BE1020241A3 - BRUSH MANUFACTURING DEVICE. - Google Patents

BRUSH MANUFACTURING DEVICE. Download PDF

Info

Publication number
BE1020241A3
BE1020241A3 BE2012/0279A BE201200279A BE1020241A3 BE 1020241 A3 BE1020241 A3 BE 1020241A3 BE 2012/0279 A BE2012/0279 A BE 2012/0279A BE 201200279 A BE201200279 A BE 201200279A BE 1020241 A3 BE1020241 A3 BE 1020241A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
transport
segment
station
stop
brush
Prior art date
Application number
BE2012/0279A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Bart Gerard Boucherie
Original Assignee
Gb Boucherie Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gb Boucherie Nv filed Critical Gb Boucherie Nv
Priority to BE2012/0279A priority Critical patent/BE1020241A3/en
Priority to DE102013103904.9A priority patent/DE102013103904B4/en
Priority to IT000656A priority patent/ITMI20130656A1/en
Priority to CN201310171954.4A priority patent/CN103371612B/en
Priority to TW102115211A priority patent/TW201408238A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020241A3 publication Critical patent/BE1020241A3/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46DMANUFACTURE OF BRUSHES
    • A46D3/00Preparing, i.e. Manufacturing brush bodies
    • A46D3/06Machines for both drilling bodies and inserting bristles
    • A46D3/065Machines for both drilling bodies and inserting bristles of the belt or chain type
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46DMANUFACTURE OF BRUSHES
    • A46D3/00Preparing, i.e. Manufacturing brush bodies
    • A46D3/08Parts of brush-making machines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46DMANUFACTURE OF BRUSHES
    • A46D3/00Preparing, i.e. Manufacturing brush bodies
    • A46D3/04Machines for inserting or fixing bristles in bodies

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Brushes (AREA)
  • Tyre Moulding (AREA)
  • Intermediate Stations On Conveyors (AREA)

Abstract

Een borstelvervaardigingsinrichting omvat een stopstation (16) en een transportinrichting (28) voor transportdragers (30), waaraan borstelonderdelen (12) ontkoppelbaar bevestigd kunnen worden, waarbij de transportinrichting (28) een laad- en ontlaadstation (10,26), een overgeefstation (14) voor het overgeven van de transportdragers (30) aan het stopstation (16), een teruggeefstation (20) voor het afvoeren van de transportdragers (30) uit het stopstation (16) en een transportmiddel voor de transportdragers omvat. De transportinrichting (28) omvat bovendien ten minste één lengteaandrijving (40,50) die in het stopstation (16) de transportdragers (30) in een lengterichting (L), die de hoofdtransportrichting vormt, enerzijds beweegt en enderzijds tussen stopslagen cyclusgewijs uitlijnt.A brush manufacturing device comprises a stopping station (16) and a transport device (28) for transport carriers (30), to which brush parts (12) can be detachably attached, the transport device (28) being a loading and unloading station (10, 26), a transfer station ( 14) for transferring the transport carriers (30) to the stop station (16), a return station (20) for discharging the transport carriers (30) from the stop station (16) and a transport means for the transport carriers. The transport device (28) furthermore comprises at least one longitudinal drive (40, 50) which, in the stopping station (16), moves the transport carriers (30) in a longitudinal direction (L), which forms the main transport direction, on the one hand and cyclically aligns between stop strokes on the other hand.

Description

BorstelvervaardigingsinrichtingBrush manufacturing device

De uitvinding heeft betrekking op een borstelvervaardigingsinrichting met een stopstation en een transportinrichting voor transportdragers waaraan borstelonderdelen ontkoppelbaar bevestigd kunnen worden.The invention relates to a brush manufacturing device with a stopping station and a transport device for transport carriers to which brush parts can be detachably attached.

In borstelvervaardigingsinrichtingen worden borstelonderdelen, in het bijzonder borstelrompen of zogenaamde houdplaten, die later onderdeel van de borstel worden, voorzien van borstelbundels. De borstelonderdelen hebben meerdere geprefabriceerde openingen, waarin de borstelbundel gestopt worden. Dit stoppen gebeurt bij extreme snelheden door middel van een stopwerktuig, dat afzonderlijke bundels opneemt en deze in de borstelonderdelen steekt. Tijdens de slag, dat is de heen- en weerbeweging van het stopwerktuig, wordt het borstelonderdeel in een of twee richtingen bewogen en opnieuw uitgelijnd, zodat weer een leeg gat voor de volgende borstelbundel op één lijn met de bewegingsas van het stopwerktuig gebracht wordt. De borstelonderdelen worden op transportdragers bevestigd, die het stopstation binnenkomen en er weer uitgevoerd worden. Daarvoor is een transportinrichting aanwezig. De borstelvervaardigingsinrichtingen werken met cyclustijden die vooral bepaald worden door de wissel van het zojuist volledig gestopte borstelónderdeel naar het volgende lege borstelonderdeel. De cyclusfrequentie van het stopwerktuig blijft namelijk tijdens het wisselen van de borstelonderdelen hetzelfde, dat wil zeggen dat er geen pauze ingelast wordt voor het wisselen van de borstelonderdelen. Dat wil zeggen dat het volgende te stoppen borstelonderdeel extreem snel het voorgaande borstelonderdeel moet vervangen en naar de zogenaamde stoppositie verplaatst moet worden. Bovendien is in een dergelijke borstelvervaardigingsinrichting een laad- en ontlaadstation voor de te stoppen en reeds gestopte borstelonderdelen aanwezig, het is gunstig als de transportdragers voor dit laden en ontladen voldoende lang kunnen stilstaan om het geheel automatisch laad- en ontladen te vergemakkelijken.In brush-making devices, brush parts, in particular brush bodies or so-called holding plates, which later become part of the brush, are provided with brush bundles. The brush parts have several prefabricated openings in which the brush bundle is put. This stopping is done at extreme speeds by means of a stopping tool, which picks up individual bundles and inserts them into the brush parts. During the stroke, that is the reciprocating movement of the stopping tool, the brush part is moved in one or two directions and re-aligned, so that again an empty hole for the next brush bundle is aligned with the movement axis of the stopping tool. The brush parts are mounted on transport carriers, which enter the stop station and are carried out again. A transport device is provided for this purpose. The brush making devices operate with cycle times which are mainly determined by the change from the just completely stopped brush part to the next empty brush part. Namely, the cycle frequency of the stopping tool remains the same during the changing of the brush parts, i.e. no pause is inserted for changing the brush parts. That is, the next brush part to be stopped must replace the previous brush part extremely quickly and be moved to the so-called stop position. Moreover, in such a brush-making device there is a loading and unloading station for the brush parts to be stopped and already stopped, it is advantageous if the transport carriers for this loading and unloading can stand still for a sufficiently long time to facilitate the fully automatic loading and unloading.

De opgave van de uitvinding is het verschaffen van een borstelvervaardigingsinrichting die een snelle wissel van de borstelonderdelen in en uit de stoppositie mogelijk maakt, om een snelle cyclusfreguentie te verkrijgen.The object of the invention is to provide a brush manufacturing device that allows a quick change of the brush parts in and out of the stop position, in order to obtain a fast cycle frequency.

Voor het oplossen van deze opgave wordt een borstelvervaardigingsinrichting verschaft met een stopstation en een transportinrichting voor transportdragers, waaraan borstelonderdelen ontkoppelbaar bevestigd kunnen worden, waarbij de transportinrichting een laad- en ontlaadstation, een overgeefstation voor het overgeven van de transportdragers aan het stopstation en een teruggeefstation voor het afvoeren van de transportdragers uit het stopstation omvat, waarbij een transportdrager in het stopstation in een stoppositie geplaatst kan worden, waarin hij tegenover een stopwerktuig ligt en waarin het daaraan bevestigde borstelonderdeel gestopt wordt, waarbij de transportinrichting een transportmiddel voor het transporteren van de transportdragers in het laad- en ontlaadstation in een lengterichting, die de hoofdtransportrichting vormt, omvat en waarbij ten minste één lengteaandrijving aanwezig is die de transportdragers in het stopstation en additioneel in het overgeef- en/of teruggeefstation in de lengterichting beweegt, waarbij de lengteaandrijving de transportdragers in het stopstation in de lengterichting tussen stopslagen cyclusgewijs uitlijnt.To solve this problem, a brush manufacturing device is provided with a stop station and a transport device for transport carriers, to which brush parts can be detachably attached, the transport device comprising a loading and unloading station, a transfer station for transferring the transport carriers to the stop station and a return station for comprises discharging the transport carriers from the stopping station, wherein a transport carrier can be placed in the stopping station in a stop position, in which it lies opposite a stopping tool and in which the brush part attached thereto is stopped, wherein the transport device transports a transport means for transporting the transport carriers into the loading and unloading station in a longitudinal direction, which forms the main transport direction, and wherein at least one longitudinal drive is present which the transport carriers in the stopping station and additionally in the transfer and / or return station ion moves in the longitudinal direction, the longitudinal drive cyclically aligning the transport carriers in the longitudinal direction between stop strokes.

Bij huidige borstelvervaardigings-inrichtingen worden de borstelonderdelen in het overgeefstation uit de transportdragers gekoppeld en na het stoppen weer aangekoppeld of betreft het een enkele dwarsaandrijving, die de transportdragers in het overgeef- en/of teruggeefstation dwars op de lengterichting, die de hoofdtransportrichting vormt, aandrijft. De uitvinding voorziet daarentegen dat de borstelonderdelen in de transportdragers blijven en door de lengteaandrij ving aan de ene kant in het overgeef- en/of teruggeefstation in de hoofdtransportrichting bewogen worden, wat een hogere cyclusfrequentie tot gevolg heeft. Bovendien is de lengteaandrijving ook nog verantwoordelijk voor de cyclusgewijze uitlijning van de transportdragers en daarmee de borstelonderdelen. Tussen de stopslagen wordt het borstelonderdeel namelijk minimaal verplaatst, zodat het volgende te stoppen gat uitgelijnd is met het stopwerktuig. De lengteaandrijving is derhalve gescheiden van de aandrijving van de transportinrichting in het laad- en ontlaadstation. De lengteaandrijving is uitsluitend verantwoordelijk voor de beweging, ook de minimale bewegingen, in de lengterichting in het stopstation evenals in het overgeef- en/of teruggeefstation. Deze ontkoppeling van de lengtebeweging van de beweging van de transportdragers buiten het stopstation evenals het overgeef- en/of teruggeefstation zorgt voor een totale hogere cyclusfrequentie, temeer omdat het ontkoppelen van de borstelonderdelen niet nodig is.In current brush-making devices, the brush components are coupled in the transfer station from the transport carriers and re-connected after stopping, or is it a single transverse drive which drives the transport carriers in the transfer and / or return station transversely to the longitudinal direction, which forms the main transport direction . The invention, on the other hand, provides that the brush parts remain in the transport carriers and are moved by the longitudinal drive on the one hand in the transfer and / or return station in the main transport direction, which results in a higher cycle frequency. In addition, the longitudinal drive is also responsible for the cycle-wise alignment of the transport carriers and thus the brush components. Namely, the brush part is displaced minimally between the stop strokes, so that the next hole to be stopped is aligned with the stop tool. The longitudinal drive is therefore separated from the drive of the transport device in the loading and unloading station. The longitudinal drive is solely responsible for the movement, also the minimum movements, in the longitudinal direction in the stop station as well as in the transfer and / or return station. This decoupling of the longitudinal movement of the movement of the transport carriers outside the stopping station as well as the transfer and / or return station ensures an overall higher cycle frequency, all the more so because the uncoupling of the brush parts is not necessary.

Bij voorkeur worden meerdere lengteaandrij vingen verschaft, die· afwisselend transportdragers door het stopstation en het overgeef- en/of teruggeefstation transporteren. Een lengteaandrijving richt derhalve de zich zojuist in het stopstation bevindende transportdrager cyclusgewijs uit, terwijl de ten minste ene andere lengteaandrijving de volgende transportdrager naar het stopstation voert en eventueel de transportdrager met het reeds volledig gestopte borstelonderdeel wegvoert. Bijgevolg wordt de cyclusfrequentie verder verhoogd.A plurality of length drives are preferably provided which alternately transport transport carriers through the stopping station and the transfer and / or return station. A longitudinal drive therefore aligns the transport carrier just located in the stop station cyclically, while the at least one other longitudinal drive carries the next transport carrier to the stop station and possibly carries the transport carrier away with the brush part that has already been completely stopped. Consequently, the cycle frequency is further increased.

De een of meer lengteaandrij vingen zijn bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat zij afzonderlijke transportdragers van het transportmiddel overnemen en door het overgeef-, stop- en teruggeefstation bewegen en weer af geven aan het transportmiddel. Dat betekent dat de een of meer lengteaandrij vingen afzonderlijk van het transportmiddel uitgevoerde aandrijvingen zijn.The one or more length drives are preferably embodied such that they take over individual transport carriers from the transport means and move through the transfer, stop and return station and deliver them back to the transport means. This means that the one or more length drives are drives designed separately from the means of transport.

In het bijzonder is de lengteaandrijving een draaiaandrijving of omvat elke lengteaandrijving een draaiaandrijving, waardoor de beweging als een kromme, bij voorkeur een cirkelkromme, uitgevoerd worden kan. Bij voorkeur wordt de draaiaandrijving niet achteruit bewogen, wat de aandrijving sneller en duurzamer maakt.In particular, the longitudinal drive is a rotary drive or each longitudinal drive comprises a rotary drive, whereby the movement can be carried out as a curve, preferably a circular curve. The rotary drive is preferably not moved backwards, which makes the drive faster and more durable.

In het bijzonder wordt een draaihouder voor elke lengteaandrijving verschaft, die door de lengteaandrijving in een draaiing gezet wordt. De draaihouder wordt optioneel ontkoppelbaar aan transportdragers gekoppeld, die aldus door de betreffende stations (stop- en overgeef- en/of teruggeefstation) gevoerd worden.In particular, a rotary holder is provided for each longitudinal drive, which is set in a rotation by the longitudinal drive. The rotary holder is optionally coupled releasably to transport carriers, which are thus passed through the respective stations (stop and transfer and / or return station).

Dit koppelen van de draaihouder aan een of meerdere transportdragers kan bijvoorbeeld via een . actieve meeneemeenheid bewerkstelligd worden, die optioneel aan een of meerdere transportdragers gekoppeld kan worden.This coupling of the rotary holder to one or more transport carriers can, for example, be done via one. active carrier unit, which can optionally be coupled to one or more transport carriers.

In het bij zonder heeft elke draaihouder ten minste één paar bij voorkeur diametraal ten opzichte van de draaias tegenover elkaar liggende meeneemeenheden, zodat ten minste twee transportdragers gelijktijdig in het overgeef-, stopen teruggeefstation bewogen kunnen worden.In particular, each rotary holder has at least one pair of carrier units, preferably diametrically opposed to the axis of rotation, so that at least two transport carriers can be moved simultaneously into the transfer, stop, return station.

De ten minste ene meeneemeenheid kan een lineaire aandrijving hebben, die dwars op de lengterichting verplaatsbaar is en daardoor aan de transportdrager gekoppeld kan worden of daarvan losgekoppeld kan worden. De actieve meeneemeenheid beweegt aldus in één richting voor het aankoppelen en in de tegengestelde richting voor het ontkoppelen, wat in een eenvoudig mechanisch systeem resulteert.The at least one carrier unit can have a linear drive, which is movable transversely to the longitudinal direction and can therefore be coupled to or disconnected from the transport carrier. The active carrier unit thus moves in one direction for coupling and in the opposite direction for decoupling, which results in a simple mechanical system.

Om te kunnen volstaan met één lengteaandrijving, die gelijktijdig transportdragers in het overgeef- en/of teruggeefstation kan bewegen, verschaft de uitvinding voor elke draaihouder meerdere meeneemeenheden, die gelijktijdig aan transportdragers in het overgeef- en het teruggeefstation gekoppeld zijn.In order to suffice with one longitudinal drive, which can simultaneously move transport carriers in the transfer and / or return station, the invention provides for several rotary units for each rotary holder, which are simultaneously coupled to transport carriers in the transfer and return station.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt de transportinrichting als een lengtegeleider met een laad-, een ontlaad-, een stop-, een overgeef- en een teruggeefsegment verschaft. De transportdragers worden langs deze transportinrichting verplaatst. Transportdragers worden door de lengteaandrijving uit het laadsegment naar het overgeefsegment, waar of kort waarvoor ze overgegeven worden aan de lengteaandrijving, verplaatst. De lengteaandrijving verplaatst de transportdragers via het stopsegment naar het teruggeef segment. In of kort na het teruggeefsegment worden de transportdragers weer aan het transportmiddel overgegeven en naar het ontlaadsegment verplaatst.According to an embodiment, the transport device is provided as a length guide with a loading, a discharging, a stopping, a transfer and a return segment. The transport carriers are moved along this transport device. Transport carriers are moved by the longitudinal drive from the loading segment to the transfer segment, where or shortly for which they are transferred to the longitudinal drive. The longitudinal drive moves the transport carriers through the stop segment to the return segment. In or shortly after the return segment, the transport carriers are again transferred to the transport means and moved to the discharge segment.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn het stop-, overgeef- en het teruggeefsegment dwars op de lengterichting verplaatsbare segmenten, waarbij het stopsegment een eigen dwarsaandrijving heeft, waarmee het een zich in het stopsegment bevindende transportdrager in de dwarsrichting tussen stopslagen cyclusgewijs kan uitlijnen. Aangezien de te stoppen gaten tussen de stopslagen niet slechts in één richting, maar in twee richtingen precies uitgelijnd moeten worden, wordt dit door twee aandrijvingen, namelijk de lengteaandrijving en een dwarsaandrijving, bewerkstelligd. Door de afzonderlijke uitvoering van de dwarsaandrijving van het stopsegment is de inrichting flexibeler en kunnen hogere cyclusfrequenties verkregen worden.In a preferred embodiment, the stop, transfer and return segments are segments that are movable transversely to the longitudinal direction, the stop segment having its own transverse drive, with which it can cycle-move a transport carrier located in the stop segment in the transverse direction between stop strokes. Since the holes to be stopped between the stop strokes have to be precisely aligned not only in one direction but in two directions, this is achieved by two drives, namely the longitudinal drive and a transverse drive. Due to the separate transverse drive of the stop segment, the device is more flexible and higher cycle frequencies can be obtained.

De lengtegeleider is in het bijzonder als gesloten omlopende geleider uitgevoerd. Er is dus een gesloten omlopende baan voor de transportdragers aanwezig, zodat alle stations op deze geleider doorlopen kunnen worden.The length guide is in particular designed as a closed all-round guide. There is therefore a closed orbital path for the transport carriers, so that all stations on this conductor can be traversed.

Hoewel het mogelijk is dat de transportdragers in de lengtegeleider ingezet en daar weer uitgenomen worden, en wel met de borstelonderdelen erop, voorziet de voorkeursuitvoeringsvorm dat de transportdragers in de lengtegeleider omlopen zonder deze te verlaten. Dat wil zeggen dat in het laadstation de borstelonderdelen op transportdragers gezet worden en ma de bewerking in het ontlaadstation van de transportdragers gehaald worden. Zonder het verwijderen van de borstelonderdelen in de transportinrichting kan cyclustijd bespaard worden.Although it is possible for the transport carriers to be inserted into and removed from the length guide, namely with the brush parts on it, the preferred embodiment provides that the transport carriers circulate in the length guide without leaving it. That is, in the loading station the brush parts are placed on transport carriers and the processing is removed from the transport carriers in the discharge station. Cycle time can be saved without removing the brush parts in the transport device.

In het bijzonder heeft het overgeefsegment een eigen dwarsaandrijving om de transportdragers uit een met het voorgaande segment in de dwarsrichting uitgelijnde positie in een met het stopsegment uitgelijnde positie te verplaatsen. Voorts kan ook het teruggeefsegment een eigen dwarsaandrijving hebben, om de transportdragers uit een met het stopsegment uitgelijnde positie in een met het volgende segment uitgelijnde positie te verplaatsen. De transportdragers kunnen na zijwaartse beweging van het overgeefsegment op het overgeefsegment in de lengterichting getransporteerd worden en in het stopsegment gevoerd worden. Na het volledig stoppen van het borstelonderdeel in het stopsegment vindt stapsgewijs het verdere transport plaats van het borstelonderdeel via het teruggeefsegment naar de volgende vaststaande segmenten, bijvoorbeeld het ontlaadsegment, of een segment, waar de borstelonderdelen nabewerkt worden. De eigen dwarsaandrijving fungeert als een soort wissel, via welke het overgeefsegment met de zich daarop bevindende transportdragers met het zijwaarts versprongen stopsegment uitgelijnd wordt.In particular, the transfer segment has its own transverse drive to move the transport carriers from a position aligned with the previous segment in the transverse direction to a position aligned with the stop segment. Furthermore, the return segment can also have its own transverse drive to move the transport carriers from a position aligned with the stop segment to a position aligned with the next segment. After lateral movement of the transfer segment on the transfer segment, the transport carriers can be transported in the longitudinal direction and fed into the stop segment. After the brushing element in the stop segment has been completely stopped, the further transport of the brushing element takes place step-by-step through the return segment to the following fixed segments, for example the discharge segment, or a segment where the brushing components are post-processed. The own transverse drive acts as a sort of switch, via which the transfer segment with the transport carriers located thereon is aligned with the laterally staggered stop segment.

Bij voorkeur zijn de dwarsaandrijving van het overgeefsegment en/of de dwarsaandrijving van het teruggeefsegment zodanig regeltechnisch aan de dwarsaandrijving van het stopsegment gekoppeld, dat zij gesynchroniseerd uitgelijnd met de zijwaartse beweging van het stopsegment heen- en weerbewogen worden. Dat wil zeggen dat de uitlij ning van het overgeef- en het teruggeefstation met betrekking tot de positie van het stopstation zelfs tijdens het stoppen bereikt wordt, wat in een hoger cyclusfrequentie resulteert.Preferably, the transverse drive of the transfer segment and / or the transverse drive of the return segment are coupled to the transverse drive of the stop segment in such a way that they are moved back and forth synchronously aligned with the lateral movement of the stop segment. That is, the alignment of the transfer and return station with respect to the position of the stop station is achieved even during the stop, which results in a higher cycle frequency.

Bij voorkeur is ten minste een gesloten omlopende aandrijving met trekorgaan (trekaandrijving) voor het bewegen van de transportdragers in het laad-en ontlaadsegment aanwezig. De transportdragers kunnen in of voor het overgeef station ontkoppelbaar van de trekaandrijving zijn. Bovendien zijn de transportdragers in of na het teruggeefstation koppelbaar met de trekaandrijving. Als trekaandrijving kan een ketting, echter bij voorkeur een band gebruikt worden. De transportdragers worden vormgesloten met de trekaandrijving verbonden. In het overgeefstation, het stopstation en het teruggeefstation zijn ze echter losgekoppeld van de trekaandrijving, hier nemen de lengteaandrijvingen de lengtebeweging van de transportdragers over. Het is mogelijke slechts één trekaandrijving te verschaffen dat dan in meerdere delen verdeeld is waarbij één deel het laadsegment en een andere deel het ontlaadsegment definieert. Het is echter ook mogelijk meerdere omlopende trekaandrijvingen te verschaffen, waarbij één trekaandrijving voor het transport in het laadsegment zorgt, waar dan de transportdragers van afgenomen worden en in het overgeefsegment gevoerd worden, en een verdere trekaandrijving de transportdragers in het ontlaadsegment beweegt.Preferably, at least one closed all-round drive with pulling member (pull drive) is provided for moving the transport carriers in the loading and unloading segment. The transport carriers can be uncoupled from the traction drive in or in front of the transfer station. Moreover, the transport carriers in or after the return station can be coupled to the traction drive. A chain, but preferably a tire, can be used as a pull drive. The transport carriers are formally connected to the traction drive. In the transfer station, the stopping station and the return station, however, they are disconnected from the pull drive, here the length drives take over the longitudinal movement of the transport carriers. It is possible to provide only one traction drive which is then divided into several parts, one part defining the loading segment and another part defining the discharge segment. However, it is also possible to provide several revolving pull drives, one pull drive taking care of transport in the loading segment, from which the transport carriers are then taken off and fed into the transfer segment, and a further pull drive moving the transport carriers in the discharge segment.

Het ont- en aankoppelen van de transportdragers van respectievelijke aan de trekaandrijving kan door zijwaartse beweging van het overgeefsegment respectievelijk het teruggeefsegment bewerkstelligd worden.The uncoupling and coupling of the transport carriers from the pull drive respectively can be effected by lateral movement of the transfer segment or the return segment.

De transportdragers zijn in het bijzonder vormgesloten aan de lengtegeleider gekoppeld, waardoor de positionering van de transportdragers geoptimaliseerd wordt.The transport carriers are in particular form-locked to the longitudinal guide, whereby the positioning of the transport carriers is optimized.

De transportdragers glijden of rollen in de lengtegeleider, vormen aldus wagens die borstelonderdelen door de stations en segmenten transporteren.The transport carriers slide or roll in the length guide, thus forming carriages that transport brush parts through the stations and segments.

De inrichting volgens de uitvinding kan alleen een enkel station, namelijk het stopstation, omvatten of ook ten minste een extra nabewerkingsstation omvatten, waar de lengtegeleider doorheen loopt. Dit heeft het voordeel dat de reeds in het stopstation uitgelijnde borstelonderdelen verder uitgelijnd naar het volgende station voortbewogen worden, wat de handelingen vereenvoudigd en versneld. Het nabewerkingsstation is bijvoorbeeld een afsnijd-of afscheerstation voor filamenten of een station waar de filamentuiteinden afgerond worden of een reinigingsstation of een station voor het stempelen van logos.The device according to the invention can only comprise a single station, namely the stopping station, or also at least one additional post-processing station through which the length guide runs. This has the advantage that the brush parts already aligned in the stopping station are moved further aligned to the next station, which simplifies and speeds up the operations. The post-processing station is, for example, a filament cutting or shearing station or a station where the filament ends are rounded, or a cleaning station or a logos stamping station.

Juist als het stopwerktuig met een ankerbevestiging werkt, dat wil zeggen als de borstelbundels via een ankerplaatje in het borstelonderdeel bevestigd worden, moeten de borstelonderdelen om de zogenaamde stophoek gezwenkt worden. De gaten in het borstelonderdeel lopen namelijk normaliter op lijnen en deze lijnen lopen zeer dicht naast elkaar. De ankers moeten daarom niet ook in deze lijn uitgelijnd worden, omdat zij anders het smalle stuk tussen naast elkaar liggende openingen teveel zouden kunnen verzwakken. Daarom worden de ankers schuin ten opzichte van de lengte-uitlijning van de gaten in het borstelonderdeel geslagen. Aangezien de borstelonderdelen echter bij voorkeur met de lengteas ervan dwars op de lengterichting van de lengtegeleider uitgelijnd en getransporteerd worden, moeten ze voor' het bereiken van de stoppositie gezwenkt worden. Daartoe heeft elke transportdrager een zwenkbaar daarop aangebrachte houder voor het borstelonderdeel. De houder wordt door middel van een baankromme gezwenkt, die aanwezig is op de lengtegeleider tussen het laad- en stopsegment. Er is bijvoorbeeld een soort nokkenbaan of schaargeleider mogelijk.It is precisely when the stopping tool works with an anchor mounting, that is, when the brush bundles are fixed in the brush part via an anchor plate, that the brush parts must be pivoted about the so-called stopping angle. The holes in the brush part normally run on lines and these lines run very close to each other. The anchors should therefore not also be aligned in this line, because otherwise they could weaken the narrow part between adjacent openings too much. Therefore, the anchors are pitched obliquely with respect to the longitudinal alignment of the holes in the brush member. However, since the brush parts are preferably aligned and transported with their longitudinal axis transverse to the longitudinal direction of the longitudinal guide, they must be pivoted before reaching the stop position. To that end, each transport carrier has a holder for the brush part pivotally arranged thereon. The holder is pivoted by means of a path curve, which is present on the length guide between the loading and stopping segment. For example, a kind of cam track or scissors guide is possible.

De transportdragers zijn in het gebied van het laad- en ontlaadsegment aan het transportmiddel gekoppeld. Aan de andere kant zijn ten minste in het gebied van het stopsegment, bij voorkeur ook in het gebied van het overgeef- en het teruggeefsegment, de transportdragers ontkoppeld van het transportmiddel. Om dit in een compacte inrichting te kunnen bewerkstelligen, verschaft de uitvinding de lengtegeleider ten minste in het gebied van het stopsegment op een grotere afstand van het transportmiddel dan in het gebied van het laadsegment en het ontlaadsegment. In het gebied van het laad- en ontlaadsegment zijn bijgevolg de transportdragers zo dicht bij het transportmiddel, dat zij er aan gekoppeld worden, in het stopsegment is een grotere afstand aanwezig. De afstand kan zijwaarts of radiaal zijn.The transport carriers are coupled to the transport means in the area of the loading and unloading segment. On the other hand, at least in the area of the stop segment, preferably also in the area of the transfer and return segments, the transport carriers are disconnected from the transport means. To be able to achieve this in a compact device, the invention provides the length guide at least in the area of the stop segment at a greater distance from the transport means than in the area of the loading segment and the unloading segment. In the area of the loading and unloading segment, therefore, the transport carriers are so close to the means of transport that they are coupled thereto, a greater distance is present in the stop segment. The distance can be sideways or radial.

Het overgeef- en het teruggeefsegment evenals het stopsegment zijn in voorkeursuitvoeringsvorm in het gebied van de omdraairol van het transportmiddel aanwezig, dat wil zeggen in het gebied van een omdraaibocht van de bewegingsbaan van de transportdragers.The transfer and return segments, as well as the stop segment, are present in a preferred embodiment in the region of the turning roller of the transport means, i.e. in the region of a turning curve of the path of movement of the transport carriers.

De borstelvervaardigingsinrichting volgens de uitvinding is niet beperkt to stopwerktuigen die met ankers werken maar kan ook gebruikt worden voor AFT-werkwijzen (anchor free tufting).The brush making device according to the invention is not limited to stop tools that work with anchors, but can also be used for AFT (anchor free tufting) methods.

Bovendien zijn bij voorkeur meerder borstelonderdelen op een transportdrager aanwezig.Moreover, preferably several brush parts are present on a transport carrier.

De dwarsaandrijvingen zijn in het bijzonder Servomotoren, die bijvoorbeeld aan een transmissie gekoppeld zijn, wat niet per se het geval hoeft te zijn.The transverse drives are in particular Servo motors, which are for example coupled to a transmission, which does not necessarily have to be the case.

Bovendien kunnen de aandrijvingen ook aan hefbomen of dergelijke gekoppeld zijn om de beweging over te dragen op de segmenten.Moreover, the drives can also be coupled to levers or the like to transfer the movement to the segments.

Ook de lengteaandrijvingen zijn bij voorkeur Servomotoren met of zonder nageschakelde transmissie. De Servomotoren hebben in dit verband ook het voordeel dat zij regeltechnisch gemakkelijker met elkaar gesynchroniseerd kunnen worden.The longitudinal drives are also preferably Servomotors with or without downstream transmission. The Servomotors also have the advantage in this respect that they can be synchronized with each other more easily from a technical perspective.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving en uit de volgende afbeeldingen waarnaar verwezen wordt. De afbeeldingen geven weer: - Figuur 1 is een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de borstelvervaardigingsinrichting volgens de uitvinding, - Figuur 2 is een vereenvoudigde perspectiefweergave van de transportinrichting uit figuur 1 met een bewegend stopsegment, - Figuur 3 is een perspectiefweergave van de transportinrichting met zijwaarts ‘ verplaatst stopsegment, - Figuur 4 is een weergave van de transportinrichting uit figuur 3 met dwarsaandri jvingen, - Figuur 5 is een schuin gezien vooraanzicht van de transportinrichting uit figuur 2, waarin de dwarsaandrijvingen van segmenten beter te zien zijn, - Figuur 6 is een perspectiefweergave van de zijkant die de transportinrichting in de in figuur 5 weergegeven positie laat zien en waarbij ook de lengteaandrijvingen weergegeven zijn, - Figuur 7 is een weergave van de transportinrichting in de in figuur 6 weergegeven positie, gezien vanuit de tegenovergestelde kant, - Figuur 8 is een weergave van een detail van de transportinrichting met een transportdrager, - Figuur 9 is een bovenaanzicht op een met een borstelonderdeel uitgeruste transportdrager in een eerste positie, - Figuur 10 is een bovenaanzicht op een met een borstelonderdeel uitgeruste transportdrager in een tweede positie, - Figuur 11 is een schematische weergave van een tweede uitvoeringsvorm van een transportinrichting van een borstelvervaardigingsinrichting volgens de uitvinding, en - Figuur 12 is een schematische weergave van een derde uitvoeringsvorm van een transportinrichting van een borstelvervaardigingsinrichting volgens de uitvinding.Further features and advantages of the invention appear from the following description and from the following referenced images. The figures show: - Figure 1 is a side view of a first embodiment of the brush manufacturing device according to the invention, - Figure 2 is a simplified perspective view of the conveyor device of Figure 1 with a moving stop segment, - Figure 3 is a perspective view of the conveyor device with - stop segment moved sideways - Figure 4 is a view of the conveyor device of Figure 3 with transverse drives, - Figure 5 is an oblique front view of the conveyor device of Figure 2, in which the transverse drives of segments are better visible, - Figure 6 is a perspective view of the side showing the conveyor in the position shown in Figure 5 and also showing the longitudinal drives, - Figure 7 is a representation of the conveyor in the position shown in Figure 6, viewed from the opposite side, - Figure 8 is a representation of a detail of the transport direction with a transport carrier, - Figure 9 is a top view of a transport carrier equipped with a brush component in a first position, - Figure 10 is a top view of a transport carrier equipped with a brush component in a second position, - Figure 11 is a schematic representation of a second embodiment of a conveyor device of a brush manufacturing device according to the invention, and - Figure 12 is a schematic representation of a third embodiment of a conveyor device of a brush manufacturing device according to the invention.

In figuur 1 is een borstelvervaardigings-inrichting weergegeven die meerdere stations heeft, namelijk onder meer een laadstation 10, waarbij geheel automatisch nog niet van borstels voorziene borstelonderdelen 12 aan de inrichting toegevoerd worden. Na het laadstation 10 volgt een overgeefstation 14, aansluitend een stopstation 16, met een stopwerktuig 18, dat geen- en weerbewogen wordt. Na het stopstation 16 volgt een teruggeefstation 20. Er kunnen een of meerdere nabewerkingsstations voor de in het stopstation 16 volgestopte borstelonderdelen 12 verschaft zijn.Figure 1 shows a brush manufacturing device which has several stations, namely, among others, a loading station 10, wherein brush parts 12 that are not yet provided with brushes are supplied to the device fully automatically. After the loading station 10 follows a transfer station 14, followed by a stop station 16, with a stop tool 18, which is not moved and moved again. After the stop station 16 follows a return station 20. One or more post-processing stations for the brush parts 12 crammed into the stop station 16 may be provided.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de nabewerkingsstations een snijdstation 22, waarin de borsteluiteinden afgesneden worden, evenals een station 24 voor het afronden van de borsteluiteinden.In the illustrated embodiment, the post-processing stations are a cutting station 22 in which the brush ends are cut off, as well as a station 24 for rounding off the brush ends.

Een aansluitend ontlaadstation 26, dat bij voorkeur direct aan het laadstation 10 grenst, wordt verschaft om de gestopte en bewerkte borstelonderdelen weer geheel automatisch uit de inrichting te nemen of af te geven.A subsequent discharge station 26, which is preferably directly adjacent to the loading station 10, is provided for taking the stopped and processed brush parts out of the device again and again completely automatically.

De borstelonderdelen 12 kunnen borstelrompen met kop en steel evenals een gatenpatroon in de borstelkop zijn of delen van de latere borstel, bijvoorbeeld een plaat met gaten, die later onderdeel van de gehele borstel worden en bijvoorbeeld op de borstelromp bevestigd of bij het vormen van de borstelromp omspoten worden.The brush parts 12 can be brush body with head and handle as well as a hole pattern in the brush head or parts of the later brush, for example a plate with holes, which later become part of the entire brush and are fixed for example on the brush body or when forming the brush body be covered.

De weergegeven inrichting kan ook het stopwerktuig 18 omvatten of alleen de hierna toegelichte transportinrichting zijn, die afzonderlijk geleverd wordt en met de overige onderdelen van de afzonderlijke stations ter plaatse aangevuld wordt.The device shown may also comprise the stopping tool 18 or may only be the transport device explained below, which is supplied separately and supplemented with the other parts of the individual stations on site.

Volgens voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de inrichting echter volledige uitgerust met de werktuigen, bijvoorbeeld met het stopwerktuig 18 en de nabewerkingsstations.However, according to a preferred embodiment of the invention, the device is fully equipped with the tools, for example with the stopping tool 18 and the post-processing stations.

Zoals uit figuur 1 blijkt, wordt een gesloten omlopende, als baan vereenvoudigd weergegeven transportinrichting 28 verschaft.As can be seen from Figure 1, a closed circulating conveyor device 28 is shown as being closed as a path.

De transportinrichting 28 omvat de bovengenoemde stations en transporteert zogenaamde transportdragers 30, waaraan de borstelonderdelen 12 ontkoppelbaar bevestigd zijn, door de stations en door de inrichting.The transport device 28 comprises the aforementioned stations and transports so-called transport carriers 30, to which the brush parts 12 are detachably attached, through the stations and through the device.

Hierna wordt de hoofdtransportrichting als lengterichting L gedefinieerd. Deze lengterichting L verloopt met betrekking tot figuur 1 in het tekenvlak in de beweegrichting van de transportinrichting 28. De transportinrichting 28 heeft in de weergegeven uitvoeringsvorm twee vlakke delen (boven en onder) evenals twee delen in de vorm van een halve cirkel (rechts en links). De lengterichting L is derhalve gedeeltelijk lineair of ook gedeeltelijk gekromd (afhankelijk van welk station precies bekeken wordt).The main transport direction is then defined as the longitudinal direction L. With respect to Figure 1, this longitudinal direction L extends in the drawing plane in the direction of movement of the transport device 28. In the embodiment shown, the transport device 28 has two flat parts (above and below) as well as two parts in the form of a semicircle (right and left) ). The longitudinal direction L is therefore partly linear or partly curved (depending on which station is viewed exactly).

De transportinrichting 28 omvat een gesloten omlopende, dat wil zeggen ringvormige lengtegeleider 32 (zie figuur 2), waaraan de transportdragers 30 gekoppeld zijn, zodat de transportdragers 30 onvervreemdbaar langs lengtegeleider 32 in lengterichting L verplaatsbaar zijn. Dat wil zeggen dat de transportdragers 3 0 de lengtegeleider 32 niet verlaten.The transport device 28 comprises a closed, circumferential, i.e. annular, length guide 32 (see Figure 2), to which the transport carriers 30 are coupled, so that the transport carriers 30 can be moved freely along the length guide 32 in the longitudinal direction L. That is, the transport carriers do not leave the length guide 32.

De transportinrichting 2 8 omvat bovendien een transportmiddel in de vorm van een gesloten omlopende trekaandrijving 34 (zie figuur 8), bijvoorbeeld een tandriem die in der lengtegeleider 32 net onder de lengtegeleider 32 loopt. De aandrijftandwielen in het gebied van de gekromde halvecirkelvormige delen van de lengtegeleider 32 zijn niet weergegeven.The transport device 28 furthermore comprises a transport means in the form of a closed all-round tension drive 34 (see Fig. 8), for example a toothed belt running in the length guide 32 just below the length guide 32. The drive gears in the region of the curved semicircular parts of the length guide 32 are not shown.

De trekaandrijving 34 heeft, zoals te zien is in figuur 8, naar buiten afstaande uitstekende delen 36, die met uitstekende delen 3 8 op de transportdrager 30 in elkaar kunnen grijpen om de transportdrager 30 langs de geleider 32 te bewegen.The pull drive 34 has, as can be seen in Figure 8, protruding parts 36 protruding from the outside which can engage with projecting parts 8 on the transport carrier 30 to move the transport carrier 30 along the guide 32.

De lengtegeleider 32 bezit segmenten die overeenkomen met de betreffende namen van de stations waarin ze zich bevinden, dus een laadsegment 110, een overgeefsegment 114, een stopsegment 116, een teruggeefsegment 120 evenals een ontlaadsegment 126. Bovendien is ook nog een segment 122 voor het snijdstation en een segment 124 voor het station 24 aanwezig. Het laadsegment 110, het ontlaadsegment 126 evenals de segmenten 122, 124 zijn gefixeerde, onbewegelijke segmenten van de lengtegeleider 32.The length guide 32 has segments corresponding to the respective names of the stations in which they are located, i.e. a loading segment 110, a transfer segment 114, a stop segment 116, a return segment 120 as well as a discharge segment 126. In addition, there is also a segment 122 for the cutting station and a segment 124 for the station 24. The loading segment 110, the unloading segment 126 as well as the segments 122, 124 are fixed, immovable segments of the length guide 32.

Bij voorkeur zijn de segmenten 110, 122, 124, 126 integraal verbonden.The segments 110, 122, 124, 126 are preferably integrally connected.

Het overgeefsegment 114, het stopsegment 126 evenals het teruggeefsegment 120, die de door de transportinrichting gevormde ring sluiten, zijn echter zijwaarts, dat wil zeggen dwars op de lengterichting (in dwarsrichting), verplaatsbaar.However, the transfer segment 114, the stop segment 126 as well as the return segment 120, which close the ring formed by the conveyor, are movable laterally, i.e. transversely of the longitudinal direction (transversely).

In de in figuur 2 weergegeven positie zijn alle segmenten in de lengterichting en dwars daarop exact met elkaar uitgelijnd zodat de transportdragers 30 op de lengtegeleider 32 voortbewogen kunnen worden.In the position shown in Figure 2, all segments are precisely aligned with each other in the longitudinal direction and transversely thereto, so that the transport carriers 30 can be moved on the longitudinal guide 32.

De verschuiving van het overgeefsegment 114, het stopsegment 116 evenals het teruggeefsegment 120 vindt plaats door middel van eigen, bij de drie segmenten behorende dwarsaandrijvingen 214, 216 en 220 (zie figuur 4).The displacement of the transfer segment 114, the stop segment 116 as well as the return segment 120 takes place by means of proprietary transverse drives 214, 216 and 220 associated with the three segments (see Fig. 4).

De dwarsaandrij vingen 214, 216, 220 zijn in het bijzonder Servomotoren, die optioneel aan een transmissie 222 evenals aan hefbomen 224 dan wel kniehefbomen gekoppeld kunnen zijn. Bij de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm zijn de hefbomen 224 aan de bijbehorende segmenten 114, 116, 120 gekoppeld.The transverse drives 214, 216, 220 are in particular Servo motors, which can optionally be coupled to a transmission 222 as well as levers 224 or knee levers. In the embodiment shown in Figure 4, the levers 224 are coupled to the corresponding segments 114, 116, 120.

Een andere mogelijkheid is dat het overgeef-en teruggeefsegment 114, 120 ook aan elkaar gekoppeld kunnen zijn, zodat een gemeenschappelijke dwarsaandrijving voldoende is.Another possibility is that the transfer and return segment 114, 120 can also be coupled to each other, so that a common transverse drive is sufficient.

De trekaandrijving 34 verplaatst de afzonderlijke transportdragers 30 in de lengterichting L tot voor of in het overgeef station 14 en aldus direct voor of in het overgeefsegment 114. Bovendien neemt de trekaandrijving 34 in het teruggeefstation 20 en in het teruggeefsegment 120 of direct daarna in het gefixeerde gebied, kort voor het nabewerkingsstation 22, de transportdragers 30 weer op, om ze verder naar het ontlaadstation 26 te transporteren.The pull drive 34 moves the individual transport carriers 30 in the longitudinal direction L to before or in the transfer station 14 and thus directly in front of or in the transfer segment 114. In addition, the pull drive 34 takes in the return station 20 and in the return segment 120 or immediately thereafter in the fixed area, shortly before the post-processing station 22, the transport carriers 30 again to transport them further to the unloading station 26.

Door het overgeefstation 14, het stopstation 16 en het teruggeefstation 20 worden de transportdragers 30 echter ontgekoppeld van de trekaandrijving 34 en worden zij door daarvan onafhankelijke lengteaandrijvingen in lengterichting L verplaatst.However, through the transfer station 14, the stop station 16 and the return station 20, the transport carriers 30 are uncoupled from the pull drive 34 and are moved in the longitudinal direction L by independent length drives.

In de figuren 6 en 7 zijn de betreffende aandrijfinrichtingen te zien. Een eerste lengteaandrijving 40 omvat een draaiaandrijving 42 in de vorm van een Servomotor evenals een draaihouder 44 (zie figuur 7) , die door de aandrijving 42 om een draaias A draaibaar is. De draaihouder 44 draagt twee ten opzichte van de draaias A diametraal tegenoverliggende meeneemeenheden 46, die slechts vereenvoudigd weergegeven zijn.The respective driving devices can be seen in Figures 6 and 7. A first longitudinal drive 40 comprises a rotary drive 42 in the form of a Servomotor as well as a rotary holder 44 (see Fig. 7), which is rotatable by the drive 42 about a rotary axis A. The pivot holder 44 carries two carrier units 46 diametrically opposite the pivot axis A, which are shown in simplified form only.

De meeneemeenheid 46 is een actieve eenheid, dat wil zeggen ze is afzonderlijk beweegbaar en wel dwars, in het bijzonder loodrecht, op de lengterichting L.The carrier unit 46 is an active unit, that is to say it is movable separately and in this case transversely, in particular perpendicularly, to the longitudinal direction L.

Elke meeneemeenheid 46 heeft een lineaire aandrijving, die dwars op de lengterichting verplaatsbaar is en die zijwaarts aan een transportdrager 30 gekoppeld kan worden en daarvan losgekoppeld kan worden. Dit aankoppelen vindt bij voorkeur vormgesloten plaats. In figuur 8 is te zien dat de transportdrager 30 op (met betrekking tot figuur 8) de achterkant een afstaande tap 48 bezit, die door een niet weergegeven vork van de meeneemeenheid 46 gegrepen kan worden. Door deze vormgesloten verbinding kan de transportdrager 30 in de lengterichting aan de draaiaandrijving 42 gekoppeld worden.Each carrier unit 46 has a linear drive which is movable transversely to the longitudinal direction and which can be coupled sideways to a transport carrier 30 and can be disconnected therefrom. This coupling preferably takes place form-locked. In figure 8 it can be seen that the transport carrier 30 has (with respect to figure 8) the rear side a projecting pin 48, which can be gripped by a fork of the carrier unit 46 (not shown). Due to this form-locked connection, the transport carrier 30 can be coupled in the longitudinal direction to the rotary drive 42.

Zoals in figuur 6 te zien is, is een tweede lengteaandrijving 60 met een tweede, eveneens als Servomotor uitgevoerde draaiaandrijving 52 aanwezig, die een tweede draaihouder 54 in draaiing kan zetten en wel eveneens om de draaias A, die aldus een gemeenschappelijke draaias A is.As can be seen in Figure 6, a second longitudinal drive 60 is provided with a second rotary drive 52, also designed as a Servomotor, which can turn a second rotary holder 54 in rotation and also around the rotary axis A, which is thus a common rotary axis A.

Ook de tweede lengteaandrijving 50 heeft een draaihouder 54 met twee diametraal tegenoverliggende meeneemeenheden 56, waarvan er in figuur 7 voor een betere overzichtelijkheid slechts één weergegeven wordt. Ook deze meeneemeenheid 56 kan overeenkomstig aan transportdragers 30 gekoppeld worden.The second longitudinal drive 50 also has a rotary holder 54 with two diametrically opposed carrier units 56, of which only one is shown in Figure 7 for better clarity. This carrier unit 56 can also be coupled to transport carriers 30 accordingly.

De beide lengteaandrijvingen 40, 50 zijn in de draairichting niet mechanisch aan elkaar gekoppeld, maar kunnen onafhankelijk van elkaar aangedreven worden. De draaiaandrijvingen 42, 52 in de vorm van de Servomotoren zijn echter wat betreft de regeling wel aan elkaar gekoppeld, om de draaibewegingen van de draaiaandrijvingen 42, 52 op elkaar af te stemmen.The two longitudinal drives 40, 50 are not mechanically coupled to each other in the direction of rotation, but can be driven independently of each other. However, the rotary drives 42, 52 in the form of the Servomotors are coupled to each other for control purposes, in order to match the rotary movements of the rotary drives 42, 52 to each other.

De beweging van de transportdrager 30 in het gebied van het overgeefsegment 114, het stopsegment 116 en het teruggeefsegment 120 verloopt via de lengteaandrij vingen 40, 50 en wel door het draaien van de draaihouder 44, 54. De lengbeweging wordt geleid in de segmenten van de lengtegeleider 32 bewerkstelligd.The movement of the transport carrier 30 in the area of the transfer segment 114, the stop segment 116 and the return segment 120 proceeds via the longitudinal drives 40, 50 and this by rotating the rotary holder 44, 54. The longitudinal movement is guided in the segments of the length guide 32 is achieved.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm blijft, zodra een meeneemeenheid 48 of 56 aan een transportdrager 30 in het overgeefstation 14 gekoppeld is, deze transportdrager 3 0 verder met de aangekoppelde lengteaandrijving 40 of 50 verbonden, totdat hij na het doorlopen van het overgeefsegment 114, het stopsegment 116 en het teruggeefsegment 120 weer aan de trekaandrijving 34 gekoppeld wordt.According to the preferred embodiment, as soon as a carrier unit 48 or 56 is coupled to a transport carrier 30 in the transfer station 14, this transport carrier 30 continues to be connected to the coupled longitudinal drive 40 or 50 until it passes through the transfer segment 114, the stop segment 116 and the return segment 120 is coupled to the pull drive 34 again.

Aldus koppelen eerst de eerste lengteaandrijving 40 en vervolgens de tweede lengteaandrijving 50 afwisselend aan de aankomende transportdragers 30, om ze door de stations 114, 116 en 120 te bewegen.Thus, first the first longitudinal drive 40 and then the second longitudinal drive 50 couple alternately to the upcoming transport carriers 30 to move them through the stations 114, 116 and 120.

Het stopwerktuig 18 neemt borstelbundels op, om ze in gaten in het borstelonderdeel 12 te stoppen, ofwel met ankers ofwel ook zonder ankers, afhankelijk van de uitvoeringsvorm. Nadat het stopwerktuig 18 niet in lengterichting L of in dwarsrichting voortbewogen wordt, wordt het zojuist te stoppen borstelonderdeel 12 tussen twee stopslagen opnieuw uitgelijnd met het stopwerktuig 18, zodat weer een leeg gat precies uitgelijnd met de aankomende borstelbundel komt te liggen. Dit slagsgewijs uitlijnen van het borstenonderdeel 12 tussen twee slagen in wordt bewerkstelligd door beweging van het borstelonderdeel 12, beter gezegd van de zich zojuist in de stoppositie bevindende transportdrager 30, in de lengterichting L en in de dwarsrichting.The plugging tool 18 receives brush bundles to plug them into holes in the brush part 12, either with anchors or also without anchors, depending on the embodiment. After the stop tool 18 is not advanced in the longitudinal direction L or in the transverse direction, the brush element 12 just to be stopped is again aligned between the stop strokes 18 with the stop tool 18, so that again an empty hole becomes precisely aligned with the incoming brush bundle. This stepwise alignment of the breast part 12 between two strokes is effected by movement of the brush part 12, more precisely of the transport carrier 30 just in the stop position, in the longitudinal direction L and in the transverse direction.

De bewegingscomponent in de dwarsrichting wordt gerealiseerd doordat het gehele stopsegment 116 en daarmee de zich daarop bevindende transportdrager 30 door de dwarsaandrijving 216 extreem snel voortbewogen wordt. Daardoor is echter het stopsegment 116 niet meer met de rest van de lengtegeleider in de dwarsrichting uitgelijnd, maar daarmee versprongen. In figuur 4 is deze verspringing weergegeven.The movement component in the transverse direction is realized in that the entire stop segment 116 and thus the transport carrier 30 located thereon is advanced extremely fast by the transverse drive 216. As a result, however, the stop segment 116 is no longer aligned with the rest of the longitudinal guide, but is staggered thereby. This offset is shown in Figure 4.

De uitlijnbeweging tussen twee stopslagen in de lengterichting L wordt door de eersten lengteaandrijving 40 of de tweede lengteaandrijving 50 bewerkstelligd, afhankelijk van welke lengteaandrijving 40, 50 juist aan de zich in de stoppositie bevindende transportdrager 30 gekoppeld is.The alignment movement between two stop strokes in the longitudinal direction L is effected by the first longitudinal drive 40 or the second longitudinal drive 50, depending on which longitudinal drive 40, 50 is precisely coupled to the transport carrier 30 located in the stop position.

Aangezien de beide bewegingen, namelijk in de lengterichting en in de dwarsrichting, overlappen is ofwel een bepaalde verschuifbaarheid van de meeneemeenheden 46, 56 ten opzichte van de tap 48 nodig, ofwel moet er een overeenkomstige overlapping in de dwarsrichting tussen tap en meeneemeenheid aanwezig zijn, zodat bij de dwarsbeweging van het stopsegment 116 de betreffende transporttrager 30 niet buiten de ingrijping met de bijbehorende meeneemeenheid 46, 56 raakt.Since the two movements, namely in the longitudinal direction and in the transverse direction, overlap, either a certain displaceability of the carrier units 46, 56 relative to the pin 48 is required, or a corresponding overlap in the transverse direction between the pin and carrier unit must be present, so that during the transverse movement of the stop segment 116 the transport conveyor 30 in question does not become outside of engagement with the associated carrier unit 46, 56.

In de weergegeven uitvoeringsvormen heeft elke lengteaandrijving 40, 50 slechts twee diametraal tegenover elkaar liggende meeneemeenheden 46, 56. Een andere mogelijkheid is echter dat er nog meer paren meeneemeenheden 46, 56 aanwezig zijn. Algemener gezegd, een lengteaandrijving 40, 50 kan meer dan twee meeneemeenheden 46, 56 aandrijven..In the embodiments shown, each longitudinal drive 40, 50 has only two diametrically opposed carrier units 46, 56. Another possibility, however, is that there are still more pairs of carrier units 46, 56 present. More generally, a longitudinal drive 40, 50 can drive more than two carrier units 46, 56.

De weergegeven uitvoeringsvorm met meerdere meeneemeenheden 46, 56 per lengteaandrijving 40, 50 kan zodanig uitgevoerd zijn, dat een lengteaandrijving 40, 50 tegelijkertijd een transportdrager 30 in het overgeefsegment 114 alsook in het teruggeefsegment 120 verplaatst.The illustrated embodiment with a plurality of entraining units 46, 56 per longitudinal drive 40, 50 can be designed such that a longitudinal drive 40, 50 simultaneously displaces a transport carrier 30 in the transfer segment 114 and in the return segment 120.

De dwarsaandrijvingen 214, 216, 220 zijn wat betreft regeling via een gemeenschappelijke regeleenheid met de lengteaandrijvingen 40 en 50 gekoppeld.The transverse drives 214, 216, 220 are coupled to the longitudinal drives 40 and 50 for control via a common control unit.

Het overgeef segment 114 kan uit een eerste positie (zie figuur 3), waarin zij met het voorgaande laadsegment 110 uitgelijnd is, in een tweede positie, waarin zij met het ten opzichte van het laadsegment 110 versprongen stopsegment 116 uitgelijnd is, dwars respectievelijk zijwaarts voortbewogen worden. De tweede positie is in figuur 5 weergegeven. Hier zijn zowel het overgeefsegment 114, het stopsegment 116 alsook het teruggeefsegment 120 zijwaarts versprongen ten opzichte van de overige segmenten van de lengtegeleider gepositioneerd, maar ten opzichte van elkaar uitgelijnd, zodat de transportdragers 30 van het overgeefsegment 114 naar het stopsegment 116 en van het stopsegment 116 naar het teruggeefsegment 120 in lengterichting L binnen de lengtegeleider voortbewogen kunnen worden, zonder de lengtegeleider te verlaten.The surrender segment 114 can be moved transversely or laterally from a first position (see Figure 3), in which it is aligned with the previous loading segment 110, in a second position, in which it is aligned with the stop segment 116 offset from the loading segment 110. to become. The second position is shown in Figure 5. Here, both the transfer segment 114, the stop segment 116 and the return segment 120 are offset laterally with respect to the other segments of the length guide, but aligned with respect to each other, so that the transport carriers 30 from the transfer segment 114 to the stop segment 116 and from the stop segment 116 to the return segment 120 in the longitudinal direction L within the length guide can be advanced without leaving the length guide.

Dienovereenkomstig is ook het teruggeefsegment 120 tussen een eerste positie, waarin het met het volgende, gefixeerde segment van de lengtegeleider uitgelijnd is (zie figuur 2), en een tweede positie dwars respectievelijk zijwaarts verplaatsbaar (zie figuur 5), waarin het teruggeefsegment 120 met het stopsegment 116 uitgelijnd is.Accordingly, the return segment 120 is also movable between a first position, in which the next fixed segment of the length guide is aligned (see Figure 2), and a second position transversely or laterally (see Figure 5), in which the return segment 120 is aligned with the stop segment 116 is aligned.

Het overgeefsegment 114 en het teruggeefsegment 120 kunnen in dwarsrichting net zo snel verplaatst worden als het stopsegment 116. Om tijdens de werking zonder vertraging of onderbrekingen van de stopslagen transportdragers 3 0 in en uit het stopstation 16 te kunnen bewegen, worden overgeefsegment 114 en teruggeefsegment 120 tijdelijk met de beweging van het stopsegment 116 gesynchroniseerd en dwars op de lengterichting L uigelijnd met stopsegment 116 heen- en weerbewogen.The transfer segment 114 and the return segment 120 can be moved in the transverse direction just as quickly as the stop segment 116. In order to be able to move transport carriers 30 in and out of the stop station 16 during operation without delay or interruption, the transfer segment 114 and return segment 120 can be moved. temporarily synchronized with the movement of the stop segment 116 and moved back and forth with stop segment 116 transversely to the longitudinal direction.

In de lengterichting L moeten de uitlijnbewegingen bij het stoppen van een borstelonderdeel 12 echter niet door aangrenzende transportdragers 30 overgenomen worden, hier is tijdens het stoppen van een borstelonderdeel 12 geen synchronisatie met de volgende transportdrager 30 nodig.In the longitudinal direction L, however, the alignment movements when stopping a brush part 12 do not have to be taken over by adjacent transport carriers 30; here, during the stopping of a brush part 12, no synchronization with the next transport carrier 30 is required.

Hierna wordt de werking van borstelvervaardigingsinrichting toegelicht.The operation of the brush-making device is explained below.

In het laadstation 10 worden de borstenonderdelen 12 geheel automatisch op transportdragers 30 gezet. Daartoe kunnen op de bovenkant van de transportdragers bijvoorbeeld spaninrichtingen 60 (zie figuur 8) verschaft worden.In the loading station 10, the breast parts 12 are placed entirely on transport carriers 30. For this purpose, tensioning devices 60 (see Figure 8) can be provided on the top of the transport carriers.

In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de borstelonderdelen 12 langgerekte borstelrompen met een steel en borstelkop, die met de lengteas ervan bij voorkeur loodrecht ten opzichte van de lengterichting L op de transportdrager 3 0 aanwezig zijn. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm heeft de transportdrager rollen 62, zodat hij in de lengtegeleider 32 rolt, waarbij de rollen zowel zijwaartse als ook onderrollen kunnen zijn. Een andere mogelijkheid is dat de rollen 62 ook op de lengtegeleider 32 aanwezig kunnen zijn, of dat er sprake is van een zuivere glijdbeweging tussen transportdragers 30 en lengtegeleider 32.In the embodiment shown, the brush parts 12 are elongated brush bodies with a handle and brush head, which with their longitudinal axis are preferably present perpendicular to the longitudinal direction L on the transport carrier 30. In the embodiment shown, the transport carrier has rollers 62, so that it rolls in the longitudinal guide 32, the rollers being able to be both lateral and lower rollers. Another possibility is that the rollers 62 can also be present on the length guide 32, or that there is a pure sliding movement between transport carriers 30 and length guide 32.

De uitsteeksels 36 bewegen de transportdrager 30 ofwel tot vlak het bereiken van het overgeefsegment 114 ofwel, zoals weergegeven in de uitvoeringsvorm, tot binnenin het overgeefstation 14 en in het overgeefsegment 114.The protrusions 36 move the transport carrier 30 either flat to the transfer segment 114 or, as shown in the embodiment, to within the transfer station 14 and into the transfer segment 114.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm vindt voortstuwing van de trekaandrijving 34 slagsgewijs plaats, wat echter niet per se het geval hoeft te zijn.According to the preferred embodiment, propulsion of the traction drive 34 takes place in steps, which, however, does not necessarily have to be the case.

Figuur 4 geeft de positie weer, waarin zojuist een transportdrager 30 door de trekaandrijving 34 in het overgeefsegment 114 bewogen werd. In deze positie wordt de volgende vrije meeneemeenheid (hier de meeneemeenheid 56, zie figuur 6) dwars voortbewogen, en wel zijwaarts naar de transportdrager 30 toe, totdat de tap 48 (zie figuur 8) vormgesloten gegrepen is. Aansluitend wordt het overgeef segment 114 door de dwarsaandrijving 214 zijwaarts voortbewogen (zie figuur 5) , en wel in de richting van het zijwaarts versprongen stopsegment 116. De meeneemeenheid 56 maakt deze dwarsbeweging mee, of de geleider respectievelijk koppeling van transportdrager 30 en meeneemeenheid 56 zijn zodanig op elkaar afgestemd dat ook tijdens de dwarsbeweging de onderdelen aan elkaar gekoppeld blijven.Figure 4 shows the position in which a transport carrier 30 has just been moved by the traction drive 34 in the transfer segment 114. In this position, the next free carrier unit (here the carrier unit 56, see Figure 6) is moved transversely, namely sideways towards the transport carrier 30, until the pin 48 (see Figure 8) is gripped securely. Subsequently, the transfer segment 114 is moved laterally by the transverse drive 214 (see Figure 5), namely in the direction of the laterally staggered stop segment 116. The carrier unit 56 experiences this transverse movement, whether the conductor or coupling of transport carrier 30 and carrier unit 56 are respectively aligned to each other in such a way that the parts remain coupled to each other even during the transverse movement.

Bij het verschuiven van het overgeefsegment 114 uit de eerste positie, die ook overgeefpositie genoemd wordt en waarin het segment 114 met laadsegment 110 uitgelijnd is, naar de tweede positie wordt de transportdrager 30 van de trekaandrijving 34 ontkoppeld, doordat het uitsteeksel 38 buiten de ingrijping met de uitsteeksels 36 gebracht wordt, wat bewerkstelligd wordt door het zijwaarts verschuiven.When the transfer segment 114 is displaced from the first position, which is also referred to as the transfer position and in which the segment 114 is aligned with the loading segment 110, to the second position, the transport carrier 30 is disconnected from the pull drive 34, because the projection 38 is outside engagement with the projections 36 are brought in, which is effected by sliding sideways.

Tijdens dit grijpen en zijwaarts bewegen, wordt in het stopstation 16 de zich in de stoppositie (zie figuur 6) bevindende transportdrager 30 in de lengterichting L en in de dwarsrichting extreem snel bewogen. Deze beweging tussen de stopslagen voor het uitlijnen van het borstelonderdeel 12 wordt aan de ene kant bewerkstelligd door de dwarsaandrijving 216 en aan de andere kant door de eerste lengteaandrijving 40, die in kleine stapjes gesynchroniseerd wordt, om de bewegingscomponent en verschuiving in de lengterichting L van slag tot slag en van gat tot gat te bewerkstelligen.During this gripping and lateral movement, in the stop station 16, the transport carrier 30, which is in the stop position (see Figure 6), is moved extremely fast in the longitudinal direction L and in the transverse direction. This movement between the stop strokes for aligning the brush member 12 is effected on the one hand by the transverse drive 216 and on the other hand by the first longitudinal drive 40, which is synchronized in small steps, around the movement component and shift in the longitudinal direction L of stroke to stroke and from hole to hole.

Nog tijdens het stoppen van het zich in de stoppositie bevindende borstelonderdeel 12 wordt het overgeefsegment 14 naar het stopsegment 116 gevoerd en gesynchroniseerd, totdat de in figuur 6 weergegeven positie bereikt is, waarin de beide segmenten gelijktijdig en ten opzichte van elkaar uitgelijnd heen- en weerbewogen worden.Even during the stopping of the brush member 12 in the stop position, the transfer segment 14 is fed to the stop segment 116 and synchronized until the position shown in Figure 6 is reached, in which the two segments are moved back and forth simultaneously and aligned with each other. to become.

Als het laatste lege gat in het borstelonderdeel 12 gestopt is, wordt tijdens de stopslag, dat wil zeggen zonder afremmen of vertraging van het stopwerktuig 18, ineens de transportdrager 30 met het volledig gestopte borstelonderdeel 12 door de eerste lengteaandrijving 40 uit de stoppositie bewogen. Als het stopwerktuig 18 weer naar voren schiet, is het volgende borstelonderdeel 12 uit de wachtpositie ervan in het overgeefstation 14 in de stoppositie gebracht en juist uitgelijnd. Dit wordt door de tweede lengteaandrijving 50 uitgevoerd.When the last empty hole in the brush part 12 is stopped, during the stop stroke, i.e. without braking or delaying the stop tool 18, the transport carrier 30 with the completely stopped brush part 12 is suddenly moved out of the stop position by the first longitudinal drive 40. When the stopping tool 18 shoots forward again, the next brush member 12 is brought from its waiting position into the transfer station 14 into the stop position and just aligned. This is carried out by the second longitudinal drive 50.

De eerste lengteaandrijving 40 heeft het reeds gestopte borstelonderdeel 12 dan in het teruggeefstation 20 en het teruggeefsegment 120 verplaatst, dat tijdelijk eveneens in de dwarsbeweging ervan met het stopsegment 116 gesynchroniseerd werd (zie figuren 6 en 7).The first longitudinal drive 40 has then moved the already brushed part 12 into the return station 20 and the return segment 120, which was also temporarily synchronized in its transverse movement with the stop segment 116 (see FIGS. 6 and 7).

Het teruggeefsegment 120 wordt door de bijbehorende dwarsaandrijving 220 terug in de eerste positie gebracht, waarin het met de rest van de lengtegeleider 32 uitgelijnd is. Bij deze dwarsbeweging wordt dan het uitsteeksel weer zijwaarts tussen twee uitsteeksels 36 in de trekaandrijving 34 geschoven (zie figuur 8). In deze positie overneemt dan weer de trekaandrijving 34 de verdere beweging van de transportdrager 30 door de nabewerkingsstations en in het ontlaadstation 26.The return segment 120 is returned by the associated transverse drive 220 to the first position, in which it is aligned with the rest of the length guide 32. With this transverse movement the protrusion is then again slid sideways between two protrusions 36 in the pull drive 34 (see figure 8). In this position, the pull drive 34 again takes over the further movement of the transport carrier 30 through the post-processing stations and in the unloading station 26.

In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt de transportdrager 30, die als volgende in de stoppositie gebracht wordt, vanuit het overgeefstation 14 ineens in de stopstation 16 gebracht. Om de weg tussen deze beide posities, die in figuur 6 weergegeven worden, korter te maken, is er nog een andere variant. Hierbij wordt de volgende transportdrager 30 eerst heel dicht bij de zich in de stoppositie bewegende transportdrager 30 verplaatst. Dit wordt bewerkstelligd doordat de volgende transportdrager 30 reeds in het stopsegment 116 voortbewogen wordt, om bijna aan de voorlopende transportdrager 30 te stoten. Bij deze variant is de verplaatsing in de lengterichting tussen de slagen van de ene naar de volgende transportdrager 30 duidelijk korter.In the embodiment shown, the transport carrier 30, which is subsequently brought into the stop position, is suddenly brought from the transfer station 14 into the stop station 16. To shorten the path between these two positions, which are shown in Figure 6, there is another variant. Hereby the next transport carrier 30 is first moved very close to the transport carrier 30 moving in the stop position. This is accomplished by the fact that the next transport carrier 30 is already advanced in the stop segment 116 in order to almost knock on the leading transport carrier 30. In this variant, the longitudinal displacement between the strokes from one transport carrier 30 to the next is clearly shorter.

Evenzo kan de transportdrager 30, die uit de stoppositie bewogen moet worden, niet gelijk in het teruggeefstation 20 voortbewogen worden, maar veeleer nog in het stopsegment 114 blijven en, met betrekking tot figuur 6, slechts iets naar onderen bewogen worden, om plaats te maken voor de volgende transportdrager 30. Daarop aansluitend wordt pas de transportdrager 30 in het teruggeefsegment 120 voortbewogen.Similarly, the transport carrier 30 which is to be moved out of the stop position cannot be moved directly into the return station 20, but rather remains in the stop segment 114 and, with respect to FIG. 6, can only be moved slightly downwards to make room. for the next transport carrier 30. Subsequently, the transport carrier 30 is only advanced in the return segment 120.

Om ervoor te zorgen dat de bewegingen van de transportdragers 30 in het overgeefstation 14, het stopstation 16 en het teruggeefstation 20 niet botsen met de bewegingsbaan van de trekaandrijving 34, vinden de bewegingen van het stopsegment 116 tijdens het stoppen zijwaarts volledig verwijderd van de trekaandrijving 34 plaats. Een andere mogelijkheid is dat de trekaandrij ving 34 in het gebied van het overgeef station 114, het stopstation 116 en het teruggeefstation 120 ver genoeg naar binnen en verwijderd van de uitsteeksels 38 geleid is, doordat de bewegingsbaan ervan vanaf het overgeven van de transportdrager 30 naar de lengteaandrijving 40, 50 en tot het teruggeven van de transportdrager 30 verder naar binnen en verwijderd van de segmenten 114, 116 en 120 verloopt dan in het overige gebied.In order to ensure that the movements of the transport carriers 30 in the transfer station 14, the stop station 16 and the return station 20 do not collide with the trajectory of the traction drive 34, the movements of the stop segment 116 are sideways completely removed from the traction drive 34 during stopping place. Another possibility is that the pull drive 34 in the area of the transfer station 114, the stop station 116 and the return station 120 is guided far enough inwards and away from the protrusions 38, because its path of movement from transferring the transport carrier 30 to the longitudinal drive 40, 50 and until the return of the transport carrier 30 further inwards and away from the segments 114, 116 and 120 then runs in the remaining area.

Als de borstelonderdelen 12 niet loodrecht ten opzichte van de lengtegeleider in het stopstation 16 uitgelijnd moeten zijn, zoals dat in figuur 9 weergegeven is, maar iets gezwenkt (zie figuur 10), kan dit met een speciale soort transportdrager 30 bereikt worden.If the brush parts 12 do not have to be aligned perpendicularly to the longitudinal guide in the stopping station 16, as shown in Figure 9, but slightly pivoted (see Figure 10), this can be achieved with a special type of transport carrier 30.

In de figuren 9 en 10 is een transportdrager 3 0 te zien, die een zwenkbaar ' eraan aangebrachte houder 64 omvat. Aan deze houder is ook de spaninrichting 60 aangebracht.Figures 9 and 10 show a transport carrier 30 which comprises a holder 64 pivotally arranged thereon. Tensioning device 60 is also arranged on this holder.

Van de houder 64 strekt zich een zwenkarm 66 naar beneden uit, die door middel van een baankromme 68 (zie figuur 7) in de lengtegeleider, bijvoorbeeld in het overgeefsegment 114 dwars bewogen wordt, waardoor de houder 64 gezwenkt wordt.A swiveling arm 66 extends downwardly from the holder 64, which arm is transversely moved by means of a path curve 68 (see Figure 7) in the longitudinal guide, for example in the transfer segment 114, as a result of which the holder 64 is pivoted.

De baankromme 68 wordt voortgezet in het stopsegment 116 en ook in het teruggeefsegment 120, waar een zwenking in tegengestelde richting naar de in figuur 9 weergegeven positie bewerkstelligd wordt.The path curve 68 is continued in the stop segment 116 and also in the return segment 120, where a pivotal movement in the opposite direction to the position shown in Figure 9 is effected.

Bij de bestaande uitvoeringsvorm is het stopsegment 116 een boogsegment, in het bijzonder een cirkelboogsegment.In the existing embodiment, the stop segment 116 is an arc segment, in particular a circular arc segment.

Optioneel kunnen ook het overgeefsegment 114 en/of het teruggeefsegment 120 elk een boogsegment zijn, bijvoorbeeld doordat alle drie segmenten 114, 116, 120 samen een halve cirkel beschrijven. Dit is echter niet absoluut noodzakelijk.Optionally, the surrender segment 114 and / or the return segment 120 may also each be an arc segment, for example, because all three segments 114, 116, 120 together describe a semicircle. However, this is not absolutely necessary.

Evenzo is het niet nodig dat de lengtegeleider 32 lineaire delen omvat.Similarly, it is not necessary that the length guide 32 comprises linear parts.

Figuur 11 geeft een alternatieve uitvoering weer, want hier is de gehele lengtegeleider 32 als cirkelring uitgevoerd. Het overgeefsegment 114 plus het stopsegment 116 plus het teruggeefsegment 118 vormen niet samen een halve cirkel, maar een kleiner, over ongeveer 150° verlopend cirkeldeel van de lengtegeleider. Deze uitvoering kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor machines waarbij alleen geladen en ontladen moet worden en geen andere bewerkingen behalve stoppen nodig zijn.Figure 11 shows an alternative embodiment, because here the entire length guide 32 is designed as a circle ring. The surrender segment 114 plus the stop segment 116 plus the surrender segment 118 do not together form a semicircle, but a smaller circle portion of the length guide extending about 150 °. This embodiment can be used, for example, for machines where loading and unloading are only required and no other operations except stopping are required.

De uitvoeringsvorm volgens figuur 12 laat zien dat bijvoorbeeld ook het stopsegment 114 niet gelijkmatig gekromd als cirkelsegment hoeft te verlopen, maar afwijkend hiervan bijvoorbeeld een lineair deel kan hebben.The embodiment according to Figure 12 shows that, for example, also the stop segment 114 does not have to be uniformly curved as a circle segment, but can have a linear part, for example, deviating therefrom.

Claims (16)

1. Borstelvervaardigingsinrichting met een stopstation (16) en een transportinrichting (28) voor transportdragers (30), waaraan borstelonderdelen (12) ontkoppelbaar bevestigd kunnen worden, waarbij de transportinrichting (28) een laad- en ontlaadstation, een overgeefstation voor het overgeven van de transportdragers (30) aan het stopstation (16) en een teruggeefstation voor het afvoeren van de transportdragers (30) uit het stopstation (16) omvat, waarbij een transportdrager (30) in het stopstation (16) in een stoppositie geplaatst kan worden, waarin hij tegenover een stopwerktuig (18) ligt en waarin het daaraan bevestigde borstelonderdeel (12) gestopt wordt, waarbij de transportinrichting (28) een transportmiddel voor het transporteren van de transportdragers (30) in het laad- en ontlaadstation (10, 26) in een lengterichting (L) , die de hoofdtransportrichting vormt, omvat en waarbij ten minste één lengteaandrijving (40, 50) aanwezig is die de transportdragers (3 0) in het stopstation (16) en additioneel in het overgeef- en/of teruggeefstation (14, 20) in de lengterichting (L) beweegt, waarbij de lengteaandrijving (40, 50) de transportdragers (30) in het stopstation (16) in de lengterichting tussen stopslagen cyclusgewijs uitlijnt.A brush-making device with a stop station (16) and a transport device (28) for transport carriers (30), to which brush parts (12) can be detachably attached, the transport device (28) being a loading and unloading station, a transfer station for transferring the comprises transport carriers (30) at the stop station (16) and a return station for discharging the transport carriers (30) from the stop station (16), wherein a transport carrier (30) can be placed in the stop station (16) in a stop position in which it is opposite a stop tool (18) and in which the brush part (12) attached thereto is plugged, wherein the transport device (28) is a transport means for transporting the transport carriers (30) in the loading and unloading station (10, 26) in a longitudinal direction (L), which forms the main transport direction, and in which at least one longitudinal drive (40, 50) is present which transports the transport carriers (30) in the stop region n (16) and additionally in the transfer and / or return station (14, 20) moves in the longitudinal direction (L), the longitudinal drive (40, 50) moving the transport carriers (30) in the stop station (16) in the longitudinal direction between stops strokes cycle-wise. 2. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat meerdere lengteaandrijvingen verschaft zijn, die afwisselend transportdragers (30) door het stopstation (16) en het overgeef- en/of teruggeefstation (14, 20) in de lengterichting (L) transporteren.Brush manufacturing device according to claim 1, characterized in that a plurality of longitudinal drives are provided, which alternately transport transport carriers (30) through the stopping station (16) and the transfer and / or return station (14, 20) in the longitudinal direction (L). 3. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de een of meerdere lengteaandrijvingen (40, 50) zodanig uitgevoerd zijn dat zij afzonderlijke transportdragers (30) van het transportmiddel overnemen en door het overgeef-, stop- en teruggeefstation (14, 16, 20) bewegen en weer afgeven aan het transportmiddel.Brush-making device according to one of the preceding claims, characterized in that the one or more length drives (40, 50) are designed such that they take over individual transport carriers (30) from the transport means and through the transfer, stop and return station (14). , 16, 20) move and release it to the means of transport. 4. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lengteaandrijving (40, 50) een draaiaandrijving (42, 52) of dat elke lengteaandrij ving (40, 50) een draaiaandrijving (42, 52) omvat.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that the longitudinal drive (40, 50) comprises a rotary drive (42, 52) or that each longitudinal drive (40, 50) comprises a rotary drive (42, 52). 5. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat voor elke lengteaandrijving (40, 50) een eigen draaiende draaihouder (44, 54) verschaft is, die optioneel ontkoppelbaar aan transportdragers (30) gekoppeld kan worden.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that an individual rotating rotary holder (44, 54) is provided for each longitudinal drive (40, 50), which can optionally be coupled releasably to transport carriers (30). 6. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de een of meer draaihouders (44, 54) elk ten minste één actieve meeneemeenheid (46, 56) hebben voor het optioneel aankoppelen aan een transportdrager (30).Brush manufacturing device according to claim 5, characterized in that the one or more rotary holders (44, 54) each have at least one active carrier unit (46, 56) for optionally coupling to a transport carrier (30). 7. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de een of meer draaihouders (44, 54) elk ten minste één paar bij voorkeur diametraal ten opzichte van de draaias (A) tegenover elkaar liggende meeneemeenheden (46, 56) omvatten.Brush manufacturing device according to claim 6, characterized in that the one or more rotary holders (44, 54) each comprise at least one pair of carrier units (46, 56) which are preferably diametrically opposed to the rotary axis (A). 8. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat de ten minste ene meeneemeenheid (46, 56) een lineaire aandrijving heeft, die dwars op de lengterichting (L) verplaatsbaar is en daardoor aan de transportdragers (30) gekoppeld of daarvan losgekoppeld kan worden.Brush manufacturing device according to claim 6 or 7, characterized in that the at least one carrier unit (46, 56) has a linear drive which is displaceable transversely to the longitudinal direction (L) and thereby coupled to the transport carriers (30) or disconnected therefrom can become. 9. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de conclusies 6 tot 8, met het kenmerk dat meerdere meeneemeenheden (46, 56) per draaihouder (44, 54) verschaft zijn, die gelijktijdig met transportdragers (3 0) aan het overgeef- en het teruggeefstation (14, 20) gekoppeld zijn.Brush-making device according to one of claims 6 to 8, characterized in that a plurality of carrier units (46, 56) are provided per rotary holder (44, 54), which are simultaneously supplied with transport carriers (30) at the transfer and return station (14). , 20) are coupled. 10. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de transportinrichting (28) een lengtegeleider (32) met een laad-, een ontlaad-, een stop-, een overgeef-en een teruggeef segment (110, 126, 116, 114, 120) is, waarlangs de transportdragers (30) worden verplaatst.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that the conveying device (28) comprises a length guide (32) with a loading, a discharging, a stopping, a transfer and a return segment (110, 126, 116) , 114, 120), along which the transport carriers (30) are moved. 11. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het stop-, het overgeef- en het teruggeefsegment (116, 114, 120) dwars op de lengterichting (L) verplaatsbare segmenten zijn, waarbij het stopsegment (116) een eigen dwarsaandrijving (216) heeft, waarmee het een zich in het stopsegment (116) bevindende transportdrager (30) in de dwarsrichting tussen stopslagen cyclusgewijs uitlijnt.Brush manufacturing device according to claim 10, characterized in that the stop, transfer and return segments (116, 114, 120) are segments that are movable transversely to the longitudinal direction (L), wherein the stop segment (116) has its own transverse drive (216) ), with which the cycle carrier (30) located in the stop segment (116) is aligned cyclically in the transverse direction between stop strokes. 12. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de conclusies 10 of 11, met het kenmerk dat de lengtegeleider (32) gesloten omlopend uitgevoerd is.Brush-making device according to one of Claims 10 or 11, characterized in that the length guide (32) is of a closed-loop design. 13. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de transportdragers (3 0) in de lengtegeleider (32) omlopen zonder deze te verlaten.Brush manufacturing device according to claim 12, characterized in that the transport carriers (30) rotate in the length guide (32) without leaving it. 14. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat, om transportdragers (30) tussen de segmenten te verplaatsen, het overgeefsegment (114) een eigen dwarsaandrijving (214) heeft voor het bewegen van de transportdrager (3 0) uit een met het voorgaande segment (110) in de dwarsrichting uitgelijnde positie naar een met het stopsegment (116) uitgelijnde positie en/of dat het teruggeef segment (120) een eigen dwarsaandrijving (220) heeft voor het verplaatsen van de transportdrager (3 0) uit een met het stopsegment (116) uitgelijnde positie naar een met het volgende segment uitgelijnde positie.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that, in order to move transport carriers (30) between the segments, the transfer segment (114) has its own transverse drive (214) for moving the transport carrier (30) out of a with the preceding segment (110) positioned in the transverse direction to a position aligned with the stop segment (116) and / or that the return segment (120) has its own transverse drive (220) for moving the transport carrier (30) from a position aligned with the stop segment (116) to a position aligned with the next segment. 15. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de dwarsaandrijving (214) van het overgeefsegment (114) en/of de dwarsaandrijving (220) van het teruggeefsegment (120) zodanig regeltechnisch aan de dwarsaandrijving (214) van het stopsegment (114) gekoppeld zijn, dat zij gesynchroniseerd uitgelijnd met de zijwaartse beweging van het stopsegment (114) heen- en weerbewogen worden.Brush-making device according to claim 14, characterized in that the transverse drive (214) of the transfer segment (114) and / or the transverse drive (220) of the return segment (120) are controlled on the transverse drive (214) of the stop segment (114) are coupled to be reciprocated synchronously with the lateral movement of the stop segment (114). 16. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat ten minste een gesloten omlopende trekaandrijving (34) als transportmiddel voor het bewegen van de transportdragers (30) in het laad- en ontlaadsegment (110, 120) aanwezig is, waarvan de transportdragers (30) in of voor het overgeef station (14) ontkoppeld kunnen worden, dan wel waaraan de transportdragers (30) in of na het teruggeef station (20) aangekoppeld kunnen worden.Brush-making device according to one of the preceding claims, characterized in that at least one closed circulating draw drive (34) is provided as a transport means for moving the transport carriers (30) in the loading and unloading segment (110, 120), the transport carriers (30) in or before the transfer station (14) can be uncoupled, or to which the transport carriers (30) can be coupled in or after the return station (20).
BE2012/0279A 2012-04-26 2012-04-26 BRUSH MANUFACTURING DEVICE. BE1020241A3 (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0279A BE1020241A3 (en) 2012-04-26 2012-04-26 BRUSH MANUFACTURING DEVICE.
DE102013103904.9A DE102013103904B4 (en) 2012-04-26 2013-04-18 Brush manufacturing device
IT000656A ITMI20130656A1 (en) 2012-04-26 2013-04-22 BRUSH PRODUCTION DEVICE
CN201310171954.4A CN103371612B (en) 2012-04-26 2013-04-26 Brush manufacturing device
TW102115211A TW201408238A (en) 2012-04-26 2013-04-26 Brush manufacturing device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200279 2012-04-26
BE2012/0279A BE1020241A3 (en) 2012-04-26 2012-04-26 BRUSH MANUFACTURING DEVICE.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020241A3 true BE1020241A3 (en) 2013-06-04

Family

ID=46396943

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0279A BE1020241A3 (en) 2012-04-26 2012-04-26 BRUSH MANUFACTURING DEVICE.

Country Status (5)

Country Link
CN (1) CN103371612B (en)
BE (1) BE1020241A3 (en)
DE (1) DE102013103904B4 (en)
IT (1) ITMI20130656A1 (en)
TW (1) TW201408238A (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102015008583B3 (en) * 2015-07-02 2016-09-15 Zahoransky Ag Brush manufacturing machine
BE1023624B1 (en) * 2016-03-30 2017-05-19 Bart Gerard Boucherie Method and device for producing a brush or a brush and support for a brush or a brush
DE102017107453A1 (en) * 2016-06-28 2017-12-28 Zahoransky Ag Transport device and brush production machine with a transport device
CN109363342A (en) * 2018-12-05 2019-02-22 江门市新会区美鑫梳刷制造有限公司 Full-automatic brush-making machine
CN111528614B (en) * 2020-05-09 2022-02-25 安徽长中刷业有限公司 A detachable processing link joint for brush

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0563419A1 (en) * 1992-03-31 1993-10-06 G.B. Boucherie, N.V. Method of producing brushes
EP0681797A1 (en) * 1994-05-09 1995-11-15 G.B. Boucherie, N.V. Method for manufacturing brushes
DE19634278A1 (en) * 1996-08-24 1998-02-26 Zahoransky Anton Gmbh & Co Toothbrush manufacturing device
DE19706315A1 (en) * 1997-02-18 1998-08-20 Zahoransky Anton Gmbh & Co Brush manufacturing machine

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999055193A2 (en) * 1998-04-28 1999-11-04 Gillette Canada Company Automated process and apparatus for substantially simultaneously forming multiple articles having different properties
DE19909435A1 (en) * 1999-03-04 2000-09-07 Coronet Werke Gmbh Method and device for the production of bristle products and bristle products produced thereafter
DE102007003295A1 (en) * 2007-01-23 2008-07-24 Zahoransky Ag Brush manufacturing machine has conveying device and machining stations are arranged along conveying device, where conveying device has conveying sections with linear motor
DE102010011038A1 (en) * 2010-03-11 2011-09-15 Zahoransky Ag Brush processing device, has retention device fixing brush body in respective supports, and output device comprising brush ejector adjusted between resting position and ejection position at which brush body is ejected
BE1020650A3 (en) * 2012-04-26 2014-02-04 Gb Boucherie Nv BRUSH MANUFACTURING DEVICE.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0563419A1 (en) * 1992-03-31 1993-10-06 G.B. Boucherie, N.V. Method of producing brushes
EP0681797A1 (en) * 1994-05-09 1995-11-15 G.B. Boucherie, N.V. Method for manufacturing brushes
DE19634278A1 (en) * 1996-08-24 1998-02-26 Zahoransky Anton Gmbh & Co Toothbrush manufacturing device
DE19706315A1 (en) * 1997-02-18 1998-08-20 Zahoransky Anton Gmbh & Co Brush manufacturing machine

Also Published As

Publication number Publication date
CN103371612A (en) 2013-10-30
DE102013103904B4 (en) 2024-02-08
DE102013103904A1 (en) 2013-10-31
TWI562746B (en) 2016-12-21
ITMI20130656A1 (en) 2013-10-27
CN103371612B (en) 2017-04-26
TW201408238A (en) 2014-03-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020241A3 (en) BRUSH MANUFACTURING DEVICE.
US4287980A (en) Device for distributing containers into several rows and machine using such a device
CN106395338B (en) A kind of jig cyclic delivery system with deflecting transfer device
BE1021817B9 (en) MACHINE FOR THE MANUFACTURE OF BRUSHES
BE1020650A3 (en) BRUSH MANUFACTURING DEVICE.
TW201941752A (en) Apparatus for forming tampons
KR102342927B1 (en) A combination of a conveying device for slaughter animals and removing device, as well as a method for operating such combination
CA2274808C (en) Method and device for conveying individually held products
JP2000086002A (en) Flat commodity conveying device and method thereof
CN209834961U (en) Container treating machine
BE1020649A3 (en) BRUSH MANUFACTURING DEVICE.
CN203854072U (en) Bamboo cane feeding device for bamboo mat knitter
CN104379227A (en) Zipper assembly device
TW201607462A (en) Brush filling device
FI57351C (en) REAR FORMING OVER FRAMING WITH TAMPONGER
CN206187954U (en) Tool cycle conveying system with diversion shifts mechanism
GB2110079A (en) Brush making machines
CN102615200B (en) Multi-station scattered mold conveying device
US3874031A (en) Apparatus for the manufacture of rolls from batting
US5158277A (en) Method and apparatus for conveying printed products
US11856961B2 (en) Apparatus and method for moving-along tool positioning as well as assembly and method for wishbone removal
JPH11263318A (en) Container alignment and transfer device
CN103371610B (en) Brush manufactures device
JP2018193229A (en) Accumulating device
JP2001162481A (en) Carrying method for work retention pallet in automated working machine and device therefor

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200430