BE1021257B1 - Individueel verpakt snoepgoed, verpakkingsdoos en werkwijze voor verpakken van snoepgoed - Google Patents

Abstract

INDIVIDUEEL VERPAKT SNOEPGOED, VERPAKKINGSDOOS EN WERKWIJZE VOOR VERPAKKEN VAN SNOEPGOED. De huidige uitvinding betreft een individueel verpakt snoepgoed, welk snoepgoed chocolade omvat, zoals pralines, alsook een verpakkingsdoos voor het individueel verpakt snoepgoed en een werkwijze voor het vervaardigen van het individueel verpakt snoepgoed.

Description

INDIVIDUEEL VERPAKT SNOEPGOED, VERPAKKINGSDOOS EN WERKWIJZE VOOR VERPAKKEN VAN SNOEPGOED

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een individueel verpakt snoepgoed, welk snoepgoed chocolade omvat, zoals pralines, truffels, etc. De uitvinding heeft verder betrekking op een verpakkingsdoos voor het individueel verpakt snoepgoed en een werkwijze voor het vervaardigen van het individueel verpakt snoepgoed.

STAND DER TECHNIEK

Individuele verpakkingen voor het bewaren van snoepgoed, waarbij het snoepgoed chocolade omvat, zijn gekend in de stand der techniek. US 2010/0 086 652 beschrijft een hermetische verpakking voor voedselproducten, zoals snoepgoed, chocoladen artikelen, pralines, etc. waarbij de verpakking bestaat uit een omhulsel dat luchtdicht afgesloten is en waarbij het omhulsel strik-achtige uiteinden heeft zoals bij typische verpakkingen van snoepjes. WO 99 58 421 beschrijft een verpakking voor één of meerdere stukjes snoepgoed waarbij de verpakking opgebouwd is uit een substantieel rechthoekig stuk folie, waarvan de uiteinden aan elkaar vastgehecht zijn en zo het snoepgoed omsloten wordt. De verpakking is verder voorzien van een uitsparing om de verpakking eenvoudig te openen.

De markt voor chocoladesnoepgoed is wereldwijd. Belangrijk bij het verpakken van dergelijk snoepgoed is dat deze verpakkingen impermeabel zijn voor contaminanten, zoals bijvoorbeeld stof, zand en ongedierte. Zeker indien de chocolade geëxporteerd wordt, is dit een uitermate belangrijke factor. Daarnaast is het ook van belang dat de houdbaarheid van het product binnen in de verpakkingen gewaarborgd wordt, zeker wanneer het snoepgoed vetrijke componenten omvat zoals chocolade. Vetten van chocolade die langdurig in contact staan met lucht kunnen namelijk gaan oxideren wat leidt tot sterke smaakafwijkingen en onaangename geuren. Daarom is het zeer belangrijk om chocolade en andere vetrijke componenten van licht en lucht af te schermen.

Echter, al deze factoren mogen geen negatieve invloed hebben op de gebruiksvriendelijkheid van de verpakking en het gemak waarmee deze geopend kan worden, en het verpakte snoepgoed door de verbruiker kan worden bereikt.

Er is nood aan een verbeterde verpakking voor snoepgoed dat chocolade omvat en waarbij de kwaliteit van het product kan gegarandeerd worden zonder hierbij in te boeten aan gebruiksvriendelijkheid.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft in een eerste aspect een individueel verpakt snoepgoed, welk snoepgoed chocolade omvat, waarbij het voorgenoemd snoepgoed verpakt is in een luchtdichte folie waarvan de laterale en transversale uiteinden aan elkaar vastgehecht zijn in een vasthechtingszone hierbij een lichaam vormend waarin het snoepgoed is opgesloten, waarbij de voorgenoemde folie twee draaiingen vertoont aan elk van diens laterale uiteinden, en waarbij de folie en de vasthechtingszone impermeabel zijn voor partikels met een partikelgrootte groter dan 5 micron.

Hierdoor kunnen stof, zand en dergelijke niet doorheen de verpakking van het snoepgoed penetreren, waardoor de kwaliteit van het snoepgoed in de verpakking langdurig gegarandeerd kan worden.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een doos omvattende minstens twee individueel verpakte snoepgoederen.

Op deze manier kunnen meerdere individueel verpakte snoepgoederen in één verpakkingsdoos bewaard worden. Dit vereenvoudigt het transport van de individueel verpakte snoepgoederen.

In een laatste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het maken van een individueel verpakt snoepgoed waarbij de werkwijze volgende stappen omvat: a. het voorzien van een snoepgoed; b. het voorzien van een folie; c. het omhullen van het snoepgoed met de folie; d. het voorzien van een vasthechtingszone ter hoogte van de laterale en transversale uiteinden van de folie, en e. het voorzien van twee draaiingen aan de laterale uiteinden van de folie, waarbij de folie en de vasthechtingszone impermeabel zijn voor partikels met parti kei g rootte groter dan 5 micron.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 vertoont een folie, geschikt voor het verpakken van een snoepgoed volgens onderhavige uitvinding.

Figuur 2 vertoont een verpakt snoepgoed volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.

Figuur 3 toont een geopende verpakking van een snoepgoed volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.

Figuur 4 toont een doos volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding, voorzien van minstens twee verpakte snoepgoederen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een verpakt snoepgoed, bij voorkeur bestaande uit chocolade zoals een praline. Dergelijk snoepgoed is een delicatesse en moet voldoen aan hoogstaande kwaliteitseisen. De onderhavige uitvinding heeft als doel een verpakking te bieden die de kwaliteit van het snoepgoed verzekert, en die gelijktijdig esthetisch en makkelijk te openen is.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In geen geval zijn de dimensies, de vorm of the aard en/of andere eigenschappen van het snoepgoed beperkend voor de huidige uitvinding.

In een eerste aspect betreft onderhavige uitvinding een individueel verpakt snoepgoed. Bij voorkeur zal het snoepgoed chocolade omvatten, zoals bijvoorbeeld een praline. In het bijzonder zal het snoepgoed verpakt zijn in een luchtdichte folie waarvan de laterale en transversale uiteinden van deze folie aan elkaar vastgehecht zijn in een vasthechtingszone. Hierbij wordt een lichaam gevormd waarin het snoepgoed is af- of opgesloten. Bij voorkeur is het lichaam buisvormig. In een verdere uitvoeringsvorm zal de verpakking en meer bepaald de folie verder twee draaiingen vertonen aan elk van diens laterale uiteinden.

In het bijzonder zal de folie en de vasthechtingszone impermeabel zijn voor partikels met partikelgrootte groter dan 5 micron. Dit is belangrijk, aangezien aldus wordt voorkomen dat ongewenste contaminanten zoals zand, stof, maar ook ongedierte de verpakking kan binnendringen en bijgevolg een nefaste invloed op de kwaliteit van het snoepgoed hebben. Dit is belangrijk, vooral als het snoepgoed dient te worden geëxporteerd.

Het verpakte snoepgoed is omgeven door één stuk folie. De folie kan bijvoorbeeld een stuk aluminiumfolie en/of een plastiek materiaal zijn. Preferentieel is de folie minstens gedeeltelijk ondoorlaatbaar voor licht.

De term "luchtdichte folie" duidt in onderhavige uitvinding op een folie die volledig of substantieel volledig de penetratie van lucht doorheen het materiaal van de folie tegenhoudt.

In een andere uitvoeringsvorm omvat de folie een multilayer materiaal of laminaat, waarbij de multilayer is opgebouwd uit een eerste buitenste laag, en een tweede laag die zich uiteindelijk aan de binnenzijde van de verpakking zal bevinden en dus in contact staat met het snoepgoed. Eventueel kan ook nog een derde of verdere laag aanwezig zijn.

Een typisch voorbeeld van een gecombineerd multilayer materiaal is een materiaal bestaande uit een buitenste folie bestaande uit aluminium bedekt met een plastiek materiaal aan de binnenkant, zoals polyethyleen.

De huidige uitvinding is niet beperkt door de keuze van het materiaal van de folie of de technische procedures gebruikt voor het vasthechten van de uiteinden van de folie.

Echter, bij voorkeur zal de folie een materiaal omvatten gekozen uit polypropyleen, polyethyleen, polyethyleentereftalaat, polyamide, polyester, aluminium, of elke combinatie hiervan. Bij voorkeur is de folie ongeveer 10 tot 100 pm dik.

Bij voorkeur zal de startfolie in essentie een rechthoekige of vierkantige vorm hebben. De afmetingen van de folie zullen dermate gekozen worden dat zij geschikt zijn voor het omvatten van een specifiek snoepgoed.

Om de vrije uiteinden van de folie aan elkaar vast te hechten kan een grote variëteit aan technieken van de verpakkingsindustrie aangewend worden. De vasthechting kan bijvoorbeeld verwezenlijkt worden door warmtezegeling, koude-zegeling, ultrasone zegeling, laserzegeling, etc.

De term "warmtezegeling" bedoelt in onderhavige uitvinding dat de uiteinden van de folie aan elkaar vastgehecht worden door een warmtebron (120-160 °C) gedurende een bepaalde tijd aan te wenden op de uiteinden van de folie. Algemeen zullen klemmen, die de uiteinden tegen elkaar klemmen, verwarmd zijn, maar het is ook mogelijk om warme lucht te blazen op de vasthechtingszone door middel van een pijp met aangepaste grootte. Dit resulteert in het smelten van de folie op die plaats en dus het aaneenhechten van de folie-uiteinden aan elkaar. Na dit proces wordt de folie typisch gekoeld.

Beter geschikt voor het verpakken van delicate voedingswaren zoals chocolade snoepgoederen is echter "koude-zegeling", aangezien bij warmtezegeling de hoge temperatuur die aangewend wordt de kwaliteit van het snoepgoed zou kunnen schaden. Bij koude-zegeling kunnen de uiteinden van de folie aan elkaar vastgehecht worden door contact met elkaar bij een temperatuur tussen 0 en 50 °C. In realiteit is de temperatuur geen kritische parameter voor het vasthechtingsproces en beïnvloedt het de kwaliteit van de vasthechting niet. De vasthechting wordt daarom meestal uitgevoerd zonder additionele toevoeging van warmte.

Bij voorkeur zijn de vrije uiteinden van de folie aan elkaar vastgehecht door middel van koude-zegeling met behulp van een kleefmiddel.

Meer bij voorkeur zal de vasthechtingszone verkregen worden door het kleven van enerzijds de twee laterale zijden en anderzijds de twee transversale zijden met behulp van een kleefmiddel. In een uitvoeringsvorm zal de kleefmiddel-laag discontinu worden aangebracht ter hoogte van de vasthechtingszone, bijvoorbeeld in patches. Bij voorkeur echter, zal het kleven gebeuren middels stroken die zich parallel uitstrekken ten opzichte van enerzijds de laterale en anderzijds de transversale zijden van de folie. Het kleefmiddel kan aangebracht worden in de vorm van een oplossing, dispersie of zelfs in gesmolten toestand.

Elk kleefmiddel dat compatibel is met het te verpakken product en met de folie van de verpakking kan aangewend worden in onderhavige uitvinding. Voorbeelden van kleefmiddelen omvatten mengsels van polyamide harsen en/of polyethyleen waxen.

Onder kleefmiddelen worden ook drukgevoelige kleefmiddelen verstaan, waarmee middelen bedoeld worden die permanent vasthechten en/of spontaan vasthechten aan het oppervlak van de meeste materialen wanneer er een druk op uitgeoefend wordt. Drukgevoelige hechtmiddelen zijn vaak samenstellingen gebaseerd op natuurlijke en/of synthetische rubbers in combinatie met gemodificeerde cellofanen, phenol-formaldehyde harsen of koolwaterstof harsen (waxen). Buiten rubbers kunnen ook polymeren gebaseerd op styreen, (meth)acrylzuur of vinylethers gebruikt worden, samen of gemengd, alsook in combinatie met de harsen. Tot slot kunnen ook siliconen harsen gebruikt worden. Bij voorkeur worden samenstellingen van natuurlijke en synthetische harsen gebruikt in combinatie met copolymeren van (meth)acrylzuur en styreen.

De breedte van de kleefmiddel-laag kan vrij gekozen worden, maar heeft bij voorkeur een breedte tussen de 0.25 cm en 3 cm, meer bij voorkeur tussen de 0.5 cm en 2 cm.

In een voorkeursuitvoering is de folie voorzien van een uitsparing in de vorm van een snede in de vasthechtingszone van de folie tussen de twee draaiingen.

Deze uitsparing zorgt ervoor dat de verpakking op een eenvoudige en gecontroleerde manier kan geopend worden met de hand, zonder dat er bijkomende hulpmiddelen voor nodig zijn. Dit verhoogt de gebruiksvriendelijkheid van de verpakking.

In het bijzonder zal de uitsparing zich bevinden ter hoogte van het lengtemiddelpunt van het snoepgoed en zal deze zich uitstrekken tot aan het middelpunt van het snoepgoed. Meer in het bijzonder bevindt voorgenoemde snede zich preferentieel in het midden van de transversale vasthechtingszone van de lengtezijde van het buisvormig lichaam.

De snede loopt van de rand van de folie naar binnen toe, substantieel loodrecht ten opzichte van de longitudinale as van het snoepgoed. De snede kan bijvoorbeeld een V-vormige uitsparing zijn voorzien aan de rand van de folie. In een voorkeursuitvoering is de snede aangebracht in de folie zonder dat er materiaal verloren gaat.

De positie van de uitsparing is aldus gekozen dat deze makkelijk bereikbaar is voor de gebruiker, en het snoepgoed makkelijk uit de verpakking is te halen, zonder dat hierbij het risico bestaat dat de verpakking door frictie en dergelijke zelf openscheurt.

De snede loopt doorheen de vasthechtingszone wat resulteert in een "zwakke plek" in de verpakkingsfolie. Deze zwakke plek vormt het startpunt voor het openen van de verpakking en zorgt voor een eenvoudige opening eens er een kracht op uitgeoefend wordt.

In een voorkeursuitvoering bestaat de folie, of één of meerdere lagen van de folie, uit een georiënteerde structuur, zodanig dat indien er een uitsparing in de vorm van een snede voorzien is in het individueel verpakt snoepgoed, de verpakking op een gerichte manier kan opengescheurd worden.

Met de term "georiënteerde structuur" wordt in onderhavige uitvinding bedoeld dat de folie of een laag van de folie, typisch een geëxtrudeerd plastiek materiaal zoals polyethyleen, tijdens diens productie onderworpen wordt aan een uitrekking in een bepaalde richting. Zulke uitrekkingen maakt de structuur van de folie, of een laag daarvan, meer stabiel tegen mogelijks daaropvolgende uitrekkingen in diezelfde richting.

In een voorkeursuitvoering zal het snoepgoed een lengte:hoogte ratio bezitten tussen 3:1 en 1:1, meer bij voorkeur tussen 2.5:1 en 1:1. In een verdere voorkeursvorm zal het snoepgoed balk of cilindervormig zijn. Meer in het bijzonder zal het snoepgoed de vorm hebben van een zeepaardje of zeeschelpdieren. Voorbeelden van zeeschelpdieren zijn oesters (Ostrea), harpslakken (Harpa harpa), wenteltrappen (Mesalia brevialis), zonsopgangplatschelpen (Tellina radiata), garnalen (Crusta), mosselachtigen (Hippopus hippopus·, Mytilus) en kokkels . (Cerastoderma).

Bij voorkeur zal het snoepgoed chocolade bevatten. Dergelijk snoepgoed is vaak fragiel en de kwaliteit dient optimaal gewaarborgd te worden. Bovendien wordt chocolade snoepgoed in vele regio's beschouwd als een absolute delicatesse. In het bijzonder zal het snoepgoed volgens onderhavige uitvinding een chocoladen omhulsel en een vulling omvatten, waarbij de vulling bij voorkeur volledig door het omhulsel wordt omvat.

Deze vulling kan eender welke vulling omvatten zoals gekend door een vakman in het technisch veld, zoals een truffelvulling, karamelvulling, cappuccino crème vulling, fruit ganache vulling of vanillecrème-vulling, etc. en kan optioneel een geroosterde hazelnoot of een krokante biscuit omvatten. Meer in het bijzonder zal deze vulling hazelnoten of afgeleiden van hazelnoten omvatten. Met afgeleiden wordt in onderhavige uitvinding verwerkte hazelnoten bedoeld (zoals daar zijn gesuikerd, gebrand, gekaramelliseerd), hazelnootpartikels, hazelnootpasta, etc.).

Het chocoladen omhulsel kan zowel zwarte chocolade, melkchocolade als witte chocolade omvatten, alsook elke combinatie hiervan. Verder kan het chocoladen omhulsel ook bedekt zijn met extra elementen, zoals chocoladen schilfers, cacaopoeder, gemalen nootjes, etc.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat het individueel verpakt snoepgoed volgens onderhavige uitvinding een percentage aan lucht binnen de folie van niet meer dan 10 volumepercent van de totale inhoud van de folie.

Door de aanwezigheid van maar een beperkte hoeveelheid lucht binnenin de verpakking, kunnen oxidatieprocessen van vetstoffen, aanwezig in het snoepgoed, geminimaliseerd worden, zodanig dat de langdurige houdbaarheid van het verpakte snoepgoed gegarandeerd kan worden.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een doos omvattende minstens twee individueel verpakte snoepgoederen.

Door het voorzien van dergelijke doos kunnen meerdere individueel verpakte snoepgoederen in één verpakkingsdoos bewaard worden. Dit vereenvoudigt het transport van de individueel verpakte snoepgoederen.

Voorgenoemde doos kan eender welke vorm aannemen geschikt voor het omvatten van minstens twee individueel verpakte snoepgoederen alsook eventueel middelen omvatten voor het openen en/of te sluiten van de doos. Bij voorkeur is de doos substantieel balkvormig. Verder kan de doos uit eender welk materiaal vervaardigd zijn, zoals gekend door een vakman in het technisch veld. Bij voorkeur is de doos minstens deels vervaardigd uit karton.

In een laatste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het maken van een individueel verpakt snoepgoed. Deze werkwijze omvat de stappen van a) het voorzien van een snoepgoed; b) het voorzien van een folie, c) het omhullen van het snoepgoed met de folie, d) het voorzien van een vasthechtingszone ter hoogte van de laterale en transversale uiteinden van de folie en e) het voorzien van twee draaiingen aan de laterale uiteinden van de folie, waarbij de folie en de vasthechtingszone impermeabel zijn voor partikels met parti kei g rootte groter dan 5 micron.

Bij voorkeur gebeurt het verpakken van het snoepgoed door het snoepgoed te leggen op een substantieel rechthoekig stuk folie, parallelle stroken van kleefmiddel te voorzien aan de laterale en transversale uiteinden van de folie en deze uiteinden aan elkaar te hechten in een vasthechtingszone. Bij het vasthechten van de uiteinden wordt een (buisvormig) lichaam gevormd dat het snoepgoed omsluit. Bij of vóór het voorzien van twee draaiingen aan de laterale uiteinden van de folie, zal de zone van de verpakking die de transversale vasthechtingszone omvat geplooid worden, bij voorkeur in de richting van het middelpunt van het snoepgoed, en volgens een as die parallel loopt met een as die zicht uitstrekt tussen de twee uiteindelijke draaiingen.

In een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze een bijkomende stap welke inhoudt dat er een uitsparing voorzien wordt in de vorm van een snede in de vasthechtingszone tussen de twee draaiingen.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen van een willekeurig uitvoeringsvoorbeeld, waartoe de uitvinding zich niet beperkt.

Figuur 1 toont een folie (1) voor een verpakking van een snoepgoed volgens onderhavige uitvinding, vóór het verpakken van het snoepgoed, met twee laterale (2) en twee transversale (3) uiteinden. Figuur 1 geeft een aanzicht van de binnenzijde van de folie, i.e. de zijde van de folie die in contact zal staan met het snoepgoed. Op deze binnenzijde zijn stroken van kleefmiddel (4) aangebracht aan de laterale en transversale uiteinden die de vasthechtingszone (5) van de folie zullen vormen. Verder zijn ook uitsparingen in de vorm van een snede (6) zichtbaar aan de transversale uiteinden van de folie.

Figuur 2 geeft een individueel verpakt snoepgoed (7) volgens onderhavige uitvinding weer, waarbij de folie (1) van Figuur 1 omgeven is rond het snoepgoed (niet zichtbaar). Figuur 2 toont de buitenzijde van de folie, i.e. de zijde van de folie die in contact staat met de buitenlucht. Het verpakt snoepgoed omvat een (buisvormig) lichaam (8) waarin het snoepgoed zich bevindt, aan de laterale uiteinden voorzien van twee draaiingen (9). Verder is een transversale vasthechtingszone (10) zichtbaar, i.e. waar de twee transversale uiteinden aan elkaar vastgehecht zijn, die bij voorkeur voordat de draaiingen worden voorzien (of gelijktijdig hiermee), geplooid is in de richting van het middelpunt van het snoepgoed, waarbij de geplooide zijde op het (buisvormig) lichaam (8) rust. Bij voorkeur gebeurt de plooiing volgens een as die parallel loopt met een denkbeeldige as die loopt tussen de twee draaiingen. Het voorzien van de draaiingen (9) heeft tot gevolg dat het snoepgoed stevig omgeven is door de verpakking, en als het ware 'strak' verpakt zit. Tevens is een snede (6) zichtbaar, ongeveer in het midden van de lengtezijde van het (buisvormige) lichaam. Deze snede bevindt zich bij voorkeur in de transversale vasthechtingszone (10).

Figuur 3 geeft het snoepgoed (11) weer na het openen van de verpakking. In deze uitvoering heeft het snoepgoed (11) de vorm van een zeepaardje. Verder is opnieuw de binnenzijde van de folie (1) zichtbaar, met stroken van kleefmiddel (4) die de vasthechtingszone (5) vormden, alsook een uitsparing in de vorm van een snéde (6). Deze. sneden kunnen deels verder opengescheurd zijn door het openen van de verpakking door de consument.

Figuur 4 geeft een uitvoeringsvorm van een doos (12) weer voor het omvatten van minstens twee individueel verpakte snoepgoederen volgens onderhavige uitvinding. De doos is voorzien van middelen om de doos reversibel af te sluiten. In deze uitvoeringsvorm omvat de doos een klep (13) die de doos bovenaan kan afsluiten. Deze klep omvat een lipje (14) dat voorzien is om te passen in een uitsparing (15) op de wand (16) van de doos zodanig dat de klep de inhoud van de doos reversibel kan afsluiten.

Claims (15)

1. CONCLUSIES

   1. Een individueel verpakt snoepgoed, welk snoepgoed chocolade omvat, waarbij het voorgenoemd snoepgoed verpakt is in een luchtdichte folie waarvan de laterale en transversale uiteinden aan elkaar vastgehecht zijn in een vasthechtingszone, hierbij een lichaam vormend waarin het snoepgoed is opgesloten, waarbij de voorgenoemde folie twee draaiingen vertoont aan elk van diens laterale uiteinden, met het kenmerk, dat de folie en de vasthechtingszone impermeabel zijn voor partikels met een parti kei g rootte groter dan 5 micron.
2. 2. Individueel verpakt snoepgoed volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het snoepgoed een lengte:hoogte ratio bezit tussen 3:1 en 1:1.
3. 3. Individueel verpakt snoepgoed volgens één der voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij de voorgenoemde folie verder een uitsparing in de vorm van een snede omvat in de vasthechtingszone tussen de twee draaiingen.
4. 4. Individueel verpakt snoepgoed volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat voorgenoemde uitsparing zich bevindt ter hoogte van het lengtemiddelpunt van het snoepgoed en zich uitstrekt tot aan het middelpunt van het snoepgoed.
5. 5. Individueel verpakt snoepgoed volgens één der voorgaande conclusies 1-4, waarbij de uiteinden van voorgenoemde folie vastgehecht zijn door middel van een kleefmiddel.
6. 6. Individueel verpakt snoepgoed volgens conclusie 5, waarbij voorgenoemd kleefmiddel gekozen wordt uit de groep van polyamide harsen, koolwaterstof gebaseerde harsen, polyethyleen waxen, siliconen harsen, natuurlijke en/of synthetische rubbers, gemodificeerde cellofanen, phenol-formaldehyde harsen, polymeren gebaseerd op styreen, (meth)acrylzuur en/of vinylethers, of elke mogelijke onderlinge combinatie hiervan.
7. 7. Individueel verpakt snoepgoed volgens één der voorgaande conclusies 1-6, waarbij voorgenoemde folie vervaardigd is uit een materiaal omvattende polypropyleen, polyethyleen, polyethyleentereftalaat, polyamide, polyester, aluminium, of combinaties hiervan.
8. 8. Individueel verpakt snoepgoed volgens één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het percentage aan lucht binnen de folie niet meer dan 10 volumepercent van de totale inhoud van de folie omvat.
9. 9. Een individueel verpakt snoepgoed volgens' één der voorgaande conclusies 1-8, waarbij het snoepgoed een vulling en een chocoladen omhulsel omvat.
10. 10. Individueel verpakt snoepgoed volgens één de voorgaande conclusies 1-9, waarbij de vulling hazelnoten of afgeleiden van hazelnoten omvat.
11. 11. Individueel verpakt snoepgoed volgens één der voorgaande conclusies Ι-ΙΟ, waarbij het snoepgoed in essentie balk- of cilindervormig is.
12. 12. Individueel verpakt snoepgoed volgens één der voorgaande conclusies 1-10 met het kenmerk dat het snoepgoed de vorm heeft van een zeepaardje of zeeschelpdieren.
13. 13. Een doos omvattende minstens twee individueel verpakte snoepgoederen volgens één der voorgaande conclusies 1-12.
14. 14. Werkwijze voor het maken van een individueel verpakt snoepgoed volgens één der voorgaande conclusies 1-12 waarbij de werkwijze volgende stappen omvat: a. het voorzien van een snoepgoed; b. het voorzien van een folie; c. het omhullen van het snoepgoed met de folie; d. het voorzien van een vasthechtingszone ter hoogte van de laterale en transversale uiteinden van de folie; en e. het voorzien van twee draaiingen aan de laterale uiteinden van de folie, met het kenmerk, dat de folie en de vasthechtingszone impermeabel zijn voor partikels met partikelgrootte groter dan 5 micron.
15. 15. Werkwijze volgens conclusie 14 met de bijkomende stap van het voorzien van een uitsparing in de vorm van een snede in de vasthechtingszone tussen de twee draaiingen.