BE1020742A3 - Bouwunit en modulair unitbouw systeem omvattende één of meerdere dergelijke bouwunits. - Google Patents

Description

BOUWUNIT EN MODULAIR UNITBOUW SYSTEEM OMVATTENDE EEN OF MEERDERE DERGELIJKE BOUWUNITS

[01] De uitvinding betreft in het algemeen een bouwunit en een modulair unitbouw systeem omvattende één of meerdere dergelijke bouwunits.

[02] De uitvinding betreft meer specifiek een bouwunit dat een metalen frame omvat.

[03] Verder betreft de uitvinding meer specifiek een modulair unitbouw systeem dat naar keuze kan bestaan uit één of meerdere hierboven omschreven bouwunits die zowel op als naast elkaar gestapeld kunnen worden. Een dergelijk modulair unitbouw systeem is bijzonder geschikt als tijdelijke ruimte. Meer in het bijzonder is een dergelijk modulair unitbouw systeem geschikt als tijdelijk onderkomen voor beurzen en andere evenementen, tijdelijke kantoorruimtes, tijdelijke horecaruimte, tijdelijk schoolgebouw, tijdelijke kinderopvang, tijdelijke ziekenzorg, tijdelijke kleedkamers, enzovoort. De bouwunits en dit modulaire unitbouw systeem volgens de uitvinding kunnen zowel binnen als buiten gebruikt worden.

[04] Op dit moment zijn reeds dergelijke modulaire bouwconstructies gekend die een aantal bouwunits omvatten die naast en op elkaar gestapeld kunnen worden.

[05] Zo wordt in US 2009/0307994 wordt een module voor een bouwstructuur omschreven. Deze module omvat een metalen “moment” frame, een set van 4 bovenste hoekstukken, en een set van twee of meer composiet panelen. Een metalen moment frame is een frame dat bestaat uit metalen liggers en kolommen die met elkaar verbonden zijn door middel van een combinatie van lassen en bouten zodanig dat deze bestand zijn tegen windbelasting en aardbevingen. De liggers en kolommen van het moment frame zoals omschreven in US 2009/0307994 zijn zo aan elkaar verbonden dat ze een bovenkant, een onderkant en 4 zijkanten vormen.

[06] In EP 2 226 441 wordt een modulaire bouwconstructie omschreven die bestaat uit een aantal containervormige modules of basiseenheden die aangepast zijn om naar keuze naast elkaar opgesteld en gestapeld te worden ten einde een bouwconstructie met çen bepaalde grootte en vorm te verkrijgen. De module zoals omschreven in deze Europese octrooiaanvraag kan gedemonteerd worden in een vast en ongedefinieerd frame en verschillende afdekelementen die selectief koppelbaar zijn met dit frame.

[07] Het nadeel van zowel de modules die omschreven zijn in US 2009/0307994 en EP 2 226 441 is dat de module in één stuk getransporteerd dient te worden naar de plaats waar de verschillende modules tot één unitbouw systeem geassembleerd worden. Dit biedt als groot nadeel dat er veel plaats ingenomen wordt tijdens het transport van de modules.

[08] Er is bijgevolg nood aan een bouwunit en een modulair unitbouw systeem dat minder volume inneemt tijdens transport.

[09] Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt voorzien in een bouwunit, omvattende een metalen frame dat voorzien is van een onder- en een bovenframe die in de gemonteerde toestand van de bouwunit nagenoeg horizontaal zijn opgesteld, en minstens 4 draagkolommen die in de gemonteerde toestand van de bouwunit • nagenoeg vertikaal zijn opgesteld; en • met het onder- en het bovenframe verbonden zijn, waarbij het genoemde metalen frame demonteerbaar is uitgevoerd.

[10] Op deze manier kunnen het onderframe, het bovenframe en de draagkolommen op elkaar gestapeld worden om getransporteerd te worden. Dit biedt het grote voordeel dat er een enorme ruimtebesparing is om de bouwunit te transporteren naar de plaats waar deze geassembleerd moeten worden. Wanneer het transport gebeurt door middel van een vrachtwagen met een trailer, dan kunnen verschillende dergelijke bouwunits volgens de uitvinding tegelijkertijd op één trailer getransporteerd worden.

[11] Een bijkomend doel van de uitvinding is te voorzien in bouwunits dewelke op een snelle en vlotte manier opgebouwd (gemonteerd) en terug afgebroken (gedemonteerd) kan worden.

[12] Daarvoor wordt in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding het genoemde metalen frame voorzien van een hoofdzakelijk rechthoekig of vierkant onder- en bovenframe die in de gemonteerde toestand van de bouwunit nagenoeg horizontaal zijn opgesteld; en φ minstens 4 draagkolommen met een hoofdzakelijk rechthoekige of vierkante dwarsdoorsnede en met een rondom gesloten zijwand, die in de gemonteerde toestand van de bouwunit • nagenoeg vertikaal zijn opgesteld; • losmaakbaar met het onder- en het bovenframe verbonden zijn; en • minstens op elk van de 4 hoeken van het rechthoekige of vierkante onder- en bovenframe zijn opgesteld op een zodanige manier dat de zichtbare buitenzijden van de genoemde draagkolommen en het genoemde boven, respectievelijk bovenframe die tegen elkaar aangrenzen zich nagenoeg in hetzelfde vlak uitstrekken of zich binnenin de ruimte afgebakend door de zichtbare buitenzijden van het onder-, respectievelijk het bovenframe uitstrekken, waarbij de genoemde draagkolommen op elk van hun uiteindes één of meerdere uitsparingen, uitsteeksels of een combinatie daarvan omvatten, en het genoemde onderen bovenframe, één of meerdere overeenkomstige uitsteeksels, uitsparingen of een combinatie daarvan omvatten, waarbij de genoemde uitsteeksels zo uitgevoerd zijn dat deze door middel van een losse passing in de respectievelijke uitsparingen ingebracht kunnen worden, en waarbij de genoemde uitsparingen zich in de gemonteerde toestand van de bouwunit in een nagenoeg horizontale richting uitstrekken, en waarbij de genoemde draagkolommen, respectievelijk het genoemde onder- en bovenframe, ter hoogte van de plaats waar de draagkolommen met het genoemde boven, respectievelijk bovenframe verbonden worden, aan één of meerdere tegenover elkaar liggende zijden die in gemonteerde toestand van de bouwunit onzichtbaar zijn en vertikaal zijn opgesteld één of meerdere openingen omvatten die in de gemonteerde toestand van de bouwunit nagenoeg op elkaar aansluiten en zo zijn uitgevoerd dat de genoemde draagkolommen met het onderframe, respectievelijk het bovenframe losmaakbaar verbindbaar zijn door middel van één of meerdere losmaakbare schroefdraadverbindingen die zich in gemonteerde toestand van de bouwunit doorheen de respectievelijke openingen uitstrekken, waarbij deze losmaakbare schroefdraadverbindingen onzichtbaar zijn vanaf de buitenzijde van de draagkolommen en het onder- en bovenframe.

[13] Met een losse passing wordt het samengaan van twee elementen bedoeld met dezelfde nominale maat.

[14] De manier waarop de losmaakbare verbinding van de draagkolommen met het onder- en bovenframe gebeurt zorgt ervoor dat de montage en de demontage van een dergelijke bouwunit heel snel en efficiënt kan gebeuren. Door het voorzien van uitsteeksels en overeenkomstige uitsparingen in de draagkolommen, respectievelijk het onder- en bovenframe waarmee deze losmaakbaar verbonden worden, die door middel van een losse passing in elkaar kunnen worden gebracht, wordt tijdens het plaatsen van de draagkolommen ten opzichte van het boven, respectievelijk het bovenframe, de draagkolom vooraleer deze met elkaar verbonden moeten worden, deze draagkolommen onmiddellijk op de juiste plaats ten opzichte van het boven, respectievelijk het bovenframe gepositioneerd waardoor de openingen die aangebracht zijn in de draagkolommen, respectievelijk het onder- en bovenframe en die dienst doen om een losmaakbare verbinding tussen de draagkolommen en het boven, respectievelijk het bovenframe te realiseren zich ook onmiddellijk op de correcte plaats tegenover elkaar bevinden. Op deze manier moet de monteur van de bouwunit niet telkens gaan controleren of de openingen van de draagkolommen zich wel tegenover de openingen van het boven, respectievelijk het bovenframe bevinden. Dit laat toe om de bouwunit volgens de uitvinding in een tijdspanne van een uur te monteren. Bovendien zorgt een dergelijk losmaakbare verbinding ook een snelle demontage van de bouwunit toe.

[15] In een voordelige uitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, zijn de genoemde draagkolommen hol uitgevoerd, en zijn de genoemde draagkolommen, ter hoogte van de plaats waar de genoemde openingen zich bevinden, op elk van de zijden waar de draagkolommen met het onder-, respectievelijk het bovenframe verbonden worden, voorzien van een versteviging plaat die hetzelfde aantal openingen omvat als deze die aangebracht zijn in de draagkolommen, waarbij de genoemde openingen in de genoemde verstevigingplaten zo zijn aangebracht dat deze in gemonteerde toestand van de bouwunit aansluiten op de openingen aangebracht in de draagkolommen, ten einde de genoemde losmaakbare schroefdraadverbindingen die voorzien zijn om de draagkolommen met het onder-, respectievelijk het bovenframe losmaakbaar te verbinden, doorheen de respectievelijke openingen te kunnen aanbrengen.

[16] Dit biedt meer stevigheid aan het metalen frame en zorgt ervoor dat de bouwunit geen problemen krijgt met windbelasting.

[17] In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, omvatten één of meerdere van de genoemde draagkolommen op elk van hun uiteindes een vierkante uitsparing, en omvatten het genoemde onder- en bovenframe een balkvormig uitsteeksel die zo zijn uitgevoerd dat deze balkvormige uitsteeksels door middel van een losse passing in de respectievelijke vierkante uitsparingen ingebracht kunnen worden, waarbij de genoemde vierkante uitsparingen zich in de gemonteerde toestand van de bouwunit in een nagenoeg horizontale richting uitstrekken.

[18] In een voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, omvat het hoofdzakelijk rechthoekige of vierkante onder- en bovenframe een buitenste frame waarbinnen één of meerdere draagliggers zijn aangebracht.

[19] Het genoemde onder- en bovenframe omvatten bij voorkeur aan de bovenzijde van het buitenste frame een boord die zich minstens gedeeltelijk uitstrekt rondom het boven, respectievelijk bovenframe, waarbij de genoemde draagliggers en de genoemde boord zo zijn uitgevoerd dat een vloerplaat binnenin de ruimte afgebakend door de genoemde boord en steunend op de genoemde draagliggers verwijderbaar kan worden aangebracht.

[20] Ten einde toegang te verlenen tot de respectievelijke losmaakbare schroefdraadverbindingen die in gemonteerde toestand van de bouwunit onzichtbaar zijn, omvatten elk van de genoemde vloerplaten op elk van de plaatsen waar de genoemde draagkolommen met het genoemde boven, respectievelijk bovenframe losmaakbaar verbonden worden bij voorkeur een luik.

[21] Optioneel omvat de bouwunit volgens de uitvinding één of meerdere watertoevoerleidingen, waarbij het buitenste frame van het onderframe één of meerdere doorvoeropeningen omvat en de één of meerdere van de genoemde luiken zo zijn uitgevoerd dat de genoemde watertoevoerleidingen van buiten het metalen frame naar binnenin de ruimte afgebakend door het genoemde metalen frame gebracht kunnen worden.

[22] In een voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, omvatten één of meerdere van de genoemde draagkolommen een afvoerpijp voor water afkomstig van neerslag die zich in de langsrichting van de respectievelijke draagkolommen doorheen deze draagkolommen uitstrekt.

[23] De genoemde draagkolommen die een afvoerpijp voor water van neerslag omvatten zijn bij voorkeur aan het uiteinde dat voorzien is om losmaakbaar met het onderframe verbonden te worden, een hol cilindervormig uitsteeksel omvat en het genoemde onderframe een overeenkomstige ronde opening omvat, waarbij het genoemde cilindervormige uitsteeksel passend in de genoemde ronde opening ingebracht kan worden, en waarbij de genoemde ronde opening zich in de gemonteerde toestand van de bouwunit in een nagenoeg horizontale richting uitstrekt.

[24] In een voordelige uitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, omvat het bovenframe aan de bovenzijde daarvan een waterkeringsboord die zich rondom de buitenrand van het bovenframe uitstrekt en omvat één of meerdere van de genoemde vloerplaten in het bovenframe is aangebracht een afvoeropening die aansluit op de genoemde afvoerpijp.

[25] Deze waterkeringsboord zorgt ervoor dat het water via de afvoeropening naar de afvoerpijp wordt afgevoerd.

[26] Het bovenframe omvat bij voorkeur een roofing die zo is aangebracht dat deze zich binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe uitstrekt.

[27] Deze roofing is daarbij bij voorkeur aangebracht op een plaat die zich binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe uitstrekt. Meer bij voorkeur is deze plaat met roofing altijd aanwezig binnenin het bovenframe. Wanneer de bouwunit volgens de uitvinding op zich wordt gebruikt, en er dus geen andere bouwunit meer wordt op geplaatst, dan zal het bovenframe dienst doen als dak van de bouwunit en is deze plaat met roofing de bovenste plaat van de bouwunit. Deze roofing zorgt er op dat moment voor dat er geen neerslagwater binnenin de bouwunit kan dringen. Wanneer op de bouwunit een andere bouwunit wordt geplaatst, dan wordt bovenop deze roofing een vloerplaat zoals hierboven omschreven aangebracht waarop dan de volgende bouwunit wordt geplaatst. De roofing van de onderste bouwunit is dan nog steeds van nut om er voor te zorgen dat vloeistoffen vanuit de bovenste bouwunit niet kunnen binnendringen in de onderste bouwunit.

[28] In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, omvat het onder- en/of bovenframe één of meerdere optilelementen om het onder- en/of bovenframe, het metalen frame en de bouwunit in gemonteerde toestand te kunnen optillen.

[29] In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, omvatten de genoemde optilelementen twee of meerdere boringen die zo zijn uitgevoerd dat daarin hijsogen kunnen worden ingebracht en die zo geplaatst zijn dat het onder- en/of bovenframe, het metalen frame en de bouwunit in gemonteerde toestand via deze hijsogen opgetild kan worden. Deze hijsogen worden bij voorkeur via een schroefdraadverbinding in de genoemde boringen ingebracht.

[30] Meer bij voorkeur zijn aan twee tegenovergestelde zijden van het buitenste frame van het onderframe symmetrisch 4 dergelijke boringen aangebracht. Een geassembleerde bouwunit kan op deze manier zeer gemakkelijk opgetild worden door middel van bijvoorbeeld 4 hijskettingen die verbonden zijn met een centrale ring en die elk met een respectievelijk hijsoog verbonden zijn.

[31] Er dient opgemerkt te worden dat er ook andere vormen van optilelementen voorzien kunnen worden ten einde het gemonteerde metalen frame te kunnen optillen. Zo bijvoorbeeld zouden er uitsparingen voorzien kunnen worden voor het inbrengen van de vorken van een heftruck. Dit is echter esthetisch minder aantrekkelijk. Een ander systeem wordt omschreven in US 2009/0307994 waarbij gebruik wordt gemaakt van koppelelementen die op de hoeken van het bovenframe worden aangebracht ten einde het gemonteerde metalen frame te kunnen optillen. Ook dit is esthetisch minder aantrekkelijk doordat er extra toppen op de hoeken aanwezig zijn.

[32] In een bijzondere uitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, omvat het buitenste frame van het genoemde onder- en/of bovenframe één of meerdere doorvoeropeningen die zo voorzien zijn dat één of meerdere kabels voor nutsvoorzieningen doorheen deze doorvoeropeningen binnenin de ruimte afgebakend door het respectievelijke buitenframe gebracht kunnen worden.

[33] In een andere bijzondere uitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, zijn de genoemde kabels voor nutsvoorzieningen in gemonteerde toestand van de bouwunit doorheen de genoemde draagkolommen aangebracht, waarbij in de genoemde draagkolommen, en het onder- en bovenframe ter hoogte van de plaats waar de genoemde draagkolommen losmaakbaar met het onder-, respectievelijk het bovenframe verbonden worden, één of meerdere doorvoeropeningen voorzien zijn voor het doorvoeren van de genoemde kabels voor nutsvoorzieningen.

[34] Met nutsvoorzieningen worden in het licht van de uitvinding electriciteit, telefoon, televisie, internet, video en dergelijke bedoeld.

[35] Het voorzien van dergelijke doorvoeropeningen biedt als voordeel dat de kabels voor de nutsvoorzieningen weggeborgen zijn, wat zowel een esthetisch voordeel biedt aangezien als dat het voordeel wordt verkregen dat de kabels op deze manier niet beschadigd kunnen worden.

[36] Ten einde één of meerdere zijkanten van de bouwunit volgens de uitvinding naar keuze geheel of gedeeltelijk te kunnen afsluiten, omvatten de genoemde draagkolommen bij voorkeur één of meerdere draag profielen die zich uitstrekken in de langsrichting van de draagkolommen en die zodanig zijn uitgevoerd dat daarin één of meerdere wandelementen verwijderbaar ingebracht kunnen worden.

[37] Dergelijke wandelementen kunnen bestaan uit glas, kunststof, beton, gyprocplaat, sandwichpanelen of eender welk ander geschikt materiaal. Verder kunnen in deze wanden ook ramen en deuren ingewerkt zijn.

[38] Dit biedt als grote voordeel dat de bouwunit volledig modulair kan ingevuld worden, dit naar keuze van de gebruiker. Daarbij kan ook de plaats van ramen en deuren zelf bepaald worden.

[39] In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding, omvat het genoemde onderframe aan de onderzijde daarvan minstens 4 stelpoten die ter hoogte van de 4 hoeken van het onderframe aangebracht zijn.

[40] Deze stelpoten zorgen er voor dat de bouwunit na te zijn gemonteerd volledig horizontaal kan worden opgesteld, zelfs op een oneffen ondergrond.

[41] Bij voorkeur omvat het genoemde onderframe aan de onderzijde daarvan nog twee extra stelpoten. Deze twee stelpoten zijn meer bij voorkeur elk aan een tegenovergestelde zijde van het onderframe in het midden van deze zijden aangebracht. Meest bij voorkeur zijn deze recht tegenover elkaar aangebracht. Deze twee extra stelpoten zijn vooral van belang wanneer bouwunits op elkaar worden gestapeld. Op deze manier staat de bovenliggende bouwunit stabieler op de onderste bouwunit. Bovendien kan het onderframe met daarin de vloerplaat meer belasting dragen aangezien er door de twee extra stelpoten een betere gewichtsverdeling is.

[42] Het aantal stelpoten hangt daarbij af van de grootte en het gewicht van de bouwunit, en dus ook of bouwunits al dan niet op elkaar gestapeld worden.

[43] Het genoemde metalen frame is bij voorkeur vervaardigd uit staal aangezien staal een materiaal is dat een grote resistentie heeft tegen wind- en oppervlaktebelasting.

[44] Optioneel kan de bouwunit binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe aan de zijde daarvan die zich in gemonteerde toestand van de bouwunit aan de binnenkant bevindt één of meerdere van de volgende functionaliteiten omvatten: centraal één of meerdere rails waarin verlichting is aangebracht; één of meerdere verwijderbare plafonds; één of meerdere verwarmings- en verluchtingselementen; en één of meerdere vaste ophangpunten voor het ophangen van objecten.

[45] In een tweede aspect van de uitvinding wordt voorzien in een werkwijze voor het monteren van een bouwunit volgens de uitvinding zoals hierboven omschreven, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het op de juiste plaats positioneren van de genoemde draagkolommen ten opzichte van het onderframe door de genoemde uitsteeksels in de overeenkomstige genoemde uitsparingen in te brengen zodanig dat de één of meerdere openingen die in het uiteinde van de respectievelijke draagkolom zijn aangebracht aansluiten op de één of meerdere overeenkomstige openingen die in het onderframe zijn aangebracht; het gedeeltelijk aandraaien van de losmaakbare schroefdraadverbinding; het op de juiste plaats positioneren van het bovenframe ten opzichte van de geplaatste draagkolommen door de genoemde uitsteeksels in de overeenkomstige genoemde uitsparingen in te brengen zodanig dat de één of meerdere openingen die in het uiteinde van de respectievelijke draagkolom zijn aangebracht aansluiten op de één of meerdere overeenkomstige openingen die in het bovenframe zijn aangebracht; het losmaakbaar verbinden van de draagkolommen met het bovenframe door het volledig aandraaien van de genoemde schroefverbinding; en het volledig aandraaien van de genoemde losmaakbare schroefdraadverbinding tussen de genoemde draagkolommen en het onderframe.

[46] Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt voorzien in een unitbouw systeem dat één of meerdere van de hierboven omschreven demonteerbare bouwunits volgens de uitvinding omvat.

[47] Een dergelijk unitbouw systeem volgens de uitvinding is bijzonder geschikt om toegepast te worden als tijdelijke standenbouw voor op beurzen en andere evenementen, maar kan evengoed toegepast worden als tijdelijke ruimte voor kantoren en bedrijven, horeca-etablissementen, huisvesting, gezondheidszorg, winkels, sportzalen, scholen en kinderopvang, enzovoort. Deze unitbouw systemen kunnen daarbij zowel binnen als buiten toegepast worden.

[48] In een voordelige uitvoeringsvorm van een unitbouw systeem volgens de uitvinding, omvat het unitbouw systeem twee of meerdere genoemde bouwunits die tegen elkaar zijn geplaatst, waarbij het bovenframe van de genoemde bouwunits aan de bovenzijde daarvan een waterkeringsboord omvat die zich rondom de buitenrand van het bovenframe uitstrekt, en waarbij tussen de waterkeringsboorden van twee naast elkaar liggende bouwunits een afdekrubber is aangebracht.

[49] Op deze manier kan geen water binnensijpelen tussen twee naast elkaar plaatste bouwunits.

[50] Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van een op- of inbouwprófielsysteem volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor een op- of inbouwprofielsysteem volgens de uitvinding.

[51] In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren waarbij: • Figuur 1 een schematische explosiefiguur van een voorkeuruitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding voorstelt; • Figuur 2 een schematisch zijaanzicht van het metalen frame van een voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwunit voorstelt; • Figuur 3 een detailtekening van de verbinding tussen een draagkolom en het onderframe van een voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwunit voorstelt; • Figuur 4 een schematisch zijaanzicht van een draagkolom van een voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwunit voorstelt; • Figuur 5 een schematisch zijaanzicht van een draagkolom die voorzien is van een afvoerpijp voor neerslag voorstelt; • Figuur 6 een schematisch zijaanzicht van een unitbouw systeem bevattende drie bouwunits volgens de uitvinding voorstelt.

[52] Op de figuur 2 is de basisstructuur van het metalen frame (10) van een voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwunit volgens de uitvinding voorgesteld. Het metalen frame (10) is bij voorkeur uit staal vervaardigd. Dit metalen frame (10) bevat in zijn meest algemene vorm een onderframe (2), een bovenframe (3) en op elk van de 4 hoeken van deze frames (2, 3) een draagkolom (4a, 4b, 4c, 4d) die losmaakbaar verbonden zijn met elk van deze frames (2, 3). Op deze manier wordt een bouwunit (1) verkregen met een demonteerbaar metalen frame (10). Het onderframe (2) doet dus dienst als vloerframe en het bovenframe (3) als dakframe.

[53] Zoals te zien is op de figuren 1 en 2, zijn bij deze voorkeursuitvoeringsvorm zowel het onder- als het bovenframe (2, 3) rechthoekig uitgevoerd. Het onder- en bovenframe (2, 3) bevatten daarbij een buitenframe (21, 31) dat opgebouwd is uit 4 zijliggers (211 -214; 311 - 314), met name twee lange zijliggers (211, 213, 311, 313) en twee korte zijliggers (212, 214; 312, 314). Deze zijliggers (211 - 214, 311 - 314) zijn bij voorkeur U-vormige profielen die op één zijde met de U naar binnen toe worden geplaatst. Binnenin dit buitenframe (21, 31) zijn een aantal draagliggers (221, 222, 321, 322) aangebracht die met het buitenframe (21, 31) verbonden zijn. Zoals te zien is op de figuren 1 en 2, zijn deze draagliggers (211 - 214, 311 - 314) bij voorkeur balkvormig uitgevoerd en worden deze in de holte gevormd door de U van de U-vormige zijliggers (211- 214, 311 - 314) aangebracht. Deze draagliggers (211 - 214, 311 - 314) worden daarbij bij voorkeur vast gelast aan de respectievelijke zijliggers (311 - 214, 311 - 314). Er zijn zowel draagliggers voorzien die zich in de lengterichting van het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) uitstrekken en dus evenwijdig met de lange zijliggers (211, 213; 311, 313) zijn opgesteld, met name de draagliggers (221, 321), als dat er draagliggers voorzien zijn die zich in de dwarsrichting van het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) uitstrekken en dus evenwijdig met de korte zijliggers (212, 214; 312, 314) zijn opgesteld, met name de draagliggers (222, 322). Op deze manier staan de draagliggers (221, 321) die zich in de lengterichting van het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) uitstrekken dwars op de draagliggers (222, 322) die zich in de dwarsrichting van het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) uitstrekken.

[54] Zoals te zien is op de figuur 2, is aan de bovenzijde van het buitenframe (21, 31) van zowel het onder- als het bovenframe (2, 3) een boord (23, 33) voorzien die zich minstens gedeeltelijk en bij voorkeur geheel, zoals in deze voorkeursuitvoeringsvorm het geval is, rondom het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) uitstrekt. De draagliggers (221, 222; 321, 322) zijn zo binnen het buitenframe (21, 31) van het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) aangebracht dat de genoemde boord (23, 33) zich boven deze draagliggers (221, 222, 321, 322) bevindt. Doordat in deze voorkeursuitvoeringsvorm de zijliggers (211 - 214, 311 - 314) een U-vorm hebben, wordt hier de genoemde boord (23, 33) gevormd door de bovenste zijde van deze U-vormige zijliggers (211 - 214, 311 - 314). Zoals te zien is op de figuur 2, worden binnenin de ruimte afgebakend door deze boord (23, 33) en steunend op de draagliggers (221, 222, 321, 322) één of meerdere vloerplaten (5) aangebracht. Deze vloerplaten (5) kunnen uit één deel of meerdere delen bestaan. In deze voorkeursuitvoeringsvorm wordt een vloerplaat (5) toegepast die bestaat uit één deel. Deze vloerplaten (5) worden bij voorkeur door middel van een schroefverbinding (niet voorgesteld op de figuren) aan het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) vastgemaakt. Op deze manier kunnen de vloerplaten (5) terug van de respectievelijke frames (2, 3) verwijderd worden. Op de figuur 1 is enkel de vloerplaat (5) die op het onderframe (2) is aangebracht voorgesteld. De vloerplaat die op het bovenframe (3) wordt aangebracht is niet voorgesteld.

[55] Zoals te zien is op de figuren 4 en 5, hebben de genoemde draagkolommen (4a -4d) in deze voorkeursuitvoeringsvorm een vierkante dwarsdoorsnede (zie figuren 4 en 5). Het is echter ook mogelijk om de draagkolommen (4a - 4d) een rechthoekige dwarsdoorsnede te geven. Ten einde de bouwunits (1) tegen elkaar te kunnen plaatsen en volledig tegen elkaar te kunnen laten aansluiten, dienen de draagkolommen (4a - 4d) en het buitenframe (21, 31) van het onder- en het bovenframe (2, 3) zo te zijn uitgevoerd dat de draagkolommen (4a - 4d) niet uitsteken ten opzichte van de respectievelijke buitenframes (21, 31). Het is daarbij mogelijk om de draagkolommen (4a - 4d) volledig binnenin de ruimte afgebakend door de zichtbare buitenzijden van de buitenframes (21, 31) aan te brengen (niet voorgesteld op de figuren), of ervoor te zorgen dat de zichtbare buitenzijden van de draagkolommen (4a - 4d) en de zichtbare buitenzijden van het onder- , respectievelijk het bovenframe (2, 3) die tegen elkaar aangrenzen zich nagenoeg in hetzelfde vlak uitstrekken en dus nagenoeg één lijn vormen.

[56] Eén of meerdere van de draagkolommen (4a - 4d) is bij voorkeur voorzien van een afvoerpijp (6) voor water afkomstig van neerslag. Zoals voorgesteld op de figuur 1, is bij deze voorkeursuitvoeringsvorm van de bouwunit (1) volgens de uitvinding de draagkolom (4d) voorzien van een dergelijke afvoerpijp (6). Deze afvoerpijp (6) strekt zich uit in de langsrichting van deze draagkolom (4d) doorheen deze draagkolom (4d). In de vloerplaat (5) die op het bovenframe (3) wordt aangebracht is bijgevolg een opening (niet voorgesteld op de figuren) voorzien waardoorheen het water afkomstig van neerslag kan passeren om dan zo door de afvoerpijp (6) en door een verdere afvoer die via een doorvoeropening (niet voorgesteld op de figuren) die doorheen het onderframe (2) is aangebracht afgevoerd te worden. Bovendien wordt, zoals te zien is op de figuur 2, ten einde het water afkomstig van neerslag te kunnen opvangen, het bovenframe (2) dat dienst doet als dakframe aan de bovenzijde daarvan voorzien van een waterkeringsboord (33) die zich rondom de buitenrand van dit bovenframe (3) uitstrekt.

[57] De losmaakbare en onzichtbare verbinding van de draagkolommen (4a - 4d) met het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) wordt hierna verder in detail omschreven. Zoals te zien is op de figuur 1 en de figuren 4 en 5, is elk van de draagkolommen (4a -4d) aan de beide uiteindes daarvan op de twee zijden daarvan die in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1) aansluiten tegen het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) voorzien van een aantal openingen (40). Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwunit (1) volgens de uitvinding zijn twee dergelijke vertikaal boven elkaar geplaatste openingen (40) aangebracht. Bij voorkeur bevindt zich binnenin de holle ruimte van een draagkolom (4a - 4d) een verstevigingsplaat (41) met openingen op dezelfde plaats. Het onder- en het bovenframe (2, 3) is op elk van de 4 hoeken daarvan voorzien van twee haaks op elkaar staande vlakken (24, 34) waardoor op elk van deze hoeken een vierkante inham wordt gevormd waarin een respectievelijke draagkolom (4a - 4d) met een overeenstemmende vierkante doorsnede past. In deze twee haaks op elkaar staande vlakken (24, 34) zijn hetzelfde aantal openingen (25, 35) aangebracht als deze aangebracht in de draagkolommen (4a - 4d). Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm zijn dus ook twee vertikaal boven elkaar opgestelde openingen (25, 35) aangebracht in deze genoemde vlakken (24, 34). Deze openingen (25, 35) zijn daarbij zo in de genoemde vlakken (24, 34) aangebracht dat deze nagenoeg aansluiten op de openingen (40) aangebracht in de draagkolommen (4a - 4b) wanneer de bouwunit (1) is gemonteerd. Op deze manier kan doorheen elk van de rij openingen (25, 35, 40) die aangebracht zijn in de respectievelijke verstevigingsplaat (41), de respectievelijke draagkolom (4a - 4d) en het onder-, respectievelijk bovenframe (2, 3) en die op elkaar aansluiten, een schroefdraadverbinding, bij voorkeur bestaande uit een bout (7) (zie figuur 3), aangebracht worden.

[58] Ten einde de respectievelijke openingen (40) die aangebracht zijn in de draagkolommen (4a - 4d) op een snelle en efficiënte manier correct te kunnen positioneren tegenover elkaar, zijn de draagkolommen (4a - 4d) en het onder- en het bovenframe (2, 3) voorzien van één of meerdere uitsteeksels (26, 47) die door middel van een losse passing in één of meerdere overeenkomstige uitsparingen (46) ingebracht kunnen worden. Deze uitsparingen (46) zijn daarbij bij voorkeur zo aangebracht dat zich nadat de bouwunit (1) is gemonteerd in een nagenoeg horizontaal vlak uitstrekken. Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwunit (1) volgens de uitvinding, zijn de draagkolommen (4a - 4c) die niet voorzien zijn van een afvoerbuis (6) voor neerslagwater wordt de uitsparing gevormd door het open uiteinde (46) van de draagkolom (4a - 4c) die een rondom gesloten zijwand heeft (zie figuur 4). Op deze manier wordt een vierkante uitsparing (46) verkregen die zich uitstrekt doorheen de dwarsdoorsnede van de draagkolom (4a - 4c). Het onder-, respectievelijk bovenframe (2, 3) is daarbij op elk van de 4 hoeken aan de onder-, respectievelijk de bovenzijde daarvan een uitsteeksel in de vorm van een balkvormig plaatje (26) dat door middel van een losse passing in het vierkante uiteinde (46) van elke draagkolom (4a — 4c) ingebracht kan worden. Bij de draagkolom (4d) waarin een afvoerpijp (6) voor water afkomstig van neerslag is aangebracht, is op het uiteinde van de draagkolom (4d) dat in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1) zich ter hoogte van het onderframe (2) bevindt een cilindervormig uitsteeksel (47) (zie figuur 1) aangebracht dat door middel van een losse passing in een ronde opening (niet voorgesteld op de figuren) voorzien in de onderste zijde van het onderframe (2) kan worden ingebracht. Dit cilindervormige uitsteeksel (47) dient daarbij hol te zijn uitgevoerd aangezien daar water afkomstig van neerslag moet kunnen worden afgevoerd. Bij voorkeur is dit cilindervormige uitsteeksel (47) het verlengde van de afvoerpijp (6) (zoals te zien is op de figuur 5).

[59] Het metalen frame (10) wordt op de volgende manier geassembleerd: 1. het op de juiste plaats positioneren van de genoemde draagkolommen (4a - 4d) ten opzichte van het onderframe (3) door de genoemde uitsteeksels (26, 47) in de overeenkomstige genoemde uitsparingen (46) in te brengen zodanig dat de één of 'v meerdere openingen (40) die in het uiteinde van de respectievelijke draagkolom (4a - 4d) zijn aangebracht aansluiten op de één of meerdere overeenkomstige openingen (25) die in het onderframe (2) zijn aangebracht; 2. het gedeeltelijk aandraaien van de losmaakbare schroefdraadverbinding (7); 3. het op de juiste plaats positioneren van het bovenframe (3) ten opzichte van de geplaatste draagkolommen (4a - 4d) door de genoemde uitsteeksels (26, 47) in de overeenkomstige genoemde uitsparingen (46) in te brengen zodanig dat de één of meerdere openingen (40) die in het uiteinde van de respectievelijke draagkolom (4a - 4d) zijn aangebracht aansluiten op de één of meerdere overeenkomstige openingen (25, 35) die in het bovenframe (3) zijn aangebracht; 4. het losmaakbaar verbinden van de draagkolommen (4a - 4d) met het bovenframe (3) door het volledig aandraaien van de genoemde schroefverbinding (7); en 5. het volledig aandraaien van de genoemde losmaakbare schroefdraadverbinding (7) tussen de genoemde draagkolommen (4a - 4d) en het onderframe (2).

[60] Om het metalen frame (10) terug te demonteren worden volgende stappen ondernomen: 1. het bovenframe (3) wordt aan hijskettingen opgehangen; 2. de schroefdraadverbinding (7) van elk van de draagkolommen (4a - 4d) met het bovenframe (3) wordt losgemaakt en het bovenframe (3) wordt van de draagkolommen (4a - 4d) weggenomen; 3. de schroefdraadverbinding (7) van elk van de draagkolommen (4a - 4d) met het onderframe (2) wordt losgemaakt en de draagkolommen (4a - 4d) worden van het onderframe (2) weggenomen.

[61] Aangezien de vloerplaat (5) tijdens montage van de bouwunit (1) eerst wordt gemonteerd op het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) en daardoor de ischroefdraadverbinding (7) niet meer van bovenaf bereikbaar, zijn in de vloerplaat (5) die op het onderframe (2) is aangebracht ter hoogte van elk van de plaatsen waar een draagkolom (4a - 4d) met het boven,- respectievelijk het onderframe (2, 3) wordt verbonden een luik (50), bij voorkeur onder de vorm van een valluik, aangebracht. Ten einde dus in de hierboven omschreven werkwijze de schroefdraadverbindingen (7) gedeeltelijk of geheel te kunnen aandraaien, dienen de luiken (50) opgedaan worden om zo te schroefdraadverbindingen (7) te kunnen bereiken.

[62] Zoals te zien is op de figuren 2 en 3, is het onderframe (2) aan de binnenzijde daarvan bij voorkeur voorzien van stelpoten (8). Deze stelpoten (8) zorgen ervoor dat de gemonteerde bouwunit (1) volledig horizontaal geplaatst kan worden, zelfs bij een oneffen ondergrond. Zoals te zien is op de figuur 3, bestaan de stelpoten (8) bij voorkeur uit een stang (81) uit trapeziumdraad, dit ten einde de bouwunit (1) ook op zand en grind te kunnen plaatsen. Verder bevatten de stelpoten (8) een voetplaat (83) (zie figuren 2 en 3) om te voorkomen dat de stelpoten (8) zouden wegzakken in een zachte ondergrond. Over de stang (81) is een ring (82) aangebracht die heen en weer over deze stang (82) bewogen kan worden. Deze ring (82) is vast gelast aan de lange zijliggers (211, 213) van het onderframe (2).

[63] Bij voorkeur zijn op elke hoek van het onderframe (2) een dergelijke stelpoot (8) aangebracht. Verder is bij voorkeur ook in het midden van elk van de twee lange zijliggers (211, 213) een extra stelpoot (8) aangebracht. Deze twee extra stelpoten (8) situeren zich bij voorkeur recht tegenover elkaar. Wanneer de vloerplaat (8) op het onderframe (2) is aangebracht, dan kunnen de stelpoten (8) die op de hoeken van het onderframe (2) zijn aangebracht bereikt worden door middel van de reeds hierboven omschreven luiken (50). Verder is bij voorkeur ook ter hoogte van elk van de stelpoten (8) die in zich in het midden van de lange zijliggers (211, 213) situeren een dergelijk luik (50), bij voorkeur in de vorm van een valluik aangebracht.

[64] Zoals te zien is op de figuren 1 en 2, is het onderframe (2) bij voorkeur voorzien van een aantal boringen (9) waarin eenjiijsoog (niet voorgesteld op de figuren) kan worden ingebracht. Deze hijsogen dienen zo geplaatst te worden dat het onder- en/of het bovenframe (2, 3), het metalen frame (10) en de volledige bouwunit (1) in gemonteerde toestand gebruik makende van deze hijsogen kunnen opgetild worden. Meer bij voorkeur zijn aan twee tegenovergestelde zijden van het buitenste frame (21) van het onderframe (2) symmetrisch 4 dergelijke boringen (9) aangebracht.

i [65] Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een bouwunit (1) volgens de uitvinding is bij voorkeur voorzien van één of meerdere watertoevoerleidingen (niet voorgesteld op de figuren). Het buitenste frame (21) van het onderframe (2) omvat daarvoor één of meerdere doorvoeropeningen ten einde de watertoevoerleidingen binnenin de ruimte afgebakend door het onderframe (2) te brengen. Verder kunnen watertoevoerleidingen doorheen één of meerdere van de genoemde luiken (50) binnenin de ruimte afgebakend door het genoemde metalen frame (10) gebracht worden.

[66] Verder bevat de bouwunit (1) bij voorkeur een aantal andere nutsvoorzieningen zoals elektriciteit, telefoon, televisie, internet, video en dergelijke. Ten einde deze nutsvoorzieningen onzichtbaar binnenin de ruimte van het metalen frame (10) të brengen, zijn vooraleerst bij voorkeur in het buitenste frame (21, 31) van het genoemde onder-en/of bovenframe (2, 3) één of meerdere doorvoeropeningen (11) aangebracht. In het metalen frame (10) zoals voorgesteld op de figuur 1 is een dergelijke doorvoeropening (11) aangebracht in elk van de korte zijliggers (212, 214, 312, 314) van zowel het onder-als het bovenframe (2, 3), terwijl in het metalen frame (10) zoals voorgesteld op de figuur 2 enkel in de twee korte zijliggers (212, 214) van het onderframe (2) een dergelijke doorvoeropening (11) is aangebracht. De genoemde kabels voor de nutsvoorzieningen worden bij voorkeur doorheen één of meerdere van de holle draagkolommen (4a - 4d) aangebracht. Zoals te zien is op de figuren 1 en 3 tot en met 5, is daarvoor in de genoemde draagkolommen (4a - 4d), en in het onder- en bovenframe (2, 3) ter hoogte van de plaats waar de genoemde draagkolommen (4a - 4d) losmaakbaar met het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) verbonden worden, één of meerdere doorvoeropeningen (12) voorzien zijn voor het doorvoeren van deze kabels voor nutsvoorzieningen tot binnenin de respectievelijke holle draagkolom (4a - 4d). Verder kan in het buitenframe (21, 31) van het boven- en/of het onderframe (2, 3) zelf een aantal doorvoeropeningen (16) aangebracht zijn voor het doorvoeren van kabels voor de nutsvoorzieningen.

[67] Zoals te zien is op de figuren 1 tot 3, zijn het onder- en het bovenframe (2) bij voorkeur voorzien van U-vormige rails (13) waarin één of meerdere wandelementen (niet voorgesteld op de figuren) terug verwijderbaar kunnen worden ingebracht. Deze wandelementen zijn dus modulair aan te brengen, dit naar wens van de gebruiker van de bouwunit (1). De U-vormige profielen (13) laten toe dat de wandelementen heel gemakkelijk gewijzigd kunnen worden en terug uit het metalen frame (10) verwijderd kunnen worden.

[68] Zoals te zien is op de figuur 1, kunnen bij voorkeur binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe (3) één of meerdere verwijderbare plafonds (14) aangebracht worden. Deze verwijderbare plafonds (14) zijn bij voorkeur uitgevoerd als spanplafonds (14) die verwijderbaar in een gleuvensysteem (niet voorgesteld op de figuren) dat vastgemaakt is aan het bovenframe (3) aangebracht kunnen worden. Deze spanplafonds (14) zijn bij voorkeur vervaardigd uit textiel die rondom de rand daarvan voorzien is van een silicone boord die in de respectievelijke voorziene gleuven terug verwijderbaar aangebracht kan worden.

[69] Bovendien is in de voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwunit (1) volgens de uitvinding zoals voorgesteld op de figuur 1 centraal binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe (3) een rail (15) aangebracht die met het bovenframe (3) verbonden is. Deze rail (15) is bij voorkeur door middel van schroeven aan het bovenframe verbonden. Er kunnen ook meerdere dergelijke rails (15) voorzien worden. In deze rails (15) kunnen verschillende functionaliteiten ingebouwd worden. Bijvoorbeeld kan daarin verlichting worden ingebracht.

[70] Verder kan de bouwunit (1) volgens de uitvinding nog andere elementen bevatten die binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe (3) worden aangebracht zoals verwarmings- en verluchtingselementen, vaste ophangpunten voor het ophangen van objecten en dergelijke.

[71] De bouwunits (1) volgens de uitvinding kunnen verschillende afmetingen hebben. Bij voorkeur hebben deze een afmeting zodanig dat het onder- en het bovenframe (2, 3) op een trekker van een vrachtwagen getransporteerd kan worden. Verschillende dergelijke bouwunits (1) kunnen dan naar keuze modulair samengevoegd worden tot een unitbouw systeem (100). Dit unitbouw systeem (100) kan bestaan uit bouwunits (1) die zowel op, als naast als op en naast elkaar zijn opgesteld. Op de figuur 6 is een dergelijk unitbouw systeem (100) voorgesteld bestaande uit drie bouwunits (1), waarvan twee naast elkaar en twee boven elkaar zijn opgesteld. De stelpoten (8) zorgen ervoor dat de bouwunits (1) heel gemakkelijk op elkaar gestapeld kunnen worden en daarbij horizontaal genivelleerd kunnen worden.

[72] Wanneer bouwunits (1) op elkaar gestapeld worden kan het unitbouw systeem (100) één of meerdere trappen (niet voorgesteld op de figuren).

[73] Indien een unitbouw systeem (100) bestaande uit twee of meer naast elkaar geplaatste bouwunits (1) buiten wordt opgesteld, dan kan het opportuun zijn om er voor te zorgen dat er geen water afkomstig van neerslag in de naast elkaar opgestelde bouwunits (1) binnendringt. Daarvoor kan tussen twee naast elkaar liggende waterkeringsboorden (33) een afdekrubber (niet voorgesteld op de figuren) aangebracht worden.

Claims (26)

1. Bouwunit (1), omvattende een metalen frame (10) dat voorzien is van een onder- en een bovenframe (2, 3) die in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1 ) nagenoeg horizontaal zijn opgesteld, en minstens 4 draagkolommen (4a - 4d) die in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1) • nagenoeg vertikaal zijn opgesteld; en • met het onder- en het bovenframe (2, 3) verbonden zijn, MET HET KENMERK DAT het genoemde metalen frame (10) demonteerbaar is uitgevoerd.

2. Bouwunit, volgens conclusie 1, MET HET KENMERK DAT het metalen frame (10) voorzien is van een hoofdzakelijk rechthoekig of vierkant onder- en bovenframe (2, 3) die in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1) nagenoeg horizontaal zijn opgesteld; en minstens 4 draagkolommen (4a - 4d) met een hoofdzakelijk rechthoekige of vierkante dwarsdoorsnede en met een rondom gesloten zijwand, die in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1) • nagenoeg vertikaal zijn opgesteld; • losmaakbaar met het onder- en het bovenframe (2, 3) verbonden zijn; en • minstens op elk van de 4 hoeken van het rechthoekige of vierkante onder- en bovenframe (2, 3) zijn opgesteld op een zodanige manier dat de zichtbare buitenzijden van de genoemde draagkolommen (4a - 4d) en het genoemde onder-, respectievelijk bovenframe (2, 3) die tegen elkaar aangrenzen zich nagenoeg in hetzelfde vlak uitstrekken of zich binnenin de ruimte afgebakend door de zichtbare buitenzijden van het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) uitstrekken, waarbij de genoemde draagkolommen (4a - 4d) op elk van hun uiteindes één of meerdere uitsparingen (46), uitsteeksels (47) of een combinatie daarvan omvatten, en het genoemde onder- en bovenframe (2, 3), één of meerdere overeenkomstige uitsteeksels (26), uitsparingen of een combinatie daarvan omvatten, waarbij de genoemde uitsteeksels (26, 47) zo uitgevoerd zijn dat deze door middel van een losse passing in de respectievelijke uitsparingen (46) ingebracht kunnen worden, en waarbij de genoemde uitsparingen (26, 47) zich in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1) in een nagenoeg horizontale richting uitstrekken, en waarbij de genoemde draagkolommen (4a - 4d), respectievelijk het genoemde onder- en bovenframe (2, 3), ter hoogte van de plaats waar de draagkolommen (4a - 4d) met het genoemde onder-, respectievelijk bovenframe (2, 3) verbonden worden, aan één of meerdere tegenover elkaar liggende zijden die in gemonteerde toestand van de bouwunit (1) onzichtbaar zijn en vertikaal zijn opgesteld één of meerdere openingen (25, 35, 40) omvatten die in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1) nagenoeg op elkaar aansluiten en zo zijn uitgevoerd dat de genoemde draagkolommen (4a - 4d) met het onderframe (2), respectievelijk het bovenframe (3) losmaakbaar verbindbaar zijn door middel van één of meerdere losmaakbare schroefdraadverbindingen (7) die zich in gemonteerde toestand van de bouwunit (1) doorheen de respectievelijke openingen (25, 35, 40) uitstrekken, waarbij deze losmaakbare schroefdraadverbindingen onzichtbaar zijn vanaf de buitenzijde van de draagkolommen (4a - 4d) en het onder- en bovenframe (2, 3).

3. Bouwunit (1) volgens conclusie 1 of 2, MET HET KENMERK DAT de genoemde draagkolommen (4a - 4d) hol zijn uitgevoerd, en dat de genoemde draagkolommen (4a - 4d) binnenin deze holle ruimte, ter hoogte van de plaats waar de genoemde openingen (40) zich bevinden, op elk van de zijden waar de draagkolommen (4a -4d) met het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) verbonden worden, voorzien zijn van een verstevigingplaat (41) die hetzelfde aantal openingen (40) omvat als deze die aangebracht zijn in de draagkolommen (4a - 4d), waarbij de genoemde openingen (40) in de genoemde verstevigingplaten (41) zo zijn aangebracht dat deze in gemonteerde toestand van de bouwunit (1) aansluiten op de openingen (40) aangebracht in de draagkolommen (4a - 4d), ten einde de genoemde losmaakbare schroefdraadverbindingen (7), die voorzien zijn om de draagkolommen met het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) losmaakbaar te verbinden, doorheen de respectievelijke openingen (40) te kunnen aanbrengen.

4. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 3, MET HET KENMERK DAT één of meerdere van de genoemde draagkolommen (4a - 4c) op elk van hun uiteindes een vierkante uitsparing (46) omvatten, en het genoemde onder- en bovenframe (23) een balkvormig uitsteeksel (26) omvatten die zo zijn uitgevoerd dat deze balkvormige uitsteeksels (26) door middel van een losse passing in de respectievelijke vierkante uitsparingen (46) ingebracht kunnen worden, waarbij de genoemde vierkante uitsparingen (46) zich in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1) in een nagenoeg horizontale richting uitstrekken.

5. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 4, MET HET KENMERK DAT het hoofdzakelijk rechthoekige of vierkante onder- en bovenframe (2, 3) een buitenste frame (21, 31) omvatten waarbinnen één of meerdere draagliggers (221, 222, 321, 322) zijn aangebracht.

6. Bouwunit (1) volgens conclusie 5, MET HET KENMERK DAT het genoemde onderen bovenframe (2, 3) aan de bovenzijde van het buitenste frame (21, 31) een boord (23, 33) omvat die zich minstens gedeeltelijk rondom het onder-, respectievelijk bovenframe (2, 3), uitstrekt, en dat de genoemde draagliggers (221, 222, 321, 322) en de genoemde boord (23, 33) zo zijn uitgevoerd dat één of meerdere vloerplaten (5) binnenin de ruimte afgebakend door de genoemde boord (23, 33) en steunend op de genoemde draagliggers (221, 222, 321, 322) verwijderbaar kunnen worden aangebracht.

7. Bouwunit (1) volgens conclusie 6, MET HET KENMERK DAT één of meerdere van de genoemde vloerplaten (5) op elk van de plaatsen waar respectievelijke draagkolommen (4a - 4d) met het genoemde onder-, respectievelijk bovenframe (2, 3) losmaakbaar verbonden worden een luik (50) omvatten ten einde toegang te verlenen tot de respectievelijke losmaakbare schroefdraadverbindingen (7) die in gemonteerde toestand van de bouwunit (1 ) onzichtbaar zijn.

8. Bouwunit (1) volgens conclusie 7, MET HET KENMERK DAT de bouwunit (1) één of meerdere watertoevoerleidingen omvat, en dat het buitenste frame (21) van het onderframe (2) één of meerdere doorvoeropeningen omvat en de één of meerdere van de genoemde luiken (50) zo zijn uitgevoerd dat de genoemde watertoevoerleidingen van buiten het metalen frame (10) naar binnenin de ruimte afgebakend door het genoemde metalen frame (10) gebracht kunnen worden.

9. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 8, MET HET KENMERK DAT één of meerdere van de genoemde draagkolommen (4a - 4d) een afvoerpijp (6) voor water afkomstig van neerslag omvatten die zich in de langsrichting van de respectievelijke draagkolommen (4a - 4d) doorheen deze draagkolommen (4a - 4d) uitstrekt.

10. Bouwunit (1) volgens conclusie 9, MET HET KENMERK DAT de genoemde draagkolommen (4d) die een afvoerpijp (6) voor water afkomstig van neerslag omvatten aan het uiteinde dat voorzien is om losmaakbaar met het onderframe (2) verbonden te worden, een hol cilindervormig uitsteeksel (47) omvat en het genoemde onderframe (2) een overeenkomstige ronde opening omvat, waarbij het genoemde cilindervormige uitsteeksel (47) door middel van een losse passing in de genoemde ronde opening ingebracht kan worden, en waarbij de genoemde ronde opening zich in de gemonteerde toestand van de bouwunit (1) in een nagenoeg horizontale richting uitstrekt. ,

11. Bouwunit (1) volgens conclusie 9 of 10, MET HET KENMERK DAT het bovenframe (3) aan de bovenzijde daarvan een waterkeringsboord (33) omvat die zich rondom de buitenrand van het bovenframe (3) uitstrekt en dat minstens één van de genoemde vloerplaten (5) een afvoeropening omvat die aansluit op de genoemde afvoerpijp (6).

12. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 11, MET HET KENMERK DAT het bovenframe (3) een roofing omvat die zo is aangebracht dat deze zich binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe (3) uitstrekt.

13. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 12, MET HET KENMERK DAT omvat het onder- en/of bovenframe (2, 3) één of meerdere optilelementen om het onder- en/of bovènframe, het metalen frame (10) en de bouwunit (1) in gemonteerde toestand te kunnen optillen.

14. Bouwunit (1) volgens conclusie 13, MET HET KENMERK DAT de genoemde optilelementen twee of meerdere boringen (9) omvatten die zo zijn uitgevoerd dat daarin hijsogen kunnen worden ingebracht en die zo geplaatst zijn dat het onder-en/of bovenframe (2, 3), het metalen frame (10) en de bouwunit (1) in gemonteerde toestand via deze hijsogen opgetild kan worden.

15. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 9 tot en met 14, MET HET KENMERK DAT het buitenste frame (21, 31 ) van het genoemde onder- en/of bovenframe (2, 3) één of meerdere doorvoeropeningen (11) omvat die zo voorzien zijn dat één öf meerdere kabels voor nutsvoorzieningen doorheen deze doorvoeropeningen (11) binnenin de ruimte afgebakend door het respectievelijke buitenframe (21, 31) gebracht kunnen worden.

16. Bouwunit (1) volgens conclusie 15, MET HET KENMERK DAT de genoemde kabels voor nutsvoorzieningen in gemonteerde toestand van de bouwunit (1) doorheen de genoemde draagkolommen (4a - 4d) zijn aangebracht, waarbij in de genoemde draagkolommen (4a - 4d), en het onder- en bovenframe (2, 3) ter hoogte van de plaats waar de genoemde draagkolommen (4a - 4d) losmaakbaar met het onder-, respectievelijk het bovenframe (2, 3) verbonden worden, één of meerdere doorvoeropeningen (12) voorzien zijn voor het doorvoeren van de genoemde kabels voor nutsvoorzieningen.

17. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 16, MET HET KENMERK DAT de genoemde draagkolommen (4a - 4d) één of meerdere draag profielen (13) omvatten die zich uitstrekken in de langsrichting van de draagkolommen (4a - 4d) en die zodanig zijn uitgevoerd dat daarin één of meerdere wandelementen verwijderbaar ingebracht kunnen worden.

18. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 17, MET HET KENMERK DAT het genoemde onderframe (2) aan de onderzijde daarvan minstens 4 stelpoten (8) omvat die ter hoogte van de 4 hoeken van het onderframe (2) aangebracht zijn.

19. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 18, MET HET KENMERK DAT het genoemde metalen frame (10) vervaardigd is uit staal.

20. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 19, MET HET KENMERK DAT de bouwunit (1) binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe (3) aan de zijde daarvan die zich in gemonteerde toestand van de bouwunit (1) aan de binnenkant bevindt centraal één of meerdere rails (15) omvat waarin verlichting is aangebracht.

21. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 20, MET HET KENMERK DAT de bouwunit (1) binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe (3) aan de zijde die zich in gemonteerde toestand van de bouwunit (1) aan de binnenkant bevindt één of meerdere verwijderbare plafonds (14) omvat.

22. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 21, MET HET KENMERK DAT de bouwunit (1) binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe (3) aan de zijde die zich in gemonteerde toestand van de bouwunit (1) aan de binnenkant bevindt één of meerdere verwarmings- en verluchtingselementen omvat.

23. Bouwunit (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 22, MET HET KENMERK DAT de bouwunit (1) binnenin de ruimte afgebakend door het bovenframe (3) aan de zijde die zich in gemonteerde toestand van de bouwunit (1) aan de binnenkant bevindt één of meerdere vaste ophangpunten omvat voor het ophangen van objecten.

24. Werkwijze voor het monteren van een bouwunit (1 ) volgens één van de conclusies 2 tot en met 23, MET HET KENMERK DAT de werkwijze de volgende stappen omvat: het op de juiste plaats positioneren van de genoemde draagkolommèn (4a -4d) ten opzichte van het onderframe (3) door de genoemde uitsteeksels (26, 47) in de overeenkomstige genoemde uitsparingen (46) in te brengen zodanig dat de één of meerdere openingen (40) die in het uiteinde van de respectievelijke draagkolom (4a - 4d) zijn aangebracht aansluiten op de één of meerdere overeenkomstige openingen (25) die in het onderframe (2) zijn aangebracht; het gedeeltelijk aandraaien van de losmaakbare schroefdraadverbinding (7); het op de juiste plaats positioneren van het bovenframe (3) ten opzichte van de geplaatste draagkolommen (4a - 4d) door de genoemde uitsteeksels (26, 47) in de overeenkomstige genoemde uitsparingen (46) in te brengen zodanig dat de één of meerdere openingen (40) die in het uiteinde van de respectievelijke draagkolom (4a - 4d) zijn aangebracht aansluiten op de één of meerdere overeenkomstige openingen (25, 35) die in het bovenframe (3) zijn aangebracht; het losmaakbaar verbinden van de draagkolommen (4a - 4d) met het bovenframe (3) door het volledig aandraaien van de genoemde schroefverbinding (7); en het volledig aandraaien van de genoemde losmaakbare schroefdraadverbinding (7) tussen de genoemde draagkolommen (4a - 4d) en het onderframe (2).

25. Unitbouw systeem (100) omvattende één of meerdere bouwunits (1) volgens één van de voorgaande conclusies.

26. Unitbouw systeem (100) volgens conclusie 25, MET HET KENMERK DAT het unitbouw systeem 100) twee of meerdere genoemde bouwunits (1) omvat die tegen elkaar zijn geplaatst, waarbij het bovenframe (3) van de genoemde bouwunits (1) aan de bovenzijde daarvan een waterkeringsboord (33) omvat die zich rondom de buitenrand van het bovenframe (3) uitstrekt, en waarbij tussen de waterkeringsboorden (33) van twee naast elkaar liggende bouwunits (1) een afdekrubber is aangebracht.