BE1021174B1 - Daglichtsysteem - Google Patents

Daglichtsysteem Download PDF

Info

Publication number
BE1021174B1
BE1021174B1 BE2014/0324A BE201400324A BE1021174B1 BE 1021174 B1 BE1021174 B1 BE 1021174B1 BE 2014/0324 A BE2014/0324 A BE 2014/0324A BE 201400324 A BE201400324 A BE 201400324A BE 1021174 B1 BE1021174 B1 BE 1021174B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
wall element
net
screw
screws
sleeve
Prior art date
Application number
BE2014/0324A
Other languages
English (en)
Inventor
Rik Glorieux
Original Assignee
Glorieux Jean
Rik Glorieux
DEJONCKHEERE Ann
GLORIEUX Emanuelle
GLORIEUX Didier
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Glorieux Jean, Rik Glorieux, DEJONCKHEERE Ann, GLORIEUX Emanuelle, GLORIEUX Didier filed Critical Glorieux Jean
Priority to BE2014/0324A priority Critical patent/BE1021174B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1021174B1 publication Critical patent/BE1021174B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/03Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights
    • E04D13/0335Skylight guards, security devices protecting skylights or preventing objects or persons from falling through skylight openings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Securing Of Glass Panes Or The Like (AREA)

Abstract

Daglichtsysteem omvattende ten minste een eerste lichtdoorlatend wandelement (1), een daarboven gelegen tweede lichtdoorlatend wandelement (2), en een net (3) dat ingericht is om doorvalveilig te zijn, waarbij het net aangebracht is tussen het eerste en het tweede wandelement en verbindingsmiddelen zijn voorzien voor het bevestigen van het net aan een steunrand waarop het eerste en/of tweede wandelement kunnen steunen, bijvoorbeeld een opstand een raam.

Description

Daglichtsysteem
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een daglichtsysteem, in het bijzonder een lichtkoepelsysteem of een lichtstraat, met twee of meer lichtdoorlatende wandelementen, typisch koepelwandelementen of gewelfde wandelementen. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een dergelijk daglichtsysteem dat doorvalveilig is.
Het is bekend om wapeningen aan te brengen in materialen teneinde de sterkte daarvan te verhogen. Verder is het bekend om een wapening van vezelstrengen uit kunststof aan te brengen in een koepel voor het verhogen van de doorvalveiligheid. Het nadeel van dergelijke technieken is dat dergelijke wapeningen niet op een goede manier aangebracht kunnen worden in dunne lichtdoorlatende wandelementen.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een daglichtsysteem, een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk daglichtsysteem, en een samenstel te verschaffen dat eenvoudig produceerbaar en zeer robuust is.
Daartoe omvat een daglichtsysteem volgens de uitvinding ten minste een eerste lichtdoorlatend wandelement, een daarboven gelegen tweede lichtdoorlatend wandelement, en een net dat ingericht is om doorvalveilig te zijn. Het net is aangebracht tussen het eerste en het tweede lichtdoorlatend wandelement. Verder zijn verbindingsmiddelen voorzien voor het bevestigen van het net aan een steunrand waarop het eerste en/of tweede wandelement kunnen steunen, bijvoorbeeld een opstand een raam. Op die manier wordt het net stevig bevestigd aan de steunrand, bijvoorbeeld de opstand of het raam tussen het eerste en het tweede wandelement, en kunnen bij belasting van het net de krachten worden overgedragen op het raam of op de opstand.
In een voordelige uitvoeringsvorm omvatten de verbindingsmiddelen een stel schroeven, en hebben het eerste en tweede wandelement respectievelijk een eerste en een tweede omtreksdeel, waarbij het stel schroeven door ten minste het eerste omtreksdeel van het eerste wandelement, en bij voorkeur ook door het tweede omtreksdeel van het tweede wandelement, en door het net steekt, zodanig dat het net vastgehouden wordt door het stel schroeven. In een bijzonder voordelige uitvoering steken de schroeven, gezien van boven naar onder, door het omtreksdeel van het tweede wandelement, door het net, en door het omtreksdeel van het eerste wandelement. Op die manier wordt het net stevig bevestigd op de opstand of het raam door de schroeven die de krachten kunnen overdragen op de opstand of het raam bij belasting van het net.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm omvatten de verbindingsmiddelen een verbindigsprofïel waarmee een omtreksdeel van het net is verbonden, welk verbindingsprofiel bevestigbaar is op een opstand of een raam. Dit verbindingsprofiel zal dan bij belasting van het net de krachten overdragen op de opstand of het raam.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede wandelementen koepelwandelementen of gewelfde wandelementen ter vorming van respectievelijk een lichtkoepel of een lichtstraat. De eerste en tweede wandelementen kunnen echter ook vlakke platen zijn. Verder kunnen het eerste wandelement en het tweede wandelement verschillend zijn, en kan het tweede wandelement bijvoorbeeld flexibel zijn, en gedragen worden door een eerste relatief stijf wandelement.
Het net is bij voorkeur vervaardigd uit metaaldraden, typisch staaldraden, bijvoorbeeld RVS. Het is echter ook mogelijk om het net uit kunststof te vervaardigen, bij voorkeur uit een vezel versterkt kunststofmateriaal. Het net kan bijvoorbeeld een omtreksdraad omvatten die zich uitstrekt langs het omtreksdeel, bijvoorbeeld een doorlopende omtreksflens in het geval van een koepelelement, van het eerste en tweede wandelement, en verbindingsdraden die zich uitstrekken tussen tegenovergestelde zijden van de eerste en tweede wandelementen. Bij voorkeur omvat het net een aantal elkaar kruisende verbindingsdraden die verbonden zijn met de omtreksdraad.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het daglichtsysteem verder een aantal schroefopnamedelen. Een schroefopnamedeel is opgebouwd als een holle koker die aan een ondereinde voorzien is van een steunflens. De steunflens rust tegen een onderzijde van het eerste wandelement, en de koker steekt doorheen een opening in het omtreksdeel van het eerste wandelement, doorheen het net, en doorheen een opening in het omtreksdeel van het tweede wandelement. Een schroef van het stel schroeven steekt doorheen het schroefopnamedeel voor het bevestigen van het daglichtsysteem op de opstand of het raam. Dergelijke schroefopnamedelen laten toe om het net en het tweede wandelement bovenop het eerste wandelement te plaatsen, waarbij de schroefopnamedelen zorgen voor een goede positionering van het net en het tweede wandelement ten opzichte van het eerste wandelement.
In de variant met schroefopnamedelen kunnen verder meerdere klemdelen zijn voorzien die vastgezet zijn op uit het tweede wandelement naar boven uitstekende uiteinden van de kokers van de schroefopnamedelen. De schroeven steken dan zowel door de klemdelen als door de schroefopnamedelen. Op die manier is het mogelijk om het daglichtsysteem te transporteren en te leveren als een samenstel waarbij het eerste wandelement, het tweede wandelement en het net voorgemonteerd zijn door middel van de schroefopnamedelen en de klemdelen. Bij montage op het dak dienen dan enkel de schroeven vastgedraaid te worden doorheen de klemdelen en de schroefopnamedelen voor het bevestigen van het samenstel op een opstand of een raam op het dak.
In een voordelige uitvoeringsvorm is elk schroefopnamedeel uitgevoerd als een holle bout, dit wil zeggen dat de koker van elk schroefopnamedeel voorzien is van een uitwendige schroefdraad die bedoeld is om door de openingen in het tweede wandelement naar boven uit te steken. Elk klemdeel is dan bij voorkeur uitgevoerd als een moerelement, dit wil zeggen dat elk klemdeel voorzien is van een inwendige schroefdraad die kan samenwerken met de uitwendige schroefdraad van de koker, zodanig dat het klemdeel vastgedraaid kan worden op het schroefopnamedeel voor het tegen elkaar klemmen van het eerste en het tweede wandelement met het daartussen gevoegd net.
Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm is een kap bevestigd op elk klemdeel. De kap strekt zich uit over de schroef die door klemdeel en het schroefopnamedeel steekt. Een dergelijke kap zal waterinfiltratie verhinderen of sterk reduceren, en kan verder fungeren als een anti-inbraakbeveiliging. De kap en het klemdeel kunnen bijvoorbeeld zodanig ingericht zijn dat de kap vastklikbaar is om het klemdeel via een inwendig klemsysteem dat niet toegankelijk is vanaf de buitenzijde van de kap.
In een mogelijke uitvoeringsvorm is het klemdeel voorzien van een eerste aanslag waartegen een boveneinde van de koker van het schroefopnamedeel steunt, en van een tweede aanslag waartegen een kop van de schroef steunt.
In een voordelige uitvoeringsvorm kan verder een dichtingsband aangebracht zijn tussen de omtreksdelen van het eerste en het tweede wandelement. Op die manier kan de waterdichtheid verder worden verhoogd.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het bevestigen van een daglichtsysteem op een raam of een opstand. De werkwijze omvat het plaatsen van een eerste wandelement en een daarboven gelegen wandelement op een steunrand, zoals een raam of een opstand, met tussenvoeging van een net dat ingericht is om doorvalveilig te zijn. Het net wordt aan een steunrand bevestigd waarop het eerste en/of tweede wandelement kunnen steunen, bijvoorbeeld een opstand een raam.
Volgens een mogelijke uitvoering omvat het bevestigen het bevestigen van meerdere schroeven doorheen ten minste het net, en het eerste wandelement in de steunrand voor het verkrijgen van het daglichtsysteem. Bij voorkeur steken de schroeven ook doorheen het tweede wandelement.
Het net omvat bij voorkeur een omtreksdraad die afgemeten is om zich uit te strekken tussen de omtreksdelen van het eerste en tweede wandelement, i.e. in het geval van vierkante of rechthoekige wandelementen strekt de omtreksdraad zich typisch uit langs de vier randen van het eerste en het tweede wandelement. In het geval dat de verbindingsmiddelen schroeven zijn, dan worden deze bij voorkeur zodanig voorzien dat deze zich bevinden nabij de omtreksdraad van het net, en aan de binnenzijde daarvan.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de werkwijze worden meerdere schroefopnamedelen voorzien, waarbij elk schroefopnamedeel de vorm heeft van een holle koker die aan een ondereinde voorzien is van een steunflens. De steunflens wordt aangebracht tegen een onderzijde van het eerste wandelement, waarbij de holle koker doorheen een opening in het eerste wandelement, doorheen het net, en doorheen een opening in het tweede wandelement wordt gestoken. De meerdere schroeven worden dan vastgedraaid in de opstand of het raam doorheen de meerdere schroefopnamedelen. Verder kan een klemdeel aangebracht worden op het naar boven uitstekend deel van de koker, zodanig dat het eerste en tweede wandelement met het daartussen gevoegd net vastgeklemd worden door het schroefopnamedeel en het klemdeel. De schroeven worden dan doorheen de schroefopnamedelen en de klemdelen vastgedraaid in de opstand of in het raam.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm zijn de kokers van de schroefopnamedelen uitgevoerd als holle bouten, en zijn de klemdelen uitgevoerd als moeren die vastgedraaid kunnen worden op de holle bouten.
In een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm worden na het aandraaien van de schroeven kappen bevestigd op de klemdelen, over de schroeven. Verder kan een dichtingsband aangebracht worden tussen de omtreksflenzen van het eerste en het tweede wandelement.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een daglichtsamenstel verschaft. Het samenstel omvat ten minste een eerste wandelement en een daarboven gelegen tweede wandelement, en een net dat ingericht is om doorvalveilig te zijn. Het net is aangebracht tussen het eerste en het tweede wandelement. Het samenstel omvat verder meerdere schroefopnamedelen met een koker die doorheen een omtreksdeel van het eerste wandelement, doorheen het net, en doorheen een omtreksdeel van het tweede wandelement steekt. De koker is aan een onderzijde voorzien van een steunflens die zich uitstrekt aan een onderzijde van het eerste wandelement. Verder omvat het samenstel meerdere klemdelen die vastgezet zijn op een uit het tweede wandelement naar boven uitstekend uiteinde van de schroefopnamedelen.
Volgens nog een ander aspect van de uitvinding wordt een daglichtsamenstel verschaft. Het samenstel omvat ten minste een eerste wandelement en een daarboven gelegen tweede wandelement, en een net dat ingericht is om doorvalveilig te zijn. Het net is aangebracht tussen het eerste en het tweede wandelement. Het samenstel omvat verder ten minste een eerst opnameprofïel voor het opnemen van eerste zijranden van het eerste en tweede wandelement en een tweede opnameprofiel voor het opnemen van tweede zijranden van het eerste en tweede wandelement, waarbij het net bevestigd is aan het eerste en tweede opnameprofiel. De eerste en tweede zijranden zijn bij voorkeur tegenoverliggende zijranden. Optioneel kan een dergelijk samenstel nog een derde en een vierde opnameprofiel bevatten voor het opnemen van derde en vierde zijranden van de eerste en tweede wandelementen. De derde en vierde zijranden strekken zich uit tussen de twee tegenoverliggende eerste en tweede zijranden.
Volgens een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm van het samenstel kunnen de schroefopnamedelen en de klemdelen uitgevoerd zijn zoals hierboven werd beschreven in het kader van het daglichtsysteem. Verder kan het samenstel eveneens de schroeven zelf en de kappen omvatten.
De uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvormen van een daglichtsysteem en een werkwijze volgens de uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage, waarin:
Figuur 1 een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een daglichtsysteem volgens de uitvinding illustreert;
Figuren 2A en 2B respectievelijk een perspectivisch onder- en bovenaanzicht van een klemdeel illustreren;
Figuren 3A en 3B respectievelijk een bovenaanzicht en een doorsnede van een schroefopnamedeel illustreren;
Figuren 4A en 4B respectievelijk een perspectivisch buiten- en binnenaanzicht van een kap illustreren;
Figuren 5A, 5B, 5C, en 5D respectievelijk een perspectivisch aanzicht met en zonder eerste wandelement, een doorsnede doorheen profielelement 130, en een doorsnede doorheen profielelementen 140 van een daglichtsysteem volgens de uitvinding illustreren;
Figuren 6 een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een daglichtsysteem volgens de uitvinding illustreert; en
Figuur 7 een doorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van een daglichtsysteem volgens de uitvinding illustreert.
Figuur 1 illustreert een uitvoeringsvorm van een daglichtsysteem volgens de uitvinding. Het daglichtsysteem omvat een eerste wandelement 1 en een tweede wandelement 2. De wandelementen 1, 2 zijn uitgevoerd als koepelwandelementen met respectievelijke koepeldelen 12, 22 die langs hun omtrek voorzien zijn van vlakke omtreksflenzen 11,21. Tussen het eerste wandelement 1 en het tweede wandelement 2 is een net 3 aangebracht. Het net is vervaardigd uit metaaldraden 31, 32, 33. Het net 3 omvat typisch een omtreksdraad 31 en een aantal kruisdraden 32, 33. De omtreksdraad 31 is afgemeten om zich uit te strekken tussen de twee omtreksflenzen 11, 21. De kruisdraden 32, 33 strekken zich bij voorkeur uit tussen tegenoverliggende zijden van de wandelementen 1, 2. Het geheel dat gevormd wordt door de wandelementen 1,2 en het daartussen aangebracht net 3, wordt bevestigd op een opstand O met behulp van schroeven 4. In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm van de uitvinding worden enkel schroeven 4 gebruikt, en kunnen de elementen 5, 6, 7, 8, 9 worden weggelaten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn ten minste schroefopnamedelen 5 voorzien. Deze schroefopnamedelen 5 zijn in de geïllustreerde uitvoeringsvorm gevormd als holle bouten, dit wil zeggen kokers 51 met een uitwendige schroefdraad 53. De koker 51 is aan zijn ondereinde voorzien van een steunflens 52. De koker 51 is bedoeld om door openingen 13,23 in het eerste en tweede wandelement 1, 2, en door het net 3 te steken, waarbij de steunflens 52 gelegen is tussen de opstand O en de onderzijde van de omtreksflens 11 van het eerste wandelement 1. Op die manier kunnen de wandelementen 1, 2 en het net 3 gedeeltelijk voorgemonteerd worden, en kan het geheel als een samenstel op de opstand O geplaatst worden.
Nog meer bij voorkeur worden de schroefopnamedelen 5 vastgezet met behulp van klemdelen 6. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is het klemdeel 6 uitgevoerd als een moerelement dat voorzien is van een inwendige schroefdraad 63, zie figuur 2A, welke kan samenwerken met de uitwendige schroefdraad 53 van het schroefopnamedeel 5. Op die manier kunnen de klemdelen 6 vastgedraaid worden op een uiteinde van de kokers 51 die door de openingen 13, 23 steken. Eventueel kan tussen het klemdeel 6 en de bovenzijde van het tweede wandelement 2 nog een dichtingsring 9 worden voorzien, om de dichtheid verder te verbeteren. Het samenstel gevormd door wandelementen 1, 2, net 3, schroefopnamedelen 5, en klemdelen 6 kan dus op voorhand geassembleerd worden zodanig dat op het dak enkel nog de schroeven 4 en de eventuele kappen 7, 8 bevestigd moeten worden. Al naargelang de gewenste waterdichtheid en inbraakbeveiliging kan een kap 7 al dan niet in combinatie met een bijkomende metalen kap 8 gebruikt worden. De kap 7 is in detail getoond in figuren 4A en 4B. De kap 7 is aan de binnenzijde voorzien van klemribben 76 die bedoeld zijn om samen te werken met uitsparingen 66 in het klemdeel 6. Op die manier zal het niet mogelijk zijn om de kap 7 manueel te verwijderen en verkrijgt men een daglichtsysteem met inbraak werende eigenschappen. Verder kan als een bijkomende anti-inbraakmaatregel een metalen kapje 8 bevestigd worden op de kop 41 van de schroef 4, tussen de schroef 4 en de kap !..
Figuren 5A-5D illustreren een tweede uitvoeringsvorm van een daklichtsysteem volgens de uitvinding. Het daklichtsysteem omvat een modulair dakelement dat enigszins lijkt op het dakelement beschreven in de Belgische octrooiaanvrage nr. 2013/0865 op naam van Aanvraagster die hier door verwijzing is opgenomen. Het modulair dakelement omvat een eerste geprofileerde plaat 110, een tweede meerwandige plaat 120, een net 3, een eerste en tweede langsprofiel 130, en een eerste en tweede dwarsprofiel 140. Het net 3 is aangebracht tussen de eerste geprofileerde plaat 110 en de tweede meerwandige plaat 120, en is bevestigd aan het eerste en tweede langsprofiel 130, en optioneel ook aan het eerste en tweede dwarsprofiel 140 door middel van bevestigingselementen 104a, 104b en 105a, 105b.
De eerste plaat 110 is een geprofileerde relatief stijve plaat die een dragende structuur vormt. De eerste plaat is bij voorkeur vervaardigd uit een composietmateriaal. De eerste plaat 110 heeft een eerste langszijde 111, een tweede langszijde 112, een eerste dwarszijde 113, en een tweede dwarszijde 114, zie figuur 5A. De tweede plaat 120 is een meerwandige kunststofplaat die bij voorkeur vervaardigd is door extrusie. De tweede plaat 120 is een relatief flexibele plaat in vergelijking met de eerste plaat 1. De tweede plaat 2 heeft een eerste langszijde 121, een tweede langszijde 122, een eerste dwarszijde 123, en een tweede dwarszijde 124. De eerste langszijden 111, 121 van respectievelijk de eerste en tweede plaat zijn opgenomen in het eerste langsprofiel 130, en de tweede langszijden 112, 122 van respectievelijk de eerste en tweede plaat zijn opgenomen in het tweede langsprofiel 130. Een eerste en tweede tweedelig dwarsprofiel 140 verbindt het eerste langsprofiel 130 met het tweede langsprofiel 130. Elk tweedelig dwarsprofiel 140 strekt zich uit boven de eerste plaat, waarbij een eerste deel 141 gelegen is boven de tweede plaat, en een tweede deel 142 gelegen is onder de tweede plaat, zie figuren 5B en 5D.
Het eerste en tweede langsprofiel 130 omvatten elk een voet 133, een opstaande wand 134, en een langsgoot 136. De voet 133 is ingericht voor het daarop ondersteunen van een langszijde 111, 112 van de eerste plaat waarbij de langszijde verder rust tegen de opstaande wand 134. De voet 133 kan verder voorzien zijn van niet geïllustreerde gaten voor bevestiging van de voet 133 op een opstand. De opstaande wand 134 vormt de verbinding tussen de voet 133 en een langsgoot 136 waarin een langszijde 121, 122 van de tweede plaat 120 is opgenomen. Daartoe is de langsgoot 136 voorzien van een naar een langszijde 121, 122 gekeerde langsopening waarlangs de langszijde 121, 122 inbrengbaar is in de langsgoot 136.
Het net 3 omvat een omtreksdraad 31a, 31b waarvan een deel 31a zich uitstrekt langs het eerste en tweede langsprofiel 130, en een deel 31b zich uitstrekt langs het eerste en tweede dwarsprofiel 140. Het deel 31a is door middel van bevestigingsmiddelen verbonden met het langsprofiel 130. De bevestigingsmiddelen nemen hier de vorm aan van een bout 104a met een oog waardoor de draad 31a steekt, en een moer 105a voor het vastzetten van de bout 104a, zie figuur 5C. Verder kan een beschermkap 107a voorzien zijn over de einden van de bouten 104a. Het deel 31b is door middel van bevestigingsmiddelen verbonden met het langsprofiel 140. De bevestigingsmiddelen nemen hier de vorm aan van een bout 104b met een oog waardoor de draad 31b steekt, en een moer 105b voor het vastzetten van de bout 104b, zie figuur 5D. De vakman begrijpt dat andere bevestigingsmiddelen mogelijk zijn binnen het kader van de uitvinding.
Figuur 5B toont slechts één dwarsprofiel 140, maar in de geïllustreerde uitvoering wordt een eerste dergelijk dwarsprofiel 140 aangebracht nabij de eerste dwarszijde 123 en een tweede dergelijke dwarsprofiel 140 nabij de tweede dwarszijde 124. Elk dwarsprofiel 140 omvat een bovenste deel 141 en een onderste deel 142. Een eerste einde 144 van het bovenste deel 141 is aangebracht in een langsgoot 136 van eerste langsprofiel 130 boven de tweede plaat 120, en een tweede uiteinde 145 van het bovenste deel 141 is aangebracht in een langsgoot 136 van het tweede langsprofiel 130.
Het onderste deel 142 van het dwarsprofiel 40 heeft een eerste einde 146 dat bevestigd is tegen een wanddeel 134 van een eerste langsprofiel 130, en een tweede uiteinde 142 dat bevestigd is tegen een wanddeel 134 van een tweede langsprofiel 130. De tweede plaat 120 wordt vastgeklemd tussen het bovenste deel 141 en het onderste deel 142 van het dwarsprofiel 140. Verder is tussen het bovenste deel 141 en het onderste deel 142 een koppelprofiel 170 opgenomen voor het koppelen van twee aangrenzende dakelementen, zie figuur 5D. De eerste plaat 110 is in de langsrichting zo afgemeten dat enige overlap aanwezig is bij het koppelen van twee aangrenzende dakelementen, zie figuur 5D. Op die manier wordt een doorlopende dragende structuur verkregen na koppeling van een aantal aangrenzende dakelementen aan elkaar.
Zoals best te zien is in figuur 5 A is de eerste plaat 110 gezien in de dwarsrichting gevormd als een boog, en is de eerste plaat 110 in de langsrichting voorzien van een profilering bestaande uit een opeenvolging van toppen en valleien. De tweede plaat 120 is niet voorgevormd, maar is dermate flexibel dat deze door het inklemmen van de tweede plaat 120 tussen het eerste en tweede langsprofiel 130 in hoofdzaak de boogvorm van de eerste plaat 110 aanneemt. Opgemerkt wordt dat de tweede plaat 120 in een normale gebruiksstand typisch geen contact maakt met de eerste plaat 110. Echter, wanneer het dakelement onderhevig is aan een belasting zoals een sneeuwlading, zal de tweede plaat 120 typisch wel contact maken met de eerste plaat 110. In het geval van een zware belasting zal het net 3 fungeren als extra doorvalveiligheid. Zoals best te zien is in figuur 5B, is elk dwarsprofiel 140 eveneens gevormd als een boog. Het dwarsprofiel 140 is bij voorkeur gevormd uit een stijf materiaal zoals een metaal of een stijve kunststof. In een mogelijke uitvoering is het koppelprofiel 170 vervaardigd uit een flexibele kunststof, en is het koppelprofiel 170 niet voorgevormd. Het koppelprofiel 70 is dan zodanig flexibel dat dit in hoofdzaak de boogvorm van het dwarsprofiel aanneemt na het inklemmen daarvan tussen het bovenste deel 141 en het onderste deel 142 van het dwarsprofiel 140.
Opgemerkt wordt dat het net 3 niet noodzakelijk bevestigd moet zijn aan de dwarsprofielen 140 en ook enkel aan de langsprofielen 130 kan bevestigd zijn.
Figuur 6 illustreert een derde uitvoeringsvorm van een daklichtsysteem volgens de uitvinding omvattende ten minste een eerste lichtdoorlatend gewelfd wandelement 210, een daarboven gelegen tweede lichtdoorlatend gewelfd wandelement 220, en een net 3 dat ingericht is om doorvalveilig te zijn. Het net 3 is aangebracht tussen het eerste en het tweede wandelement 210, 220, en een stel schroeven 204 en bouten 214 steekt door een eerste omtreksdeel van het eerste wandelement 210, door een tweede omtreksdeel van het tweede wandelement 220, en door het net, zodanig het net 3 vastgehouden wordt door het stel schroeven 204 en bouten 214. Het samenstel van de wandelementen 210, 220 en het net 3 kan op voorhand geassembleerd worden met de bouten 214, ringen 216 en moeren 215. De bevestiging op de opstand kan dan gebeuren met behulp van de schroeven 204. Merk op dat de schroeven 204 en bouten 214 slechts getekend zijn aan één zijde van de wandelementen 210,220 maar dat de vakman begrijpt dat deze aan de twee tegenoverliggende zijden zijn voorzien.
Figuur 7 illustreert een vierde uitvoeringsvorm van een daklichtsysteem volgens de uitvinding omvattende ten minste een eerste lichtdoorlatend, gewelfd en geprofileerd wandelement 310, een daarboven gelegen tweede lichtdoorlatend wandelement 320, en een net 3 dat ingericht is om doorvalveilig te zijn. Het eerste geprofileerd wandelement 310 is voorzien van een golfprofiel, en is vervaardigd uit een stijf, zelfdragend materiaal. Het tweede wandelement 320 is bijvoorbeeld een polycarbonaatplaat. Het net 3 is aangebracht tussen het eerste en het tweede wandelement 310, 320, en een stel schroeven 304 steekt door een eerste omtreksdeel van het eerste wandelement 310, en door het net, zodanig het net 3 vastgehouden wordt door het stel schroeven 304. Verder wordt door elke schroef 304 een steunprofiel 330 bevestigd op het eerste wandelement 310. Dit steunprofiel 330 is bedoeld voor het ondersteunen van het tweede wandelement 320 dat door middel van bouten 314 en moeren 315 bevestigd is op de steunprofielen 330. Volgens deze uitvoeringsvorm wordt eerst het eerste wandelement 310 en het net 3 bevestigd op de opstand, waarna het tweede wandelement 320 bevestigd wordt op de steunprofielen 330 door middel van de bouten 314. De koppen van de bouten 314 kunnen eventueel opgenomen zijn in een dichtingselement 316, waarbij nog een kap 307 wordt aangebracht over de dichtingselementen 316.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, en de vakman begrijpt dat vele varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding, dat enkel bepaald wordt door de hierna volgende conclusies.

Claims (23)

  1. Conclusies
    1. Daglichtsysteem omvattende ten minste een eerste lichtdoorlatend wandelement (1), een daarboven gelegen tweede lichtdoorlatend wandelement (2), en een net (3) dat ingericht is om doorvalveilig te zijn, met het kenmerk, dat het net aangebracht is tussen het eerste en het tweede wandelement en dat verbindingsmiddelen zijn voorzien voor het bevestigen van het net aan een steunrand waarop het eerste en/of tweede wandelement kunnen steunen, bijvoorbeeld een opstand een raam.
  2. 2. Daglichtsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een stel schroeven (4; 204; 304) omvatten, en dat het eerste en tweede wandelement respectievelijk een eerste en een tweede omtreksdeel (11,21) hebben, waarbij het stel schroeven door ten minste het eerste omtreksdeel van het eerste wandelement, en door het net steekt, zodanig het net vastgehouden wordt door het stel schroeven (4; 204, 214; 304).
  3. 3. Daglichtsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een verbindigsprofïel (130) omvat waarmee een omtreksdeel van het net is verbonden, welk verbindingsprofïel bevestigbaar is op een opstand of een raam.
  4. 4. Daglichtsysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste en tweede wandelement koepelschalen of gewelfde schalen zijn.
  5. 5. Daglichtsysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het net (3) vervaardigd is uit metaaldraden (31, 32, 33).
  6. 6. Daglichtsysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verbindingsmiddelen een stel schroeven (4; 204; 304) omvatten, verder omvattende meerdere schroefopnamedelen (5), waarbij elk schroefopnamedeel ten minste gelegen is tussen de opstand (O) of het raam en de onderzijde van het eerste wandelement (1), en waarbij een schroef van het stel schroeven doorheen het schroefopnamedeel steekt.
  7. 7. Daglichtsysteem volgens één der conclusies 1-5, waarbij de verbindingsmiddelen een stel schroeven (4; 204; 304) omvatten, verder omvattende meerdere schroefopnamedelen (5), waarbij elk schroefopnamedeel de vorm heeft van een holle koker (51) die aan een ondereinde voorzien is van een steunflens (52), welke steunflens tegen een onderzijde van het eerste wandelement rust, en welke holle koker doorheen een opening (13) in het eerste wandelement, doorheen het net en doorheen een opening (23) in het tweede wandelement steekt, waarbij elk schroefopnamedeel bevestigd is door een schroef (4) van het stel schroeven die doorheen de koker steekt.
  8. 8. Daglichtsysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het daglicht meerdere klemdelen (6) omvat die vastgezet zijn op een uit het tweede wandelement naar boven uitstekend uiteinde van de kokers van de schroefopnamedelen, waarbij de schroeven door de klemdelen en de schroefopnamedelen steken.
  9. 9. Daglichtsysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de koker van elk schroefopnamedeel voorzien is van een uitwendige schroefdraad (53) die door de openingen in het tweede wandelement naar boven uitsteekt en dat elk klemdeel voorzien is van een inwendige schroefdraad (63) die samenwerkt met de uitwendige schroefdraad van de koker, zodanig dat de eerste en tweede wandelement en het net tussen het schroefopnamedeel en het klemdeel vastgezet zijn.
  10. 10. Daglichtsysteem volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat een kap (7) vastgezet is op elk klemdeel (6), welke kap zich uitstrekt over de schroef (4) die door het klemdeel (6) en het schroefopnamedeel (5) steekt.
  11. 11. Daglichtsysteem volgens één der conclusies 8-10, met het kenmerk, dat het klemdeel (6) voorzien is van een eerste aanslag (65) waartegen een boveneinde van de koker van het schroefopnamedeel steunt, en van een tweede aanslag (64) waartegen een kop van de schroef steunt.
  12. 12. Daglichtsysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een dichtingsband aangebracht is tussen het omtreksdeel van het eerste en het tweede wandelement.
  13. 13. Werkwijze voor het bevestigen van een daglichtsysteem op een raam of opstand, omvattende: het plaatsen van een eerste wandelement en een daarboven gelegen tweede wandelement op het raam of de opstand, met tussenvoeging van een net dat ingericht is om doorvalveilig te zijn; en het bevestigen van het net aan een steunrand waarop het eerste en/of tweede wandelement kunnen steunen, bijvoorbeeld een opstand een raam.
  14. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het bevestigen omvat: het bevestigen van meerdere schroeven doorheen ten minste het net, en het eerste wandelement in de steunrand voor het verkrijgen van het daglichtsysteem.
  15. 15. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het bevestigen omvat: het bevestigen van meerdere schroeven doorheen het tweede wandelement, het net, en het eerste wandelement in de steunrand voor het verkrijgen van het daglichtsysteem.
  16. 16. Werkwijze volgens één der conclusies 13-15, met het kenmerk, dat het eerste en tweede wandelement koepelwandelementen of gewelfde wandelementen zijn.
  17. 17. Werkwijze volgens één der conclusies 13-16, met het kenmerk, dat het net vervaardigd is uit metaaldraden.
  18. 18. Werkwijze volgens één der conclusies 13-17, met het kenmerk, dat meerdere schroefopnamedelen worden voorzien, waarbij elk schroefopriamedeel de vorm heeft van een holle koker die aan een ondereinde voorzien is van een steunflens, welke steunflens aangebracht wordt tegen een onderzijde van het eerste wandelement waarbij de holle koker doorheen een opening in het eerste wandelement, het net en een opening in het tweede wandelement wordt gestoken, en meerdere schroeven worden vastgedraaid in de steunrand doorheen de meerdere schroefopnamedelen.
  19. 19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de koker van elk schroefopnamedeel naar boven uitsteekt door het tweede wandelement en dat een klemdeel aangebracht wordt op de koker, waarbij de schroeven doorheen de schroefopnamedelen en de klemdelen vastgedraaid worden.
  20. 20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het naar boven uit het tweede wandelement uitstekend uiteinde van de koker voorzien is van een uitwendige schroefdraad en elk klemdeel voorzien is van een inwendige schroefdraad die vastgedraaid wordt op de uitwendige schroefdraad van de koker.
  21. 21. Samenstel omvattende: - ten minste een eerste wandelement en een daarboven gelegen tweede wandelement, en een net dat ingericht is om doorvalveilig te zijn, waarbij het net aangebracht is tussen het eerste en het tweede wandelement; - meerdere schroefopnamedelen, waarbij elk schroefopnamedeel de vorm heeft van een koker die aan een ondereinde voorzien is van een steunflens, welke steunflens voorzien is tegen een onderzijde van het eerste wandelement, en welke holle koker doorheen een opening in het eerste wandelement, doorheen het net en doorheen een opening in het tweede wandelement steekt; - meerdere klemdelen die vastgezet zijn op een uit het tweede wandelement naar boven uitstekend uiteinde van de kokers van de schroefopnamedelen.
  22. 22. Samenstel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de koker van elk schroefopnamedeel voorzien is van een uitwendige schroefdraad die door de openingen in het tweede wandelement naar boven uitsteekt en dat elk klemdeel voorzien is van een inwendige schroefdraad die samenwerkt met de uitwendige schroefdraad van de koker, zodanig dat het eerste en tweede wandelement en het net tussen het schroefopnamedeel en het klemdeel vastgezet zijn.
  23. 23. Daglichtsamenstel omvattende ten minste een eerste wandelement (110) en een daarboven gelegen tweede wandelement (120), en een net (3) dat ingericht is om doorvalveilig te zijn; waarbij het net is aangebracht tussen het eerste en het tweede wandelement; waarbij het samenstel verder ten minste een eerst opnameprofïel (130) voor het opnemen van eerste zijranden van het eerste en tweede wandelement, en een tweede opnameprofïel (130) voor het opnemen van tweede zijranden van het eerste en tweede wandelement, omvat; waarbij het net bevestigd is aan het eerste en tweede opnameprofiel (130); waarbij de eerste en tweede zijranden tegenoverliggende zijranden zijn.
BE2014/0324A 2014-05-07 2014-05-07 Daglichtsysteem BE1021174B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0324A BE1021174B1 (nl) 2014-05-07 2014-05-07 Daglichtsysteem

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0324A BE1021174B1 (nl) 2014-05-07 2014-05-07 Daglichtsysteem

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021174B1 true BE1021174B1 (nl) 2016-02-16

Family

ID=51032856

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0324A BE1021174B1 (nl) 2014-05-07 2014-05-07 Daglichtsysteem

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021174B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1748120A2 (de) * 2005-07-29 2007-01-31 Werner Linhart Lichtkuppel
NL2003957C2 (en) * 2009-12-15 2011-06-16 Vaculux B V Connecting device adapted to connect the translucent element of a roof skylight to a support structure, and method for connecting the translucent element to a support structure.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1748120A2 (de) * 2005-07-29 2007-01-31 Werner Linhart Lichtkuppel
NL2003957C2 (en) * 2009-12-15 2011-06-16 Vaculux B V Connecting device adapted to connect the translucent element of a roof skylight to a support structure, and method for connecting the translucent element to a support structure.

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
"MONTAGE EN ONDERHOUD - DE SKYLUX -KOEPELDOP", 15 April 2014 (2014-04-15), pages 52 - 53, XP055131092, Retrieved from the Internet <URL:http://www.bovendaerde-bouwspecialiteiten.be/docs/skylux-mont.pdf> [retrieved on 20140723] *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7530550B2 (en) Apparatus and method for post mount guide
US11168727B2 (en) Attachment device
US20060150571A1 (en) I-beam with curved flanges
US10898741B2 (en) Safety anchor and roof vent
BE1021174B1 (nl) Daglichtsysteem
US20220247345A1 (en) Solar panel guard system
KR101402671B1 (ko) 휀스용 와이어로프 고정구
US20160010387A1 (en) Snap and lock safety screen
KR101066463B1 (ko) 표지판 지지구조
US20140263303A1 (en) Modular Bins
US6412536B1 (en) Window awning system
JP4485287B2 (ja) 制振補強装置
BE1005025A3 (nl) Warenhuis en gootrandprofiel daarvoor.
NL1024791C2 (nl) Veiligheidsinrichting.
NL2000880C2 (nl) Afsluitdeel en poort voorzien van een dergelijk afsluitdeel.
NL2000698C2 (nl) Kas- of warenhuis met buitenscherm.
BE1019449A4 (nl) Daksamenstel en afdekprofielsamenstel.
BE1023789A9 (nl) Boogvormige dakconstructie met verbeterde afdichting
BE1017154A5 (nl) Bouwprofiel voor het vormen van een ruimtelijke constructie.
JP6992940B2 (ja) 支柱およびそれを用いた防風雪用遮蔽体
NL1030300C2 (nl) Opslaginrichting, bijvoorbeeld een silo, alsmede een koppelingselement, een binnenbekleding en een werkwijze voor het voorzien van een opslaginrichting.
EP2410505B1 (en) System for attaching information elements to a post and its use
BE1021306B1 (nl) Hekwerksysteem
EP3738799B1 (en) Gangway for a multi-car vehicle and method for attaching a bellows of a gangway to an endframe of a gangway
BE1021173B1 (nl) Modulair dakelement dat in het bijzonder bedoeld is voor een lichtstraat