BE1021491B1 - Werkwijze voor het vervaardigen van paneel - Google Patents

Abstract

Een werkwijze voor het vervaardigen van een paneel (1) omvat de stappen met betrekking tot het toevoeren van een substraat (4, 9), het op ten minste één zijde van het substraat (4, 9) aanbrengen van een te sublimeren middel (7), het toevoeren van een opnamelaag (3) voor het opnemen van het te sublimeren middel (7) bij het sublimeren, het aan elkaar vastmaken van het substraat (4, 9) en de opnamelaag (3), en het sublimeren van het te sublimeren middel (7) naar de opnamelaag (3) teneinde een paneel (1) te vormen dat is voorzien van het substraat (4, 9) en de opnamelaag (3) met het te sublimeren middel (7). Het te sublimeren middel (7) wordt als een aparte substantie direct op het substraat (4, 9) aangebracht.

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN PANEEL

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een paneel omvattende de stappen met betrekking tot het toevoeren van een substraat, het aanbrengen van een te sublimeren middel op ten minste één zijde van het substraat, het toevoeren van een opnamelaag voor het opnemen van het te sublimeren middel bij het sublimeren, het aan elkaar vastmaken van het substraat en de opnamelaag, en het sublimeren van het te sublimeren middel naar de opnamelaag teneinde een paneel te vormen dat is voorzien van het substraat en de opnamelaag met het sublimatiemiddel.

Een dergelijke werkwijze is bekend in de stand van de techniek. Bij de bekende werkwijze wordt het substraat aan de opnamelaag vastgemaakt voordat het te sublimeren middel op het substraat wordt vastgemaakt. Het te sublimeren middel wordt gedragen door een overdrachtsvel en op het substraat aangebracht door het overdrachtsvel op het substraat te plaatsen aan de -z±j de daarvan die - te g enover de aan de opnamelaag vastgemaakre--------------- zijde is gelegen. Dan wordt het overdrachtsvel zodanig verwarmd dat het te sublimeren middel naar de opnamelaag sublimeert. Dit betekent dat het te sublimeren middel verdampt en door het substraat in de opnamelaag binnendringt. Na het sublimatieproces kan het overdrachtsvel van het substraat worden verwijderd.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een efficiënte werkwijze voor het vervaardigen van een paneel.

Dit wordt bereikt met de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij het te sublimeren middel als een aparte substantie direct op het substraat wordt aangebracht.

Een voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is dat een overdrachtsvel kan worden weggelaten. Er wordt opgemerkt dat de stappen van de werkwij ze volgens de uitvinding niet noodzakelijkerwijs chronologisch worden uitgevoerd. Bepaalde stappen kunnen in omgekeerde volgorde ten opzichte van de volgorde zoals hierboven beschreven worden uitgevoerd. Verder kunnen bepaalde stappen tegelijkertijd worden uitgevoerd, of er kunnen aanvullende stappen of tussengelegen stappen worden uit gevoerd. '

Het te sublimeren middel kan in de vorm van een decoratief patroon worden aangebracht. Tijdens de stap met betrekking tot het sublimeren wordt het patroon van het te sublimeren middel overgebracht naar de opnamelaag. Talrijke patronen zijn denkbaar, bijvoorbeeld houtpatronen, steenpatronen, of dergelijke, zo mogelijk met variërende kleuren. Een sublimatieproces blijkt te resulteren in aantrekkelijke decoratiepatronen in het resulterende paneel, omdat elk niet regelmatig patroon van het te sublimeren middel op het substraat, bijvoorbeeld als gevolg van een fout in het proces van het aanbrengen van het te sublimeren middel, tijdens de stap met betrekking tot het sublimeren vereffend zal wöteden. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat het te sublimeren middel een beetje divergeert tijdens het verplaatsen daarvan bij de sublimatiestap. Indien het te sublimeren middel wordt aangebracht door middel van een gestuurde spuitmond, kan een falende spuitmond een verstoord patroon van het te sublimeren middel op het substraat creëren, maar de verstoring kan zijn verdwenen na het sublimeren.

Het te sublimeren middel kan een op water gebaseerd, op een oplossing gebaseerd middel of een materiaal dat een UV hardbaar middel bevat, zijn. Het op water gebaseerde middel heeft een voordeel vanuit kostenoogpunt van het middel alsook met betrekking tot de vereiste technologie voor het aanbrengen daarvan op het substraat. Het op een oplossing gebaseerde middel is voordelig voor het vasthechten aan bepaalde materialen van het substraat, bijvoorbeeld substraten die gemaakt zijn uit een polymeer, bijvoorbeeld acrylaat, PVC, of dergelijke. Het te sublimeren middel kan een sublimeerbaar kleurenmiddel (inkt of kleurstof) zijn dat een harsbinder en een kleurstof omvat welke in het algemeen als een dispersiekleurstof wordt aangegeven. De dispersiekleurstof kan een organische kleurstof zoals disazo kleurstoffen, anthraquinone kleurstoffen en methine kleurstoffen zi jn.

Het resulterende paneel kan stijf of flexibel zijn en kan een eindproduct of een tussenproduct zijn. Het resulterende paneel kan bijvoorbeeld een folie zijn die nog aan een stijve laag vastgemaakt dient te worden door middel van lamineren, lijmen of dergelijke. De folie kan bijvoorbeeld opgerold worden en getransporteerd of opgeslagen worden. In het geval wanneer het substraat en de opnamelaag reeds aan elkaar vastgemaakt zijn voordat het te sublimeren middel wordt aangebracht, kan het resulterende paneel een groot board zijn dat na de sublimatiestap in aparte stukken gezaagd moet worden. In een dergelijk geval kunnen het toegevoerde substraat en de opnamelaag reeds aan één of meer lagen zijn vastgemaakt teneinde een stijf board te vormen voordat het te sublimeren middel wordt aangebracht. De aparte stukken kunnen worden voorzien van vergrendelingsmiddelen zoals tongen en groeven teneinde de stukken aan elkaar vast te maken, zoals bekend uit vloerpanelen volgens de stand van de techniek. Op alternatieve wijze kunnen de resulterende panelen reeds zijn voorzien van vergrendelingsmiddelen en klaar zijn voor gebruik na de sublimatiestap. In een dergelijk geval kunnen het toegevoerde substraat en de opnamelaag reeds aan één of meer lagen zijn vastgemaakt en zijn voorzien van vergrendelingsmiddelen voordat het te sublimeren middel wordt aangebracht; het substraat kar:----------- dan kleiner zijn dan het hiervoor genoemde board.

Het resulterende paneel kan een vloerpaneel, een wandpaneel, een plafondpaneel, een paneel voor meubilair, verpakking, plinten of dergelijke zijn en geschikt zijn voor binnen- en/of buitengebruik. Het kan zijn gemaakt uit op hout gebaseerd materiaal zoals MDF, HDF, WPC, of vinyl, metaal, glas, steen, keramiek, polymeercomposiet of dergelijke.

Het resulterende paneel omvat ten minste het substraat en de opnamelaag, maar het kan ook één of meer aanvullende lagen omvatten, bijvoorbeeld een kern, waarbij de opnamelaag tussen het substraat en de kern is opgesloten. Het toegevoerde substraat kan dus reeds vastgemaakt zijn aan andere lagen voordat het te sublimeren middel wordt aangebracht.

De opnamelaag kan zijn voorzien van een folie of film, een met hars geïmpregneerd vel, bijvoorbeeld een met hars geïmpregneerd papier of niet-geweven vel of materiaal, een UV laklaag, een op water gebaseerde of op oplossing gebaseerde laklaag. De opnamelaag kan absorptie-eigenschappen voor het absorberen van het te sublimeren middel hebben. Het is echter ook mogelijk dat het te sublimeren middel door het substraat penetreert en bij het oppervlak van de opnamelaag stopt zodat het gesublimeerde middel gedeeltelijk of volledig op de opnamelaag aanwezig zal zijn. Bij voorkeur zijn de eigenschappen zodanig dat spreiding van het te sublimeren middel in zijdelingse richting van het verplaatsingstrajeet naar en/of in de opnamelaag minimaal is. De opnamelaag kan een witte achtergrond vormen voordat het te sublimeren middel wordt aangebracht. Omdat de opnamelaag kan worden aangebracht voor het vervaardigen van panelen met verschillende decoratiepatronen kan het in grote hoeveelheden worden gebruikt waarbij de kosten worden gereduceerd.

De opnamelaag kan worden vastgemaakt aan een kern die althans ongeveer ondoordringbaar is voor het te sublimeren middel. Dit betekent dat het te sublimeren middel na de sublimatiestap niet binnendringt in de kern, bijvoorbeeld in het geval van een opnamelaag die het gesublimeerde middel absorbeert. ------------De sublimatiestap -kan-worden--uitgevoerd- door middel van------------- het toevoeren van warmte zodat het te sublimeren middel verdampt. Het is denkbaar om de warmte op het te sublimeren middel te concentreren, maar in een alternatie uitvoeringsvorm worden het substraat en/of de opnamelaag ook verwarmd. Tijdens de sublimatiestap kan het substraat met het te sublimeren middel worden bedekt door middel van een afdekorgaan teneinde het te sublimeren middel te dwingen om vanaf het afdekorgaan naar de opnamelaag te gaan. Het afdekorgaan kan een vel of een plaat omvatten welke kan worden verwarmd. Bovendien kan het afdekorgaan tijdens de sublimatiestap een druk uitoefenen op het substraat. Het afdekorgaan kan een verwarmde persplaat omvatten met een getextureerd oppervlak of een verwarmde getextureerde persrol of een relatief dunne getextureerde vrijgavelaag op een platte verwarmde persplaat zodat de sublimatiestap gecombineerd wordt met een stap met betrekking tot het indrukken van het substraat, zo mogelijk in overeenstemming met het patroon van het te sublimeren middel, bijvoorbeeld een houtnerfpatroon. Het in overeenstemming indrukken (embossing-in-register) kan in dit geval nauwkeuriger worden uitgevoerd dan in conventionele ~ lamineringsprocessen waarin een met hars geïmpregneerd papiervel wordt voorzien van een decoratief patroon, omdat de positie van het patroon op het papiervel als gevolg van het impregneren in de praktijk varieert. Verder kan de sublimatiestap met een lamineringsstap worden gecombineerd door gebruik te maken van een verwarmde persplaat, en zo mogelijk ook gecombineerd worden met indrukking.

De warmte kan op het te sublimeren middel worden geconcentreerd, bijvoorbeeld door middel van het toepassen van lasertechnologie. Verder is het denkbaar om de lasertechnologie te gebruiken voor het eveneens creëren van een getextureerd oppervlak van het paneel. Het substraat kan ook een getextureerd oppervlak hebben voordat het te sublimeren middel wordt aangebracht. In dat geval kan het te sublimeren middel zodanig in overeenstemming met het getextureerde oppervlak worden geprint, dat het resulterende paneel een overeenkomende reliëfdruk met het te sublimeren middel verkrijgt.

Er wordt opgemerkt dat in het geval van warmpersen tijdens de sublimaciestap het mogelijk is om een vrijgavelaag aan-te------------------- brengen tussen een persplaat en het substraat met het te sublimeren middel om na het warmpersen het ten opzichte van elkaar vrijgeven van de persplaat en het resulterende product te vergemakkelij ken.

De werkwijze volgens de uitvinding is ook voordelig in gevallen waarin een substraatoppervlak beperkte hechtingseigenschappen voor inkten of kleurstoffen heeft, bijvoorbeeld substraten die gemaakt zijn uit bepaalde polymeren.

Op conventionele wijze moeten dergelijke oppervlakken worden voorbehandeld door middel van een primer, coronabehandeling, plasmabehandeling of dergelijke voordat daarop een inkt of kleurstof wordt geprint om de inkt of kleurstof voldoende aan het substraat te binden. Omdat de werkwijze volgens de uitvinding het te sublimeren middel van het substraatoppervlak vandaan verplaatst, zijn de eisen met betrekking tot de hechtingseigenschappen beperkt. Daarom kunnen voorbehandelingen van het substraatoppervlak worden geminimaliseerd. Het is bijvoorbeeld bekend dat het direct aanbrengen van een bepaald te sublimeren middel op een oppervlak van een polypropyleenvel moeilijk kan zijn. In een dergelijk geval kan een toplaag op het polypropyleenvel worden aangebracht waarna het te sublimeren middel op de toplaag, wordt aangebracht. Tijdens de sublimatiestap wordt het te sublimeren middel zodanig overgebracht naar het polypropyleenvel, dat het gesublimeerde middel gevangen zit tussen het polypropyleenvel en de toplaag.

In dit geval wordt het substraat gevormd door de toplaag, en wordt de opnamelaag gevormd door het polypropyleenvel. Bij de sublimatiestap dringt het te sublimeren middel in het substraat en gaat het naar de opnamelaag. In dit geval maar ook in het algemeen, kan de opnamelaag het gesublimeerde middel opnemen zonder het gesublimeerde middel in de opnamelaag te absorberen. Bovendien kan het gesublimeerde middel na de sublimatiestap ' gedeeltelijk in het substraat blijven. In het bovengenoemde voorbeeld verschaft de werkwijze volgens de uitvinding de gelegenheid om een decoratief patroon op het polypropyleenvel aan te brengen zonder de typische print- en conventionele hechtingsproblemen van inkt of dergelijke aan het polypropyleenvel.

Het substraat kan worden voorzien van een hechtmateriaal om het te sublimeren middel tijdelijk aan het substraat te hechten, dat wil zeggen in de periode tussen de stap met betrekking tot het aanbrengen van het te sublimeren middel op het substraat en de sublimatiestap. In de praktijk zal het te sublimeren middel en het substraat worden gekozen op basis van hun onderlinge compatibiliteit. Het substraat omvat bij voorkeur een printontvankelijke coating, bijvoorbeeld een inkjetontvankelijke coating, die geschikt is voor het opnemen van een te sublimeren middel, bijvoorbeeld een op water gebaseerde of op oplossing gebaseerde inkt of een materiaal dat UV hardbare inkt omvat. Het te sublimeren middel kan zodanige viscositeits- en drogingseigenschappen hebben dat het vloeien van het te sublimeren middel op het substraat beperkt is en dat het snel droogt na te zijn aangebracht op het substraat.

Verder kunnen conventionele processtappen zoals het printen van een decoratief patroon op een papiervel, het impregneren van het papiervel met een hars en het lamineren van het geïmpregneerde papiervel op een kern worden weggelaten.

Een ander voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is dat een balanslaag kan worden weggelaten. Conventionele laminaten die een met hars geïmpregneerd papiervel als een decoratielaag bovenop een kern hebben, vereisen een balanslaag aan de onderkant van de kern. Het weglaten van een met hars geïmpregneerd decoratievel betekent dat een balanslaag kan worden weggelaten of relatief dun kan worden gemaakt.

In een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm wordt het te sublimeren middel door een digitale printer op het substraat geprint. Het gebruik van een digitale printer verschaft een grote mate van flexibiliteit in het patroon dat moet worden geprint. Dit maakt de productie van relatief kleine productgroottes met verschillende decoratiepatronen efficiënt. Productieseries kunnen uniek en/of klantspecifiek worden gemaakt en verouderde voorraden kunnen worden vermeden. Er zijn · alternatieve uitvoeringsvormen van contactprinten of niet-contactprinten van het te sublimeren middel denkbaar, bijvoorbeeld door middel van rolcoating. Wanneer het te sublimeren middel op het substraat wordt geprint kan het een snelheid van 5 tot 10 m/s hebben, maar een hogere of lagere snelheid is denkbaar.

De zijde van het substraat waarop het te sublimeren middel wordt aangebracht, kan een getextureerd oppervlak, of bijvoorbeeld groeven, schuine randen, of dergelijke hebben. Het is mogelijk dat het substraat reeds voorzien is van een getextureerd oppervlak voordat het substraat en de opnamelaag met elkaar worden verbonden.

Het substraat en de opnamelaag kunnen aan elkaar worden vastgemaakt voor het aanbrengen van het te sublimeren middel. In dit geval worden het substraat en de opnamelaag toegevoerd als één gehele eenheid waarna het te sublimeren middel op het substraat wordt aangebracht. De eenheid kan een tussenpaneel zijn dat een aantal lagen omvat, bijvoorbeeld het substraat, de opnamelaag en een kern waarbij de opnamelaag tussen het substraat en de kern is opgesloten. De kern kan althans ongeveer ondoordringbaar zijn voor het te sublimeren middel. Dit betekent dat tijdens de sublimatiestap het te sublimeren middel het substraat en zo mogelijk de opnamelaag binnendringt, indien deze het gesublimeerde middel absorbeert, maar het gesublimeerde middel gaat niet verder dan de opnamelaag. De kern kan zodanig stijf of flexibel zijn, dat het resulterende paneel stijf respectievelijk flexibel is. Het kan zijn gemaakt uit op hout gebaseerd materiaal zoals MDF, HDF, WPC, of vinyl, metaal, glas, steen, keramiek, textiel, niet-geweven materiaal, polymeercomposiet of dergelijke. Zoals hierboven beschreven, kan het resulterende paneel klaar zijn voor gebruik of verdere behandeling vereisen, bijvoorbeeld in stukken zagen, vergrendelingsmiddelen verschaffen en dergelijke, en zo mogelijk andere nabehandelingen zoals het aanbrengen van aanvullende lagen of dergelijke.

Het substraat kan een beschermingslaag met anti-slijtagedeeltjes omvatten. Dit betekent dat de eenheid van het substraat en de opnamelaag kan worden voorbereid als een tussenpaneel dat reeds voorzien is van antislijtage-eigenschappen, maar dat nog geen decoratief patroon heeft. De opnamelaag kan bijvoorbeeld een witte laag zijn of een achtergrondkleur omvatten. Tijdens de sublimatiestap kan het te sublimeren middel door de beschermingslaag worden getransporteerd en in de opnamelaag binnendringen of althans ongeveer tussen de beschermingslaag en de opnamelaag blijven. De anti-slijtagedeeltjes kunnen korunddeeltjes, glaskralen, silica of dergelijke zijn. De grootte van de deeltjes kan zodanig worden gekozen dat de invloed daarvan op het sublimatieproces geminimaliseerd wordt. In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat · de beschermingslaag bijvoorbeeld een ionomeer zoals abcite of Surlyn™. Een combinatie van een ionomeer en deeltjes is ook denkbaar.

In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een verdere laag op het substraat aangebracht na het aanbrengen van het te sublimeren middel. Het substraat kan een tussengelegen beschermingslaag omvatten, welke primair bedoeld is om het tussenpaneel te beschermen tijdens opslag tussen de stap met betrekking tot het vastmaken van het substraat en de opnamelaag en de stap met betrekking tot het aanbrengen van het te sublimeren middel. In aanvulling daarop zal na het aanbrengen van de verdere laag op het substraat en na de sublimatiestap het te sublimeren middel op een grotere afstand van het buitenoppervlak van het resulterende paneel aanwezig zijn dan in het geval van het weglaten van de verdere laag. Er wordt opgemerkt dat meer dan één verdere laag kan worden aangebracht. Elke verdere laag kan verschillende eigenschappen hebben, bijvoorbeeld met anti-kraseigenschappen, UV bestendigheid, kleurstabiliteit, en dergelijke.

Het substraat kan een tussengelegen beschermingslaag omvatten en de verdere laag kan een beschermingslaag met anti-slijtagedeeltjes omvatten. De tussengelegen beschermingslaag kan ook anti-slijtagedeeltjes hebben. In dit geval kan de grootte van de deeltjes in de beschermingslaag afwijken van de grootte van de deeltjes in de tussengelegen beschermingslaag. De deeltjes in de tussengelegen beschermingslaag kunnen bijvoorbeeld kleiner zijn dan de deeltjes in de beschermingslaag. De tussengelegen beschermingslaag is een transparante laag teneinde de opnamelaag zichtbaar te houden.

De beschermingslaag en/of de tussengelegen beschermingslaag kan worden gemaakt uit Harsen zoals melamine, melaminemengsels, fenol, polyester, ionomeren, polyurethaan, acrylaat, of dergelijke. In algemenere termen kunnen het substraat en/of de opnamelaag en/of enige verdere lagen harsen omvatten zoals melamine, melaminemengsels, fenol, polyester, ionomeren, polyurethaan, acrylaat, of dergelijke. De harsen kunnen worden geïmpregneerd in een vel, zoals een papiervel of dergelijke. In het bijzonder blijkt een polyester-omvattende laag een voordeel te hebben, omdat het goede sublimatiekenmerken heeft en geschikt is voor een lamineringsproces. Natuurlijk kan de polyester-omvattende laag een mengsel zijn van polyester en andere acrylaten of harsen.

Er wordt in het algemeen opgemerkt dat harslagen waar doorheen een gesublimeerd middel dient te gaan, gedeeltelijk kan worden gehard, omdat een volledig geharde harslaag het transport van het gesublimeerde middel naar de opnamelaag kan belemmeren. Tijdens of na de sublimatie kan het hardingsproces worden beëindigd teneinde het gesublimeerde middel aan de harsbevattende laag vast te makend

Het substraat en de verdere laag kunnen synchroon met de sublimatiestap aan elkaar worden vastgemaakt. De verdere laag kan bijvoorbeeld een met hars geïmpregneerd overlayvel omvatten dat aan het substraat wordt vastgemaakt door middel van warmpersen, onder welke omstandigheden ook de sublimatiestap plaatsvindt. Dit is in feite een combinatie van een lamineringsproces en een sublimatieproces. In aanvulling daarop kan tijdens dit proces meer dan één verdere laag worden gelamineerd. Het is ook mogelijk om het lamineren en sublimeren met het indrukken van de verdere laag te combineren, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een verwarmde persplaat met een getextureerd oppervlak of een verwarmde getextureerde persrol. Het indrukken wordt mogelijkerwijs in overeenstemming met het patroon van het te sublimeren middel uitgevoerd, bijvoorbeeld een houtnerfpatroon of dergelijke.

Het is ook mogelijk om het laminerings- en indrukproces te combineren terwijl de sublimatiestap achteraf wordt uitgevoerd.

Op alternatieve wijze is het mogelijk de stap met betrekking tot hét iaanbFëngbn~ vän-~het~l:e~ slibliraerelï^mldder^dp lieb substraat en ' ‘ de stap met betrekking tot het indrukken te combineren, terwijl de sublimatiestap achteraf wordt uitgevoerd. In het laatste geval kan het substraat van een textuur worden voorzien door middel van bijvoorbeeld een getextureerde rol, welke rol tegelijkertijd de te sublimeren inkt op het oppervlak aanbrengt.

In een alternatieve uitvoeringsvorm worden het substraat en de opnamelaag na het aanbrengen van het te sublimeren middel aan elkaar vastgemaakt. In dit geval wordt het te sublimeren middel eerst op het substraat aangebracht en dan wordt het substraat met het te sublimeren middel aan de opnamelaag vastgemaakt. In feite kan het substraat met het te sublimeren middel worden vergeleken met een conventioneel overdrachtsvel met een te sublimeren middel, maar in dit geval wordt het substraat aan de opnamelaag vastgemaakt, terwijl het conventionele overdrachtsvel na de sublimatiestap wordt verwijderd. Er wordt opgemerkt dat de opnamelaag deel kan uitmaken van een tussenpaneel dat een opnamelaag, een kern en mogelijkerwijs een balanslaag en/of verdere lagen omvat. Afhankelijk van de zijde van het substraat waarop het te sublimeren middel wordt geprint en de zijde van het substraat dat naar de opnamelaag is gericht, kan het te sublimeren middel zich door het substraat verplaatsen bij het zich naar de opnamelaag verplaatsen.

Het is voordelig om de stap met betrekking tot het vastmaken van het substraat en de opnamelaag en de sublimatiestap synchroon uit te voeren, omdat dit een snel vervaardigingsproces verschaft.

De stap met betrekking tot het vastmaken en de sublimatiestap kunnen in een lamineringsproces bij verhoogde temperatuur en druk worden uitgevoerd, dat wil zeggen door middel van warmpersen. Het substraat omvat bijvoorbeeld een met hars geïmpregneerd papiervel of niet-geweven materiaal, waarop een te sublimeren middel wordt geprint. Het met hars geïmpregneerde vel kan droog zijn, maar de hars nog niet volledig gehard zijn; het vel kan in de zogeheten b-stage zijn. Het vel wordt op een opnamelaag gepositioneerd en de stapel van de opnamelaag en het geïmpregneerde vel worden in een verwarmde pers ~gepl~aätrs"t'~._Ti]"dens“he"t“ waTmpersen~zalrd:e~hars~ smelten^ “etr naar de opnamelaag vloeien, terwijl het te sublimeren middel zal verdampen en naar de opnamelaag gaan en mogelijkerwijs in de opnamelaag penetreren. Het printen op een met hars geïmpregneerd vel, bijvoorbeeld een papiervel dat geïmpregneerd is met ' polyester, of een harsmengsel van melamine en polyester, of dergelijke, heeft een voordeel omdat de absorptiesnelheid beperkt is en een hars geschikt is voor het opnemen van talrijke te sublimeren inkten of kleurstoffen. In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat het substraat een vel waarop het te sublimeren middel wordt geprint voordat hars in het vel wordt geïmpregneerd. In het laatste geval kan het substraat gedeeltelijk worden gehard, bijvoorbeeld door middel van nabij infraroodstraling om voortijdige sublimatie van het te sublimeren middel te vermijden en een gladder oppervlak te creëren dan bij het gebruik van conventionele droogprocessen, hetgeen een beter printbaar oppervlak creëert. Tijdens het impregneren wordt het hardingsproces zodanig gestuurd dat het vel niet volledig gehard wordt tijdens het proces van impregneren. Overeenkomstig hetgeen hiervoor is beschreven, kan de sublimatiestap tegelijkertijd worden uitgevoerd met het aan de opnamelaag vastmaken van het met hars geïmpregneerde vel.

Verder kan het substraat worden voorzien van anti-slijtagedeeltjes. Bijvoorbeeld in het geval van een met hars geïmpregneerd vel kan de hars anti-slijtagedeeltjes bevatten.

In aanvulling daarop kan in hetzelfde proces van lamineren één of meer lagen op het substraat en de opnamelaag worden gelamineerd zoals bij conventionele technieken met betrekking tot lamineren, bijvoorbeeld op het gebied van gelamineerde vloerpanelen.

Verder kunnen de beschermingslaag of enige verdere laag die bovenop het resulterende paneel is gepositioneerd, tijdens het proces van lamineren worden voorzien van een getextureerd oppervlak. In het geval van het in overeenstemming met een patroon indrukken kan het een voordeel zijn indien het met hars geïmpregneerde vel waarop het te sublimeren middel wordt geprint, geïmpregneerd wordt voordat de printstap plaatsvindt, omdat uitzetting van het vel als gevolg van het impregneren in “dat ^geval^reeds“ h^f1:_piLaafrsg-ëvbndëTï,'“zociatr eün betere uitlijning mogelijk is tussen het gesublimeerde patroon en het getextureerde persorgaan.

Bij voorkeur is de zijde van het substraat waarop het te sublimeren middel wordt aangebracht naar de opnamelaag gericht, omdat tijdens de sublimatiestap het te sublimeren middel direct in de opnamelaag kan penetreren in plaats van eerst door het substraat te gaan. In het geval van een proces van lamineren wordt het te sublimeren middel op het substraat aangebracht en kan het substraat dan omgedraaid worden en op de opnamelaag worden gepositioneerd. Het proces van lamineren en het sublimatieproces kunnen zodanig worden ingesteld dat het sublimatieproces sneller verloopt teneinde te vermijden dat het vloeien van de hars het sublimatieproces negatief beïnvloedt.

Het is ook mogelijk om anti-slijtagedeeltjes aan de naar de opnamelaag gerichte zijde van het substraat te verschaffen teneinde het risico op beschadiging van het persorgaan tijdens het proces van lamineren te verminderen. Anderzijds kunnen de anti-slijtagedeeltjes aan de tegenovergelegen zijde van het substraat worden verschaft teneinde te vermijden dat het te sublimeren middel tijdens het sublimeren door de deeltjes wordt gehinderd. Het is ook mogelijk om de anti-slijtagedeeltjes aan tegenover elkaar gelegen zijden van het substraat aan te brengen.

Wanneer het substraat of enige verdere laag een met hars geïmpregneerd vel omvat, kan een relatief dun balansvel worden gebruikt. Het is zelfs mogelijk om het balansvel weg te laten of het te vervangen door een laklaag of dergelijke.

In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het substraat gesublimeerd middel opnemen en vasthouden. In dit geval zal het te sublimeren middel dat als een aparte substantie direct op het substraat is geprint, in het substraat worden gesublimeerd en naar de opnamelaag gaan, maar zal niet of gedeeltelijk de opnamelaag bereiken. Afhankelijk van het sublimatieproces kan het te sublimeren middel in de aan het substraat vastgemaakte opnamelaag penetreren. In dit geval kunnen het substraat en de opnamelaag samen een geïntegreerde opnamelaag vormen.

In algemene termen heeft de uitvinding ook betrekking op een " wer kwijfzè' voor- Tiet“ WrvaaTrdigen- "van" een ^paneel 7 ~omvatt ende de stappen met betrekking tot het toevoeren van een substraat dat is voorzien van een opnamelaag voor het opnemen van een te sublimeren middel, het aanbrengen van een te sublimeren middel op ten minste één zijde van het substraat, het sublimeren van het te sublimeren middel in de opnamelaag teneinde een paneel te vormen, waarbij het te sublimeren middel als een aparte laag direct op het substraat wordt aangebracht. Het resulterende paneel kan een flexibel of een stijf paneel zijn, maar kan zijn voorzien van aanvullende lagen teneinde het substraat te ondersteunen of te bedekken. Het substraat kan bijvoorbeeld een PET folie omvatten, bijvoorbeeld met een dikte van 300 μιη of dunner of dikker; bij het sublimeren penetreert het te sublimeren middel in het substraat, welk substraat kan zijn verbonden met een achtergrondlaag.

Verder zijn bij deze uitvoeringsvorm ook andere kenmerken als hierboven beschreven in relatie tot de uitvoeringsvormen toepasbaar, zoals een getextureerd oppervlak op het substraat, synchroon indrukken en/of sublimeren en/of lamineren etc.

Het substraat vormt bijvoorbeeld een toplaag van een kern die gemaakt is uit composietpolymeer, zoals WPC of dergelijke.

Het substraat of toplaag omvat een opnamelaag en het te sublimeren middel wordt op de van de kern afgekeerde zijde van het substraat aangebracht. Bij de sublimatiestap zal het te sublimeren middel in de toplaag penetreren. Tussen de kern en de toplaag kan een laag aanwezig zijn die een contrasterende kleur heeft, bijvoorbeeld wit.

De in dit document genoemde processen met betrekking tot lamineren kunnen worden uitgevoerd door middel van een continue pers of een niet-continue pers. Bovendien kan de pers zijn voorzien van een getextureerd persorgaan teneinde het indrukken ook te combineren met lamineren en/of sublimeren.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht onder verwijzing naar tekeningen die uitvoeringsvormen van de uitvinding zeer schematisch weergeven.

Fig. 1-6 zijn illustratieve aanzichten van opeenvolgende stappen van een uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het vervaardiger, van een paneel volgens de uitvinding. _

Fi.g. 7-12 zijn met Fig. 1-6 overeenkomende aanzichten, die een alternatieve uitvoeringsvorm tonen.

Fig. 13-16 zijn met Fig. 1-6 overeenkomende aanzichten, die een andere alternatieve uitvoeringsvorm tonen.

Fig. 17-19 zijn met Fig. 1-6 overeenkomende aanzichten, die nog een andere uitvoeringsvorm tonen.

Fig. 21 is een illustratief aanzicht van opeenvolgende stappen van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.

Fig. 1-6 tonen opeenvolgende stappen van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een paneel volgens de uitvinding. Fig. 1 toont een tussenpaneel dat is voorzien van de volgende lagen: een kern 2, een basiscoating 3, een beschermingslaag 4 en een balanslaag 5. De lagen 2-5 zijn aan elkaar vastgemaakt, bijvoorbeeld door middel van continu of niet-continu persen, lamineren, kalanderen, coaten, extruderen of dergelijke. In de uitvoeringsvorm zoals getoond, omvat het substraat volgens de uitvinding de beschermingslaag 4 en is het voorzien van anti'-slijtagedeeltjes, bijvoorbeeld korund, glaskralen, silica of dergelijke. Het substraat of de beschermingslaag 4 is de bovenlaag van het tussenpaneel. Fig. 1 toont ook een digitale printer 6 met een aantal printkoppen. De digitale printer 6 kan een te sublimeren middel 7 op een bovenzijde van de beschermingslaag 4 printen. Het te sublimeren middel 7 kan volgens elk gewenst decoratief patroon worden geprint. In Fig. 2 wordt de resulterende toestand van de lagen 2-5 na het printen geïllustreerd. Er wordt opgemerkt dat de balanslaag 5 kan worden weggelaten indien de kern 2 voldoende stijf is, omdat het tussenpaneel niet een met hars geïmpregneerd decoratiepapier zoals laminaten volgens de stand van de techniek omvat. Het materiaal van de kern 2 kan een op hout gebaseerd materiaal zoals MDF, HDF, WPC, of vinyl, metaal, glas, steen, keramiek, polymeercomposiet of dergelijke zijn.

Fig. 3 en 4 illustreren processtappen waarin een verwarmingsplaat 8 naar de bovenzijde van de beschermingslaag 4 wordt bewogen en de bovenzijde van de beschermingslaag 4 raakt. De verwarmingsplaat 8 kan op het tussenpaneel worden gedrukt om een goed contact tussen de verwarmingsplaat 8 en de-------------- beschermingslaag 4 te realiseren. Fig. 5 toont een toestand waarin de verwarmingsplaat 8 het te sublimeren middel 7 verwarmt en verdampt. De basiscoating 3 omvat een opnamelaag voor het opnemen van het te sublimeren middel 7 bij het sublimeren. Als gevolg van de materiaaleigenschappen van het te sublimeren middel 7 en de basiscoating 3 dringt het verdampte middel 7 door de beschermingslaag 4 in de basiscoating 3. Een resulterend paneel 1 dat de beschermingslaag 4, de basiscoating 3 met de gesublimeerde middel 7, de kern 2 en de balanslaag 5 omvat, is getoond in Fig. 6. Het oppervlak van de gesublimeerde middel kan groter zijn dan het oppervlak van het te sublimeren middel omdat het te sublimeren middel een beetje divergeert tijdens de sublimâtiestap.

In de uitvoeringsvorm van het tussenpaneel zoals getoond in Fig. 1-5 maakt de beschermingslaag 4 het mogelijk om het te sublimeren middel 7 daardoor te laten passeren, en de kern 2 vermijdt penetratie van het te sublimeren middel 7. Als gevolg hiervan blijft het te sublimeren middel 7 dat naar de kern 2 wordt gesublimeerd in de basiscoating 3. Op alternatieve wijze kan de basiscoating 3 ondoordringbaar zijn voor het te sublimeren middel 7 zodat het te sublimeren middel 7 niet in de basiscoating penetreert maar op het oppervlak daarvan blijft, in hoofdzaak tussen de basiscoating 3 en het substraat 4. In een dergelijk geval gaat het te sublimeren middel naar de basiscoating 3 maar wordt daardoor niet geabsorbeerd.

Er kan een significant tijdverschil bestaan tussen het moment van vervaardigen van de eenheid van de lagen 2-5, dat wil zeggen het tussenpaneel, zoals getoond in Fig. 1 en de stap met betrekking tot het printen van het te sublimeren middel 7, zoals geïllustreerd in Fig. 1. De eenheid van de lagen 2-5 kan worden opgeslagen voordat het te sublimeren middel 7 op de beschermingslaag 4 wordt aangebracht. Dit betekent dat opgeslagen tussenpanelen klaar voor gebruik kunnen zijn, maar dat zij nog geen decoratief patroon hebben. Tijdens de sublimatiestap wordt het decoratief patroon aangebracht zonder althans ongeveer andere eigenschappen van het paneel 1 te beïnvloeden. Met andere woorden behoudt de beschermingslaag 4 de beeehermingseigenschappen daarvan ~bij ~ het_de'coreren van het------- - tussenpaneel.

Een voordeel van de werkwijze zoals geïllustreerd in Fig. 1-6 is dat het te sublimeren middel 7 als een aparte substantie direct op het tussenpaneel wordt geprint. Dit betekent dat aanvullende stappen met betrekking tot het eerst op een overdrachtsvel printen van het sublimeerbare middel en met betrekking tot het verwijderen van het overdrachtsvel van het resulterende paneel 1 na de sublimatiestap, zoals in de stand van de techniek wordt uitgevoerd, kunnen worden weggelaten.

De beschermingslaag 4 kan diverse functies hebben zoals slijtageweerstand, akoestische eigenschappen, antistatische eigenschappen, creëren van lichtstabiliteit, etc. Het materiaal wordt ook uitgekozen op basis van de opname-eigenschappen daarvan in termen van tijdelijk' vastmaken van het te sublimeren middel na de printstap.

Verder kan de beschermingslaag 4 voor de printstap een getextureerd oppervlak hebben of het kan achteraf worden ingedrukt, bijvoorbeeld tijdens de sublimatiestap. In het laatste geval kan de beschermingslaag 4 een warmsmeltend hars— omvatten en kan de verwarmde plaat 8 een getextureerd oppervlak omvatten zodat tijdens het warmpersen het oppervlak van de beschermingslaag 4 wordt ingedrukt en het te sublimeren middel 7 wordt verdampt en naar de basiscoating 3 wordt verplaatst. Het is echter denkbaar dat in een alternatieve uitvoeringsvorm de sublimatiestap wordt uitgevoerd na het warmpersen voor het lamineren en zo mogelijk indrukken.

Fig. 7-12 tonen opeenvolgende stappen van een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het vervaardigen van het paneel 1. In dit geval omvat het substraat een tussengelegen beschermingslaag 9, die wordt vastgemaakt aan de basiscoating 3 voordat het te sublimeren middel 7 wordt aangebracht. Het substraat volgens de uitvinding omvat in dit geval de tussengelegen beschermingslaag 9, en wordt ondersteund door respectievelijk de basiscoating 3, de kern 2 en de balanslaag 5.

Fig. 7 illustreert dat de digitale printer 6 het te sublimeren middel 7 direct op de tussengelegen beschermingslaag 9 print. De tussengelegen beschermingslaag 9 is een transparante laag.

Hoewel in deze uitvoeringsvorm de tussengelegen laag 9------- -- — - gedefinieerd is als een beschermingslaag, wordt opgemerkt dat het elke andere laag kan zijn die als het substraat volgens de uitvinding functioneert, maar welke niet bedoeld is voor tussentijdse bescherming.

Fig. 8 toont dat in deze uitvoeringsvorm na het printen van het te sublimeren middel 7 een beschermingslaag 10 als een verdere laag wordt aangebracht op de tussengelegen beschermingslaag 9. De beschermingslaag 10 kan anti-slijtagedeeltjes hebben, terwijl de tussengelegen beschermingslaag 9 vrij van anti-slijtagedeeltjes kan zijn. Bij een alternatieve uitvoeringsvorm kan de tussengelegen beschermingslaag 9 ook anti-slijtagedeeltjes omvatten, bijvoorbeeld met een andere grootte dan die die de beschermingslaag 10 bevat. Fig. 9-12 tonen de stappen met betrekking tot het sublimeren van het naar de basiscoating 3 te sublimeren middel 7.

In de uitvoeringsvorm zoals geïllustreerd in Fig. 7-12 wordt de beschermingslaag 10~aan de tussengelegen beschermingslaag 9 vastgemaakt, zodat het resulterende paneel 1 de beschermingslaag 10 omvat, zie Fig. 12. Dit wordt bereikt door het aanbrengen van een beschermingslaag 10 die gemaakt is uit een materiaal dat bij verwarming hechtingseigenschappen verkrijgt. De beschermingslaag wordt bijvoorbeeld gemaakt uit een met hars geïmpregneerd vel dat tijdens warmpersen aan de tussengelegen beschermingslaag 9 hecht. De verwarmde plaat 8 beïnvloedt dus niet alleen het sublimatieproces, maar maakt ook de beschermingslaag 10 aan de tussengelegen beschermingslaag 9 vast. Met andere woorden worden de stap met betrekking tot het vastmaken van de beschermingslaag 10 aan de tussengelegen beschermingslaag 9 en de sublimatiestap synchroon uitgevoerd.

In het algemeen dienen de te lamineren lagen niet alleen compatibel te zijn in termen van het aan elkaar vastmaken maar kunnen zij ook compatibel met elkaar zijn in relatie tot slijtageweerstand en sublimatiekenmerken. De tussengelegen beschermingslaag 9 kan bijvoorbeeld een harsmengsel van melamine en polyester omvatten om eigenschappen te verkrijgen voor het göëcl“ dpriemenvan “het “te "sublimeren“middel“ maar“ rnirrdei: ' slijtageweerstand, terwijl de beschermingslaag 10 een melamine kan omvatten voor optimale slijtageweerstand.

Overeenkomstig de uitvoeringsvorm zoals getoond in Fig. 16 en hiervoor beschreven, kan een getextureerd oppervlak op de beschermingslaag 10 voor, tijdens of na de sublimatiestap worden aangebracht.

Het tussenpaneel zoals getoond in Fig. 7 en omvattende een tussengelegen beschermingslaag 9, basiscoating 3, kern 2 en balanslaag 5 kan voor het aanbrengen van het te sublimeren middel 7 worden opgeslagen. De tussengelegen beschermingslaag 9 functioneert als een tijdelijke bescherming tijdens opslag. Daarom kan de beschermingslaag 9 vrij zijn van anti-slijtagedeeltjes. De tussengelegen beschermingslaag 9 en de beschermingslaag 10 kunnen zijn gemaakt uit verschillende materialen, afhankelijk van gewenste functionaliteiten.

Fig. 13-16 tonen opeenvolgende stappen van een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het vervaardigen van het paneel 1. In dit geval wordt het te sublimeren middel 7 direct op de-beschermingslaag 4 geprint voordat de beschermingslaag 4 aan de basiscoating 3 wordt vastgemaakt. Het substraat volgens de uitvinding wordt in dit geval gevormd door de aparte beschermingslaag 4. Na de printstap wordt de beschermingslaag 4 met het te sublimeren middel 7 omgekeerd zoals geïllustreerd in Fig. 14. Vervolgens wordt de beschermingslaag 4 op de basiscoating 3 gelegd zodat de zijde daarvan waarop het te sublimeren middel 7 is geprint, naar de basiscoating 3 is gericht. Fig. 15 toont dat de basiscoating 3 ondersteund wordt door de kern 2 en dat de balanslaag 5 zich onder de kern 2 bevindt. De lagen 2-5 zijn in deze situatie nog apart van elkaar, zoals geïllustreerd in Fig. 15. De stapel aparte lagen 2-5 wordt zodanig onder verhoogde temperatuur geperst, dat de lagen 2-5 aan elkaar worden gelamineerd en het te sublimeren middel 7 tegelijkertijd naar de basiscoating wordt gesublimeerd. Daarom kunnen één of meer van de te lamineren lagen een warmsmeltend hars omvatten, bijvoorbeeld melamineformaldehyde, ureumformaldehyde, fenolformaldehyde, of dergelijke. Tijdens de sublimatiestap kan het te sublimeren middel·--7-dir-ect~naar, err in--d±t- geval-,- in de basiscoating 3 gaan zonder door de beschermingslaag 4 te gaan. Indien in een alternatieve uitvoeringsvorm de beschermingslaag 4 niet omgekeerd wordt, gaat het te sublimeren middel 7 ook door de beschermingslaag 4.

Indien de beschermingslaag 4 bijvoorbeeld een met hars geïmpregneerd papiervel of niet-geweven materiaal omvat, kan het te sublimeren middel 7 voor of na het impregneringsproces op de beschermingslaag 4 worden aangebracht. Het met hars geïmpregneerde vel kan gedeeltelijk worden gedroogd en gedeeltelijk tot de zogenoemde b-stage worden gehard voor het lamineringsproces waarin de uiteindelijke harding plaatsvindt, zoals geïllustreerd in Fig. 16, of reeds voor het aanbrengen van het te sublimeren middel 7, zoals geïllustreerd in Fig. 13. Indien de beschermingslaag 4 gedeeltelijk gedroogd en gehard wordt na het aanbrengen van het te sublimeren middel 7, dient het drogings-/hardingsproces zodanig te zijn dat het sublimeren nog niet wordt gestart. Dit kan worden bereikt door het gebruik van nabij infraroodbestraling van het met hars geïmpregneerde “vel. Een voordeel van het aanbrengen“van het te sublimeren middel 7 op de beschermingslaag 4 wanneer deze in een b-stage is, is dat een betere uitlijning kan worden bereikt van het patroon van het gesublimeerde middel 7 en een getextureerde persplaat in het geval van gewenste overeenkomende reliëfdruk, omdat het patroon van het te sublimeren middel op de beschermingslaag 4 wordt aangebracht na uitzetting van het vel tijdens het impregneringsproces. Verder heeft een laag 4 dat zich in de b-stage bevindt een relatief glad oppervlak met goede karakteristieken om daarop te printen.

In de uitvoeringsvorm zoals geïllustreerd in Fig. 13-16 worden de beschermingslaag 4 en de basiscoating 3 aan elkaar vastgemaakt na het printen van het te sublimeren middel 7. Het is ook mogelijk dat de lagen 2, 3, 5 reeds aan elkaar vastgemaakt zijn in de situatie zoals getoond in Fig. 15, en dat in de warmpersstap slechts de beschermingslaag 4 dient te worden vastgemaakt aan de basiscoating 3, terwijl het te sublimeren middel 7 tegelijkertijd naar de basiscoating 3 wordt gesublimeerd.

Hoewel" "niet "gèf öönd-Irf Tig".“ 13-16 "is“ “helTTnögêTij“k_öm ‘anti“-slijtagedeeltjes op de beschermingslaag 4 te verschaffen. De anti-slijtagedeeltjes kunnen bijvoorbeeld op de zijde van het substraat worden aangebracht die naar de basiscoating 3 gericht is teneinde het risico op beschadiging van een persorgaan, dat contact maakt met de beschermingslaag 4, tijdens het lamineringsproces te minimaliseren. Het is ook mogelijk om de anti-slijtagedeeltjes aan de tegenover gelegen zijde van de beschermingslaag 4 welke van de kern 2 is af gericht, aan te brengen om te vermijden dat het te sublimeren middel 7 tijdens het sublimeren wordt gehinderd door de deeltjes.

De beschermingslaag 4 kan een met hars geïmpregneerd vel omvatten, bijvoorbeeld een papiervel of niet-geweven materiaal. De beschermingslaag 4 kan zelf een aantal vellen of folies omvatten. Het kan ook zijn voorzien van een coating voor het verbeteren van de opname-eigenschappen daarvan voor het opnemen van het te sublimeren middel 7. Verder kan de beschermingslaag 4 voor of na het aanbrengen van het te sublimeren middel 7 worden voorzien van een getextureerd oppervlak. Indien de beschermingslaag 4 wordt ingedrukt na het' aanbrengen van het te sublimeren middel, kan deze voor, tijdens of na de sublimatiestap worden ingedrukt. Zoals hierboven beschreven, is het een voordeel om synchroon de beschermingslaag 4 in te drukken, de beschermingslaag 4 te lamineren op de basiscoating 3 en het te sublimeren middel 7 te sublimeren.

Fig. 17-20 tonen opeenvolgende stappen van nog een andere . alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het vervaardigen van het paneel 1. In dit geval wordt het te sublimeren middel 7 direct op de tussengelegen beschermingslaag 9 geprint. Het substraat volgens de uitvinding omvat in dit geval de tussengelegen beschermingslaag 9. Vervolgens wordt de tussengelegen beschermingslaag 9 met het te sublimeren middel 7 omgekeerd zoals geïllustreerd in Fig. 18. In een volgende stap wordt een stapel aparte lagen 5, 2, 3, 9, 10 gemaakt, zoals gezien vanaf de onderkant naar de bovenkant: balanslaag 5, kern 2, basiscoating 3, tussengelegen beschermingslaag 9 met het geprinte te sublimeren middel 7 en de beschermingslaag 10. Dit wordt geïllustreerd in Fig. 19. De stapel lagen 5, 2, 3, 9, 10 wordt onder vefhbögdê" témperätüüf “zodariig “gépér's't"‘dat “zij'“San elkaar gelamineerd worden en het te sublimeren middel 7 tegelijkertijd naar de basiscoating 3 wordt gesublimeerd. De tussengelegen beschermingslaag 9 en/of de beschermingslaag 10 kan met hars geïmpregneerde vellen omvatten. In het resulterende paneel 1 ligt het decoratief patroon van het gesublimeerde middel 7 dieper in het paneel dan bij de vorige uitvoeringsvorm zoals getoond in Fig. 16.

Overeenkomstig de vorige uitvoeringsvorm zoals hierboven beschreven, kan het printen van het te sublimeren middel 7 op de tussengelegen beschermingslaag 9 voor of na het impregneringsproces worden uitgevoerd indien de tussengelegen beschermingslaag 9 een met hars geïmpregneerd vel omvat.

In deze uitvoeringsvorm kunnen anti-slijtagedeeltjes op de tussengelegen beschermingslaag 9 en/of de beschermingslaag 10 worden verschaft.

Fig. 21 illustreert een vervaardigingsproces waarin de stap met betrekking tot het printen van een te sublimeren middel 7 op een tussengelegen beschermingslaag 9, de stap met betrekking tot het aanbrengen van een tweede beschermingslaag 11, de stap met betrekking tot het aanbrengen van de beschermingslaag 10, en de stap met betrekking tot het lamineren worden getoond.

Aan een transportband 12 wordt een tussenpaneel toegevoerd, zoals getoond aan de rechterzijde van Fig. 21. Overeenkomstig de uitvoeringsvorm zoals getoond in Fig. 7 omvat het tussenpaneel de tussengelegen beschermingslaag 9, de basiscoating 3, de kern 2 en de balanslaag 5, zoals gezien vanaf de bovenkant naar de onderkant van het tussenpaneel. Het te sublimeren middel 7 wordt op de tussengelegen beschermingslaag 9 geprint door middel van de digitale printer 6. Vervolgens wordt de tweede tussengelegen beschermingslaag 11 op de bovenzijde van de geprinte tussengelegen beschermingslaag 9 door middel van het aanbrengen van een beschermingscoating aangebracht. In een volgende stap wordt een poedermengsel van korund en ionomeer op de bovenzijde van de tweede tussengelegen beschermingslaag 11 verspreid door middel van een poederapparaat 13, zodat de beschermingslaag 10 wordt gecreëerd. Het tussenpaneel met de toegevoegdë lägen wördt^naaTr^ een vehhFalühdë~dpëlls~ “Γ4" getransporteerd. Tijdens warmpersen wordt het te sublimeren middel 7 naar de basiscoating 3 gesublimeerd, de tweede tussengelegen beschermingslaag 11 aan de tussengelegen beschermingslaag 9 en de beschermingslaag 10 vastgemaakt, en wordt het ionomeerpoeder van de beschermingslaag 10 gesmolten zodat de korunddeeltjes in de ionomeerlaag worden ingebed.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een efficiënte werkwijze voor het vervaardigen van een paneel verschaft.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen zoals getoond in de tekeningen, die op diverse wijzen kunnen worden gevarieerd zonder buiten het kader van de uitvinding te vallen. Er kunnen bijvoorbeeld aparte lagen die door middel van warmpersen aan elkaar kunnen worden vastgemaakt, worden geperst door middel van een continu persproces, bijvoorbeeld door middel van kalanderen. Dienovereenkomstig kan de sublimatiestap worden uitgevoerd door middel van een continu proces. De persplaat kan zijn voorzien van een getextureerd oppervlak of er kan een getextureerd vrijgavevel tussen de persplaat en de te lamineren stapel aanwezig zijn.

Claims (14)

1. CONCLUSIES

   1. Een werkwijze voor het vervaardigen van een paneel (1) omvattende de stappen: toevoeren van een substraat (4, 9), aanbrengen van een te sublimeren middel (7) op ten minste één zijde van het substraat (4, 9), toevoeren van een opnamelaag (3) voor het opnemen van het te sublimeren middel (7) bij het sublimeren, aan elkaar vastmaken van het substraat (4, 9) en de opnamelaag (3), sublimeren van het te sublimeren middel (7) naar de opnamelaag (3) teneinde een paneel (1) te vormen dat is voorzien van het substraat (4, 9) en de opnamelaag (3) met het te sublimeren middel (7), waarbij het te sublimeren middel (7) als een aparte substantie direct op het substraat (4, 9) wordt aangebracht.
2. 2. Een werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het te sublimeren middel (7) door een digitale printer (6) op het ~substrä”at~~(47 9) wordt geprint.
3. 3. Een werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het substraat (4, 9) en de opnamelaag (3) aan elkaar worden vastgemaakt voordat het te sublimeren middel (7) wordt aangebracht, zodat een integrale eenheid wordt gevormd voordat het te sublimeren middel (7) wordt aangebracht.
4. 4. Een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het substraat een beschermingslaag (4) met anti- slijtagedeeltjes omvat.
5. 5. Een werkwijze volgens conclusie 3, waarbij een verdere laag (10) op het substraat (9) wordt aangebracht na het aanbrengen van het te sublimeren middel (7), waarbij het substraat (9) en de verdere laag (10) met hars geïmpregneerde vellen kan omvatten welk hars van het substraat (9) en de verdere laag (10) compatibel met elkaar zijn.
6. 6. Een werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het substraat een tussengelegen beschermingslaag (9) omvat en de verdere laag (10) een beschermingslaag met anti-slijtagedeeltjes omvat, waarbij bij voorkeur de tussengelegen beschermingslaag (9) een transparante laag is.
7. 7. Een werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij het substraat (9) en de verdere laag (10) synchroon met de sublimatiestap aan elkaar worden vastgemaakt.
8. 8. Een werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de verdere laag (10) een met hars geïmpregneerd overlayvel omvat dat door middel van warmpersen aan het substraat (9) wordt vastgemaakt, onder welke omstandigheden de sublimatiestap plaatsvindt. .
9. 9. Een werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het substraat (4, 9) en de opnamelaag (3) aan elkaar worden vastgemaakt na het aanbrengen van het te sublimeren middel (7).
10. 10. Een werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de stappen met betrekking tot het vastmaken van het substraat (4, 9) en de opnamelaag (3) en met betrekking tot het sublimeren synchroon worden uitgevoerd.
11. 11. Een werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de stappen met betrekking tot het vastmaken en met betrekking tot het sublimeren in een lamineringsproces onder verhoogde temperatuur en druk worden uitgevoerd. Ί2 7 ~ Een~ werkwijze volgens "conclusie 11, waarbij één öf meer lagen (2, 5, 10) aan het substraat (9) en de opnamelaag (3) worden gelamineerd.
12. 13. Een werkwijze volgens één van de conclusies 9-12, waarbij de zijde van het substraat (4, 9) waarop het te sublimeren middel wordt aangebracht naar de opnamelaag (3) is gericht of van de opnamelaag (3) is af gekeerd.
13. 14. Een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de opnamelaag (3) aan een kern (2) wordt vastgemaakt die in hoofdzaak ondoordringbaar is voor het te sublimeren middel (7).
14. 15. Een werkwijze voor het vervaardigen van een paneel (1), omvattende de stappen met betrekking tot het: toevoeren van een substraat (4) dat is voorzien van een opnamelaag (3) voor het opnemen van een te sublimeren middel (7) , aanbrengen van een te sublimeren middel (7) op ten minste één zijde van het substraat (4), sublimeren van het te sublimeren middel (7) in de opnamelaag (3) teneinde^een paneel (1) te vormen, waarbij het te sublimeren middel (7) als een aparte substantie direct op het substraat (4) wordt aangebracht.