BE1021549B1 - Radiografiesysteem en radiografiemethode voor het uitlezen van in opslagfosforplaten opgeslagen röntgeninformatie - Google Patents

Radiografiesysteem en radiografiemethode voor het uitlezen van in opslagfosforplaten opgeslagen röntgeninformatie Download PDF

Info

Publication number
BE1021549B1
BE1021549B1 BE2011/0419A BE201100419A BE1021549B1 BE 1021549 B1 BE1021549 B1 BE 1021549B1 BE 2011/0419 A BE2011/0419 A BE 2011/0419A BE 201100419 A BE201100419 A BE 201100419A BE 1021549 B1 BE1021549 B1 BE 1021549B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
storage phosphor
ray information
image carrier
phosphor plate
radiography system
Prior art date
Application number
BE2011/0419A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Agfa Healthcare
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Agfa Healthcare filed Critical Agfa Healthcare
Priority to BE2011/0419A priority Critical patent/BE1021549B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021549B1 publication Critical patent/BE1021549B1/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03BAPPARATUS OR ARRANGEMENTS FOR TAKING PHOTOGRAPHS OR FOR PROJECTING OR VIEWING THEM; APPARATUS OR ARRANGEMENTS EMPLOYING ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ACCESSORIES THEREFOR
    • G03B42/00Obtaining records using waves other than optical waves; Visualisation of such records by using optical means
    • GPHYSICS
    • G16INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR SPECIFIC APPLICATION FIELDS
    • G16HHEALTHCARE INFORMATICS, i.e. INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR THE HANDLING OR PROCESSING OF MEDICAL OR HEALTHCARE DATA
    • G16H30/00ICT specially adapted for the handling or processing of medical images
    • G16H30/20ICT specially adapted for the handling or processing of medical images for handling medical images, e.g. DICOM, HL7 or PACS

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Radiology & Medical Imaging (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Primary Health Care (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Apparatus For Radiation Diagnosis (AREA)

Abstract

Ui ttreksel De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een radiografiesysteem en een overeenstemmende radiografiemethode met een uitleestoestel (20) voor het uitlezen van in een opslagfosforplaat opgeslagen röntgeninformatie met een lichtbron voor het bestralen van de opslagfosforplaat met stimulatielicht en een detector voor het 'capteren van daarbij in de opslagfosforplaat aangeslagen emissielicht en een outputtoestel (30) voor de weergave van uit de opslagfosforplaat uitgelezen röntgeninformatie op een beelddrager (31). Om een zoveel mogelijk foutloos verloop met een zo minimaal mogelijke vertraging te kunnen garanderen, is een besturingsinrichting (40) voorzien die het radiografiesysteem zo bestuurt dat de weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager (31) zonder tussenkomst van een operator automatisch start nadat ten minste een deelvlak van de opslagfosforplaat is uitgelezen. Fig. 2 2011/0419

Description

Radiografiesysteem en radiografiemethode voor het uitlezen van in opslagfosforplaten opgeslagen röntgeninformatie
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een radiografiesysteem en een overeenstemmende radiografiemethode voor het uitlezen en de weergave van in opslagfosforplaten opgeslagen röntgeninformatie overeenkomstig de inleiding van de onafhankelijke conclusies. Röntgenbeeiden kunnen worden opgenomen door de door een voorwerp, bij voorbeeld een patiënt, dringende röntgenstraling als latent beeld in een zogenaamde opslagfosforplaat op te slaan. Voor het uitlezen van het latente beeld wordt de opslagfosforplaat met stimulatielicht bestraald en daarbij aangeslagen zodat ze emissielicht uitstraalt. Het emissielicht, waarvan de intensiteit met het in de opslagfosforplaat opgeslagen beeld overeenstemt, wordt door een optische detector gecapteerd en in elektrische signalen omgezet. De elektrische signalen worden indien nodig verder verwerkt en tot slot met het oog op een evaluatie ervan, in het bijzonder voor medisch-diagnostische doeleinden, ter beschikking gesteld door ze op een overeenstemmend outputtoestel, zoals bv. een monitor en/of een printer, respectievelijk weer te geven en/of te printen.
Bij radiografiemethodes en radiografiesystemen overeenkomstig de stand van de techniek kan in de dagelijkse praktijk niet altijd een foutloos verloop zonder vertraging wordt gegarandeerd.
Het is een doel van de uitvinding een radiografiesysteem en een overeenstemmende radiografiemethode te verschaffen waarbij een zoveel mogelijk foutloos verloop met een zo minimaal mogelijke vertraging worden gegarandeerd.
Deze doelstelling wordt gerealiseerd door het radiografiesysteem en de radiografiemethode overeenkomstig de onafhankelijke conclusies.
Het radiografiesysteem van de onderhavige uitvinding omvat een uitleestoestel voor het uitlezen van in een opslagfosforplaat opgeslagen röntgeninformatie met een lichtbron voor het bestralen van de opslagfosforplaat met stimulatielicht en een detector voor het capteren van het daarbij in de opslagfosforplaat aangeslagen emissielicht en een outputtoestel voor de weergave van uit de opslagfosforplaat uitgelezen röntgeninformatie op een beelddrager en is gekenmerkt door een besturingsinrichting die het radiografiesysteem zo bestuurt dat de weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager zonder tussenkomst van een operator automatisch start zodra ten minste een deelvlak van de opslagfosforplaat is uitgelezen.
De radiografiemethode van de onderhavige uitvinding omvat de volgende stappen : het uitlezen van in een opslagfosforplaat opgeslagen röntgeninformatie door het bestralen van de opslagfosforplaat met stimulatielicht en het capteren van daarbij in de opslagfosforplaat aangeslagen emissielicht en de weergave van uit de opslagfosforplaat uitgelezen röntgeninformatie op een beelddrager, en heeft als kenmerk dat de weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager zonder tussenkomst van een operator automatisch start zodra ten minste een deelvlak van de opslagfosforplaat is uitgelezen.
De uitvinding is gebaseerd op het idee de bij het uitlezen van een opslagfosforplaat in een uitleestoestel verkregen beeldgegevens in een outputtoestel op een beelddrager weer te geven, ongeacht of een operator door het invoeren van één of meerdere gegevens met de output van de beeldgegevens instemt. Een weergave van de bij het uitlezen verkregen beeldgegevens op de beelddrager gebeurt daarbij standaard zonder dat een operator dient op te treden, bv. door één of meerdere gegevens in te voeren of een bepaalde handeling te stellen. De bij het uitlezen van de opslagfosforplaat verkregen beeldgegevens worden na het uitlezen van het volledige oppervlak van de opslagfosforplaat - of reeds na het uitlezen van een deelvlak van de opslagfosforplaat - in het outputtoestel op de beelddrager weergegeven indien de operator na het uitlezen geen één of meerdere gegevens invoert.
Een foute gegevensinvoer door een operator, bij voorbeeld door het foutief goedkeuren van de vóór een weergave op de beelddrager op een monitor getoonde beeldinformatie, of vertragingen, bij voorbeeld doordat de operator zich van het radiografiesysteem verwijdert en de voor de output vereiste gegevensinvoer door de operator niet of pas later gebeurt, worden daardoor in aanzienlijke mate beperkt, waardoor een maximaal foutvrij verloop met een minimum aan vertraging kan worden gegarandeerd.
Omdat de weergave van de uit de opslagfosforplaat uitgelezen röntgeninformatie op de beelddrager automatisch plaatsvindt zonder dat een operator één of meerdere gegevens dient in te voeren of een handeling dient te stellen, is de workflow bij het radiografiesysteem en de radiografiemethode van de onderhavige uitvinding vergelijkbaar met de typische workflow bij ontwikkelapparaten voor zogenaamde klassieke röntgenfilms, waarbij een röntgencassette met daarin een belichte röntgenfilm in het ontwikkelapparaat wordt ingevoerd en de röntgenfilm na een over het algemeen natchemische ontwikkeling de vorm van een negatief heeft, dat vervolgens, bij voorbeeld na het op een zogenaamde röntgenfilmlichtbak te plaatsen, kan worden bekeken. Het radiografiesysteem en de radiografiemethode van de onderhavige uitvinding bieden daarom het bijzondere voordeel dat het eventueel beschikbare klassieke ontwikkelapparaten kan vervangen zonder dat daarbij de gebruikelijke radiografische workflow in aanzienlijkere mate zou moeten worden aangepast.
Ten opzichte van de beschreven ontwikkelapparaten wordt bovendien het bijkomende voordeel verkregen dat enerzijds het invoeren van de röntgencassette in het uitleestoestel en anderzijds het verwijderen van de met de beeldinformatie bedrukte beelddrager uit het outputtoestel niet verplicht op dezelfde plaats dienen plaats te vinden en dus „gedecentraliseerd" kunnen gebeuren, bv. in verschillende ruimtes of in verschillende zones in een ruimte, waardoor in vergelijking met een groot centraal ontwikkelapparaat enerzijds de apparaten op een meer flexibele wijze in een medische praktijk of een ziekenhuis kunnen worden geïntegreerd en anderzijds de output van de bedrukte beelddrager op een plaats naar keuze, bij voorbeeld vlak bij een röntgenfilmlichtbak, kan gebeuren.
In een voorkeursuitvoering is de besturingsinrichting voor de besturing van het radiografiesysteem zo ontworpen dat de weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager automatisch start zonder dat de operator dient op treden door één of meerdere, in het bijzondere evaluatieve, gegevens betreffende de uitgelezen röntgeninformatie in te voeren. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de röntgeninformatie op de beelddrager weergegeven, zonder dat de operator één of meerdere gegevens betreffende de uitgelezen röntgeninformatie, bij voorbeeld met betrekking tot de bruikbaarheid ervan, dient in te voeren. Daardoor kan worden vermeden dat een operator op basis van een foute evaluatie van de - bv. op een monitor getoonde - röntgeninformatie één of meerdere foutieve gegevens invoert, op basis waarvan vervolgens een foutief aangepaste afdruk van de röntgeninformatie plaatsvindt. Tegelijk kan worden vermeden dat er tussen het moment van het beschikbaar worden van de uitgelezen röntgeninformatie en de start van het weergaveproces een vertraging optreedt indien de operator zich bij voorbeeld van het systeem verwijdert en de gegevensinput pas later uitvoert.
Alternatief of bijkomend kan de besturingsinrichting voor de besturing van het radiografiesysteem en de radiografiemethode zo worden ontworpen dat een weergave van de röntgeninformatie op een beelddrager automatisch plaatsvindt indien de operator binnen een vooraf bepaalbare tijdspanne geen gegevensinput uitvoert waarmee hij/zij te kennen geeft niet met de weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager in te stemmen. De vooraf bepaalbare tijdspanne strekt zich bij voorbeeld uit vanaf het tijdstip dat de uitgelezen röntgeninformatie beschikbaar wordt gesteld, in het bijzonder het tijdstip waarop de opslagfosforplaat is uitgelezen, tot een vooraf bepaalbaar tijdstip voor het automatisch starten van de weergave. Daardoor wordt het mogelijk om via een overeenstemmende gegevensinvoer - bij voorbeeld door het bedienen van een schakelaar of door het kiezen van een optie zoals bv. „Stop" of „Onderbreek" of „Neen" - binnen de vooraf bepaalde tijdspanne indien nodig een weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager te verhinderen.
Alternatief of bijkomend kan de besturingsinrichting zo zijn geconfigureerd dat de weergave van de bij het uitlezen verkregen röntgeninformatie op de beelddrager automatisch gebeurt zonder dat een operator de weergave door een gegevensinvoer of een bepaalde handeling kan verhinderen. Op deze wijze wordt een overeenstemmende workflow verkregen die sterk gelijkt op de typische workflow bij klassieke ontwikkelapparaten, waardoor de in deze context beschreven voordelen bijzonder uitgesproken zijn.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het outputtoestel voor de weergave van röntgeninformatie op een beelddrager, die een beelddragersubstraat en een op het beelddragersubstraat aangebrachte warmtegevoelige en/of lichtgevoelige laag omvat, ontworpen. Bij gebruik van een warmtegevoelige laag is het outputtoestel als zogenaamde thermoprinter ontworpen, waarin de warmtegevoelige laag van de beelddrager met het oog op de weergave van de röntgeninformatie punt- en/of lijngewijs wordt verhit. Bij voorkeur is de warmtegevoelige laag ongevoelig voor daglicht, waardoor de onbedrukte beelddrager bij daglicht in de voorraadhouder van het outputtoestel kan worden geplaatst zonder dat het daglicht er een negatieve invloed op heeft. In het bijzonder laat het beelddragersubstraat zichtbaar licht door. Daarbij is het voordelig indien het outputtoestel zo is ontworpen dat het röntgeninformatie in de vorm van een grijswaardenbeeld op de beelddrager weergeeft. De bedrukte beelddrager kan vervolgens net zoals een ontwikkelde klassieke röntgenfilm worden gebruikt en bv. in een röntgenfilmlichtbak worden geplaatst en bekeken.
Daarnaast is het voordelig indien de besturingsinrichting zo is ontworpen dat ze het mogelijk maakt om de röntgeninformatie vóór de weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager automatisch te bewerken en/of verwerken. Op deze wijze kan de weer te geven röntgeninformatie met het oog op het garanderen van een optimale weergave op de beelddrager automatisch worden bewerkt en/of verwerkt zonder dat de operator daarvoor één of meerdere gegevens dient in te voeren of een bewerkings- of verwerkingsstap dient uit te voeren.
Bij voorkeur is de besturingsinrichting zo ontworpen dat ze de röntgeninformatie met betrekking tot één of meerdere criteria automatisch zo kan controleren en het radiografiesysteem zo kan besturen dat de weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager zonder tussenkomst van een operator pas dan automatisch start indien aan het criterium of de criteria is voldaan. Daardoor zal een automatische weergave pas dan plaatsvinden indien de uitgelezen röntgeninformatie of de daarvan afgeleide beeldgegevens voldoen aan specifieke, vooraf bepaalde criteria, bij voorbeeld met betrekking tot het beeldcontrast en/of de beeldhelderheid en/of de beeldscherpte. Dit heeft als voordeel dat beeiden die - eventueel na een voorafgaande verwerking - niet voldoen aan bepaalde criteria om als diagnosebeeid bruikbaar te zijn, niet automatisch worden afgedrukt. Daardoor wordt vermeden dat onnodig beelddragervoorraad wordt gebruikt om onbruikbare afdrukken te maken, wat in het bijzonder in vergelijking met klassieke ontwikkelapparaten voordelig is.
Bij voorkeur wordt het uitleestoestel in een eerste behuizing en het outputtoestel in een afzonderlijke, tweede behuizing geplaatst. Dank zij deze structuur kunnen de invoer van een een opslagfosforplaat bevattende röntgencassette in het uitleestoestel en het verwijderen van de met de uitgelezen röntgeninformatie bedrukte beelddrager op een van elkaar verschillende locatie worden uitgevoerd, wat een grotere mate van flexibiliteit biedt, zowel bij de installatie van het systeem in een medische praktijk of een ziekenhuis als bij het aanpassen van het systeem aan bijzondere vereisten met betrekking tot de workflow.
Bovendien is de besturingsinrichting bij voorkeur zo ontworpen dat ze automatisch een voor gegevensuitwisseling dienende verbinding tussen het uitleestoestel en het outputtoestel creëert, in het bijzonder nadat het uitleestoestel en het outputtoestel, bij voorkeur via een kabel en/of een netwerk en/of draadloos, aan elkaar zijn gekoppeld. Daardoor kan het radiografiesysteem, dat het uitleestoestel en het outputtoestel omvat, veel eenvoudiger in gebruik worden genomen, waardoor een eventuele meerkost in vergelijking met de ingebruikneming van een klassiek ontwikkelapparaat verwaarloosbaar is.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de besturingsinrichting zo ontworpen dat ze het outputtoestel zo bestuurt dat op de beelddrager bijkomende informatie, in het bijzonder voor de identificatie van de betreffende patiënt, wordt weergegeven. Op deze wijze kan het op de beelddrager weergegeven röntgenbeeid telkens eenduidig worden toegewezen aan de patiënt van wie de röntgenopname is gemaakt.
Bij voorkeur is daarbij de besturingsinrichting voor de besturing van het radiografiesysteem zo ontworpen dat het uitlezen van de in de opslagfosforplaat opgeslagen röntgeninformatie en/of de automatische weergave van de uitgelezen röntgeninformatie pas of enkel dan start wanneer de bijkomende informatie beschikbaar is. Dit zorgt ervoor dat de op het outputtoestel op de beelddrager weergegeven röntgenbeeiden altijd zijn voorzien van de vereiste bijkomende informatie, bij voorbeeld voor de eenduidige identificatie van de betreffende patiënt of de betreffende röntgenopname, waardoor altijd een correcte toewijzing van het röntgenbeeid aan de betreffende patiënt wordt gegarandeerd.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de besturingsinrichting voor de besturing van het uitleestoestel en/of het outputtoestel zo ontworpen dat de opslagfosforplaat in het uitleestoestel en/of de beelddrager in het outputtoestel op ten minste één vooraf bepaald criterium, in het bijzonder een productie-en/of vervaldatum en/of een fabrikant van de opslagfosforplaat of de beelddrager, wordt gecontroleerd en het uitlezen van de in de opslagfosforplaat opgeslagen röntgeninformatie of een weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager niet plaatsvindt en/of een overeenstemmende melding wordt kenbaar gemaakt indien niet aan het vooraf bepaalde criterium is voldaan.
Zo bij voorbeeld is de opslagfosforplaat voorzien van een identificatie, bv. een RFID-tag of een streepjescode, waarin de productie- en/of vervaldatum van de opslagfosforplaat is vervat of gecodeerd.
Het uitleestoestel is zo ontworpen dat het de in de identificatie vervatte informatie kan lezen, bij voorbeeld door middel van een RFID-lezer of een streepjescodelezer, en vervolgens kan controleren of de vervaldatum van de opslagfosforplaat is overschreden. Indien een productiedatum staat vermeld, wordt automatisch op basis van een vooraf bepaalde tijdspanne een vervaldatum berekend.
Indien de vervaldatum is overschreden kan de besturingsinrichting bij voorbeeld het uitleestoestel zo sturen dat er geen uitleesproces plaatsvindt. Alternatief of bijkomend kan een waarschuwing worden gegeven, bv. in de vorm van een optisch of geluidssignaal. Het is tevens mogelijk om het uitlezen van de betreffende opslagfosforplaat te starten, maar wel met gewijzigde uitleesparameters, zoals bv. de snelheid waarmee de plaat voorbij de uitleeseenheid en/of de wiseenheid wordt gevoerd of de prestatie van de voor het stimulatielicht gebruikte lichtbron. Daardoor wordt het voordelige effect gerealiseerd dat opslagfosforplaten die op basis van hun leeftijd mogelijk niet meer aan alle voor een betrouwbare uitlezing vereiste specificaties voldoen, ofwel niet worden uitgelezen ofwel met gewijzigde uitleesparameters, die toch nog een veilig uitlezen van de opgeslagen röntgeninformatie garanderen, worden uitgelezen.
De bovenstaande beschrijving met betrekking tot de productie-en vervaldatum geldt op overeenstemmende wijze tevens voor informatie met betrekking tot de fabrikant van de opslagfosforplaat.
Bovendien gelden de bovenstaande uitvoeringsvormen met betrekking tot de vermelding van de productie- en/of vervaldatum en van de fabrikant van de opslagfosforplaat op overeenstemmende wijze voor beelddragers, waardoor bij beelddragers waarvan de vervaldatum is overschreden of die niet door een vooraf bepaalde fabrikant zijn geproduceerd, de röntgeninformatie niet wordt weergegeven en/of een waarschuwing hierover wordt gegeven en/of de weergave, bv. het bedrukken van de beelddrager, met gewijzigde parameters, bv. een gewijzigde druksnelheid en/of gewijzigde temperatuur, wordt uitgevoerd. Ook hier wordt het voordelige effect gerealiseerd dat onbedrukte beelddragers die op basis van hun leeftijd mogelijk niet meer aan alle voor een betrouwbare weergave van de röntgeninformatie vereiste specificaties voldoen, niet worden bedrukt of op zijn minst met gewijzigde parameters, waardoor toch nog een betrouwbare weergave van de uitgelezen röntgeninformatie wordt gegarandeerd, worden bedrukt.
Verdere voordelen, kenmerken en toepassingsmogelijkheden van de onderhavige uitvinding worden door de hierna volgende beschrijving onder verwijzing naar de Figuren duidelijk, waarbij Fig. 1 een schematische voorstelling van een voorbeeld van een uitleestoestel voor het uitlezen van opslagfosforplaten toont, en
Fig. 2 een schematische voorstelling van een voorbeeld van een radiografiesysteem van de onderhavige uitvinding toont.
Figuur 1 toont een uitleestoestel voor het uitlezen van een opslagfosforplaat 1. Een laser 2 genereert een stimulatielichtstraal 3 die door een afbuigelement 4 zo wordt afgebogen dat de straal langs een lijn 8 over de uit te lezen opslagfosforplaat 1 beweegt. Het afbuigelement 4 heeft een reflecterend vlak, in het bijzonder in de vorm van een spiegel, dat door een aandrijfinrichting 5 oscillerend wordt verplaatst. Alternatief kan het afbuigelement 4 een polygonale spiegel omvatten die door de aandrijfinrichting 5, in dit geval een motor, roterend wordt verplaatst en de stimulatielichtstraal 3 over de opslagfosforplaat 1 heen leidt.
Tijdens de beweging van de afgebogen stimulatielichtstraal 3' over de opslagfosforplaat 1 zendt de plaat afhankelijk van de daarin opgeslagen röntgeninformatie emissielicht uit dat door een optische verzamelinrichting 6, bij voorbeeld een lichtgeleidende vezelbundel of een geschikte spiegelinrichting, wordt verzameld en door een optische detector 7, bij voorkeur een fotomultiplicator (PMT), wordt gecapteerd en daarbij in een overeenstemmend detectorsignaal S wordt omgezet.
Het detectorsignaal S wordt naar een inrichting 16 geleid waarin beeldsignaalwaarden B voor individuele beeldpunten van het uitgelezen röntgenbeeid worden afgeleid. Indien de uitgelezen lijn 8 bij voorbeeld uit 1000 beeldpunten is samengesteld, dan worden van het bij het uitlezen van de lijn 8 verkregen detectorsignaal S 1000 overeenstemmende beeldsignaalwaarden B afgeleid.
Door de opslagfosforplaat 1 door middel van een (niet getoonde) transportinrichting in transportrichting T te verplaatsen, worden individuele lijnen 8 van de opslagfosforplaat 1 na elkaar uitgelezen en wordt zo een tweedimensionaal, uit individuele beeldpunten met telkens een bijbehorende beeldsignaalwaarde B samengesteld röntgenbeeid verkregen. Indien het aantal in de transportrichting T uitgelezen lijnen 8 bij voorbeeld 1500 bedraagt, dan worden met telkens 1000 beeldpunten per lijn 8 voor het uitgelezen röntgenbeeid in totaal 1500 x 1000 beeldpunten met telkens een bijbehorende beeldsignaalwaarde B verkregen.
In principe is het eveneens mogelijk de opslagfosforplaat 1 op een vaste locatie te plaatsen en de overige componenten, in het bijzonder de laser 2, het afbuigelement 4, de polygonale spiegel 6 en de detector 7, ten opzichte van de opslagfosforplaat 1 te bewegen.
Het detectorsignaal S wordt eerst door een laagdoorlaatfilter 12 gefilterd, waarbij aandelen met een hogere frequentie van het detectorsignaal S, in het bijzonder ruisaandelen, worden weggefilterd. Het gefilterde detectorsignaal S wordt dan naar een analoog-digitaal-omzetter 13 geleid en daar met een samplingfrequentie f gesampeld, waarbij bij elk samplingproces een detectorsignaal D in overeenstemmende digitale eenheden wordt verkregen. Het bemonsteren (sampling) van het detectorsignaal S in de analoog-digitaal-omzetter 13 gebeurt bij voorkeur overeenkomstig het zogenaamde Sample-and-Hold-principe, waarbij tijdens het bemonsteren telkens een analoge signaalhoogte van het op een bepaald samplingmoment in de analoog-digitaal-omzetter 13 aanwezige detectorsignaal S wordt gecapteerd en in een overeenstemmende digitale detectorsignaalwaarde D wordt omgezet. Na een tussenopslag in het geheugen 14 worden in een verwerkingseenheid 15 op basis van de detectorsignaalwaarden D de beeldsignaalwaarden B berekend.
Op de opslagfosforplaat 1 is op zo'n manier een markering 9 aangebracht dat deze tijdens het transport van de opslagfosforplaat 1 in transportrichting T in de zone van lijn 8 komt te liggen. Daar valt de afgebogen stimulatielichtstraal 3' op de markering 9, waarbij de markering 9 de stimulatielichtstraal 3' ten minste gedeeltelijk reflecteert of verstrooit en/of de stimulatielichtstraal 3' de markering 9 zo exciteert dat ze luminescerend licht uitstraalt. Het daarbij gereflecteerde of verstrooide stimulatielicht of uitgestraalde luminescerende licht wordt - net zoals het in de opslagfosforplaat 1 aangeslagen emissielicht - door de optische verzamelinrichting 6 verzameld, verder naar de optische detector 7 geleid en daar in een overeenstemmend detectorsignaal S omgezet. Op basis van het detectorsignaal S wordt - na een bijbehorende signaalverwerking - in de verwerkingseenheid 15 een markeringsinformatie afgeleid op basis waarvan de verwerkingseenheid 15 het uitleesproces van de opslagfosforplaat 1 en/of de hierop volgende verwerking van de uitgelezen röntgeninformatie, in het bijzonder in de vorm van de detectorsignaalwaarden D en/of van de beeldsignaalwaarden B, stuurt.
De markeringsinformatie in de markering 9 heeft bij voorbeeld betrekking op voor de opslagfosforplaat 1 specifieke parameters, zoals bv. de grootte van de opslagfosforplaat 1, de gevoeligheid van de opslagfosforplaat 1 voor röntgenstraling, de productiedatum en/of een vervaldatum van de opslagfosforplaat 1 en een identificatienummer voor de eenduidige identificatie van de opslagfosforplaat 1.
Figuur 2 toont een schematische voorstelling van een radiografiesysteem van de onderhavige uitvinding, dat een uitleestoestel 20, een outputtoestel 30 en een besturingsinrichting 4 0 omvat.
Het uitleestoestel 20 en het outputtoestel 30 zijn in het getoonde voorbeeld via een dataleiding 41 met elkaar verbonden, waardoor gegevens van het uitleestoestel 20 naar het outputtoestel 30 en omgekeerd kunnen worden overgedragen.
Alternatief of bijkomend kan tussen enerzijds het uitleestoestel 20 en anderzijds het outputtoestel 30 een draadloze gegevensoverdracht worden voorzien. In dit geval zijn het uitleestoestel 20 en het outputtoestel 30 van respectievelijk gegevenszenders en gegevensontvangers voorzien.
In principe is het eveneens mogelijk een kabelverbinding of draadloze verbinding tussen het uitleestoestel 20 en het outputtoestel 30 via een netwerk te realiseren, waarbij het uitleestoestel 20 en het outputtoestel 30 niet rechtstreeks met elkaar zijn verbonden, maar een verbinding onrechtstreeks, bij voorbeeld via een server, wordt gerealiseerd.
In het hier getoonde voorbeeld bevindt zich de besturingsinrichting 40 in de zone van de dataleiding 41, maar ze kan eveneens bij het uitleestoestel 20 of het outputtoestel 30 worden geïnstalleerd. In principe is het eveneens mogelijk de besturingsinrichting 40 in de behuizing van het uitleestoestel 20 of van het outputtoestel 30 te integreren. Het is eveneens mogelijk om een deel van de besturingsinrichting 40 in of bij het uitleestoestel 20 en een ander deel van de besturingsinrichting 40 in of bij het outputtoestel 30 te installeren. De besturingsinrichting 40 is bij voorkeur een zogenaamde industriële PC, die in vergelijking met op kantoor gebruikte PC's aan specifieke vereisten voldoet, bijzonder robuust is, in het bijzonder bestand is tegen omgevingsinvloeden of elektromagnetische storingen, en zo ontworpen is dat eventuele pannes tot een absoluut minimum zijn beperkt.
De besturingsinrichting 40 is bij voorkeur zo ontworpen dat tussen het uitleestoestel 20 en het outputtoestel 30 automatisch een dataverbinding voor het uitwisselen van gegevens tussen beide toestellen tot stand wordt gebracht zodra beide toestellen via een draadloze of bedrade dataleiding 41 of een overeenstemmende netwerkverbinding met elkaar zijn verbonden. Daartoe is in een datageheugen van het uitleestoestel 20 en/of van het outputtoestel 30 kenmerkende informatie opgeslagen. Zodra beide toestellen 20 en 30 met elkaar zijn verbonden, controleert de besturingsinrichting 40 de in het uitleestoestel 20 of het outputtoestel 30 opgeslagen kenmerkende informatie, eventueel aan de hand van vooraf bepaalde kenmerkende informatie. Al naargelang van het resultaat van deze vergelijkende controle wordt door de besturingsinrichting 40 een dataverbinding tussen enerzijds het uitleestoestel 20 en anderzijds het outputtoestel 30 tot stand gebracht, waardoor data, in het bijzonder röntgeninformatie en besturingsgegevens, tussen de beide toestellen 20 en 30 kunnen worden overgedragen.
De hierboven beschreven automatische realisatie van een dataverbinding tussen beide toestellen 20 en 30 heeft als voordeel dat voor het tot stand brengen van een dataverbinding een operator niet eerst, zoals bij systemen van de stand van de techniek gebruikelijk is, het toestel 20 of het toestel 30 dient te installeren of een operator op een andere wijze een overeenstemmende dataverbinding tot stand brengen moet.
Het beschikbaar stellen van een dergelijk radiografiesysteem is dan ook zeer eenvoudig te realiseren en vergelijkbaar met het beschikbaar stellen van een afzonderlijk toestel, bij voorbeeld van een ontwikkelapparaat voor klassieke röntgenfilms. Als bijkomend voordeel wordt tegelijk decentralisatie gerealiseerd omdat het uitlezen van de opslagfosforplaten niet per se op dezelfde locatie als de weergave van de uitgelezen röntgeninformatie op een beelddrager dient te gebeuren.
Hierna wordt een typisch verloop bij de werking van het radiografiesysteem van de onderhavige uitvinding meer in detail toegelicht.
Na een röntgenopname op een in een röntgencassette 10 aanwezige opslagfosforplaat wordt de röntgencassette 10 door een operator in een toevoerzone 21 van het uitleestoestel 20 ingevoerd. In het deel links onderaan van Figuur 2 worden ter illustratie meerdere röntgencassettes 10 van verschillende grootte getoond, die in het uitleestoestel 20 kunnen worden verwerkt.
Door middel van een in het uitleestoestel 20 voorzien openingsmechanisme wordt de ingevoerde röntgencassette 10 geopend en de in de röntgencassette 10 aanwezige opslagfosforlaag verwijderd.
De opslagfosforlaag wordt door middel van een transportinrichting aan de in het uitleestoestel 20 aanwezige componenten 2 tot 7 (zie Figuur 1 met bijbehorende beschrijving) voorbij gevoerd, waarbij de in de opslagfosforplaat 1 opgeslagen röntgeninformatie wordt uitgelezen en uiteindelijk in beeldsignaalwaarden B wordt omgezet.
De besturingsinrichting 40 stuurt het outputtoestel 30 zo dat het automatisch met het afdrukken van de bij het uitlezen van de in de röntgencassette 10 aanwezige opslagfosforlaag verkregen beeldsignaalwaarden B op een beelddrager 31 start zodra het totale oppervlak of op zijn minst een deelvlak van de opslagfosforplaat in het uitleestoestel is uitgelezen, zonder dat een operator moet en/of kan ingrijpen. Een weergave van de verkregen beeldsignaalwaarden B op de beelddrager 31 start daarbij automatisch zodra de bij het uitlezen van het totale oppervlak of op zijn minst een deelvlak van de opslagfosforplaat verkregen beeldsignaalwaarden B beschikbaar zijn, d.w.z. het afdrukken van de beeldsignaalwaarden B op de passende beelddrager 31 wordt uitsluitend door het beschikbaar worden van de beeldsignaalwaarden B getriggerd. In het bijzonder is het daarbij niet mogelijk dat een operator één of meerdere gegevens invoert om zijn/haar instemming met een weergave van de verkregen beeldsignaalwaarden B op de beelddrager 31 te verlenen.
Door deze "automatische besturing" van het outputtoestel 30 wordt het voordeel gerealiseerd dat het radiografiesysteem, das het uitleestoestel 20 en het outputtoestel 30 omvat, werkt als een zogenaamd klassiek apparaat voor de ontwikkeling van belichte röntgentilms, die in het apparaat worden ingevoerd, in het apparaat natchemisch worden ontwikkeld en door het apparaat als negatief worden opgeleverd. Tegenover dergelijke klassieke ontwikkelapparaten heeft het radiografiesysteem van de onderhavige uitvinding het voordeel dat enerzijds de invoer van de in een röntgencassette 10 aanwezige opslagfosforplaat in het uitleestoestel 20 en anderzijds het verwijderen van met de overeenstemmende beeldinformatie bedrukte beelddrager 31 uit het outputtoestel 30 niet op dezelfde locatie dienen plaats te vinden.
Bij voorkeur stuurt de besturingsinrichting 40 het uitleestoestel 20 en het outputtoestel 30 zo dat een weergave van de verkregen beeldsignaalwaarden B op de beelddrager 31 niet wordt gestart wanneer de operator een commando invoert waarmee hij/zij aangeeft dat een weergave van de beeldsignaalwaarden B op de beelddrager 31 niet mag plaatsvinden, bij voorbeeld door het invoeren of kiezen van passende stuurcommando's zoals bv. "Stop", "Onderbreek" of "Neen". Zonder invoer van passende commando's door een operator daarentegen start de weergave van de beeldinformatie op de beelddrager 31 automatisch zodra de beeldsignaalwaarden B van ten minste een deelvlak van de opslagfosforlaag beschikbaar zijn.
Het in het getoonde voorbeeld getoonde outputtoestel 30 is bij voorkeur een zogenaamde thermoprinter. De beelddrager 31, die in dit geval een beelddragersubstraat met een daarop aangebrachte warmtegevoelige laag omvat, wordt hierbij door punt- of lijngewijs gegenereerde warmte in de printer met de overeenstemmende beeldinformatie beschreven, in het bijzonder in de vorm van een grijswaardenbeeld. Het beelddragersubstraat is bij voorkeur een kunststoffolie die in wezen licht uit het spectraal bereik van zichtbaar licht doorlaat, waarvan de mechanische en/of optische eigenschappen gelijkaardig of identiek zijn aan die van gewoonlijk bij röntgenfilms gebruikte folies. Een dergelijke beelddrager 31 kan op een voor röntgenfilms bedoelde lichtbak worden geplaatst en voor medisch-diagnostische doeleinden worden bekeken. Ten opzichte van natchemische ontwikkelapparaten heeft het hierboven beschreven gebruik van een thermoprinter het voordeel dat geen milieuonvriendelijke chemische stoffen worden geproduceerd en dienen te worden verwijderd en de printer probleemloos bij daglicht met te bedrukken beelddragers kan worden geladen.
De besturingsinrichting 40 is bij voorkeur ook voor de verwerking van de bij het uitlezen van de opslagfosforplaat verkregen beeldsignaalwaarden B ontworpen, waarbij in het bijzonder het beeldcontrast, de beeldhelderheid en/of de beeldscherpte van het uitgelezen beeld kunnen worden gewijzigd, in het bijzonder met het oog op medisch-diagnostische doeleinden kunnen worden geoptimaliseerd, alvorens het automatische afdrukken van de verwerkte beeldsignaalwaarden B in het outputtoestel 30 plaatsvindt.
Alternatief of bijkomend worden de verkregen beeldsignaalwaarden B in de besturingsinrichting 40 geverifieerd alvorens ze naar het outputtoestel 30 door te sturen. Bij de controle van de beeldsignaalwaarden B worden in het bij zonder het contrast en/of de helderheid en/of de scherpte van het uit de beeldsignaalwaarden B samengestelde beeld met vooraf bepaalbare waarden voor respectievelijk contrast, helderheid en scherpte vergeleken. Indien de vooraf bepaalde waarden niet worden behaald en een bijbehorende verwerking van de beeldsignaalwaarden B niet kan of mag plaatsvinden, is het voordelig indien op het uitleestoestel 20, het outputtoestel 30 en/of de besturingsinrichting 40 wordt aangegeven dat het af te drukken beeld niet aan vooraf bepaalde criteria voldoet. De meest eenvoudige manier daartoe bestaat erin een eenvoudig optisch signaal of geluidssignaal weer te geven. In dit geval kan de besturingsinrichting 40 op zo'n manier zijn ontworpen dat ze het outputtoestel 30 zo aanstuurt dat het verkregen beeld niet wordt weergegeven. Alternatief kan de besturingsinrichting 40 evenwel ook zo zijn geprogrammeerd dat ze de beeldsignaalwaarden B van het verkregen beeld voor de weergave ervan naar het outputtoestel 30 doorstuurt, op voorwaarde dat een operator binnen een vooraf bepaalde tijdspanne na de weergave van een desbetreffend signaal geen gegeven(s) invoert waarmee hij/zij te kennen geeft niet met de weergave van het actuele beeld in te stemmen.
In het getoonde voorbeeld is een identificatietoestel 50 voorzien dat met de besturingsinrichting 40 is verbonden en voor het opvragen van gegevens is ontworpen die voor de identificatie van de patiënt dienen, wiens röntgenopname in de op dat moment uitgelezen opslagfosforplaat in het uitleestoestel 20 wordt uitgelezen en aansluitend automatisch in het outputtoestel 30 op een beelddrager 31 dient te worden weergegeven.
Het identificatietoestel 50 kan op verschillende manieren worden gerealiseerd, bij voorbeeld in de vorm van een toetsenbord waarmee een operator gegevens voor de identificatie van de patiënt invoert, zoals bv. de naam van de patiënt, of een kaartlezer die op een chipkaart van de patiënt opgeslagen gegevens kan lezen. In principe is het eveneens mogelijk dat het identificatietoestel 50 via een dataverbinding met een databank is verbonden waaruit de betreffende gegevens van de patiënt kunnen worden opgevraagd.
De besturingsinrichting 40 is daarbij op zo'n manier ontworpen dat de via het identificatietoestel 50 verkregen bijkomende gegevens naar het outputtoestel 30 worden doorgestuurd en daar bijkomend bij de beeldsignaalwaarden B op de beelddrager 31 worden weergegeven. In het getoonde voorbeeld gaat het bij de bijkomende informatie om de naam 32 van de betreffende patiënt. In principe kan nog verdere informatie over de patiënt worden weergegeven, zoals bv. de geboortedatum, het adres, de verzekeringsgegevens van de patiënt enz. In plaats van of bijkomend bij de patiëntgegevens kan eveneens een patiëntidentificatienummer op de beelddrager 31 worden weergegeven.
De besturingsinrichting 40 kan op zo'n manier voor de besturing van het outputtoestel 30 zijn geconfigureerd dat een weergave van de verkregen beeldsignaalwaarden B op een beelddrager 31 in het uitvoertoestel 30 pas dan automatisch wordt gestart wanneer de bijkomende informatie, in het bijzonder in de vorm van de patiënt identificerende informatie, beschikbaar is, waardoor deze informatie samen met de beeldinformatie op de beelddrager 31 kan worden weergegeven. Dit zorgt er altijd voor dat een weergegeven röntgenbeeid altijd correct aan de betreffende patiënt wordt toegewezen.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Radiografiesysteem met een uitleestoestel (20) voor het uitlezen van in een opslagfosforplaat (1) opgeslagen röntgeninformatie met een lichtbron (2) voor het bestralen van de opslagfosforplaat (1) met stimulatielicht (3, 3') en een detector (7) voor het capteren van daarbij in de opslagfosforplaat (1) aangeslagen emissielicht en een outputtoestel (30) voor de weergave van uit de opslagfosforplaat (1) uitgelezen röntgeninformatie (B) op een beelddrager (31), gekenmerkt door een besturingsinrichting (40) die het radiografiesysteem zo bestuurt dat de weergave van de röntgeninformatie (B) op de beelddrager (31) zonder tussenkomst van een operator automatisch start nadat ten minste een deelvlak van de opslagfosforplaat (1) is uitgelezen.
  2. 2. Radiografiesysteem volgens conclusie 1, waarbij de besturingsinrichting (40) voor de besturing van het radiografiesysteem zo is ontworpen dat de weergave van de röntgeninformatie (B) op de beelddrager (31) automatisch start zonder dat de operator één of meerdere gegevens, die betrekking hebben op de uitgelezen röntgeninformatie (B) en deze röntgeninformatie in het bijzonder evalueren, dient in te voeren.
  3. 3. Radiografiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het outputtoestel (30) is ontworpen voor de weergave van röntgeninformatie (B) op een beelddrager (31), die een beelddragersubstraat en een op het beelddragersubstraat aangebrachte warmtegevoelige en/of lichtgevoelige laag omvat.
  4. 4. Radiografiesysteem volgens conclusie 3, waarbij het beelddragersubstraat zichtbaar licht doorlaat.
  5. 5. Radiografiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het outputtoestel (30) voor de weergave van röntgeninformatie (B) in de vorm van een grijswaardenbeeld op de beelddrager (31) is ontworpen
  6. 6. Radiografiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturingsinrichting (40) voor een automatische verwerking van de röntgeninformatie (B) vóór de weergave van de röntgeninformatie (B) op de beelddrager (31) is ontworpen.
  7. 7. Radiografiesysteem volgens conclusie 6, waarbij de besturingsinrichting (40) voor de automatische controle van de röntgeninformatie (B) ten opzichte van één of meerdere criteria en voor de besturing van het radiografiesysteem op zo'n wijze is ontworpen dat de weergave van de röntgeninformatie (B) op de beelddrager (31) zonder tussenkomst van een operator pas dan automatisch start wanneer aan het (de) criterium (criteria) is voldaan.
  8. 8. Radiografiesysteem volgens conclusie 7, waarbij de besturingsinrichting (40) voor de automatische controle van de röntgeninformatie (B) ten opzichte van ten minste één van de volgende criteria is ontworpen : beeldcontrast, beeldhelderheid en beeldscherpte.
  9. 9. Radiografiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het uitleestoestel (20) in een eerste behuizing en het outputtoestel (30) in een afzonderlijke tweede behuizing is aangebracht.
  10. 10 . Radiografiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturingsinrichting (40) voor het automatisch tot stand brengen van een voor gegevensuitwisseling geschikte verbinding tussen het uitleestoestel (20) en het outputtoestel (30) is ontworpen.
  11. 11. Radiografiesysteem volgens conclusie 10, waarbij de besturingsinrichting (40) zo is ontworpen dat ze een voor gegevensuitwisseling geschikte verbinding tussen het uitleestoestel (20) en het outputtoestel (30) automatisch tot stand brengt nadat het uitleestoestel (20) en het outputtoestel (30), in het bijzonder via een kabel (41) en/of een netwerk en/of draadloos, met elkaar zijn verbonden.
  12. 12 . Radiografiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturingsinrichting (40) voor de besturing van het outputtoestel (30) zo is ontworpen dat op de beelddrager (31) bijkomende informatie (32), in het bijzonder voor de identificatie van een betreffende patiënt, weergegeven wordt.
  13. 13 . Radiografiesysteem volgens conclusie 12, waarbij de besturingsinrichting (40) voor de besturing van het radiografiesysteem zo is ontworpen dat het uitlezen van de in opslagfosforplaat (1) opgeslagen röntgeninformatie en/of de weergave van de uitgelezen röntgeninformatie (B) pas dan start wanneer de bijkomende informatie (32) beschikbaar is.
  14. 14. Radiografiesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturingsinrichting (40) voor de besturing van het uitleestoestel (20) en/of het outputtoestel (30) zo is ontworpen dat de in het uitleestoestel (20) aanwezige opslagfosforplaat (1) en/of de in het outputtoestel (30) aanwezige beelddrager (31) ten opzichte van ten minste één vooraf bepaald criterium, in het bijzonder een productie- en/of vervaldatum en/of een fabrikant van de opslagfosforplaat (1) of de beelddrager (31), wordt gecontroleerd en het uitlezen van de in de opslagfosforplaat (1) opgeslagen röntgeninformatie of een weergave van de röntgeninformatie (B) op de beelddrager (31) niet plaatsvindt en/of een melding wordt weergegeven indien niet aan het vooraf bepaalde criterium is voldaan.
  15. 15. Radiografiemethode die de volgende stappen omvat : uitlezen van in een opslagfosforplaat (1) opgeslagen röntgeninformatie door bestraling van de opslagfosforplaat (1) met stimulatielicht (3, 3') en capteren van daarbij in de opslagfosforplaat (1) aangeslagen emissielicht en weergave van uit de opslagfosforplaat (1) uitgelezen röntgeninformatie op een beelddrager (31), met het kenmerk dat de weergave van de röntgeninformatie op de beelddrager (31) zonder tussenkomst van een operator automatisch start wanneer ten minste een deelvlak van de opslagfosforplaat (1) is uitgelezen.
BE2011/0419A 2011-07-06 2011-07-06 Radiografiesysteem en radiografiemethode voor het uitlezen van in opslagfosforplaten opgeslagen röntgeninformatie BE1021549B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0419A BE1021549B1 (nl) 2011-07-06 2011-07-06 Radiografiesysteem en radiografiemethode voor het uitlezen van in opslagfosforplaten opgeslagen röntgeninformatie

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0419A BE1021549B1 (nl) 2011-07-06 2011-07-06 Radiografiesysteem en radiografiemethode voor het uitlezen van in opslagfosforplaten opgeslagen röntgeninformatie

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021549B1 true BE1021549B1 (nl) 2015-12-11

Family

ID=44653049

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0419A BE1021549B1 (nl) 2011-07-06 2011-07-06 Radiografiesysteem en radiografiemethode voor het uitlezen van in opslagfosforplaten opgeslagen röntgeninformatie

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021549B1 (nl)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5041364A (en) * 1990-10-01 1991-08-20 Eastman Kodak Company Diagnostic photographic elements exhibiting reduced glare following rapid access processing
EP0632406A1 (en) * 1993-07-02 1995-01-04 Eastman Kodak Company Real-time window/leveling on a radiographic workstation
US5734915A (en) * 1992-11-25 1998-03-31 Eastman Kodak Company Method and apparatus for composing digital medical imagery
EP0856806A1 (en) * 1997-02-03 1998-08-05 Eastman Kodak Company Automatic editing method for a digital medical imaging unit and a unit for implementing the method
US5952162A (en) * 1996-07-31 1999-09-14 Eastman Kodak Company Films for reproducing medical diagnostic images and processes for their use
EP1039338A2 (en) * 1999-03-24 2000-09-27 Fuji Photo Film Co., Ltd. Cassette for stimulable phosphor sheet, identification means therefor, and image information reading apparatus
EP1209517A2 (en) * 2000-11-20 2002-05-29 Konica Corporation X-ray cassete with stimulable phosphor sheet and image reading apparatus therefor
EP1391780A1 (en) * 2002-08-16 2004-02-25 Konica Corporation Radiographic image reading apparatus

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5041364A (en) * 1990-10-01 1991-08-20 Eastman Kodak Company Diagnostic photographic elements exhibiting reduced glare following rapid access processing
US5734915A (en) * 1992-11-25 1998-03-31 Eastman Kodak Company Method and apparatus for composing digital medical imagery
EP0632406A1 (en) * 1993-07-02 1995-01-04 Eastman Kodak Company Real-time window/leveling on a radiographic workstation
US5952162A (en) * 1996-07-31 1999-09-14 Eastman Kodak Company Films for reproducing medical diagnostic images and processes for their use
EP0856806A1 (en) * 1997-02-03 1998-08-05 Eastman Kodak Company Automatic editing method for a digital medical imaging unit and a unit for implementing the method
EP1039338A2 (en) * 1999-03-24 2000-09-27 Fuji Photo Film Co., Ltd. Cassette for stimulable phosphor sheet, identification means therefor, and image information reading apparatus
EP1209517A2 (en) * 2000-11-20 2002-05-29 Konica Corporation X-ray cassete with stimulable phosphor sheet and image reading apparatus therefor
EP1391780A1 (en) * 2002-08-16 2004-02-25 Konica Corporation Radiographic image reading apparatus

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20220038342A1 (en) Managing a fleet of devices
US11496484B2 (en) Managing a fleet of workflow devices and standby devices in a device network
US7620230B2 (en) Image carrier for storing X-ray information, and a system for processing an image carrier
JPH04123173A (ja) 放射線画像情報処理システム
BE1021549B1 (nl) Radiografiesysteem en radiografiemethode voor het uitlezen van in opslagfosforplaten opgeslagen röntgeninformatie
US6188782B1 (en) Automatic editing method for a digital medical imaging unit
US20210216926A1 (en) Managing a fleet of devices
US7427769B2 (en) Image carrier for storing X-ray information, and a system and method for processing an image carrier
JP2002139807A (ja) 表示装置、表示方法及び画像処理システム
US7095034B2 (en) Image carrier for storing X-ray information, and a system and method for processing an image carrier
CN110226336A (zh) 用于控制生产线和/或分配线的系统和方法
US7531822B1 (en) Management of erasure intervals for storage medium of a radiography cassette
JP2021192108A (ja) 画像取得装置及び画像取得方法
US7145464B2 (en) Data collection device
EP0475176A2 (en) Method and device for detecting film information on photographic film
JP2002244715A (ja) 生産管理装置
JP2004258186A (ja) 交換品及び画像形成装置
CA3035297A1 (en) System and method for providing imaging parameters
CN114126882B (zh) 用于打印组织学实验室消耗品的打印机
JP2001161672A (ja) 放射写真画像記録の方法及び装置
US11968333B2 (en) Image forming apparatus
US20230308551A1 (en) Image forming apparatus, non-transitory computer readable medium, and image forming method
US20230308549A1 (en) Information processing apparatus, product, and method wherein a print from one image forming apparatus is read by another and a screen is generated including diagnostic results and image forming apparatus information
JP2704014B2 (ja) 放射線画像情報処理システム
JP2005091282A (ja) 蓄積性蛍光体シート及びカセッテ

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20151211

PD Change of ownership

Owner name: AGFA NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), FUSION

Effective date: 20190321

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220731