NL1021660C1

NL1021660C1 - Stelsel van koppelbare wand-, vloer- of dakdelen.

Info

Publication number: NL1021660C1
Application number: NL1021660A
Authority: NL
Inventors: Johannes Hendrikus Joze Feijen
Original assignee: Johannes Hendrikus Joze Feijen
Priority date: 2002-10-15
Filing date: 2002-10-15
Publication date: 2004-04-16
Also published as: DE60312622D1; EP1411180B1; EP1411180A1; DE60312622T2; ATE357566T1

Description

Stelsel van koppelbare wand-, vloer- of dakdelen

De uitvinding heeft betrekking op een stelsel van koppelbare wand-, vloer- of dakdelen, omvattende panelen, 5 die elk aan tenminste één zijde zijn voorzien van een eerste koppelorgaan, omvattende een rij pennen, elk voorzien van een kop, en/of van een tweede koppelorgaan, omvattende een rij van objecten voorzien van slotgaten, geschikt voor het opnemen en borgen van het eerste 10 koppelorgaan van een aangrenzend paneel. De panelen zijn bij uitstek geschikt voor het snel en moeiteloos opbouwen van tijdelijke afscheidingen, bijvoorbeeld op een beurs, maar ze kunnen ook met voordeel worden gebruikt in bijvoorbeeld een kantoortuin, waarbij eenvoudig te wijzigen 15 afscheidingen gewenst zijn. Verder zijn ze zeer geschikt voor het opbouwen van tijdelijke behuizingen bij bijvoorbeeld evenementen of tijdelijk onderkomens in rampgebieden. Het stelsel heeft als kenmerk, dat het tweede koppelorgaan een buisprofiel omvat, waarin een rij 20 onderling gekoppelde blokjes, elk voorzien van een slotgat en van een wig, verschuifbaar is ondergebracht, zodat een starre verbinding tussen twee panelen met één schuifbeweging tot stand kan worden gebracht.

25 Uit US-2,863,532 is een stelsel van koppelbare wanddelen bekend waarbij het tweede koppelorgaan is uitgevoerd als een verschuifbare buis, voorzien van slotgaten, waarbij steeds een bladveer zorgt voor een stevige, maar toch flexibele verbinding.

30

Een gunstige uitvoeringsvorm van het inventieve stelsel waarmee de schuifbeweging eenvoudig en toch met voldoende kracht tot stand kan worden gebracht heeft als kenmerk, dat nabij een uiteinde van het buisprofiel tevens een van een 35 inwendige schroefdraad voorzien blokje verschuifbaar is 1021660 2 aangebracht, gekoppeld aan de rij onderling gekoppelde blokjes, en een aan het buisprofiel bevestigde bout, voor het verschuiven van de onderling gekoppelde blokjes. Bij voorkeur is daarbij een blokje voorzien van een slotgat en 5 een wig zodanig uitgevoerd dat bij het aandraaien van de bout de wig onder een kop van een pen schuift en de kop in het tweede koppelorgaan trekt.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat 10 een paneel voorzien van een tweede koppelorgaan is voorzien van een gleuf, waarin het tweede koppelorgaan is opgenomen, zodanig dat het geheel binnen het paneel valt, waardoor gekoppelde panelen strak aan elkaar kunnen aansluiten.

15 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat het eerste koppelorgaan is voorzien van tenminste één paspen en het tweede koppelorgaan van tenminste één gat dat met de tenminste één paspen kan samenwerken of dat het tweede koppelorgaan is voorzien van tenminste één paspen en 20 het tweede koppelorgaan van tenminste één gat dat met de tenminste één paspen kan samenwerken. Dit is bijvoorbeeld van belang bij in eikaars verlengde geplaatste panelen, waarvan nu de oppervlakken nauwkeurig in één vlak komen te liggen zodat schijnbaar één doorlopend oppervlak wordt 25 verkregen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een wand-, vloer-of dakdeel, als deel van een stelsel zoals dit hiervoor is beschreven.

30

De uitvinding heeft tevens betrekking op een tweede koppelorgaan, geschikt voor gebruik in een wand-, vloer-, of dakdeel als deel van een stelsel zoals dit hiervoor is beschreven.

35 3

De uitvinding heeft tevens betrekking op een staander, omvattende een in een gebruikstoestand verticaal geplaatste balk met drie, vier, vijf of zes zijden, voorzien van koppelorganen, geschikt voor het aankoppelen van wand-, 5 vloer- of dakdelen als deel van een stelsel zoals dit hiervoor is beschreven. Het is dan mogelijk wandconstructies op te trekken waarbij althans voor de ingesloten hoeken de panelen nauwkeurig op elkaar aansluiten.

10

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het koppelen van twee in eikaars verlengde geplaatste panelen. De inventieve werkwijze heeft als kenmerk, dat de twee panelen in een gewenste positie worden gebracht, 15 waarbij een rij pennen voorzien van koppen van een eerste paneel in een rij gaten van een tweede paneel wordt gestoken, waarna door het aandraaien van een schroefverbinding die deel uitmaakt van het tweede paneel een rij van onderling gekoppelde blokjes, elk voorzien van een 20 slotgat en van een wig wordt aangetrokken, waardoor de pennen in het tweede paneel worden getrokken en geborgd.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het onder vooraf bepaalde hoeken koppelen van panelen. De 25 inventieve werkwijze heeft als kenmerk, dat de panelen in een gewenste positie worden gebracht, waarbij te koppelen zijden van de panelen tegen een staander worden geplaatst en waarbij een rij pennen voorzien van koppen van een zijde van een paneel in een rij gaten in een zijde van de 30 staander wordt gestoken of waarbij een rij pennen voorzien van koppen van een zijde van de staander in een rij gaten in een zijde van een paneel wordt gestoken, waarna door het aandraaien van een schroefverbinding die deel uitmaakt van een paneel of van de staander een rij van onderling 35 gekoppelde blokjes, elk voorzien van een slotgat en van een

Wl^ WviUl ddll^v LiU\JVvll^ WuuiUUUl uc pciincu VOli CC11 ^QllCCl in een bijbehorende zijde van de staander worden getrokken en geborgd of waardoor de pennen van een zijde van de staander in de bijbehorende zijde van het paneel worden 5 getrokken en geborgd.

De uitvinding zal nu nader uiteen worden gezet aan de hand van de volgende figuren, waarbij: 10 Fig. IA schematisch in vooraanzicht een bekend stelsel, voorzien van panelen en staanders weergeeft;

Fig. 1B schematisch in vooraanzicht een mogelijk stelsel volgens de uitvinding weergeeft;

Fig. 2 schematisch in vooraanzicht een paneel voorzien 15 van koppelorganen en paspennen weergeeft;

Fig. 3A meer in detail de koppelorganen weergeeft;

Fig. 3B schematisch in bovenaanzicht een drietal onderling gekoppelde panelen weergeeft;

Fig. 4A schematisch in vooraanzicht een deel van een 20 buisprofiel weergeeft;

Fig. 4‘B schematisch in zijaanzicht dit deel van een buisprofiel weergeeft;

Fig. 4C schematisch in vooraanzicht een deel van het mechanisme van het tweede koppeldeel weergeeft; 25 Fig. 4D schematisch in zijaanzicht dit deel van het mechanisme weergeeft.

Fig. IA geeft schematisch in vooraanzicht een stelsel weer, zoals dat bijvoorbeeld bekend is uit het hiervoor 30 geciteerde patent US-2,863,532, waarbij twee panelen la,lb worden gekoppeld via een staander 2. De panelen bestaan doorgaans uit een met onderbroken lijnen weergegeven houten frame, dat aan weerszijden is bedekt met een geschikte deklaag, maar ze kunnen ook uit massief materiaal zijn 35 vervaardigd. Voor de koppeling zijn panelen la,lb aan beide 1 021 660 5 zijden voorzien van eerste koppelorganen in de vorm van een rij pennen 3, elk voorzien van een kop, terwijl staander 2 aan weerszijden is voorzien van tweede koppelorganen in de vorm van een rij slotgaten, niet weergegeven in deze 5 figuur. Het bezwaar hierbij is dat voor de koppeling van twee panelen feitelijk twee maal gekoppeld moet worden, hetgeen extra tijd en materiaal vergt. Daarnaast is het moeilijker om met behulp van op deze wijze gekoppelde panelen een strak oppervlak te creëren, zoals dat 10 bijvoorbeeld bij een stand op een beurs gewenst is.

Fig. 1B geeft schematisch in vooraanzicht een mogelijk stelsel volgens de uitvinding weer, waarbij twee panelen la,lb direct worden gekoppeld. Daartoe is elk paneel aan 15 een zijde voorzien van een eerste koppelorgaan 3 in de vorm van een rij pennen, elk voorzien van een kop, terwijl de andere zijde is voorzien van tweede koppelorganen in de vorm van een rij slotgaten, niet weergegeven in deze figuur.

20

Fig. 2 geeft schematisch in vooraanzicht meer in detail een paneel 1 voorzien van eerste koppelorganen en paspennen weer. Aan een zijde is paneel 1 voorzien van een eerste koppelorgaan 3 in de vorm van een rij pennen, elk voorzien 25 van een kop, en aan een andere zijde is paneel 1 voorzien van een tweede koppelorgaan 4 in de vorm van een rij onderling gekoppelde blokjes, elk voorzien van een slotgat en van een wig, die verschuifbaar in een buisprofiel 5 zijn ondergebracht. Nadat twee panelen tegen elkaar zijn 30 geplaatst, waarbij de koppen van de pennen in de bijbehorende ronde openingen van de slotgaten vallen, worden met behulp van een bout 6 de blokjes naar boven getrokken, waarbij als een wig uitgevoerde sleufvormige openingen van de slotgaten onder de koppen schuiven en 35 daarbij de panelen tegen elkaar trekken. Om een zeer < r* - I; -J L· lid UW A.C UI X^C ^VOIUIUUCIIU^ LrC I\an paneel 1 aan een zijde zijn voorzien van bijvoorbeeld twee paspennen 7a,7b, terwijl aan de andere zijde twee corresponderende bussen 8a,8b zijn aangebracht waar de 5 paspennen van een naburig paneel in vallen.

Fig. 3A geeft meer in detail de koppelorganen weer, met een pen 3, voorzien van een kop, die in deze uitvoeringsvorm in een metalen bus 9 is geschroefd, welke metalen bus in 10 paneel is bevestigd, bijvoorbeeld geschroefd of geperst, en met buisprofiel 5, waarin ter illustratie een pen 3 van een naburig paneel is weergegeven, welke pen 3 op zijn plaats wordt gehouden met behulp van een wigvormig deel 10, die deel uitmaakt van een blokje dat weer deel uitmaakt van het 15 tweede koppelorgaan 4. Buisprofiel 5 is ondergebracht in een gleuf die in paneel 1 is gefreesd.

Fig. 3B geeft schematisch een koppeling van vier panelen la,lb,lc,ld weer, waarbij gebruik wordt gemaakt van 20 staanders 11a,11b om de panelen te koppelen. Daarbij zijn staanders 11a,11b eveneens uitgerust met eerste en tweede koppelorganen. Als de koppelorganen worden aangetrokken, dan sluiten de panelen nauwkeurig aan op elkaar en zijn de staanders onzichtbaar, althans in de ruimten 12a,12b. Het 25 is ook mogelijk de staanders zodanig uit te voeren dat hun doorsnede een regelmatige driehoek, vijfhoek of zeshoek vormt, waarbij de panelen dan in een stervorm gerangschikt staan en waarbij de staander weer onzichtbaar is.

30 Fig. 4A geeft schematisch in vooraanzicht een deel van een buisprofiel 5 weer, voorzien van gaten 13 waardoor van een kop voorziene pennen van het eerste koppelorgaan door kunnen passeren als twee panelen tegen elkaar geplaatst worden. Verder is buisprofiel 5 nog voorzien van ' ' ! 7 bevestigingsgaten 14a,14b, om te worden vastgezet in een gleuf die in paneel 1 is gefreesd.

Fig. 4B geeft schematisch in zijaanzicht dit deel van een 5 buisprofiel 5 weer, met gaten 13,14a,14b.

Fig. 4C geeft schematisch in vooraanzicht een deel van het mechanisme van het tweede koppeldeel 4 weer, bestaande uit een blokje 15, voorzien van een wigvormig deel 10 waarmee 10 de kop van een door een slotgat 16 gestoken pen wordt vastgetrokken. Blokje 15 is via een stang 17 verbonden met verdere blokjes die deel uitmaken van koppelorgaan 2 en met een van inwendige schroefdraad voorzien blokje 18, dat met een bout 6 naar boven kan worden getrokken om met behulp 15 van de wigvormige delen de verbinding tot stand te brengen, of naar beneden kan worden geduwd om de verbinding weer te lossen. Bout 6 is daartoe draaibaar in een dekseltje 19 bevestigd, dat op zijn beurt in buisprofiel 5 is bevestigd.

20 Fig. 4D geeft schematisch in zijaanzicht dit deel van het mechanisme weer met blokje 15 met wigvormig deel 10, van inwendige schroefdraad voorzien blokje 18 en bout 6. Ter illustratie is tevens een niet-gekoppelde van een kop voorziene pen weergegeven, zodanig gepositioneerd dat hij 25 in slotgat 16 kan worden gestoken.

Buisprofiel 5, blokjes 15 en 18, stangen 17 en deksel 19 kunnen bijvoorbeeld uit aluminium zijn vervaardigd, waarbij stangen 17 in de blokjes kunnen zijn geschroefd. Desgewenst 30 kunnen blokjes 15 en 18 uit een harde gladde kunststof worden vervaardigd, zodat de wrijving tussen buisprofiel 5 en de blokjes minimaal is. De pennen 3 zijn bij voorkeur vervaardigd uit staal.

1 021 660

Claims

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat nabij een uiteinde van het buisprofiel tevens een van een inwendige schroefdraad voorzien blokje verschuifbaar is aangebracht, gekoppeld aan de rij onderling gekoppelde blokjes, en een aan het buisprofiel bevestigde bout, voor 20 het verschuiven van de onderling gekoppelde blokjes.
3. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een blokje voorzien van een slotgat en een wig zodanig is uitgevoerd dat bij het aandraaien van de bout de wig onder 25 een kop van een pen schuift en de kop in het tweede koppelorgaan trekt.
4. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een paneel voorzien van een tweede koppelorgaan is voorzien van 30 een gleuf, waarin het tweede koppelorgaan is opgenomen, zodanig dat het geheel binnen het paneel valt.
5. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste koppelorgaan is voorzien van tenminste één paspen en 35 het tweede koppelorgaan van tenminste één gat dat met de " Λ ^ ·. , Ί ; I - tenminste één paspen kan samenwerken of dat het tweede koppelorgaan is voorzien van tenminste één paspen en het tweede koppelorgaan van tenminste één gat dat met de tenminste één paspen kan samenwerken. 5
6. Wand-, vloer- of dakdeel, als deel van een stelsel volgens een der voorgaande conclusies.
7. Tweede koppelorgaan, geschikt voor gebruik in een 10 wand-, vloer-, of dakdeel als deel van een stelsel volgens een der conclusies 1 t/m 5.
8. Staander, omvattende een in een gebruikstoestand verticaal geplaatste balk met drie, vier, vijf of zes 15 zijden of vier zijden voorzien van koppelorganen, geschikt voor het aankoppelen van wand-, vloer- of dakdelen volgens conclusie 6.
9. Werkwijze voor het koppelen van twee in eikaars 20 verlengde geplaatste panelen, met het kenmerk, dat de twee panelen in een gewenste positie worden gebracht, waarbij een rij pennen voorzien van koppen van een eerste paneel in een rij gaten van een tweede paneel wordt gestoken, waarna door het aandraaien van een schroefverbinding die deel 25 uitmaakt van het tweede paneel een rij van onderling gekoppelde blokjes, elk voorzien van een slotgat en van een wig wordt aangetrokken, waardoor de pennen in het tweede paneel worden getrokken en geborgd.
10. Werkwijze voor het onder gegeven hoeken koppelen van panelen, met het kenmerk, dat de panelen in een gewenste positie worden gebracht, waarbij te koppelen zijden van de panelen tegen een staander worden geplaatst en waarbij een rij pennen voorzien van koppen van een zijde van een paneel 35 in een rij gaten in een zijde van de staander wordt gestoken of waarbij een rij pennen voorzien van koppen van een zijde van de staander in een rij gaten in een zijde van een paneel wordt gestoken, waarna door het aandraaien van een schroefverbinding die deel uitmaakt van een paneel of 5 van de staander een rij van onderling gekoppelde blokjes, elk voorzien van een slotgat en van een wig wordt aangetrokken, waardoor de pennen van een paneel in een bijbehorende zijde van de staander worden getrokken en geborgd of waardoor de pennen van een zijde van de staander 10 in de bijbehorende zijde van het paneel worden getrokken en geborgd. 1021 ef?o