BE1020829A5 - Bouwsteen voor metselwerk, hiermee opgebouwd metselwerk en werkwijze voor metselen met deze bouwsteen. - Google Patents

Bouwsteen voor metselwerk, hiermee opgebouwd metselwerk en werkwijze voor metselen met deze bouwsteen. Download PDF

Info

Publication number
BE1020829A5
BE1020829A5 BE201300114A BE201300114A BE1020829A5 BE 1020829 A5 BE1020829 A5 BE 1020829A5 BE 201300114 A BE201300114 A BE 201300114A BE 201300114 A BE201300114 A BE 201300114A BE 1020829 A5 BE1020829 A5 BE 1020829A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
building block
width
building
building blocks
block according
Prior art date
Application number
BE201300114A
Other languages
English (en)
Inventor
Maarten Leen
Original Assignee
Vandersanden Steenfabrieken
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vandersanden Steenfabrieken filed Critical Vandersanden Steenfabrieken
Priority to BE201300114A priority Critical patent/BE1020829A5/nl
Priority to NL2012295A priority patent/NL2012295C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1020829A5 publication Critical patent/BE1020829A5/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2/14Walls having cavities in, but not between, the elements, i.e. each cavity being enclosed by at least four sides forming part of one single element
    • E04B2/26Walls having cavities in, but not between, the elements, i.e. each cavity being enclosed by at least four sides forming part of one single element the walls being characterised by fillings in all cavities in order to form a wall construction
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2002/0256Special features of building elements
    • E04B2002/028Spacers between building elements
    • E04B2002/0284Spacers between building elements forming a unity with the building elements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Description

Bouwsteen voor metselwerk, hiermee opgebouwd metselwerk en werkwijze voor metselen met deze bouwsteen
Technisch vakgebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bouwsteen voor metselwerk, op metselwerk dat met dergelijke bouwstenen is opgebouwd en op een werkwijze voor metselen met dergelijke bouwstenen.
Stand der techniek
Uit NL 1Ö33697 C is een bouwsteen bekend, bedoeld voor metselwerk, omvattende een lichaam met een voorste en achterste strekzijde, twee kopse zijden en een boven- en onderzijde, waarbij op de bovenzijde een opstaande rand voorzien is die zich uitstrekt langs de kopse zijden en de voorste, in gebruik zichtbare strekzijde. Langs de achterste, in gebruik niet zichtbare strekzijde is de opstaande rand niet aanwezig. De opstaande rand vormt een compartiment voorzien om te worden gevuld met een bindspecie, die bovenaan aangebracht wordt om een verbinding te maken met de bouwstenen van een bovenliggende rij. ____
Door de aanwezigheid van dit compartiment kan de zichtbare hoogte van de voegen in het metselwerk beperkt worden tot 3 à 4 mm, wat men in de praktijk “voegloos metselwerk" noemt.
Bij deze bouwsteen kan bindspecie worden aangebracht in het door de opstaande rand gevormde compartiment. Wanneer de bouwstenen van de bovenliggende rij aangebracht worden, kunnen deze worden aangedrukt tot op de afstand van 3 à 4 mm boven de opstaande rand.
Overtollige bindspecie wordt hierbij langs de achterste strekzijde, waar de opstaande rand niet aanwezig is, uit het compartiment gedrukt. De gesloten rand aan de voorste strekzijde blijft daardoor vrij van bindspecie.
De bouwstenen bekend uit NL 1033697 C blijken evenwel het nadeel te hebben dat men met verbeterde bindspecie moet werken om een voldoende sterke binding tussen de bouwstenen te verkrijgen. De oorzaak hiervan is dat door de beperking van de voegbreedte er geen bindspecie aanwezig is in de verticale voegen en te weinig bindspecie in de horizontale voegen ter hoogte van de opstaande randen. Bijgevolg is er veel minder contactoppervlak is tussen bindspecie en bouwstenen dan bij traditioneel metselwerk met volledig opgevulde verticale en horizontale voegen.
Definities
Zoals hierin gebruikt, wordt met “voorste strekzijde” bedoeld de zijde van een bouwsteen die bij toepassing in een metselwerk zichtbaar is.
Zoals hierin gebruikt, wordt met “achterste strekzijde" bedoeld de zijde van een bouwsteen die bij toepassing in een metselwerk niet zichtbaar is en gericht is naar de muurspouw.
Zoals hierin gebruikt, wordt met “bovenzijde” bedoeld de zijde van een bouwsteen die bij toepassing in een metselwerk bovenaan ligt.
Zoals hierin gebruikt, wordt met “onderzijde” bedoeld de zijde van een bouwsteen die bij toepassing in een metselwerk onderaan ligt.
Zoals, hierin gebruikt, wordt met “kopse zijde” bedoeld de zijde van een bouwsteen die de voorste en achterste strekzijden met elkaar verbindt.
. Zoals hierin gebruikt, wordt met “breedte” bedoeld een afmeting gemeten in een richting evenwijdig met de strekzijden en de boven- en onderzijde.
Zoals hierin gebruikt, wordt met “diepte” bedoeld een afmeting gemeten in een richting loodrecht op de strekzijden.
Zoals hierin gebruikt, wordt met “hoogte” bedoeld een afmeting gemeten in een richting loodrecht op de boven- en onderzijde.
Zoals hierin gebruikt, wordt met “voegloos metselwerk” bedoeld massief uitziend metselwerk waarbij de voegen aan de zichtbare zijde tot een minimum herleid worden, bv. 3 à 4 mm, teneinde een maximum aan steenoppervlak te krijgen in het metselwerk.
Beschrijving van de uitvinding
Het is een eerste doel van deze uitvinding om een bouwsteen te verschaffen waarmee een zogenaamd voegloos metselwerk gerealiseerd kan worden met een sterkere binding tussen de bouwstenen.
Dit eerste doel wordt bereikt door middel van een bouwsteen volgens de eerste onafhankelijke conclusie.
Het is een tweede doel van deze uitvinding om een zogenaamd voegloos metselwerk te verschaffen waarin de binding tussen de bouwstenen sterker is.
Dit tweede doel wordt bereikt door middel van het metselwerk volgens de tweede onafhankelijke conclusie.
Het is een derde doel van deze uitvinding om een werkwijze te verschaffen voor het opbouwen van een zogenaamd voegloos metselwerk, waarin de binding tussen de bouwstenen sterker is.
Dit derde doel wordt bereikt door middel van de werkwijze volgens de derde onafhankelijke conclusie.
De uitvinding verschaft een bouwsteen voor metsen in verband, omvattende een lichaam met een voorste en achterste strekzijde, twee kopse zijden en een boven- en onderzijde, waarbij op de bovenzijde een opstaande rand voorzien is die zich uitstrekt langs ten minste de kopse zijden en de voorste strekzijde, zodanig dat de opstaande rand een compartiment vormt bovenaan de bouwsteen dat voorzien is om te worden gevuld met een bindspecie, waarbij de opstaande rand aan de voorste strekzijde en aan de kopse zijden volledig gesloten is, daardoor gekenmerkt, dat in het lichaam een verbindingsopening voorzien is die zich uitstrekt van de boven- tot de onderzijde en die vooraf bepaalde afmetingen heeft en een vooraf bepaalde locatie in het lichaam, zodanig dat de verbindingsopening geschikt is om te worden gevuld met de bindspecie en een verbinding te vormen tussen de bindspecie aanwezig in het compartiment en de bindspecie aanwezig in compartimenten van onderliggende in verband gemetste stenen.
De verbindingsopening zorgt derhalve voor een verbinding tussen de bindspecie op verschillende niveaus in het metselwerk, ook bij voegloos metselwerk, en zorgt bijgevolg voor een vergroot contactoppervlak tussen bouwstenen en bindspecie en een versterking van het metselwerk.
Bij de bouwsteen volgens de uitvinding kan bindspecie worden aangebracht in het door de opstaande rand gevormde compartiment en in de verbindingsopening. Wanneer de bouwstenen van de bovenliggende rij aangebracht worden, kunnen deze worden aangedrukt tot de gewenste voeghoogte, bv. 3 à 4 mm voor voegloos metselwerk. Overtollige bindspecie wordt hierbij deels doorheen de verbindingsopening gedrukt. Er ontstaat zo een verbinding met bindspecie die in de onderliggende compartimenten aanwezig is.
Een bijkomend voordeel van de bouwsteen volgens de uitvinding is dat men als bindspecie klassieke mortel kan gebruiken, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de sterkte van het geheel.
Een bijkomend voordeel van de bouwsteen volgens de uitvinding is dat men de bindspecie bovenop een rij bouwstenen doorlopend mag aanbrengen, d.w.z. men hoeft de bindspecie niet te .beperken tot de compartimenten; men mag ook bindspecie aanbrengen over de opstaande randen aan de kopse zijden van de bouwstenen. Dit kan zelfs voordelen hebben, omdat eventuele overtollige bindspecie kan wegvloeien via de verbindingsopening in de bouwsteen die bovenaan aangebracht wordt. Een ander voordeel van doorlopend aanbrengen van bindspecie is dat de verwerking sneller kan gaan.
In voorkeursvormen van de uitvinding, bij voorbeeld bedoeld voor metselwerk in halfsteensverband, is de verbindingsopening bij voorkeur gelokaliseerd ter hoogte van het midden tussen de twee kopse zijden. Deze uitvinding is evenwel niet beperkt tot metselwerk in halfsteensverband; de locatie en de afmetingen van de verbindingsopening kunnen aangepast zijn naargelang het metselwerk waarvoor de bouwsteen bedoeld is.
Bij voorkeur heeft de opstaande rand aan de kopse zijden een breedte b (gemeten aan de basis van de opstaande rand), en heeft de verbindingsopening onderaan een breedte B, waarbij de breedte B groter is dan het dubbel van de breedte b plus een vooraf bepaalde afstand a die overeenkomt met de voegbreedte in het metselwerk. Door deze vooraf bepaalde afmetingen onderaan overbrugt de verbindingsopening de afstand die gevormd wordt door de vlakke delen bovenaan de opstaande randen van twee tegen elkaar liggende bouwstenen in de onderliggende rij, bij metselen in halfsteensverband. Op die manier kan gegarandeerd worden, dat de compartimenten van de bouwstenen met elkaar verbonden worden.
In voorkeursvormen van de uitvinding heeft de opstaande rand bovenaan een vlak deel voor het vormen van een nagenoeg egaal bovenvlak van de bouwsteen.
De uitvinding verschaft verder een voegloos metselwerk, opgebouwd met een veelheid van bouwstenen zoals hierin beschreven in verband en een bindspecie, bv. mortel, aangebracht in een voldoende hoeveelheid om minstens de compartimenten van de bouwstenen en de verbindingsopeningen in de bouwstenen nagenoeg volledig op te vullen.
De uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het opbouwen van een voegloos metselwerk door het in verband metsen van bouwstenen zoals hierin beschreven en het aanbrengen van een bindspecie, bv. mortel, in een voldoende hoeveelheid in de compartimenten en in de verbindingsopeningen van de bouwstenen om deze nagenoeg volledig op te vullen.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding zal hierna verder in detail worden verduidelijkt aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1-4 tonen verschillende aanzichten van een eerste uitvoeringsvorm van de bouwsteen volgens de uitvinding.
Figuur 5-6 tonen verschillende aanzichten van een tweede uitvoeringsvorm van de bouwsteen volgens de uitvinding.
Figuur 7-8 tonen verschillende aanzichten van een derde uitvoeringsvorm van de bouwsteen volgens de uitvinding.
Figuur 9 toont een doorsnede van een metselwerk dat opgebouwd wordt met een veelheid van bouwstenen volgens figuur 1-4.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding
De onderhavige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
Bovendien worden termen zoals “top”, “bodem”, “boven”, “onder”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities aan te duiden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriëntaties werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
De term “omvattende" en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.
Figuur 1-4 tonen een eerst voorkeursvorm van een bouwsteen 10 volgens de uitvinding. De getoonde bouwsteen omvat een lichaam met een voorste en achterste strekzijde 11, 12 nagenoeg evenwijdig aan elkaar, twee kopse zijden 13, 14 nagenoeg evenwijdig aan elkaar en een boven- en onderzijde 15, 16 nagenoeg evenwijdig aan elkaar. De onderlinge hoeken zijn telkens nagenoeg 90°. Op de bovenzijde 15 is een opstaande rand 17 voorzien die zich uitstrekt langs de kopse zijden 13, 14 en de voorste strekzijde 11, zodanig dat de opstaande rand een compartiment 18 vormt bovenaan de bouwsteen dat voorzien is om te worden gevuld met een bindspecie 9 (zie fig. 9). Het lichaam vertoont een verbindingsopening 19 die zich uitstrekt van de boven- tot de onderzijde en die vooraf bepaalde afmetingen heeft en een vooraf bepaalde locatie in het lichaam - in dit geval nagenoeg in het midden - zodanig dat de verbindingsopening geschikt is om te worden gevuld met de bindspecie en een verbinding te vormen tussen de bindspecie 9 aanwezig in het compartiment 18 en de bindspecie 9 aanwezig in compartimenten 18 van onderliggende stenen.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de opstaande rand 17 vooraan en aan de kopse zijden volledig gesloten en is de opstaande rand aan de achterste strekzijde 12 afwezig. Door de gesloten rand aan de kopse zijden 13, 14 is deze steen ook geschikt voor het metsen van hoeken van het metselwerk, dwz. hiertoe hoeven geen afzonderlijke stenen voorzien te worden. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de opstaande rand 17 aan de kant van de kopse zijden 13, 14 gedeeltelijk onderbroken zijn en kan aan de achterste strekzijde 12 ook een gedeeltelijke of zelfs volledige opstaande rand voorzien zijn.
In de getoonde uitvoeringsvorm heeft de opstaande rand 17 een breedte b (gemeten aan de basis) en heeft de verbindingsopening 19 onderaan een breedte B die groter is dan het dubbel van deze breedte b plus een vooraf bepaalde afstand a die overeenkomt met de voegbreedte in het metselwerk. Bijvoorbeeld, bij een voegbreedte a van 3 à 4 mm is de breedte B van de verbindingsopening onderaan bij voorkeur minstens 5 mm groter is dan het dubbel van de breedte b van de opstaande rand aan de kopse zijden. Door deze afmetingen is de bouwsteen geschikt voor metsen in halfsteensverband, al zijn andere verbanden ook mogelijk.
Bij voorkeur is de breedte B van de verbindingsopening 19 onderaan minstens 25%, met meer voorkeur minstens 50% groter dan het dubbel van de breedte b van de opstaande rand aan de kopse zijden. In de getoonde uitvoeringsvorm is de breedte b ca. 18 mm en is de breedte B ca. 50 mm, maar het is duidelijk dat andere afmetingen die de vakman geschikt acht, mogelijk zijn.
Bij voorkeur heeft de verbindingsopening onderaan een diepte D die minstens 20%, bij voorkeur minstens 30% bedraagt van de volledige diepte van de bouwsteen. In de getoonde uitvoeringsvorm is de diepte D ca. 30 mm voor een bouwsteen met een volledige diepte van ca. 100 mm.
Bij voorkeur nemen de afmetingen van de verbindingsopening 19 van boven naar onder af, dwz de opening heeft een taps toelopende vorm. Dit vergemakkelijkt het verwijderen van de bouwsteen 10 - in het geval deze een baksteen is - uit de mal waarin hij gevormd wordt.
In de figuren 1-4 is de verbindingsopening 19 ovaal van vorm. In de alternatieve uitvoeringsvorm van de figuren 5-6 is de verbindingsopening 20 rechthoekig van vorm. In de alternatieve uitvoeringsvorm van de figuren 7-8 is de verbindingsopening 21 ruitvormig. Uiteraard kan de verbindingsopening verder elke vorm hebben die de vakman geschikt acht. De bouwstenen van de figuren 5-6 en 7-8 zijn voor het overige, dwz. op de verbindingsopening na, identiek aan de bouwsteen 10 van de figuren 1-4.
De breedte b van de opstaande rand 17 aan de kopse zijden bedraagt bij voorkeur 3 à 10% van de volledige breedte van de bouwsteen 10. De diepte d van de opstaande rand 17 aan de voorste strekzijde 11 is bij voorkeur nagenoeg gelijk is aan deze breedte b van de opstaande rand 17 aan de kopse zijden 13, 14, maar dit is niet essentieel.
In de getoonde uitvoeringsvormen heeft de opstaande rand 17 bovenaan een vlak deel 22 voor het vormen van een nagenoeg egaal bovenvlak van de bouwsteen. Dit vlakke deel 22 kan het metsen vergemakkelijken, maar is niet essentieel. De opstaande rand kan ook een bolle of driehoekige vorm hebben, of elke andere vorm die de vakman geschikt acht.
In de getoonde uitvoeringsvormen heeft de opstaande rand 17 aan de kant van het compartiment een schuin verloop 23. Dit heeft voordelen -in het geval de bouwsteen een baksteen is - voor het vergemakkelijken van het verwijderen uit de mal en ook bij het aanbrengen van de bindspecie.
Figuur 9 toont een doorsnede van een metselwerk omvattende een veelheid van bouwstenen 10 volgens figuur 1-4 en een bindspecie 9, bv. klassieke mortel. De bindspecie wordt telkens bovenop een rij bouwstenen aangebracht in een voldoende hoeveelheid om de compartimenten 18 van de bouwstenen en de verbindingsopeningen 19 in de bouwstenen nagenoeg volledig op te vullen. Zoals getoond kan bovenaan de bindspecie doorlopend aangebracht worden, zowel boven de compartimenten 18 als boven de opstaande randen 17, in een bepaalde hoeveelheid voor het vormen van een voeg van een vooraf bepaalde hoogte, bv. 3 à 4 mm voor zogenaamd voegloos metselwerk, maar deze uitvinding is niet daartoe beperkt. Vervolgens wordt de bovenliggende rij bouwstenen 10 aangebracht en aangedrukt tot de gewenste voeghoogte bereikt is. Overtollige bindspecie wordt hierbij deels doorheen de verbindingsopening 19 gedrukt. Er ontstaat zo een verbinding met bindspecie die in de onderliggende compartimenten 18 aanwezig is. Verder overtollige bindspecie kan uittreden langs de achterste strekzijde, waar de opstaande rand afwezig is, en daar verwijderd worden.
In het metselwerk van figuur 9 zijn de bouwstenen in halfsteensverband gemetst. In alternatieve uitvoeringsvormen kunnen de bouwstenen echter ook anders gemetst worden, waarbij indien nodig de locatie en de afmetingen van de verbindingsopeningen aangepast zijn aan de manier waarop de bouwstenen gemetst worden.
Zoals hierboven vermeld hebben de bouwstenen volgens figuur 1-4 bovenaan een opstaande rand met een breedte b aan de kopse zijden. Zoals getoond in figuur 9 heeft verbindingsopening onderaan een breedte B, waarbij de breedte B groter is dan het dubbel van de breedte b plus een vooraf bepaalde afstand a die overeenkomt met de verticale voegbreedte in het metselwerk. Door deze vooraf bepaalde afmetingen onderaan overbrugt de verbindingsopening 19 de afstand die gevormd wordt door de opstaande randen 17 van twee tegen elkaar liggende bouwstenen in de onderliggende rij, bij metselen in halfsteensverband. Op die manier kan gegarandeerd worden, dat de compartimenten 18 van'de bouwstenen met elkaar verbonden worden door de bindspecie 9.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de breedte b ca. 18 mm en is de breedte B ca. 50 mm, maar het is duidelijk dat andere afmetingen die de vakman geschikt acht, mogelijk zijn.

Claims (21)

1. Bouwsteen voor metsen in verband, omvattende een lichaam met een voorste en achterste strekzijde (11, 12), twee kopse zijden (13, 14) en een boven- en onderzijde (15, 16), waarbij op de bovenzijde een opstaande rand (17) voorzien is die zich uitstrekt langs ten minste de kopse zijden en de voorste strekzijde, zodanig dat de opstaande rand een compartiment (18) vormt bovenaan de bouwsteen dat voorzien is om te worden gevuld met een bindspecie (9), waarbij de opstaande rand aan de voorste strekzijde en aan de kopse zijden volledig gesloten is, daardoor gekenmerkt, dat in het lichaam een verbindingsopening (19; 20; 21) voorzien is die zich uitstrekt van de boven- tot de onderzijde en die vooraf bepaalde afmetingen heeft en een vooraf bepaalde locatie in het lichaam, zodanig dat de verbindingsopening geschikt is om te worden gevuld met de bindspecie en een verbinding te vormen tussen de bindspecie aanwezig in het compartiment en de bindspecie aanwezig in compartimenten van onderliggende in verband gemetste stenen.
2. Bouwsteen volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat de verbindingsopening (19; 20; 21) gelokaliseerd is ter hoogte van het midden tussen de twee kopse zijden (13, 14).
3. Bouwsteen volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt, dat de opstaande rand (17) aan de kopse zijden (13, 14) een breedte b heeft, gemeten aan de basis van de opstaande rand, en waarbij de verbindingsopening (19; 20; 21) onderaan een breedte B heeft die groter is dan het dubbel van deze breedte b plus een vooraf bepaalde afstand a die overeenkomt met de voegbreedte in het metselwerk.
4. Bouwsteen volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt, dat de breedte B van de verbindingsopening (19; 20; 21) onderaan minstens 5 mm groter is dan het dubbel van de breedte b van de opstaande rand (17) aan de kopse zijden.
5. Bouwsteen volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt, dat de breedte B van de verbindingsopening (19; 20; 21) onderaan minstens 25%, bij voorkeur minstens 50%, groter is dan het dubbel van de breedte b van de opstaande rand (17) aan de kopse zijden.
6. Bouwsteen volgens één der conclusies 3-5, daardoor gekenmerkt, dat de breedte b van de opstaande rand (17) aan de kopse zijden 3 à 10% van de volledige breedte van de bouwsteen (10) bedraagt.
7. Bouwsteen volgens één der conclusies 3-6, daardoor gekenmerkt, dat de diepte d van de ópstaande rand (17) aan de voorste strekzijde (11) nagenoeg gelijk is aan de breedte b van de opstaande rand (17) aan de kopse zijden (13, 14).
8. Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de opstaande rand (17) bovenaan een vlak deel (22) heeft voor het vormen van een nagenoeg egaal bovenvlak van de bouwsteen.
9. Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de opstaande rand (17) aan de kant van het compartiment schuin verloopt (23).
10. Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de verbindingsopening (19; 20; 21) onderaan een diepte D heeft die minstens 20%, bij voorkeur minstens 30% bedraagt van de volledige diepte van de bouwsteen (10).
11. Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de verbindingsopening (19; 20; 21) van boven naar onder toe in afmetingen afneemt.
12. Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de verbindingsopening (19; 20; 21) in doorsnede een vorm heeft gekozen uit: rechthoekig, ruitvormig, ovaal.
13. Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de opstaande rand afwezig is aan de achterste strekzijde (12).
14. Bouwsteen volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de bouwsteen een in een mal gevormde baksteen is.
15. Metselwerk omvattende een veelheid van in verband gemetste bouwstenen (10) volgens één der conclusies 1-14 en een bindspecie (9) aangebracht in een voldoende hoeveelheid om minstens de compartimenten (18) van de bouwstenen en de verbindingsopeningen (19; 20; 21. in de bouwstenen nagenoeg volledig op te vullen.
16. Metselwerk volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt, dat de bouwstenen in halfsteensverband gemetst zijn.
17. Metselwerk volgens conclusie 15 of 16, daardoor gekenmerkt, dat tussen boven elkaar liggende rijen van de bouwstenen een voeg van 1 à 5 mm, bij voorkeur 3 à 4 mm aanwezig is.
18. Werkwijze voor het opbouwen van een metselwerk, omvattende het in verband metsen van bouwstenen (10) volgens één der conclusies 1-14 en het aanbrengen van een bindspecie (9) in een voldoende hoeveelheid in de compartimenten (18) en in de verbindingsopeningen (19; 20; 21) van de bouwstenen om deze nagenoeg volledig op te vullen.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt, dat de bouwstenen in halfsteensverband gemetst worden.
20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, daardoor gekenmerkt, dat tussen boven elkaar liggende rijen van de bouwstenen een voeg van 1 à 5 mm, bij voorkeur 3 à 4 mm gecreëerd wordt.
21. Werkwijze volgens één der conclusies 18-20, daardoor gekenmerkt, dat bij het aanbrengen van de bindspecie (9) bovenop een rij van de bouwstenen (10), de bindspecie doorlopend aangebracht wordt bovenop de compartimenten (18) en de opstaande randen (17) aan de kopse zijden.
BE201300114A 2013-02-20 2013-02-20 Bouwsteen voor metselwerk, hiermee opgebouwd metselwerk en werkwijze voor metselen met deze bouwsteen. BE1020829A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201300114A BE1020829A5 (nl) 2013-02-20 2013-02-20 Bouwsteen voor metselwerk, hiermee opgebouwd metselwerk en werkwijze voor metselen met deze bouwsteen.
NL2012295A NL2012295C2 (nl) 2013-02-20 2014-02-20 Bouwsteen voor metselwerk, hiermee opgebouwd metselwerk en werkwijze voor metselen met deze bouwsteen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201300114 2013-02-20
BE201300114A BE1020829A5 (nl) 2013-02-20 2013-02-20 Bouwsteen voor metselwerk, hiermee opgebouwd metselwerk en werkwijze voor metselen met deze bouwsteen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020829A5 true BE1020829A5 (nl) 2014-05-06

Family

ID=48484941

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201300114A BE1020829A5 (nl) 2013-02-20 2013-02-20 Bouwsteen voor metselwerk, hiermee opgebouwd metselwerk en werkwijze voor metselen met deze bouwsteen.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1020829A5 (nl)
NL (1) NL2012295C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3039628A1 (de) * 1980-10-21 1982-05-27 Hilde Windisch Export - Import, 6941 Laudenbach Mauerstein
EP1983122A1 (en) * 2007-04-16 2008-10-22 Huwa-Vandersanden B.V. Brick with upright edge, and method and brickwork effected therewith

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3039628A1 (de) * 1980-10-21 1982-05-27 Hilde Windisch Export - Import, 6941 Laudenbach Mauerstein
EP1983122A1 (en) * 2007-04-16 2008-10-22 Huwa-Vandersanden B.V. Brick with upright edge, and method and brickwork effected therewith

Also Published As

Publication number Publication date
NL2012295C2 (nl) 2014-08-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2011114475A (ru) Блок подпорной стенки и подпорная стенка
BE1020829A5 (nl) Bouwsteen voor metselwerk, hiermee opgebouwd metselwerk en werkwijze voor metselen met deze bouwsteen.
ITMI20090508A1 (it) Elemento lastriforme per il rinforzo, la separazione ed il drenaggio di grandi strutture, come rilevati stradali.
NL1033697C2 (nl) Baksteen met opstaande rand, alsmede werkwijze en daarmee tot stand gebracht metselwerk.
CN214302951U (zh) 一种砌体灰缝厚度控制装置
US8347574B2 (en) Joint elements for slabs
CN106337511B (zh) 一种住宅的墙体结构及其施工方法
AU2008100687A4 (en) A brick
RU2544947C2 (ru) Устройство для формирования стягивающихся стыков бетонных сооружений
BE1019164A3 (nl) Bouwsteen en werkwijze voor het vermetselen van deze bouwsteen.
BE1021731B1 (nl) Hulpmiddel en werkwijze voor het metselen van een muur of dergelijke
CN210767440U (zh) 一种楼板防开裂拼缝结构
NL1038423C2 (nl) Baksteen, muur vervaardigd uit deze baksteen en werkwijzen voor het vervaardigen van zulke baksteen en muur.
NL1018993C2 (nl) Baksteen voorzien van geprofileerde randen, alsmede werkwijze en gebruik van een dergelijke baksteen voor het tot stand brengen van bijvoorbeeld een bakstenen wand.
EP1953310A2 (en) Devise for applying mortar in the construction of walls using bricks and similar materials
BE1011516A3 (nl) Bouwelement.
CN205421676U (zh) 一种装配式砌块以及墙体
CA2664053C (en) Assembly consisting of a construction element and a masonry tool
EP1818454A3 (de) Pflasterstein
NL2005350C2 (en) Coping stone.
NL1021001C2 (nl) Geprofileerde keramische metselsteen.
US1736595A (en) Building block
CN215290954U (zh) 一种预制式窗台压顶结构
CN209194558U (zh) 一种降水井
CN106638205A (zh) 一种排水地砖及其铺设方法