BE1020280A3

BE1020280A3 - Vierkantebalenpers met voorcompressierollen.

Info

Publication number: BE1020280A3
Application number: BE2011/0614A
Authority: BE
Inventors: Didier O M Verhaeghe; Ryse Yannic Vande; Ryse Johan A E Vande
Original assignee: Cnh Belgium Nv
Priority date: 2011-10-20
Filing date: 2011-10-20
Publication date: 2013-07-02

Abstract

Verbeterde balenpers die een voorcompressiegeheel bevat met minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen die geconfigureerd zijn om een druk op te wekken op oogstmateriaal dat erdoor passeert, waarbij het minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen een verstelbare spleet ertussen definiëren, het voorcompressiegeheel geconfigureerd is om het oogsmateriaal dat erdoor passeert te pletten en een voorcompressieaandrijfgeheel geconfigureerd is om het minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen en het aandrijfsysteem te integreren zodat het aandrijfsysteem aandrijfvermogen verschaft voor het minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen.

Description

VIERKANTEBALENPERS MET VOORCOMPRESSIEROLLEN

TcruMAi orîTcr-u r.pmcn A 1_/Vyl II1 V^UVyVjAUV^i A VJiJAlUJA/

[0001] Deze onthulling heeft over het algemeen betrekking op verbeterde vierkante balenpersen en werkwijzen voor het vormen van balen oogstmateriaal met hoge densiteit.

ACHTERGROND

[0002] Jarenlang werden balenpersen gebruikt om oogstmateriaal te consolideren en te verpakken om de opslag en de behandeling van oogstmateriaal voor later gebruik te vergemakkelijken. Gewoonlijk snijdt een maaier-kneuzer het oogstmateriaal af en bereidt het voor om het in zwaden in de zon te drogen. Wanneer het afgesneden oogstmateriaal goed gedroogd is, rijdt een balenpers langs de zwaden om het oogstmateriaal op te rapen en het om te vormen tot balen.

[0003] Meer bepaald raapt een opraapgeheel van de balenpers het afgesneden en in zwaden neergelegde oogstmateriaal van de grond op en transporteert daarna het afgesneden oogstmateriaal naar een baalvormingskamer (of baalkamer) in de balenpers. Een aandrijfmechanisme drijft het opraapgeheel, vijzels en een rotor van het toevoermechanisme aan. In een conventionele vierkantebalenpersen worden “plakken” gevormd die wanneer ze verder samengedrukt worden samen een rechthoekige of “vierkante” baal vormen.

[0004] In dit kader is het ook gewenst om de huidige vierkantebalenpersen te verbeteren om balen met hoge densiteit te vormen.

[0005] Balen met hoge densiteit zijn gewenst daardoor ze het aantaal door mensen te behandelen balen verminderen. Deze uitvinding is daarop gericht en heeft nog andere belangrijke doelstellingen.

SAMENVATTING

[0006] Uitvoeringsvormen van deze uitvinding verschaffen een verbeterde vierkante balenpers en werkwijzen voor het vormen van balen met hoge densiteit. In sommige uitvoeringsvormen van deze uitvinding bevat een balenpers een opraapgeheel, een aandrijfsysteem voor het aandrijven van verschillende onderdelen van de balenpers, een voorcompressiegeheel en een baalkamer waarin het geplette gewas een baal vormt. Het voorcompressiegeheel bevat minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen die geconfigureerd zijn om een druk op te wekken op oogstmateriaal dat erdoor passeert, waarbij de minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen een verstelbare spleet ertussen definiëren, het voorcompressiegeheel geconfigureerd is om het oogstmateriaal dat ertussen passeert te pletten, en een voorcom-pressieaandrijfgeheel geconfigureerd is om het minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen en het aandrijfsysteem te integreren zodat het aandrijfsysteem aandrijfVermo-gen verschaft voor het minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen, waarbij het voorcompressieaandrijfgeheel bovendien een eerste ketting bevat die geconfigureerd is om verbonden te worden met het aandrijfsysteem en om een eerste voorcompressierol en een eerste kettingwiel op een gemeenschappelijke as aan te drijven en een tweede ketting die geconfigureerd is om verbonden te worden met een tweede kettingwiel op de gemeenschappelijke as en • een tweede voorcompressierol, waarbij beweging van de eerste ketting via het aandrijfsysteem wordt overgebracht op de tweede ketting via het eerste kettingwiel en het tweede kettingwiel op de gemeenschappelijke as en waarbij de tweede voorcompressierol is aangebracht op een frame van de balenpers op een paar beweegbare armen en de beweegbare armen geconfigureerd zijn om bevestigd te worden aan en te draaien rond de gemeenschappelijke as.

[0007] In sommige uitvoeringsvormen van de balenpers is de eerste voorcompressierol bevestigd aan het frame van de balenpers.

[0008] In sommige uitvoeringsvormen van de balenpers verbindt een torsiestaaf het paar beweegbare armen en is de torsiestaaf geconfigureerd om zijdelingse beweging van het paar beweegbare armen te synchroniseren.

[0009] In sommige uitvoeringsvormen van de balenpers brengt een trekveer een com-pressiekracht op minstens één paar voorcompressierollen aan.

[0010] In sommige uitvoeringsvormen van de balenpers bevat het voorcompressiegeheel bovendien minstens één versterkingsprofiel dat minstens één opening bevat om het gewas te laten overlopen.

[0011] Aanvullende kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk gemaakt worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen die daarbij een beroep doet op de begeleidende tekeningen.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

[0012] De voomoemde en andere aspecten van deze uitvinding kunnen het best begrepen worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer ze gelezen wordt in combinatie met de bijbehorende tekeningen. Om de uitvinding te illustreren, worden in de tekeningen uitvoeringsvormen weergegeven die momenteel de voorkeur wegdragen, waarbij echter begrepen moet worden dat de uitvinding niet beperkt is tot de specifieke onthulde middelen. Inbegrepen in de tekeningen zijn de volgende figuren:

[0013] FIG. 1 illustreert een opengewerkt zijaanzicht van een bij wijze van voorbeeld gegeven vierkantebalenpers;

[0014] FIG. 2 illustreert een zijaanzicht van een alternatieve vierkantebalenpers die voor-compressierollen bevat volgens een uitvoeringsvorm;

[0015] FIG. 3 illustreert een perspectief aanzicht van de vierkantebalenpers zoals geïllustreerd in FIG. 2;

[0016] FIG. 4 illustreert een bij wijze van voorbeeld gegeven aandrijfsysteem voor de voorcompressierollen van de vierkantebalenpers zoals weergegeven in FIG. 2.

[0017] FIG. 5 illustreert een bij wijze van voorbeeld gegeven werkwijze voor het vormen van een baal met hoge densiteit.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

[0018] In sommige uitvoeringsvormen verschaft deze uitvinding een verbeterde balenpers voor het vormen van vierkante balen oogstmateriaal met hoge densiteit. FIG. 1 illustreert een bij wijze van voorbeeld gegeven vierkantebalenpers. Bij het tot balen vormen van oogstmateriaal (zoals hooi) in een vierkantebalenpers, kan een balenpers (of baal vormend toestel) uitgerust worden met een voorkamer 11 die een plak baalmateriaal vormt. De voorgevormde plak kan in de hoofdbaalkamer ingébracht worden waar een baal wordt gevormd.

[0019] Zoals weergegeven in FIG. 1, kan de voorkamer 11 van de vierkantebalenpers geplaatst zijn tussen een opraapgeheel en een baalkamer 19. Het opraapgeheel kan opraaptanden 16, facultatieve keerplaten 17, en één of meer centrerende vijzels 15 bevatten. De opraaptanden 16, keerplaten 17 en centrerende vijzels 15 kunnen gecoördineerd werken om oogstmateriaal 60 op te rapen en dit uit te lijnen om het naar de voorkamer 11 te transporteren. Vanaf het opraap- geheel kan het oogstmateriaal 60 passeren door een spleet tussen één paar tegenover elkaar gelegen compressierollen, waarbij het paar een onderste rol 100a en een bovenste rol 100b bevat. Afhankelijk van de montage en de opstelling van de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b

Itqm /A £> cnloAt fnoOOt> /Ία huâû A*t τ ο * Τ·**» ηΛ*Μνηκτα «η ΛΑ«νι ivuu uv opiwi luobvii uv iww iuuvu vvioivu/utu ZjjJu. m ouiiuingv unvυνίingövuiiiiCii iS vvïï tüui- pressierol van het paar tegenover elkaar gelegen compressierollen (bijvoorbeeld de onderste rol 100a) bevestigd aan een frame van de balenpers, en is de andere compressierol van het paar tegenover elkaar gelegen compressierollen (bijvoorbeeld de bovenste rol 100b) zwevend aangebracht (bv. verstelbaar ondersteund op het frame van de balenpers). In sommige uitvoeringsvormen is elke compressierol van het paar tegenover elkaar gelegen compressierollen zwevend aangebracht (verstelbaar ondersteund op het frame van de balenpers).

[0020] De onderste rol 100a en de bovenste rol 100b kunnen met elkaar verbonden zijn, bijvoorbeeld door een hydraulische cilinder 105, een veer of dergelijke, om een voorafbepaalde druk uit te oefenen op het erdoor passerende oogstmateriaal 60. Door druk uit te oefenen op het oogstmateriaal 60, kunnen de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b een plettende werking hebben op het oogstmateriaal. In sommige uitvoeringsvormen kan een hydraulische cilinder (zoals de hydraulische cilinder 105 in FIG. 1) gebruikt worden om een aflezing tot stand te brengen van de druk die gegenereerd wordt door het paar tegenover elkaar gelegen compressierollen op het oogstmateriaal 60 dat erdoor passeert. De onderste rol 100a en de bovenste rol 100b kunnen aangedreven worden door een motor om naar elkaar toe te draaien zodat het oogstmateriaal 60 toegevoerd kan worden naar de spleet tussen het paar rollen en geplet kan worden door het paar rollen wanneer de rollen draaien.

[0021] In deze beschrijving wordt het woord pletten gebruikt voor het verminderen / vernietigen van de structurele integriteit van elke individuele stengel van het oogstmateriaal zodat dit niet terugveert.

[0022] De voorafbepaalde druk die gegenereerd wordt door het paar tegenover elkaar gelegen compressierollen om oogstmateriaal te pletten dat erdoor passeert hangt af van de aard van het oogstmateriaal. In sommige uitvoeringsvormen is de voorafbepaalde druk die opgewekt wordt door de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b om oogstmateriaal dat ertussen door passeert te pletten groter dan 345kPa (50 psi, 1 psi or pound per square inch = 6 894.75729 Pa), ongeveer 414kPa (60 psi), ongeveer 483kPa (70 psi), ongeveer 552kPa (80 psi), ongeveer 621kPa (90 psi) of ongeveer 689kPa (100 psi).

[0023] Merk op dat de drukken die hier beschreven zijn alleen gegeven worden bij wijze van voorbeeld. Extra drukken kunnen toegepast worden tijdens de werking van de compressie-rollen. Als een mat oogstmateriaal tussen de compressierollen wordt gevoerd, kan bijvoorbeeld een druk van ongeveer 2758kPa (400 psi) uitgeoefend worden op de compressierollen om een hoog percentage gewasknoesten te pletten. Verschillende drukken kunnen bepaald worden op basis van het type te pletten gewas en de hoeveelheid tegelijk te pletten oogstmateriaal en kunnen tijdens de werking van de compressierollen variëren.

[0024] Om de voorafbepaalde druk opgewekt door de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b op het oogstmateriaal 60 dat erdoor passeert in stand te houden, kan de spleet tussen de onderste rol en de bovenste rol ingesteld worden, bijvoorbeeld afhankelijk van de aard en de dikte van het oogstmateriaal dat door de spleet zal moeten passeren (bv. de dikte van de gewasmat). In sommige uitvoeringsvormen kan er een druksensor 110 zijn die de druk detecteert die gegenereerd wordt door het paar tegenover elkaar gelegen compressierollen op het oogstmateriaal dat er door passeert; en is de spleet tussen het paar tegenover elkaar gelegen compressierollen van het compressiegeheel verstelbaar om de voorafbepaalde druk die gegenereerd wordt door het paar tegenover elkaar gelegen compressierollen op het oogstmateriaal dat er door passeert in stand te houden. In sommige andere uitvoeringsvormen kan een controller 115 gekoppeld zijn aan de druksensor 110, en wordt de instelling van de spleet tussen een paar tegenover elkaar gelegen compressierollen automatisch door de controller geregeld. In andere verdere uitvoeringsvormen wordt de instelling van de spleet tussen het paar tegenover elkaar gelegen compressierollen manueel geregeld door een operator van de balenpers.

[0025] Wegens de hoge druk die wordt opgewekt door de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b, is het te verkiezen dat de onderste rol en de bovenste rol elkaar niet op gelijk welk moment tijdens de werking raken. Bijvoorbeeld kan de spleet tussen de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b een minimumwaarde of drempel hebben die altijd behouden blijft. De minimumwaarde of drempel kan bijvoorbeeld ongeveer 1,0 mm, 1,2 mm, 1,3 mm, 1,4 mm, 1,5 mm enzovoort zijn tot een bovengrens van ca. 1,0 cm.

[0026] Merk op dat de hierboven besproken spleten alleen weergegeven zijn bij wijze van voorbeeld. De werkelijke spleet tussen de compressierollen tijdens de werking kan dienovereenkomstig veranderen op basis van een aantal factoren, met inbegrip van maar niet beperkt tot de hoeveelheid gewas dat samengeperst wordt, de voorwaartse snelheid van de balenpers, het type gewas dat samengeperst wordt en andere gelijkaardige factoren.

[0027] Het kan voordelig zijn om de vermindering van de structurele integriteit (pletten) van oogstmatenaal te lokaliseren in de spleet tussen dc onderste rol 100a en de bovenste rol 100b. De lokalisatie van het pletten van het oogstmateriaal zal de eisen verminderen die gesteld worden aan de andere onderdelen van de balenpers zoals de baalkamer waar balen gevormd worden, bijvoorbeeld door een plunjer. Bij het plaatselijke pletten van het oogstmateriaal wordt bijvoorbeeld oogstmateriaal met hogere densiteit aan de baalkamer toegevoerd. De afmetingen en ermee gepaard gaande plet-/stapelkracht die vereist zijn voor het baalvormingstoestel kunnen beperkt worden als het oogstmateriaal al geplet is. Daardoor kunnen de hydraulische eisen die gesteld worden aan de baalkamer ook beperkt worden, aangezien de kracht die uitgeoefend wordt op het oogstmateriaal verminderd wordt als gevolg van het plaatselijke pletten tussen de compressierollen.

• [0028] De vakman zou in staat moeten zijn passende rollen te selecteren voor de com pressierollen die het oogstmateriaal pletten (d.w.z. de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b). Op basis van de toepassing en het bedoelde gebruik kunnen het materiaal en/of de vormgeving van het oppervlak van de rollen gebruikt worden als parameters voor de keuze van de rollen. Bijvoorbeeld is een metalen rol (uit staal of roestvast staal) in staat te voldoen aan de eis m.b.t. de hoge druk die vereist is om de knoesten van bepaalde soorten oogstmateriaal te pletten. Als ander voorbeeld kan een spiraalvormige rol of een rol met groot contactoppervlak geschikt zijn doordat de kleine uitsteeksels op het oppervlak van de spiraalvormige rol of de rol met groot contact in kunnen staan voor het uitoefenen van trekkracht op het oogstmateriaal, en kunnen de brede platte delen van het oppervlak geschikt zijn om het gewas onder hoge drukken te pletten. De keuze van de passende rollen hangt deels ook af van het te pletten oogstmateriaal.

[0029] De snelheid van de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b kan gesynchroniseerd worden met de andere onderdelen van de balenpers. Bijvoorbeeld kunnen het opraapgeheel en de baalkamer 19 gesynchroniseerd worden met de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b. In dit opzicht komt de capaciteit van de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b overeen met de capaciteit van het opraapgeheel en de capaciteit van de baalkamer 19, en werkt de volledige balenpers dus efficiënt met een minimaal risico van overvullen/verstoppen.

[0030] In sommige uitvoeringsvormen kan de dikte van het oogstmateriaal dat tussen de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b moet passeren bepaald worden door factoren zoals de snelheid van het opraapgeheel en de afstand tussen het opraapgeheel en het paar tegenover elkaar gelegen compressieroiien. In sommige uitvoeringsvormen kan een facultatieve reeks pakkervor-ken, een facultatief roterend toevoermechanisme of een paar roterende toevoer- en snijwerktui-gen gebruikt worden, bijvoorbeeld om de dikte te regelen van het oogstmateriaal dat door het paar tegenover elkaar gelegen compressieroiien passeert.

[0031] Nadat het oogstmateriaal 60 geplet is door de onderste rol 100a en de bovenste rol 100b, kan het oogstmateriaal via een facultatief element 14 passeren dat de vorm kan hebben van vorken of een rotorvork, geconfigureerd en geplaatst om het geplette oogstmateriaal tot in de voorkamer 11 te transporteren waar het gedeeltelijk wordt samengedrukt. De voorkamer 11 kan gebruikt worden om vast te stellen hoeveel geplet oogstmateriaal 60 er in elke plak zit. Een operator van de balenpers kan de hoeveelheid materiaal in één plak regelen door parameters m.b.t. de voorkamer 11 te wijzigen. Eens deze hoeveelheid is bereikt, kan het materiaal in de voorkamer 11 in de baalkamer 19 ingebracht worden door een gewasvasthoudvinger, -vullervork en/of -arm 12.

[0032] Eens een plak is gevormd en uitgestoten uit de voorkamer 11, drukt een plunjer, die continu kan bewegen zoals een zuiger in een verbrandingsmotor, de baal samen, en perst een plak, in FIG. 1 van links naar rechts in de baalkamer 19. Op die manier worden plakken naar rechts gedrukt zoals weergegeven in FIG. 1, en samengedrukt tijdens de baal vorming.

[0033] Vierkantebalenpersen zijn welbekend in de industriële landbouw, en het opraapgeheel, de voorkamer en de baalkamer van zulke machines kunnen gebruikt worden in de vier- • kantebalenpers van deze uitvinding. Voorbeelden van vierkantebalenpersen zijn te vinden in octrooiaanvraag U.S. 12/871.439, ingediend op 30 augustus 2010 en getiteld “Method of Tagging Square Baies” [werkwijze om vierkante balen van een label te voorzien] waarvan de inhoud hier ter referentie is opgenomen. Op vergelijkbare wijze kunnen voorbeelden van balenpersen die compressieroiien bevatten gevonden worden in octrooiaanvraag U.S. 13/175.285, ingediend op 1 juli 2011 en getiteld "Improved Balers and Methods for Forming High Density Baies" [Verbeterde balenpersen en werkwijze voor het vormen van balen met hoge densiteit] waarvan de inhoud hier ter referentie is opgenomen.

[0034] FIG. 2 toont een bij van wijze voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm van deze uitvinding als een opengewerkt zijaanzicht van een vierkantebalenpers 200 met een paar voorcom-pressierollen. Zoals weergegeven in FIG. 2 kan een voorcompressiegeheel 205 oogstmateriaal ontvangen van een snij- en opraapgeheel. Als het oogstmateriaal wordt ontvangen, kan het oogstmateriaal door een spleet passeren tussen een paar tegenover elkaar gelegen voorcompres-sierollen, meer bepaald rol 210a en rol 210b, die zo geconfigureerd en geplaatst zijn dat ze een voorafbepaalde druk uitoefenen op het oogstmateriaal dat erdoor passeert om het oogstmateriaal te pletten. De rol 210a kan zo geplaatst zijn dat hij stationair is t.o.v. het voorcompressiegeheel 205. Omgekeerd kan de rol 210b aangebracht zijn op een beweegbare arm 215 zodat de druk die uitgeoefend wordt op oogstmateriaal dat erdoor passeert door de voorcompressierollen 210a en 210b versteld wordt in overeenstemming met het volume oogstmateriaal. Merk op dat slechts één beweegbare arm 215 is weergegeven in FIG. 2. Zoals weergegeven in FIG. 3 kan echter een paar beweegbare armen 215 worden aangebracht. Een verstelbare aanslag 220 kan aangebracht zijn om de beweging van de arm 215 en dus van de rol 210b te beperken. De verstelbare aanslag 220 kan versteld worden om een minimumspeling tot stand te brengen tussen de rollen 210a en 210b, en om te voorkomen dat rol 210b contact maakt met rol 210a om zo alle mogelijke schade aan de rollen te voorkomen.

[0035] De voorcompressierol 210b kan ook geplaatst worden in de buurt van een tor-siestaaf 225 die geconfigureerd is om een beperkte links-rechtse beweging te verschaffen aan de rol 210b en de armen 215, en daarbij nog altijd een goede uitlijning tussen de rollen 210a en 210b te behouden. Bovendien kan een trekveer 230 zo geplaatst worden dat de armen 215 voorbelast worden met een compressiekracht en daarbij een compressiekracht uitoefenen op al het oogstmateriaal dat tussen rollen 210a en 210b passeert. Het voorcompressiegeheel 205 kan ook een transportrol 235 bevatten die geconfigureerd is om oogstmateriaal weg te richten van de voorcompressierollen 210a en 210b en dit naar de baalkamer te richten.

[0036] Merk op dat het voorcompressiegeheel 205, samen met de voorcompressierollen 210a en 210b zoals geïllustreerd in FIG. 2, aangebracht kan worden in een modulair systeem om dit achteraf aan te brengen op bestaande balenpersen. De voorcompressierollen 210a en 210b kunnen bijvoorbeeld verpakt worden in een kit, samen met bevestigingsmateriaal om ze aan te brengen in een bestaande balenpers tussen een bestaand snij- en opraapgeheel en het frame van de balenpers. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het voorcompressiegeheel 205 gebouwd • zijn ter vervanging van een bestaand pakkermechanisme en kan het opgesteld zijn op de plaats waar het pakkermechanisme momenteel is aangebracht, zodat het bestaande opraapgeheel op zijn huidige plaats kan blijven. In een andere uitvoeringsvorm kan het voorcompressiegeheel 205 bovendien een set schoepen bevatten die geconfigureerd zijn om te passen op een bestaand opraapgeheel om de gewasstroom naar en tussen de voorcompressierollen 210a en 210b te verbeteren.

[0037] FIG. 3 toont een perspectief aanzicht van het voorcompressiegeheel 205 dat is weergegeven in FIG. 2. In dit aanzicht is het paar beweegbare armen 215 weergegeven, waarin de torsiestaaf 225 is weergegeven tussen de twee beweegbare armen, waardoor een beperkte zijdelingse bewegingsmogelijkheid van de rol 210b en de armen wordt verschaft, terwijl de goede uitlijning tussen de rollen 210a en 210b blijft bestaan. Bovendien, zoals weergegeven in FIG. 3, kan de torsiestaaf zo gebouwd zijn dat hij aan beide uiteinden niet rond is, maar dat de dwarsdoorsnede de vorm heeft van een traan of een andere vorm zoals een vierkant, rechthoek of andere geschikte doorsnede om die het mogelijk maakt om samen te werken met bevestigingsmiddelen die koppels die ontstaan tijdens de werking als torsiestaaf kunnen opvangen. Deze vorm beperkt het mogelijke verdraaien van de torsiestaaf 225, waarbij de draaibeweging van de armen 215 ten opzichte van elkaar bepaald worden door de torsiecoefficient van de torsiestaaf. Bovendien illustreert FIG. 3 beter de positie van de transportrol 235 met betrekking tot de voorcompressierollen 210a en 210b.

[0038] Zoals weergegeven in FIG. 3 kan het voorcompressiegeheel 205 verder één of meer versterkingsprofielen 240 bevatten om sterkte en stijfheid toe te voegen. Openingen kunnen aangebracht worden tussen de één of meer versterkingsprofielen 240 zodat overlopend oogstma-teriaal door de openingen kan passeren i.p.v. het voorcompressiegeheel 205 te verstoppen of de werking ervan op een andere wijze negatief te beïnvloeden.

[0039] FIG. 4 illustreert een zijaanzicht van het voorcompressiegeheel 205 zoals weergegeven in FIG. 2 met de toevoeging van het voorcompressieaandrijfgeheel 400. Het aandrijfge-heel 400 kan geconfigureerd worden om aandrijfVermogen te verschaffen aan de voorcompres- ’ sierollen 210a en 210b. Het aandrijfgeheel 400 kan rechtstreeks geïntegreerd worden in het aandrijfsysteem van de balenpers 405, d.w.z. het mechanische aandrijfsysteem om vermogen te verschaffen aan verschillende onderdelen van de balenpers zoals de vijzel, rollen en andere diverse onderdelen van de balenpers zoals weergegeven in FIG. 1. Het aandrijfgeheel 400 kan een eerste ketting 410 bevatten die geconfigureerd is om geïntegreerd te worden in het aandrijfsysteem 405 en vermogen toe te voeren aan de rol 210a. Op vergelijkbare wijze kan het aandrijfgeheel een tweede ketting 415 bevatten die geconfigureerd is om vermogen te leveren aan de rol 210b.

riMumi u Αηηοΐ/Ί 1/όn /la aarnla «rr /11 Λ oainfaλtr^r/jar» i« V\af [υυτν] ινινυχ uvpauiu ivuu wiotv ivwuuig itau wuiuwn ui uvt aaiiuiijihjb- teem van de balenpers 405 via een gemeenschappelijk kettingwiel 420. De beweging van het kettingwiel 420, als het wordt aangedreven door het aandrijfsysteem van de balenpers 405, veroorzaakt de beweging van de eerste ketting 410 die op zijn beurt kettingwiel 425 beweegt, dat functioneel verbonden is met rol 210a en aldus de beweging van die rol veroorzaakt. De eerste ketting 410 kan ook contact maken met een kettingwiel 435 en dit dus ook doen draaien. Het kettingwiel 435 kan geplaatst zijn in de buurt van een kettingwiel 440 op een gemeenschappelijke as 445. De rotatie van kettingwiel 435 ten gevolge van de beweging van de eerste ketting 410 veroorzaakt zodoende de rotatie van kettingwiel 440. De tweede ketting 415 maakt contact met kettingwiel 440 en ten gevolge van de rotatie van kettingwiel 440, brengt hij kettingwiel 430 aan het draaien. Kettingwiel 430 is functioneel verbonden met rol 210b zodat de rotatie van kettingwiel 430 rol 210b doet draaien. De beweegbare armen 215 kunnen ook bevestigd worden aan en geconfigureerd worden om te draaien over de gemeenschappelijke as zodat de rol 210b een beperkt bewegingsbereik heeft op de gemeenschappelijke as. Op zich kan het aandrijfsysteem van de balenpers 405, op basis van de opstelling van de onderdelen zoals weergegeven in FIG. 4, gecoördineerd werken met het geïntegreerde aandrijfgeheel van het voorcompressiegeheel 400 om beide voorcompressierollen 210a en 210b aan te drijven.

[0041] Merk op dat het type en de opstelling van de onderdelen zoals weergegeven in FIG. 4 alleen dienen om het principe uit te kunnen leggen. Alternatieve uitvoeringsvormen kunnen alternatieve opstellingen van onderdelen, zoals de kettingwielen en kettingen, omvatten. Op vergelijkbare wijze kunnen alternatieve uitvoeringsvormen alternatieve aandrijfgehelen bevatten. Bijvoorbeeld kan de voorcompressieaandrijving één of meer riemen en riemschijven omvatten die op een vergelijkbare manier opgesteld zijn als de ketting en de kettingwielen zoals weergegeven in FIG. 4. Bovendien kan de voorcompressieaandrijving een tandwielkast zijn die geconfigureerd is om geïntegreerd worden in het aandrijfsysteem van de balenpers om aan de voorcompressierollen aandrijfvermogen te verschaffen.

[0042] FIG. 5 illustreert een bij van wijze voorbeeld gegeven proces voor het vormen van een baal met hoge densiteit volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding. Aanvankelijk wordt oogstmateriaal opgeraapt 500 door een opraapgeheel (bv. het opraapgeheel dat is weergegeven in FIG. 1). Eens opgeraapt 500, kan het oogstmateriaal geplet worden 502 d.m.v. een voorcompressiegeheel. Bij wijze van voorbeeld gegeven compressiegehelen worden hierboven besproken m.b.t. de onderste rol 210a en de bovenste rol 210b. Zoals hierboven besproken, oefent het voorcompressiegeheel een plettende druk uit op het oogstmateriaal, wat resulteert in geplet oogstmateriaal. Eens het oogstmateriaal geplet is 502, wordt het 504 d.m.v. een baalkamer tot een baal gevormd.

[0043] De balenpersen volgens deze uitvinding kunnen geconfigureerd worden om balen met hoge densiteit te vormen. In vergelijking met balenpersen volgens de stand van de techniek (of conventionele balenpersen), kan een balenpers volgens deze uitvinding de densiteit van een balenpers met ten minste 15%, 30%, 50%, 80%, 100%, 150%, of 200% verbeteren. Verbeterde densiteit is voordelig aangezien per baal meer oogstmateriaal kan worden samengebald, waardoor diverse kosten in verband met balen met te lage densiteit worden beperkt.

[0044] Hoewel de uitvinding beschreven werd met verwijzing naar bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvormen, is ze er niet toe beperkt. Er kunnen bijvoorbeeld twee paren tegenover elkaar gelegen compressierollen worden gebruikt om zeker te zijn dat het oogstmateriaal volledig wordt geplet. Een vakman zal inzien dat tal van wijzigingen en aanpassingen kunnen worden aangebracht aan de voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding en dat zulke wijzigingen en aanpassingen gedaan kunnen worden zonder af te wijken van de ware geest van de uitvinding. Het is dan ook de bedoeling dat de bij gevoegde conclusies zo geïnterpreteerd moeten worden dat ze al zulke equivalente variaties dekken die binnen de ware geest en reikwijdte van de uitvinding vallen.

Claims

1. Vierkante balenpers bevattende: een opraapgeheel; een aandrijfsysteem voor het aandrijven van verschillende onderdelen van de balenpers, een voorcompressiegeheel (205), bestaande uit: minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen (210a, 210b) die geconfigureerd zijn om een druk op te wekken op oogstmateriaal dat erdoor passeert, waarbij de minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen (210a, 210b) een verstelbare spleet ertussen definiëren, het voorcompressiegeheel (205) geconfigureerd is om het oogstmateriaal dat ertussen passeert te pletten, en een voorcompressieaandrijfgeheel (400) geconfigureerd is om het minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen (210a, 210b) en het aandrijfsysteem te integreren zodat het aandrijfsysteem aandrijfvermogen verschaft voor het minstens één paar tegenover elkaar gelegen voorcompressierollen (210a, 210b), gekenmerkt doordat het voorcompressieaandrijfgeheel (400) bovendien het volgende bevat: een eerste ketting (410) die geconfigureerd is om verbonden te worden met het aandrijfsysteem en om een eerste voorcompressierol (210a) en een eerste kettingwiel (435) op een gemeenschappelijke as (445) aan te drijven; en een tweede ketting (415) die geconfigureerd is om verbonden te worden met een tweede kettingwiel (440) op de gemeenschappelijke (445) as en een tweede voorcompressierol (210b), waarbij beweging van de eerste ketting (410) via het aandrijfsysteem wordt overgebracht op de tweede ketting (415) via het eerste kettingwiel (435) en het tweede kettingwiel (440) op de gemeenschappelijke as (445), en waarbij de tweede voorcompressierol (210b) is aangebracht op een frame van de balenpers op een paar beweegbare armen (215) en de beweegbare armen (215) geconfigureerd zijn om bevestigd te worden aan en te draaien rond de gemeenschappelijke as (415).

2. Vierkante balenpers volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eerste voorcompressierol (210b) bevestigd is aan het frame van de balenpers

3. Vierkante balenpers volgens conclusie 1 of 2, die verder een torsiestaaf (225) bevat die het paar beweegbare armen (215) verbindt, waarbij de torsiestaaf (225) geconfigureerd is om zijdelingse beweging van het paar beweegbare armen (215) te synchroniseren.

4. Vierkante balenpers volgens één of meer van de conclusies 1 tot 3, die verder een trek-veer (230) bevat om een compressiekracht aan te brengen aan minstens één paar voorcompres-sierollen.

5. Vierkante balenpers volgens één of meer van de conclusie 1 tot 4, met het kenmerk dat het voorcompressiegeheel bovendien minstens één versterkingsprofïel (240) bevat dat minstens één opening bevat om het gewas te laten overlopen.