de afstand van de osteotomie op voorhand nauwkeurig bepaald kan worden. Ook kan de relatieve positie van de twee zaagsnedes ten opzichte van elkaar nauwkeurig bepaald worden zodanig dat positioneren van de twee delen van het bot tegen elkaar (na verkorting) eenvoudig is omdat de afgezaagde einden mooi tegen elkaar passen (omdat ze nauwkeurig parallel gezaagd zijn).
Bij voorkeur bevat het distale segment en het proximale segment elk een opening voor een Kirschner wire, en bevatten het eerste segment en het derde segment elk een overeenstemmende opening. Verder bij voorkeur liggen de kirschner wire openingen ter plaatse van de uiteinden van het hulpstuk. Verder bij voorkeur liggen de schroefgaten/gaten van implantaat/hulpstuk in lijn met de kirschner wire openingen. Kirschner wires worden in chirurgie vaak gebruikt voor het positioneren van hulpstukken en/of implantaten ten opzichte van een bot.
Door het voorzien van overeenstemmende Kirschner wire openingen in hulpstuk en in implantaat kan het hulpstuk middels Kirschner wires gepositioneerd worden, welke Kirschner wires met het bot verbonden blijven wanneer het hulpstuk van het bot verwijderd wordt, en waarna het implantaat gepositioneerd kan worden ten opzichte van het bot door middel van deze Kirschner wires die al aanwezig zijn in het bot. Verder zullen de Kirschner wires hanteren van het doorgezaagde bot (na verwijderen van het hulpstuk) vergemakkelijken. Het hulpstuk wordt in de praktijk gefixeerd ten opzichte van het bot met ten minste 2, maar soms meer Kirschner wires. Om dit mogelijk te maken zijn er bij voorkeur meerdere openingen in het hulpstuk aanwezig. De Kirschner wires aan de beide uiteinden van het hulpstuk hebben het belangrijke voordeel dat ze helpen bij het correct positioneren van het hulpstuk en dus nadien ook van het implantaat ten opzichte van het bot. Als het hulpstuk correct geplaatst (juist gepositioneerd) wordt centraal op het bot, dan merken chirurgen dat bij het inbrengen van de Kirschner wire aan de hand van de weerstand bij het boren van de Kirschner wire opening, zijnde de weerstand bij boren door hard bot (eerste cortex: hard bot), dan minder weerstand (spongieus bot) en dan opnieuw weerstand (tweede cortex: hard bot). Daarbij wordt in een voorkeursuitvoeringsvorm voorgesteld om op de Kirschner wires een visuele markering te voorzien op ongeveer 20mm zodat kan gecontraheerd worden hoe diep de Kirschner wire in het bot geplaatst is, hetgeen een bijkomende controle is voor correcte positie daarvan. Als de Kirschner wires op de beide uiteinden van het hulpstuk correct geplaatst zijn, zullen automatisch ook alle schroefgaten correct geboord kunnen worden, omdat dan het hulpstuk correct gepositioneerd is. Dit is het geval wanneer de schroefgaten op één lijn liggen, maar ook wanneer de schroefgaten geschrankt liggen (hetgeen biomechanisch een stevigere fixatie geeft).
De Kirschner wires die geplaatst zijn en waarvoor een overeenstemmende opening in het implantaat is voorzien, blijven ter plaatse na het verwijderen van het hulpstuk, waarna het implantaat erover wordt geschoven, zodat de botfragmenten al nagenoeg in de correcte positie komen. Als een implantaat gebruikt wordt zonder (overeenstemmende) opening voor Kirschner wires, kunnen de Kirschner wires die gebruikt werden voor de fixatie van het hulpstuk niet ter plaatse blijven. Als er, volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, 4 gaten voor Kirschner wires aanwezig zijn in het implantaat, dan zal dat de tijdelijke positionering van het implantaat en de botfragmenten vergemakkelijken. Aanbrengen van de schroeven zorgt dan voor verdere verfijning van relatieve positie van de botfragmenten, door de botfragmenten tegen elkaar te comprimeren. De functie van de bijkomende Kirschner wires (zoals beschreven in de uitvoeringsvorm hierboven) is om het hulpstuk te fixeren bij het maken van de zaagsnedes als alternatief voor het tijdelijk plaatsen van schroeven doorheen het hulpstuk. Bij het zagen kan het hulpstuk immers onstabiel worden wanneer een zaagsnede is gemaakt, indien er slechts één fixatie is aan elke kant van de zaagsnede. Dus kan ofwel een bijkomende Kirschner wire aan elke kant van de zaagsnede geplaatst worden, ofwel tijdelijk een schroef geplaatst worden aan elke kant van de zaagsnede, of als verder alternatief kunnen de zaagsnedes niet volledig gemaakt worden, waarna de zaagsnedes na het verwijderen van het hulpstuk vervolledigd worden.
Bij voorkeur is de set geschikt voor gebruik in een botverkorting-osteotomie met een eerste vooraf bepaalde afstand en geschikt voor gebruik in een botverkorting-osteotomie met een tweede vooraf bepaalde afstand, waarbij de set een verder hulpstuk bevat dat gevormd is analoog aan het hulpstuk, en waarbij het hulpstuk aangepast is voor de eerste vooraf bepaalde afstand en waarbij het verder hulpstuk aangepast is voor de tweede vooraf bepaalde afstand. In een dergelijke configuratie bevat de set volgens de uitvinding minstens drie elementen, zijnde één implantaat en minstens twee hulpstukken. Daarbij is elk hulpstuk aangepast voor een botverkorting-osteotomie met een vooraf bepaalde afstand. Bijvoorbeeld kan het eerste hulpstuk voorzien zijn voor het uitvoeren van een osteotomie van 3 mm en kan het tweede hulpstuk voorzien zijn voor het uitvoeren van een osteotomie van 5 mm. De chirurg kan uit een dergelijke set het hulpstuk kiezen dat aangepast is voor osteotomie met een vooraf bepaalde afstand die geschikt is voor de patiënt. Wanneer, in het voorbeeld van hierboven, een osteotomie uitgevoerd moet worden van 3 mm, zal het eerste hulpstuk gekozen worden. Wanneer een osteotomie uitgevoerd moet worden van 5 mm, zal het tweede hulpstuk gekozen worden. Beide hulpstukken zijn aangepast aan het implantaat om de hierboven beschreven voordelen te hebben. Hoewel een voorbeeld gegeven is waarbij één implantaat en twee hulpstukken voorzien zijn, zal het duidelijk zijn dat meerdere hulpstukken voorzien kunnen worden voor meerdere afstanden van osteotomie. Daarbij blijft het implantaat standaard (dit wil zeggen simpel en eenvoudig gevormd) terwijl via de set van de uitvinding toch een osteotomie met verschillende afstanden kan uitgevoerd worden. Op deze manier vergroot de set volgens de uitvinding de vrijheid van de chirurg bij het uitvoeren van de osteotomie.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het uitvoeren van een botverkorting-osteotomie met een vooraf bepaalde afstand waarbij de werkwijze uitgevoerd wordt met behulp van een set volgens de uitvinding, en waarbij de werkwijze bevat: - het positioneren ten opzichte van het bot van een hulpstuk uit de set, welk hulpstuk schroefgaten bevat en geleiders bevat voor het geleiden van een zaag; waarbij de werkwijze bevat, na het positioneren van het hulpstuk: - boren van gaten in het bot doorheen de schroefgaten; - opmeten van elk van de geboorde gaten teneinde voor elk van de gaten een schroef te selecteren met een lengte die geschikt is voor het vastschroeven van het hulpstuk op het bot; - ten minste gedeeltelijk vastzetten van het hulpstuk op het bot; - zagen van het bot gebruikmakend van de geleiders; waarna de werkwijze bevat het verwijderen van het hulpstuk en daarop volgend het plaatsen van een implantaat uit de set en vastschroeven van het implantaat gebruikmakend van de respectievelijk geselecteerde schroeven.
Doordat het proximale segment en het distale segment van het implantaat gelijk gevormd zijn aan respectievelijk het eerste segment en het derde segment van het hulpstuk, wordt een zeer eenvoudige en trefzekere werkwijze bekomen voor het uitvoeren van een botverkorting-osteotomie. In de werkwijze wordt eerst het hulpstuk geplaatst. Na plaatsing van het hulpstuk worden alle verdere kritische stappen uitgevoerd door middel van het hulpstuk. Dit wil zeggen dat het bot gezaagd wordt, de schroefgaten geboord worden, en de schroeven geselecteerd worden door opmeten van de schroefgaten. De volgorde van het uitvoeren van deze kritische stappen is niet essentieel, echter bij voorkeur wordt het bot pas gezaagd nadat de gaten geboord en opgemeten zijn. Nadat al deze kritische stappen uitgevoerd zijn, gebruikmakend van het hulpstuk, wordt het hulpstuk verwijderd, wordt het implantaat gepositioneerd en vastgezet. Omdat de gaten reeds voorgeboord zijn in het bot, en de schroeven reeds geselecteerd zijn, bevat de stap van het vastschroeven van het implantaat geen moeilijke stappen. Daarom kan volgens de werkwijze van de uitvinding, die voortvloeit uit de specifieke opbouw van de set volgens de uitvinding, op betrouwbare en efficiënte wijze een osteotomie uitgevoerd worden.
Bij voorkeur wordt het hulpstuk gepositioneerd met behulp van Kirschner wires die in het bot geplaatst worden en die door Kirschner wire openingen van het hulpstuk uitstrekken. Kirschner wires worden vaak gebruikt voor het positioneren van hulpstukken en/of implantaten ten opzichte van het bot. Bij voorkeur worden de geplaatste Kirschner wires na verwijdering van het hulpstuk gebruikt om de botdelen na het zagen ten opzichte van elkaar te positioneren zodat het implantaat vastgeschroefd kan worden. Op deze manier bieden de Kirschner wires een mechanisme voor het hanteren van de botdelen, die na het zagen losstaan ten opzichte van elkaar.
Bij voorkeur bevat de stap van het zagen van het bot het maken van twee zaagsneden via de respectievelijke geleiders van het hulpstuk, en het verwijderen van een botsegment tussen de zaagsneden. Op deze wijze wordt het bot verkort.
Bij voorkeur worden de Kirschner wires verwijderd na het vastschroeven van het implantaat. De Kirschner wires hebben na het vastschroeven van het implantaat geen verdere functie meer omdat het implantaat na vastschroeven niet meer kan bewegen ten opzichte van het bot.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
In de tekening laat: figuur 1 een bovenaanzicht zien van een implantaat en een hulpstuk uit een set volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 een doorsnede zien van een implantaat en meerdere hulpstukken uit een set volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding; en figuur 3 stappen zien voor het uitvoeren van een osteotomie gebruik makend van een set volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
Figuur 1 toont een set voor het uitvoeren van een botverkorting-osteotomie met een vooraf bepaalde afstand. De set bevat een implantaat 1 en een hulpstuk 2. Het implantaat 1 is typisch een botverkortingsplaat die fungeert als osteosynthesemateriaal. Het implantaat 1 is typisch vervaardigd uit titanium. Het implantaat 1 heeft een proximaal segment 3 en een distaai segment 4. Wanneer het implantaat 1 symmetrisch gevormd is, kunnen distale en proximale segmenten omgewisseld worden.
De termen proximaal en distaai definiëren een anatomische richting. Een anatomische richting vertrekt typisch vanaf het centrum van het lichaam van een persoon. Daarbij duidt de term proximaal de richting naar het centrum van het lichaam aan, terwijl de term distaai de richting weg van het centrum van het lichaam aanduidt. Warneer een hulpstuk of een implantaat geplaatst wordt op een bot, kan het implantaat gedefinieerd worden gebruik makend van deze anatomische richting. Daarbij is het implantaat uit de set volgens de uitvinding bedoeld om zich uit te strekken over een zaagsnede in een bot. Twee delen van het implantaat zijn geplaatst aan verschillende zijden van de zaagsnede. In de beschrijving van de huidige uitvinding worden de termen proximaal en distaai dan ook op analoge wijze gebruikt om het implantaat ten opzichte van de zaagsnede te beschrijven.
Het hulpstuk 2 heeft een eerste segment 5, een tweede segment 6 en een derde segment 7. Het eerste segment 5 is overeenstemmend gevormd met het proximale segment 3 van het implantaat 1. Het derde segment 7 van het hulpstuk 2 is overeenstemmend gevormd met het distale segment 4 van het implantaat 1. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat ook het hulpstuk 2 symmetrisch vervaardigd kan worden, waardoor het eerste segment 5 ook met het distale segment 4 van het implantaat overeenkomt, en het derde segment 7 ook met het proximale segment 3 van het implantaat overeenkomt. Het hulpstuk 2 is typisch vervaardigd uit een kunststofmateriaal. Alternatief kan het hulpstuk ook ‘non disposable’ 2 vervaardigd zijn uit een metaal zoals roestvrij staal, titanium of cobalt chroom.
Het implantaat 1 bevat ter plaatse van zijn proximale segment 3 en ter plaatse van zijn distale segment 4 telkens minstens 2 schroefgaten. Het proximale segment 3 bevat minstens 2 schroefgaten, en het distale segment 4 bevat ook minstens twee schroefgaten. In figuur 1 zijn drie schroefgaten 8 voorzien in het proximale segment 3, en zijn drie schroefgaten 8 voorzien in het distale segment 4 (dus 6 in totaal). Omdat het eerste segment 5 van het hulpstuk 2 gelijk gevormd is aan het proximale segment 3 van het implantaat 1, bevinden zich in het eerste segment 5 eerste gaten 9 die overeenstemmen met de schroefgaten 8 in het proximale segment 3 van het implantaat 1. Dit wil zeggen dat in het eerste segment 5 van het hulpstuk 2 een gelijk aantal gaten 9 voorzien is dan in het proximale segment 3 van het implantaat 1. De gaten in het hulpstuk 2 hebben volgens een eerste uitvoeringsvorm een zelfde grootte, een zelfde vorm, en zijn geplaatst op eenzelfde relatieve positie ten opzichte van elkaar dan de schroefgaten 8 in het proximale segment 3. Volgens een verdere uitvoeringsvorm hebben de gaten dezelfde relatieve positie op het hulpstuk en het implantaat, maar hebben ze niet dezelfde grootte of vorm. In de gaten op het hulpstuk past dan een boorgeleider die het boren op exact de juiste positie mogelijk maakt. De vorm is verder zo gekozen dat bij het meten van de schroeflengte, deze net even diep in het hulpstuk past als de schroef in het implantaat, om correct de lengte te meten. Schroefgaten op standaard implantaten kunnen in de praktijk ovaal zijn, en dus voor wat betreft vorm niet overeenkomend met de schroefgaten op het hulpstuk, namelijk dan zou boren van het boorgat niet steeds op de ideale positie gebeuren. Ten minste ter plaatse van de gaten, bij voorkeur over het gehele eerste segment 5, heeft het hulpstuk 2 een zelfde dikte (of een zelfde dikteprofïel) dan het proximale segment 3 van het implantaat 1. Daarmee is het eerste segment 5 van hulpstuk 2 gevormd, ten minste ter plaatse van de gaten, als een hoofdzakelijk identieke driedimensionale kopie van het proximale segment 3 van het implantaat 1.
Het derde segment 7 van het hulpstuk 2 is gelijk gevormd aan het distale segment 4 van het implantaat 1. De beschrijving hierboven die de relatie tussen het eerste segment 5 en het proximale segment 3 beschrijft, is eveneens toepasbaar op de relatie tussen het derde segment 7 en het distale segment 4. Daarmee vormt het derde segment 7 van het hulpstuk, ten minste ter plaatse van de gaten, een hoofdzakelijk identieke driedimensionale kopie van het distale segment 4 van het implantaat 1.
Tussen het eerste segment 5 en het derde segment 7 van het hulpstuk 2 bevindt zich een tweede segment 6. Het tweede segment 6 bevat geleiders 10 voor het geleiden van een zaagblad bij het uitvoeren van de osteotomie. De afstand tussen de twee geleiders 10 in het tweede segment 6 van het hulpstuk 2 is zodanig dat een osteotomie met een vooraf bepaalde afstand kan uitgevoerd worden. Dit wil zeggen dat wanneer een osteotomie van 3 mm uitgevoerd moet worden, en de geleiders 10 gevormd zijn voor het geleiden van een zaagblad zodanig dat het zagen van het bot via een zaag die doorheen de geleiders 10 geleid wordt, als resultaat heeft dat 3 mm bot weggezaagd wordt. In de praktijk zullen bijvoorbeeld, voor een zaag met een dikte van 1 mm, de twee geleiders twee mm (centrum tot centrum) uit elkaar geplaatst zijn. Wanneer via dergelijke geleiders met een centrum tot centrum tussenafstand van 2 mm en een zaagdikte van 1 mm, een osteotomie uitgevoerd wordt, zal 3 mm bot verwijderd worden. De vakman zal begrijpen hoe dergelijke geleiders ten opzichte van elkaar geplaatst moeten worden rekening houdend met de zaagdikte en de hoekpositie van de geleiders 10 ten opzichte van het bot, om een osteotomie met een vooraf bepaalde afstand te kunnen uitvoeren.
Elk van de geleiders 10 is gevormd als een sleuf: Deze sleuf is gevormd in een blokvormig gedeelte van het hulpstuk, dat het tweede segment 6 vormt, en dat het eerste segment 5 met het derde segment 7 verbindt. In dit blok worden de sleuven voorzien van minstens twee overstaande oppervlakken, waartussen het zaagblad kan bewegen. De oppervlakken hebben typisch een tussenafstand die hoofdzakelijk gelijk is aan of een beetje groter is dan de dikte van het zaagblad, zodanig dat het zaagblad tussen de oppervlakken kan bewegen. Daarmee is de sleuf gevormd zodanig dat het zaagblad in een vooraf bepaalde zaagsnede geleid wordt.
Het hulpstuk 2 en het implantaat 1 zijn verder zodanig gevormd ten opzichte van elkaar dat de afstand tussen het eerste segment 5 en het derde segment 7 van het hulpstuk gelijk is . aan de som van de vooraf bepaalde afstand van verkorting (die bepaald is door de tussenafstand van de geleiders 10 in het tweede segment 6 van het hulpstuk) en een overeenkomstige afstand tussen het proximale segment 3 en het distale segment 4 van het implantaat. Daarbij zal duidelijk zijn dat de afstand tussen het proximale segment 3 en het distale segment 4 op verschillende manieren gemeten kan worden, maar dat deze verschillen volledige gecompenseerd zijn doordat op een overeenstemmende manier de afstand tussen het eerste segment 5 en het derde segment 7 van het hulpstuk 2 gemeten wordt. Omdat het proximale segment 3 overeenstemt met het eerste segment 5 en omdat het distale segment 4 overeenstemt met het derde segment 7, kan een overeenkomstige meting uitgevoerd worden door de vakman. Zo kan bijvoorbeeld de afstand tussen het centrum van het meeste proximale schroefgat 8 van het proximale gedeelte 3 en het centrum van het meest distale schroefgat 8 van het distale gedeelte 4, worden vergeleken met een overeenstemmende afstand op het hulpstuk gemeten tussen het centrum van een meest van het midden van het hulpstuk 2 verwijderde gat in het eerste segment 5 en een centrum van een meest van het midden van het hulpstuk 2 verwijderde gat van het derde segment 7. De afstand tussen het eerste segment en het derde segment in het hulpstuk 2 is dan gelijk aan de som van de overeenstemmende afstand tussen het proximale segment 3 en het distale segment 4 van het implantaat 1 vermeerderd met de vooraf bepaalde afstand van osteotomie (die bepaald is door de geleiders 10 van het hulpstuk 2).
Als alternatief voor het gebruiken van het tweede segment van het hulpstuk voor het maken van de zaagsnedes, kan ook een afzonderlijk zaag met twee zaagbladen gebruikt worden, waarbij de zaag deel uitmaakt van de set. Daarbij staan de twee zaagbladen evenwijdig op een vooraf bepaalde afstand van elkaar. Deze afzonderlijke zaag wordt dan gebruikt, na het boren van de gaten met het hulpstuk en eventueel na het verwijderen van het hulpstuk. Daarbij is de afzonderlijke zaag zodanig gekozen dat de afstand tussen de twee zaagbladen zo is dat de op voorhand gewenste botresectie (verkorting) wordt uitgevoerd, die overeenkomt met het hulpstuk uit de set. Dus als een verkorting van 3 mm gepland wordt, wordt het gepaste hulpstuk voor 3 mm verkorting gebruikt voor het boren van de gaten en nadien de gepaste zaag voor het verwijderen van een 3 mm bot. Als de beide zaagbladen een dikte hebben van 0,4 mm, wordt dus typisch een botfragment van 2,2 mm verwijderde. Samen met de 2 coupes van 0,4 mm, geeft dit een botresectie van 3 mm.
Figuur 2 toont een verdere set volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding. In de set uit figuur 2 is één implantaat 1 voorzien, en zijn drie hulpstukken voorzien, zijnde hulpstuk 2A, 2B en 2C. Daarbij is elk van de hulpstukken 2A, 2B, 2C voorzien voor een osteotomie met een verschillende afstand. Zo kan hulpstuk 2A voorzien zijn om een osteotomie van 3 mm uit te voeren, terwijl 2B voorzien kan zijn om een osteotomie van 5 mm uit te voeren, terwijl hulpstuk 2C voorzien is om een osteotomie met een afstand van 7 mm uit te voeren. De vakman zal begrijpen dat een hulpstuk voorzien kan worden voor elke afstand, en dat bovenstaande afstanden slechts voorbeelden zijn. Daarbij is elk van de hulpstukken 2A, 2B, 2C overeenstemmend gevormd aan het ene implantaat 1. Dit laat een chirurg toe om een hulpstuk te kiezen uit de verschillende hulpstukken 2A, 2B, 2C, om een osteotomie met de overeenstemmende afstand uit te voeren. Deze keuze van hulpstuk wordt door de chirurg gemaakt op basis van kennis en ervaring, en het maken van deze keuze maakt geen deel uit van de uitvinding. De set volgens de uitvinding laat echter wel de keuzemogelijkheid toe. De verschillende afstanden zijn geïmplementeerd in de respectievelijke hulpstukken door enerzijds de geleiders 10 op een verschillende afstand van elkaar te positioneren en ook de afstand tussen het eerste segment 5 en het derde segment 7 aan te passen (ten opzichte van een overeenstemmende afstand in het implantaat) aan de afstand tussen de geleiders 10.
Figuur 3 toont de werkwijze voor het uitvoeren van een osteotomie met een vooraf bepaalde afstand gebruikmakend van de set volgens de uitvinding. In de beschrijving van figuur 3 wordt daarbij een medische werkwijze uitgelegd, maar worden ook voordelen en effecten van de set volgens de uitvinding uitgelegd. Namelijk verschillende van deze voordelen en effecten vloeien rechtstreeks voort uit technische keuzes die gemaakt zijn in de set volgens de uitvinding.
De werkwijze voor het uitvoeren van een osteotomie start uiteraard met het insnijden van het lichaamsdeel waar de osteotomie uitgevoerd dient te worden (bijvoorbeeld de onderarm bij het uitvoeren van een ulna verkorting), en het vrij leggen van het bot dat ingekort moet worden. Daarbij bepaalt de chirurg de afstand waarmee het bot moet ingekort worden. Afhankelijk van deze bepaalde afstand kan een hulpstuk uit de set volgens de uitvinding geselecteerd worden (zie figuur 2 een bijbehorende beschrijving).
Figuur 3A toont hoe het geselecteerde hulpstuk 2 gepositioneerd wordt ten opzichte van het bot 11. Bij het positioneren van het hulpstuk 2 ten opzichte van het bot 11 kunnen Kirschner wires 12 gebruikt worden. In chirurgie zijn Kirschner wires 12 algemeen bekend voor het positioneren van hulpstukken en/of implantaten ten opzichte van het bot. Ook worden Kirschner wires gebruikt om verschillende botdelen ten opzichte van elkaar vast te zetten. Het hulpstuk 2 kan hiertoe Kirschner wire openingen 13 bevatten. Bij voorkeur is ten minste één Kirschner wire opening 13 voorzien in elk van het eerste segment 5 en derde segment 7. Meer bij voorkeur zijn meerdere kirschner wire openingen 13 voorzien in elk van het eerste segment 5 en derde segment 7. Daarbij kan het implantaat overeenstemmende Kirschner wire openingen hebben, maar dit is in de breedste uitvoeringsvorm van de uitvinding niet noodzakelijk. Echter het zal duidelijk zijn dat hoe meer kirschner wire openingen 13 van hulpstuk en implantaat overeenstemmen, hoe meer gebruik gemaakt kan worden van positionering en fixatie door middel van de kirschner wires. Wanneer Kirschner wire openingen 13 voorzien zijn in het hulpstuk 2 zijn bij voorkeur overeenstemmende Kirschner wire openingen 14 voorzien in het implantaat (zie figuur 3F). De Kirschner wire openingen 14 in het implantaat 1 zijn dan gepositioneerd relatief ten opzichte van de schroefgaten 9 op dezelfde manier als de Kirschner wire openingen 13 in het hulpstuk 2 die gepositioneerd zijn ten opzichte van de eerste en tweede gaten 8.
Nadat het hulpstuk 2 gepositioneerd is ten opzichte van het bot 11 door middel van Kirschner wires 12, worden gaten geboord in het bot 11 via de eerste en tweede openingen 8. Daarbij heeft de volgorde van het boren van de gaten geen belang. Alle gaten kunnen geboord worden, maar dat moet niet. Ten minste één gat proximaal en distaai van de osteotomie wordt geboord. Voor chirurgen die "locking schroeven" (schoeven met een kop die schroefdraad bevat die past in schroefdraad in het implantaat, en zo dus een meer stabiele fixatie constructie geeft) zouden willen gebruiken en wanneer het implantaat hiervoor geschikt is, kunnen één of meer gaten boren na het fixeren van het implantaat. Gaten voor locking schroeven worden typisch geboord door een boorgeleider in het gat van het implantaat te draaien, zodat exact in de juist richting wordt geboord. Alternatief bestaan er ook "variable angle" locking schroeven, waarbij de richting waarin geboord wordt minder kritisch is (meestal 15° speling mogelijk). Boren van de gaten in het bot 11 is weergegeven in figuur 3B. In het weergegeven voorbeeld is voor elk van de openingen 8 een gat geboord in het bot, in het voorbeeld van figuur 3B zijn drie proximale gaten 15a, 15b en 15c geboord, en zijn drie verdere distale gaten 15d, 15e en 15f. Voor het vastzetten van het hulpstuk 2 en/of van het implantaat 1 ten opzichte van het bot, moet de lengte van elke schroef nauwkeurig bepaald worden. Dit is algemeen bekend in chirurgie en heeft te maken met materiaaleigenschappen van bot (dat typisch zacht is aan een binnenzijde, en hard ter plaatse van de buitenste schil). De lengte van de schroef hangt af van de dikte van het hulpstuk 2 en/of het implantaat 1 ter plaatse van het gat, en van de lengte van het gat doorheen het bot. Omdat het hulpstuk 2 ten minste ter plaatse van de gaten 8 gelijk gevormd is aan het implantaat 1, kunnen de lengtes van de schroeven die aan het einde van de medische werkwijze gebruikt zullen worden om het implantaat 1 vast te zetten ten opzichte van het bot, reeds bepaald worden via het hulpstuk wanneer het bot 11 nog niet doorgezaagd is. Hierdoor kunnen schroeflengtes gemakkelijker exact bepaald worden, en zullen minder complicaties optreden bij het vastzetten van het implantaat 1.
Namelijk omdat het bot nog niet doorgezaagd is, is de fixatie van het hulpstuk 2 ten opzichte van het bot 11 nauwkeurig en relatief stevig. Dit laat toe om de schroeflengtes eenvoudig te bepalen.
Nadat de gaten 15 geboord zijn in het bot en nadat de schroeflengtes voor het vastschroeven van hulpstuk 2 en/of implantaat 1 aan het bot in elk van de gaten respectievelijk bepaald is, wordt het hulpstuk 2 ten minste gedeeltelijk vastgeschroefd aan het bot. In figuur 3C wordt dit gedaan door de schroefgaten die grenzen aan het tweede segment 6 te plaatsen. Dit zijn in het voorbeeld van figuur 3C de schroeven 16c en 16d. De lengtes van deze schroeven zijn in de vorige stap bepaald. Omdat in het voorbeeld uit figuur 3 het hulpstuk 2 verder met behulp van Kirschner wires 12 bevestigd is aan het bot 11 is het hulpstuk 2 voldoende stevig vastgeschroefd aan het bot 11 door middel van de schroeven 16c en 16d. Eventueel kunnen de lengtes van de schroeven 16a, 16b, 16e en lóf bepaald worden nadat de schoeven 16c en 16d vastgezet zijn. Uit de beschrijving hierboven zal duidelijk zijn dat de werkwijze op verschillende manieren, en met verschillende opeenvolgingen van stappen uitgevoerd kan worden, en dat deze stap slechts een voorbeeld is.
In een volgende stap, weergegeven in figuur 3D, wordt de effectieve osteotomie uitgevoerd. Concreet wordt een zaagblad 17 bewogen in elk van de geleiders 10, om het bot 11 door te zagen. Via de twee geleiders 10 van het hulstuk 2 worden twee zaagsneden 19 en 20 bekomen. Het botsegment 18 dat zich tussen de twee zaagsneden 19 en 20 uitstrekt, wordt verwijderd. Omdat de zaag 17 geleid is in de geleiders 10 bij het doorzagen van het bot 11, zijn de zaagsneden 19 en 20 mooi evenwijdig aan elkaar. Dit laat toe om de botdelen die al zo ontstaan na verkorting nauw tegen elkaar te laten aansluiten zodat een vlot herstel van het bot kan plaatsvinden. In het voorbeeld uit figuur 3 zijn de geleiders 10 geplaatst onder een hoek ten opzichte van het bot 11, terwijl in de voorbeelden van figuren 1 en 2 de geleiders loodrecht gepositioneerd waren ten opzichte van het bot 11. De vakman zal begrijpen dat elk van deze uitvoeringen mogelijk zijn, en dat via elk van deze uitvoeringen een botverkorting met een vooraf bepaalde afstand kan uitgevoerd worden. Zoals hierboven beschreven, kunnen als alternatief de zaagsnedes partieel gemaakt worden, waarbij de partieel gemaakte zaagsnedes na het verwijderen van het hulpstuk vervolledigd worden. Aangezien ze partieel gemaakt zijn, kan dezelfde richting accuraat gevolgd worden.
Nadat het bot 11 doorgezaagd is en de zaagsneden 19 en 20 bekomen zijn, wordt het hulpstuk 2 verwijderd van het bot. Dit is weergegeven in figuur 3E. De botdelen kunnen naar elkaar bewogen worden door het hanteren van Kirschner wires 12. Deze Kirschner wires vormen een hanteermechanisme voor de chirurg voor het hanteren de botdelen. Zo kan bijvoorbeeld een tang over de Kirschner wires 12 geplaatst worden, om de botdelen naar elkaar toe te trekken. Alternatief kunnen de Kirschner wires 12 manueel gehanteerd worden. Als verder alternatief kunnen ook geen of meer dan 2 K-wires ter plaatse blijven, afhankelijk van het implantaat dat zal gebruikt worden. Het kan ook een optie zijn om, na het schuiven van het implantaat over de K-wires, een afzonderlijke klem op één of meer K-wires te plaatsen, om het implantaat zo tegen het bot aangedrukt te houden en de constructie meer stabiel te maken om het inbrengen van de schroeven gemakkelijker te maken.
Nadat het hulpstuk 2 verwijderd is, kan het implantaat 1 geplaatst worden ten opzichte van het bot 11. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3 heeft het implantaat Kirschner wire openingen 14. Dit heeft als voordeel dat wanneer het implantaat 1 geplaatst wordt met de Kirschner wires 12 doorheen de openingen 14, de botdelen van het bot 11 automatisch correct ten opzichte van elkaar gepositioneerd zijn. Dit wil zeggen dat de zaagsneden 19 en 20 tegen elkaar aan komen te liggen. In deze positie zullen de gaten die in het bot gevormd zijn gealigneerd zijn met de schroefgaten 9 van het implantaat 1. Ook zijn de schroeven voor het vastzetten van het implantaat (schroeven 16a-16f) reeds geselecteerd. Dit wil zeggen dat de chirurg na het positioneren van het implantaat 1 geen gaten meer moet boren in het bot 11, noch metingen moet uitvoeren. De chirurg kan meteen starten met het vastzetten van de schroeven (die reeds geselecteerd zijn) in de overeenstemmende gaten. Alzo kan het implantaat 1 vastgezet worden ten opzichte van het bot 11 om de botdelen ten opzichte van elkaar te fixeren.
Bovenstaande stapsgewijze uitleg van de werkwijze voor het uitvoeren van een osteotomie laten zien dat aan het implantaat 1 geen bijzondere voorwaarden opgelegd zijn. Dit implantaat 1 kan een standaard osteosyntheseplaat zijn. Op het implantaat 1 moeten geen aanduidingen voorzien zijn voor het zagen van een vooraf bepaalde afstand (dit zit in het tweede segment van het hulpstuk). Ook moeten in het implantaat 1 geen sleuven voorzien zijn waarin schroeven op verschillende posities vastgezet kunnen worden, namelijk de posities van de geboorde gaten stemmen (door de specifieke opbouw van het hulpstuk) rechtstreeks overeen met de posities van de gaten van het implantaat 1. Een verder noemenswaardig voordeel van de uitvinding is dat het implantaat niet met klemmen vastgeklemd moet worden ten opzichte van het bot om de schroeflengtes te kunnen bepalen. Via het hulpstuk van de uitvinding kunnen de schroeflengtes reeds bepaald worden door middel van het hulpstuk. Dit alles laat toe om een osteotomie uit te voeren op een betrouwbare, tijdseffïciënte en kostenefficiënte manier, namelijk omdat geen bijzondere voorwaarden gesteld worden aan het implantaat 1 kan dit maximaal prijsefficiënt vervaardigd worden. De hulpstukken 2 zijn typisch uit kunststof en daarom goedkoop vervaardigbaar. De set volgens de uitvinding laat verder aan de chirurg toe om zeer tijdseffïciënt te werk te gaan.
Op basis van de beschrijving hierboven, de figuren en de mogelijke alternatieven die in de tekst vermeld zijn, zal de vakman begrijpen dat verschillende mogelijke configuraties en uitvoeringsvormen bedacht kunnen worden. De beschrijving en voorbeelden die hierboven gegeven zijn, zullen daarbij niet beperkend zijn voor de uitvinding, die gedefinieerd wordt in de conclusies.

Claims (14)

  1. Conclusies
    1. Set geschikt voor gebruik in een bot verkorting osteotomie met een vooraf bepaalde afstand, de set bevattende: - een implantaat met een distaai segment en een proximaal segment, waarbij het distaai segment minstens twee distale schroefgaten bevat en waarbij het proximaal segment minstens twee proximale schroefgaten bevat; - een hulpstuk bevattende opeenvolgend een eerste segment, een tweede segment en een derde segment, waarbij het eerste segment eerste schroefgaten bevat, en waarbij het derde segment tweede schroefgaten bevat, en waarbij het tweede segment twee geleiders bevat die elk aangepast zijn voor het geleiden van een zaagblad zodat via de twee geleiders de osteotomie met vooraf bepaalde afstand uitvoerbaar is, waarbij de eerste schroefgaten en de tweede schroefgaten respectievelijk overeenstemmen met de minstens twee distale schroefgaten en de minstens twee proximale schroefgaten, met een tussenafstand tussen eerste en tweede schroefgaten die genoemde vooraf bepaalde afstand groter is dan een overeenstemmende tussenafstand tussen distale en proximale schroefgaten, en waarbij het eerste segment en het derde segment, ten minste ter plaatse van de schroefgaten, gelijk gevormd is aan respectievelijk het distale segment en proximale segment.
  2. 2. Set volgens conclusie 1, waarbij het gehele eerste segment gelijk gevormd is aan het distale segment, en waarbij het gehele derde segment gelijk gevormd is aan het proximale segment.
  3. 3. Set volgens conclusie 1 of 2, waarbij gelijk gevormd verder gespecificeerd is als een hoofdzakelijk gelijke dikte vertonen.
  4. 4. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij gelijk gevormd verder gespecificeerd is als een buitenoppervlak vertonen dat gelijkvormig is.
  5. 5. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij overeenstemmen gespecificeerd is als een relatieve onderlinge positie hebben die gelijk is.
  6. 6. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke geleider gevormd is als een sleuf die hoofdzakelijk gedefinieerd is door 2 oppervlakken die zich parallel uitstrekken en waarin het zaagblad kan bewegen om daarmee in een zaagpositie en in een zaagrichting geleid te zijn.
  7. 7. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het distaai segment en het proximaal segment elk een opening voor een kirschner wire bevat, en waarbij het eerste segment en het derde segment elk een overeenstemmende opening bevatten.
  8. 8. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de set geschikt is voor gebruik in een bot verkorting osteotomie met een eerste vooraf! bepaalde afstand en geschikt is voor gebruik in een bot verkorting osteotomie met een tweede vooraf bepaalde afstand, waarbij de set een verder hulpstuk bevat dat gevormd is analoog aan genoemd hulpstuk, en waarbij genoemd hulpstuk aangepast is voor de eerste vooraf bepaalde afstand en waarbij het verder hulpstuk aangepast is voor de tweede vooraf bepaalde afstand.
  9. 9. Werkwijze voor het uitvoeren van een bot verkorting osteotomie met een vooraf bepaalde afstand, waarbij de werkwijze uitgevoerd wordt met behulp van een set uit één van de voorgaande conclusies, en waarbij de werkwijze bevat: - positioneren ten opzichte van het bot van een hulpstuk uit de set, welk hulpstuk schroefgaten bevat en geleiders bevat voor het geleiden van een zaag; waarbij de werkwijze bevat, na het positioneren van het hulpstuk: - boren van gaten in het bot doorheen de schroefgaten; - opmeten van elk van de geboorde gaten teneinde voor elk van de gaten een schroef te selecteren met een lengte die geschikt is voor het vastschroeven van het hulpstuk op het bot; - ten minste gedeeltelijk vastzetten van het hulpstuk op het bot; - zagen van het bot gebruik makend van de geleiders; waarna de werkwijze bevat het verwijderen van het hulpstuk en daarop volgend plaatsen van een implantaat uit de set en vastschroeven van het implantaat gebruik makend van de respectievelijk geselecteerde schroeven.
  10. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het hulpstuk gepositioneerd wordt met behulp van kirschner wires die in het bot geplaatst worden en die zich door kirschner wire openingen van het hulpstuk uitstrekken.
  11. 11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de geplaatste kirschner wires na verwijdering van het hulpstuk gebruikt worden om de botdelen na het zagen ten opzichte van elkaar te positioneren zodat het implantaat vastgeschroefd kan worden.
  12. 12. Werkwijze volgens één van de conclusies 9-11, waarbij de stap van het vastzetten van het hulpstuk op het bot uitgevoerd wordt door het ten minste gedeeltelijk vastschroeven van het hulpstuk op het bot.
  13. 13. Werkwijze volgens één van de conclusies 9-12, waarbij de stap van het zagen van het bot bevat het maken van 2 zaagsneden via de respectievelijke geleiders van het hulpstuk, en het verwijderen van een botsegment tussen de zaagsneden.
  14. 14. Werkwijze volgens één van de conclusies 9-13, waarbij na het vastschroeven van het implantaat de kirschner wires verwijderd worden.
BE2014/0125A 2014-02-26 2014-02-26 Hulpstuk voor osteotomie BE1021823B1 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0125A BE1021823B1 (nl) 2014-02-26 2014-02-26 Hulpstuk voor osteotomie
CA2940580A CA2940580C (en) 2014-02-26 2015-02-16 Accessory for osteotomy
CN201580016647.6A CN106132320A (zh) 2014-02-26 2015-02-16 用于切骨术的附件
AU2015222700A AU2015222700B2 (en) 2014-02-26 2015-02-16 Guide set for osteotomie
PCT/BE2015/000004 WO2015127515A2 (en) 2014-02-26 2015-02-16 Accessory for osteotomy
JP2016554219A JP6445579B2 (ja) 2014-02-26 2015-02-16 切骨術用の付属品
US15/116,427 US10390840B2 (en) 2014-02-26 2015-02-16 Accessory for osteotomy
EP15723822.1A EP3113695B1 (en) 2014-02-26 2015-02-16 Guide set for osteotomie
ES15723822T ES2718951T3 (es) 2014-02-26 2015-02-16 Conjunto de guías para osteotomía

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0125A BE1021823B1 (nl) 2014-02-26 2014-02-26 Hulpstuk voor osteotomie

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021823B1 true BE1021823B1 (nl) 2016-01-20

Family

ID=50624340

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0125A BE1021823B1 (nl) 2014-02-26 2014-02-26 Hulpstuk voor osteotomie

Country Status (9)

Country Link
US (1) US10390840B2 (nl)
EP (1) EP3113695B1 (nl)
JP (1) JP6445579B2 (nl)
CN (1) CN106132320A (nl)
AU (1) AU2015222700B2 (nl)
BE (1) BE1021823B1 (nl)
CA (1) CA2940580C (nl)
ES (1) ES2718951T3 (nl)
WO (1) WO2015127515A2 (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1021823B1 (nl) 2014-02-26 2016-01-20 Biomet Manufacturing, Llc Hulpstuk voor osteotomie
US20160015426A1 (en) 2014-07-15 2016-01-21 Treace Medical Concepts, Inc. Bone positioning and cutting system and method
US9687250B2 (en) 2015-01-07 2017-06-27 Treace Medical Concepts, Inc. Bone cutting guide systems and methods
WO2016134154A1 (en) 2015-02-18 2016-08-25 Treace Medical Concepts, Inc. Pivotable bone cutting guide useful for bone realignment and compression techniques
US10653467B2 (en) 2015-05-06 2020-05-19 Treace Medical Concepts, Inc. Intra-osseous plate system and method
JP6985248B2 (ja) 2015-07-14 2021-12-22 トリース メディカル コンセプツ,インコーポレイティド 骨位置付けガイド
US9622805B2 (en) 2015-08-14 2017-04-18 Treace Medical Concepts, Inc. Bone positioning and preparing guide systems and methods
US10849663B2 (en) 2015-07-14 2020-12-01 Treace Medical Concepts, Inc. Bone cutting guide systems and methods
EP3334356A4 (en) 2015-08-14 2019-05-15 Treace Medical Concepts, Inc. PROCEDURE ON TARSO-METATARIAL ARTICULATION USING A SUPPORT POINT
US11278337B2 (en) 2015-08-14 2022-03-22 Treace Medical Concepts, Inc. Tarsal-metatarsal joint procedure utilizing fulcrum
EP3349674A4 (en) 2015-09-18 2019-05-22 Treace Medical Concepts, Inc. SYSTEMS AND METHODS FOR JOINT SPACING
US11076863B1 (en) 2016-08-26 2021-08-03 Treace Medical Concepts, Inc. Osteotomy procedure for correcting bone misalignment
US10524808B1 (en) 2016-11-11 2020-01-07 Treace Medical Concepts, Inc. Devices and techniques for performing an osteotomy procedure on a first metatarsal to correct a bone misalignment
US10939939B1 (en) 2017-02-26 2021-03-09 Treace Medical Concepts, Inc. Fulcrum for tarsal-metatarsal joint procedure
WO2020014457A1 (en) 2018-07-11 2020-01-16 Treace Medical Concepts, Inc. Compressor-distractor for angularly realigning bone portions
US11583323B2 (en) 2018-07-12 2023-02-21 Treace Medical Concepts, Inc. Multi-diameter bone pin for installing and aligning bone fixation plate while minimizing bone damage
US11607250B2 (en) 2019-02-13 2023-03-21 Treace Medical Concepts, Inc. Tarsal-metatarsal joint procedure utilizing compressor-distractor and instrument providing sliding surface
JP2022543478A (ja) 2019-08-07 2022-10-12 トリース メディカル コンセプツ,インコーポレイティド 骨切断および関節再整列処置のための二平面器具
US11889998B1 (en) 2019-09-12 2024-02-06 Treace Medical Concepts, Inc. Surgical pin positioning lock
US11890039B1 (en) 2019-09-13 2024-02-06 Treace Medical Concepts, Inc. Multi-diameter K-wire for orthopedic applications
US11986251B2 (en) 2019-09-13 2024-05-21 Treace Medical Concepts, Inc. Patient-specific osteotomy instrumentation
US11622797B2 (en) 2020-01-31 2023-04-11 Treace Medical Concepts, Inc. Metatarsophalangeal joint preparation and metatarsal realignment for fusion
JP2023526473A (ja) 2020-05-19 2023-06-21 トリース メディカル コンセプツ,インコーポレイティド 中足骨内転を治療するための装置及び技術
US11457931B1 (en) 2021-03-31 2022-10-04 Avanti Orthopaedics Llc Bone shortening osteotomy apparatus
USD1011524S1 (en) 2022-02-23 2024-01-16 Treace Medical Concepts, Inc. Compressor-distractor for the foot

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20070276383A1 (en) * 2006-05-11 2007-11-29 Rayhack L.L.C. Osteotomy system
US20120123484A1 (en) * 2010-03-04 2012-05-17 Eva Lietz Ulna Osteotomy System
WO2013156545A1 (en) * 2012-04-18 2013-10-24 Materialise N.V. Orthopedic bone fixation systems and methods

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4565191A (en) * 1984-01-12 1986-01-21 Slocum D Barclay Apparatus and method for performing cuneiform osteotomy
JPS6445579A (en) 1987-08-08 1989-02-20 Hitachi Koki Kk Air screw driver
US4929247A (en) * 1988-10-06 1990-05-29 Rayhack John M Bone compression and distraction device
US5042983A (en) * 1989-10-30 1991-08-27 Rayhack John M Precision bone cutting guide
US5176685A (en) * 1989-10-30 1993-01-05 Rayhack John M Precision bone cutting guide
US6007535A (en) * 1996-01-03 1999-12-28 John M. Rayhack Multi-plane bone distraction system
JP3041355B2 (ja) * 1996-11-08 2000-05-15 隆也 水関 骨切り鋸案内具
GB2334214B (en) * 1998-02-12 2003-01-22 John Knowles Stanley Cutting guide
US6206882B1 (en) * 1999-03-30 2001-03-27 Surgical Dynamics Inc. Plating system for the spine
US8652142B2 (en) * 2006-04-28 2014-02-18 Acumed Llc Osteotomy systems
US7540874B2 (en) * 2004-05-27 2009-06-02 Trimed Inc. Method and device for use in osteotomy
US20090254126A1 (en) * 2008-04-04 2009-10-08 Skeletal Dynamics Llc Compression/distraction osteotomy system, plate, method, drill guide and saw guide
US20100168799A1 (en) * 2008-12-29 2010-07-01 Schumer Evan D Ulnar osteotomy plate including increased compression
CN102753109A (zh) * 2010-11-11 2012-10-24 厄尔西奥·米盖尔·内马 用于骨切开术的多重可调板
ES2687521T3 (es) * 2012-09-12 2018-10-25 Nextremity Solutions, Inc. Dispositivo de acortamiento de huesos
BE1021823B1 (nl) 2014-02-26 2016-01-20 Biomet Manufacturing, Llc Hulpstuk voor osteotomie
GB2530247B (en) * 2014-07-29 2020-12-30 Orthomed Uk Ltd A surgical apparatus
US10245086B2 (en) * 2015-02-18 2019-04-02 Treace Medical Concepts, Inc. Bone plating kit for foot and ankle applications

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20070276383A1 (en) * 2006-05-11 2007-11-29 Rayhack L.L.C. Osteotomy system
US20120123484A1 (en) * 2010-03-04 2012-05-17 Eva Lietz Ulna Osteotomy System
WO2013156545A1 (en) * 2012-04-18 2013-10-24 Materialise N.V. Orthopedic bone fixation systems and methods

Also Published As

Publication number Publication date
CA2940580A1 (en) 2015-09-03
AU2015222700A1 (en) 2016-10-13
WO2015127515A2 (en) 2015-09-03
EP3113695B1 (en) 2019-03-20
WO2015127515A3 (en) 2015-10-15
EP3113695A2 (en) 2017-01-11
JP6445579B2 (ja) 2018-12-26
ES2718951T3 (es) 2019-07-05
CA2940580C (en) 2019-10-29
US20170007267A1 (en) 2017-01-12
JP2017510332A (ja) 2017-04-13
CN106132320A (zh) 2016-11-16
US10390840B2 (en) 2019-08-27
AU2015222700B2 (en) 2018-12-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021823B1 (nl) Hulpstuk voor osteotomie
US8777948B2 (en) Device for shortening an elongated bone
EP2976024B1 (en) Surgical device for proper orientation during osteotomy
CA2625634C (en) Aiming device
US6689139B2 (en) Long oblique ulna shortening osteotomy jig
EP2670327B1 (en) Bone defect repair device
JP5362581B2 (ja) 截骨術ガイド及びこのガイドを使用した脛骨内側遠位部の切断方法
US7540874B2 (en) Method and device for use in osteotomy
US9907558B2 (en) Osteotomy guide and method
KR0146052B1 (ko) 외과용 절단 가이드
EP3023068A2 (en) Bone plates, plate alignment systems, and methods of use
US20040138669A1 (en) Long oblique ulna shortening osteotomy jig
US20100106197A1 (en) Bone plate for use in a surgical procedure
JP2017525549A (ja) 近位腱膜瘤の切除ガイドおよびプレート、ならびにその使用方法
JPH02501806A (ja) 骨の切削用ガイドおよびその使用方法
US11589876B2 (en) Surgical guide assembly for performing a knee osteotomy procedure
US11857206B2 (en) Patient-specific surgical tools
RU182499U1 (ru) Направляющее устройство для выполнения двойной укорачивающей остеотомии
CN112638295B (zh) 改变骨构型的方法和系统
US20120029646A1 (en) Mandible reconstruction system and method
US20220192685A1 (en) Reusable surgical guide for osteosynthesis surgery in particular of the hallux valgus
CN118056542A (zh) 用于切除骨骼的切除模板
CN114305580A (zh) 一种用于股骨粗隆下截骨的持骨器
TW202033163A (zh) 脛骨截骨器具

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210228