NL1026545C2

NL1026545C2 - Samenstel voor een bouwconstructie.

Info

Publication number: NL1026545C2
Application number: NL1026545A
Authority: NL
Inventors: Johannes Petrus Jansen; Hendrikus Wilhelmus Jansen
Original assignee: Carpet Stones B V
Priority date: 2004-07-01
Filing date: 2004-07-01
Publication date: 2006-01-03
Also published as: WO2006004396A1

Description

I — - t «

Samenstel voor een bouwconstructie

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel, in het bijzonder voor een bouwconstructie zoals bijvoorbeeld een schuur, garage of tuinhuis, voor plaatsing op een ondergrond. De uitvinding heeft verder betrekking op een 5 werkwijze voor het samenstellen en plaatsen van de bouwconstructie op de ondergrond.

Bekend zijn houten tuinhuisjes of blokhutten omvattende een houten grondbalk, een aantal verticaal op de grondbalk geplaatste houtens staanders voor het dragen van 10 een dakconstructie en aan de staanders bevestigde wanden, waarbij de wanden opgebouwd zijn uit een groot aantal wandbalken of rabatdelen voorzien van messing en groef voor het onderling verbinden van deze wandbalken of rabatdelen.

Vaak wordt de grondbalk door middel van windankers in de 15 ondergrond verankerd.

Een nadeel van dergelijke tuinhuisjes of blokhutten is, dat deze veelal door deskundig personeel in elkaar gezet moet worden en dat het opbouwen hiervan veel tijd in beslag neemt.

20 Een verder nadeel van dergelijke tuinhuisjes of blokhutten is, dat deze regelmatig onderhoud vergen.

_102654 5_

* · I

" 1 2

Een doel van de uitvinding is om in althans één van deze aspecten verbetering te brengen.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een samenstel voor plaatsing op een ondergrond, omvattende 5 een grondbalk voor plaatsing op of althans ten dele in de ondergrond, waarbij de grondbalk aan een van de ondergrond af reikende zijde voorzien is van een eerste sponning, een aantal zijwandpanelen voor plaatsing op de 10 grondbalk, waarbij de zijwandpanelen aan een eerste zijkant voorzien zijn van een eerste rand voor plaatsing van deze eerste zijkant in de eerste sponning van de grondbalk en waarbij de zijwandpanelen aan in hoofdzaak loodrecht op de eerste zijkant aansluitende tweede en derde zijkanten 15 voorzien zijn van respectievelijk een tweede sponning en een tweede rand voor het onderling verbinden van de zij -wandpanelen, en een bovensluitende balk voor plaatsing op een tegenover de eerste zijkant gelegen vierde zijkant van de 20 zijwandpanelen, waarbij de bovensluitende balk een derde sponning omvat voor het hierin ten minste ten dele opnemen van de vierde zijkant van de zijwandpanelen.

Aldus wordt bij het samenstel volgens de uitvinding gebruik gemaakt van voorgefabriceerde, ook wel prefab 25 genoemd, zijwandpanelen die zich uitstrekken tussen een grondbalk en een bovensluitende balk. De grondbalk van het samenstel volgens de uitvinding is aldus voorbereid voor het in de eerste sponning daarvan plaatsen van de eerste rand van de zijwandpanelen, welke eerste sponning en eerste 30 rand, bij voorkeur, tevens zorgen voor een adequate afdichting tussen de grondbalk en de zijwandpanelen. Bij een plaatsing van de zijwandpanelen op de grondbalk kunnen aangrenzende zijwandpanelen onderling verbonden worden door het plaatsen van de tweede rand van het ene zijwandpaneel 35 in de tweede sponning van het andere zijwandpaneel. Bij voorkeur zorgen de tweede sponning en tweede rand tevens voor een adequate afdichting tussen de aangrenzende zij- _1 η o «< a ς_·'____ 3 wandpanelen.

Bij voorkeur worden de afmetingen van de zijwand-panelen zodanig gekozen dat elke zijwand van de bouwconstructie minder dan tien naast elkaar geplaatste zijwand-5 panelen omvat. In een voorbeelduitvoering zoals in de figuurbeschrijving omschreven omvat elke zijwand twee of drie zijwandpanelen. Hierdoor kan het aantal te plaatsen zijwandpanelen beperkt blijven.

Het samenstel volgens de uitvinding is verder 10 voorzien van een bovensluitende en bij voorkeur omlopende balk. Deze bovensluitende balk is na plaatsing op de zijwandpanelen werkzaam voor het verbinden van de verschillende zijwandpanelen van het bouwwerk aan hun bovenzijde. Daarnaast zijn deze zijwandpanelen aan hun 15 onderzijde verbonden met de grondbalk en zijn deze zijwandpanelen onderling verbonden door middel van een sponning en randverbinding. Hierdoor wordt een stabiele en stevige bouwconstructie verkregen.

In een uitvoeringsvorm omvat het samenstel verder 20 een kozijn voor plaatsing tussen twee zijwandpanelen, waarbij het kozijn aan elk van twee tegenover elkaar gelegen zijkanten voorzien is van een sponning of een rand voor het onderling verbinden van het kozijn met de twee aangrenzende zijwandpanelen. In een uitvoeringsvorm is het 25 kozijn aan twee tegenover elkaar gelegen tweede en derde zijkanten voorzien van respectievelijk een tweede sponning voor het hierin opnemen van een tweede rand van een aangrenzend zijwandpaneel, en een tweede rand voor het plaatsen van een tweede sponning van een aangrenzend 30 zijwandpaneel, voor het onderling verbinden van het kozijn met de twee zijwandpanelen.

Bij voorkeur hebben de zijwandpanelen en het kozijn in hoofdzaak dezelfde afmetingen. Hierdoor kan op de plaats van een zijwandpaneel op een eenvoudige wijze een 35 kozijn geplaatst worden. Het kozijn kan aldus op verschillende plaatsen langs de omtrek van het bouwwerk geplaatst worden. Tevens kan het bouwwerk indien gewenst op _a *n o o c a t-_ 4 eenvoudige wijze voorzien worden van meer dan één kozijn.

In een uitvoeringsvorm zijn de zijwandpanelen van een eerste verhardend materiaal vervaardigd, bij voorkeur van beton, bij voorkeur gietbeton. Een voordeel van derge-5 lijke zijwandpanelen uit een verhardend materiaal zoals beton is dat deze nagenoeg onderhoudsvrij zijn.

Een verder voordeel van de zijwandpanelen van een verhardend materiaal is, dat deze eenvoudig geproduceerd kunnen worden door gebruik te maken van mallen, bij voor-10 keur flexibele mallen, bij voorkeur uit een elastomeer zoals bijvoorbeeld rubber. Hierbij wordt het verhardend materiaal in de mal gegoten. Na uitharding van het materiaal wordt de mal verwijderd, waarna deze opnieuw gevuld kan worden met verhardend materiaal voor het produceren van een 15 volgend zijwandpaneel.

Door de mal aan zijn binnenzijde te voorzien van een structuur kunnen de zijwandpanelen eenvoudigerwijs voorzien worden van een oppervlaktestructuur. Bij voorkeur wordt hiertoe een mal gebruikt, waarbij een bodemoppervlak 20 van de mal complementair gevormd is aan de gewenste oppervlaktestructuur van de zijwandpanelen.

In een uitvoeringsvorm is een oppervlak van de zijwandpanelen voor plaatsing aan een naar een buitenzijde van de bouwconstructie gekeerde zijde voorzien van de 25 oppervlaktestructuur. Hierbij kan deze oppervlaktestructuur gevormd zijn naar een gemetselde stenen muur of naar een houten muur van bijvoorbeeld wandbalken of rabatdelen.

Aldus biedt de bouwconstructie van buiten hetzelfde aanzicht als van een gemetseld stenen bouwwerk of een houten 30 bouwwerk.

In een verdere uitvoeringsvorm is ook de grondbalk vervaardigd van een tweede verhardend materiaal, bij voorkeur van beton. Aldus wordt een nagenoeg onderhoudsvrije en zware grondbalk verkregen voor het 35 vormen van een fundering van de bouwconstructie.

Bij voorkeur omvat het samenstel een aantal grondbalkdelen, waarbij de grondbalkdelen in serie _1 0?RS4 ς_______ 5 plaatsbaar zijn voor het vormen van de grondbalk. Hierdoor wordt een modulaire grondbalk verkregen die eenvoudig aangepast kan worden aan de gewenste afmetingen van de bouwconstructie, door het bijplaatsen of wegnemen van 5 grondbalkdelen.

Bij voorkeur zijn de afmetingen van deze grondbalkdelen zodanig dat deze als prefab grondbalkdelen aangevoerd en geplaatst kunnen worden. Deze prefab grondbalkdelen kunnen aldus met een hijswerktuig verplaatst 10 en geplaatst worden. Bij voorkeur zij de afmetingen en het gewicht van een grondbalkdeel zodanig dat deze door één of twee personen geplaatst kan worden.

In een uitvoeringsvorm is de vierde zijkant van de zijwandpanelen voorzien van een derde rand voor 15 plaatsing van deze derde rand in de derde sponning van de bovensluitende balk. In een eenvoudige uitvoeringsvorm is de derde sponning van de bovensluitende balk als een groef gevormd en zijn de derde randen als een messing gevormd.

In een verdere eenvoudige uitvoeringsvorm zijn de 20 eerste sponningen als een groef gevormd en zijn de eerste randen als een messing gevormd. Bij voorkeur zijn de tweede sponningen als een groef gevormd en zijn de tweede randen als een messing gevormd.

In een uitvoeringsvorm is één of meer van de 25 zijwandpanelen voorzien van een langs de tweede zijkant uitstrekkend en de tweede sponning omvattende zijwand-gedeelte, waarbij dit zijwandgedeelte een dikkere wanddikte heeft dan de rest van het zijwandpaneel. Dit zijwandgedeelte vormt aldus een staander of kolom welke een 30 extra ondersteuning kan bieden voor de dakconstructie. Door het gebruikt van zijwandpanelen die allen voorzien zijn van een dergelijk verdikt zijwandgedeelte, is de bouwconstructie op regelmatige afstand rondom de gehele bouwconstructie voorzien van dergelijke staanders of 3 5 kolommen.

/

In een uitvoeringsvorm omvat het samenstel twee verschillende zijwandpanelen voor het opbouwen van de _ 1 Q 2 65 4 5_ _ 6 bouwconstructie. Een eerste zijwandpaneel is voorzien van een tweede sponning die in hoofdzaak in het vlak of parallel aan het vlak van het zijwandpaneel geplaatst is voor het verbinden van twee in eikaars verlengde geplaatste 5 zijwandpanelen. Een tweede zijwandpaneel is voorzien van een tweede sponning die in een vlak in hoofdzaak loodrecht op het vlak van het zijwandpaneel geplaatst is voor het verbinden van twee een hoek vormende zijwandpanelen.

Voornamelijk voor het verkrijgen van stabilisatie 10 van het bouwwerk tijdens de opbouwfase zijn in een uitvoeringvorm ten minste twee een hoek vormende zijwandpanelen aan een oppervlak voor plaatsing aan een naar een binnenzijde van de bouwconstructie gekeerde zijde hiervan voorzien van bevestigingsmiddelen voor het plaatsen __15 van een schoor tussen de twee zijwandpanelen. Bij voorkeur zijn de bevestigingsmiddelen in hóofdzaak op gelijke hoogte- - - - -van de ondergrond en op afstand van de hoek geplaatst voor het tussen deze bevestigingsmiddelen en in hoofdzaak horizontaal plaatsen van de schoor. In een eenvoudige 20 uitvoeringsvorm omvat de schoor een trekstang, een koppelstrip of een koppelstaaf. De schoor die de hoek tussen de twee een hoek vormden zijwandpanelen overspant, verbindt aldus de twee zijwandpanelen en stabiliseert aldus deze hoek van het bouwwerk. Na het plaatsen van de 25 bovensluitende balk wordt deze stabiliserende werking door de bovensluitende balk overgenomen en kan de schoor verwijderd worden.

Bij voorkeur zijn de bevestigingsmiddelen losneembaar verbonden met de zijwandpanelen. Bij deze 30 uitvoeringsvorm kunnen de bevestigingsmiddelen, nadat de bovensluitende balk geplaatst is en de schoor verwijderd is, verwijderd worden. Hierdoor wordt een vlakke binnenwand van de zijwandpanelen verkregen, zonder uitstékende delen.

Bij gebruik van in een mal geproduceerde 35 zijwandpanelen, kunnen bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van bevestigingspluggen, in het onverhard materiaal aangebracht worden. Na uitharding zijn deze ^026545 7 bevestigingspluggen aldus duurzaam en stevig verbonden met het zijwandpaneel. Bij voorkeur steken deze bevestigingspluggen niet uit het vlak van het zijwandpaneel uit, maar vormen zij een opening in het zijwandpaneel voor het hierin 5 plaatsen van verbindingsmiddelen voor het hiermee verbinden van de schoor. In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvatten deze verbindingsmiddelen haken die voorzien zijn van een schroefdraad waarmee de haken in de bevestigingspluggen geschroefd kunnen worden.

10 In een verdere ontwikkeling zijn het oppervlak van de zijwandpanelen voor plaatsing aan een naar een binnenzijde van de bouwconstructie gekeerde zijde hiervan voorzien van een aantal bevestigingspluggen. Deze pluggen kunnen gebruikt worden voor het bevestigen van verdere 15 onderdelen van de bouwconstructie, zoals bijvoorbeeld isolatiemateriaal of een binnenwandbekleding, of na de opbouwfase voor het bevestigen van delen van de inrichting van het bouwwerk, zoals bijvoorbeeld plankdragers voor schappen of boekenplanken, muurkastjes, vitragerails, 20 enzovoorts.

In een verdere uitvoeringsvorm is één of meer van de zijwandpanelen voorzien van een doorgaande opening voor het hierin plaatsen van een raam. Ook deze doorgaande opening kan, net als de bevestigingspluggen, tijdens het in 25 een mal produceren van de zijwandpanelen gevormd worden.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm is de bovensluitende balk ten minste ten dele van hout gevormd.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat het samenstel volgens de uitvinding een dakconstructie voor 30 plaatsing op de bovensluitende balk.

In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een bouwconstructie omvattende een samenstel zoals hiervoor beschreven

In een verder aspect voorziet de uitvinding in 35 een bouwconstructie, in het bijzonder een schuur of tuinhuis, voor plaatsing op een ondergrond, omvattende een betonnen grondbalk voor plaatsing op of Λ 0265 45 8 althans ten dele in de ondergrond, waarbij de grondbalk aan een van de ondergrond af reikende zijde voorzien is van een eerste sponning, een aantal betonnen zijwandpanelen voor plaatsing 5 op de grondbalk, waarbij de zijwandpanelen aan een eerste zijkant voorzien zijn van een eerste rand voor plaatsing van deze eerste zijkant in de eerste sponning van de grondbalk en waarbij de zijwandpanelen aan in hoofdzaak loodrecht op de eerste zijkant aansluitende tweede en derde 10 zijkanten voorzien zijn van respectievelijk een tweede sponning en een tweede rand voor het onderling verbinden van de zijwandpanelen, een bovensluitende balk voor plaatsing op een tegenover de eerste zijkant gelegen vierde zijkant van de _15 zijwandpanelen, waarbij de bovensluitende balk een derde sponning omvat voor het over een naar een buitenzijde van het samenstel gekeerde zijde van de zijwandpanelen grijpen van de bovensluitende balk.

In een derde aspect voorziet de uitvinding in 20 een zijwandpaneel kennelijk geschikt en bestemd voor samenstel zoals hiervoor beschreven.

In een vierde aspect voorziet de uitvinding in een kozijn kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel zoals hiervoor beschreven.

25 De uitvinding zoals hiervoor beschreven zal hieronder worden toegelicht aan de hand van de in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoerings-vormen van een bouwwerk volgens de uitvinding. Getoond wordt in: 30 Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een bouwwerk volgens de uitvinding in de vorm van een tuinhuisje;

Figuur 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een grondbalkdeel; 35 Figuren 3A en 3B een bovenaanzicht van grondbalkdelen voor plaatsing in respectievelijk een hoek en langs een zijkant van het bouwwerk van figuur l; 1026545_________ 9

Figuur 4 een schematisch perspectivisch aanzicht vanaf de binnenzijde van het bouwwerk van een hoek van het bouwwerk van figuur 1;

Figuur 5 een schematisch aanzicht van een 5 zijwandpaneel van het bouwwerk van figuur 1;

Figuren 6A en 6B een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht van de zijwandpanelen van het bouwwerk van figuur 1 langs een lijn die in hoofdzaak parallel aan de grondbalk loopt; 10 Figuur 7 een schematisch bovenaanzicht van de plaatsing van de verschillende zijwandpanelen rondom het bouwwerk van figuur 1;

Figuur 8A een schematisch bovenaanzicht van de plaatsing van de verschillende zijwandpanelen rondom een 15 alternatieve uitvoeringsvorm van het bouwwerk van figuur 1;

Figuur 8B een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht van een extra zijwandpaneel voor de alternatieve uitvoeringsvorm van het bouwwerk van figuur 1 langs een lijn die in hoofdzaak parallel aan de grondbalk loopt; 20 Figuur 9 een schematisch perspectivisch aanzicht van de plaatsing van de bovensluitende balk;

Figuur 10 een schematisch perspectivisch detailaanzicht van de aansluiting tussen een kozijn en een zij wandpaneel; 25 Figuur 11 een schematisch bovenaanzicht van de aansluiting van twee aangrenzende zijwandpanelen in een hoek van het bouwwerk;

Figuur 12 een schematisch perspectivisch detailaanzicht van een hoek van het bouwwerk na plaatsing 30 van de bovensluitende balk;

Figuur 13 een schematisch aanzicht van een zijwandpaneel voorzien van een oppervlaktestructuur welke gevormd is naar een gemetselde stenen muur; en

Figuur 14 een schematisch aanzicht van een 35 zijwandpaneel voorzien van een oppervlaktestructuur welke gevormd is naar een houten muur.

De figuren tonen een voorbeelduitvoeringsvorm van _ 1 n5êé_45_ 10 een bouwwerk volgens de uitvinding in de vorm van een tuinhuis 1 met een in hoofdzaak rechthoekig gevormde bodemomtrek. Het tuinhuis 1, zoals getoond in figuur 1, omvat een grondbalk 2 die op de ondergrond geplaatst is. Op 5 deze grondbalk 2 zijn diverse zijwandpanelen 3 geplaatst. Daarnaast is aan een voorzijde 11 van het tuinhuis een kozijn met een deur 4 geplaatst tussen twee zijwandpanelen 3. De aan de voorzijde 11 van het tuinhuis 1 gelegen zijwandpanelen 31 zijn tevens voorzien van openingen waarin 10 een raam 5 geplaatst kan worden zoals getoond in figuur 1.

De zijkanten 12 van het tuinhuis 1 worden gevormd door twee naast elkaar geplaatste zijwandpanelen 3. De achterzijde van het tuinhuis (niet getoond) wordt gevormd door drie naast elkaar geplaatste zijwandpanelen 3.

------IS_____De_zijjwandpanelen 3, 31 en het kozijn 4 met de deur zijn met hun aangrenzende zijwandpanelen ”3, 31 “en kozijn 4 verbonden door middel van een hieronder besproken messing en groefverbinding. Daarnaast is het tuinhuis 1 aan de bovenzijde van de zijwandpanelen 3, 31 en het kozijn 4 20 voorzien van een bovensluitende balk 6(zie figuur 9) die de zijwandpanelen 3, 31 en het kozijn 4 in hun verbonden toestand fixeren. Op deze bovensluitende balk 6 is een dakconstructie 5 geplaatst voor het afdekken van het tuinhuisje 1, zoals getoond in figuur 1.

25 De grondbalk 2 is opgebouwd uit een aantal in serie geplaatste grondbalkdelen 21 welke in detail weergegeven zijn in figuur 2. Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een uiteinde van een dergelijke grondbalkdeel 21. Het grondbalkdeel 21 is aan zijn bovenzijde voorzien 30 van een sponning of groef 22 die zich over de lengte van het grondbalkdeel 21 uitstrekt. Het tegenover de groef 22 gelegen grondvlak 23 draagt de gehele bouwconstructie. In deze voorbeelduitvoeringsvorm wordt het grondbalkdeel 21 gevormd door een betonnen balk met een dikte van ca. 9 cm 35 en een breedte van ca. 21,5 cm. Deze betonnen balk is aan de bovenzijde over zijn gehele lengte in het midden voorzien van de groef 22, welke groef ca. 2 cm diep en 2,5 11)^6545 _ 11 cm breed is. Voor het langs de omtrek van het bouwwerk achter elkaar plaatsen van dergelijke grondbalkdelen 21 wordt de gehele grondbalk 2 zoals getoond in figuur 1 gevormd, welke grondbalk 2 werkzaam is als fundering van 5 het tuinhuis 1.

Om het aantal verschillende onderdelen van de grondbalk 2 tot een minimum te beperken, is in een voorkeursuitvoeringsvorm, zoals getoond in de figuren 3A en 3B, gekozen voor slechts twee verschillende grondbalkdelen 10 211, 212. Een eerste grondbalkdeel 212 is ingericht voor plaatsing in de hoek van het bouwwerk 1. Dit grondbalk hoekdeel 212 is getoond in figuur 3A. De lengte van de armen 213, 214 is in hoofdzaak gelijk aan een halve breedte van de zijwandpanelen 3. De overige onderdelen van de 15 grondbalk 2 wordt gevormd door rechte grondbalkdelen 211 zoals getoond in figuur 3B met een lengte die in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van de zijwandpanelen 3. Aldus kunnen tussen twee hoekdelen 212 n grondbalkdelen 211 geplaatst worden, waarbij n gelijk is aan het aantal 20 zijwandpanelen 3 min één. De zijwandpanelen 3 die boven op deze grondbalkconstructie 2 geplaatst zijn, zijn aldus met hun onderlinge aansluiting in een nagenoeg halfsteens verband geplaatst ten opzichte van de onderlinge aansluiting van grondbalkdelen 211, 212. Een dergelijke 25 plaatsing van de zijwandpanelen 3 op de grondbalkdelen 211, 212 is getoond in figuur 4.

Verder toont figuur 4 de plaatsing van de zijwandpanelen 3 in de groef 22 van de grondbalkdelen 211, 212. Hiertoe zijn de zijwandpanelen 3 aan hun onderzijde 30 voorzien van een messing 32 zoals getoond in figuur 5. Het zijwandpaneel 3 dat getoond is in figuur 5 is gevormd als een betonnen plaat met een hoogte die in hoofdzaak gelijk is aan de uiteindelijke muurhoogte van het tuinhuis 1. Een dergelijk zijwandpaneel 3 is aldus voorzien van een eerste 35 zijkant voorzien van een eerste rand of messing 32 voor plaatsing in de groef 22 van de grondbalk 2. Verder omvat dit zijwandpaneel 3 een tweede zijkant voorzien van een _1 ooft% 4 5_ 12 tweede sponning of groef 33, een derde zijkant voorzien van een tweede rand of messing 34. De individuele zijwandpanelen 3 zijn aldus onderling koppelbaar door het plaatsen van de messing 34 van een eerste zijwandpaneel 3 5 in de groef 33 van een daarnaast aangrenzend gelegen tweede zijwandpaneel 3. Tot slot omvat dit zijwandpaneel 3 een bovenkant voorzien van een derde rand of messing 35 voor het hierop plaatsen van een bovensluitende balk 6. Figuren 6A en 6B tonen een dwarsdoorsnedenaanzicht van twee 10 verschillende zijwandpanelen 3. Hierin is duidelijk getoond dat het deel van het zijwandpaneel 3 waarin de groef 33 gelegen is voorzien is van een zijwandgedeelte 36, 37 dat een dikkere wanddikte heeft dan de rest van het zijwandpaneel 3. Dit verdikt zijwandgedeelte 36, 37 vormt aldus het _____15 koppelgedeelte waarin de groef 33 geplaatst is. Een verder voordeel van een dergelijk verdikt 'gedeelte 367 37 is-, -dat- — __ het tevens dienst gaat doen als een verticaal steunelement voor het dragen van de dakconstructie 5. In figuur 6A is de groef 33 in hoofdzaak in het vlak van het zijwandpaneel 33 20 geplaatst voor het verbinden van twee in eikaars verlengde geplaatste zijwandpanelen 3. De groef 33 in het zijwandpaneel 3 zoals getoond in figuur 6B is aangebracht in een vlak dat in hoofdzaak loodrecht op het vlak van het zijwandpaneel 3 geplaatst is voor het onderling verbinden 25 van twee zijwandpanelen 3 in een hoek van het tuinhuis 1.

Aldus kunnen met deze twee elementen A, B het tuinhuis 1 in elkaar gezet worden volgens de schets van figuur 7.

Het schematisch schets van figuur 7 toont de plaatsing van de verschillende zijwandpanelen A, B en toont 30 verder een kozijn 4 voor het hierin plaatsen van een deur.

Het kozijn 4 is een eerste zijkant voorzien is van een groef 41 waarin een messing 34 van het aangrenzende zijwandpaneel B passend opgenomen kan worden, en aan een tweede zijde een messing 42 voor plaatsing in de groef 33 35 van een verder aangrenzend zijwandpaneel A. Bij voorkeur correspondeert de breedte van het kozijn 4 met de breedte van een zijwandpaneel 3, en in het bijzonder met de _< Π O ft R Λ ^ _ 13 afmetingen van het zijwandpaneel A van figuur 6A. Hierdoor kan het kozijn 4 overal langs de omtrek van het tuinhuis geplaatst worden, in de plaats van een zijwandpaneel A.

In een verdere ontwikkeling, wordt een kozijn 4 5 toegepast dat aan beide zijden voorzien is van een messing 42 zoals getoond in figuur 8A. Voor deze uitvoeringsvorm is echter een extra zijwandpaneel C nodig zoals getoond in figuur 8B, dat aan twee zijden voorzien is van een groef 33 en een verdikt zijwandgedeelte 36, 37.

10 Figuur 9 toont de plaatsing van een bovensluitende balk 6 boven op de zijwandpanelen 3 van het tuinhuis 1 volgens deze voorbeelduitvoeringsvorm. Deze bovensluitende balk 6 is gevormd van houten balken die voorzien zijn van een sponning of groef 61 waarin de 15 messingen 35 aan de bovenzijde van de zijwandpanelen 3 opgenomen kunnen worden. Deze houten bovensluitende balk 6 fixeert aldus de verschillende zijwandgedeelten 3 van het tuinhuis 1 aan hun bovenzijde. De bovensluitende en omlopende balk 6 kan bijvoorbeeld gevormd zijn door losse 20 balkdelen die door middel van hoekijzers 62 met elkaar . verbonden zijn.

In een verdere ontwikkeling is ook het kozijn 4 aan zijn bovenzijde voorzien van een messing 43 voor het in werkzaam verband plaatsen van de messing 43 in de groef 61 25 van de bovensluitende balk 6. Een voorbeeld van een dergelijke verdere ontwikkeling is getoond in figuur 10. Hierin wordt getoond dat voor de onderlinge verbinding van het kozijn 4 met het aangrenzende zijwandpaneel 3, het kozijn 4 met zijn messing 42 in de groef van een aangren-30 zend zijwandpaneel 3 geplaatst is. Aan de bovenzijde van het kozijn 4 is een messing 43 geplaatst welke in hoofdzaak dezelfde afmetingen heeft als de messing 35 aan de bovenzijde van het zijwandpaneel 3. Op een dergelijke wijze wordt een in hoofdzaak doorlopende messing 43, 35 verkregen 35 aan de bovenzijde van de zijwandpanelen en het kozijn 4 voor het hierover grijpen van de groef 61 van de bovensluitende balk 6.

_1 4 5_ _ 14

Voor stabilisatie bij de opbouwfase kunnen de zijwandpanelen 3 voorzien zijn van bevestigingselementen 38 aan een naar een binnenzijde van de bouwconstructie gekeerde zijde, zoals getoond in figuur 11. De in figuur 11 5 getoonde, op afstand van een hoek van het bouwwerk geplaatste bevestigingsmiddelen 38 zijn onderling verbonden door middel van een schoor of trekstang 7. Voor het plaatsen van deze trekstang 7 tussen de bevestigingsmiddelen 38 van twee een hoek vormende 10 zijwandpanelen 3, worden deze twee zijwandpanelen 3 onderling gefixeerd en aldus wordt een stabiele hoekverbinding van het bouwwerk in aanbouw verkregen. De schoor 7 zorgt er verder voor dat de messing 34 van het eerste zijwandpaneel 3 tijdens de opbouwfase in de groef ____15 van het tweede zijwandpaneel 3 blijft. Nadat alle zijwandpanelen 3 geplaatst zijn kan vervolgens de - bovensluitende balk 6 op de zijwandpanelen 3 geplaatst worden zoals getoond in figuur 12. Hierdoor worden de zijwandpanelen 3 aan hun bovenzijde gefixeerd zoals hier-20 voor beschreven. De trekstang 7 is na plaatsing van de bovensluitende balk 6 in principe niet meer nodig, en kan aldus verwijderd worden. Indien de bevestigingsmiddelen 38 losneembaar bevestigd zijn op de zijwandpanelen 3 kunnen ook deze na het plaatsen van de bovensluitende balk 6 25 verwijderd worden.

In een verdere ontwikkeling kunnen de bevestigingsmiddelen 38 en/of de schoor of trekstang 7 gebruikt worden voor het hiermee verbinden van de dakconstructie 5 zodat deze niet onder invloed van een windvlaag van het 30 tuinhuis 1 afgetild kan worden.

Anderzijds kunnen de bevestigingsmiddelen 38 eventueel in combinatie met verdere bevestigingsmiddelen 38 gebruikt worden voor het plaatsen en/of bevestigen van isolatiemateriaal tegen de binnenzijde van het tuinhuis 1 35 voor het thermisch isoleren hiervan. Op eenzelfde wijze kunnen de bevestigingsmiddelen 38 ook gebruikt worden voor het plaatsen en/of bevestigen van een binnenmuurafdekking 10 265 4 $__ 15 van het tuinhuis 1.

Tot slot wordt boven op de bovensluitende balk 6 een dakconstructie 5 geplaatst, zoals getoond in figuur 1. Hiervoor kunnen dakconstructie gebruikt worden volgens 5 verschillende bekende dakvormen, gemaakt van verschillende bekende dakbedekkingsmaterialen. Na plaatsing van ramen 5 en deur is het tuinhuis 1 aldus gereed voor gebruik, c.q. voor inrichting, hiervan.

De zijwandpanelen 3 zoals hiervoor beschreven 10 worden bij voorkeur vervaardigd door middel van een zogenaamd 'wet cast' procédé. Hierbij wordt een verhardend materiaal, zoals bijvoorbeeld beton, in een flexibele mal gegoten. De flexibele mal is bijvoorbeeld vervaardigd van rubber of van een polyurethaan (PU) . Er kunnen ook een 15 stijve malconstructies toegepast worden, maar hierbij is het scheiden van het verhard zijwandpaneel 3 en de mal minder eenvoudig waardoor het zijwandpaneel 3 tijdens het scheiden kan beschadigen.

Indien gewenst kan een vlak van de zijwandpanelen 2 0 3, bij voorbeeld een naar de buitenzijde van de bouwconstructie gekeerde zijde, voorzien worden van een oppervlaktestructuur 8, 81, 82. Hiertoe is het de mal voorzien van een aan deze oppervlaktestructuur 8, 81, 82 complementaire structuur. Bij voorkeur is het bodemvlak van 25 de mal voorzien van deze complementaire structuur. Op deze wijze is het mogelijk om de zijwandpanelen te voorzien van een oppervlaktestructuur 8, 81, 82 die gevormd is naar bijvoorbeeld een gemetselde stenen muur 81, zoals getoond in figuur 13, of naar een houten muur 82 opgebouwd uit 30 wandbalken of rabbatdelen, zoals getoond in figuur 14. Hierdoor kan het bouwwerk volgens de uitvinding, en in het bijzonder het hierboven beschreven tuinhuis 1, voorzien worden van een zodanige oppervlaktestructuur 8, 81, 82 dat dit tuinhuis 1 van buiten hetzelfde aanzicht biedt als 35 bijvoorbeeld de bekende houten tuinhuisjes of blokhutten, terwijl de zijwandpanelen 2 van een verhardend materiaal zoals beton vervaardigd zijn.

_1 paai4 5_ __ 16

Opgemerkt wordt dat de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding bedoeld zijn als illustratie van de uitvinding en niet om de uitvinding te beperken. Een deskundige zal zeker in staat zijn om alter-5 natieve uitvoeringsvormen te ontwerpen die binnen de be-schrijvingsomvang van de bijgevoegde conclusies vallen.

Zo kunnen de hierboven beschreven samenstel van bouwelementen volgens de uitvinding (grondbalkdelen 21, zijwandpanelen 3 en bovensluitende balk) ook toegepast 10 worden voor het maken van andere bouwwerken met andere afmetingen zoals bijvoorbeeld een schuur, garage, of dergelijke .

10265 4 5 ___

Claims

1. Samenstel voor plaatsing op een ondergrond, omvattende een grondbalk voor plaatsing op of althans ten dele in de ondergrond, waarbij de grondbalk aan een van de 5 ondergrond af reikende zijde voorzien is van een eerste sponning, een aantal zijwandpanelen voor plaatsing op de grondbalk, waarbij de zijwandpanelen aan een eerste zijkant voorzien zijn van een eerste rand voor plaatsing van deze 10 eerste zijkant in de eerste sponning van de grondbalk en waarbij de zijwandpanelen aan in hoofdzaak loodrecht op de eerste zijkant aansluitende tweede en derde zijkanten voorzien zijn van respectievelijk een tweede sponning en een tweede rand voor het onderling verbinden van de zij-15 wandpanelen, en een bovensluitende balk voor plaatsing op een tegenover de eerste zijkant gelegen vierde zijkant van de zijwandpanelen, waarbij de bovensluitende balk een derde sponning omvat voor het hierin ten minste ten dele opnemen 20 van de vierde zijkant van de zijwandpanelen.

2. Samenstel volgens conclusie 1, verder omvattende een kozijn voor plaatsing tussen twee zijwandpanelen, waarbij het kozijn aan elk van twee tegenover elkaar gelegen zijkanten voorzien is van een sponning of een rand 25 voor het onderling verbinden van het kozijn met de twee aangrenzende zijwandpanelen.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zijwandpanelen van een eerste verhardend materiaal vervaardigd zijn.

4. Samenstel volgens conclusie 3, waarbij het eerste verhardend materiaal beton omvat.

5. Samenstel volgens conclusie 3 of 4, waarbij een oppervlak de zijwandpanelen voor plaatsing aan een naar _102-654¾_ :_ een buitenzijde van de bouwconstructie gekeerde zijde, voorzien is van een oppervlaktestructuur.

6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij de oppervlaktestructuur gevormd is naar een gemetselde stenen 5 muur of naar een houten muur.

7. Samenstel volgens conclusie 5 of 6, waarbij de zijwandpanelen in een mal gegoten zijn en waarbij een bodemoppervlak van de mal complementair aan de oppervlaktestructuur van de zijwandpanelen gevormd is,

8. Samenstel volgens één der voorgaande conclu sies, waarbij de grondbalk van een tweede verhardend materiaal vervaardigd is.

9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij het tweede verhardend materiaal beton omvat. __15__, 10 . Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het samenstel een' aantal grondba1kdelen- -- — omvat, waarbij de grondbalkdelen in serie plaatsbaar zijn voor het vormen van de grondbalk.

11. Samenstel volgens één der voorgaande conclu- 20 sies, waarbij de vierde zijkant van de zijwandpanelen voorzien zijn van een derde rand voor plaatsing van deze derde rand in de derde sponning van de bovensluitende balk.

12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij de derde sponning van de bovensluitende balk als een groef 25 gevormd is en waarbij de derde randen als een messing gevormd zijn.

13. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste sponningen als een groef gevormd zijn en waarbij de eerste randen als een messing gevormd 30 zijn.

14. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede sponningen als een groef gevormd zijn en waarbij de tweede randen als een messing gevormd zijn.

15. Samenstel volgens één der voorgaande conclu sies, waarbij één of meer van de zijwandpanelen voorzien is van een langs de tweede zijkant uitstrekkend en de tweede 1 02654 5_____ sponning omvattende zijwandgedeelte, waarbij dit zijwandge-deelte een dikkere wanddikte heeft dan de rest van het zijwandpaneel.

16. Samenstel volgens conclusie 15, waarbij de 5 tweede sponning in hoofdzaak in het vlak of parallel aan het vlak van het zijwandpaneel geplaatst is voor het verbinden van twee in eikaars verlengde plaatsbare zijwandpa-nelen.

17. Samenstel volgens conclusie 15, waarbij de 10 tweede sponning in een vlak in hoofdzaak loodrecht op het vlak van het zijwandpaneel geplaatst is voor het verbinden van twee een hoek vormende zijwandpanelen.

18. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij twee een hoek vormende zijwandpanelen aan een 15 oppervlak voor plaatsing aan een naar een binnenzijde van de bouwconstructie gekeerde zijde hiervan voorzien zijn van bevestigingsmiddelen voor het plaatsen van een schoor tussen de twee zijwandpanelen.

19. Samenstel volgens conclusie 18, waarbij de 20 bevestigingsmiddelen losneembaar verbonden zijn met de zij wandpanelen.

20. Samenstel volgens conclusie 18 of 19, waarbij de bevestigingsmiddelen in hoofdzaak op gelijke hoogte van de ondergrond en op afstand van de hoek geplaatst zijn voor 25 het tussen deze bevestigingsmiddelen en in hoofdzaak horizontaal plaatsen van de schoor.

21. Samenstel volgens conclusie 18, 19 of 20, waarbij de schoor een trekstang, een koppelstrip of een koppelstaaf omvat.

22. Samenstel volgens één der voorgaande conclu sies, waarbij één of meer van de zijwandpanelen voorzien is van een doorgaande opening voor het hierin plaatsen van een raam.

23. Samenstel volgens één der voorgaande conclu-35 sies, waarbij de bovensluitende balk ten minste ten dele van hout gevormd is,

24. Samenstel volgens één der voorgaande conclu-

1 OOftR /1 ^ sies, verder omvattende een dakconstructie voor plaatsing op de bovensluitende balk.

25. Bouwconstructie omvattende een samenstel volgens één der voorgaande conclusies.

26. Bouwconstructie, in het bijzonder een schuur of tuinhuis, voor plaatsing op een ondergrond, omvattende een betonnen grondbalk voor plaatsing op of althans ten dele in de ondergrond, waarbij de grondbalk aan een van de ondergrond af reikende zijde voorzien is van een 10 eerste sponning, een aantal betonnen zijwandpanelen voor plaatsing op de grondbalk, waarbij de zijwandpanelen aan een eerste zijkant voorzien zijn van een eerste rand voor plaatsing van deze eerste zijkant in de eerste sponning van de grond- 15 balk en waarbij de~zijwandpanelen—aan—in—hoofdzaak^loocl·;___ recht op de eerste zijkant aansluitende tweede en derde zijkanten voorzien zijn van respectievelijk een tweede sponning en een tweede rand voor het onderling verbinden van de zijwandpanelen, 20 een bovensluitende balk voor plaatsing op een tegenover de eerste zijkant gelegen vierde zijkant van de zijwandpanelen, waarbij de bovensluitende balk een derde sponning omvat voor het hierin ten minste ten dele opnemen van de vierde zijkant van de zijwandpanelen.

27. Zijwandpaneel kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel volgens één der conclusies 1 - 24 of een bouwconstructie volgens conclusie 25 of 26.

28. Kozijn kennelijk geschikt en bestemd voor een samenstel volgens één der conclusies 1 - 24 of een bouwcon- 30 structie volgens conclusie 25 of 26.

29. Samenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

30. Bouwconstructie voorzien van een of meer van 35 de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

31. Werkwijze voor het bouwen van een bouwcon- _ _._ ► ( structie omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. 5 -o-o-o-o-o-o-o-o- BP/AT/MB < Λ Λ Λ Γ λ Τ~