BE1021246B1 - Geprefabriceerd bouwwerk - Google Patents

Abstract

GEPREFABRICEERD BOUWWERK. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op kits en bouwelementen voor het opbouwen van een geprefabriceerd bouwwerk. De kit omvat typisch - ten minste drie holle metalen profielen, waarbij elk profiel is of kan worden voorzien van een interne stang die over de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; - een vloerelement, voorzien van ten minste drie openingen, waarbij elk van de openingen een doorgang verschaft voor een stang van een profiel; en - een plafondelement, voorzien van ten minste drie openingen, waarbij elk van de openingen een doorgang verschaft voor een stang van een profiel.

Description

GEPREFABRICEERD BOUWWERK

TECHNISCH VELD

De onderhavige aanvraag heeft betrekking op kits en bouwelementen voor het opbouwen van een geprefabriceerd bouwwerk zoals een tuinkamer. De onderhavige aanvraag voorziet verder in een werkwijze voor het opbouwen van een bouwwerk.

ACHTERGROND

Werkwijzen voor het opbouwen van een bouwwerk waarbij gebruik wordt gemaakt van geprefabriceerde bouwelementen zijn goed gekend en laten toe om snel en relatief goedkoop te bouwen. Octrooi BE2007/0217 beschrijft bijvoorbeeld een modulair bouwwerk dat bestaat uit geprefabriceerde onderdelen die tot een basismodule kunnen worden verbonden. De basismodule is samengesteld uit een bodemplaat, een plafondplaat, een aantal verticale steunbalken, en een aantal zijwanddelen. De onderdelen worden via schroeven aan elkaar bevestigd. De montage van de onderdelen tot een voldoende stevige basismodule blijft echter een relevant deel van de kostprijs van het bouwwerk. Om de nodige stevigheid via schroeven te verzekeren is er bovendien vaak een extra versterking van de hoekpunten vereist, wat ten koste gaat van de esthetiek van het bouwwerk. Er is dus nood aan verbeterde onderdelen en werkwijzen voor het opbouwen van een bouwwerk.

SAMENVATTING

De onderhavige aanvraag heeft betrekking op kits en bouwelementen voor het opbouwen van een geprefabriceerd bouwwerk zoals een tuinkamer. De onderhavige uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor het opbouwen van een bouwwerk.

Meer bepaald voorziet de onderhavige aanvraag in een eerste aspect in een kit voor het bouwen van een constructie. De hierin voorziene kits omvatten holle metalen profielen die aangepast zijn om hierin, doorlopend in de holte over de lengte van elk profiel, één of meerdere stangen te voorzien, zodat deze stangen in de profielen gebruikt kunnen worden voor de vasthechting van een vloerelement en een plafondelement aan het profiel. Er werd vastgesteld dat aan de hand van dergelijke elementen op elegante wijze een stevige, eenvoudig op te bouwen constructie kan worden gemaakt. Meer specifiek omvat een kit zoals hierin voorzien doorgaans: - drie of meerdere holle metalen profielen, - drie of meerdere stangen, waarbij elke stang langer is dan een overeenkomstig profiel; - een vloerelement, voorzien van ten minste drie openingen, waarbij elk van de openingen een doorgang verschaft voor één einde van een overeenkomstige stang; - een plafondelement, voorzien van ten minste drie openingen, waarbij elk van de openingen een doorgang verschaft voor het ander einde van een overeenkomstige stang; en - optioneel, één of meerdere wandelementen; waarbij elk metalen profiel binnenin voorzien is van één of meerdere geleiders of houders voor een overeenkomstige stang zodat elk profiel kan worden voorzien of is voorzien van één of meerdere stangen, waarbij elke stang past in één of meerdere geleiders, de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt.

In bepaalde uitvoeringsvormen is één of meerdere van de profielen voorzien van ten minste twee interne stangen die over de volledige lengte van het profiel doorlopen, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteken.

In zekere uitvoeringsvormen heeft het plafondelement een rechthoekige of vierkante vorm, waarbij in elk van de vier hoeken één of meerdere openingen zijn voorzien die elk doorgang verschaffen voor een interne stang van een profiel.

In bepaalde uitvoeringsvormen bestaan het vloerelement en/of het plafondelement uit een rechthoekig of vierkant kader.

In zekere uitvoeringsvormen zijn één of meerdere van de profielen elk voorzien van ten minste één overlangse sleuf voor het ontvangen van een wandelement.

In bepaalde uitvoeringsvormen zijn één of meerdere van de interne stangen van elk profiel aan één of beide uiteinden voorzien van een schroefdraad.

In zekere uitvoeringsvormen zijn de profielen open aan de uiteinden.

In een verder aspect worden de hierin voorziene profielen gebruikt in constructies. Aldus voorziet de onderhavige aanvraag in constructies die de hierin beschreven profielen omvatten. In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten de constructies: - drie of meer staande holle metalen profielen, elk aan de binnenkant voorzien van één of meerdere geleiders of houders voor een stang; - ten minste één interne stang geplaatst in de geleider of houder van elk metalen profiel, waarbij de interne stang over de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; - een vloerelement, voorzien van openingen die elk doorgang verschaffen voor één uiteinde van een stang; en - een plafondelement, voorzien van openingen die elk doorgang verschaffen voor een ander uiteinde van een stang; waarbij voor elk profiel één uiteinde van elke stang is gepositioneerd in een opening van het vloerelement en het ander uiteinde in een opening van het plafondelement; en waarbij de profielen via de stangen zijn vastgeklemd tussen het vloerelement en het plafondelement.

In een verder aspect voorziet de onderhavige aanvraag in werkwijzen voor het vervaardigen van constructies die gebruik maken van de hierin beschreven profielen. In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten de werkwijzen voor het vervaardigen van een constructie de volgende stappen: (a) het voorzien van: - ten minste drie staande holle profielen, elk binnenin voorzien van één of meerdere geleiders voor een stang en ten minste één interne stang gepositioneerd in de één of meerdere geleiders, die over de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; - een vloerelement, voorzien van openingen die elk doorgang verschaffen voor een uiteinde van een stang; en - een plafondelement, voorzien van openingen die elk doorgang verschaffen voor een ander uiteinde van de stangen van de profielen; (b) het positioneren van één uiteinde van elke stang in een van de openingen van het vloerelement en het ander uiteinde in een van de openingen van het plafondelement; en (c) het vastklemmen van de profielen tussen het vloerelement en het plafondelement, via de stangen.

In bepaalde uitvoeringsvormen omvat (b): (b1) het horizontaal positioneren van het vloerelement; (b2) het verticaal positioneren van de profielen op de vloerplaat door het introduceren van de uitstekende stangen aan een eerste uiteinde van elk profiel in de voorziene openingen in het vloerelement; (b3) het positioneren van het plafondelement op de profielen, door het positioneren van de uitstekende stangen aan een tweede uiteinde van elk profiel in de voorziene openingen van het plafondelement; en (b4) optioneel, het positioneren van één of meerdere wandelementen.

In bepaalde uitvoeringsvormen van de hierin beschreven werkwijzen worden de profielen via de uitstekende uiteinden van de stangen met moeren vastgeklemd.

In een verder aspect voorziet de onderhavige aanvraag in een hol metalen profiel, voorzien van één of meerdere overlangse uitwendige sleuven, waarbij het holle metalen profiel is gekenmerkt door de aanwezigheid aan de binnenkant van het profiel van één of meerdere geleiders voor een staaf.

In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het profiel twee of meerdere interne staven, waarbij elk van deze staven: - gepositioneerd is in een houder of geleider voorzien in het profiel; - over de volledige lengte van het profiel doorloopt; - aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; en - aan ten minste één, en bij voorkeur aan beid beide uiteinden is voorzien van een schroefdraad.

In een verder aspect voorziet de onderhavige aanvraag in het gebruik van het hierin beschreven profiel als een constructie-element.

De kit volgens de onderhavige uitvinding heeft in bepaalde uitvoeringsvormen als voordelen dat de onderdelen zeer eenvoudig te monteren zijn tot een bouwwerk, zodat de montagekosten minimaal zijn. Inderdaad, voor montage volstaat het in vele gevallen de profielen via de stangen vast te klemmen tussen het plafondelement en het vloerelement. Dit resulteert in een rigide constructie, waarbij de stangen als spanstang kunnen dienen. Daarenboven kunnen de onderdelen toelaten om een bouwwerk te verkrijgen zonder zichtbare hoekstukken en/of schroeven.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De volgende beschrijving van de figuren van specifieke voorziene uitvoeringsvormen is enkel bij wijze van voorbeeld en is niet bedoeld om de huidige uiteenzetting, haar toepassing of gebruik te beperken. In de tekeningen refereren corresponderende referentienummers naar dezelfde of overeenkomstige delen en kenmerken.

Fig. 1 Explosietekening van een bouwwerk (1) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 Explosietekening van de verbinding tussen een profiel (11) en een vloerelement (2) van een bouwwerk (1) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Fig. 3 Vooraanzicht (A), zijaanzicht (B), perspectief (C) en bovenaanzicht (D) van een profiel (10) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en een bovenaanzicht (E) van een deelelement (17) van het profiel.

Fig. 4 Perspectief (A) en bovenaanzicht (B) van een profiel (11) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Fig. 5 Afbeelding van een bouwwerk (20) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Volgende referenties werden gebruikt in beschrijving en figuren: 1 - bouwwerk; 2 - vloerelement; 3 - plafondelement; 4 -profiel; 5 - stang; 6 -wandelement; 7 - vloerplaat; 8 - dakplaat; 9 - hoekverbinder; 10, 11 - profiel; 12 - stang; 13 - regenafvoerpijp; 14 - moer; 15 - houder; 16 - overlangse sleuf; 17 - deelelement; 18 - verbindingsvoorzieningen; 19 - houder; 20 - bouwwerk; 21,22 - opening.

BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.

De termen “omvatten”, “omvat” zoals verder gebruikt zijn synoniem met “inclusief’, “includeren” of “bevatten, “bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of methode stappen niet uit. Wanneer in deze beschrijving wordt verwezen naar een product of proces dat bepaalde kenmerken, onderdelen of stappen “omvat”, verwijst dit naar de mogelijkheid dat ook andere kenmerken, onderdelen of stappen aanwezig zijn, maar kunnen hierbij ook uitvoeringsvormen voorzien zijn die enkel de opgelijste kenmerken, onderdelen of stappen bevatten.

De opsomming van numerische waarden aan hand van cijferbereiken omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.

De term “ongeveer” zoals gebruikt wanneer gerefereerd word naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van +/-10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0.1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term “ongeveer” refereert op zich, ook werd bekend gemaakt.

Alle in deze beschrijving aangehaalde referenties worden hierbij door verwijzing in hun geheel opgenomen.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen waarnaar wordt verwezen in deze beschrijving, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt. Zoals hierin bedoeld is een object “langwerpig” wanneer de lengte van dat object langer is dan vijfmaal de breedte van dat object; bij voorkeur is de lengte langer dan zes-, zeven-, acht-, of tienmaal de breedte van het object.

De onderhavige aanvraag heeft betrekking op kits en bouwelementen voor het opbouwen van een geprefabriceerd bouwwerk. De hierin beschreven kit omvat metalen profielen met een interne stang die toelaat het bouwwerk op eenvoudige wijze te monteren, waarbij de stang verder voor een versteviging van de constructie kan zorgen. Meer bepaald wordt hier in een kit voorzien voor het bouwen van een constructie. De kit bevat een vloerelement, een plafondelement of dakelement, en ten minste drie holle metalen profielen. Elk van de profielen is voorzien of kan worden voorzien van een interne stang die over de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt. In wat volgt, zullen deze kenmerken verder worden toegelicht.

Profielen

De aanvraag betreft specifieke profielen voor gebruik in de constructie van een bouwwerk. De profielen dienen als dragende kolom, en zijn dus typisch langwerpig van vorm. In typische uitvoeringsvormen zijn de profielen metalen hoekprofielen, bij voorkeur aluminium hoekprofielen. De hierin beschreven profielen zijn typisch holle buizen met open uiteinden. Dankzij de holle structuur van elk profiel kunnen één of meerdere stangen in een profiel worden gepositioneerd, over de volledige lengte van het profiel (zie verder). De holle structuur laat verder toe de profielen te vervaardigen met een minimum aan materiaal, terwijl de stevigheid gegarandeerd kan blijven.

De profielen zijn intern voorzien van één of meerdere houders en/of geleiders voor een stang. De afmeting van de houders en/of geleiders zijn voorzien op de maten, en meer specifiek de diameter van de stangen die bij het profiel voorzien zijn. Houders en/of geleiders zijn structuren die vastgehecht zijn aan de binnenwand van het profiel en in dwarsdoorsnede de omtrek van een stang ten minste gedeeltelijk omvatten. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat een houder of geleider de omtrek van een bijbehorende stang volledig, (dit wil zeggen, de houder of geleider omvat een cirkelvormige structuur in dwarsdoorsnede) maar het is ook voorzien dat de houder of geleider de stang voor 60% of meer, 70% of meer, 80% of meer, 90% of meer of 95% of meer omvat. Een houder is een structuur die aansluit rond de omtrek van een stang, zodat enkel een beweging in de lengterichting van de stang mogelijk is. Een geleider is een structuur die de beweging van de stang binnen in het profiel beperkt maar wel nog bewegingsruimte geeft voor de stang wanneer deze hierin geplaatst wordt. Houders en geleiders kunnen structuren zijn die de volledige lengte van het profiel doorlopen, zodat een hierin voorziene staaf over de gehele lengte wordt vastgehouden of geleid. In andere uitvoeringsvormen bevat het profiel één of meerder discrete houders en/of geleiders op bepaalde hoogte in het profiel. Doorgaans wordt er bij geleiders of houders die slechts een beperkt deel van de lengte van de staaf omvatten, gebruik gemaakt van meerdere houders en/of geleiders over de lengte van het hoekprofiel. In bepaalde uitvoeringsvormen verzekert de houder en/of geleider dat de staaf evenwijdig met de wanden van het hoekprofiel gepositioneerd blijft.

De houders en geleiders zijn in bepaalde uitvoeringsvormen dus bij voorkeur zo voorzien dat, wanneer een stang is gepositioneerd in de één of meerdere houders of geleiders die ervoor voorzien zijn, de stang in een bepaalde positie wordt gedwongen. Bij voorkeur laten zowel de houders als geleiders toe dat een erin geplaatste stang vrij kan bewegen langs de lengteas van de stang, zodat de stang kan worden opgespannen tussen het vloerelement en het plafondelement (zie verder).

De hierin beschreven profielen zijn voorzien voor gebruik in combinatie met daartoe voorziene stangen. Een profiel is dus voorzien of kan voorzien worden van één of meerdere stangen, waarbij de lengte van een stang telkens groter is dan de lengte van het bijhorend profiel. Zo kan een profiel worden voorzien van een interne stang die over de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt. Via de uiteinden van deze stang kan het profiel dan worden bevestigd aan een vloer- en plafondplaat (zie verder). Voor een vlotte doorgang van de stang is een profiel bij voorkeur volledig open aan beide uiteinden.

In bepaalde uitvoeringsvormen is het profiel voorzien van een stang of staaf. De term stang en staaf worden hierin verwisselbaar gebruikt, waarbij het duidelijk is dat het effectief een stang betreft. De stang kan zo worden voorzien dat deze uitsteekt aan de beide uiteinden van het bijhorend profiel. Een stang steekt typisch uit over een afstand die iets langer is dan de dikte van een vloer- of plafondelement. In bepaalde uitvoeringsvormen steken de één of meerdere stangen aan beide uiteinden van het bijhorend profiel uit over een afstand tussen 8 mm en 600 mm. In verdere uitvoeringsvormen steken de stangen uit over een afstand tussen 10 mm en 300 mm, bijvoorbeeld ongeveer 100 mm. Via de uitstekende einden kunnen de stangen worden gebruikt om een profiel vast te klemmen tussen een vloerelement en plafondelement (zie verder). Dit gebeurt bij voorkeur via moeren, en/of het ingieten van de stangen in een fundering (zie verder).

Om aan te geven hoe een stang in een profiel wordt aangebracht kan men verwijzen naar de twee einden van de stang als het ene einde en het andere einde of als het boveneinde en het ondereinde van de stang. Het zal echter duidelijk zijn voor de vakman dat de twee uiteinden van de stang mogelijks identiek zijn en dus de verwijzing naar de einden van de stang enkel zinvol is met betrekking tot de uiteindelijke opstelling in het bouwwerk. Zo zal, zoals hieronder verder beschreven, het boveneinde van de stang gebruikt worden voor de vasthechting van het plafondelement en het ondereinde van de stang gebruikt worden voor de vasthechting van het vloerelement. In bepaalde uitvoeringsvormen verschillen het boveneinde en het ondereinde van de stang.

De uitstekende (onder)einden van de stangen kunnen in bepaalde uitvoeringsvormen worden ingegoten in een betonnen fundering onder de vloerplaat. In dergelijke uitvoeringsvormen kunnen de stangen dus ook dienst doen als verankerings- en funderingselement. In dergelijke uitvoeringsvormen steken de twee uiteinden van de stangen (in gemonteerde vorm van de constructie) typisch uit over ongelijke afstanden. Meer bepaald kan het ondereinde van de stangen verder uit de profielen uitsteken dan het boveneinde. In bepaalde uitvoeringsvormen steekt het ondereinde van de stangen ten minste 10 cm, ten minste 20 cm, of ten minste 30 cm verder uit dan het boveneinde.

De stangen die worden voorzien in of voor de profielen zoals hierin beschreven zijn bij voorkeur vervaardigd uit (roestvrij) staal. Stalen stangen zijn bijzonder goed geschikt om trekkrachten op te vangen.

Zoals hierboven aangegeven zal de afmeting van een stang bepaald worden door de afmeting van het bijbehorend profiel. Ook wat betreft de dwarsdoorsnede zullen de diameter van de stang en deze van de geleiders of houders van het profiel op elkaar worden afgestemd. Hierbij zal de diameter van de stang mede bepaald worden door de functionele vereisten, namelijk de mogelijkheid om het profiel op te spannen tussen het vloerelement en het plafondelement tot een stevig bouwwerk. De stangen hebben typisch een diameter tussen 3 mm en 30 mm, nog bij voorkeur tussen 5 mm en 15 mm, bijvoorbeeld ongeveer 10 mm.

In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de profielen gewalste buisprofielen. In bepaalde uitvoeringsvormen heeft de dwarsdoorsnede van de profielen een vierkante vorm, waarbij de hoeken afgerond kunnen zijn.

De wanden van de profielen hebben doorgaans een dikte tussen 2 en 10 mm, nog bij voorkeur tussen 2 en 5 mm, bij voorkeur ongeveer 3 mm.

In een voorkeursuitvoering zijn de hierin beschreven holle metalen profielen vervaardigd uit aluminium. In andere uitvoeringsvormen kunnen de profielen worden vervaardigd uit staal, meer bepaald verzinkt staal en/of roestvrij staal.

In bepaalde uitvoeringsvorming omvatten de holle metalen profielen een kunststof coating, bijvoorbeeld een elektrostatisch aangebrachte en bij hoge temperatuur geharde polyester poedercoating. De coating kan het metaal beschermen en/of een bepaalde kleur geven aan de profielen.

In bepaalde uitvoeringsvormen bestaat een hoekprofiel uit twee of meerdere delen. Dit kan het vervaardigen van profielen met een complexe doorsnede vereenvoudigen. Bijvoorbeeld kan een hol hoekprofiel worden vervaardigd uit twee of meerdere hoekprofielen die zijdelings aan elkaar worden bevestigd. Wanneer het hoekprofiel bestaat uit meerdere delen dan is doorgaans één of meerdere van deze onderdelen voorzien van structuren die de vasthechting van beide delen aan elkaar toelaten. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn dit overlangse structuren, zodat de verschillende delen in de lengte in elkaar kunnen worden geschoven om een volledig hoekprofiel te vormen. In bepaalde uitvoeringsvormen bevat één deel één of meerdere uitsparingen waarachter een uitstekend element van een ander deel kan worden vastgeklemd.

De hierin beschreven combinaties, optioneel voorzien als kits, bevatten ten minste drie of meerdere holle metalen profielen zoals hierboven beschreven. Het aantal profielen dat wordt voorzien in de kit hangt af van het type bouwwerk. Bij voorkeur omvat de kit ten minste vier profielen, bij voorkeur van een gelijke lengte. Dit laat bijvoorbeeld toe om een balkvormig of kubusvormig bouwwerk te verkrijgen met in elke staande hoek een profiel als dragende kolom. In verdere uitvoeringsvormen omvat de kit meer dan vier profielen.

In de kit kunnen de stangen afzonderlijk van de profielen aanwezig zijn, of reeds gepositioneerd zijn in de houders en/of geleiders van de profielen. Typisch zijn de houders of geleiders zo voorzien dat wanneer de stangen in de houders of geleiders zijn geplaatst, de lengteas van het profiel en van de bijhorende stang(en) parallel lopen, en dat de onderlinge positie van de stangen overeenkomt met de onderlinge positie van de voor het ontvangen van de stangen voorziene openingen in het vloerelement en plafondelement (zie verder).

In bepaalde uitvoeringsvormen van de kits is ten minste één van de profielen, en bij voorkeur alle profielen, voorzien van twee of meerdere interne stangen die over de volledige lengte van het profiel doorlopen, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteken. Het gebruik van twee of meerdere stangen verhindert een rotatie van het profiel om zijn lengteas na bevestiging van het profiel aan de vloerplaat en/of plafondplaat, en verhoogt verder de rigiditeit van de constructie.

Indien een profiel is voorzien van twee of meerdere stangen, kunnen deze stangen identiek of verschillend zijn. Bijvoorbeeld kan de lengte en/of diameter van de stangen verschillen, zodat één stang volledig door het vloerelement en plafondelement kan gaan, terwijl de andere staaf kan worden ontvangen door een blind gat voorzien in het vloerelement of plafondelement. Zo kan rotatie van het profiel worden vermeden, terwijl slechts één stang moet worden vastgeschroefd.

In bepaalde uitvoeringsvormen kunnen één of meerdere van de profielen voorzien zijn van een buis die over de lengte van het profiel doorloopt. Een dergelijke buis kan dienst doen als afvoerpijp voor regenwater, als mantelbuis voor elektriciteitsdraden, of voor andere nutsvoorzieningen. In bepaalde uitvoeringsvormen steekt de buis uit aan één of beide uiteinden van het profiel. Zo kan de buis ook dienst doen een rotatie van het profiel om zijn lengteas te verhinderen na bevestiging van het profiel aan de vloerplaat en/of plafondplaat.

In een voorkeursuitvoering van een kit waarbij voor een profiel meer dan één stang is voorzien, is ten minste één van deze interne stangen aan elk uiteinde voorzien van een schroefdraad. In bepaalde uitvoeringsvormen kunnen de stangen aan één uiteinde voorzien van een kop en aan het andere uiteinde van een schroefdraad, zoals een bout. Met “uiteinde” van een stang wordt hierin bedoeld het deel van de stang dat uit het profiel uitsteekt, of voorzien is om uit het profiel uit te steken. Een stang kan worden voorzien van schroefdraad over de volledige lengte van een uiteinde, of enkel over een deel van het uiteinde. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn één of meerdere stangen over de volledige lengte voorzien van schroefdraad.

De kit kan verder worden voorzien van één of meer moeren. De moeren kunnen los worden voorzien, of bevestigd aan de bijhorende stang. Wanneer de moeren worden bevestigd aan de stangen, kan dit verhinderen dat de stangen uit de profielen schuiven tijdens transport van de kit.

Vloerelement en olafondelement

De profielen zoals hierin beschreven kunnen voorzien worden in combinatie, zoals bijvoorbeeld in een kit, met een vloerelement en een plafondelement. In bepaalde uitvoeringsvormen kan het plafondelement dienst doen als dak en kan het ook een dakelement genoemd worden. Het vloerelement en het plafondelement kunnen identiek zijn of verschillend. Het vloerelement en plafondelement hebben typisch een hoofdzakelijk vlakke structuur. In typische uitvoeringsvormen is ten minste het vloerelement en optioneel het plafondelement hoofdzakelijk plaatvormig. In verdere uitvoeringsvormen bestaan het vloerelement en/of het plafondelement uit een kader. In bepaalde uitvoeringsvormen is het kader van het vloerelement en optioneel het plafondelement vlak en rechthoekig. In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten het vloerelement en/of het plafondelement tenminste een vlakke kaderstructuur, waarbij dit kader al dan niet opgevuld is in hetzelfde of ander materiaal, al dan niet doorlopend in het zelfde vlak als het kader. Het is echter niet uitgesloten dat de kaderstructuur van bijvoorbeeld het plafondelement geen vlakke structuur heeft. In deze uitvoeringsvormen is het mogelijk dat profielen van verschillende lengte gebruikt worden.

Het vloerelement en plafondelement zijn elk, op ten minste één en typisch op meerdere plaatsen, voorzien van openingen die elk een doorgang verschaffen voor een stang. De afmeting van deze openingen zijn dus bepaald door de breedte of diameter van de stangen die gebruikt worden. In bepaalde uitvoeringsvormen is de diameter van de openingen tussen 0.1% en 5% groter dan de diameter van de corresponderende stangen, zodat de openingen een vlotte doorgang van de stangen toelaten. Zoals hierin verder beschreven dienen deze openingen om doorgang te verschaffen aan de uit de profielen uitstekende stangen. Dit laat toe de stangen te gebruiken voor het bevestigen van het vloerelement en plafondelement aan de profielen. Inderdaad, de openingen laten toe om een stang langs één zijde van het vloer- of plafondelement te ontvangen, en aan de tegenovergestelde zijde vast te maken met een moer.

Waar het vloer- en/of plafondelement bestaat uit een rechthoekig of vierkant kader zullen de openingen voorzien zijn in de hoeken van het kader. Het is echter ook mogelijk dat het vloer- en/of plafondelement een plaatvormige, eventueel ook vrijvormige structuur heeft en dat de gaten voorzien zijn op plaatsen die geen hoek vormen. In deze uitvoeringsvormen van een bouwwerk zullen echter doorgaans, om de stabiliteit van de structuur te verzekeren, de profielen zo geplaatst worden dat deze toch de hoeken van een denkbeeldige kubus of balkstructuur vormen, en zullen de gaten voor de verschillende stangen van de profielen voorzien zijn op afstanden die overeenkomen met de hoeken van een denkbeeldige rechthoek.

In bepaalde uitvoeringsvormen is voorzien dat de vloer- en plafondelementen gebruikt worden in combinatie met tenminste drie profielen en zijn het vloer- en plafondelement dus elk voorzien van ten minste drie dergelijke openingen, i.e. ten minste één opening per profiel.

Naast de doorgaande openingen kunnen eventueel ook één of meerdere blinde openingen worden voorzien in het plafond- and/of vloerelement. Dergelijke blinde openingen zijn bijvoorbeeld geschikt om kortere stangen te ontvangen die rotatie van het profiel vermijden, zoals hierboven beschreven.

In bepaalde uitvoeringsvormen heeft het plafondelement een rechthoekige vorm, waarbij in elk van de vier hoeken één of meerdere openingen zijn voorzien die elk een doorgang verschaffen voor een stang. Dit laat bijvoorbeeld toe om een balkvormig bouwwerk te verkrijgen met in elke staande hoek een profiel als dragende kolom.

In bepaalde uitvoeringsvormen kan het plafondelement aan het uiteinde van de openingen telkens een uitsparing voorzien waarin een moer past. Zo zijn de moeren waarmee de stangen worden opgespannen van opzij niet zichtbaar, en wordt een vlakke dakstructuur verkregen die desgewenst eenvoudig verder is af te werken.

In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de plafond- en/of vloerelementen voorzien van structuren die dienen voor het ontvangen van wandelementen zoals hieronder beschreven. Deze structuren zijn in bepaalde uitvoeringsvormen sleuven. In verdere uitvoeringsvormen zijn het sleuven die de gaten voorzien voor de staven van de verschillende profielen (bijna of volledig) met elkaar verbinden. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de sleuven of andere structuren voorzien in de plafond- en/of vloerelementen in de vorm van een rechthoek. Het is echter ook voorzien dat de structuren discrete structuren (zoals bijvoorbeeld pinnen of gaten) zijn die op één of meerdere plaatsen voorzien zijn op het plafond- en/of vloerelement.

In bepaalde uitvoeringsvormen vormen het vloerelement en/of het plafondelement een kader, bij voorkeur vervaardigd uit hetzelfde materiaal als de profielen. Typisch worden de kaders vervaardigd uit metalen profielen, bij voorkeur uit aluminium profielen. De profielen kunnen aan elkaar zijn bevestigd tot een kader via door de vakman gekende technieken. Zo kunnen de profielen bijvoorbeeld aan elkaar zijn verbonden via hoekverbindingen, en/of aan elkaar zijn gelast. In een voorkeursuitvoering zijn de profielen met elkaar verbonden via inschuifbare hoekverbindingen. De hoeken van de kaders kunnen verder worden verstevigd via één of meerdere verstevigingselementen, bijvoorbeeld metalen verstevigingsplaatjes. De kaders kunnen verder worden voorzien van één of meerdere in het kader passende vloerplaten of plafondplaten, die optioneel samen met de profielen, het plafond en vloerelementen voorzien zijn, zoals bijvoorbeeld in een kit. In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten de één of meerdere vloerplaten of plafondplaten één of meerdere materialen gekozen uit glas, hout, of een polymeer zoals Polyvinylchloride (pvc). In zekere uitvoeringsvormen vormt het vloerelement en/of het plafondelement een plaat, geschikt om als vloer of plafond te dienen. In verdere uitvoeringsvormen zijn het vloerelement en/of plafondelement vervaardigd uit één of meerdere materialen gekozen uit glas, hout, of een polymeer zoals Polyvinylchloride (pvc).

Wandelementen

In bepaalde uitvoeringsvormen worden hierboven beschreven profielen en plafond- en vloerelementen voorzien in combinatie met één of meerdere wandelementen. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de hierin beschreven kit dus één of meerdere wandelementen. Dit zijn typisch plaatvormige structuren die als externe wand of interne scheidingswand van het bouwwerk kunnen worden gebruikt. De wandelementen kunnen uit diverse materialen worden vervaardigd, bijvoorbeeld glas, hout, of een polymeer zoals pvc, of een combinatie daarvan. De wandelementen kunnen verder worden voorzien van één of meerdere deuren, ramen, en dergelijke.

Zoals hieronder beschreven worden de wandelementen, bij het opbouwen van het bouwwerk doorgaans vastgeklemd tussen het vloerelement en het plafondelement. Hiervoor kunnen zoals hierboven beschreven, het vloer- en plafondelement worden voorzien van uitsparingen zoals sleuven geschikt voor het ontvangen van de wandelementen passen. Bijkomend of als alternatief, zoals hierboven ook vermeld, kunnen één of meerdere van de profielen zijn voorzien van één of meerdere externe uitsparingen of sleuven voor het ontvangen van een wandelement. De sleuven lopen bij voorkeur over de volledige lengte van het profiel. Bijkomend of alternatief kunnen de wandelementen voorzien zijn van structuren die de aanhechting aan een plafond- en/of vloerelement verzekeren. Zo kan een wandelement voorzien zijn van één of meerdere richels, die passen in een sleuf van een plafond- en/of vloerelement of een profiel. Mogelijks is een wandelement voorzien van pinnen op een boven- en/of onderzijde, die passen in gaten in een vloer- en/of plafondelement. Combinaties van verschillende structuren zijn ook voorzien.

Combinaties van de hierin beschreven elementen

Hierin voorzien zijn ook combinaties van de hierboven beschreven elementen. Dergelijke combinaties zijn doorgaans gekenmerkt dat de eigenschappen van de profielen en plafond- en/of vloerelementen zijn aangepast aan de eigenschappen van de stangen en/of vice versa. Zo zal de gewenste afmeting van het bouwwerk, de lengte van de profielen bepalen en mogelijks ook de dikte van de stangen (die nodig is om de opspanning te verzekeren). Deze verhoudingen zijn echter gemakkelijk te bepalen door de vakmens. Zoals hierboven beschreven zal de lengte van de profielen de lengte van de stangen bepalen (waarbij deze bvb ten minste 10 mm langer zijn aan elke uiteinde) en doorsnede van de stangen de afmetingen van de houders en/of geleiders bepalen alsook van de openingen in de vloer- en/of plafondelementen. Verder zal in combinaties met vloer- en/of plafondelementen de lengte van de stangen mede kunnen bepaald worden door de dikte van het vloer- en/of plafondelement. Tenslotte zullen in combinaties met wandelementen eventuele structuren die voorzien zijn op de profielen en/of plafond- en/of vloerelement aangepast zijn aan de afmetingen van de wandelementen of de structuren die hierop voorzien zijn en vice versa.

Combinaties van twee of meerdere van de hierboven beschreven elementen, die optioneel voorzien zijn als een kit, zijn in het bijzonder geschikt voor het opbouwen van relatief eenvoudige bouwwerken, zoals een tuinkamer, een tuinhuis, een vakantiewoning, een garagebox, etc., m.a.w. voor bouwwerken die één ruimte afbakenen. Het opbouwen van grotere bouwwerken via de hierin beschreven kit is echter niet uitgesloten. In bepaalde uitvoeringsvormen kunnen meerdere kits modulair met elkaar worden gecombineerd, zodat grotere structuren, zoals ook structuren bestaande uit meerdere kamers, kunnen worden verkregen.

Bouwwerk

In een volgend aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een constructie verkregen of verkrijgbaar door montage van de hierin beschreven combinaties, optioneel voorzien in een kit. Meer bepaald voorziet de onderhavige aanvraag in de bescherming van een bouwwerk omvattende: - drie of meerdere staande holle metalen profielen, elk voorzien van een of meerder geleiders of houder, waarbij elk metalen profiel voorzien is van een interne stang, geplaatst in de een of meerdere geleiders, waarbij de stang over de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; - een vloerelement, voorzien van openingen die doorgang verschaffen voor één uiteinde van de stangen in de profielen; en - een plafondelement, voorzien van openingen die doorgang verschaffen voor het andere uiteinde van de stangen in de profielen; waarbij voor elk profiel één uiteinde van elke stang is gepositioneerd in een opening van het vloerelement en het ander uiteinde in een opening van het plafondelement; en waarbij de profielen via de stangen zijn vastgeklemd tussen het vloerelement en het plafondelement.

Werkwijze voor het oobouwen van een bouwwerk

De onderhavige aanvraag voorziet verder in een werkwijze voor het opbouwen van een bouwwerk. Meer bepaalt omvat de werkwijze: (a)het voorzien van: - ten minste drie staande holle profielen, elk voorzien van ten minste één interne stang die over de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; - een vloerelement, voorzien van openingen die doorgang verschaffen voor de stangen van de profielen; en - een plafondelement, voorzien van openingen die doorgang verschaffen voor de stangen van de profielen; (b) het positioneren van één uiteinde van elke stang in een van de openingen van het vloerelement en het ander uiteinde in een van de openingen van het plafondelement; en (c) het vastklemmen van de profielen tussen het vloerelement en het plafondelement, via de stangen.

De stappen van de hierin beschreven werkwijze worden bij voorkeur uitgevoerd op de locatie waar het bouwwerk wordt geplaatst. Dit laat toe de transportkosten van de onderdelen tot een minimum te herleiden. Het is echter niet uigesloten dat in bepaalde uitvoeringsvormen stappen (a), (b) en/of (c) op een andere locatie worden uitgevoerd, waarna het volledig of deels gemonteerde bouwwerk wordt getransporteerd naar de gewenste locatie.

Stap (a) van de hierin beschreven werkwijze omvat typisch het voorzien van een kit voor het bouwen van een constructie, zoals hierboven beschreven.

Stap (b) van de werkwijze omvat het positioneren van de profielen tussen het vloerelement en het plafondelement. In een voorkeursvorm worden de profielen eerst vastgemaakt aan het vloerelement, door de uitstekende stang(en) aan een eerste uiteinde van elk profiel te positioneren in de daarvoor voorziene openingen in het vloerelement. De profielen kunnen dan aan het vloerelement worden vastgemaakt via de stangen, bijvoorbeeld met behulp van moeren. Wanneer alle profielen zijn vastgemaakt aan het vloerelement, kan het plafondelement worden gepositioneerd op de profielen, waarbij de uitstekende stang(en) aan het tweede uiteinde van elk profiel te positioneren in de daarvoor voorziene openingen in het plafondelement. Meer bepaald omvat stap (b) in bepaalde uitvoeringsvormen: (b1) het horizontaal positioneren van het vloerelement; (b2) het verticaal positioneren van de profielen op de vloerplaat door het positioneren van de uitstekende stangen aan een eerste uiteinde van elk profiel in de voorziene openingen in het vloerelement; (b3) het horizontaal positioneren van het plafondelement op de profielen, door het positioneren van de uitstekende stangen aan een tweede uiteinde van elk profiel in de voorziene openingen van het plafondelement; en Optioneel omvat stap (b) verder (b4) het positioneren van één of meerdere wandelementen. De wandelementen worden doorgaans gepositioneerd in de voor de wandelementen voorziene overlangse sleuven in het vloerelement, het plafondelement, en de profielen.

In stap (c) van de werkwijze worden de profielen vastgeklemd tussen het vloerelement en het plafondelement, via de stangen. Dit resulteert typisch in het opspannen van de stangen, waardoor de rigiditeit van de constructie verhoogt.

In een voorkeursvorm gebeurt het vastklemmen via moeren die op de stangen kunnen bevestigd worden. In een dergelijke uitvoeringsvorm zijn de stangen typisch aan beide uiteinden voorzien van een schroefdraad.

In bepaalde uitvoeringsvormen kunnen de stangen aan één uiteinde voorzien van een kop en aan het andere uiteinde van een schroefdraad, zoals een bout. In dergelijke uitvoeringsvormen worden de stangen typisch los van de profielen gepositioneerd in het vloerelement, waarna de stangen in de houders en/of geleiders van de profielen worden geschoven.

In bepaalde uitvoeringsvormen van de hierin beschreven werkwijze kunnen de ondereinden van één of meerdere stangen mee worden ingegoten in een betonnen fundering onder het vloerelement. In dergelijke uitvoeringsvormen kunnen gaten of putten worden voorzien in de grond, waar de ondereinden van de stangen passen. Wanneer de constructie correct is gepositioneerd, kunnen deze gaten worden opgevuld met beton om deze stangen te verankeren.

De onderhavige aanvraag voorziet in bepaalde uitvoeringsvormen in een hol metalen profiel zoals hierboven beschreven, meer bepaald een hol metalen profiel, voorzien van een overlangse uitwendige sleuf, en twee of meerdere interne staven, waarbij elke staaf: - gepositioneerd is in een houder of geleider voorzien in het profiel; - over de volledige lengte van het profiel doorloopt; - aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; en - aan ten minste één uiteinde, en bij voorkeur aan beide uiteinden voorzien is van een schroefdraad.

De onderhavige uitvinding voorziet verder in het gebruik van een profiel zoals hierboven beschreven als een constructie-element, meer bepaald als een dragende kolom van een bouwwerk.

De onderhavige uitvinding zal worden geïllustreerd door de volgende niet-beperkende uitvoeringsvormen.

VOORBEELDEN

Fig. 1 is een explosietekening van een bouwwerk (1) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Het bouwwerk (1) is opgebouwd uit een aluminium kader als vloerelement (2), vier aluminium holle profielen (4) als dragende kolommen, en een aluminium kader als plafondelement (3).

Fig. 2 toont de verbinding tussen een profiel (11) en een vloerelement (2) van het bouwwerk (1).

Elk van de profielen (4) is voorzien van twee interne stangen (5), die aan de beide uiteinden van de profielen uitsteken. De uitstekende uiteinden zijn voorzien van een schroefdraad en passen in openingen (21) die zijn voorzien in het vloerelement (2) en het plafondelement (3). De openingen verschaffen een doorgang voor de stangen, zodat de profielen (4) tussen het vloerelement (2) en plafondelement (3) kunnen worden geklemd door de stangen (5) met moeren op te spannen. Een of meerdere profielen (11) kunnen verder zijn voorzien van regenafvoerpijp (13) of een andere nutsvoorziening. De regenafvoerpijp (13) steekt uit aan het ondereinde van het profiel (11) en past in een opening (22) voorzien in het vloerelement.

Optioneel kunnen de hoeken van het vloerelement (2) en het plafondelement (3) verder zijn voorzien van één of meerdere verstevigingselementen zoals hoekverbinders (9). Dergelijke hoekverbinders kunnen toelaten het vloerelement (2) en/of het plafondelement (3) te vervaardigen uit langwerpige profielen, waarbij deze profielen niet aan elkaar moeten worden gelast. Verder kunnen de hoekverbinders (9) zorgen voor een hogere stabiliteit van het bouwwerk (1 ).

Het vloerelement (2) en het plafondelement (3) zijn respectievelijk voorzien van een vloerplaat (7) en dakplaat (8).

Het bouwwerk (1) omvat verder enkele wandelementen (6), die eveneens tussen het vloerelement (2) en plafondelement (3) zijn geklemd. Hiertoe zijn het vloerelement (2), het plafondelement (3) en de profielen (4) voorzien van sleuven die de wandelementen (6) kunnen ontvangen.

De vloerplaat, de dakplaat, en de wandelementen omvatten materialen zoals glas (ruiten), hout, pvc, of een combinatie van deze materialen.

Fig. 3 toont een vooraanzicht (A), zijaanzicht (B), perspectief (C) en bovenaanzicht (D) van een profiel (10) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Het profiel Is voorzien van twee interne stangen (12), die elk over de volledige lengte van het profiel doorlopen en aan beide uiteinden van het profiel uitsteken. De stangen (12) zijn aan de uiteinden voorzien zijn van een schroefdraad, waarop een dopmoer (14) past. Het profiel is binnenin voorzien van houders (15) voor het vasthouden van de stangen (12). Het profiel (10) is aan twee zijden voorzien van een sleuf, die over de volledige lengte van het profiel doorloopt. De sleuf laat toe een wandelement te ontvangen.

Het profiel (10) is opgebouwd uit meerdere deelelementen. Een bovenaanzicht van het grootste deelelement (17) is getoond in Fig. 3E. Hierbij zijn de houders (15) duidelijk zichtbaar. Het deelelement (17) omvat een aantal verbindingsvoorzieningen (18) die toelaten het deelelement te verbinden met andere deelelementen. De structuur van het deelelement zoals getoond in Fig. 3E laat toe om op eenvoudige wijze een sleuf (16) te creëren.

Fig. 4 toont een perspectief (A) en doorsnede (B) van een profiel (11) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Het profiel (10) is grotendeels identiek aan het profiel (10) getoond in Fig. 3, en verschilt in het feit dat het profiel een regenafvoerpijp (13) bevat, met bijhorende houder (19).

Fig. 5 toont een afbeelding van een bouwwerk (20), meer bepaald een tuinkamer, volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Claims (14)

1. CONCLUSIES

   1. Een kit voor het bouwen van een constructie, omvattende: - drie of meerdere holle metalen profielen, - drie of meerdere stangen, waarbij elke stang langer is dan een overeenkomstig profiel: - een vloerelement, voorzien van ten minste drie openingen, waarbij elk van de openingen een doorgang verschaft voor één einde van een overeenkomstige stang; - een plafondelement, voorzien van ten minste drie openingen, waarbij elk van de openingen een doorgang verschaft voor het ander einde van een overeenkomstige stang; en - optioneel, één of meerdere wandelementen; waarbij elk metalen profiel binnenin voorzien is van één of meerdere geleiders of houders voor een overeenkomstige stang zodat elk profiel kan worden voorzien of is voorzien van één of meerdere stangen, waarbij elke stang past in één of meerdere geleiders, de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt.
2. 2. De kit volgens conclusie 1, waarbij één of meerdere van de profielen is voorzien van ten minste twee interne stangen die over de volledige lengte van het profiel doorlopen, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteken.
3. 3. De kit volgens conclusie 1 of 2, waarbij het plafondelement een rechthoekige of vierkante vorm heeft, waarbij in elk van de vier hoeken één of meerdere openingen zijn voorzien die elk doorgang verschaffen voor een interne stang van een profiel.
4. 4. De kit volgens één der conclusies 1 tot 3, waarbij het vloerelement en/of het plafondelement bestaan uit een rechthoekig of vierkant kader.
5. 5. De kit volgens één der conclusies 1 tot 4, waarbij een of meerdere van de profielen elk voorzien zijn van ten minste één overlangse sleuf voor het ontvangen van een wandelement.
6. 6. De kit volgens één der conclusies 1 tot 5, waarbij één of meerdere van de interne stangen van elk profiel aan één of beide uiteinden is voorzien van een schroefdraad.
7. 7. De kit volgens één der conclusies 1 tot 6, waarbij de profielen open zijn aan de uiteinden.
8. 8. Een constructie omvattende: - drie of meer staande holle metalen profielen, elk aan de binnenkant voorzien van één of meerdere geleiders of houders voor een stang; - ten minste één interne stang geplaatst in de geleider of houder van elk metalen profiel, waarbij de interne stang over de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; - een vloerelement, voorzien van openingen die elk doorgang verschaffen voor de één uiteinde van een stang; en - een plafondelement, voorzien van openingen die elk doorgang verschaffen voor een ander uiteinde van een stang; waarbij voor elk profiel één uiteinde van elke stang is gepositioneerd in een opening van het vloerelement en het ander uiteinde in een opening van het plafondelement; en waarbij de profielen via de stangen zijn vastgeklemd tussen het vloerelement en het plafondelement.
9. 9. Een werkwijze voor het vervaardigen van een constructie, omvattende: (a) het voorzien van: - ten minste drie staande holle profielen, elk binnenin voorzien van één of meerdere geleiders voor een stang en ten minste één interne stang gepositioneerd in de één of meerdere geleiders, die over de volledige lengte van het profiel doorloopt, en aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; - een vloerelement, voorzien van openingen die elk doorgang verschaffen voor een uiteinde van een stang; en - een plafondelement, voorzien van openingen die elk doorgang verschaffen voor een ander uiteinde van de stangen van de profielen; (b) het positioneren van één uiteinde van elke stang in een van de openingen van het vloerelement en het ander uiteinde in een van de openingen van het plafondelement; en (c) het vastklemmen van de profielen tussen het vloerelement en het plafondelement, via de stangen.
10. 10. De werkwijze volgens conclusie 9, waarbij (b) omvat: (b1) het horizontaal positioneren van het vloerelement; (b2) het verticaal positioneren van de profielen op de vloerplaat door het introduceren van de uitstekende stangen aan een eerste uiteinde van elk profiel in de voorziene openingen in het vloerelement; (b3) het positioneren van het plafondelement op de profielen, door het positioneren van de uitstekende stangen aan een tweede uiteinde van elk profiel in de voorziene openingen van het plafondelement; en (b4) optioneel, het positioneren van één of meerdere wandelementen.
11. 11. De werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de profielen via de uitstekende uiteinden van de stangen met moeren worden vastgeklemd.
12. 12. Een hol metalen profiel, voorzien van één of meerdere overlangse uitwendige sleuven, waarbij het holle metalen profiel is gekenmerkt door de aanwezigheid aan de binnenkant van het profiel van één of meerdere geleiders voor een staaf.
13. 13. Het hol metalen profiel volgens conclusie 12 dat twee interne staven bevat, waarbij elke staaf: - gepositioneerd is in een houder of geleider voorzien in het profiel; - over de volledige lengte van het profiel doorloopt; - aan beide uiteinden van het profiel uitsteekt; en - aan beide uiteinden voorzien is van een schroefdraad.
14. 14. Het gebruik van een profiel volgens conclusie 13 als een constructie-element.