BE1021717B1 - Stapelbare fles - Google Patents
Stapelbare fles Download PDFInfo
- Publication number
- BE1021717B1 BE1021717B1 BE2013/0451A BE201300451A BE1021717B1 BE 1021717 B1 BE1021717 B1 BE 1021717B1 BE 2013/0451 A BE2013/0451 A BE 2013/0451A BE 201300451 A BE201300451 A BE 201300451A BE 1021717 B1 BE1021717 B1 BE 1021717B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- bottle
- connector
- opening
- handle
- shaped
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D21/00—Nestable, stackable or joinable containers; Containers of variable capacity
- B65D21/02—Containers specially shaped, or provided with fittings or attachments, to facilitate nesting, stacking, or joining together
- B65D21/0209—Containers specially shaped, or provided with fittings or attachments, to facilitate nesting, stacking, or joining together stackable or joined together one-upon-the-other in the upright or upside-down position
- B65D21/023—Closed containers provided with local cooperating elements in the top and bottom surfaces, e.g. projection and recess
- B65D21/0231—Bottles, canisters or jars whereby the neck or handle project into a cooperating cavity in the bottom
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D23/00—Details of bottles or jars not otherwise provided for
- B65D23/10—Handles
- B65D23/104—Handles formed separately
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D23/00—Details of bottles or jars not otherwise provided for
- B65D23/12—Means for the attachment of smaller articles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C49/00—Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor
- B29C49/20—Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor of articles having inserts or reinforcements ; Handling of inserts or reinforcements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Details Of Rigid Or Semi-Rigid Containers (AREA)
- Containers Having Bodies Formed In One Piece (AREA)
Abstract
Set bevattende een eerste en tweede stapelbare fles uit polyethyleen teraftalaat, elke fles heeft een flessenhals, schouderdeel, zijwand en een handvat, waarbij het basisdeel een centraal basisdeel en een perifeer basisdeel heeft waarbij het centraal basisdeel een inham heeft om de nek van een onderliggende fles te omvatten in een gestapelde positie, en waarin elke fles voorzien is van een inspringing in een bovenste segment van de zijwand en waarbij het handvat gemonteerd is in de inspringing op een hoofdzakelijk horizontale positie.
Description
Stapelbare fles
Huidige uitvinding heeft betrekking op een set bevattende een eerste en een tweede stapelbare fles, elke fles is gemaakt uit een materiaal zodat de fles door blaasvormen gevormd kan worden, elke fles heeft een flessenhals, een schouderdeel, een zijwanddeel, een basisdeel en een handvat, het basisdeel heeft een centraal basisdeel en een perifeer basisdeel, waarbij dus het centrale basisdeel een inham heeft met afmetingen zodanig dat de inham van de eerste fles, de flessenhals van de tweede fles omsluit in een gestapelde positie waarin het schouderdeel van de tweede fles tegen het perifeer basisdeel van de eerste fles ligt. Uitvinding heeft verder betrekking op een stapelbare fles uit zulke set.
Zulke flessen zijn bekend uit EP 2292519, welke een stapelbare fles beschrijft met een handvat dat gemonteerd is ronde een nek van de fles. Daarbij, zijn de flessenhals, de stop van de fles en het handvat in een gestapelde positie omsloten door de inham in het centrale basisdeel. Het handvat is geplaatst aan de flessenhals waardoor een ergonomische hantering van de fles mogelijk gemaakt wordt, in het bijzonder wanneer vloeistof uit de fles gegoten wordt. De gebruiker kan vloeistof uit de fles gieten door het vasthouden van de fles via één hand aan het handvat (welke nabij de bovenkant is), en de andere hand aan de bodem van de fles, waarbij de fles op een stabiele wijze vastgehouden kan worden terwijl het perfect mogelijk is de fles te balanceren om de vloeistofstroom die uit de fles stroomt te controleren. Ergonomisch is deze manier van vasthouden van een fles voor het uitgieten van vloeistof uit een fles voordelig gebleken.
Een nadeel van de bekende stapelbare fles en handvat is dat de inham in het bodemdeel van de fles veel plaats inneemt en meer materiaal vereist om de fles te vervaardigen, omdat de fles vooraf bepaalde sterktes moet hebben ook bij de meer complex gevormde bodem.
Het is een doel van de huidige uitvinding om een stapelbare fles te voorzien met een handvat, welke een meer optimale vorm heeft.
Hiertoe is de fles volgens de uitvinding gekenmerkt doordat elke fles voorzien is van een inspringing in het bovenste segment van de zijwand en waarbij het handvat gemonteerd is in de inspringing in een hoofdzakelijk horizontale positie. Het resultaat dat het handvat niet gepositioneerd is in de nek is dat de inham in het bodemdeel van de fles het handvat van de onderliggende fles in de gestapelde positie niet moet omsluiten. Dit laat toe de inham met een kleinere diameter te ontwerpen. Verder kan de hals van de fles korter gemaakt worden, omdat er geen extra plaats voorzien moet worden voor het plaatsen van het handvat rond de nek. Dit laat op zijn beurt toe de inham minder diep te maken. De combinatie van deze voordelen heeft als resultaat dat de inham in het bodemdeel noemenswaardig kleiner wordt wanneer het handvat niet gepositioneerd is rond de nek van de fles. Omdat de inham noemenswaardig kleiner is, moet er minder materiaal gebruikt worden om de fles te blaasvormen, wat resulteert in een gewichts- en kostenbesparing. Testen hebben uitgewezen dat de inspringing in de zijwand, waar het handvat in geplaatst is, minder plaats neemt dan de plaats die gewonnen wordt door de kleinere inham. Dit is verder theoretisch aangetoond doordat het handvat roteerbaar gemonteerd is aan de nek wat als resultaat heeft dat de inham, bijkomstig aan het handvat, de langere nek en het handvat in elke positie moet omsluiten. Door het plaatsen van de inspringing aan het bovenste segment van de zijwand heeft de gebruiker een middel voor het ergonomisch dragen en ergonomisch uitgieten van de fles. In het bijzonder in het uitgieten van de fles, heeft de horizontale positie van het handvat voordelen ten opzichte van bijvoorbeeld een verticaal gepositioneerd handvat.
Bij voorkeur is het materiaal waarmee de fles gemaakt kan worden door het blaasvormen polyethyleen tereftalaat. Polyethyleen tereftalaat is het meest gebruikte blaasvorm materiaal voor flessen. Dit materiaal is kostenefficiënt en gemakkelijk om te recycleren.
Bij voorkeur zijn de inspringing en het handvat geconfigureerd zodat in een gestapelde positie het complete handvat zich uitstrekt in de inspringing. Daarbij steekt het handvat niet uit de inspringing en steekt de handvat dus ook niet uit, uit de theoretische buitenoppervlak (zijnde het oppervlak zoals het zou zijn zonder inspringing) van de fles. Dit laat toe om aangrenzende flessen dicht bij elkaar te plaatsen, waardoor een efficiënt stapelen, opslaan en transporteren van de flessen bekomen is. Het zal duidelijk zijn in dit verband dat het handvat zich kan uitstrekken vanaf de fles in een niet gestapelde positie van de fles.
Het handvat kan voorzien worden van een verend element, dat in een samengedrukte modus zich compleet uitstrekt in de inspringing, en in een ontspannen modus zich uitstrekt uit de inspringing. In zulk een voorbeeld, wordt de samengedrukte modus gezien als de stapelpositie.
Bij voorkeur zijn de inspringing en handvat voorzien in de zijwand direct aangrenzend aan het schouderdeel van de fles. Deze positie in de zijwand, direct aangrenzend aan het schouderdeel, en daarmee in het hoogste segment van de zijwand, is niet enkel ergonomisch, de voorkeurspositie voor het handvat, maar heeft ook voordelen bij het vervaardigen van de fles. In het proces van blaasvormen, is een plastic preform geplaatst binnen in een mal. Deze plastic preform heeft typisch een hoogte die noemenswaardig kleiner is dan de eindhoogte van de fles. De preform wordt uitgerekt door het aanbrengen van druk en een vooraf bepaalde temperatuur, om de fles te vormen. Daarmee worden de lagere gedeelten van de fles gevormd door de lagere gedeelten van de preform, terwijl de hogere gedeelten van de fles gevormd zijn door de hogere gedeelten van de preform. Omdat de preform initieel gepositioneerd is aan de bovenzijde van de mal, wordt de preform typisch uitgerekt van boven naar onder. Dit heeft als resultaat dat het bovenste gedeelte van de fles typisch meer materiaal bevat dan de lagere gedeelten van de fles omdat deze lagere gedeelten meer uitgerekt zijn dan de bovenste gedeelten. Daarom heeft het voorzien van de inspringing en het handvat in het hoogste segment van de zijwand, direct aangrenzend aan het schouderdeel, als resultaat dat meer materiaal gebruikt is om de inspringing te vormen, zodat de benodigde sterkte van de fles gegarandeerd kan worden. Deze nodige sterkte is in het bijzonder relevant omdat het handvat verbonden is in de inspringing, en het handvat de krachten aangebracht op de fles voor het dragen van de fles moet kunnen weerstaan.
Bij voorkeur bevat het handvat ten minste een connector die verbonden is met de fles en een grijpdeel welke gemonteerd is met de connector. Wanneer de connector en het grijpdeel aparte stukken zijn, waarbij de connector verbonden is met de fles, is dat voordelig voor het vervaardigingsproces. Eén type connector kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor kleine en grote flessen, waarbij de kleine flessen een klein grijpdeel en de grote flessen een groot grijpdeel hebben, waarbij zowel het kleine als het grote grijpdeel verbonden is met het ene type van connector. Verder is het gemakkelijker wanneer een fles geblaasvormd wordt om een connector te verbinden met de fles, dan om een compleet handvat met de fles te verbinden omdat dit element (connector of compleet handvat) ten minste gedeeltelijk gepositioneerd moet zijn in de mal tijdens het blaasvormproces. Het positioneren en vasthouden van slechts een connector in de mal gedurende het blaasvormen, en niet het gehele handvat is noemenswaardig simpeler en heeft daarom voordelen.
Bij voorkeur is het grijpdeel gemonteerd tussen twee connectoren welke verbonden zijn met de fles op afstand van elkaar. Het monteren van het grijpdeel tussen twee connectoren is een gemakkelijke manier om het grijpdeel in een vooraf bepaalde positie te monteren. Zoals hierboven beschreven, blijkt het voordelen te hebben dat het handvat in de horizontale positie staat. In deze context heeft het monteren van het grijpdeel tussen twee connectoren welke op een afstand van elkaar en op dezelfde hoogte in de fles geplaatst zijn, als resultaat dat het grijpdeel automatisch horizontaal gepositioneerd is.
Bij voorkeur is de connector ballonvormig met ene opening voor het monteren van het grijpdeel, waarbij de ballonvormige connector omgeven is door materiaal zodanig dat de connector stevig verbonden is met de fles en de buitenzijde van de fles. Een ballonvormige connector die geplaatst is in een mal bij het vervaardigen van een blaasgevormde fles, heeft als resultaat dat het materiaal van de preform die de fles zal vormen, zal uitrekken rond de connector, waardoor de connector ingekapseld wordt in het flessenmateriaal. De ballonvormige connector wordt daarmee omgeven door het flessenmateriaal, waardoor de ballon niet weggetrokken kan worden van de fles. De opening, welke voorzien is voor het monteren van het grijpdeel, kan ook gebruikt worden in het vervaardigingsproces voor het vasthouden van de connector wanneer de fles geblaasvormd wordt. In deze context, zal het begrepen worden dat het materiaal de ballonvormige connector omsluit, niet betekent dat de ballon volledig omsloten is en ingekapseld in het materiaal, maar omsloten is voor een groot gedeelte zodanig dat de ballon niet kan ontsnappen uit de fles.
Bij voorkeur is het vrouwelijke deel gevormd door een blinde opening met een binnendiameter die groter is aan het blinde eind van de opening dan aan het open einde van de opening, zodat de opening geschikt is voor een klikverbinding voor een mannelijk deel van het mechanisch verbindingsmechanisme. Een vrouwelijk deel van een mechanisch verbindingsmechanisme dat gevormd is in de connector maakt het gemakkelijk om het grijpdeel te monteren. Een snelle en goedkope manier om twee elementen te verbinden is door een klikverbinding, waarbij het mannelijke element klikt in een vrouwelijke opening waardoor de mechanische verbinding gevormd wordt. Alternatief kan schroefdraad voorzien worden in de blinde opening.
Bij voorkeur bevat de connector een verdikking aan één eind van de ballonvorm om een peervormige connector te vormen, waarbij de opening geplaatst is bij de verdikking. Door het voorzien van een verdikking, krijgt het materiaal dat de fles vormt, meer ruimte om rond te connector te krullen, zodat de connector stevig verankerd wordt in het flessenmateriaal.
Bij voorkeur is de opening gevormd langs een longitudinale as van het peervormige element. Het voorzien van de opening langs een longitudinale as van het peervormig element heeft als resultaat dat een symmetrisch gevormde connector verkregen wordt welke simpel is in vorm en daarom gemakkelijk geproduceerd en gehanteerd kan worden.
Sommige uitvoeringsvormen van apparaten en/of werkwijzen in overeenstemming met de huidige uitvinding worden nu beschreven, enkel bij wijze van voorbeeld, aan de hand van de bijhorende figuren, waarin:
Figuur 1 een zijaanzicht toont van een deel van een set van twee stapelbare flessen met handvat in gestapelde positie;
Figuur 2 een vooraanzicht toont van een bovenste deel van een stapelbare fles met handvat;
Figuur 3 een persoon toont die vloeistof uitgiet uit een stapelbare fles met handvat;
Figuur 4 een mal toont met een blaasgevormde stapelbare fles met connector;
Figuur 5 verschillende types van connectoren toont;
Figuur 6 een bovenaanzicht van een inspringing en handvat gemonteerd tussen twee connectoren toont;
Figuur 7 de stappen illustreert voor het blaasvormen van een fles met connector.
In de figuren wordt aan eenzelfde of analoog element eenzelfde referentiecijfer toegekend.
Figuur 1 toont een fles 1 welke lineair symmetrisch gevormd is rond een longitudinale as. De fles 1 van boven naar beneden langs de longitudinale as bevat een optionele flessenstop 8, een flessenhals 2, een schouderdeel 3, een zijwand 4 en een basisdeel 5. Bij voorkeur is de fles geproduceerd door middel van blaasvormen uit een materiaal welk geblaasvormd kan worden, bij voorkeur polyethyleen tereftalaat (PET). Een alternatief materiaal welke toelaat een fles 1 te produceren door middel van blaasvormen is polylactisch zuur (PLA). De fles 1 volgens de uitvinding bevat verder een handvat 11.
De flessenstop 8 is bij voorkeur verbonden met de flessenhals 2 door middel van een schroefverbinding, waarbij de flessenstop 8 en de flessenhals 2 een overeenstemmende schroefdraad hebben. Echter andere systemen zoals een kliksysteem kunnen ook gebruikt worden om de flessenstop 8 met de flessenhals 2 te verbinden. De flessenhals 2 bevat verder een kraag welke het mogelijk maakt om de fles te grijpen op een simpele manier, in het bijzonder gedurende het blaasvormen van de fles 1.
Schouderdeel 3 van de fles 1 verbindt de flessenhals 2 met de zijwand 4 van de fles 1. Om deze reden strekt schouderdeel 3 zich in hoofdzaak in een radiale richting en neerwaarts uit van de flessenhals 2 welke een eerste diameter heeft, om over te gaan in de zijwand 4 van de fles welke een grotere diameter heeft dan de eerste diameter. Dit geeft een licht gebogen, hoofdzakelijk vlak bovenoppervlak aan genoemd schouderdeel 3, waarop een verdere fles 1 gestapeld kan worden. Ondanks dat de term diameter hoofdzakelijk gebruikt wordt om ronde elementen te beschrijven, zal de voorkeursvorm van de fles volgens de uitvinding vierkant met afgeronde hoeken zijn (wanneer van bovenaf naar de fles gekeken wordt). De vierkante vorm van de fles verbetert de stapelbaarheid. Vierkante flessen kunnen meer efficiënt gestapeld worden. De ronde hoeken laten toe om de fles via blaasvormen te produceren. Het basisdeel 5 van de fles 1 sluit de zijwand 4 aan een onderzijde af zondanig dat de fles 1 geschikt is voor het bevatten van vloeistof. Het basisdeel 5 van de stapelbare fles 1 volgens de uitvinding heeft 2 delen, namelijk een perifeer basisdeel 7 en een centraal basisdeel 6. Het perifeer basisdeel 7 strekt zich hoofdzakelijk radiaal uit ten opzicht van de longitudinale as om een hoofdzakelijk vlak onderste oppervlak te vormen dat stabiel op een vlak vloeroppervlak kan staan.
Figuur 1 toont een deel van een set van een eerste fles en een tweede fles in een gestapelde positie, waarbij de bovenste fles getoond is in dwars doorsnede. Het centrale basisdeel 6 toont een inham 6 welke gedimensioneerd is zodat de fles gestapeld kan worden. In een gestapelde positie ligt een schouderdeel 3 van de onderste fles tegen een perifeer basisdeel 7 van een bovenste fles. Figuur 1 toont hoe de flessenhals 2 en de flessenstop 8 zich centraal uitstrekken en hoger dan het schouderdeel 3 van de fles 1. Om het mogelijk te maken, in een gestapelde positie met een lager liggende fles en een hoger liggende fles, voor een perifeer basisdeel 7 van de bovenste fles om tegen een schouderdeel 3 van de onderste fles te liggen, is in het basisdeel van de bovenste fles een holte voorzien welke groot genoeg is om de flessenhals en de flessenstop 8 te bevatten. Om deze reden, is een inham voorzien in een centraal basisdeel 6 welk de functie van de hierboven beschreven holte uitoefent. De afmetingen van de inham 6 zijn zodanig gedefinieerd dat ze de flessenhals 2 en de flessenstop 8 van een onderliggende fles in de gestapelde positie kunnen omsluiten.
Figuur 1 toont een inspringing 10 in een bovenste segment van de zijwand 4 van de fles 1. In deze inspringing is een handvat 11 voorzien. Daarbij zijn handvat 11 en de inspringing 10 zodanig geconfigureerd dat een persoon tussen een grijpdeel van het handvat en een inspringing 10 kan grijpen met zijn hand, zonder noemenswaardige inspanning, bijvoorbeeld door het voorzien van een opening tussen het handvat en het flessenmateriaal 1 ter plaatse van het grijpdeel. Alternatief kan het handvat voorzien worden van een veerelement zodanig dat het handvat dat hoofdzakelijk tegen het flessenmateriaal ligt wanneer het veerdeel in rust is en zodat het handvat weggetrokken kan worden van het flessenmateriaal door het aanbrengen van een spanning op het veerdeel.
Bij voorkeur hebben het bovenste oppervlak van het schouderdeel 3 en het onderste oppervlak van het perifeer basisdeel 7 een complementair reliëf met verhogingen en verlagingen welke in elkaar passen en welke zich bij voorkeur radiaal uitstrekken, zodat na stapeling, rotatie van één fles 1 ten opzichte van een andere fles verhinderd is. Bij voorkeur zijn de verhogingen en verlagingen in de fles 1 gemaakt zonder de materiaaldikte te variëren. Als resultaat kan de fles 1 geproduceerd worden met verhogingen en verlagingen die in het basisdeel 5 en in het schouderdeel 3 ingewerkt zijn simpelweg door blaasvormen.
Figuur 2 toont de inspringing 10 en het handvat 11 van de voorzijde, terwijl figuur 1 de inspringing 10 en het handvat 11 in dwarsdoorsnede van de zijkant toont. Figuur 2 toont een voorkeursuitvoeringsvorm waarbij het handvat 11 gemonteerd is tussen twee connectoren 24 voorzien in de inspringing 10 in het zijwanddeel 4 van de fles 1. De connectoren 24 zijn geplaatst op hoofdzakelijk gelijke hoogte in de fles (waarbij de fles beschouwd wordt in een opstaande positie). Zulke plaatsing laat een rigide verbinding toe en een stevige horizontale positionering van het handvat in de inspringing 10 van de fles.
Figuur 3 toont een persoon die vloeistof uitgiet uit een stapelbare fles volgens de uitvinding. Met één hand grijpt de persoon het handvat en met de andere hand grijpt de persoon in het bodemdeel 5 van de fles 1. Omdat het bodemdeel 5 een inham 6 heeft in een centraal deel daarvan, kan de persoon met zijn vingers grijpen in de inham waardoor hij een betere grip op de fles heeft. Omdat het handvat in de horizontale positie gepositioneerd is (waarbij de fles in een opstaande positie beschouwd wordt), kan een persoon die vloeistof uitgiet uit de fles de fles vasthouden op een rechte en gebalanceerde manier. De persoon moet zijn arm of hand niet roteren om de fles te grijpen. Verder, is het handvat geplaatst in een bovenste segment van de zijwand 4 van de fles 1. Dit maximaliseert de afstand tussen het handvat 1 en het bodemdeel 5 van de fles. Omdat deze afstand gemaximaliseerd is, kan een goede controle verkregen worden wanneer vloeistof uit de fles gegoten wordt. Deze specifieke combinatie van het horizontale handvat, het handvat dat geplaatst is in een bovenste segment van de zijwand, en de inham in het bodemdeel van de fles, laat een gebruiker toe om zulke fles 1 te dragen en vloeistof uit de fles 1 te
£.\J I gieten op een manier die ergonomisch superieur is aan alle bestaande flessen met verschillende handvatontwerpen.
Figuur 4 toont een mal voorzien voor het blaasvormen van een fles. Figuur toont een preform 20 in gestippelde lijn gepositioneerd in de mal. De binnenste vorm van de mal is gedefinieerd door het mallichaam 22. Door het aanbrengen van druk op de preform 20 (bij een vooraf bepaalde temperatuur), zal het preformmateriaal uitrekken en naar buiten "geblazen" worden richting het mallichaam 22 waardoor de fles 21 gevormd wordt met een vorm die overeenstemt met de binnenste vorm van het mallichaam 22. Figuur 4 toont hoe het mallichaam 22 voorzien is van een pin 23 die inwaarts uitstrekt vanuit de binnenste zijwand van de mal 22. Een bolvormige connector 24 is over de pin 23 geplaatst. Als resultaat, wanneer een fles geblaasvormd wordt, zal het preform 20 materiaal rond de connector krullen en daarmee over ten minste 50 procent van het buitenoppervlak van de connector aanliggen. Omdat het materiaal aanligt tegen meer dan 50 procent van het buitenoppervlak van de connector, bij voorkeur over 60 procent van het buitenoppervlak van de connector, meer bij voorkeur over 70 procent buitenoppervlak van de connector, is de connector gevangen in het materiaal 21 dat de fles vormt. Het buitenoppervlak van de fles 21 is rond de connector 24 gekruld zodanig dat de connector 24 stevig verbonden is met de fles aan een buitenzijde van de fles.
De connector 24 bevat twee delen die bij voorkeur uit één stuk gevormd zijn, het eerste deel zijnde flessenmateriaal contacteerdeel en het andere deel zijnde het extern elementen monteerdeel. Het flessenmateriaal contacteerdeel is gedefinieerd door het meeste van het buitenoppervlak van het connectorlichaam. Dit buitenoppervlak is bij voorkeur ballonvormig, heeft geen scherpe randen aan het flessenmateriaal contacteerdeel. Het externe elementen monteerdeel is gevormd door slechts een klein deel van het buitenoppervlak van het connectorlichaam. Het klein deel bevat een opening bij voorkeur gevormd als een blinde opening die inwaarts uitstrekt in het connectorlichaam. Dit klein deel kan scherpe randen bevatten.
De blinde opening is bij voorkeur voorzien van een vrouwelijk mechanisch verbindingsgedeelte zoals een binnenste schroefdraad of met een variërende binnendiameter waarbij het blinde eind van de blinde opening een grotere binnendiameter heeft van het open einde van de blinde opening.
Figuur 5 toont drie connectoren die elk een verschillende buitenvorm hebben. Alle vormen getoond in figuur 5 en figuur 4 worden beschouwd als ballonvormen. In de uitvinding is een ballonvorm gedefinieerd als een driedimensionale vorm die grotendeels gedefinieerd is door afgeronde oppervlakken optioneel gecombineerd met vlakke oppervlakken (hoofdzakelijk afgerond zodanig dat de vorm geen scherpe hoeken vertoont). Figuur 4 toont een ballonvorm welk hoofdzakelijk rond gevormd is. In figuur 5a, heeft de ronde vorm een verdikking aan één eind daarvan waardoor een peervormige ballon verkregen wordt. De opening is geplaatst aan de verdikking, en de blinde opening strekt zicht bij voorkeur uit langs de rotatie-as van de peervormige connector. Figuur 5b toont een alternatieve peervormige connector die in de vorm van een driehoek met afgeronde hoeken gevormd is. Figuur 5c toont een verdere alternatieve vorm van de ballonvormige connector zijnde een vierkant met afgeronde hoeken (die daarmee een combinatie van ronde oppervlakken en vlakke oppervlakken heeft). De connector in figuur 4 en de connector in figuur 5c hebben hun zwaartepunt hoofdzakelijk in het midden van de connector. Figuur 5a en figuur 5b tonen connectoren met een peervorm, waarbij het zwaartepunt uit het midden van de connector geschoven is weg van de opening in de connector. De laatste vorm is geprefereerd t.o.v. een centraal zwaartepunt omdat het meer ruimte laat aan het flessenmateriaal om rond de connector te krullen.
Voor het stevig verbinden van de connector met de fles, is de connector gevangen in de buitenste vorm van het flessenmateriaal. Hiertoe omsluit het flessenmateriaal de connector, wat betekent dat het flessenmateriaal tegen het buitenoppervlak van de connector aanligt ook achter het breedste punt van de connector, waardoor de connector vastgegrepen wordt in het flessenmateriaal. In een connector waar het zwaartepunt niet in het midden ligt, kan het voldoende zijn wanneer het flessenmateriaal tegen minder dan 50 procent van het connectoroppervlak ligt, om de connector te verbinden met de fles. Echter bij voorkeur ligt het flessenmateriaal tegen meer dan 50 procent, bij voorkeur meer dan 60 procent, meer bij voorkeur meer dan 70 procent van het buitenoppervlak van de connector.
Figuur 5b toont de connector met een blinde opening die voorzien is van binnenste schroefdraad terwijl figuur 4, figuur 5a en figuur 5c een binnenste holte met een grotere diameter aan het blinde eind van de opening dan aan het open einde van de opening heeft zodat een extern element ingesloten kan worden in de blinde opening.
Figuur 6 toont een inspringing met handvat uit figuren 1 en 2 in een bovenaanzicht. Twee connectoren 24 zijn voorzien aan de inspringing en op een afstand van elkaar. Tussen twee connectoren 24 kan een handvat 11 gemonteerd worden. Het handvat bevat mannelijke mechanische verbindingselementen 26, in figuur 6 zijnde klikverbindingen voorzien voor het klikken in de blinde opening 25 in het connectorlichaam.
Door het klikken van het grijpdeel 11 in de connector 24, strekt het handvat zich volledig in de inspringing 10 uit, zodat geen delen van het handvat zich buiten het buitenste oppervlak van de fles uitstrekken. Het flessenmateriaal 21 is rond de connectoren 24 gekruld waardoor de connectoren in het flessenmateriaal gevangen zitten zodat een kracht uitgeoefend kan worden op de connectoren.
Figuur 7 toont de verschillende stappen in de werkwijze voor het vervaardigen. Figuur 7a toont een mallichaam 22 met een pin 23 die zich uitstrekt van het binnenste oppervlak van de mal. In een eerste stap, wordt een preform 20 ingebracht in de mal en een connector 24 met zijn opening 25 over de pin 23 geschoven in richting 30. Daarbij is de connector gepositioneerd in de mal. Dit is getoond in figuur 7b. Figuur 7c toont hoe de preform uitgerekt en gekruld wordt rond de connector 24 om tegen meer dan 70 procent van de oppervlakte van de connector aan te liggen, zodat de fles 21 gevormd is in de mal 22. In een verdere stap, getoond in figuur 7d wordt de mal geopend en de fles met connector 24 wordt over pin 23 geschoven en wordt uit de mal geschoven in richting 31.
Andere wijzen voor het vasthouden van de connector in de mal kunnen voorzien worden. Echter de pin 23 heeft de voorkeur omdat bij het schuiven van de opening 25 van de connector 24 over de pin 23, de opening van de connector gepositioneerd is zodat ze bereikbaar is van de buitenzijde wanneer de fles 1 geproduceerd is. Daarom heeft deze werkwijze de voorkeur boven andere werkwijzen.
Bij voorkeur heeft de fles 1 volgens de uitvinding een capaciteit van meer dan 5 liter, meer bij voorkeur meer dan 10 liter, meest bij voorkeur meer dan 15 liter. Bij voorkeur heeft een fles 1 volgens de uitvinding een capaciteit kleiner dan 35 liter, meer bij voorkeur kleiner dan 30 liter, meest bij voorkeur kleiner dan 25 liter.
Claims (26)
- Conclusies1. Set bevattende een eerste en een tweede stapelbare fles, elke fles zijnde gemaakt uit een materiaal zodanig dat de fles kan gemaakt worden door blaasvormen, elke fles hebbende een flessenhals, een schouderdeel, een zijwand, een basisdeel, en een handvat, het basisdeel bevat een centraal basisdeel en een perifeer basisdeel, waarbij het centrale basisdeel een inham bevat die gedimensioneerd is zodanig dat inham van de eerste fles de flessenhals van de tweede fles omringt in een gestapelde positie waarbij het schouderdeel van de tweede fles tegen het perifeer basisdeel van de eerste fles ligt, met het kenmerk, dat elke fles voorzien is van een inspringing in een bovenste segment van de zijwand en waarbij het handvat gemonteerd is in de inspringing in een hoofdzakelijk horizontale positie.
- 2. Set volgens conclusie 1, waarbij het materiaal zodanig dat de fles gemaakt kan worden door blaasvormen polyethyleen tereftalaat is.
- 3. Set volgens conclusie 1, waarbij de inspringing en het handvat geconfigureerd zijn zodanig dat in de gestapelde positie het complete handvat zich uitstrekt binnen de inspringing.
- 4. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inspringing en handvat voorzien zijn in de zijwand direct aangrenzend aan het schouderdeel van de fles.
- 5. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het handvat ten minste één connector bevat die verbonden is met de fies, en een grijpdeel dat gemonteerd is met de connector.
- 6. Set volgens conclusie 5, waarbij het grijpdeel gemonteerd is tussen twee connectoren welke verbonden zijn met de fles op een afstand van elkaar.
- 7. Set volgens conclusie 5 of 6, waarbij de connector ballonvormig is met een opening voor het monteren van het grijpdeel, waarbij de ballon omgeven is door genoemd materiaal op zodanige wijze dat connector rigide verbonden is met de fles.
- 8. Set volgens conclusie 7, waarbij de opening gevormd is als een blinde opening die een vrouwelijk deel van een mechanisch verbindingsmechanisme heeft.
- 9. Set volgens conclusie 7 of 8, waarbij het vrouwelijk deel gevormd is door de blinde opening met grotere binnenste afmetingen aan het blinde einde dan aan het open einde van de opening zodanig dat de opening geschikt is voor een klikverbinding met een mannelijk deel van het mechanisch verbindingsmechanisme.
- 10. Set volgens één van de conclusies 7 tot 9, waarbij de ballonvormige connector hoofdzakelijk bolvormig is.
- 11. Set volgens een van de conclusies 7 tot 9, waarbij de connector een verdikking aan één eind van de ballonvorm heeft om een peervormige connector te verkrijgen, waarbij de opening geplaatst is ter plaatse van de verdikking.
- 12. Set volgens conclusie 11, waarbij de opening gevormd is langs de longitudinale as van het peervormige element.
- 13. Set volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de fles een capaciteit heeft groter dan 5 liter, bij voorkeur groter dan 10 liter, meer bij voorkeur groter dan 15 liter, en een capaciteit kleiner dan 35 liter, bij voorkeur kleiner dan 30 liter, meer bij voorkeur kleiner dan 25 liter.
- 14. Stapelbare fles uit een set volgens één van de voorgaande conclusies.
- 15. Fles gemaakt uit een materiaal zodanig dat de fles gemaakt kan worden door blaasvormen, fles bevattende een connector voor het verbinden van een extern element met de fles, waarbij de connector ballonvormig is en een opening heeft voor het monteren van het externe element, waarbij de ballonvormige connector omgeven is door genoemd materiaal op zodanige wijze dat de connector rigide verbonden is met de fles.
- 16. Fles volgens conclusie 15, waarbij het materiaal polyethyleen tereftalaat is.
- 17. Fles volgens conclusie 15 of 16, waarbij de opening gevormd is als een blinde opening die een vrouwelijk deel van een mechanische verbindingsmechanisme heeft.
- 18. Fles volgens conclusie 17, waarbij het vrouwelijke deel gevormd is door een blinde opening met grotere binnenste afmetingen aan het blinde einde dan aan het open einde van de opening zodanig dat opening geschikt is voor klikverbinding met een mannelijk deel van het mechanisch verbindingsmechanisme.
- 19. Fles volgens één van de conclusies 15 tot 18, waarbij de ballonvormige connector hoofdzakelijk bolvormig is.
- 20. Fles volgens één van de conclusies 15 tot 18, waarbij de connector een verdikking heeft aan één eind van de ballonvorm om een peervormige connector te verkrijgen, waarbij de opening geplaatst is ter plaatse van de verdikking.
- 21. Fles volgens conclusie 20, waarbij de opening gevormd is langs de longitudinale as van het peervormige element.
- 22. Fles volgens één van de conclusies 15 tot 21, waarbij de connector gevormd is aan een zijwand van de fles.
- 23. Fles volgens één van de conclusies 15 tot 22, waarbij het externe element een grijpdeel is dat monteerbaar is aan de connector om een handvat aan de fles te vormen.
- 24. Fles volgens één van de conclusies 15 tot 23, waarbij 2 connectoren voorzien zijn en waarbij een grijpdeel gemonteerd is tussen de twee connectoren om een handvat te vormen.
- 25. Werkwijze voor het blaasvormen van een fles volgens één van de conclusies 15 tot 24, bevattende stappen: - voorzien van een mal met een connectorhouder; - voorzien van een fles preform in de mal; - verbinden van een ballonvormige connector met de connectorhouder; - vormen van de fles door het aanbrengen van een vooraf bepaalde druk op de preform bij een vooraf bepaalde temperatuur; - uitwerpen van de fles en connector uit de mal.
- 26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij de connectorhouder een pin is die zich uitstrekt van de binnenwand van de mal en waarbij de stap van het voorzien van een connector in de mal bevat het glijden van een connector met zijn opening over de pin.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
WO2012/062390 | 2012-06-26 | ||
IB2012062390 | 2012-06-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1021717B1 true BE1021717B1 (nl) | 2016-01-12 |
Family
ID=72749429
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2013/0451A BE1021717B1 (nl) | 2012-06-26 | 2013-06-26 | Stapelbare fles |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1021717B1 (nl) |
Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH07205997A (ja) * | 1994-01-24 | 1995-08-08 | Nissei Asb Mach Co Ltd | 把手付き合成樹脂製容器の成形方法及び装置 |
JPH08217075A (ja) * | 1995-02-17 | 1996-08-27 | Mitsubishi Plastics Ind Ltd | 取手付プラスチツクボトル |
FR2755668A1 (fr) * | 1996-11-08 | 1998-05-15 | Manuplast | Recipient, notamment bonbonne, comprenant une poignee de vidage |
WO2001062612A1 (en) * | 2000-02-25 | 2001-08-30 | Springbar Watercoolers Limited | Bottle for a water dispenser |
US20030148050A1 (en) * | 2001-06-08 | 2003-08-07 | Nissei Asb Machine Co., Ltd | Handled container and method of molding the same |
US20040056053A1 (en) * | 2002-09-19 | 2004-03-25 | Nathan Hollander | Liquid container with handles |
EP1510319A1 (en) * | 2003-08-26 | 2005-03-02 | OKYA Co., Ltd. | PET bottle with integrated handle and method of manufacturing the same |
WO2010059044A1 (en) * | 2008-11-18 | 2010-05-27 | Silvergear Marketing B.V. | Assembly comprising an object and a device for holding a liquid and an object |
EP2292519A1 (en) * | 2009-09-08 | 2011-03-09 | August Gysen | Stackable bottle with handle |
-
2013
- 2013-06-26 BE BE2013/0451A patent/BE1021717B1/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH07205997A (ja) * | 1994-01-24 | 1995-08-08 | Nissei Asb Mach Co Ltd | 把手付き合成樹脂製容器の成形方法及び装置 |
JPH08217075A (ja) * | 1995-02-17 | 1996-08-27 | Mitsubishi Plastics Ind Ltd | 取手付プラスチツクボトル |
FR2755668A1 (fr) * | 1996-11-08 | 1998-05-15 | Manuplast | Recipient, notamment bonbonne, comprenant une poignee de vidage |
WO2001062612A1 (en) * | 2000-02-25 | 2001-08-30 | Springbar Watercoolers Limited | Bottle for a water dispenser |
US20030148050A1 (en) * | 2001-06-08 | 2003-08-07 | Nissei Asb Machine Co., Ltd | Handled container and method of molding the same |
US20040056053A1 (en) * | 2002-09-19 | 2004-03-25 | Nathan Hollander | Liquid container with handles |
EP1510319A1 (en) * | 2003-08-26 | 2005-03-02 | OKYA Co., Ltd. | PET bottle with integrated handle and method of manufacturing the same |
WO2010059044A1 (en) * | 2008-11-18 | 2010-05-27 | Silvergear Marketing B.V. | Assembly comprising an object and a device for holding a liquid and an object |
EP2292519A1 (en) * | 2009-09-08 | 2011-03-09 | August Gysen | Stackable bottle with handle |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU636985B2 (en) | Easy grip bottle | |
RU2560862C2 (ru) | Бутылка с овальной горловиной | |
JP6396504B2 (ja) | ファセット容器 | |
JP2005536411A5 (nl) | ||
DK2867129T3 (en) | Stackable bottle | |
BE1021717B1 (nl) | Stapelbare fles | |
US5794999A (en) | Pizza box carrier | |
US20080047925A1 (en) | Plastic container | |
US6273299B1 (en) | Multi-chamber breakfast cereal dispenser | |
JP5118478B2 (ja) | プラスチックボトル | |
US9919843B2 (en) | Detachable handle for a container | |
US20150353229A1 (en) | Beverage delivery can | |
US20150353221A1 (en) | Faceted container | |
WO2014150834A1 (en) | Beverage delivery can | |
JP3138927U (ja) | ペットボトル | |
US20070102430A1 (en) | Self closing bag hanger | |
JP6240499B2 (ja) | ボトル容器 | |
JP3159776U (ja) | 容器 | |
KR200444947Y1 (ko) | 컵이 일체로 구비된 용기 | |
KR101520822B1 (ko) | 음료용기 포장용 상자 | |
US20240034513A1 (en) | Plastic jar | |
US20240158133A1 (en) | Beverage container | |
JP5033544B2 (ja) | ボトル容器 | |
WO2010110534A2 (ko) | 음료용 대용량 페트병 | |
JP3201344U (ja) | 漏斗ホルダ |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20190630 |