BE1020004A5 - Modulair lamellenrooster. - Google Patents

Modulair lamellenrooster. Download PDF

Info

Publication number
BE1020004A5
BE1020004A5 BE2011/0361A BE201100361A BE1020004A5 BE 1020004 A5 BE1020004 A5 BE 1020004A5 BE 2011/0361 A BE2011/0361 A BE 2011/0361A BE 201100361 A BE201100361 A BE 201100361A BE 1020004 A5 BE1020004 A5 BE 1020004A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
slat
grid
end pieces
lateral
pieces
Prior art date
Application number
BE2011/0361A
Other languages
English (en)
Inventor
Tine Anna Antoinette Verroken
Lieven Andre Eric Depraetere
Original Assignee
Renson Sunprot Projects Nv
Renson Paul
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Sunprot Projects Nv, Renson Paul filed Critical Renson Sunprot Projects Nv
Priority to BE2011/0361A priority Critical patent/BE1020004A5/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1020004A5 publication Critical patent/BE1020004A5/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/08Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates
    • F24F13/082Grilles, registers or guards
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2221/00Details or features not otherwise provided for
    • F24F2221/36Modules, e.g. for an easy mounting or transport

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een eenvoudiger te monteren lamellenrooster (1), die modulair is opgebouwd en minstens twee lamellensets (2) omvat, die elk een eerste (4a-1) en een tweede (5a-1) lateraal eindstuk en een lamel (3) omvatten, waarbij de lamel (3) tussen het eerste (4a-1) en het tweede (5a-1) laterale eindstuk aanbrengbaar is, waarbij de eerste (4a-1), respectievelijk de tweede (5a-1) laterale eindstukken bovenop elkaar aanbrengbaar zijn om hoofdzakelijk een eerste (4) en een tweede (5) laterale stijl van het lamellenrooster (1) te vormen en waarbij de lamellen (3) zich in gemonteerde toestand van het lamellenrooster (1) tussen deze stijlen (4,5) uitstrekken.

Description

MODULAIR LAMELLENROOSTER
Deze uitvinding betreft een lamellenrooster omvattende een eerste laterale stijl en een tweede laterale stijl en omvattende twee of meerdere lamellen die zich in gemonteerde toestand van het lamellenrooster tussen de genoemde stijlen uitstrekken, waarbij dit lamellenrooster minstens twee lamellensets omvat, waarbij elke lamellenset een eerste lateraal eindstuk en een tweede lateraal eindstuk omvat en een genoemde lamel omvat, die tussen het eerste en het tweede laterale eindstuk aanbrengbaar is om deze in het lamellenrooster op te nemen, waarbij de eerste laterale eindstukken van de verschillende lamellensets bovenop elkaar aanbrengbaar zijn en de tweede laterale eindstukken van de verschillende lamellensets bovenop elkaar aanbrengbaar zijn.
Lamellenroosters worden gebruikt voor luchtdoorvoer doorheen wanden, deuren, ramen, enz. waarbij luchttoevoer of luchtafVoer plaatsvindt doorheen deze lamellenroosters.
Bestaande lamellenroosters worden meestal opgebouwd door stijlen en balken in verstek te zagen zodat deze samengesteld kunnen worden tot een kader. Dé stijlen worden geperforeerd en voorzien van lamellenhouders, die met behulp van rivetten in de perforaties worden bevestigd. De lamellen worden daarna bevestigd aan de lamellenhouders, zodanig dat deze zich nagenoeg evenwijdig aan elkaar en op een tussenafstand van elkaar tussen de stijlen uitstrekken. Het kader wordt dan gesloten, zodanig dat de uiteinden van de lamellen in het kader zijn gevat.
De montage van dergelijke lamellenroosters is dan ook heel bewerkelijk. Het aanpassen van de afmetingen van dergelijke lamellenroosters aan andere afmetingen van openingen waarin deze lamellenroosters dienen opgenomen te worden is nog bewerkelijker, gezien de afmetingen van corresponderende onderdelen van de lamellenroosters dienen aangepast te worden.
Modulaire lamellenroosters met afzonderlijke lamellensets met telkens een lamel tussen twee laterale eindstukken, zoals bijvoorbeeld beschreven in US 3 877 356 A en GB 2 279 983 A kunnen eenvoudiger aan verschillende afmetingen van openingen aangepast worden, gezien lamellen niet langer met behulp van bijvoorbeeld rivetten in perforaties in stijlen en balken opgenomen moeten worden. Het verder monteren van dergelijke ventilatieroosters is echter minstens even bewerkelijk. De modules van het lamellenrooster uit US 3 877 356 A, die een lamellenset vormen hebben namelijk een vaste lengte, zodat de lamel niet eenvoudig in lengte aanpasbaar is. Bovendien moeten deze modules verder geborgd worden met behulp van een omkadering om tot een lamellenrooster te komen, waarbij het eenvoudig aanpassen van de afmetingen van een dergelijke omkadering opnieuw op lengte zagen van stijlen en balken vereist. De eindstukken volgens de kop van de eerste conclusie uit het lamellenrooster uit GB 2 279 983 A, zijn aanbrengbaar aan de laterale uiteinden van een lamel uit een lamellenset, zodat de lamel eenvoudiger in lengte aanpasbaar is. De eindstukken dienen echter in een profiel opgenomen te worden, waarbij deze geborgd worden door dit profiel. De profielen waarin de eindstukken opgenomen worden, dienen opnieuw op lengte verzaagd te worden om de stijlen en balken ervan samen te stellen tot een kader.
Het is nu een doel van de uitvinding om het monteren van lamellenroosters en het aanpassen ervan aan andere afmetingen van openingen waarin deze worden opgenomen sterk te vereenvoudigen.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een modulair lamellenrooster omvattende een eerste laterale stijl en een tweede laterale stijl en omvattende twee of meerdere lamellen die zich in gemonteerde toestand van het lamellenrooster tussen de genoemde stijlen uitstrekken, waarbij dit lamellenrooster minstens twee lamellensets omvat, waarbij elke lamellenset een eerste lateraal eindstuk en een tweede lateraal eindstuk omvat en een genoemde lamel omvat, die tussen het eerste en het tweede laterale eindstuk aanbrengbaar is om deze in het lamellenrooster op te nemen, waarbij de eerste laterale eindstukken van de verschillende lamellensets bovenop elkaar aanbrengbaar zijn en de tweede laterale eindstukken van de verschillende lamellensets bovenop elkaar aanbrengbaar zijn, waarbij de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken bevestigingselementen omvatten voor het aan elkaar bevestigen van de eindstukken bij het bovenop elkaar aanbrengen ervan en waarbij in gemonteerde toestand van het lamellenrooster de eerste laterale stijl hoofdzakelijk is opgebouwd uit ongeborgde bovenop elkaar aangebrachte eerste laterale eindstukken en de tweede laterale stijl hoofdzakelijk is opgebouwd uit ongeborgde bovenop elkaar aangebrachte tweede laterale eindstukken.
Met een dergelijk modulair lamellenrooster kan een lamellenrooster eenvoudig opgebouwd worden door de lamellen tussen de eindstukken aan te brengen en het gewenste aantal lamellensets tot een lamellenrooster te combineren door de eindstukken bovenop elkaar aan te brengen. Verschillende hoogtes van lamellenroosters kunnen zo eenvoudig bekomen worden door het geschikte aantal lamellensets te voorzien. Om de lamellenroosters ook in de breedte eenvoudig aan te kunnen passen, kunnen de lamellen zelf ingekort worden, of kunnen ook meerdere lamellensets naast elkaar opgesteld worden.
Doordat de eindstukken bevestigingselementen omvatten om deze bovenop elkaar aan te brengen, dienen deze niet bijkomend geborgd te worden om laterale stijlen te kunnen vormen. Dergelijke bovenop elkaar aangebrachte laterale stijlen, die geen bijkomende borging vereisen, maken het gebruik van op lengte te zagen stijlen of balken overbodig.
Deze eindstukken kunnen hierbij zo vervaardigd zijn dat het niet langer vereist is om de stijlen in verstek te zagen om het kader te vormen. Ook kunnen deze zo voorzien worden dat niet langer bewerkingsstappen zoals het perforeren van de stijlen en het hieraan bevestigen van houdelementen met rivetten vereist zijn. Ook het vormen van een volledig kader met verticale en horizontale profielen is niet altijd meer nodig.
Bij voorkeur omvatten de eindstukken hiertoe houdelementen voor het houden van de lamellen.
Dergelijke houdelementen kunnen ofwel als elementen voorzien zijn die aan de stijlen zijn aangebracht, ofwel elementen die geïntegreerd zijn in de stijlen. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een lamellenrooster volgens deze uitvinding waarbij de houdelementen geïntegreerd zijn in de stijlen, maakt minstens één sleuf deel uit van de genoemde houdelementen, waarbij in gemonteerde toestand van het lamellenrooster het corresponderende uiteinde van een genoemde lamel minstens gedeeltelijk is gevat in deze sleuf.
Door de lamel te vatten tussen de eindstukken en met minstens een deel van zijn uiteinden in sleuven in de eindstukken, kan de lamel opgenomen worden in het lamellenrooster zonder dat bijkomende bevestigingselementen (zoals bijvoorbeeld rivetten) zijn vereist.
Bij een specifieke dergelijke uitvoeringsvorm, bevindt zich tussen twee op elkaar aangebrachte eindstukken een tussensleuf, die deel uitmaakt van de genoemde houdelementen, waarbij in gemonteerde toestand van het lamellenrooster het corresponderende uiteinde van een genoemde lamel minstens gedeeltelijk is gevat in deze tussensleuf. Met een dergelijke tussensleuf kunnen de lamellen over een groot deel van hun uiteinden ondersteund worden.
Bij voorkeur omvatten eindstukken van een lamellenrooster volgens de uitvinding, die sleuven als houdelementen omvatten, minstens een zone met een geribd oppervlak, waarbij deze zone de genoemde sleuf minstens gedeeltelijk begrenst.
Met een dergelijk geribd oppervlak kan bij vatten van een uiteinde van een lamel in een dergelijke sleuf, voldoende spanning gecreëerd worden op deze lamel, zodat dit eindstuk na assemblage niet te gemakkelijk meer kan verschuiven ten opzichte van de lamel.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van een lamellenrooster volgens deze uitvinding omvatten de lamellen een centraal deel, een ten opzichte van het centrale deel aan een eerste zijde naar boven toe opstaande flens, en een ten opzichte van het centrale deel aan een tweede zijde naar onder toe opstaande flens, waarbij dit centrale deel en deze flenzen zich in lengterichting van de lamellen uitstrekken en waarbij elk eindstuk een eerste sleuf als houdelement omvat voor het aanbrengen van een uiteinde van een naar boven toe opstaande flens en een tweede sleuf als houdelement omvat voor het aanbrengen van een uiteinde van een naar onder toe opstaande flens.
Nog meer in het bijzonder kan de eerste sleuf hierbij aangepast zijn voor het aanbrengen van een uiteinde van een eerste lamel en kan de tweede sleuf aangepast zijn voor het aanbrengen van een uiteinde van een tweede lamel.
Voorkeurdragend strekt elk uiteinde van een genoemde lamel zich in gemonteerde toestand van het lamellenrooster minstens gedeeltelijk tussen twee op elkaar aangebrachte eindstukken uit.
Nog meer voorkeurdragend zijn de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken volgens de lengterichting van de stijlen bovenop elkaar aanbrengbaar uitgevoerd.
Wanneer de eindstukken volgens de lengterichting van de stijlen bovenop elkaar aanbrengbaar zijn en elk uiteinde van een lamel zich in gemonteerde toestand van het lamellenrooster zich minstens gedeeltelijk tussen twee op elkaar gebrachte eindstukken uitstrekken, dan wordt het mogelijk om het lamellenrooster op een bijzonder eenvoudige manier te monteren door de lamellen tussen de eindstukken van een lamellenset aan te brengen en telkens de lamellensets op elkaar te stapelen door het in de genoemde richting op elkaar stapelen van de eindstukken. De eindstukken en de lamellen kunnen dan eventueel ook afwisselend bovenop elkaar aangebracht worden.
Deze bevestigingselementen kunnen meer specifiek klikmiddelen omvatten voor het aan elkaar vastklikken van de eindstukken. De bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken zijn daarbij dan bij voorkeur volgens de lengterichting van de stijlen aan elkaar vastklikbaar met behulp van de klikmiddelen.
Verder kunnen de bevestigingselementen ook meer specifiek geleidingselementen omvatten voor het aan elkaar bevestigen van de eindstukken met behulp van een schuifverbinding.
In plaats van meerdere lamellenroosters volgens de uitvinding naast elkaar te plaatsen om tot een groter lamellenrooster te komen, kunnen in een bijzondere uitvoeringsvorm van een lamellenrooster volgens deze uitvinding de lamellen langer uitgevoerd worden en kan elke lamellenset een ondersteuningsstuk omvatten, ter ondersteuning van de lamel uit deze lamellenset tussen de eindstukken ervan, waarbij de ondersteuningsstukken van de verschillende lamellensets bovenop elkaar aanbrengbaar zijn en in gemonteerde toestand van het lamellenrooster hoofdzakelijk een tussenstijl vormen.
Alternatief of aanvullend kan elke lamellenset een tweede lamel omvatten en een derde lateraal eindstuk omvatten, waarbij de tweede lamel tussen het tweede laterale eindstuk en het derde laterale eindstuk aanbrengbaar is om deze in het lamellenrooster op te nemen en dat de derde laterale eindstukken van de verschillende lamellensets bovenop elkaar aanbrengbaar zijn en in gemonteerde toestand van het lamellenrooster hoofdzakelijk een derde laterale stijl vormen. Het tweede (tussen)eindstuk kan hierbij dan aan beide corresponderende zijden voorzien zijn van houdelementen voor het houden van zowel de eerstgenoemde lamel tussen het eerste laterale eindstuk en dit tweede laterale eindstuk als deze tweede lamel tussen dit tweede laterale eindstuk en het derde laterale eindstuk. De tweede laterale stijl vormt dan een tussenstijl van het lamellenrooster. Op deze manier is het ook mogelijk om lamellenroosters volgens deze uitvinding te voorzien waarbij elke lamellenset voorzien is van meer dan twee lamellen en waarbij meer dan één eindstuk voorzien is als tussenstuk die aanbrengbaar is tussen twee lamellen, om met soortgelijke eindstukken een tussenstijl voor het lamellenrooster te vormen.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van lamellenroosters volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze lamellenroosters aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 op elkaar gestapelde lamellensets van een eerste uitvoeringsvorm van een lamellenrooster volgens de uitvinding in perspectief zijn afgebeeld; - figuur 2 een deel van de lamellensets uit figuur 1 in opengewerkte toestand in perspectief is afgebeeld; - figuur 3 een samengestelde lamellenset uit figuur 1 afzonderlijk in perspectief is weergegeven; - figuur 4 twee op elkaar gestapelde tweede eindstukken van de lamellensets uit figuur 1 in perspectief zijn afgebeeld; . - figuur 5 gedeeltelijk op elkaar gestapelde lamellensets van een tweede uitvoeringsvorm van een lamellenrooster volgens de uitvinding in perspectief zijn afgebeeld; - figuur 6 een deel van de lamellensets uit figuur 5 in opengewerkte toestand in perspectief zijn afgebeeld; - figuur 7 een detail van het opengewerkte perspectief uit figuur 6 ter hoogte van de eerste eindstukken van deze lamellensets is voorgesteld; - figuur 8 op elkaar gestapelde lamellensets van een derde uitvoeringsvorm van een lamellenrooster volgens de uitvinding in perspectief zijn afgebeeld; - figuur 9 de lamellensets uit figuur 8 in opengewerkte toestand in perspectief zijn afgebeeld; - figuur 10 een detail van het opengewerkte perspectief uit figuur 9 ter hoogte van de eerste eindstukken van deze lamellensets is voorgesteld; - figuur 11 een vierde uitvoeringsvorm van een lamellenrooster volgens deze uitvinding, waarbij elke lamellenset een ondersteuningsstuk omvat, in perspectief in gemonteerde toestand is afgebeeld; - figuur 12 het lamellenrooster uit figuur 11 in opengewerkte toestand is afgebeeld; - figuur 13 een detail van het opengewerkte perspectief uit figuur 12 ter hoogte van de ondersteuningsstukken van deze lamellensets is voorgesteld; - figuur 14 een detail van het opengewerkte perspectief uit figuur 12 ter hoogte van de tweede eindstukken van deze lamellensets is voorgesteld.
De verschillende uitvoeringsvormen van lamellenroosters (1) volgens de uitvinding omvatten telkens meerdere lamellensets (2). Een lamellenset (2) van de eerste uitvoeringsvorm is afzonderlijk afgebeeld in figuur 3 in gemonteerde toestand.
Een dergelijke lamellenset (2) omvat een eerste lateraal eindstuk (4a-l), een tweede lateraal eindstuk (5a-l) en een lamel (3) die tussen het eerste eindstuk (4a-l) en het tweede eindstuk (5a-l) aanbrengbaar is. De eerste laterale eindstukken (4a-l), zijn bovenop elkaar aanbrengbaar om hoofdzakelijk een eerste laterale stijl (4) te vormen. De tweede laterale eindstukken (5a-l) zijn eveneens bovenop elkaar aanbrengbaar om hoofdzakelijk een tweede laterale stijl (5) te vormen. In de vierde uitvoeringvorm zoals afgebeeld in de figuren 11-14 omvat elke lamellenset (2) verder een ondersteuningsstuk (17a-l). De ondersteuningsstukken (17a-l) zijn bovenop elkaar aanbrengbaar om hoofdzakelijk een tussenstijl (17) te vormen. Een lamellenset (2) kan ook meerdere lamellen (3), meer dan twee eindstukken (4a-l, 5a-l) en meerdere ondersteuningsstukken (17a-1) omvatten.
De lamellenroosters (1) kunnen naast de lamellensets (2) eventueel ook bijkomende afwerkingsstukken (18) omvatten, om een esthetisch geheel te bekomen en/of om deze lamellenroosters (1) nog eenvoudiger in de hiertoe voorziene opening te kunnen inpassen. In de afgebeelde uitvoeringsvormen zijn de eindstukken (4a-l, 5a-l) telkens schuin oplopend uitgevoerd. Om ervoor te zorgen dat de samengestelde laterale stijlen (4, 5) zelf geen schuin oplopende boven- en/of onderzijde hebben, kunnen de bovenste en de onderste eindstukken (4a, 5a, 4j, 5j) eventueel respectievelijk een vlakke bovenzijde en een vlakke onderzijde omvatten, of kunnen bijkomende afwerkingsstukken (18) voorzien worden om deze schuin oplopende zijden aan te vullen tot een vlakke zijde wordt bekomen. In de vierde uitvoeringsvorm zoals afgebeeld in de figuren 11-14 omvat de lamellenrooster (1) een bovenbalk (18) als afwerkingsstuk (18).
De lamellensets (2) dienen ook niet allen identiek aan elkaar uitgevoerd te zijn om tot een lamellenrooster (1) volgens de uitvinding te komen. In de eerste uitvoeringsvorm is, zoals afgebeeld in de figuren 1 en 2, zo ook de onderste lamel (3) afwijkend uitgevoerd, om deze op een esthetische manier te kunnen laten aansluiten op de wand, muur, raam of deur waarin dit lamellenrooster (1) wordt opgenomen. Deze aansluiting kan met behulp van deze afwijkende lamel (3) eenvoudig met bijvoorbeeld silicone gedicht worden. Ook de onderste lamel (3) uit de vierde uitvoeringsvorm is afwijkend uitgevoerd om de montage van deze onderste lamel (3) aan de,onderste eindstukken (4a, 5a) van het lamellenrooster (1) te vereenvoudigen.
In gemonteerde toestand van een lamellenrooster (1) volgens de uitvinding strekken de lamellen (3) zich nagenoeg evenwijdig aan elkaar en op een tussenafstand van elkaar uit tussen de samengestelde stijlen (4, 5). Tussen de lamellen (3) is er dan ruimte voor doorvoer van lucht, zodat deze lamellenroosters (1) ingezet kunnen worden voor luchttoevoer of luchtafvoer doorheen de openingen waarin deze lamellenroosters (1) worden ingebouwd of waartegen deze lamellenroosters (1) worden opgebouwd.
In de afgebeeld uitvoeringsvormen worden de lamellen (3) telkens vast opgesteld tussen de eindstukken (4a-l, 5a-l). In alternatieve lamellenroosters (1) volgens de uitvinding is het echter ook mogelijk om de lamellen (3) roteerbaar tussen de eindstukken (4a-l, 5a-l) aan te brengen. Dit kan bijvoorbeeld door de lamellen (3) roteerbaar rond een as aan te brengen, waarbij de as vast tussen de eindstukken (4a-l, 5a-l) aanbrengbaar is, of door de lamellen (3) samen met een as roteerbaar ten opzichte van de eindstukken (4a-l, 5a-l) te voorzien door bijvoorbeeld de uiteinden van deze as roteerbaar in corresponderende openingen in de eindstukken (4a-l, 5a-l) aan te brengen.
De meeste afgebeelde lamellen (3) (behalve de onderste uit de eerste uitvoeringsvorm in de figuren 1 en 2 en uit de vierde uitvoeringsvorm in de figuur 12) omvatten een centraal deel (10), een ten opzichte van het centrale deel (10) aan een eerste zijde naar boven toe opstaande flens (11) en een ten opzichte van het centrale deel (10) aan een tweede zijde naar onder toe opstaande flens (12).
Bij alle afgebeelde uitvoeringsvormen zijn de lamellen (3) tussen de eerste (4a-l) en de tweede (5a-l) eindstukken aanbrengbaar door deze met hun uiteinden minstens gedeeltelijk in sleuven (6, 7, 8) te vatten. Ook de ondersteuningsstukken (17a-l) uit de vierde uitvoeringsvorm omvatten dergelijke sleuven (6, 7, 8), waarin een deel van de lamellen (3) tussen hun uiteinden gevat wordt.
In alle uitvoeringsvormen omvatten de eindstukken (4a-l, 5a-l) een eerste sleuf (7) waarin een uiteinde van de naar boven toe opstaande flens (11) van een lamel (3) minstens gedeeltelijk kan gevat worden en een tweede sleuf (8), waarin een uiteinde van de naar onder toe opstaande flens (12) van een lamel (3) minstens gedeeltelijk kan gevat worden. In de tweede uitvoeringsvorm, zoals afgebeeld in de figuren 5-7, zijn deze sleuven (7, 8) voorzien voor het minstens gedeeltelijk vatten van de flenzen (11, 12) van een zelfde lamel (3). In de eerste en de derde uitvoeringsvorm, zoals afgebeeld in de figuren 1-4, respectievelijk 8-10, zijn deze sleuven (7, 8) voorzien voor het vatten van flenzen (11, 12) van afzonderlijke opeenvolgende lamellen (3).
De ondersteuningsstukken (17a-l) omvatten een soortgelijke eerste sleuf (7) waarin een centraal gelegen deel van de naar boven toe opstaande flens (11) van een lamel (3) minstens gedeeltelijk kan gevat worden en een soortgelijke tweede sleuf (8) waarin een centraal gelegen deel van de naar onder toe opstaande flens (12) van een afzonderlijke opeenvolgende lamel (3) minstens gedeeltelijk kan gevat worden.
In de eerste, de derde en de vierde uitvoeringsvorm wordt verder door het op elkaar aanbrengen van de eindstukken (4a-l, 5a-l) telkens tussen twee op elkaar gestapelde eindstukken (4a-l, 5a-l) een tussensleuf (6) gevormd (die enkel voor de eerste uitvoeringsvorm zichtbaar is in figuur 4), waarin een uiteinde van het centrale deel (10) van een lamel (3) minstens gedeeltelijk kan gevat worden. De oppervlakken (9) van de eindstukken (4a-l, 5a-l) uit de eerste en de derde uitvoeringsvorm, die grenzen aan deze tussensleuf (6), zijn telkens geribd uitgevoerd, zodat voldoende spanning op de lamel (3) wordt gezet om te verhinderen dat deze na montage kan verschuiven ten opzichte van de eindstukken (4a-l, 5a-l). Analoog wordt tussen de ondersteuningsstukken (17a-l) uit de vierde uitvoeringsvorm telkens tussen twee op elkaar gestapelde ondersteuningsstukken (17a-l) een tussensleuf gevormd, waarin een centraal gelegen deel van het centrale deel van een lamel (3) minstens gedeeltelijk kan gevat worden.
Doordat de sleuven (7, 8) voor de flenzen (11, 12) van de eindstukken (4a-l, 5a-l) uit de eerste, de derde en de vierde uitvoeringsvorm voorzien zijn voor het vatten van opeenvolgende lamellen (3) en doordat tussen op elkaar aangebrachte eindstukken (4a-l, 5a-l) van deze uitvoeringsvormen een tussensleuf (6) wordt gevormd, strekken de uiteinden van de lamellen (3) van deze uitvoeringsvormen zich in gemonteerde toestand gedeeltelijk tussen de op elkaar gestapelde eindstukken (4a-l, 5a-l) uit.
In de eerste en de vierde uitvoeringsvorm zijn de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken (4a-l, 5a-l) en de bovenop elkaar aanbrengbare ondersteuningsstukken (17a-l) volgens de lengterichting van.de stijlen (4, 5) bovenop elkaar aanbrengbaar uitgevoerd, zoals duidelijk te zien is in figuur 2 en de figuren 12-14. In de tweede en de derde uitvoeringsvorm zijn de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken (4a-l, 5a-1) volgens de lengterichting van de lamellen (3) (en dus loodrecht op de lengterichting van de stijlen (4, 5)) bovenop elkaar aanbrengbaar, zoals duidelijk te zien is in de figuren 6, respectievelijk 9. Wanneer de lamellen (3) met hun uiteinden minstens gedeeltelijk tussen de eindstukken (4a-l, 5a-l) aanbrengbaar zijn, zoals het geval is in de eerste en de vierde uitvoeringsvorm, kan het volgens de lengterichting van de stijlen (4, 5) bovenop elkaar aanbrengen van de eindstukken (4a-l, 5a-l) (en de eventuele ondersteuningsstukken (17a-l)) het voordeel hebben dat de eindstukken (4a-l, 5a-l) (samen met de eventuele ondersteuningsstukken (17a-l)) en de lamellen (3) afwisselend bovenop elkaar stapelbaar zijn, zoals te zien is in figuur 2. Alternatief kunnen bij een dergelijke uitvoeringsvorm de lamellen (3) telkens eerst tussen de corresponderende eindstukken (4a-l, 5a-l) uit dezelfde lamellenset (2) aangebracht worden (waarbij de eventuele ondersteuningsstukken (17a-l) eveneens aan de lamellen (3) worden aangebracht), waama de lamellensets (2) in gemonteerde toestand bovenop elkaar aangebracht worden. Beide mogelijkheden zorgen voor een bijzonder eenvoudige montagewijze.
In de eerste en de vierde uitvoeringsvorm zijn de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken (4a-l, 5a-l) (en de bovenop elkaar aanbrengbare ondersteuningsstukken (17a-l)) bovenop elkaar bevestigbaar met behulp van een klikverbinding (13, 14). Om de klikverbinding (13, 14) te realiseren omvatten de eindstukken (4a-l, 5a-l) (en de ondersteuningsstukken (17a-l)) zowel aan hun voor- als aan de achterzijde (de voor- en achterzijde zoals gezien in het lamellenrooster (1)) naar beneden gerichte klikbenen (13) die vastklikbaar zijn in corresponderende sleuven (14) in de voor- en achterzijde (de voor- en achterzijde zoals gezien in het lamellenrooster (1)) van de onderliggende eindstukken (4a-l, 5a-l) (respectievelijk ondersteuningsstukken (17a-1))·
In de eerste uitvoeringsvorm zijn de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken (4a-l, 5a-l) bijkomend bovenop elkaar bevestigbaar met behulp van een schuifverbinding (15, 16). Om de schuifVerbinding (15, 16) te realiseren omvatten de eindstukken (4a- 1, 5a-l) tussen hun klikbenen (13) en hun buitenzijde (buitenzijde zoals gezien in het lamellenrooster (1)) een sleuf (15) waarin een corresponderende rib (16) van de onderliggende eindstukken (4a-l, 5a-l) geleidend aanbrengbaar is volgens de lengterichting van de stijlen (4, 5). Uiteraard kunnen dergelijke uitvoeringsvormen ook enkel voorzien zijn van een klikverbinding (13, 14), of enkel van een schuifverbinding (15, 16), of van alternatieve bevestigingsmiddelen. De schuifverbinding (15, 16) kan bijvoorbeeld ook klemmend uitgevoerd worden, door de sleuf (15) en/of de rib (16) bijvoorbeeld conisch uit te voeren.
In de tweede en de derde uitvoeringsvorm zijn de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken (4a-l, 5a-l) bovenop elkaar bevestigbaar met behulp van een schuifverbinding (15, 16). Hiertoe zijn de eindstukken (4a-l, 5a-l) van de tweede uitvoeringsvorm aan hun onderzijde (de onderzijde zoals gezien in het lamellenrooster (1)) voorzien van ribben (16), die geleidend volgens de lengterichting van de lamellen (3) aanbrengbaar zijn in corresponderende sleuven (15) die in de onderliggende eindstukken (4a-l, 5a-l) aan hun bovenzijde zijn voorzien (de bovenzijde zoals gezien in het lamellenrooster (1)). De eindstukken (4a-1, 5a-l) van de derde uitvoeringsvorm zijn voor het realiseren van deze schuifverbinding aan hun voor- en achterzijde (de voor- en achterzijde zoals gezien in het lamellenrooster (1))) voorzien van neerwaarts gericht benen die aan hun uiteinde naar binnen gerichte ribben (16) omvatten. Deze ribben (16) zijn volgens de lengterichting van de lamellen (3) geleidend aanbrengbaar in corresponderende sleuven (15) die in de onderliggende eindstukken (4a-l, 5a-l) in hun voor- en achterzijde zijn voorzien (de voor- en achterzijde zoals gezien in het lamellenrooster (1))·
Bij de tweede en de derde uitvoeringsvorm dienen tegelijk met de schuifbeweging voor het aan elkaar bevestigen van op elkaar te stapelen eindstukken (4a-l, 5a-l) ook de uiteinden van de corresponderende lamel (3) in de corresponderende sleuven (6, 7, 8). De montage van de eerste uitvoeringsvorm is eenvoudiger, gezien afzonderlijk de lamellen (3) in de corresponderende sleuven (6, 7, 8) aangebracht kunnen worden en afzonderlijk de klikverbinding en de schuifVerbinding gerealiseerd kunnen worden.
De eindstukken (4a-l, 5a-l) en de ondersteuningsstukken (17a-l) van de afgebeelde uitvoeringsvormen kunnen bijvoorbeeld als kunststof gietstukken of als aluminium gietstukken vervaardigd worden. Om de afwerking te vereenvoudigen kunnen de eindstukken (4a-l, 5a-l) en de ondersteuningsstukken (17a-l) uit hetzelfde materiaal vervaardigd worden als de lamellen (3) (die via extrusie vervaardigd kunnen worden of via plooien), zodat voor beide hetzelfde behandelingsprocédé kan gebruikt worden.

Claims (14)

1. Modulair lamellenrooster (1) omvattende een eerste laterale stijl (4) en een tweede laterale stijl (5) en omvattende twee of meerdere lamellen (3) die zich in gemonteerde toestand van het lamellenrooster (1) tussen de genoemde \ stijlen (4, 5) uitstrekken, waarbij dit lamellenrooster (1) minstens twee lamellensets (2) omvat, waarbij elke lamellenset (2) een eerste lateraal eindstuk (4a-l) en een tweede lateraal eindstuk (5a-l) omvat en een genoemde lamel (3) omvat, die tussen het eerste laterale eindstuk (4a-l) en het tweede laterale eindstuk (5a-l) aanbrengbaar is om deze in het lamellenrooster (1) op te nemen, waarbij de eerste laterale eindstukken (4a-l) van de verschillende lamellensets (2) bovenop elkaar aanbrengbaar zijn en de tweede laterale eindstukken (5a-l) van de verschillende lamellensets (2) bovenop elkaar aanbrengbaar zijn met het kenmerk dat de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken (4a-l, 5a-l) bevestigingselementen (13,14,15,16) omvatten voor het aan elkaar bevestigen van de eindstukken (4a-l, 5a-l) bij het bovenop elkaar aanbrengen ervan en dat in gemonteerde toestand van het lamellenrooster (1) de eerste laterale stijl (4) hoofdzakelijk is opgebouwd uit ongeborgde bovenop elkaar aangebrachte eerste laterale eindstukken (4a-l) en de tweede laterale stijl (5) hoofdzakelijk is opgebouwd uit ongeborgde bovenop elkaar aangebrachte tweede laterale eindstukken (5a-l).
2. Lamellenrooster (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eindstukken (4a-l, 5a-l) houdelementen (6, 7, 8) omvatten voor het houden van de lamellen (3).
3. Lamellenrooster (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat minstens één sleuf (6, 7, 8) deel uitmaakt van de genoemde houdelementen (6, 7, 8), waarbij in gemonteerde toestand van het lamellenrooster (1) het corresponderende uiteinde van een genoemde lamel (3) minstens gedeeltelijk is gevat in deze sleuf (6, 7, 8).
4. Lamellenrooster (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat zich tussen twee op elkaar aangebrachte eindstukken (4a-l, 5a-l) een tussensleuf (6) bevindt, die deel uitmaakt van de genoemde houdelementen (6, 7, 8), waarbij in gemonteerde toestand van het lamellenrooster (1) het corresponderende uiteinde van een genoemde lamel (3) minstens gedeeltelijk is gevat in deze tussensleuf (6).
5. Lamellenrooster (1) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de eindstukken (4a-l, 5a-l) minstens een zone met een geribd oppervlak (9) omvatten, waarbij deze zone de genoemde sleuf (6, 7, 8) minstens gedeeltelijk begrenst.
6. Lamellenrooster (1) volgens één van de conclusies 3 tot en met 5, met het kenmerk dat de lamellen (3) een centraal deel (10) omvatten, een ten opzichte van het centrale deel (10) aan een eerste zijde naar boven toe opstaande flens (11), en een ten opzichte van het centrale deel (10) aan een tweede zijde naar onder toe opstaande flens (12), waarbij dit centrale deel (10) en deze flenzen (11, 12) zich in lengterichting van de lamellen (3) uitstrekken en dat elk eindstuk (4a-l, 5a-l) een eerste sleuf (7) als houdelement (6, 7, 8) omvat voor het aanbrengen van een uiteinde van een naar boven toe opstaande flens (11) en een tweede sleuf (8) als houdelement (6, 7, 8) omvat voor het aanbrengen van een uiteinde van een naar onder toe opstaande flens (12).
7. Lamellenrooster (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de eerste sleuf (7) aangepast is voor het aanbrengen van een uiteinde van een eerste lamel (3) en dat de tweede sleuf (8) aangepast is voor het aanbrengen van een uiteinde van een tweede lamel (3).
8. Lamellenrooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in gemonteerde toestand van het lamellenrooster (1) elk uiteinde van een genoemde lamel (3) zich minstens gedeeltelijk tussen twee op elkaar aangebrachte eindstukken (4a-l, 5a-l) uitstrekt.
9. Lamellenrooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken (4a-l, 5a-l) volgens de lengterichting van de stijlen (4, 5) bovenop elkaar aanbrengbaar zijn uitgevoerd.
10. Lamellenrooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bevestigingselementen (13, 14, 15, 16) klikmiddelen (13, 14) omvatten voor het aan elkaar vastklikken van de eindstukken (4a-l, 5a-l).
11. Lamellenrooster (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de bovenop elkaar aanbrengbare eindstukken (4a-l, 5a-l) volgens de lengterichting van de stijlen (4, 5) aan elkaar vastklikbaar zijn met behulp van de klikmiddelen (13, 14).
12. Lamellenrooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bevestigingselementen (13, 14, 15, 16) geleidingselementen (15, 16) omvatten voor het aan elkaar bevestigen van de eindstukken (4a-l, 5a-l) met behulp van een schuifVerbinding.
13. Lamellenrooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke lamellenset (2) een ondersteuningsstuk (17a-l) omvat, ter ondersteuning van de lamel (3) uit deze lamellenset (2) tussen de eindstukken (4a-l, 5a-l) ervan, waarbij de ondersteuningsstukken (17a-l) van de verschillende lamellensets (2) bovenop elkaar aanbrengbaar zijn en in gemonteerde toestand van het lamellenrooster (1) hoofdzakelijk een tussenstijl (17) vormen.
14. Lamellenrooster (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke lamellenset (2) een tweede lamel (3) omvat en een derde lateraal eindstuk omvat, waarbij de tweede lamel (3) tussen het tweede laterale eindstuk (5a-l) en het derde laterale eindstuk aanbrengbaar is om deze in het lamellenrooster (1) op te nemen en dat de derde laterale eindstukken van de verschillende lamellensets (2) bovenop elkaar aanbrengbaar zijn en in gemonteerde toestand van het lamellenrooster (1) hoofdzakelijk een derde laterale stijl vormen.
BE2011/0361A 2011-06-15 2011-06-15 Modulair lamellenrooster. BE1020004A5 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0361A BE1020004A5 (nl) 2011-06-15 2011-06-15 Modulair lamellenrooster.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201100361 2011-06-15
BE2011/0361A BE1020004A5 (nl) 2011-06-15 2011-06-15 Modulair lamellenrooster.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020004A5 true BE1020004A5 (nl) 2013-03-05

Family

ID=45092522

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0361A BE1020004A5 (nl) 2011-06-15 2011-06-15 Modulair lamellenrooster.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1020004A5 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3877356A (en) * 1972-09-05 1975-04-15 Herbert F Bruns Variable air distribution system
DE7534836U (de) * 1975-11-03 1976-05-13 Westfaelisches Metallwerk Franz Schneider, 3492 Brakel Wetterschutzabdeckrost fuer zu- und abluftoeffnungen an gebaeuden
GB2279983A (en) * 1993-06-21 1995-01-18 Wu Ming Hsin Ventilated window in a panel door
US20070256372A1 (en) * 2006-05-05 2007-11-08 Bluegrass Products, Llc Component gable vent

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3877356A (en) * 1972-09-05 1975-04-15 Herbert F Bruns Variable air distribution system
DE7534836U (de) * 1975-11-03 1976-05-13 Westfaelisches Metallwerk Franz Schneider, 3492 Brakel Wetterschutzabdeckrost fuer zu- und abluftoeffnungen an gebaeuden
GB2279983A (en) * 1993-06-21 1995-01-18 Wu Ming Hsin Ventilated window in a panel door
US20070256372A1 (en) * 2006-05-05 2007-11-08 Bluegrass Products, Llc Component gable vent

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1959090B1 (en) Foldable screen device
EP2820223B1 (en) A covering for an architectural opening
BE1021263B1 (nl) Steunbeugel voor het ondersteunen van een lamel van een tuindraadpaneel
US9351567B2 (en) Prefabricated shelf
KR101525688B1 (ko) 씽크대용 주방선반
RU2008107294A (ru) Настенная решетка, в частности для прохождения воздуха из кондиционера наружу
BE1020004A5 (nl) Modulair lamellenrooster.
BE1023552B1 (nl) Geleidingsinrichting voor het geleiden van een opgericht scherm en werkwijze voor het monteren van een geleidingsprofiel van een dergelijke geleidingsinrichting aan een deur- of raamprofiel
US20060175024A1 (en) Venetian blind with a storage rail
KR101180902B1 (ko) 방충망이 형성되어 있는 아케이드용 갤러리 창호
US9982481B2 (en) Arch window covering with control
US20150201608A1 (en) Window Frame and Assembly for a Hunting Blind
JP3198014U (ja) 通気性戸部材
EP2292983A2 (en) Radiator Covers
JP6461103B2 (ja) ブラインド及びブラインド製造方法
JP6521684B2 (ja) 仕切り装置
BE1019153A4 (nl) Ventilatie-eenheid voor een raam, een deur of dergelijke.
RU157131U1 (ru) Жалюзийная панель
JP7386676B2 (ja) 建具及び網戸ユニット
TWI512187B (zh) Vertical blinds, hanger rails and hanger rails
TWM543920U (zh) 建築物的大門
BE1018893A5 (nl) Lamellensysteem.
NL1017146C2 (nl) Ventilatie-inrichting met verbeterde buitenzijde.
BE1027017B1 (nl) Brandveilige wandbekleding
BE1019505A5 (nl) Inbraakwerend ventilatierooster.

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: RENSON VENTILATION NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), FUSION; FORMER OWNER NAME: RENSON PAUL

Effective date: 20200404

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210630