BE1019584A5 - Schermconstructie met verbeterde kabeldoorvoer. - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een schermconstructie (1) omvattende een dakconstructie (2) met minstens twee hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) en een draagconstructie (3) voor deze dakconstructie (2), waarbij de dakconstructie (2) minstens één zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende schermkast (4) omvat die voorzien is van een inwendige ruimte voor een schermrol(13) voor een op- en afrolbaar scherm (5) waarmee de dakconstructie (2) minstens gedeeltelijk afsluitbaar is,en waarbij de dakconstructie (2) verder minstens twee steunelementen (6) omvat die voorzien zijn om de respectievelijke uiteinden van de schermrol (13) op te nemen en die in het verlengde van de genoemde hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) zijn aangebracht en met de genoemde hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) verbonden zijn, waarbij minstens één steunelement (6) een doorgang (9) omvat voor één of meerdere kabels (8) doorheen het steunelement (6). Dergelijke schermconstructie (1) maakt het mogelijk de kabels (8) afkomstig van allerhande toestellen onzichtbaar doorheen de schermconstructie (1) te geleiden.

Description

SCHERMCONSTRUCTIE MET VERBETERDE KABELDOORVOER

Deze uitvinding betreft een schermconstructie omvattende een dakconstructie met minstens twee hellende dakconstructie-elementen en een draagconstructie voor deze dakconstructie, waarbij de dakconstructie minstens één zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende schermkast omvat die voorzien is van een inwendige ruimte voor een schermrol voor een op- en afrolbaar scherm waarmee de dakconstructie minstens gedeeltelijk afsluitbaar is, en waarbij de dakconstructie verder minstens twee steunelementen omvat die voorzien zijn om de respectievelijke uiteinden van de schermrol op te nemen en die in het verlengde van de genoemde hellende dakconstructie-elementen zijn aangebracht en met de genoemde hellende dakconstructie-elementen verbonden zijn.

Dergelijke schermconstructies worden doorgaans opgesteld om een buiten gelegen plaats af te schermen van hinderlijke weersomstandigheden. Zo worden dergelijke schermconstructies dikwijls opgesteld bij woningen, restaurants, winkels en dergelijke om een buitenterras of een plaats waar te koop aangeboden waren zijn opgesteld af te schermen van zonnestralen, neerslag en wind. Hiertoe omvatten de gekende schermconstructies een op- en afrolbaar scherm dat in functie van de weersomstandigheden niet, deels of volledig afgerold kan worden. Deze schermconstructies kunnen uitgevoerd zijn onder de vorm van luifels, pergola’s, terrasoverkappingen, en dergelijke met de hierboven aangeduide kenmerken.

Een dergelijke schermconstructie omvat een dakconstructie. Deze dakconstructie is voorzien van één of meerdere dakconstructie-elementen, en aan de voor- en de achterkant ervan voorzien van een één- of meerdelig uitgevoerde en nagenoeg horizontaal opgestelde ligger, waarbij elk van de liggers verbonden is met de genoemde dakconstructie-elementen. De dakconstructie, en dus ook de dakconstructie-elementen die daar deel van uitmaken, zijn hellend opgesteld.

Wanneer de schermconstructie voorzien is om tegen een bestaande wand gemonteerd te worden, dan wordt de achterste ligger door middel van bevestigingselementen aan de bestaande wand vastgemaakt. De voorste ligger wordt op dat moment ondersteund of gedragen door één of meerdere kolommen die een draagconstructie vormen. Bij voorkeur bevindt er zich op elk van de uiteindes van de voorste ligger een dergelijke kolom ter ondersteuning van deze uiteindes. Wanneer de schermconstructie vrijstaand is, dan wordt ook de achterste ligger ondersteund door één of meerdere kolommen, en bij voorkeur twee kolommen die elk aan een uiteinde van de achterste ligger zijn opgesteld ter ondersteuning van de genoemde uiteindes.

Wanneer in het verlengde van deze dakconstructie-elementen één of meerdere op- en afrolbare schermen zijn aangebracht die heen en weer tussen deze dakconstructie-elementen bewogen worden, dan is de hiervoor genoemde bovenste ligger uitgevoerd ofwel als een ééndelige zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende schermkast ofwel als een aantal in eikaars verlengde opgestelde en zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende schermkasten die voorzien zijn van een ruimte voor het herbergen van een schermrol waarop de op- en afrolbare schermen zijn aangebracht.

Vaak worden bij dergelijke schermconstructies aan de dak- en/of draagconstructie verlichtingselementen aangebracht die dan bijvoorbeeld ’s avonds voor een ideale sfeerverlichting kunnen zorgen. Ook kunnen er verwarmingsinrichtingen, zoals bijvoorbeeld warmtestralers op elektriciteit voorzien worden. Ook luidsprekers kunnen aangebracht worden.

Al deze toestellen hebben vaak een aantal kabels, bijvoorbeeld voedingkabels om de toestellen van stroom te voorzien. Esthetisch is de aanwezigheid van deze kabels vanzelfsprekend niet, daarom tracht men deze te verbergen door de bekabeling te voorzien in een kabelgoot of te gaan voorzien in de dakconstructie-elementen wat op zich niet evident is omdat de zich in het verlengde van de dakconstructie-elementen gepositioneerde ééndelige schermkast of meerdelige schermkasten, aangebracht is tussen de dakconstructie-elementen en de achterliggende wand, waardoor deze schermkast, die één of meerdere schermrollen herbergt, een hindernis vormt voor de bekabeling. Hierdoor blijft de bekabeling steeds zichtbaar ter hoogte van de schermkast.

De Belgische octrooipublicatie BE 1015368 toont een schermconstructie voorzien van een inrichting voor het aandrijven van zonneluifels die door middel van steunelementen is aangebracht op een veranda of dergelijke. Dergelijke inrichting heeft echter het nadeel dat er tussen de middelste steunelementen een tussenruimte aanwezig is voor een cardanas. Dergelijke tussenruimte maakt de schermconstructie veel minder compact. Door deze tussenruimte is het bovendien niet meer mogelijk de middelste steunelementen in het verlengde van de hellende dakconstructie-elementen aan te brengen en ze ermee te verbinden.

Deze uitvinding heeft nu tot doel een schermconstructie te verschaffen die het mogelijk maakt de kabels afkomstig van allerhande toestellen onzichtbaar doorheen de schermconstructie te geleiden.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een schermconstructie omvattende een dakconstructie met minstens twee hellende dakconstructie-elementen en een draagconstructie voor deze dakconstructie, waarbij de dakconstructie minstens één zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende schermkast omvat die voorzien is van een inwendige ruimte voor een schermrol voor een op- en afrolbaar scherm waarmee de dakconstructie minstens gedeeltelijk afsluitbaar is, en waarbij de dakconstructie verder minstens twee steunelementen omvat die voorzien zijn om de respectievelijke uiteinden van de schermrol op te nemen en die in het verlengde van de genoemde hellende dakconstructie-elementen zijn aangebracht en met de genoemde hellende dakconstructie-elementen verbonden zijn, waarbij minstens één steunelement een doorgang in de vorm van een uitsparing omvat voor één of meerdere kabels doorheen het steunelement.

Door nu de steunelementen op deze manier uit te voeren wordt het mogelijk de bekabeling van de toestellen die aangebracht zijn op de schermconstructie weg te stoppen en dit ongeacht de hellingshoek van de dakconstructie.

De genoemde doorgang is bij voorkeur gelegen binnen de sectie van een opgerold scherm.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de schermconstructie overeenkomstig deze uitvinding wordt de genoemde doorgang gevormd door de genoemde uitsparing aan te brengen in de buitenzijde van het steunelement.

Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de schermconstructie volgens deze uitvinding strekt de genoemde uitsparing zich uit over maximaal de halve omtrek van het steunelement.

Volgens een meer specifieke uitvoeringsvorm van de schermconstructie volgens de uitvinding omvat de dakconstructie minstens twee in eikaars verlengde opgestelde en zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende schermrollen die in een ééndelige of meerdelige schermkast geherbergd zijn waarmee de dakconstructie door een op- en afrolbaar scherm minstens gedeeltelijk afsluitbaar is, waarbij de dakconstructie verder minstens vier steunelementen omvat die voorzien zijn om de respectievelijke uiteinden van de respectievelijke schermrol op te nemen, waarbij zowel het steunelement van de ene schermrol als het aanliggende steunelement van de andere schermrol voorzien zijn van een uitsparing, waardoor in de ruimte tussen de beide schermrollen een doorgang gevormd wordt voor één of meerdere kabels doorheen het steunelement.

Bij voorkeur is de genoemde doorgang voorzien voor het doorvoeren van kabels afkomstig van toestellen voorzien op de dak- en/of draagconstructie.

Door gebruik te makken van steunelementen voorzien van een dergelijke uitsparing, wordt er als het ware tussen de schermrollen een bijkomende ruimte (doorgang) gevormd die toelaat de bekabeling makkelijk door te voeren. Dit in tegenstelling tot de bestaande schermconstructies met schermkasten en schermrollen in het verlengde van de hellende dakconstructie-elementen, waar de schermkasten en schermrollen vaak een hindernis vormden voor de bekabeling en men verplicht was de bekabeling onder of boven de schermkast, zo ook schermrollen, af te voeren of via een onderliggend constructie-element.

Bij een meer voordelige uitvoeringsvorm van de schermconstructie volgens de uitvinding omvat de genoemde schermconstructie bevestigingsmiddelen die voorzien zijn om de schermkast tegen een achterliggende bestaande wand of aan een achterliggende verticaal opgestelde draagstructuur die deel uitmaakt van de schermconstructie te bevestigen. De verticaal opgestelde draagstructuur is bij voorkeur één of meerdere verticaal opgestelde kolommen of constructiebalken.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze schermconstructie aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij : figuur 1: een perspectiefioor stelling is van een schermconstructie overeenkomstig deze uitvinding; figuur 2: een zijaanzicht is van een steunelement voorzien van een uitsparing; figuur 3: een voorstelling is van een steunelement dat aan de onderzijde voorzien is van een wegneembaar borgelement en aan de bovenzijde van een uitsparing waarover de bekabeling loopt; figuur 4: een voorstelling is van een steunelement dat aan de bovenzijde voorzien is van een wegneembaar borgelement en aan de onderzijde van een uitsparing waardoor de bekabeling loopt; figuur 5: een perspectiejvoorstelling is van twee steunplaten die tegen elkaar aansluiten waardoor een doorgang voor de bekabeling gevormd wordt tussen twee schermdelen; figuur 6: een bovenaanzicht is van de in figuur 5 afgebeelde figuur; figuur 7: toont dat de gevormde doorgang binnen de sectie ligt van een opgerold scherm.

De schermconstructie (1) volgens de uitvinding zoals voorgesteld op de figuur 1, omvat een dakconstructie (2) die voorzien is van drie hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c), met name twee hellende dakconstructie-elementen (2a en 2c) die, wanneer de schermconstructie (1) in vooraanzicht wordt bekeken, aan de linkeren de rechterzijkant van de dakconstructie (2) zijn opgesteld, en één (middelste) dakconstructie-element (2b) dat daartussen is voorzien, waarbij zich per twee dakconstructie-elementen (2), tussen deze dakconstructie-elementen (2) een op- en afrolbaar scherm (5) uitstrekt dat aan de laterale zijden daarvan geleid wordt in latgeleiders en/of schermgeleiders die ofwel integraal gevormd zijn met de dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) ofwel apart zijn uitgevoerd en verbonden zijn met deze dakconstructie-elementen (2a;2b;2c). In het geval van schermgeleiders kan dit gebeuren door de laterale zijden van deze schermen (5) te voorzien van een flexibele verdikking, bijvoorbeeld een halve ritssluiting (niet voorgesteld op de figuren), die in een langwerpige holte die in de schermgeleiders is voorzien op- en neer beweegbaar is.

Het is echter ook mogelijk om tussen deze hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) op- en afrolbare schermen (5) aan te brengen die niet worden geleid in deze hellende dakconstructie-elementen (2) of tussen deze hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) vaste platen aan te brengen.

De schennen (5) zijn elk op- en afrolbaar van een schermrol (13) die, afhankelijk van het aantal schermen (5), worden geherbergd in een ééndelige of meerdere naast elkaar uitstrekkende schermkasten (4) die aan de bovenzijde van de dakconstructie (2) zijn voorzien, en die zich uitstrekken in een richting dwars op de richting waarin de hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) zich uitstrekken en in het verlengde van de hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) zijn opgesteld. Wanneer de schermkasten (4) deel uitmaken van een vrijstaande schermconstructie (1) (dit is een schermconstructie (1) die niet tegen een wand wordt aangebracht), dan worden deze schermkasten (4) minstens aan de beide uiteindes daarvan ondersteund door middel van een kolom (niet voorgesteld op de figuren). De schermkasten (4) worden daarbij bij voorkeur door middel van een bevestigingssysteem aan de genoemde kolommen bevestigd. Wanneer deze schermkasten (4) echter deel uitmaken van een schermconstructie (1) die tegen een (bestaande) wand (101) wordt gemonteerd, dan wordt deze bij voorkeur door middel van een bevestigingssysteem (11) aan de bestaande wand (101) gemonteerd. Om het scherm (5) automatisch te kunnen op- en afrollen, omvat de schermconstructie (1) verder een motor die geschikt is om de schermrol (13) aan te drijven.

Verder is de schermconstructie (1) volgens de uitvinding voorzien van een zich nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende voorbalk. Deze voorbalk kan zowel één- als meerdelig uitgevoerd zijn. Zoals te zien is op de figuur 1, wordt de voorbalk, en dit bij voorkeur de beide uiteindes daarvan, gedragen door kolommen.

De genoemde voorbalk omvat verder een gootprofiel dat geschikt is voor het verzamelen en geleiden van regenwater in de richting van de kolommen waarmee de voorbalk verbonden is. Dit gootprofiel kan integraal met de voorbalk gevormd zijn, of kan ook uitgevoerd zijn als een apart profiel dat in gemonteerde toestand met de voorbalk verbonden is. Dit gootprofiel is daarbij aan één of beide uiteindes daarvan voorzien van een eindstuk .

De schermrol (13) bevindt zich zoals eerder aangegeven in een schermkast (4) die hiertoe voorzien is van een inwendige ruimte voor deze schermrol (13). Om de schermrol (13) in de schermkast (4) te borgen omvat de dakconstructie (2) minstens twee steunelementen (6) die voorzien zijn om de respectievelijke uiteinden van de schermrol (13) (as van de schermrol) op te nemen. Deze steunelementen (6) zullen enerzijds de schermrol (13) borgen en grijpen anderzijds in op de hellende dak constructie-elementen (2a;2b;2c) en waarborgen hierdoor een goede positie van de schermrol (13) en scherm (5) t.o.v. de lat- en/of schermgeleiders. Het steunelement (6) wordt op zijn beurt geborgd in een verstelbare beugel (15). De steunelementen (6) omvatten zoals onder meer blijkt uit figuren 3 en 4, een verwijderbaar borgelement (10) dat moet verwijderd worden om de schermrol (13) uit de schermkast (4) te kunnen halen. Hierdoor kan de schermrol (13) na het verwijderen van het genoemde borgelement (10) via de hierdoor ontstane opening in de inwendige ruimte geplaatst worden en er terug uit verwijderd worden. Afhankelijk van de positie, of aan de boven- of aan de onderzijde van het steunelement (6), van dit verwijderbaar bevestigd borgelement (10) kan de schermrol (13) via de boven-, respectievelijk de onderzijde in en uit de inwendige ruimte van de schermkast (4) geplaatst worden. De uitsparing (7) van het steunelement (6) bevindt zich bij voorkeur aan de zijde die gelegen is tegenover de positie van het verwijderbaar bevestigd borgelement (10). Dit verwijderbaar borgelement (10) is bij voorkeur via één of meerdere schroef- of boutverbindingen losmaakbaar met het steunelement (6) verbonden. De steunelementen (6) worden aan het oog onttrokken door een afschermkap (niet voorgesteld op de figuren), dit wanneer de schermconstructie (1) in zijaanzicht wordt bekeken.

Vaak worden bij dergelijke schermconstructies (1) aan de dak- en/of draagconstructie allerhande (elektrische) toestellen bevestigd, zoals bijvoorbeeld verlichtingselementen die ’s avonds voor een ideale sfeerverlichting kunnen zorgen.

Ook kunnen er verwarmingsinrichtingen, zoals bijvoorbeeld warmtestralers op elektriciteit voorzien worden. Andere mogelijke toestellen zijn: luidsprekers, stopcontacten, ventilatoren, enz... In deze gevallen is het om een visueel aantrekkelijke schermconstructie (1) te bekomen van belang dat de bekabeling (8) van de verschillende toestellen aan het oog wordt onttrokken.

Omdat de schermkast (4) nauw aansluit met de schermrol (13) met opgerold scherm (5), dit vanuit kostprijsbesparend en esthetisch oogpunt, is er vaak geen vrije beschikbare ruimte tussen de schermrol (13) en de schermkast (4) aanwezig om bekabeling (8) aan te brengen of door te voeren. Bovendien is het niet aan te bevelen om de bekabeling (8) in de ruimte waar de schermrol (13) en de daarmee verbonden elementen (bandschijf, schermrollager, ...) aan te brengen omdat de schermrol (13) en de daarbij behorende elementen hoofdzakelijk draaiende elementen zijn. Dit zou ertoe kunnen leiden dat de bekabeling (8) kan meedraaien met de draaiende elementen wat verder tot schade kan leiden, zoals kabelbreuk, schermschade, ...

Bij de schermconstructie (1) overeenkomstig deze uitvinding wordt de bekabeling (8) in de hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c), bij voorkeur in de middelste (2b), weggewerkt, die hiervoor deels hol zijn uitgevoerd. Omdat de schermkasten (4) en schermrollen (13) vaak een hindernis vormen voor de bekabeling (8), omvatten de steunelementen (6) een doorgang (9) die geschikt is voor het geleiden van één of meerdere kabels (8). Deze doorgang (9) wordt gevormd door in de buitenzijde van het steunelement (6) een uitsparing (7) (geleidingsrand) aan te brengen. De uitsparing (7) zal zich bij voorkeur over ongeveer de halve omtrek van het steunelement (6) uitstrekken. Daar waar het verwijderbaar borgelement (10) is voorzien, is er geen uitsparing (7) voorzien. In principe dient de uitsparing (7) minimum het maximum zichtbare booggedeelte van het onderste deel (aangegeven met referentiecijfer 12) van de schermkast (4) te bedragen, samen met een uitloop naar de hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) toe. Afhankelijk van de hellingshoek en diepte van het daarop aansluitend afwerkingsprofiel is het onderste deel (12) van de schermkast (4) meer of minder zichtbaar.

Overeenkomstig deze uitvinding is de genoemde doorgang (9) gelegen binnen de sectie (14) van een opgerold scherm (5). Wat men hiermee wil bedoelen blijkt duidelijk uit figuur 7, waarop een op een schermrol (13) opgerold scherm (5) staat afgebeeld en een kabel (8) die doorheen het steunelement (6) geleid wordt via een doorgang (9). Het opgerolde scherm (5) heeft een zekere diameter (sectie) (14). Zoals blijkt uit figuur 7, ligt de doorgang (9) (niet op de figuur afgebeeld) voor de kabels (8) binnen de sectie (14) van het opgerolde scherm (5).

Bij de schermconstructie (1) overeenkomstig deze uitvinding zal er bij voorkeur voor geopteerd worden om de bekabeling (8) van de toestellen via het middelste dakconstructie-element (2b) uit te voeren. Dit omdat zowel het steunelement (6) van de ene schermrol (13) als het aanliggende steunelement (6) van de andere schermrol (13) voorzien zijn van een uitsparing (7), waardoor zoals o.a. blijkt uit figuren 5 en 6, in de ruimte tussen de beide schermrollen (13) een doorgang (9) gevormd wordt die voldoende plaats biedt voor één of meerdere kabels (8).

Zoals blijkt uit figuren 3 en 4 kan geopteerd worden om de bekabeling (8) ofwel via de bovenzijde (figuur 3), ofwel via de onderzijde (figuur 4) van het steunelement (6) te laten lopen. De keuze wordt in hoofdzaak bepaald door de positie van het verwijderbaar borgelement (10) in het steunelement (6). Bevindt het verwijderbaar borgelement (10) zich aan de onderzijde, dan zal de uitsparing (7) zich aan de bovenzijde bevinden, en omgekeerd.

Claims (7)

1. Schermconstructie (1) omvattende een dakconstructie (2) met minstens twee hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) en een draagconstructie (3) voor deze dakconstructie (2), waarbij de dakconstructie (2) minstens één zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende schermkast (4) omvat die voorzien is van een inwendige ruimte voor een schermrol (13) voor een op- en affolbaar scherm (5) waarmee de dakconstructie (2) minstens gedeeltelijk afsluitbaar is, en waarbij de dakconstructie (2) verder minstens twee steunelementen (6) omvat die voorzien zijn om de respectievelijke uiteinden van de schermrol (13) op te nemen en die in het verlengde van de genoemde hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) zijn aangebracht en met de genoemde hellende dakconstructie-elementen (2a;2b;2c) verbonden zijn, met het kenmerk dat minstens één steunelement (6) een doorgang (9) in de vorm van een uitsparing omvat voor één of meerdere kabels (8) doorheen het steunelement (6).

2. Schermconstructie (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde doorgang (9) gelegen is binnen de sectie (14) van een opgerold scherm (5).

3. Schermconstructie (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de genoemde doorgang (9) gevormd wordt door de genoemde uitsparing (7) aan te brengen in de buitenzijde van het steunelement (6).

4. Schermconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde uitsparing (7) zich uitstrekt over maximaal de halve omtrek van het steunelement (6).

5. Schermconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de dakconstructie (2) minstens twee in eikaars verlengde opgestelde en zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende schermrollen omvat die in een ééndelige of meerdelige schermkast (4) geherbergd zijn waarmee de dakconstructie (2) door een op- en afrolbaar scherm (5) minstens gedeeltelijk afsluitbaar is, waarbij de dakconstructie (2) verder minstens vier steunelementen (6) omvat die voorzien zijn om de respectievelijke uiteinden van de respectievelijke schermrol (13) op te nemen, waarbij zowel het steunelement (6) van de ene schermrol (13) als het aanliggende steunelement (6) van de andere schermrol (13) voorzien zijn van een uitsparing (7), waardoor in de ruimte tussen de beide schermrollen (13) een doorgang (9) gevormd wordt voor één of meerdere kabels (8) doorheen het steunelement (6).

6. Schermconstructie (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de genoemde doorgang (9) voorzien is voor het doorvoeren van kabels (8) afkomstig van toestellen voorzien op de dak (2)- en/of draagconstructie (3).

7. Schermconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde schermconstructie (1) bevestigingsmiddelen omvat die voorzien zijn om de schermkast (4) tegen een achterliggende bestaande wand (101) of aan een achterliggende verticaal opgestelde draagstructuur die deel uitmaakt van de schermconstructie (1) te bevestigen.