BE1019530A3 - Zuigfles. - Google Patents

Zuigfles. Download PDF

Info

Publication number
BE1019530A3
BE1019530A3 BE2010/0592A BE201000592A BE1019530A3 BE 1019530 A3 BE1019530 A3 BE 1019530A3 BE 2010/0592 A BE2010/0592 A BE 2010/0592A BE 201000592 A BE201000592 A BE 201000592A BE 1019530 A3 BE1019530 A3 BE 1019530A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
bottle
teat
feeding bottle
feeding
bottle body
Prior art date
Application number
BE2010/0592A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Pinto Carlos Attila
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pinto Carlos Attila filed Critical Pinto Carlos Attila
Priority to BE2010/0592A priority Critical patent/BE1019530A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1019530A3 publication Critical patent/BE1019530A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J11/00Teats
    • A61J11/04Teats with means for fastening to bottles
    • A61J11/045Teats with means for fastening to bottles with interlocking means, e.g. protrusions or indentations on the teat
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J11/00Teats
    • A61J11/001Teats having means for regulating the flow rate
    • A61J11/0015Teats having means for regulating the flow rate by size or shape of the opening
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61JCONTAINERS SPECIALLY ADAPTED FOR MEDICAL OR PHARMACEUTICAL PURPOSES; DEVICES OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR BRINGING PHARMACEUTICAL PRODUCTS INTO PARTICULAR PHYSICAL OR ADMINISTERING FORMS; DEVICES FOR ADMINISTERING FOOD OR MEDICINES ORALLY; BABY COMFORTERS; DEVICES FOR RECEIVING SPITTLE
    • A61J9/00Feeding-bottles in general

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Medical Preparation Storing Or Oral Administration Devices (AREA)

Abstract

Zuigfles (1), met een fleslichaam (2) en een speen (4) die aan het fleslichaam (2) bevestigd is door middel van een sluitring (3), daardoor gekenmerkt dat de zuigfles (1) eerste middelen omvat om de rotatiepositie van de speen (4) rond de geometrische as (A-A') van de sluitring (3) ten opzichte van de sluitring (3) of ten opzichte van het fleslichaam (2) te fixeren, en minstens één eerste aanduiding (10) omvat op een onderdeel ten opzichte waarvan door middel van de eerste middelen de positie van de speen (4) kan worden gefixeerd, die een indicatie geeft van de rotatiepositie van het onderdeel waarop het is aangebracht en daardoor van de rotatiepositie van de speen (4).

Description

Zuigfles
De huidige uitvinding heeft betrekking op een zuigfles.
Dit betreft een zuigfles zoals algemeen gebruikt wordt om melk, melkachtige baby- en kindervoeding, water of andere vloeistoffen te geven aan jonge kinderen.
In de allereenvoudigste uitvoeringsvorm hebben zuigflessen een speen met een gat, waarbij de speen volledig of vrijwel volledig symmetrisch is rond een centrale as, en de oriëntatie in de mond van een kind dus niet belangrijk is.
In toenemende mate echter worden spenen gebruikt waarvan de oriëntatie belangrijk is. Dit betreft vooral spenen waarvan de vorm is aangepast om drinken te vergemakkelijken of om kaakontwikkeling van een kind te bevorderen en spenen met een opening in vorm van een spleet in plaats van een gaatje, waarbij de positie van de spleet ten opzichte van de mond bepaalt hoever de spleet open kan gaan tijdens het zuigen, doordat de speen wordt aangedrukt, hetzij in een richting evenwijdig met de spleet, hetzij in een richting die een hoek maakt met de spleet, en waarbij dus de grootte van de opening gevarieerd kan worden door de speen in de mond van het kind in een bepaalde positie te houden.
Voor dit type spenen is het belangrijk dat zij in de juiste positie ten opzichte van de mond gebruikt worden. Bij spenen met een aangepaste vorm kan dit in beperkte mate bereikt worden doordat de voeder kan voelen aan de weerstand tegen rotatie van zuigfles en speen of een dergelijke speen juist ligt in de mond van het kind.
Bij spenen met een variabele openingsgrootte wordt het verzekeren van de juiste positie in beperkte mate bereikt doordat er merktekens zijn aangebracht in hetzelfde materiaal als waarvan de speen is gemaakt, op de basis van de speen, waarvan het de bedoeling is dat deze boven gehouden worden tijdens het voeden, om een bepaalde gewenste stand van de speen in de mond, en daardoor grootte van de opening, te krijgen.
Echter, deze merktekens zijn slecht zichtbaar, vanwege de lichte kleur, of zelfs transparantie, van de speen, en slecht voelbaar omdat spenen in zeer soepel materiaal worden uitgevoerd.
Dit probleem is nog nadrukkelijker aanwezig tijdens gebruik, omdat er dan ten eerste vaak melkachtige vloeistof door de speen stroomt, zodat de zichtbaarheid van de merktekens laag is, en omdat bij een normale voedingspositie de ogen van de voeder relatief ver van de speen af zijn.
Tevens kan de voeder niet gemakkelijk op de plaats van de merktekens duwen om op die manier bevestiging te krijgen van de juiste positie van een merkteken, omdat de voeder meestal één hand nodig heeft om de zuigfles vast te houden en de andere hand om het kind te ondersteunen en dus geen hand vrij heeft. Vanwege de zachtheid van de speen houdt dit tevens een risico in van morsen, of overmatig spuiten in de mond van het kind met slikproblemen tot gevolg.
De speen wordt op traditionele zuigflessen typisch bevestigd door middel van een sluitring met schroefsluiting.
Dit heeft als nadeel dat er gemakkelijk variabiliteit optreedt in de kracht waarmee een sluitring wordt vastgedraaid, en daarmee in de weerstand tegen het inlaten van lucht langs de rand van de speen, wat nodig is om het door uit de zuigfles zuigen van vloeistof ontstane vacuüm op te heffen. Tevens kan gemakkelijk, als de gebruikte aandraaikracht te laag was, lekkage optreden.
Een verder nadeel is dat de voortgezette draaibeweging lastig uitvoerbaar kan zijn voor mensen die beperkingen aan de mobiliteit en/of kracht van hun handen hebben.
Nog een nadeel is dat indien een sluitring van een traditionele zuigfles vastgedraaid is door een sterke persoon, de zuigfles niet gemakkelijk uit elkaar genomen kan worden door een minder sterke persoon.
Traditionele zuigflessen hebben een meestal bij benadering cilindrische vorm. Dit heeft als nadeel dat wanneer een dergelijke zuigfles omvalt, bijvoorbeeld tijdens of net voor het voeden van het kind, deze gemakkelijk relatief ver kan wegrollen van de voeder, die niet gemakkelijk die zuigfles kan gaan pakken omdat hij of zij dan het kind net in voedingspositie op zijn of haar schoot gelegd heeft.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een zuigfles, met een fleslichaam en een speen die aan het fleslichaam bevestigd is door middel van een sluitring, waarbij de zuigfles eerste middelen omvat om de rotatiepositie van de speen rond de geometrische as van de sluitring ten opzichte van de sluitring of ten opzichte van het fleslichaam te fixeren, en minstens één eerste aanduiding omvat op een onderdeel ten opzichte waarvan door middel van de eerste middelen de positie van de speen kan worden gefixeerd, die een indicatie geeft van de rotatiepositie van het onderdeel waarop het is aangebracht en daardoor van de rotatiepositie van de speen.
Dit heeft als voordeel dat de rotatiepositie van de speen in de mond van het kind, die zoals gekend van belang is, direct en zonder mogelijkheid tot fouten, gerelateerd kan worden aan de rotatiepositie van de sluitring en/of het fleslichaam, die gemakkelijk waarneembaar is doordat daarop veel uitgebreide mogelijkheden zijn om aanduidingen oftewel merktekens aan te brengen.
Hierdoor is het voor de voeder veel gemakkelijker om te garanderen dat telkens de gewenste positie van de speen in de mond van het kind gekozen wordt, wat drinkproblemen en daardoor ongemak bij voeder en kind, en morsen voorkomt.
Het voordeel wordt vooral verkregen wanneer de speen bedoeld is om in een beperkt aantal concrete posities ten opzichte van de mond van een kind dat een vloeistof uit de zuigfles zuigt, gebruikt te worden, of wanneer de speen een opening heeft waarvan de grootte afhankelijk is van zijn positie ten opzichte van de mond van een kind dat een vloeistof uit de zuigfles zuigt.
Wanneer de speen een opening heeft waarvan de grootte afhankelijk is van zijn positie ten opzichte van de mond van een kind dat een vloeistof uit de zuigfles zuigt, zijn er in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm minimaal twee eerste aanduidingen, die een indicatie vormen voor de grootte van de opening tijdens het voeden van een kind wanneer een eerste aanduiding zich in een bepaalde rotatiepositie ten opzichte van de mond van het kind bevindt.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat een eerste aanduiding, op de sluitring en/of op het fleslichaam, uit een aantal punten waarbij het aantal een maat is voor de grootte van de opening.
Hierdoor kan gemakkelijk de gewenste stand gekozen worden door de voeder.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvatten de eerste middelen een uitsparing in één van de sluitring en de speen en een in de uitsparing passende tand in de andere van de sluitring en de speen.
Dit heeft als voordeel dat de juiste, vaste, oriëntatie gemakkelijk, goedkoop en zonder te interfereren met een goede werking van de speen, bereikt kan worden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de zuigfles tweede middelen om de rotatiepositie van de sluitring ten opzichte van het fleslichaam te fixeren.
Dit heeft als voordeel dat er keuze is met betrekking tot het deel van de zuigfles waarop de aanduidingen kunnen worden aangebracht, en dat de aanduidingen nog duidelijker kunnen zijn doordat ze op meerdere plaatsen aanwezig kunnen zi jn.
Dit voordeel wordt nog versterkt in de uitvoeringsvorm waarin eerste aanduidingen met gelijkaardige betekenis aanwezig zijn op,, zowel de sluitring, als het fleslichaam, omdat immers een verschillend teken met eenzelfde betekenis, bijvoorbeeld een cijfer 3 en drie punten, op de sluitring en het fleslichaam gebruikt kunnen worden.
De zuigflessen kunnen dan bijvoorbeeld zodanig ontworpen zijn dat een eerste aanduiding in een bepaalde positie moet zijn, bijvoorbeeld boven, dat wil zeggen in een rotatiepositie waarin de eerste aanduiding in lijn is met de bovenlip van het kind, om een bepaalde, gekende opening te krijgen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de sluitring en het fleslichaam door middel van een bajonetsluiting reversibel met elkaar verbonden.
Hierdoor kan met een, zowel in kracht, als in afstand beperkte rotatiebeweging de zuigfles reproduceerbaar in elkaar gezet en uit elkaar genomen worden.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de bajonetsluiting zodanig dat deze slechts in één rotatiepositie van de sluitring ten opzichte van het fleslichaam sluitbaar is.
Daardoor wordt altijd dezelfde positionering van de ring met het fleslichaam verkregen, en is daardoor dus ook de juiste relatieve positionering van de drie onderdelen speen, sluitring en fleslichaam gegarandeerd.
Om de: gebruiker te ondersteunen in het juist positioneren van een zuigfles met een dergelijke bajonetsluiting, omvat de zuigfles in een bijzondere uitvoeringsvorm tweede aanduidingen op het fleslichaam en de sluitring, om aan te geven in welke rotatiepositie ten opzichte van elkaar de bajonetsluiting gepositioneerd is om een sluitbeweging aan te vangen.
In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm zijn de eerste aanduidingen en, indien aanwezig, de tweede aanduidingen in reliëf in of op het omringende materiaal aangebracht, zodat ook via de tastzin bepaald kan worden of de oriëntatie van de zuigfles correct is. Dit helpt voeders die kunnen zien, omdat die hun visuele aandacht bij voorkeur bij het te voeden kind leggen, en die slecht of niet kunnen zien.
Volgens nog een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de eerste aanduidingen en indien aanwezig de tweede aanduidingen door in de massa gekleurd materiaal gevormd.
Dit betekent dat een aanduiding ook door herhaaldelijke schoonmaakhandelingen niet verwijderd kan worden, omdat het materiaal zelf, waar de aanduiding van gemaakt is, een bepaalde kleur heeft.
In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de zuigfles een zodanige vorm dat wanneer deze plat ligt, deze op twee op de zuigfles omringende randen ligt, waarbij de randen een verschillende diameter hebben.
Het voordeel hiervan is dat de zuigfles niet lineair weg kan rollen van de voeder, maar noodzakelijk een cirkelbeweging beschrijft, waardoor deze binnen het bereik van de voeder blijft.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een zuigfles volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een zuigfles volgens de uitvinding, in zijn hoofdonderdelen uiteengenomen, weergeeft; figuur 2 schematisch en in perspectief een alternatieve uitvoeringsvorm van een zuigfles volgens de uitvinding, in zijn hoofdonderdelen uiteengenomen, weergeeft ; figuur 3 een doorsnede volgens lijn III-III van een zuigfles in figuur 2 weergeeft in een staat waarin de onderdelen in positie zijn om aan elkaar vastgemaakt te worden; figuur 4 een zicht weergeeft van een bijzonder aspect van een zuigfles volgens de uitvinding.
In figuur 1 worden de hoofdonderdelen van een zuigfles 1 volgens de uitvinding getoond. Deze hoofdonderdelen zijn een fleslichaam 2, een sluitring 3 en een speen 4.
Het fleslichaam 2, bijvoorbeeld gemaakt uit transparante harde kunststof, bestaat uit een open, ruwweg cilindrische container die voorzien is van een hals 5 met een uitwendige schroefdraad 6. Het f leslichaam 2 is op enige afstand van de hals 5 voorzien van een verbreed deel 7, en nabij het tegenover de hals gelegen uiteinde 8 van een ringvormige rand 9, die een grotere diameter heeft dan het verbrede deel 7.
Het fleslichaam 2 is op het verbrede deel 7 op drie rotatieposities voorzien van eerste aanduidingen 10. De eerste aanduidingen 10, bestaan elk uit één, twee of drie punten, die bij voorkeur in reliëf boven het omliggende materiaal uitsteken of erin verzonken liggen, en hebben bij voorkeur een van het omliggende materiaal afwijkende kleur doordat het materiaal, waarvan de eerste aanduidingen 10 gemaakt zijn in de massa, gekleurd is, dat wil zeggen met een kleurstof gemengd is.
De sluitring 3, bijvoorbeeld gemaakt uit niet transparante harde kunststof, niet noodzakelijk van hetzelfde type als het fleslichaam 2, is een hoofdzakelijk ringvormig deel, dat aan de binnenkant voorzien is van een inwendige schroefdraad 11 die complementair is aan de externe schroefdraad 6. De sluitring heeft aan de binnenkant een aandrukrand 12 die onderbroken is door een uitsparing 13.
Afgezien van de schroefdraad 11 heeft de sluitring 3 een rotatiesymmetrieas A-A'. Wanneer in deze beschrijving over een rotatie of rotatiepositie wordt gesproken, betreft dit altijd een rotatie rond deze as A-A'.
De sluitring 3 is op drie rotatieposities voorzien van eerste aanduidingen 10.
De eerste aanduidingen 10 op de sluitring 3 steken, net als de eerste aanduidingen op het fleslichaam 2, bij voorkeur boven het omliggende materiaal uit, en hebben bij voorkeur een van het omliggende materiaal afwijkende kleur doordat de kunststof waarvan de eerste aanduidingen 10 gemaakt zijn in de massa gekleurd is.
De speen 4 is gemaakt van een zacht en flexibel materiaal, en omvat een kraag 14 die voorzien is van een tand 15, die complementair van vorm is aan de uitsparing 13 in de sluitring 3.
De speen 4 is aan zijn uiteinde 16 voorzien van een spieetvormige opening 17. Afhankelijk van de oriëntatie van de spieetvormige opening 17 in de mond van een kind dat door de speen 4 drinkt, en daardoor het uiteinde 16 in een bepaalde richting samendrukt, kan de spieetvormige opening 17 verder of minder ver opengaan en wordt de effectieve grootte van de opening 17 tijdens gebruik gevarieerd.
De exacte posities en maten van de onderdelen, specifiek de locaties van de tand 15 ten opzichte van de oriëntatie van de spieetvormige opening 17, van de uitsparing 13, van de schroefdraden 6 en 11 en van de eerste aanduidingen 10, en de dikte van de kraag 14, zijn zodanig op elkaar afgestemd dat de eerste aanduidingen 10 op het fleslichaam 2 en op de sluitring 3 dezelfde rotatiepositie hebben, en dat wanneer een specifieke eerste aanduiding 10 naar boven gericht is met de zuigfles 1 in horizontale of vrijwel horizontale positie, de spleetvormige opening in een specifieke wenselijke oriëntatie is.
De eerste aanduidingen 10 op de sluitring 3 en op het fleslichaam 2 met dezelfde rotatiepositie hoeven niet noodzakelijk identiek te zijn, zolang zij dezelfde betekenis hebben. Zo zouden bijvoorbeeld op de sluitring 3 de cijfers 1,2,3 kunnen staan, en op het fleslichaam één, twee en drie punten.
Het gebruik van de zuigfles 1 is zeer eenvoudig en als volgt, zoals gedeeltelijk getoond in figuur 1: de speen 4 wordt in de sluitring 3 gebracht, waarbij de tand 15 in de uitsparing 13 past. Het fleslichaam 2 wordt gevuld met een drank. De sluitring 3 wordt vervolgens door middel van de schroefdraden 6 en 11 op het fleslichaam 2 geschroefd, waardoor de aandrukrand 12 de kraag 14 tegen de hals 5 van .
het fleslichaam 2 drukt, zodat er geen vloeistof via de aansluiting tussen beide kan lekken. De aandrukkracht dient hierbij beperkt te zijn om de mogelijkheid te houden dat er lucht in de zuigfles 1 gelaten wordt om het vacuüm dat door het zuigen wordt veroorzaakt, op te heffen.
Vanwege de bovengenoemde exacte positionering en maten van de diverse onderdelen, zijn hierdoor de eerste aanduidingen 10 op de sluitring 3 in lijn, dat wil zeggen in een gefixeerde rotatiepositie, met de gelijke betekenis hebbende eerste aanduidingen 10 op het fleslichaam 2 gekomen.
Hierdoor vormen de tand 15 en de uitsparing 13 eerste middelen om de rotatiepositie van de speen 4 ten opzichte van de sluitring 3 te fixeren en vormen de schroefdraden 6 en 11 tweede middelen om de rotatiepositie van de sluitring 3 ten opzichte van het fleslichaam 2 te fixeren.
De zuigfles 1 kan nu worden gebruikt om een kind te voeden, waarbij, wanneer een bepaald eerste merkteken 10, bijvoorbeeld dat met één punt, naar boven wordt gedraaid, de voeder er zeker van kan zijn dat de speen 4 in de gewenste positie is, in dit geval de positie waarin de grootte van de spieetvormige opening 17 bij het zuigen het kleinst is. Boven wil hierbij zeggen: in lijn met de bovenlip van het kind.
Analoog geeft het naar boven gericht zijn van een eerste aanduiding 10 met drie punten aan dat bij gebruik de spieetvormige opening 17 maximaal of vrijwel maximaal open zal zijn, en het naar boven gericht zijn van een eerste aanduiding 10 met twee punten een openingsgrootte aan die tussen de eerdergenoemde groottes aan.
Hierdoor kan het debiet van de vloeistof die een kind tot zich neemt, aangepast worden.
Doordat de eerste aanduidingen 10 goed voelbaar zijn, zowel op de sluitring 3, als op het fleslichaam 2, kan de voeder, zonder visuele aandacht voor de zuigfles 1, toch zeker zijn dat de positie ervan correct is, en kan een slechtziende of blinde voeder dit ook zonder problemen verzekeren.
Zoals getoond in figuur 4, ligt de zuigfles 1, wanneer deze per ongeluk omvalt, op twee randen, te weten het verbrede gedeelte 7 en de ringvormige rand 9. Doordat deze ringvormige rand 9 een grotere diameter heeft dan het verbrede gedeelte 7, ligt de zuigfles niet horizontaal, maar maakt zijn lengteas A-A' een hoek α met het oppervlak waar deze op ligt.
Hierdoor zal de zuigfles 1, als deze begint te rollen, een bocht beschrijven, en dus gedeeltelijk terugkomen, of in elk geval niet ver wegrollen.
De precieze maten en posities van het verbrede gedeelte 7 en de rand 9 kunnen door een vakman gemakkelijk bepaald worden, in functie van de aanvaardbaar geachte straal van de cirkel die een rollende zuigfles 1 beschrijft. Normaal gesproken is het wenselijk dat deze straal niet groter is dan ongeveer tweemaal de lengte van de zuigfles.
De alternatieve uitvoeringsvorm in figuren 2 en 3 verschilt in essentie van de uitvoeringsvorm van figuur 1 doordat de schroefsluiting van de sluitring 3 op het fleslichaam 2 vervangen is door een bajonetsluiting. Deze bajonetsluiting bestaat uit een drietal nokken 18 op de rand van het fleslichaam 2, die samenwerken met een drietal geleidingsgleuven 19 en een drietal vergrendelingsgleuven 20 in de sluitring 3.
De bajonetsluiting heeft optioneel, maar wel getoond in figuren 2 en 3, een mechanisme om te zorgen dat deze slechts in één positie in elkaar kan worden gezet.
Deze bestaat uit oriëntatie-uitsparingen 21 in de nokken 18, en daarmee samenwerkende oriëntatieranden 22 in de geleidingsgleuven 19, waarbij de positie van de oriëntatie-uitsparingen 21 en -randen 22 in elke nok 18 en daarmee samenwerkende geleidingsgleuf 19 anders is.
Op de sluitring 3 en het fleslichaam 2 zijn tweede aanduidingen 23 aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van een pijltje of driehoekje.
Het gebruik van de zuigfles 1 met bajonetsluiting wijkt slechts licht af van het gebruik, zoals voorheen beschreven voor de zuigfles 1 met schroefsluiting. De sluitring 3, met daarin de speen 4, wordt in deze variant op het fleslichaam gezet 2, waarbij de nokken 18 in de geleidingsgleuven 19 gepositioneerd worden.
Hierbij zorgen de oriëntatie-uitsparingen 21 en oriëntatieranden 22 ervoor dat de gebruiker kan voelen wanneer de rotatiepositie van de sluitring 3 en het fleslichaam 2 ten opzichte van elkaar correct is. Tevens kan dit gezien worden door de gebruiker aan de hand van de tweede aanduidingen 23.
Hierna worden de sluitring 3 en het fleslichaam 2 naar elkaar toe geduwd, waarbij de nokken 18 tot aan het eind door de geleidingsgleuven 19 glijden. Hierna wordt door een korte draaibeweging de sluitring 3 gedraaid, waardoor de nokken 18 zich in de vergrendelingsgleuven 20 zetten, en de zuigfles 1 klaar is voor gebruik.
Het is mogelijk binnen het kader van de uitvinding dat de positie van de speen 4 gefixeerd wordt ten opzichte van het fleslichaam 2, zonder dat de rotatiepositie van de sluitring 3 noodzakelijk gefixeerd is ten opzichte van het fleslichaam 2 en de speen 4. In dit geval is een eerste aanduiding 10 op de sluitring 3 natuurlijk niet zinvol, en bevindt deze zich alleen op het fleslichaam 2.
De eerste aanduiding 10 kan behalve uit punten ook bestaan uit allerhande merktekens, zoals bollen, kruisjes, cijfers en andere vormen, waarbij de betekenis van een eerste aanduiding afgeleid kan worden uit de betekenis van het merkteken, of uit het aantal merktekens dat bij elkaar geplaatst is.
De in de huidige uitvinding beschreven uitvoeringsaspecten en voordelen die samenhangen met het gebruik van een bajonetsluiting, en met de vorm van de zuigfles waardoor wegrollen beperkt wordt, hebben gelijkaardige voordelen wanneer toegepast op traditionele zuigflessen, die niet voorzien zijn van middelen om de rotatiepositie van de speen duidelijk te maken door een aanduiding op de sluitring en/of fles, en hun mogelijk gebruik is dan ook breder dan in de specifiek in detail beschreven uitvoeringsvormen van een zuigfles.
Indien, zoals in deze uitvoeringsvorm, tweede middelen aanwezig zijn, die de rotatiepositie van de sluitring ten opzichte van het fleslichaam kunnen fixeren, is het niet noodzakelijk de eerste aanduidingen op de sluitring te plaatsen, maar kunnen de eerste aanduidingen ook alleen op het fleslichaam geplaatst worden.
De bovenbeschreven uitvoeringsvormen zouden ook uitgevoerd kunnen worden met alleen op de sluitring eerste aanduidingen. De eerste aanduidingen op het fleslichaam zijn optioneel indien de eerste middelen de positie van de speen ten opzichte van de sluitring fixeren.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een zuigfles volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (14)

1. Zuigfles (1), met een fleslichaam (2) en een speen (4) die aan het fleslichaam (2) bevestigd is door middel van een sluitring (3), daardoor gekenmerkt dat de zuigfles (1) eerste middelen omvat om de rotatiepositie van de speen (4) rond de geometrische as (A-A') van de sluitring (3) ten opzichte van de sluitring (3) of ten opzichte van het fleslichaam (2) te fixeren, en minstens één eerste aanduiding (10) omvat op een onderdeel ten opzichte waarvan door middel van de eerste middelen de positie van de speen (4) kan worden gefixeerd, die een indicatie geeft van de rotatiepositie van het onderdeel waarop het is aangebracht en daardoor van de rotatiepositie van de speen (4).
2. Zuigfles volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de speen (4) bedoeld is om in een beperkt aantal concrete posities ten opzichte van de mond van een kind dat een vloeistof uit de zuigfles (1) zuigt, gebruikt te worden.
3. Zuigfles volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de speen (4) een opening (17) heeft waarvan de grootte afhankelijk is van zijn positie ten opzichte van de mond van een kind dat een vloeistof uit de zuigfles (1) zuigt.
4. Zuigfles volgens conclusies 3, daardoor gekenmerkt dat er minimaal twee eerste aanduidingen (10) zijn, die een indicatie vormen voor de grootte van de opening (17) tijdens het voeden van een kind wanneer een eerste aanduiding (10) zich in een bepaalde rotatiepositie ten opzichte van de mond van het kind bevindt.
5. Zuigfles volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat een eerste aanduiding (10) bestaat uit een aantal punten waarbij het aantal een maat is voor de grootte van de opening (17).
6. Zuigfles volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste middelen een uitsparing (13) in één van de sluit ring (3) en de speen (4) en een in de uitsparing (13) passende tand (15) in de andere van de sluitring (3) en de speen (4) omvatten.
7. Zuigfles volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sluitring (3) en het fleslichaam (2) door middel van een bajonetsluiting reversibel met elkaar verbonden zijn.
8. Zuigfles volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zuigfles tweede middelen omvat om de rotatiepositie van de sluitring (3) ten opzichte van het fleslichaam (2) te fixeren.
9. Zuigfles volgens conclusies 8 daardoor gekenmerkt dat eerste aanduidingen (10) met gelijkaardige betekenis aanwezig zijn op, zowel de sluitring (3,) als het fleslichaam (2).
10. Zuigfles volgens conclusies 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de tweede middelen een bajonetsluiting omvatten die zodanig is dat deze slechts in één rotatiepositie van de sluitring (3) ten opzichte het fleslichaam (2) sluitbaar is.
11. Zuigfles volgens één van conclusies 8-10, daardoor gekenmerkt dat de zuigfles (1) tweede aanduidingen (23) omvat op het fleslichaam (2) en de sluitring (3), om aan te geven in welke rotatiepositie ten opzichte van elkaar de tweede middelen gepositioneerd zijn om een sluitbeweging aan te vangen.
12. Zuigfles volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste aanduidingen (10) en indien aanwezig de tweede aanduidingen (23) in reliëf in of op het omringende materiaal zijn aangebracht.
13. Zuigfles volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste aanduidingen (10) en indien aanwezig de tweede aanduidingen (23) door in de massa gekleurd materiaal worden gevormd.
14. Zuigfles volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zuigfles (1) een zodanige vorm heeft dat wanneer deze plat ligt, deze op twee de zuigfles omringende randen (7, 9) ligt, waarbij de randen (7, 9) een verschillende diameter hebben.
BE2010/0592A 2010-10-08 2010-10-08 Zuigfles. BE1019530A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0592A BE1019530A3 (nl) 2010-10-08 2010-10-08 Zuigfles.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0592A BE1019530A3 (nl) 2010-10-08 2010-10-08 Zuigfles.
BE201000592 2010-10-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019530A3 true BE1019530A3 (nl) 2012-08-07

Family

ID=43928956

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0592A BE1019530A3 (nl) 2010-10-08 2010-10-08 Zuigfles.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1019530A3 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3139064A (en) * 1957-03-26 1964-06-30 Oreal Indicators for infant feeding devices
US20040026351A1 (en) * 2002-05-03 2004-02-12 Dunn Steven B. Variable flow infant feeding assembly
FR2901695A1 (fr) * 2006-05-30 2007-12-07 Polive Snc Lab Biberon comportant des moyens perfectionnes de fixation de la bague sur le goulot
GB2448248A (en) * 2004-03-04 2008-10-08 Playtex Products Inc Nipple with vent

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3139064A (en) * 1957-03-26 1964-06-30 Oreal Indicators for infant feeding devices
US20040026351A1 (en) * 2002-05-03 2004-02-12 Dunn Steven B. Variable flow infant feeding assembly
GB2448248A (en) * 2004-03-04 2008-10-08 Playtex Products Inc Nipple with vent
FR2901695A1 (fr) * 2006-05-30 2007-12-07 Polive Snc Lab Biberon comportant des moyens perfectionnes de fixation de la bague sur le goulot

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9307852B2 (en) Fluid dispensing valve
US8215519B2 (en) Fluid dispensing valve
US9428374B2 (en) Liquid vessel pourer with timed illuminator for measuring purposes
US7712622B2 (en) Child's drinking cup
JP5815413B2 (ja) 飲料カップのための挿入具
US20110213298A1 (en) Medicinal dosing apparatus
US7032632B2 (en) Measuring and dispensing closure
BE1019530A3 (nl) Zuigfles.
US20080047962A1 (en) Device For Beverage Cans, Comprising A Cover And Hole
US20060006184A1 (en) Unitary sippy container
JP6408769B2 (ja) 練習用コップ蓋
JP2017518928A (ja) 回転再閉可能な注ぎ口を有する容器用蓋
EP3059180B1 (en) Weaning clip
US5046628A (en) Device for holding drinking straws
US20120085669A1 (en) Indicator for a Drink Container
WO2012119742A1 (de) Prüfbehälter zur kontrollierten flüssigkeitsaufnahme
KR20130060836A (ko) 음료수 용기에 꽂아서 사용하도록 하기 위한 빨대기구
JP3061427U (ja) 飲料缶の飲み口
US84242A (en) Improved froth-arrester for beer-glasses
JP3169669U (ja) 液体用コップ
KR20170053958A (ko) 인쇄된 무늬 또는 문자를 선택하여 식별을 이룰 수 있는 일회용 컵
KR20240058618A (ko) 영유아를 위한 빨대 삽입식 음료용기의 캡
JP2007326639A (ja) 市販ボトル用のキャップホルダー
JPH0410838Y2 (nl)
US20150114922A1 (en) Disposable Baby Bottle

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191031