BE1020649A3 - BRUSH MANUFACTURING DEVICE. - Google Patents

BRUSH MANUFACTURING DEVICE. Download PDF

Info

Publication number
BE1020649A3
BE1020649A3 BE201200277A BE201200277A BE1020649A3 BE 1020649 A3 BE1020649 A3 BE 1020649A3 BE 201200277 A BE201200277 A BE 201200277A BE 201200277 A BE201200277 A BE 201200277A BE 1020649 A3 BE1020649 A3 BE 1020649A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
segment
brush
stop
transport
transport carriers
Prior art date
Application number
BE201200277A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Bart Gerard Boucherie
Original Assignee
Gb Boucherie Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gb Boucherie Nv filed Critical Gb Boucherie Nv
Priority to BE201200277A priority Critical patent/BE1020649A3/en
Priority to DE201310103902 priority patent/DE102013103902A1/en
Priority to ITMI20130659 priority patent/ITMI20130659A1/en
Priority to TW102115212A priority patent/TWI606965B/en
Priority to CN201310171952.5A priority patent/CN103371609B/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020649A3 publication Critical patent/BE1020649A3/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46DMANUFACTURE OF BRUSHES
    • A46D3/00Preparing, i.e. Manufacturing brush bodies
    • A46D3/04Machines for inserting or fixing bristles in bodies
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46DMANUFACTURE OF BRUSHES
    • A46D3/00Preparing, i.e. Manufacturing brush bodies
    • A46D3/06Machines for both drilling bodies and inserting bristles
    • A46D3/065Machines for both drilling bodies and inserting bristles of the belt or chain type
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46DMANUFACTURE OF BRUSHES
    • A46D3/00Preparing, i.e. Manufacturing brush bodies
    • A46D3/08Parts of brush-making machines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46BBRUSHES
    • A46B2200/00Brushes characterized by their functions, uses or applications
    • A46B2200/10For human or animal care
    • A46B2200/1066Toothbrush for cleaning the teeth or dentures

Description

BorstelvervaardigingsinrichtingBrush manufacturing device

De uitvinding heeft betrekking op een borstelvervaardigingsinrichting met een stopstation en een transportinrichting voor transportdragers waaraan borstelonderdelen ontkoppelbaar bevestigd . kunnen worden.The invention relates to a brush manufacturing device with a stopping station and a transport device for transport carriers to which brush parts are detachably attached. could be.

In borstelvervaardigingsinrichtingen worden borstelonderdelen, in het bijzonder borstelrompen of zogenaamde houdplaten, die later onderdeel van de borstel worden, voorzien van borsteibundels. De borstelonderdelen hébben meerdere geprefabriceerde openingen, waarin de borstelbundel gestopt worden. Dit stoppen gebeurt bij extreme snelheden door middel van een stopwerktuig, dat afzonderlijke bundels opneemt en deze in de borstelonderdelen steekt. Tijdens de slag, dat is de heen- en weerbeweging van. het stopwerktuig, wordt het borstelonderdeel in een of twee richtingen bewogen en opnieuw uitgelijnd, zodat weer een leeg gat voor de volgende borstelbundel op één lijn met . de bewegingsas van hèt. stopwerktuig gébracht wordt. De borstelonderdelen worden op transportdragers bevestigd, die het stopstation binnenkomen en er weer uitgevoerd worden. Daarvoor is een transportinrichting aanwezig. De borstélvervaardigingsinrichtingen werken met cyclustijden die vooral bepaald worden door de wissel van het zojuist volledig gestopte borstelonderdeel naar het volgende lege borstelonderdeel. De cyclusfrequentie van het stopwerktuig blijft namelijk tijdens het wisselen van de borstelonderdelen hetzelfde, dat wil zeggen dat er .In brush-making devices, brush parts, in particular brush bodies or so-called holding plates, which later become part of the brush, are provided with brush bundles. The brush parts have several prefabricated openings in which the brush bundle is put. This stopping is done at extreme speeds by means of a stopping tool, which picks up individual bundles and inserts them into the brush parts. During the battle, that is the back and forth movement of. the stop tool, the brush member is moved in one or two directions and re-aligned so that another empty hole for the next brush bundle is aligned with. the axis of movement of it. stop tool is delivered. The brush parts are mounted on transport carriers, which enter the stop station and are carried out again. A transport device is provided for this purpose. The brush-making devices work with cycle times which are mainly determined by the change from the just completely stopped brush part to the next empty brush part. This is because the cycle frequency of the stop tool remains the same during the change of the brush parts, that is to say that there is.

geen pauze ingelast wordt voor het wisselen van de borstelonderdelen. Dat wil zeggen dat het volgende te stoppen borstelonderdeel extreem snel het voorgaande borstelonderdeel moet vervangen en naar de zogenaamde stöppositie verplaatst moet worden. Bovendien is· in een dergelijke borstelvervaardigingsinrichting een . laad- en ontlaadstation voor de te stoppen en reeds gestopte borstelonderdelen aanwezig, het is gunstig als de transportdragers· voor dit beladen en ontladen voldoende lang kunnen stilstaan om het geheel automatisch laad- en ontladen te vergemakkelijken.no break is inserted before changing the brush parts. That is, the next brush part to be stopped must replace the previous brush part extremely quickly and be moved to the so-called stopping position. Moreover, in such a brush-making device one is. loading and unloading station for the brush parts to be stopped and already stopped, it is advantageous if the transport carriers for this loading and unloading can stand still for a sufficiently long time to facilitate the fully automatic loading and unloading.

»»

De opgave van de uitvinding is het verschaffen van een borstelvervaardigingsinrichting die een snelle wissel van de borstelonderdelen in en uit de stoppositie mogelijk maakt, om een snelle cyclusfrequentie te verkrijgen.The object of the invention is to provide a brush manufacturing device that allows a quick change of the brush parts in and out of the stop position, in order to obtain a fast cycle frequency.

Voor het oplossen van deze opgave wordt een borstelvervaardigingsinrichting verschaft met meerdere transportdragers voor te bewerken borstelonderdelen, die ontkoppelbaar op de transportdragers bevestigd kunnen worden, een lengtegeleider voor de transportdragers, waarlangs de transportdragers geleid en voortbewogen kunnen worden, een gesloten omlopend transportmiddel, waaraan de transportdragers ontkoppelbaar gekoppeld kunnen worden .en waarmee de transportdragers voortbewogen worden, waarbij de . lengtegeleider een belaadsegmént en een ontlaadsegment voor het toe- respectievelijk afvoeren van borstelonderdelen, een stopsegment, waarin de borstelonderdelen tegenover een stopwerktuig liggen en gestopt worden, evenals additioneel een overgeefsegment en/of een teruggeefsegment omvat, waarbij het stopsegment zijwaarts en aldus versprongen ten opzichte van het laad- en ontlaadstation bewogen kan worden en het overgeefsegment en/of het teruggeefsegment gescheiden van het stopsegment zijwaarts ten opzichte van het laad- en ontlaadsegment bewogen kan worden.To solve this problem, a brush manufacturing device is provided with a plurality of transport carriers for brush parts to be processed, which can be detachably mounted on the transport carriers, a length guide for the transport carriers, along which the transport carriers can be guided and moved, a closed circulating transport means, to which the transport carriers can be coupled releasably and with which the transport carriers are moved, whereby the. length guide a loading segment and a discharge segment for supplying and removing brush parts, a stop segment in which the brush parts are opposite a stop tool and are stopped, as well as additionally comprises a transfer segment and / or a return segment, the stop segment being offset sideways and thus offset from the loading and unloading station can be moved and the transfer segment and / or the return segment can be moved laterally from the stop segment relative to the loading and unloading segment.

Bij huidige borstelvervaardigings- inrichtingen werden voor het uitlijnen van de borstelonderdelen in het stopstation de transportdragers uit de lengtegeleider gekoppeld en na het stoppen weer in de lengtegeleider gekoppeld. Volgens de uitvinding wordt daarentegen een lengtegeleider verschaft die in segmenten onderverdeeld is en een stopsegment dat zijwaarts verplaatsbaar is, in tegenstelling tot het laad- en ontlaadsegment. Het overgeef- en het teruggeefsegment fungeren als een soort wissel, via welke de transportdragers naar het stopsegment toegevoerd, respectievelijk ervandaan gevoerd worden. De lengtegeleider is aldus van het laad- tot het ontlaadsegment, waar de borstelonderdelen naar de inrichting toe- respectievelijk er vandaan gevoerd worden, doorgaand, waarbij de ontstane of voortdurend aanwezige zijwaartse’ verspringing van het stopsegment ten opzichte van het laad- en ontlaadsegment door het overgeef- en het teruggeefsegment gecompenseerd worden. De transportdragers verlaten daarom de lengtegeleider niet, waardoor de inrichting volgens de uitvinding een snelle cyclusfrequentie mogelijk maakt. . Bovendien kan het stopsegment ten opzichte van de .In current brush-making devices, the transport carriers were coupled from the length guide for aligning the brush parts in the stopping station and, after stopping, coupled back into the length guide. According to the invention, on the other hand, a length guide is provided which is subdivided into segments and a stop segment that can be moved sideways, in contrast to the loading and unloading segment. The surrender and return segment act as a sort of switch, via which the transport carriers are supplied to, or away from, the stop segment. The longitudinal guide is thus continuous from the loading to the unloading segment, from which the brush parts are fed to and away from the device, the resulting or constantly present lateral offset of the stop segment relative to the loading and unloading segment by the loading segment. surrender and return segments are compensated. The transport carriers therefore do not leave the length guide, whereby the device according to the invention enables a fast cycle frequency. . Moreover, the stop segment can be compared to the.

beweging ervan dwars op het laad- en ontlaadsegment ontkoppeld worden.its movement across the loading and unloading segment can be disconnected.

De borstelvervaardigingsinrichting volgens de uitvinding kan alleen als transporteenheid uitgevoerd zijn, dat wil zeggen dat zè uitsluitend een aandrijving is voor de transportdragers, die dan door stations met werktuigen respectievelijk naar stations met werktuigen gevoerd worden. Bei deze uitvoeringsvorm zijn de werktuigen zelf niet onderdeel van de borstelvervaardigingsinrichting. Daarnaast kan de borstelvervaardigihgsinrichting volgens de uitvinding ook als combinatie van een transporteeriiieid met werktuigen gezien worden, bijvoorbeeld met het stopwerktuig of werktuigen voor het snijden of afronden van de filamenten, stations voor het verwijderen van stof, het schoonpoetsen van de borstel of voor het stempelen van een logo. Bij deze variant zijn dan ook de werktuigen en dus de overeenkomstige stations onderdeel van de borstelvervaardigings-inrichting volgens de uitvinding.The brush manufacturing device according to the invention can only be designed as a transport unit, that is to say it is only a drive for the transport carriers, which are then fed through stations with tools or stations with tools. In this embodiment, the tools themselves are not part of the brush manufacturing device. In addition, the brush making device according to the invention can also be seen as a combination of a conveying device with tools, for example with the stop tool or tools for cutting or rounding the filaments, dust removal stations, brush cleaning or for stamping of a logo. In this variant, therefore, the tools and thus the corresponding stations are part of the brush-making device according to the invention.

Het laad- en ontlaadsegment zijn volgens een voorkeursuitvoeringsvorm gefixeerd, dat wil zeggen ze zijn niet verschuifbaar.The loading and unloading segment is fixed in accordance with a preferred embodiment, i.e. they are not slidable.

Het overgeef- en/of het teruggeefsegment zijn zijwaarts verplaatsbaar tussen een eerste positie, waarin ze met het voorafgaande dan wel het navolgende telkens gefixeerde segment van de geleider uitgelijnd zijn, en een tweede positie, waarin ze uitgelijnd zijn met het stopsegment. Dat wil zeggen dat transportdragers uit het laadsegment eenvoudigweg . verder verplaatst worden naar het overgeefsegment en .The surrender and / or return segment are movable laterally between a first position in which they are aligned with the preceding or subsequent fixed segment of the conductor, and a second position in which they are aligned with the stop segment. That is, transport carriers from the loading segment simply. moved further to the surrender segment and.

na zijwaartse beweging van het overgeefsegment op het overgeefsegment zijwaarts verder bewogën en in het stopsegment gevoerd, worden. Na het volledig stoppen van het borstelonderdeel vindt stapsgewijs het verdere transport van het borstelonderdeel via .het teruggeefsegment naar opvolgende gefixeerde segmenten plaats, bijvoorbeeld het ontlaadsegment of een segment waar nabewerking plaatsvindt.after lateral movement of the surrender segment on the surrender segment, move further sideways and be fed into the stop segment. After the brush part has been completely stopped, the further transport of the brush part takes place step by step through the return segment to successive fixed segments, for example the discharge segment or a segment where post-processing takes place.

Het overgeef segment moet een eigen dwarsaandrijving hebben en/of het teruggeefsegment moet eveneens een eigen dwarsaandrijving hebben. Met het/de dwarsaandrijvingen zijn het overgeefsegment en het teruggeefsegment zijwaarts verplaatsbaar. De eigen aandrijvingen verhogen de flexibiliteit van de inrichting met betrekking tot verschillende cyclusfrequenties.The surrender segment must have its own cross-drive and / or the return segment must also have its own cross-drive. With the transverse drives, the transfer segment and the return segment can be moved laterally. The proprietary drives increase the flexibility of the device with regard to different cycle frequencies.

Een alternatief voor een afzonderlijke aandrijving voor zowel het overgeefsegment als ook voor het teruggeef segment is dat beide segmenten ook door een gemeenschappelijke aandrijving verplaatst kunnen worden.An alternative to a separate drive for both the transfer segment and also for the return segment is that both segments can also be moved by a common drive.

Der dwarsaandrijving kan het bijbehorende overgeef- en/of teruggeefsegment ofwel in beide richtingen bewegen dan wel kan zij alleen voor de beweging van het overgeef- en/of teruggeefsegment in één richting zorgen. Het stopsegment kan dan het overgeef- en/of teruggeefsegment in de tegenovergestelde richting drukken. Deze laatstgenoemde uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld te realiseren met behulp van een luchtcilinder, waarbij . deze het overgeef- en/of teruggeefsegment in de .The transverse drive can either move the corresponding transfer and / or return segment in both directions or it can only provide for the movement of the transfer and / or return segment in one direction. The stop segment can then push the transfer and / or return segment in the opposite direction. This latter embodiment can for instance be realized with the aid of an air cylinder, wherein. this the surrender and / or surrender segment in the.

richting van het stopsegment drukt. Tussen het overgeef- en/of teruggeefsegment en het stopsegment werkt een mechanische aanslag, als deze bereikt wordt door het overgeefsegment en/of het teruggeefsegment zijn deze zijwaarts ten opzichte van het stopsegment uitgelijnd, zodat de transportdragers tussen deze segmenten voortbewogen kunnen worden. In de tegenovergestelde richting drukt dan het stopsegment het overgeef- en/of teruggeefsegment over de aanslag terug. Aldus werkt de luchtcilinder als een veer. Als tenslotte het overgeef- en/of teruggeefsegment in de eerste positie terug geplaatst moet worden, wordé de cilinder met lucht in de tegenovergestelde .in beweging gezet, zodat deze het overgeef- en/of teruggeefsegment weer terug in de eerste positie, beweegt. Ook bij deze uitvoeringsvorm kan met slechts één aandrijving, dat wil zeggen met slechts één cilinder, gewerkt worden als het overgeef- en het teruggeefsegment aan elkaar gekoppeld zijn.direction of the stop segment. A mechanical stop acts between the transfer and / or return segment and the stop segment, if it is reached by the transfer segment and / or the return segment, these are aligned laterally with respect to the stop segment, so that the transport carriers can be moved between these segments. In the opposite direction, the stop segment then pushes back the surrender and / or return segment over the stop. The air cylinder thus acts as a spring. Finally, if the return and / or return segment is to be placed back in the first position, the cylinder with air in the opposite direction is set in motion so that it moves the return and / or return segment back into the first position. In this embodiment too, only one drive, i.e. only one cylinder, can be used if the transfer and return segments are coupled to each other.

Ook het stopsegment moet een eigen, alleen bij het stopsegment behorende dwarsaandrijving hebben, om aangepast te kunnen wórden aan de cyclusfreguentie van het stopwerktuig.The stop segment must also have its own transverse drive, which is only associated with the stop segment, in order to be able to adapt to the cycle frequency of the stop tool.

Het stopsegment ' wordt samen met de transportdrager, die' het beschikbaar heeft, volgens de voorkeursuitvoeringsvorm bij het stoppen zijwaarts voortbewogen om het borstelonderdeel, dat zich op de transportdrager bevindt, cyclusgewijs in de dwarsrichting zijwaarts tussen stopslagen uit te lijnen. Dat wil zeggen dat de geleider in het stopstation en niet alleen de transportdragers in het gebied van het stopsegment zijwaarts verplaatst worden, om het volgende te vullen gat in het borstelonderdeel precies ten opzichte van het stopwerktuig uit te lijnen. De transportdrager verlaat daarom de lengtegeleider niet.According to the preferred embodiment, the stop segment, together with the transport carrier that has it available, is moved sideways when stopping to align the brush part on the transport carrier laterally sideways between stop strokes. That is, the guide in the stop station and not only the transport carriers in the area of the stop segment are moved sideways, to align the next hole to be filled in the brush part precisely with respect to the stop tool. The transport carrier therefore does not leave the length guide.

Om ontkoppeling van de beweging van de transportdragers aan de ene kant in het laad- en ontlaadsegment en aan de andere kant in het stopsegment mogelijk te maken, verschaft de uitvinding een lengteaandrijving voor het bewegen van een transportdrager naar het stopsegment. De lengteaandrijving lijnt de transportdrager en aldus het zich daarop bevindende borstelonderdeel tussen stopslagen in de lengterichting cyclusgewijs uit. Aangezien de te stoppen gaten niet slechts in één richting maar in twee richtingen tussen de stopslagen precies uitgelijnd moeten worden, wordt dit door twee aandrijvingen, namelijk de dwarsaandrijving en een lengteaandrijving, gerealiseerd. Met betrekking tot het uitlijnen in de lengterichting wordt de transportdrager op de lengtegeleider, om precies te zijn op het stopsegment van de lengtegeleider, voortbewogen. Aldus heeft het stopsegment twee functies. Namelijk aan de ene kant het voor het transport van de transportdragers door het stopstation zorgen, en aan de andere kant het. definiëren van de bewegingsbaan voor de fijnuitlijning van het borstelonderdeel tijdens het stopproces. De lengteaandrijving is bijgevolg niet het transportmiddel, maar een afzonderlijke aandrijving.To enable disconnection of the movement of the transport carriers on the one hand in the loading and unloading segment and on the other in the stop segment, the invention provides a longitudinal drive for moving a transport carrier to the stop segment. The longitudinal drive cyclically aligns the transport carrier and thus the brush component located thereon between stop strokes in the longitudinal direction. Since the holes to be stopped must be precisely aligned between the stop strokes not only in one direction but in two directions, this is achieved by two drives, namely the transverse drive and a longitudinal drive. With regard to alignment in the longitudinal direction, the transport carrier is advanced on the length guide, to be precise on the stop segment of the length guide. Thus the stop segment has two functions. Namely, on the one hand, ensuring the transport of the transport carriers through the stopping station, and on the other hand, it. defining the path of movement for fine alignment of the brush member during the stopping process. The longitudinal drive is therefore not the means of transport, but a separate drive.

Voorts wordt een lengteaandrijving voor aan-en afvoer van transportdragers in en uit het stopsegment verschaft. Ook deze lengteaandrijving is afzonderlijk van het transportmiddel. Aldus kan het · transportmiddel ook ten minste tijdelijk ontkoppeld van de lengteaandrijving in beweging gezet worden.Furthermore, a longitudinal drive for supply and removal of transport carriers in and out of the stop segment is provided. This longitudinal drive is also separate from the means of transport. The transport means can thus also be set in motion at least temporarily disconnected from the longitudinal drive.

De voorkeursuitvoeringsvorm verschaft twee' lengteaandrijvingen, die afwisselend aan de ene kant de aan- en afvoer van transportdragers naar het stopsegment toe respectievelijk er vanaf en aan de andere kant het cyclusgewijs uitlijnen van de zich in 'de stoppositie bevindende transportdragers uitvoefen. Dat wil zeggen één lengteaandrijving lijnt de zich juist, in de stoppositie bevindende transportdrager uit, terwijl de andere lengteaandrijving de volgende transportdrager aanvoert en de transportdrager met het reeds volgestopte borstelonderdeel afvoert.The preferred embodiment provides two longitudinal drives which alternately, on the one hand, perform the supply and discharge of transport carriers to the stop segment and, respectively, and from and on the other, perform the cycle alignment of the transport carriers located in the stop position. That is, one longitudinal drive aligns the conveying carrier correctly located in the stop position, while the other longitudinal drive feeds the next conveying carrier and drains the conveying carrier with the already brushed part.

De beweging van de lengteaandrijvingen gaat over een kromme, bij voorkeur een cirkelkromme. Daartoe wordt voor elke lengteaandrijving een eigen draaihouder verschaft, die door de lengteaandrijving in een draaibeweging gezet wordt en aldus de bijbehorende zojuist aangekoppelde transportdrager(s) verder naar het stopsegment, het overgeefsegment en1 het teruggeefsegment. transporteert. Daartoe kan elke, draaihouder ontkoppelbaar :aan ten minste één transportdrager gekoppeld worden.The movement of the length drives is about a curve, preferably a circle curve. To this end, a separate rotary holder is provided for each longitudinal drive, which rotary movement is set by the longitudinal drive and thus the associated transport carrier (s) just coupled further on to the stop segment, the transfer segment and the return segment. transports. To this end, each rotary holder can be coupled to at least one transport carrier.

Dit koppelen van de draaihouder aan een of meerdere transportdragers kan bijvoorbeeld via een actieve meeneemeenheid bewerkstelligd worden, die optioneel aan een of meerdere transportdragers gekoppeld kan worden.This coupling of the rotary holder to one or more transport carriers can for instance be effected via an active carrier unit, which optionally can be coupled to one or more transport carriers.

De meeneemeenheid is bijvoorbeeld een lineaire aandrijving die dwars op de lengterichting verplaatsbaar is en daardoor aan de transportdrager gekoppeld kan worden of van de transportdrager losgekoppeld kan worden.The carrier unit is, for example, a linear drive which is movable transversely to the longitudinal direction and can therefore be coupled to the transport carrier or be disconnected from the transport carrier.

Om te kunnen volstaan met één lèngteaandrijving, die voor de toevoer van de transportdragers naar het stopstation en de afvoer van de transportdragèrs uit het stopstation zorgt, verschaft de uitvinding op elke draaihouder meerdere meeneemeenheden. In het bijzonder heeft elke draaihouder ten minste één .paar bij voorkeur diametraal ten opzichte van de draaias tegenover elkaar liggende meeneemeenheden.In order to suffice with one longitudinal drive, which ensures the supply of the transport carriers to the stopping station and the discharge of the transport carriers from the stopping station, the invention provides several transporting units on each rotary holder. In particular, each pivot holder has at least one pair of guide units, diametrically opposite to the pivot axis.

Er moet. ook opgemerkt worden dat de draaihouders bij voorkeur een gemeenschappelijke draaias bezitten.There has to. It should also be noted that the rotary holders preferably have a common rotary axis.

De draaihouders worden van elkaar gescheiden draaiend aangedreven, doordat de draaihouder met de zich zojuist in de stoppositie bevindende transportdrager de kleine lengtebewegingen voor het uitlijnen van het borstelonderdeel uitvoert, terwijl de andere draaihouder de grotere bewegingen voor de toe- en afvoer van de transportdragers in en uit de stoppositie uitvoert.The rotary holders are rotated separately from each other, because the rotary holder with the transport carrier just in the stop position carries out the small longitudinal movements for aligning the brush part, while the other rotary holder carries the larger movements for the supply and discharge of the transport carriers in and from the stop position.

Het transportmiddel moet ten minste een gesloten omlopende aandrijving met trekorgaan (trekaandrijving) voor het bewegen van de transportdragers in ten minste het laad- en ontlaadsegment zijn. De transpörtdragers kunnen in of voor het ' overgeefstation ontkoppelbaar van de trekaandrijving zijn. Bovendien zijn de transportdragers in of na het teruggeefstation koppelbaar met de trekaandrijving. Als trekaandrijving kan een ketting, echter bij voorkeur een band gebruikt worden. De transportdragers worden vormgesloten met de trekaandrijving verbonden. In het overgeefstation, het stopstation en het teruggeefstation zijn ze echter losgekoppeld van de trekaandrijving, hier nemen de leiigteaandri j vingen de lengtebeweging van de transportdragers over. Het is mogelijke slechts één' trekaandrijving te verschaffen dat dan in meerdere delen verdeeld is waarbij één deel het laadsegment en een andere deel het ontlaadsegment definieert. Het is echter ook mogelijk meerdere omlopende trekaandrijvingen te verschaffen, waarvan de transportdragers dan afgenomen worden en in het overgeefsegment gevoerd worden en waarbij een verdere trekaandrijving het ontlaadsegment definieert.The means of transport must be at least one closed all-round drive with a pulling member (pull drive) for moving the transport carriers in at least the loading and unloading segment. The transport carriers can be uncoupled from the traction drive in or in front of the transfer station. Moreover, the transport carriers in or after the return station can be coupled to the traction drive. A chain, but preferably a tire, can be used as a pull drive. The transport carriers are formally connected to the traction drive. In the transfer station, the stopping station and the return station, however, they are disconnected from the traction drive, here the slope drives take over the longitudinal movement of the transport carriers. It is possible to provide only one traction drive which is then divided into several parts, one part defining the loading segment and another part defining the discharging segment. However, it is also possible to provide a plurality of all-round pull drives, the transport carriers of which are then taken off and fed into the transfer segment and wherein a further pull drive defines the discharge segment.

Het ont- en aankoppelen van dë transportdragers van respectievelijke aan de trekaandrijving kan door zijwaartse beweging van het overgeefsegment respectievelijk het teruggeefsegment bewerkstelligd worden.The uncoupling and coupling of the transport carriers from the pull drive respectively can be effected by lateral movement of the transfer segment or the return segment.

De lengtegeleider is in het bijzonder als gesloten omlopende geleider uitgevoerd. Er is dus een gesloten omlopende baan voor de transportdrager aanwezig.The length guide is in particular designed as a closed all-round guide. There is therefore a closed, all-round path for the transport carrier.

Hoewel het ook mogelijk is dat de transportdragers in de lengtegeleider ingezet en daar weer uitgenomen worden, en wel met de borstelonderdelen, vóórziet de voorkeursuitvoeringsvorm dat de transportdragers in de lengtegeleider omlopen zonder deze te verlaten. Dat wil zeggen dat in het laadstation de borstelonderdelen op transportdragers gezet worden en in het ontlaadstation van de transportdragers gehaaid worden.Although it is also possible for the transport carriers to be inserted into and removed from the longitudinal guide, specifically with the brush parts, the preferred embodiment provides that the transport carriers circulate in the longitudinal guide without leaving it. That is, in the loading station, the brush parts are set on transport carriers and are harvested in the discharge station of the transport carriers.

De transportdragers zijn in het bijzonder vormgesloten aan de lengtegeleider gekoppeld, waardoor de positionering van de transportdragers geoptimaliseerd woïrdt.The transport carriers are in particular form-locked to the longitudinal guide, whereby the positioning of the transport carriers is optimized.

De transportdragers glijden of rollen in' de lengtegeleider, vormen aldus wagens die borstelonderdelen door de stations en segmenten transporteren.The transport carriers slide or roll in the length guide, thus forming carriages that transport brush parts through the stations and segments.

De inrichting volgens de uitvinding kan alleen een enkel station, namelijk het stopstation, omvatten of ook ten . minste een extra nabewerkingsstation omvatten, waar de lengtegeleider doorheen loopt. Dit heeft het voordeel dat de reeds in het stopstation uitgelijnde borstelonderdelen verder uitgelijnd naar het volgende station voortbewogen worden, wat de handelingen vereenvoudigd en versneld. Het nabewerkingsstation is bijvoorbeeld een afsnijd-ofafscheerstation voor filamenten of een station waar de filamentuiteinden afgerond worden of een reinigingsstation of een station voor het stempelen van logos.The device according to the invention can only comprise a single station, namely the stopping station, or also at least. at least one additional post-processing station through which the length guide runs. This has the advantage that the brush parts already aligned in the stopping station are moved further aligned to the next station, which simplifies and speeds up the operations. The post-processing station is, for example, a filament cutting or shearing station or a station where the filament ends are rounded, or a cleaning station or a station for stamping logos.

Juist als het stopwerktuig met een ankerbevestiging werkt, dat wil zeggen als de borstelbundels via een ankerplaatje in het borstelonderdeel bevestigd worden, moeten de borstelonderdelen om de zogenaamde stophoek gezwenkt worden. De gaten in het borstelonderdeel lopen namelijk normaliter op lijnen en deze lijnen lopen zeer dicht naast elkaar. De ankers moeten daarom niet ook in deze lijn uitgelijnd worden, omdat zij anders het smalle stuk tussen naast elkaar liggende openingen teveel zouden kunnen verzwakken. Daarom worden de ankers schuin ten opzichte van de lengte-uitlijning van de gaten in het borstelonderdeel geslagen. Aangezien de borstelönderdelen echter bij voorkeur met de lengteas ervan dwars op de lengterichting van de lengtegeleider uitgelijnd en getransporteerd worden, moeten ze voor het bereiken van de stoppositie gezwenkt worden. Daartoe heeft elke transportdrager een zwenkbaar daarop aangebrachte houder voor het borstelonderdeel. De houder wordt door middel van een baankromme gezwenkt, die aanwezig is op - de lengtegeleider tussen het laad- en stopsegment. Er is bijvoorbeeld een soort nokkenbaan of schaargeleider mogelijk.It is precisely when the stopping tool works with an anchor mounting, that is, when the brush bundles are fixed in the brush part via an anchor plate, that the brush parts must be pivoted about the so-called stopping angle. The holes in the brush part normally run on lines and these lines run very close to each other. The anchors should therefore not also be aligned in this line, because otherwise they could weaken the narrow part between adjacent openings too much. Therefore, the anchors are pitched obliquely with respect to the longitudinal alignment of the holes in the brush member. However, since the brush sections are preferably aligned and transported with their longitudinal axis transverse to the longitudinal direction of the longitudinal guide, they must be pivoted to reach the stop position. To that end, each transport carrier has a holder for the brush part pivotally arranged thereon. The holder is pivoted by means of a path curve which is present on the length guide between the loading and stopping segment. For example, a kind of cam track or scissors guide is possible.

De transportdragers zijn in het gebied van het laad- en ontlaadsegment aan het transportmiddel gekoppeld. Aan de andere kant zijn ten minste in het gebied van het stopsegment, bij voorkeur ook in het gebied van het overgeef- en het teruggeefsegment, de transportdragers ontkoppeld van het transportmiddel. Om dit in een compacte inrichting te kunnen bewerkstelligen, verschaft de uitvinding de lengtegeleider ten minste in het gebied van het 'stopsegment op een grotere afstand van het transportmiddel dan in het gebied van het laadesegment en het ontlaadsegment. In het gebied van het laad- en ontlaadsegment zijn bijgevolg de transportdragers zo dicht bij het transportmiddel, dat zij er aan gekoppeld worden, in het stopsegment is een grotere afstand aanwezig. De afstand kan zijwaarts of. radiaal zijn.The transport carriers are coupled to the transport means in the area of the loading and unloading segment. On the other hand, at least in the area of the stop segment, preferably also in the area of the transfer and return segments, the transport carriers are disconnected from the transport means. In order to achieve this in a compact device, the invention provides the length guide at least in the region of the stop segment at a greater distance from the transport means than in the region of the loading segment and the unloading segment. In the area of the loading and unloading segment, therefore, the transport carriers are so close to the means of transport that they are coupled thereto, a greater distance is present in the stop segment. The distance can be sideways or. be radial.

Het overgeef- en het teruggeefsegment evenals het stopsegment . zijn in voorkeursuitvoeringsvorm in het gebied van de omdraairol van het transportmiddel aanwezig, dat wil */ zeggen in het gebied van een omdraaibocht van de bewegingsbaan van de transportdragers.The surrender and return segment as well as the stop segment. are present in a preferred embodiment in the region of the turning roller of the transport means, i.e. in the region of a turning curve of the path of movement of the transport carriers.

De borstelvervaardigingsinrichting volgens de uitvinding is niet beperkt to stopwerktuigen die met ankers werken maar kan ook gebruikt worden voor AFT-werkwijzen (anchor free tufting).The brush making device according to the invention is not limited to stop tools that work with anchors, but can also be used for AFT (anchor free tufting) methods.

Bovendien zijn bij voorkeur meerder borstelonderdelen op een transportdrager aanwezig.Moreover, preferably several brush parts are present on a transport carrier.

De dwarsaandrijvingen zijn in het bijzonder servomotoren, die bijvoorbeeld aan een transmissie gekoppeld zijn, wat niet per se het geval hoeft te zijn.The transverse drives are in particular servomotors, which are coupled, for example, to a transmission, which does not necessarily have to be the case.

Bovendien kunnen de aandrijvingen ook aan hefbomen of dergelijke gekoppeld zijn om de beweging over te dragen op de segmenten.Moreover, the drives can also be coupled to levers or the like to transfer the movement to the segments.

Ook de lengteaandrijvingen zijn bij voorkeur servomotoren met of zonder nageschakelde transmissie. De servomotoren hebben in dit verband ook het voordeel dat zij regeltechnisch gemakkelijker met elkaar gesynchroniseerd kunnen worden.The longitudinal drives are also preferably servomotors with or without downstream transmission. The servomotors also have the advantage in this respect that they can be synchronized more easily with each other from a technical point of view.

De dwarsaandrijvingen of de gemeenschappelijke dwarsaandrijving van het overgeef-en het teruggeefsegment kunnen alternatief als luchtcilinders uitgevoerd zijn. Deze luchtcilinders drukken en verschuiven het betreffende segment tegen het stopsegment. De zwaaibeweging bij het uitlijnen van het stopsegment, die het overgeef- en het teruggeefsegment mee moeten maken, wordt dan in. één richting door het stopsegment zelf overgenomen, in de tegenovergestelde richting door de luchtcilinder(s).The transverse drives or the common transverse drive of the transfer and return segments can alternatively be designed as air cylinders. These air cylinders press and shift the relevant segment against the stop segment. The swinging movement when aligning the stop segment, which the surrender and the return segment must experience, then becomes. taken in one direction by the stop segment itself, in the opposite direction by the air cylinder (s).

Verdere ' kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving en’· uit de volgende afbeeldingen waarnaar verwezen wordt. De afbeeldingen geven weer: - Figuur l is een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de borstelvervaardigingsinrichting volgens de uitvinding, - Figuur 2 is een vereenvoudigde perspectiefweergave van de transportinrichting uit figuur 1 met een bewegend stopsegment, - Figuur 3 is een perspectiefweergave van de transportinrichting met zijwaarts verplaatst stopsegment, - Figuur 4 is een weergave van de transportinrichting . uit figuur 3 met dwarsaandrij vingen, - Figuur 5 is een schuin gezien vooraanzicht van de transportinrichting uit figuur 2, waarin de dwarsaandrijvingen van segmenten beter te zien zijn, - Figuur 6 is een perspectiefweergave van de zijkant die de transportinrichting in de in figuur 5 weergegeven positie laat zien en waarbij ook de lengteaandrijvingen weergegeven zijn, - Figuur 7 is een weergave van de transportinrichting in de in figuur 6 weergegeven positie, gezien vanuit de tegenovergestelde kant, - Figuur 8 is een weergave van een detail van de transportinrichting met een transportdrager, - Figuur 9 is een bovenaanzicht op een met een borstelonderdeel uitgeruste transportdrager in een eerste positie, - Figuur 1Ö is een bovenaanzicht op een met een borstelonderdeel uitgeruste transportdrager in een tweede positie, - Figuur 11 is een schematische weergave van een tweede uitvoeringsvorm van een transportinrichting van een borstelvervaardigingsinrichting volgens de uitvinding, en - Figuur 12 is een schematische weergave van een derde uitvoeringsvorm van een transportinrichting van een borstelvervaardigingsinrichting volgens de uitvinding.Further features and advantages of the invention will be apparent from the following description and from the following illustrations to which reference is made. The figures show: - Figure 1 is a side view of a first embodiment of the brush manufacturing device according to the invention, - Figure 2 is a simplified perspective view of the conveyor device of Figure 1 with a moving stop segment, - Figure 3 is a perspective view of the conveyor device with stop segment moved sideways, - Figure 4 is a representation of the transport device. from Figure 3 with transverse drives, - Figure 5 is an oblique frontal view of the conveyor device from Figure 2, in which the transverse drives of segments can be better seen, - Figure 6 is a perspective view of the side of the conveyor device shown in Figure 5 position and in which also the longitudinal drives are shown, - Figure 7 is a representation of the conveyor in the position shown in Figure 6, seen from the opposite side, - Figure 8 is a representation of a detail of the conveyor with a conveyor carrier, - Figure 9 is a top view of a conveyor carrier equipped with a brush component in a first position, - Figure 1Ö is a top view of a conveyor carrier equipped with a brush component in a second position, - Figure 11 is a schematic representation of a second embodiment of a conveyor device of a brush manufacturing device according to the invention, and - FIG hour 12 is a schematic representation of a third embodiment of a conveying device of a brush making device according to the invention.

In figuur 1 is een borstelvervaardigings-inrichting weergegeven die meerdere stations heeft, namelijk onder meer een laadstation 10, waarbij geheel automatisch nog niet van borstels voorziene borstelonderdelen 12 aan de inrichting toegevoerd worden. Na het laadstation 10 volgt een overgeefstation 14, aansluitend éen stopstation 16, met een stopwerktuig 18, dat geen- en weerbewogen wordt. Na het stopstation 16 volgt een teruggeefstation 20. Er kunnen een of meerdere nabewerkingsstations voor de in het stopstation 16 volgestopte borstelonderdelen 12. verschaft zijn.Figure 1 shows a brush manufacturing device which has several stations, namely, among others, a loading station 10, wherein brush parts 12 that are not yet provided with brushes are supplied to the device fully automatically. After the loading station 10 follows a transfer station 14, followed by a stop station 16, with a stop tool 18, which is not moved and moved again. After the stop station 16 follows a return station 20. One or more post-processing stations for the brush parts 12. crammed into the stop station 16 may be provided.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de nabewerkingsstations een snijdstation 22, waarin de borsteluiteinden afgesneden worden, evenals een station 24 voor het afronden van de borsteluiteinden.In the illustrated embodiment, the post-processing stations are a cutting station 22 in which the brush ends are cut off, as well as a station 24 for rounding off the brush ends.

Een aansluitend ontlaadstation 26, dat bij voorkeur direct aan het laadstation 10 grenst, wordt vèrschaft om de gestopte en bewerkte borstelonderdelen weer geheel automatisch uit de inrichting te nemen of af te geven.A subsequent discharge station 26, which is preferably directly adjacent to the loading station 10, is provided for taking the stopped and processed brush parts out of the device again or automatically.

De borstelonderdelen 12 kunnen borstelrömpen met kop en steel evenals een gatenpatroon in de borstelkop zijn of delen van de latere borstel, bijvoorbeeld een plaat met gaten, die later onderdeel van de gehele borstel worden en bijvoorbeeld op de borstelromp bevestigd of bij het vormen van de borstelromp omspoten worden.The brush parts 12 can be brush bodies with head and handle as well as a hole pattern in the brush head or parts of the later brush, for example a plate with holes, which later become part of the entire brush and are fixed for example on the brush body or when forming the brush body be covered.

De weergegeven inrichting kan ook het stopwerktuig 18 omvatten of alleen de hierna toegelichte transportinrichting zijn, die afzonderlijk geleverd wordt en met de overige onderdelen van de afzonderlijke stations ter plaatse aangevuld wordt.The device shown may also comprise the stopping tool 18 or may only be the transport device explained below, which is supplied separately and supplemented with the other parts of the individual stations on site.

Volgens voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de inrichting echter volledige uitgerust met de werktuigen, bijvoorbeeld met het stopwerktuig 18 en de nabewerkingsstations.However, according to a preferred embodiment of the invention, the device is fully equipped with the tools, for example with the stopping tool 18 and the post-processing stations.

Zoals uit figuur 1 blijkt, wordt een gesloten omlopende, als baan vereenvoudigd weergegeven transportinrichting 28 verschaft.As can be seen from Figure 1, a closed circulating conveyor device 28, shown as a path simplified, is provided.

De transportinrichting 28 omvat de bovengenoemde stations en transporteert zogenaamde transportdragers 30, waaraan de borstelonderdelen 12 ontkoppelbaar bevestigd zijn, door de stations en door de inrichting.The transport device 28 comprises the aforementioned stations and transports so-called transport carriers 30, to which the brush parts 12 are detachably attached, through the stations and through the device.

Hierna wordt de hoofdtransportrichting als lengterichting L gedefinieerd. Deze lengterichting L verloopt met betrekking tot figuur 1 in het tekenvlak in de beweegrichting van de transportinrichting 28. De transportinrichting 28 heeft in de weergegeven uitvoeringsvorm twéé vlakke delen (boven en onder) evenals twee delen in de vorm van een halve cirkel (rechts en links). De lengterichting L is derhalve gedeeltelijk lineair of ook gedeeltelijk gekromd (afhankelijk van welk station precies bekeken wordt).The main transport direction is then defined as the longitudinal direction L. With respect to Figure 1, this longitudinal direction L extends in the drawing plane in the direction of movement of the transport device 28. In the embodiment shown, the transport device 28 has two flat parts (above and below) as well as two parts in the form of a semicircle (right and left) ). The longitudinal direction L is therefore partly linear or partly curved (depending on which station is viewed exactly).

De transportinrichting 28 omvat een gesloten omlopende, dat wil zeggen ringvormige lengtegeleider 32 (zie figuur 2), waaraan . de transportdragers 30 · gekoppeld zijn, zodat de transportdragers 30 onvervreemdbaar langs lèngtegeleider 32 in lengterichting L verplaatsbaar zijn. Dat wil zeggen dat de transportdragers 3 0 de lengtegeleider 32 niet verlaten.The conveying device 28 comprises a closed circumferential, i.e. annular, length guide 32 (see Figure 2), on which. the transport carriers 30 are coupled, so that the transport carriers 30 are inalienable along the longitudinal guide 32 in the longitudinal direction L. That is, the transport carriers do not leave the length guide 32.

De transportinrichting 28 omvat bovendien een transportmiddel· in de vorm van een gesloten omlopende trekaandrijving 34 (zie figuur 8), bijvoorbeeld een tandriem die in der lengtegeleider 32 net onder de lengtegeleider 32 loopt. De aandrijftandwielen in het gebied van de gekromde halvecirkelvormige delen van de lengtegeleider 32 zijn niet weergegeven.The conveying device 28 moreover comprises a conveying means in the form of a closed all-round pull drive 34 (see Fig. 8), for example a toothed belt running in the length guide 32 just below the length guide 32. The drive gears in the region of the curved semicircular parts of the length guide 32 are not shown.

De trekaandrijving 34 heeft, zoals te zien is in figuur 8, naar buiten afstaande uitstekende delen 36, die met uitstekende delen 3 8 op de transportdrager 30 in elkaar kunnen grijpen om de transportdrager 30 langs de geleider 32 te bewegen..The pull drive 34 has, as can be seen in Figure 8, protruding parts 36 protruding from the outside which can engage with projecting parts 8 on the transport carrier 30 to move the transport carrier 30 along the guide 32.

De lengtegeleider 32 bezit segmenten die overeenkomen met de betreffende namen van de stations waarin ze zich bevinden, dus een laadsegment 110, een overgeefsegment 114, een stopsegment 116, een teruggeefsegment 120 evenals een ontlaadsegment 126. Bovendien is ook nog een segment 122 voor het snijdstation en een segment 124 voor het station 24 aanwezig. Het laadsegment 110, het ontlaadsegment 126 evenals de segmenten 122, 124 zijn gefixeerde, onbewegelijke segmenten van de lengtegeleider 32.The length guide 32 has segments corresponding to the respective names of the stations in which they are located, i.e. a loading segment 110, a transfer segment 114, a stop segment 116, a return segment 120 as well as a discharge segment 126. In addition, there is also a segment 122 for the cutting station and a segment 124 for the station 24. The loading segment 110, the unloading segment 126 as well as the segments 122, 124 are fixed, immovable segments of the length guide 32.

Bij voorkeur zijn de segmenten 110, 122, 124, 126 integraal verbonden.The segments 110, 122, 124, 126 are preferably integrally connected.

Het overgeefsegment 114, het stopsegment 126 evenals het teruggeef segment 120, die de door de transportinrichting gevormde ring sluiten, zijn echter zijwaarts, dat wil zeggen dwars op de lengterichting (in dwarsrichting), verplaatsbaar.However, the transfer segment 114, the stop segment 126 as well as the return segment 120, which close the ring formed by the conveyor, are movable laterally, i.e. transversely of the longitudinal direction (transversely).

In de in figuur 2 weergegeven positie zijn alle segmenten in de lengterichting en dwars daarop exact met elkaar uitgelijnd zodat de transportdragers 30 op de lengtegeleider 32 voortbewogen kunnen worden.In the position shown in Figure 2, all segments are precisely aligned with each other in the longitudinal direction and transversely thereto, so that the transport carriers 30 can be moved on the longitudinal guide 32.

De verschuiving van het overgeefsegment 114, het stopsegment 116 evenals het teruggeefsegment 120 vindt plaats door middel van eigen, bij de drie segmenten behorende dwarsaandrijvingen 214, 216 en 220 (zie figuur 4) .The displacement of the transfer segment 114, the stop segment 116 as well as the return segment 120 takes place by means of proprietary transverse drives 214, 216 and 220 associated with the three segments (see Fig. 4).

De dwarsaandrij vingen 214, 216, 220 zijn in het bijzonder servomotoren, die optioneel aan een transmissie 222 evenals aan hefbomen 224 dan wel kniehefbomen gekoppeld kunnen zijn. Bij de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm zijn de hefbomen 224 aan de bijbehorende segmenten 114, 116, 120 gekoppeld.The transverse drives 214, 216, 220 are in particular servomotors, which can optionally be coupled to a transmission 222 as well as to levers 224 or knee levers. In the embodiment shown in Figure 4, the levers 224 are coupled to the corresponding segments 114, 116, 120.

Een andere mogelijkheid is dat het overgeef-en teruggeefsegment 114, 120 ook aan elkaar gekoppeld kunnen zijn, zodat een gemeenschappelijke dwarsaandrijving voldoende is.Another possibility is that the transfer and return segment 114, 120 can also be coupled to each other, so that a common transverse drive is sufficient.

De trekaandrijving 34 verplaatst de afzonderlijke transportdragers 30 in.de lengterichting L tot voor of in het overgeef station 14 en aldus direct voor of in het overgeefsegment 114. Bovendien neemt de trekaandrijving 34 in het teruggeefstation 20 en in het teruggeefsegment 120 of direct daarna in het gefixeerde gebied, kort voor het nabewerkingsstation 22, de transportdragers 30 weer op, om ze verder naar het ontlaadstation 26 te transporteren.The pull drive 34 displaces the individual transport carriers 30 in the longitudinal direction L to before or in the transfer station 14 and thus directly in front of or in the transfer segment 114. In addition, the pull drive 34 takes over in the return station 20 and in the return segment 120 or immediately thereafter in the transfer segment 120. fixed area, shortly before the post-processing station 22, the transport carriers 30 up again, to transport them further to the discharge station 26.

Door het overgeef station 14, het stopstation 16 en het teruggeefstation 20 worden de transportdragers 30 echter ontgekoppeld van de trekaandrijving 34 en worden zij door daarvan onafhankelijke lengteaandrijvingen in lengterichting L verplaatst.However, through the transfer station 14, the stop station 16 and the return station 20, the transport carriers 30 are disconnected from the pull drive 34 and are moved in the longitudinal direction L by independent length drives.

In de figuren 6 en 7 zijn de betreffende aandrij£ inrichtingen te zien. Een eerste lengteaandrijving 40 omvat een draaiaandrijving 42 in de vorm van een servomotor evenals een draaihouder 44 (zie figuur 7) , die door de aandrijving 42 om een draaias A draaibaar is. De draaihouder 44 draagt twee ten opzichte van de draaias A diametraal tegenoverliggende meeneemeenheden 46, die slechts vereenvoudigd weergegeven zijn.The respective driving devices can be seen in Figures 6 and 7. A first longitudinal drive 40 comprises a rotary drive 42 in the form of a servomotor as well as a rotary holder 44 (see Fig. 7), which is rotatable by the drive 42 about a rotary axis A. The pivot holder 44 carries two carrier units 46 diametrically opposite the pivot axis A, which are shown in simplified form only.

De meeneemeenheid 46 is een actieve eenheid, dat wil zeggen ze is afzonderlijk beweegbaar en wel dwars, in het bijzonder loodrecht, op de lengterichting L.The carrier unit 46 is an active unit, that is to say it is movable separately and in this case transversely, in particular perpendicularly, to the longitudinal direction L.

Elke meënéemeenheid 46 heeft een lineaire aandrijving, die dwars op de lengterichting verplaatsbaar is en die . zijwaarts aan een transportdrager 30 gekoppeld kan worden en daarvan losgekoppeld kan worden. Dit aankoppelen vindt bij voorkeur vormgesloten plaats. In figuur 8 is te zien dat de transportdrager 30 .op (met betrekking tot figuur 8) de achterkant een afstaande tap 48 bezit, die . door een niet weergegeven vork van de meeneemeenheid 46 gegrepen kan worden. Door deze vormgesloten verbinding kan de transportdrager 30 in de lengterichting aan de draaiaandrijving 42 gekoppeld worden.Each carrier unit 46 has a linear drive which is movable transversely to the longitudinal direction and which. can be coupled laterally to a transport carrier 30 and disconnected therefrom. This coupling preferably takes place form-locked. In figure 8 it can be seen that the transport carrier 30 has (with respect to figure 8) the rear side a projecting tap 48, which. can be gripped by a fork (not shown) of the carrier unit 46. Due to this form-locked connection, the transport carrier 30 can be coupled in the longitudinal direction to the rotary drive 42.

Zoals in figuur 6 te zien is, is een tweede lengteaandrijving 60 . met een tweede, eveneens als servomotor uitgevoerde draaiaandrijving 52 aanwezig, die een tweede draaihouder 54 in draaiing kan zetten en wel eveneens om de draaias A, die aldus een gemeenschappelijke draaias A is.As can be seen in Figure 6, a second longitudinal drive is 60. with a second rotary drive 52, also designed as a servomotor, which can turn a second rotary holder 54 in rotation and also around the rotary axis A, which is thus a common rotary axis A.

Ook de tweede lengteaandrijving 50 heeft een draaihouder 54 met twee diametraal tegenoverliggende meeneemeenhedën 56, waarvan er in figuur 7 voor een betere overzichtelijkheid slechts één weergegeven wordt. Ook deze meeneemeenheid 56 kan overeenkomstig aan transportdragers 30 gekoppeld worden.The second longitudinal drive 50 also has a rotary holder 54 with two diametrically opposed carriage members 56, of which only one is shown in Figure 7 for better clarity. This carrier unit 56 can also be coupled to transport carriers 30 accordingly.

De beide lengteaandrijvingen 40, 50 zijn in de draairichting niet mechanisch aan elkaar gekoppeld, maar .. kunnen onafhankelijk van elkaar aangedreven worden. De draaiaandrijvingen 42, 52 in de vorm van de servomotoren zijn echter wat betreft de regeling wel aan elkaar gekoppeld, om de draaibewegingen van de draaiaandrijvingen 42, 52 op elkaar af te stemmen.The two longitudinal drives 40, 50 are not mechanically coupled to each other in the direction of rotation, but can be driven independently of each other. However, the rotary drives 42, 52 in the form of the servomotors are coupled to each other for control purposes, in order to match the rotary movements of the rotary drives 42, 52 to each other.

De beweging van de transportdrager 30 in”het gebied van het overgeefsegment 114, het stopsegment 116 en het 'teruggeefsegment 120 verloopt via de lengteaandrij vingen 4 0, 50 en wel door het draaien van de draaihouder 44, 54. De lengbeweging wordt geleid in de segmenten . van de lengtegeleider 32 bewerkstelligd.The movement of the transport carrier 30 in the area of the transfer segment 114, the stop segment 116 and the return segment 120 proceeds via the longitudinal drives 40, 50, namely by rotating the rotary holder 44, 54. The longitudinal movement is guided in the segments. of the length guide 32.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm blijft, zodra een meeneemeenheid 4 8 of 56 aan een transportdrager 30 in het overgeefstation 14 gekoppeld is, deze transportdrager 30 verder met de aangekoppelde lengteaandrijving 40 of 50 verbonden, totdat hij na het doorlopen van het overgeefsegment 114, . het stopsegment 116 en het teruggeefsegment 120 weer aan de trekaandrijving 34 gekoppeld wordt. .According to the preferred embodiment, as soon as a carrier unit 8 or 56 is coupled to a transport carrier 30 in the transfer station 14, this transport carrier 30 continues to be connected to the coupled longitudinal drive 40 or 50 until it passes through the transfer segment 114. the stop segment 116 and the return segment 120 are coupled to the pull drive 34 again. .

Aldus koppelen eerst de eerste lengteaandrijving 40 en vervolgens de tweede lengteaandrijving 50 afwisselend aan de aankomende transportdragers 30, om ze door de stations 114, 116 en 120 te bewegen.Thus, first the first longitudinal drive 40 and then the second longitudinal drive 50 couple alternately to the upcoming transport carriers 30 to move them through the stations 114, 116 and 120.

Het stopwerktuig 18 neemt borstelbundels op, om ze in gaten in het borsteldeel 12 te stoppen, ofwel met ankers ofwel ook zonder ankers, afhankelijk van. de uitvoeringsvorm. Nadat het stopwerktuig 18 niet in lengterichting L. of in dwarsrichting voortbewogen wordt, wordt het zojuist te stoppen borstelonderdeel 12 tussen twee stopslagen opnieuw uitgelijnd met het stopwerktuig 18, zodat weer een leeg gat precies uitgelijnd met de aankomende borstelbundel komt te liggen. Dit slagsgewijs uitlijnen van het borstenonderdeel 12 tussen twee slagen in wordt bewerkstelligd door beweging van het borstelonderdeel 12, beter gezegd van de zich zojuist in de stoppositie bevindende transportdrager 30, in de lengterichting L en in de dwarsrichting.The stopping tool 18 receives brush bundles to put them in holes in the brush part 12, either with anchors or also without anchors, depending on. the embodiment. After the stopping tool 18 is not advanced in the longitudinal direction L. or in the transverse direction, the just-to-be-stopped brush part 12 is again aligned between the stopping strokes with the stopping tool 18, so that again an empty hole becomes precisely aligned with the incoming brush bundle. This stepwise alignment of the breast part 12 between two strokes is effected by movement of the brush part 12, more precisely of the transport carrier 30 just in the stop position, in the longitudinal direction L and in the transverse direction.

De bewegingscomponent in de dwarsrichting wordt gerealiseerd doordat het gehele stopsegment 116 en daarmee de zich daarop bevindende transportdrager 30 door de dwarsaandrijving 216 extreem snel voortbewogen wordt. Daardoor is echter het stopsegment 116 niet meer met de rest van de lengtegeleider in de dwarsrichting uitgelijnd, maar daarmee versprongen. In figuur 4 is deze verspringing weergegeven.The movement component in the transverse direction is realized in that the entire stop segment 116 and thus the transport carrier 30 located thereon is advanced extremely fast by the transverse drive 216. As a result, however, the stop segment 116 is no longer aligned with the rest of the longitudinal guide, but is staggered thereby. This offset is shown in Figure 4.

De uitlijnbeweging tussen twee stopslagen in de lengterichting L wordt door de eersten lengteaandrijving 40 of de tweede lengteaandrijving 50 bewerkstelligd, afhankelijk van welke .The alignment movement between two stop strokes in the longitudinal direction L is effected by the first longitudinal drive 40 or the second longitudinal drive 50, depending on which one.

lengteaandrijving 40, 50 juist aan de zich in de stoppositie bevindende transportdrager 30 gekoppeld is.longitudinal drive 40, 50 is precisely coupled to the transport carrier 30 in the stop position.

Aangezien de beide bewegingen, namelijk in de lengterichting en in de dwarsrichting, overlappen is ofwel een bepaalde verschuifbaarheid van . de meeneemeenheden 46, 56 ten opzichte van de tap 48 nodig, ofwel moet er een overeenkomstige overlapping in de dwarsrichting tussen tap en meeneemeenheid aanwezig zijn, zodat bij de dwarsbeweging van het stopsegment 116 de betreffende transporttrager 30 niet buiten de ingrijping met de bijbehorende meeneemeenheid 46, 56 raakt.Since the two movements, namely in the longitudinal direction and in the transverse direction, overlap is either a certain slidability of. the carrier units 46, 56 relative to the pin 48 are required, or there must be a corresponding overlap in the transverse direction between the pin and carrier unit, so that during the transverse movement of the stop segment 116 the transport conveyor 30 in question is not outside the engagement with the associated carrier unit 46 , 56 touches.

In de weergegeven uitvoeringsvormen heeft elke lengteaandrijving 40, 50 slechts twee diametraal tegenover elkaar liggende meeneemeenheden 46, 56. Een andere mogelijkheid is echter dat er nog meer paren meeneemeenheden 46, 56 aanwezig zijn. Algemener gezegd, een lengteaandrijving 40, 50 kan meer dan twee meeneemeenheden 46, 56 aandrijven.In the embodiments shown, each longitudinal drive 40, 50 has only two diametrically opposed carrier units 46, 56. Another possibility, however, is that there are still more pairs of carrier units 46, 56 present. More generally, a longitudinal drive 40, 50 can drive more than two carrier units 46, 56.

De weergegeven uitvoeringsvorm met meerdere meeneemeenheden 46, 56 per lengteaandrijving 40, 50 kan zodanig uitgevoerd zijn, dat een lengteaandrijving 40, 50 tegelijkertijd een transportdrager 30 in het overgeefsegment 114 alsook in het teruggeefsegment 120 verplaatst.The illustrated embodiment with a plurality of entraining units 46, 56 per longitudinal drive 40, 50 can be designed such that a longitudinal drive 40, 50 simultaneously displaces a transport carrier 30 in the transfer segment 114 and in the return segment 120.

De dwarsaandrijvingen 214, 216, 220 zijn wat betreft regeling via een gemeenschappelijke regeleenheid met de lengteaandrijvingen 40 en 50 gekoppeld.The transverse drives 214, 216, 220 are coupled to the longitudinal drives 40 and 50 for control via a common control unit.

Het overgeef segment 114 kan uit een eerste positie (zie figuur 3), waarin zij met het voorgaande laadsegment 110 uitgelijnd is, in een tweede positie, waarin zij met het ten opzichte van het laadsegment 110 versprongen stopsegment 116 uitgelijnd is, dwars respectievelijk zijwaarts voortbewogén worden. De tweede positie is in figuur 5 weergegeven. Hier zijn. zowel het overgeefsegment 114, het stopsegment 116 alsook het teruggeefsegment 120 zijwaarts versprongen ten opzichte van de overige segmenten van de lengtegeleider gepositioneerd, maar ten opzichte van elkaar uitgelijnd, zodat de transportdragers 30 van het overgeefsegment 114 naar het stöpsegment 116 en van het stopsegment 116 'naar het teruggeefsegment. 120 in lengterichting L binnen de lengtegeleider voortbewogen kunnen worden, zonder de lengtegeleider té verlaten.The surrender segment 114 can move transversely or laterally from a first position (see Fig. 3), in which it is aligned with the previous loading segment 110, in a second position, in which it is aligned with the stop segment 116 offset from the loading segment 110. to become. The second position is shown in Figure 5. Be here. both the transfer segment 114, the stop segment 116 and the return segment 120 are offset laterally with respect to the other segments of the length guide, but aligned with respect to each other, so that the transport carriers 30 from the transfer segment 114 to the stop segment 116 and from the stop segment 116 ' to the return segment. 120 can be advanced in the longitudinal direction L within the length guide, without leaving the length guide.

Dienovereenkomstig is ook het teruggeefsegment 120 tussen een eerste positie, waarin het met het volgende, gefixeerde segment van. de lengtegeleider uitgelijnd is (zie figuur 2), en een tweede positie dwars respectievelijk zijwaarts verplaatsbaar (zie figuur 5), waarin het teruggeefsegment 120 met het stopsegment 116 uitgelijnd is.Accordingly, the return segment 120 is also between a first position, in which it is fixed with the next, fixed segment of. the longitudinal guide is aligned (see Figure 2), and a second position is movable transversely or sideways (see Figure 5), wherein the return segment 120 is aligned with the stop segment 116.

Het overgeef segment 114 en het terüggeefsegment 120 kunnen in dwarsrichting net zo snel verplaatst worden als het stopsegment 116. Om tijdens de werking zonder vertraging of onderbrekingen van de stopslagen transportdragers 3 0 in en uit het stopstation 16 te kunnen bewegen, worden overgeefsegment 114 en teruggeefsegment 120 tijdelijk met de beweging ' van het stopsegment 116 gesynchroniseerd en dwars op de lengterichting L uigelijnd met stopsegment 116 heen- en weerbewogen.The surrender segment 114 and the surrender segment 120 can be moved in the transverse direction just as quickly as the stop segment 116. In order to be able to move transport carriers 30 in and out of the stop station 16 during operation without delay or interruption of the stop strokes, surrender segment 114 and return segment are moved. 120 temporarily synchronized with the movement of the stop segment 116 and reciprocated transversely to the longitudinal direction L with stop segment 116.

In de lengterichting L moeten de uitlijnbewegingen bij het stoppen van een borstelonderdeel 12 echter niet door aangrenzende transportdragers 30 overgenomen worden, hier is tijdens het stoppen van een borstelonderdeël 12 geen synchronisatie met de volgende transportdrager 30 nodig.In the longitudinal direction L, however, the alignment movements when stopping a brush part 12 do not have to be taken over by adjacent transport carriers 30; here, during the stopping of a brush part 12, no synchronization with the next transport carrier 30 is required.

Hierna wordt de werking van borstelvervaardigingsinrichting toegelicht.The operation of the brush-making device is explained below.

In het laadstation 10 worden de borstenonderdelen 12 geheel automatisch op transportdragers 30 gezet. Daartoe kunnen op de bovenkant van de transportdragers bijvoorbeeld spaninrichtingen 60 (zie figuur 8) verschaft worden.In the loading station 10, the breast parts 12 are placed entirely on transport carriers 30. For this purpose, tensioning devices 60 (see Figure 8) can be provided on the top of the transport carriers.

In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de borstelonderdelen 12 langgerekte borstelrompen met een steel eïi borst elköp, die met de lengteas ervan bij voorkeur loodrecht ten opzichte van de lengterichting L . op dé transportdrager 30 aanwezig zijn. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm heeft de transportdrager rollen 62,' zodat hij in de lengtegeleider 32 rolt, waarbij de rollen zowel zijwaartse als ook onderrollen kunnen zijn. Een andere mogelijkheid is dat de rollen 62 ook op de lengtegeléider 32 aanwezig kunnen zijn, of dat er sprake is van een zuivere glijdbeweging tussen transportdragers 30 en lengtegeleider 32.In the embodiment shown, the brush parts 12 are elongated brush bodies with a stem and a breast each with their longitudinal axis preferably perpendicular to the longitudinal direction L. are present on the transport carrier 30. In the embodiment shown, the transport carrier has rollers 62 so that it rolls into the longitudinal guide 32, the rollers being able to be both lateral and lower rollers. Another possibility is that the rollers 62 can also be present on the length guide 32, or that there is a pure sliding movement between transport carriers 30 and length guide 32.

De. uitsteeksels 36 bewegen de transportdrager 30 ofwel tot vlak het bereiken van het overgeefsegment 114 ofwel, zoals weergegeven in de uitvoeringsvorm, tot binnenin het overgeefstation 14 en in het overgeefsegment 114.The. protrusions 36 move the transport carrier 30 either flat to reach the transfer segment 114 or, as shown in the embodiment, to within the transfer station 14 and into the transfer segment 114.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm vindt voortstuwing van de trekaandrijving 34 slagsgewijs plaats, wat echter niet per se het geval hoeft te zijn;According to the preferred embodiment, propulsion of the traction drive 34 takes place in steps, which, however, does not necessarily have to be the case;

Figuur 4 geeft de positie weer, waarin zojuist een transportdrager 30 door de trekaandrijving 34 in het overgeefsegment 114 bewogen werd. In deze positie wordt de volgende vrije meeneemeenheid (hier de meeneemeenheid 56, '' zie figuur 6) dwars voortbewogen, en wel zijwaarts naar de transportdrager 30 toé, totdat de tap 48 (zie figuur 8) vormgesloten gegrepen is. Aansluitend wordt het overgeefsegment 114 door de dwarsaandrijving 214 zijwaarts voortbewogen (zie . figuur 5) , en wel in de f richting van het zijwaarts versprongen stopsegment 116. De meeneemeenheid 56 maakt deze dwarsbeweging mee, of de geleider respectievelijk koppeling van transportdrager 30 en meeneemeenheid 56 zijn zodanig op elkaar afgestemd dat ook tijdens de dwarsbeweging de onderdelen aan elkaar gekoppeld blijven.Figure 4 shows the position in which a transport carrier 30 has just been moved by the traction drive 34 in the transfer segment 114. In this position, the next free carrier unit (here the carrier unit 56, see Figure 6) is moved transversely, namely laterally to the transport carrier 30, until the pin 48 (see Figure 8) is gripped securely. Subsequently, the transfer segment 114 is moved laterally by the transverse drive 214 (see Figure 5), namely in the direction of the laterally staggered stop segment 116. The carrier unit 56 experiences this transverse movement, or the guide or coupling of transport carrier 30 and carrier unit 56 are matched to each other in such a way that the parts remain coupled to each other during the transverse movement.

Bij het verschuiven van het overgeefsegment 114 uit de eerste positie, die ook overgeefpositie genoemd wordt en waarin het segment 114 met laadsegment 110 uitgelijnd is, naar de tweede positie wordt de transportdrager 30 van de trekaandrijving 34 ontkoppeld, doordat het uitsteeksel 38 buiten de ingirijping met de uitsteeksels 36 gebracht wordt, wat bewerkstelligd wordt door het zijwaarts verschuiven.When the transfer segment 114 is shifted from the first position, which is also referred to as the transfer position, and in which the segment 114 is aligned with the loading segment 110, to the second position, the transport carrier 30 is disconnected from the pull drive 34, because the projection 38 outside the projections 36 are brought in, which is effected by sliding sideways.

Tijdens dit grijpen en zijwaarts bewegen, wordt in het stopstation 16 de zich in de stoppositie (zie figuur 6) bevindende transportdrager 30 in de lengterichting L en in de dwarsrichting extreem snel bewogen. Deze beweging tussen de stopslagen voor het uitlijnen van'het borstelonderdeel 12 wordt aan de ene kant bewerkstelligd door de dwarsaandrijving 216 en aan de andere kant door de eerste . lengteaandrijving 40, die in kleine stapjes gesynchroniseerd wordt, om de bewegingscomponent en verschuiving in de lengterichting L van slag tot slag en van gat tot gat te bewerkstelligen.During this gripping and lateral movement, in the stop station 16, the transport carrier 30, which is in the stop position (see Figure 6), is moved extremely fast in the longitudinal direction L and in the transverse direction. This movement between the stop strokes for aligning the brush member 12 is accomplished on the one hand by the transverse drive 216 and on the other by the first. longitudinal drive 40, which is synchronized in small steps, to bring about the movement component and shift in the longitudinal direction L from stroke to stroke and from hole to hole.

Nog tijdens het stoppen van het zich in de stoppositie bevindende borstelonderdeel 12 wordt het overgeefsegment 14 naar het stopsegment 116 gevoerd en gesynchroniseerd, totdat de in figuur 6 weergegeven . positie bereikt is, waarin de beide segmenten gelijktijdig en ten opzichte van elkaar uitgelijnd heen- en weerbewogen worden.Even during the stopping of the brush member 12 in the stop position, the transfer segment 14 is fed to the stop segment 116 and synchronized until the one shown in FIG. position has been reached in which the two segments are moved back and forth simultaneously and aligned with respect to each other.

Als het laatste lege gat in het borstelonderdeel 12 gestopt is, wordt tijdens de stopslag, dat wil zeggen zonder afremmen of vertraging van het stopwerktuig18, ineens de transportdrager 30 met het volledig gestopte borstelonderdeel 12 door de eerste lengteaandrijving 40 uit de stoppositie bewogen. Als het stopwerktuig 18 weer naar voren schiet, is het volgende borstelonderdeel 12 uit de wachtpositie ervan in het overgeefstation 14 in de stoppositie gebracht en juist üitgelijnd. Dit wordt door de tweede lengteaandrijving 50 uitgevoerd.When the last empty hole in the brush part 12 is stopped, during the stop stroke, i.e. without braking or delaying the stop tool 18, the transport carrier 30 with the completely stopped brush part 12 is suddenly moved out of the stop position by the first longitudinal drive 40. When the stopping tool 18 shoots forward again, the next brush member 12 is brought from its waiting position into the transfer station 14 into the stop position and just aligned. This is carried out by the second longitudinal drive 50.

De eerste lengteaandrijving 40 heeft het reeds gestopte borstelonderdeel 12 dan in het teruggeefstation 20 en het teruggeefsegment 120 verplaatst, dat tijdelijk eveneens in de dwarsbeweging ervan met het stopsegment 116 gesynchroniseerd werd {zie figuren 6 en 7).The first longitudinal drive 40 has then moved the already brushed part 12 into the return station 20 and the return segment 120, which was also temporarily synchronized in its transverse movement with the stop segment 116 {see FIGS. 6 and 7).

Het teruggeef segment 120. wordt door de bijbehorende dwarsaandrijving 220 terug in de eerste positie gebracht, waarin het met de rest van de lengtegeleider 32 uitgelijnd is. Bij deze dwarsbeweging wordt dan het uitsteeksel weer zijwaarts tussen twee uitsteeksels 36 in de trekaandrijving 34 geschoven (zie figuur 8). In deze positie overneemt dan weer de trekaandrijving 34 de verdere beweging van de transportdrager 30 door de nabewerkingsstations en in het ontlaadstation 26.The return segment 120 is brought back by the associated transverse drive 220 to the first position, in which it is aligned with the rest of the length guide 32. With this transverse movement the protrusion is then again slid sideways between two protrusions 36 in the pull drive 34 (see figure 8). In this position, the pull drive 34 again takes over the further movement of the transport carrier 30 through the post-processing stations and in the unloading station 26.

In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt de transportdrager 30, die als volgende in de stoppositie gebracht wordt, vanuit het overgeefstation 14 ineens in de stopstation 16 gebracht. Om de weg tussen deze beide posities, die in figuur 6 weergegeven worden, korter te maken, is er nog een andere variant. Hierbij wordt de volgende transportdrager 30 eerst heel dicht bij _ de zich in de stoppositie bewegende transportdrager 30 verplaatst. Dit wordt bewerkstelligd doordat de volgende transportdrager 30 reeds in het stopsegment 116 voortbewogen wordt, om bijna aan de voorlopende transportdrager 30 te stoten. Bij deze variant is de verplaatsing in de lengterichting tussen de slagen van de ene .naar de volgende transportdrager 30 duidelijk korter.In the embodiment shown, the transport carrier 30, which is subsequently brought into the stop position, is suddenly brought from the transfer station 14 into the stop station 16. To shorten the path between these two positions, which are shown in Figure 6, there is another variant. Hereby the next transport carrier 30 is first moved very close to the transport carrier 30 moving in the stop position. This is accomplished by the fact that the next transport carrier 30 is already advanced in the stop segment 116 in order to almost knock on the leading transport carrier 30. In this variant the displacement in the longitudinal direction between the strokes of the one to the next transport carrier 30 is clearly shorter.

Evenzo kan de transportdrager 30, die uit de stoppositie bewogen moet worden, niet gelijk in hét teruggéefstation 20 voortbewogen worden, maar veeleer nog in het stopsegment 114 blijven en, met betrekking tot figuur 6, slechts iets naar onderen bewogen worden, om plaats te maken voor de volgende transportdrager 30. Daarop aansluitend wordt pas de transportdrager 30 in het teruggeefsegment 120 voortbewogen.Similarly, the transport carrier 30 which is to be moved out of the stop position cannot be moved directly into the return station 20, but rather remains in the stop segment 114 and, with respect to FIG. 6, can only be moved slightly downwards to make room. for the next transport carrier 30. Subsequently, the transport carrier 30 is only advanced in the return segment 120.

Om ervoor te zorgen dat de bewegingen véh de transportdragers 30 in het overgeefstation .14, het stopstation 16 en het teruggeefstation 20 niet botsen met de bewegingsbaan van de trekaandrijving 34, vinden de bewegingen van het stopsegment 116 tijdens het stoppen zijwaarts volledig verwijderd van de trëkaandrijving 34 plaats. Een andere mogelijkheid is dat de trekaandrijving 34 in het gebied van het overgeef station 114, het stopstation 116 en het teruggeefstation 120 ver genoeg naar binnen én verwijderd van de uitsteeksels 38 geleid is, doordat de bewegingsbaan ervan vanaf het overgeven van de transportdrager 30 naar de lengteaandrijving 40, 50 en tot het teruggeven van de transportdrager 30 verder naar Jbinnen en verwijderd van de segmenten 114, 116 en 120 verloopt dan .in het overige gebied.In order to ensure that the movements of the transport carriers 30 in the transfer station .14, the stopping station 16 and the return station 20 do not collide with the trajectory of the traction drive 34, the movements of the stop segment 116 are completely sideways removed from the traction drive during stopping. 34 place. Another possibility is that the pull drive 34 in the area of the transfer station 114, the stop station 116 and the return station 120 is guided far enough inwardly and away from the projections 38, because its path of movement from the transfer of the transport carrier 30 to the longitudinal drive 40, 50 and until the return of the transport carrier 30 further inwards and away from the segments 114, 116 and 120 then runs in the remaining area.

Als de borstelonderdelen 12 niet loodrecht ten opzichte van de lengtegeleider in het stopstation 16 uitgelijnd moeten zijn, zoals dat in figuur 9 weergegeven is, maar iets gezwenkt (zie figuur 10), kan dit met een speciale soort transportdrager 30 bereikt worden.If the brush parts 12 do not have to be aligned perpendicularly to the longitudinal guide in the stopping station 16, as shown in Figure 9, but slightly pivoted (see Figure 10), this can be achieved with a special type of transport carrier 30.

In de figuren 9 en 10 is een transportdrager 30 te zien, die een zwenkbaar eraan aangebrachte houder 64 omvat. Aan deze houder is ook de spaninrichting 60 aangebracht.In figures 9 and 10 a transport carrier 30 can be seen, which comprises a holder 64 pivotally arranged thereon. Tensioning device 60 is also arranged on this holder.

Van de houder 64 strekt zich een zwenkarm 66 naar beneden uit, die door middel van een baankromme 68 (zie figuur 7) in de lengtegeleider, bijvoorbeeld in het overgeefsegment 114 dwars bewogen wordt, waardoor de houder 64 gezwenkt wordt.A swiveling arm 66 extends downward from the holder 64, which arm is transversely moved by means of a path curve 68 (see Figure 7) in the longitudinal guide, for example in the transfer segment 114, as a result of which the holder 64 is pivoted.

De baankromme 68 wordt voortgezet in het stopsegment 116 en ook in het teruggeef segment 120, waar een zwenking in tegengestelde richting naar de in figuur 9 weergegeven positie bewerkstelligd wordt.The path curve 68 is continued in the stop segment 116 and also in the return segment 120, where a pivotal movement in the opposite direction to the position shown in Figure 9 is effected.

Bij de bestaande uitvoeringsvorm is het stopsegment 116 een boogsegment, in het bijzonder een cirkelboogsegment.In the existing embodiment, the stop segment 116 is an arc segment, in particular a circular arc segment.

Optioneel kunnen ook het overgeefsegment 114 en/of het teruggeef segment 120 elk een boogsegment zijn, bijvoorbeeld doordat alle drie segmenten 114, 116, 120 samen een halve cirkel beschrijven. Dit is echter niet absoluut noodzakelijk.Optionally, the surrender segment 114 and / or the surrender segment 120 may also each be an arc segment, for example, because all three segments 114, 116, 120 together describe a semicircle. However, this is not absolutely necessary.

Evenzo is het niet nodig dat de lengtegeleider 32 lineaire delen omvat.Similarly, it is not necessary for the length guide 32 to comprise linear parts.

Figuur 11 geeft een alternatieve uitvoering weer, want hier is de gehele lengtegeleider 32 als cirkelring uitgevoerd. Het overgeefsegment 114 plus het stopsegment 116 plus het teruggeefsegment 118 vormen niet samen een halve cirkel, maar een kleiner, over ongeveer 150° verlopend cirkeldeel van de lengtegeleider. Deze uitvoering kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor machines waarbij alleen geladen en ontladen moet worden en geen andere bewerkingen behalve stoppen nodig zijn.Figure 11 shows an alternative embodiment, because here the entire length guide 32 is designed as a circle ring. The surrender segment 114 plus the stop segment 116 plus the surrender segment 118 do not together form a semicircle, but a smaller circle portion of the length guide extending about 150 °. This embodiment can be used, for example, for machines where loading and unloading are required only and no other operations other than stopping are required.

De uitvoeringsvorm volgens· figuur 12 laat zien dat bijvoorbeeld ook het stopsegment 114 niet gelijkmatig gekromd als cirkelsegment hoeft te verlopen, maar afwijkend hiervan bijvoorbeeld een lineair deel kan hebben.The embodiment according to Figure 12 shows that, for example, also the stop segment 114 does not have to be uniformly curved as a circle segment, but can have a linear part, for example, deviating therefrom.

Claims (21)

1. Borstelvervaardigingsinrichting, met meerdere transportdragers (30) voor te bewerken borstelonderdelen (12), die ontkoppelbaar op de transportdragers (30) bevestigd kunnen worden, een lengtegeleider (32) voor de transportdra'gers (30) , waarlangs de transportdragers (30) geleid en voortbewogen kunnen worden, een gesloten omlopend transportmiddel, waaraan de transportdragers (30) ontkoppelbaar gekoppeld kunnen worden en waarmee de transportdragers (30) voortbewogen worden, waarbij1' de lengtegeleider (32) een belaadsegment (110) en een ontlaadsegment (126) voor het toe- respectievelijk afvoeren van borstelonderdelen (12), een. stopsegmént (116), waarin de borstelonderdelen (12) tegenover een stopwerktuig (18) liggen en gestopt worden, evenals additioneel een overgeefsegment (114) en/of een teruggeefsegment (120) omvat, waarbij het stopsegment (116) zijwaarts ten opzichte van het laad-en ontlaadstation (110, 126) bewogen kan worden en het overgeefsegment (114) en/of het téruggeefsegment (120) gescheiden van het stopsegment (116) zijwaarts ten opzichte van het laad- en ontlaadsegment (110, 126) bewogen kan worden.A brush-making device, with a plurality of transport carriers (30) for brush parts to be processed (12), which can be releasably mounted on the transport carriers (30), a length guide (32) for the transport carriers (30), along which the transport carriers (30) can be guided and moved, a closed all-round transport means, to which the transport carriers (30) can be coupled releasably and with which the transport carriers (30) can be moved, wherein the length guide (32) a loading segment (110) and a discharge segment (126) for supplying or removing brush parts (12), a. stop segment (116), wherein the brush parts (12) are opposite a stop tool (18) and are stopped, as well as additionally comprises a transfer segment (114) and / or a return segment (120), the stop segment (116) being sideways relative to the loading and unloading station (110, 126) can be moved and the transfer segment (114) and / or the return segment (120) separated from the stop segment (116) can be moved laterally with respect to the loading and unloading segment (110, 126) . 2. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het laad- en/of ontlaadstation (110, 126) gefixeerd zijn.Brush manufacturing device according to claim 1, characterized in that the charging and / or discharging station (110, 126) are fixed. 3. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het overgeef-en/of teruggeefsegment (114, 120) tussen een eerste positie, waarin ze met het voorafgaande dan wel het navolgende segment uitgelijnd zijn, en een tweede positie, waarin ze uitgelijnd zijn met het stopsegment, zijwaarts beweegbaar zijn.Brush manufacturing device according to claim 1 or 2, characterized in that the transfer and / or return segment (114, 120) is between a first position in which they are aligned with the preceding or the following segment, and a second position in which they be aligned with the stop segment, be movable sideways. 4. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het overgeefsegment (114) een eigen dwarsaandrijving (214) en/of het teruggeefsegment (120) een eigen dwarsaandrijving (220) heeft, waarmee het overgeeft ségment (114) respectievelijk het teruggeef-segment (120) zijwaarts verplaatst kan worden.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that the transfer segment (114) has its own transverse drive (214) and / or the return segment (120) has its own transverse drive (220), with which the surrender statement (114) and the return segment (120) can be moved sideways. 5. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van’ de voorgaande conclusies, met het kenmerk’"dat de inrichting slechts één, uitsluitend bij het stopsegment (116) behorende, eigen dwarsaandrijving (216) omvat.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that the device comprises only one of its own transverse drive (216), which is exclusively associated with the stop segment (116). 6. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het stopsegment (116) samen met de transportdragers (30) bij het stoppen zijwaarts verplaatst wordt om het borstelonderdeel (12) cyclusgewijs tussen stopslagen zijwaarts uit te lijnen.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that the stop segment (116) together with the transport carriers (30) is moved sideways when stopping to laterally align the brush part (12) between stop strokes. 7. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een lengteaandrijving (40, 50) voor het bewegen van een transportdrager (30) op het stopsegment (116) verschaft is, waarbij de lengteaandrijving (40, 50) de transportdrager (30) en het zich daarop bevindende borstelonderdeel (112) cyclusgewijs tussen stopslagen in de lengterichting uitlijnt.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that a longitudinal drive (40, 50) for moving a transport carrier (30) on the stop segment (116) is provided, the longitudinal drive (40, 50) being the transport carrier (40) 30) and the brush member (112) disposed thereon aligns cyclewise between stop strokes in the longitudinal direction. 8. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat ten minste één lengteaandrijving (40, 50) voor het aan- respectievelijk afvoeren van de transportdragers (30) in en uit het stopsegment verschaft is.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that at least one longitudinal drive (40, 50) for supplying and discharging the transport carriers (30) into and out of the stop segment is provided. 9. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat twee lengteaandrijvingen (40, 50) verschaft zijn, die afwisselend aan de ene kant de aan- en afvoer van transportdragers (30) naar het stopsegment (116) toe respectievelijk er vanaf en aan de andere kant het cyclusgewijs uitlijnen van de zich in de stoppositie bevindende transportdragers (30) uitvoeren.Brush manufacturing device according to claim 7 or 8, characterized in that two longitudinal drives (40, 50) are provided, which alternately supply and discharge transport carriers (30) to and from the stop segment (116) on one side on the other hand, perform cycle-wise alignment of the transport carriers (30) in the stop position. 10. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat elke lengteaandrijving (40, 50) een eigen draaihouder (44, 54) in een draaibeweging zet en elke draaihouder (44, 54) ontkoppelbaar aan een transportdrager gekoppeld kan worden.Brush manufacturing device according to claim 9, characterized in that each longitudinal drive (40, 50) sets its own rotary holder (44, 54) in a rotary movement and each rotary holder (44, 54) can be coupled releasably to a transport carrier. 11. Borstelvervaardigingsinrichting volgens . conclusie 10, met het kenmerk de draaihouders (44, 54) onafhankelijk van elkaar draaiend aangedreven worden en bij voorkeur om dezelfde draaias (A) draaien.11. Brush manufacturing device according to. claim 10, characterized in that the rotary holders (44, 54) are rotatably driven independently of each other and are preferably rotated about the same rotary axis (A). 12. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk dat elke draaihouder (44, 54) ten minste één actieve meenéemeenheid (46, 56) voor het optioneel aankoppelen aan een transportdrager (30) omvat.Brush manufacturing device according to claim 10 or 11, characterized in that each rotary holder (44, 54) comprises at least one active carrier unit (46, 56) for optional coupling to a transport carrier (30). 13. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat elke draaihouder (44, 54) ten minste één paar, bij voorkeur diametraal ten opzichte van de draaias (A) tegenover elkaar liggende meeneemeenheden (46, 56) omvat.Brush-making device according to claim 12, characterized in that each rotary holder (44, 54) comprises at least one pair of carrier units (46, 56), preferably diametrically opposite to the rotary axis (A). 14. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het transportmiddel ten minste een gesloten omlopende trekaandrijving (34) voor het bewegen van de transportdragers (3 0) in het laad- en in het ontlaad-segment (110, 126) is, waarbij de transportdragers (30) in of voor het overgeefstation (14) ontkoppelbaar . van de trekaandrijving (34) en waarbij de transportdragers (30) in of na het teruggeefstation (120) koppelbaar aan de trekaandrijving (34) zijn.Brush-making device according to one of the preceding claims, characterized in that the conveying means comprises at least one closed circulating draw drive (34) for moving the conveying carriers (30) in the loading and unloading segment (110, 126) wherein the transport carriers (30) in or in front of the transfer station (14) are detachable. of the draw drive (34) and wherein the transport carriers (30) in or after the return station (120) can be coupled to the draw drive (34). 15. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 14 en bovendien volgens een van de conclusies 12 tot 13, mét het kenmerk dat het ontkoppelen en aankoppelen van de transportdragers (30) van respectievelijk aan de trekaandrijving (34) door een zijwaartse beweging van het Overgeefsegment (114) respectievelijk het teruggeefsegment (120) bewerkstelligd wordt.Brush manufacturing device according to claim 14 and furthermore according to one of claims 12 to 13, characterized in that the disconnection and connection of the transport carriers (30) from the pull drive (34) respectively by a lateral movement of the Transfer segment (114) and the return segment (120) is accomplished. 16. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lengtegeleider (32) gesloten omlopende uitgevoerd is.Brush-making device according to one of the preceding claims, characterized in that the length guide (32) is designed to be closed all round. 17. Borstelvervaardigingsinrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de transportdragers (30) in de lengtegelëider (32) omlopen zonder deze te verlaten.A brush-making device according to claim 16, characterized in that the transport carriers (30) rotate in the length guide (32) without leaving it. 18. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de transportdragers (30) vormgesloten aan de lengtegeleider (32) gekoppeld zijn.A brush manufacturing device according to any one of the preceding claims, characterized in that the transport carriers (30) are coupled to the length guide (32) in a form-fit manner. 19. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de transportdragers (30) in de lengtegeleider (32) glijden of rollen.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that the transport carriers (30) slide or roll in the length guide (32). 20. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting een stopstation (116) en/of ten minste één nabewerkingsstation omvat, waar de lengtegeleider (32) doorheen loopt.A brush manufacturing device according to any of the preceding claims, characterized in that the device comprises a stop station (116) and / or at least one post-processing station through which the length guide (32) runs. 21. Borstelvervaardigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies,, met het kenmerk dat de transportdragers (30) een zwenkbaar daarop aangebrachte houder (64) voor het borstelonderdeel (12) omvatten, waarbij houder (64) door middel van een baankromme (68) op de lengtegeleider (32) tussen het laad- en stopsegment (116) gezwenkt wordt.Brush manufacturing device according to one of the preceding claims, characterized in that the transport carriers (30) comprise a holder (64) pivotally arranged thereon for the brush part (12), wherein the holder (64) by means of a web curve (68) the length guide (32) is pivoted between the loading and stopping segment (116).
BE201200277A 2012-04-26 2012-04-26 BRUSH MANUFACTURING DEVICE. BE1020649A3 (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200277A BE1020649A3 (en) 2012-04-26 2012-04-26 BRUSH MANUFACTURING DEVICE.
DE201310103902 DE102013103902A1 (en) 2012-04-26 2013-04-18 Brush manufacturing device, has filling segment movable lateral to loading and unloading stations, and transfer segment and/or return segment movable separate from filling segment lateral to loading segment and unloading segment
ITMI20130659 ITMI20130659A1 (en) 2012-04-26 2013-04-22 BRUSH PRODUCTION DEVICE
TW102115212A TWI606965B (en) 2012-04-26 2013-04-26 Brush manufacturing device
CN201310171952.5A CN103371609B (en) 2012-04-26 2013-04-26 Brush manufactures device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200277 2012-04-26
BE201200277A BE1020649A3 (en) 2012-04-26 2012-04-26 BRUSH MANUFACTURING DEVICE.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020649A3 true BE1020649A3 (en) 2014-02-04

Family

ID=49323361

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201200277A BE1020649A3 (en) 2012-04-26 2012-04-26 BRUSH MANUFACTURING DEVICE.

Country Status (5)

Country Link
CN (1) CN103371609B (en)
BE (1) BE1020649A3 (en)
DE (1) DE102013103902A1 (en)
IT (1) ITMI20130659A1 (en)
TW (1) TWI606965B (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0563419A1 (en) * 1992-03-31 1993-10-06 G.B. Boucherie, N.V. Method of producing brushes
EP0681797A1 (en) * 1994-05-09 1995-11-15 G.B. Boucherie, N.V. Method for manufacturing brushes
DE19634278A1 (en) * 1996-08-24 1998-02-26 Zahoransky Anton Gmbh & Co Toothbrush manufacturing device
DE19706315A1 (en) * 1997-02-18 1998-08-20 Zahoransky Anton Gmbh & Co Brush manufacturing machine

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN101623145A (en) * 2008-07-10 2010-01-13 沙郎斯基股份公司 Brush making machine

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0563419A1 (en) * 1992-03-31 1993-10-06 G.B. Boucherie, N.V. Method of producing brushes
EP0681797A1 (en) * 1994-05-09 1995-11-15 G.B. Boucherie, N.V. Method for manufacturing brushes
DE19634278A1 (en) * 1996-08-24 1998-02-26 Zahoransky Anton Gmbh & Co Toothbrush manufacturing device
DE19706315A1 (en) * 1997-02-18 1998-08-20 Zahoransky Anton Gmbh & Co Brush manufacturing machine

Also Published As

Publication number Publication date
CN103371609A (en) 2013-10-30
CN103371609B (en) 2016-06-29
DE102013103902A1 (en) 2013-10-31
TW201404691A (en) 2014-02-01
ITMI20130659A1 (en) 2013-10-27
TWI606965B (en) 2017-12-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3949859A (en) Apparatus for grabbing, holding and transporting workpieces on a conveyor chain
BE1020241A3 (en) BRUSH MANUFACTURING DEVICE.
CN106395338B (en) A kind of jig cyclic delivery system with deflecting transfer device
BE1021817B9 (en) MACHINE FOR THE MANUFACTURE OF BRUSHES
US6913134B2 (en) Method and apparatus for changing the orientation of workpieces about an angled axis for a decorator
BE1020650A3 (en) BRUSH MANUFACTURING DEVICE.
US9615592B2 (en) Combination of a conveying device for slaughter animals and removing device, as well as a method for operating such combination
DE102016109226A1 (en) Device and method for the defined unification, distribution and / or redistribution of parcels and / or parcel groups
US4924997A (en) Conveying plant
BE1020649A3 (en) BRUSH MANUFACTURING DEVICE.
CN104379227A (en) Zipper assembly device
GB2110079A (en) Brush making machines
CA2981368C (en) Trough conveyor for transporting fish and arrangement and method for transferring fish
PL105348B1 (en) Eccentric press
CN106629224B (en) Intelligent integrated induction system
CN106167196B (en) A kind of conveyer for hygienic articles production equipment
KR20130121882A (en) Apparatus, method of operation of same and tools for use with apparatus
JP6918571B2 (en) Integration device
US11856961B2 (en) Apparatus and method for moving-along tool positioning as well as assembly and method for wishbone removal
US20040195076A1 (en) Apparatus for connecting a conveying line to a feeding line having a different pitch
CN103371610B (en) Brush manufactures device
JPH05338771A (en) Clip reversing device
CN110039696A (en) A kind of gloves demolding arranging machine
JP2535478B2 (en) Clip fastening device for articles

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200430