BE1019452A5 - Klimaatregelend systeem voor toepassing in een vals plafond van een ruimte. - Google Patents

Abstract

Klimaatregelend systeem voor toepassing in een vals plafond van een ruimte, welk klimaatregelend systeem voorzien is van buizen waarin een fluïdum kan stromen voor het koelen en/of verwarmen van de ruimte, waarbij het vals plafond een open vals plafond is bestaande uit parallelle plafondprofielen met ertussen telkens een opening en met een u-vormige doorsnede gevormd door een bodem en tweeparallelle zijwanden, waarbij de buizen van het klimaatregelend systeem zijn aangebracht tussen de zijwanden, uitgezonderd waar zulke buis overgaat van een eerste plafondprofiel naar een tweede plafondprofiel, welke plafondprofielen op een zekere laterale afstand van elkaar zijn gelegen.

Description

.Klimaatregelend systeem voor toepassing in een vals plafond van een ruimte in een gebouw.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een klimaatregelend systeem voor toepassing in een vals plafond van een ruimte in een gebouw.

Meer bepaald heeft de huidige uitvinding betrekking op zulk klimaatregelend systeem dat voorzien is van buizen waarin een fluïdum kan stromen voor het koelen en/of verwarmen van de ruimte.

Er zijn uiteraard · reeds klimaatregelende systemen van het voornoemde type bekend.

Bij deze bekende klimaatregelende systemen wordt doorgaans het vals plafond gevormd door aansluitend aan elkaar platen op een draagconstructie aan te brengen.

Hierbij zijn de platen aan de niet zichtbare zijde van het vals plafond voorzien van een .buisgedeelte dat bedoeld i's voor een voornoemd fluïdum en dat gewoonlijk volgens een zigzag patroon op de plaat is aangebracht.

Een eerste nadeel van zulke bekende klimaatregelende systemen voor toepassing in een vals plafond bestaat erin dat elke plaat van het vals plafond doorgaans is voorzien van een eigen buisgedeelte dat dient te worden aangesloten op een buisgedeelte van een aangliggende plaat.

Hiervoor zijn' dan ook vele connectoren nodig, welke connectoren eerst en vooral duur zijn.

Bovendien houdt elke verbinding tussen buisgedeelten verwezenlijkt met behulp van connectoren een zeker verhoogd risico in op het ontstaan van lekken.

Het aan elkaar aansluiten van de verschillende buisgedeelten is voorts ook een lastige karwei' en vraagt veel tijd en behendigheid, waardoor de kostprijs van de installatie tevens vrij hoog kan zijn.

Een nog belangrij kere kwestie is het feit dat de bekende klimaatregelende systemen voor valse plafonds vatbaar zijn voor verbetering op het gebied van hun energieverbruik.

Immers, er is een trend in de architectuur om zoveel mogelijk het energieverbruik te beperken, bijvoorbeeld door gebouwen goed te isoleren, zoals bijvoorbeeld typisch gebeurt bij de passieve woningbouw.

Voor het koelen van een gebouw met zo weinig mogelijk energieverbruik, bestaat er nog een bijkomende techniek, waarbij 'de warmtecapaciteit van de structuur van het gebouw zelf tevens wordt benut.

Bij deze techniek speelt men in op het temperatuursverschil dat buiten het gebouw gedurende de dag optreedt.

Meer bepaald is het tijdens de dag doorgaans warmer dan 's nachts, waarbij de. wärmte die tijdens de dag in het gebouw wordt opgeslagen, 's nachts opnieuw wordt· afgegeven door zogenaamde- nachtventilatie toe te passen die' erin · bestaat de koudere buitenlucht 's nachts doorheen het gebouw te leiden voor de afkoeling van de structuur van het gebouw.

Bijgevolg is het gebouw tegen, de ochtend voldoende, afgekoeld om tijdens de dag geleidelijk, aan opnieuw te worden opgewarmd.

Aangezien de warmtecapaciteit van het gebouw veel groter is dan de warmtecapaciteit van lucht, zal de· opwarming in een te koelen ruimte binnen het gebouw door het toepassen van deze techniek van nachtventilatie tijdens de dag veel trager verlopen.

' s

Bijgevolg zal er van een klimaatregelend systeem tijdens de dag ook minder energie worden gevraagd voor het koelen van de ruimte.

Het grote nadeel van de bekende klimaatregelende systemen voor valse plafonds is echter dat de valse plafonds door hun gesloten vorm als het ware een afscherming vormen tussen het gebouw zelf en de te koelen en/of te verwarmen ruimte, waardoor het toepassen van de voornoemde techniek onmogelijk is.

Immers, de lucht van de te koelen en/of te verwarmen ruimte komt in zulk geval niet of nauwelijks in contact met het gebouw, waardoor de warmtecapaciteit van dit gebouw in feite niet benut kan worden, bijvoorbeeld voor het opslaan van warmte "uit de lucht van de ruimte in de structuur van het gebouw.

Een andere bestaande techniek is de zogenaamde betonkernactivering.

Bij deze techniek worden koel- en/of verwarmingsleidingen in het beton van de vloeren van een gebouw ingewerkt, zodat in dit geval de massa van het gebouw zelf wel deelneemt in het koel- en/of verwarmingsproces.

Een nadeel van betonkernactivering bestaat er echter in dat de leidingen in het beton zelf dienen te worden ingebed, zodat men reeds in een zeer vroeg stadium tijdens het bouwen van het gebouw met de installatie van de koel- en/of verwarmingsinrichting van het gebouw dient rekening te worden houden.

Bovendien is het. installeren van zulke leidingen in een beton een redelijke lastige of ingewikkelde karwei.

Bovendien is het haast onbegonnen werk na het aanbrengen van de leidingen in het beton achteraf nog wijzigingen door te voeren.

Voorts heeft deze· techniek van betonkernactivering het-nadeel dat geen vals plafond kan worden aangebracht, waardoor andere leidingen, zoals elektriciteitsleidingen en dergelijke, moeilijk te verbergen zijn.

De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel aan de hiervoor vernoemde en eventueel andere 'nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een klimaatregelend systeem voor toepassing in een vals plafond van een ruimte in een gebouw, welk klimaatregelend systeem voorzien is van buizen waarin een fluïdum kan stromen voor het koelen en/of verwarmen van de ruimte, waarbij het vals plafond een open vals plafond is dat bestaat uit plafondprofielen die parallel naast elkaar zijn aangebracht dwars op draagprofielen van een draagconstructie, waarbij tussen opeenvolgende plafondprofielen telkens een opening is gelaten, waarbij deze plafondprofielen een U-vormige doorsnede hebben gevormd door een bodem die twee parallelle zijwanden van het plafondprofiel met elkaar verbindt, waarbij de buizen ' van het klimaatregelend systeem zijn aangebracht tussen de zijwanden van de plafondprofielen, uitgezonderd op plaatsen waar zulke buis overgaat van een eerste plafondprof iel naar een tweede plafondprof iel', welke plafondprofielen op een zekere laterale afstand van elkaar zijn gelegen, waarbij het klimaatregelend systeem voorzien is van klemmiddelen voor het vastklemmen van een buis aan een draagprofiel en waarbij eenzelfde doorlopende buis is aangebracht in meerdere plafondprofielen van het open plafond. >

Een groot voordeel van een klimaatregelend systeem volgens dè uitvinding is dat het toepasbaar is in een open vals plafond, waardoor de te koelen en/of te verwarmen ruimte in feite afgebakend' wordt door de structuur van het gebouw en vrijelijk kan bewegen tussen de ruimte onder het open vals plafond en de· ruimte .'boven het open vals plafond.

Op deze wijze komt de lucht van de te koelen en/of te verwarmen ruimte in contact met de structuur van het gebouw en kan aldus de warmtecapaciteit van de structuur van het gebouw zelf benut worden.

Bijgevolg is zulk klimaatregelend systeem volgens de uitvinding in tegenstelling tot de bekende klimaatregelende systemen uiterst geschikt voor het toepassen van zogenaamde nachtventilatie, wat een grote energiebesparing kan opleveren.

Nog een voordeel van een klimaatregelend systeem overeenkomstig de uitvinding bestaat erin dat het uit eenvoudige elementen is opgebouwd, meer bepaald uit U-vormige plafondprofielen die op een draagconstructie zijn voorzien, waarbij in de plafondprofielen de buizen van het klimaatregelend systeem vervat zitten, zodat de buizen aldus aan het oog zijn onttrokken.

Zulke U-vormige profielen zijn alom verkrijgbaar en door zijn eenvoudige opbouw is het installeren van een klimaatregelend systeem volgens de uitvinding eenvoudig en minder kostelijk dan bij de bekende klimaatrege.lende systemen.

Nog een groot voordeel van een klimaatregelend systeem volgens de uitvinding is "dat, vergeleken bij de bekende klimaatregelende systemen, aanzienlijk grotere buislengten in één keer kunnen worden geïnstalleerd in meerdere plafondprofielen zonder- gebruik te moeten maken van connectoren of koppelingen.

Hierdoor zijn er in een gebouw tot 95% minder hydraulische koppelingen nodig.

Dit betekent een enorme besparing op de gebruikelijke kost voor de connectoren, waarbij bovendien de installatie vlotter kan verlopen wat bijkomend de kostprijs van de installatie omlaag brengt.

Buisgedeelten die door middel van connectoren aan elkaar zijn gekoppeld, zijn bovendien zwakke plaatsen in het systeem waar de kans op lekken groter is dan elders en aangezien bij zulk klimaatregelend systeem volgens deze uitvoeringsvorm véél minder connectoren nodig zijn, dan bij de bekende klimaatregelende systemen, zijn er bijgevolg ook minder lekgevoelige plaatsen in de installatie en is de kans dat lekken optreden, kleiner dan bij de bekende klimaatregelende systemen.

Nog een ander voordeel van een klimaatregelend systeem volgens de uitvinding bestaat erin dat het voorzien is van klemmiddelen voor het rechtstreeks vastklemmen van een buis aan een draagprofiel, waardoor op zeer eenvoudige wijze eerst één doorlopende buis op meerdere · draagprofielen kan worden bevestigd, waarna de aangebrachte buis kan worden afgedekt door een U-vormig plafondprofiel.

o

Het is duidelijk dat hierdoor enerzijds het plaatsen van één doorlopende buis in meerdere plafondprofielen, terwijl tevens de installatie zeer sterk wordt vereenvoudigd vergeleken bij de bekende installatiemethodes waarbij eerst een buis in een plafondprofiel wordt bevestigd, daarna het plafondprofiel aan 'de draagprofielen wordt opgehangen en tot slot de buis middels connectoren of koppelingen aan buizen in naastliggend plafondprofielen wordt gekoppeld.

Bij voorkeur is volgens de uitvinding een doorlopende buis aangebracht in opeenvolgende lussen in de plafondprofielen, waarbij zulke lus minstens wordt gevormd door twee parallelle buisgedeelten aangebracht in een paar plafondprofielen die minstens op een laterale afstand uit elkaar liggen die groter is dan de afstand tussen twee ^ naast elkaar gelegen plafondprofielen van het plafond; een tussenliggend buisgedeelte dat deze twee parallèlle buisgedeelten verbindt en ëen hoek van 180° maakt, en waarbij minstens één lus een buisgedeelte heeft dat een lusuiteinde vormt en dat 'tevens een bocht van 180° maakt voor aansluiting op een.volgende lus.

Liefst nog zijn volgens de uitvinding opeenvolgende lussen telkens over een laterale afstand ten opzichte van elkaar verschoven die overeenstemt met de afstand tussen naast elkaar gelegen plafondprofiel-en of een veelvoud daarvan.

Een voordeel van een klimaatregelend systeem volgens deze laatstgenoemde uitvoeringsvormen is dat tussen de parallelle buisgedeelten van de lussen telkens meerdere plafondprofielen zijn gelegen en dat deze parallelle buisgedeelten dus. op een substantiële afstand van elkaar liggen, 'waardoor het tussenliggend buisgedeelte een hoek van 180° kan maken zonder dat hierbij dit tussenliggend buisgedeelte volgens een al te kleine buigr.adius dient geplooid te worden.

Dit biedt het voordeel dat buizen gebruikt kunnen worden die niet al te flexibel hoeven te zijn en die daarom ook een grotere sterkte hebben.

Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systeem overeenkomstig de uitvinding de klemmiddelen voor het vastklemmen van een buis aan een draagprofiel voorzien van een nagenoeg halfcilindervormig buisgedeelte voor het vastklemmen van een buis in de klemmiddelen.

Voorts is bij voorkeur tevens een draagprofiel van het klimaatregelend systeem voorzien van een gleuf of gat of meerdere gleuven of gaten en zijn de klemmiddelen aan één' uiteinde voorzien van een paar tegenoverstaande haakjes voor het vastklikken van de klemmiddelen in een voornoemde gleuf of gat van het draagprofiel of in een paar gleuven of gaten van het draagprofiel.

Een klimaatregelend systeem overeenkomstig de uitvinding volgens deze laatste uitvoeringsvormen biedt het voordeel dat de buizen gemakkelijk eerst met de klemmiddelen op de draagconstructie kunnen worden vastgeklemd, waarbij nadien deze buizen aan het oog kunnen worden onttrokken door over de buizen U-vormige plafondprofielen aan te brengen.

Dit is een bijzonder praktische manier van werken en heeft tot gevolg dat snel grote ruimtes kunnen worden voorzien van een open vals plafond met daarin geïntegreerd een • klimaatregelend systeem.

Dit betekent tevens dat de . installatie. van zulk klimaatregelend systeem volgens deze uitvoeringsvorm op zeer economische wijze kan gebeuren.

Om gemakkelijk plafondprofielen over de buizen te kunnen aanbrengen, zijn' volgens de uitvinding de zijwanden van de plafondprofielen liefst aan hun vrije randen ietwat naar binnen geplooid ter vorming van een paar naar elkaar gerichte haken die zich uitstrekken over de lengte van het plafondprof iel en is een draagprofiel van de draagconstructie liefst voorzien van een paar uitsteeksels die complementair zijn aan de voornoemde haken teneinde een plafondprofiel aan een draagprofiel te kunnen vasthaken. Volgens nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systpem overeenkomstig de uitvinding is boven het open vals plafond op regelmatige afstanden van elkaar geluidsisolatie uit akoestisch dempend materiaal aangebracht, op zodanige wijze dat een convectieve stroming tussen de plafondprofielen ongehinderd kan plaatshebben en de lucht boven de plafondprofielen kan worden gespoeld met lucht afkomstig van buiten het gebouw.

Deze laatste uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systeem biedt zeer veel voordelen, aangezien één systeem een oplossing biedt op het vlak van klimaatbeheersing die zeer open is. en daardoor energie-efficiënt, waarbij de installatie gemakkelijk is te verwezenlijken en tevens een goede akoestiek wordt verkregen.

Het -feit dat op al deze factoren (energie-ef ficiëntie, eenvoud van de installatie, openheid van de installatie en goede akoestiek) met één zelfde klimaatregelend systeem positief kan worden ingespeeld, is dan ook één van de belangrijkste sterktes, zo niet de belangrijkste sterkte van het klimaatregelend systeem volgens de uitvinding.

Volgens de huidig beschikbare systemen zou bijvoorbeeld het combineren van een open plafond en een goede akoestiek een combinatie van meerdere systemen vergen. Meer bepaald zou hiertoe een geluidsdempend systeem^ dat eerst' dient te worden opgehangen moeten worden gecombineerd met een open plafond dat daarna kan worden aangebracht.

De huidige technieken zijn dan ook totaal onaangepast- voor het combineren van al de voornoemde factoren en zouden door het combineren van meerdere systemen tot economisch onverantwoorde oplossingen leiden.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systeem overeenkomstig de uitvinding is het open vals plafond opgehangen aan het plafond van de ruimte in het gebouw en bestaat de- geluidsisolatie uit rechthoekige platen of matten die met één zijrand tussen de zijwanden van het betreffende plafondprof iel zijn' geplaatst,· waarbij liefst nog de tegenoverliggende zijrand van de platen of matten zich uitstrekt' op een- zekere afstand van het plafond van de ruimte.

In zulke uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systeem volgens de uitvinding is het akoestisch dempend materiaal op zeer eenvoudige wijze geïntegreerd, waarbij. het aanbrengen of installeren van de platen of matten zeer weinig moeite vergt en de verdeling ervan over het plafond gemakkelijk in functie van de noden'kan worden aangepast.

Bovendien kan er op de voornoemde wijze voor gezorgd worden dat het open karakter van het open vals plafond zelfs met geluidsdempend materiaal blijft behouden, waarbij de verhouding tussen de open gedeelten en gesloten gedeelten van het vals plafond bij voorkeur mimimaal 40% bedraagt.

Nog een voordeel van het integreren van akoestisch dempend materiaal in het klimaatregelend systeem bestaat erin dat geen bijkomende ophangpunten dienen te worden voorzien voor het ophangen van het geluidsdempend materiaal, wat wel het geval zou zijn bij de bestaande systemen. . ;

Dit betekent opnieuw een enorme tijdswinst, evenals een groot economisch voordeel.

Volgens een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systeem overeenkomstig de uitvinding bestaat de geluidsisolatie uit halfstijve rotswolmatten die verpakt zijn in een PE-folie en die zonder verstevigingskader in een plafondprofiel zijn aangebracht.

Zulke rotswolmatten hebben zeer goede geluidsabsorberende eigenschappen en voldoen tevens aan strenge normen op het vlak van brandveiligheid. . .

Teneinde een optimale verbinding van het geluidsdempend materiaal met een betreffend plafondprofiel te verkrijgen zitten bij voorkeur de platen of matten geluidsisolatie ingeklemd in- het betreffende plafondprofiel tussen het voornoemde paar naar elkaar gerichte haken die zich uitstrekken over de lengte van het plafondprofiel.

Het is duidelijk dat deze uitvoeringsvorm bijzonder voordelig is bij toepassing van rotswolmatten, aangezien deze door hen samendrukbaarheid gemakkelijk tussen het paar naar elkaar gerichte haken zijn aan te brengen, terwijl probleemloos een voldoende inklemming van . de zulke rotswolmat in het betreffende plafondprofiel wordt verkregen.

In een klimaatregelend systeem volgens de uitvinding kan voorts gemakkelijk een verlichting worden geïntegreerd.

Nog een voordeel van een klimaatregelend systeem volgens de uitvinding bestaat erin dat onder een gemonteerd open vals plafond waarvan het deel uitmaakt, op elke gewenste plaats een wand kan worden geplaatst en eventueel boven het vals plafond een verticale akoestische barrière bijvoorbeeld ter vorming van afzonderlijkekamers, zonder dat hierbij afbreuk wordt gedaan aan het opne karakter- van het open vals plafond in elke kamer afzonderlijk.

Pp deze wijze kan over grote gedeelten van een gebouw gemakkelijk op voorhand een open vals plafond worden aangebracht waarin een klimaatregelend systeem volgens de uitvinding is voorzien en bijvoorbeeld verlichtingspunten evenals akoestische geluidsdempende materialen zijn geïntegreerd, waarbij nadien nog de onderliggende ruimte kan worden opgedeeld in kleinere gehelen, ter vorming van aparte kamers of kantoren of dergelijke.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, wordt hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, aan de hand van figuren een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systeem volgens' de uitvinding beschreven, waarin: figuur 1 in doorsnede een klimaatregelend systeem volgens de uitvinding weergeeft dat als een open vals plafond in een gebouw is aangebracht; figuren 2 en 3 op iets grotere schaal respectievelijk in doorsnede en in perspectief sommige delen van het klimaatregelend systeem uit .figuur 1 weergeven; figuur 4 een zicht weergeeft op de niet zichtbare bovenzijde van het vals plafond uit figuur 1; figuur 5 één enkele lus weergeeft uit deze bovenzijde van het plafond aangeduid met F5 op figuur 4, welke lus gevormd wordt door een buis van het klimaatregelend systeem; figuur 6 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens de lijn VI-VI in figuur 4; figuur . 7 in perspectief op grotere schaal de klemmiddelen weergeeft die in figuur 6 met F7 zijn aangeduid; figuren 8 en 9 respectievelijk een vooraanzicht en een zijaanzicht op de klemmiddelen uit figuur 7 weergeven, respectievelijk volgens de pijlen F8 en F9; figuur 10 een variant toont, van de klemmiddelen volgens figuur 8; en, figuur 11 uitvergroot het gedeelte uit figuur 1 weergeeft dat is aangeduid met Fll.

Het in figuur 1 weergegeven 'klimaatregelend systeem 1 volgens de uitvinding is uitgevoerd als een open vals plafond 2 dat is opgehangen aan een betonnen plafond 3 van een te koelen ruimte 4 in een gebouw.

Zoals valt af te leiden uit de figuren 1 tot 4, bevat het open vals plafond 2 een draagconstructie bestaande uit draagprofielen 5 die op een afstand A onder het betonnen plafond 3 zijn aangebracht met behulp van zogenaamde snelophangers 6 die twee ten opzichte van elkaar verstelbare ophangingstaven bevatten waarmee de afstand A tussen het open vals plafond 2 en het betonnen plafond' 3 gemakkelijk kan worden ingesteld.

Voor het vastmaken van deze zelfophangers 6 aan de draagprofielen 5 zijn . liefst tevens voorzieningen getroffen, waarbij bijvoorbeeld in de draagprofielen 5 op regelmatige afstanden van elkaar gleuven of gaten zijn aangebracht.

In het getoonde'voorbeeld van figuur 3 bijvoorbeeld bestaan deze voorzieningen uit langwerpige gleuven die in het midden met een cirkelvormige verbreding zijn uitgevoerd.

Het is evenwel niet uitgesloten andere voorzieningen te treffen aangepast aan de vorm van de middelen die gebruikt worden voor het ophangen van de draagconstructie.

Hierbij zijn meerdere draagprofielen 5 parallel aan elkaar aangebracht op een afstand B van elkaar.

Voorts is het klimaatregelend systeem 1 voorzien van buizen 7 waarin een fluidum kan stromen voor het koelen en/of verwarmen van de ruimte 4.

Deze buizen 7 zijn met behulp van klemmiddelen 8 aan de draagprofielen 5 van het klimaatregelend systeem 1 vastgeklemd, welke klemmiddelen 8 meer in detail zijn weergegeven in de figuren 7 tot en met 9.

Voor het vast klemmen van de klemmiddelen 8 zijn in de draagprofielen 5 op regelmatige· afstanden C van elkaar gleuven of gaten 9 - voorzien, wat bijvoorbeeld meer aanschouwelijk is weergegeven in figuur 3.

De klemmiddelen 8 zelf zijn aan één uiteinde 10 voorzien van een paar tegenoverstaande haakjes 11 waarmee de klemmiddelen 8 in zulke gleuf of zulk gat 9 of een paar zulke gleuven of gaten 9 van het draagprofiel 5 kunnen worden vastgeklikt.

Zoals in het voorbeeld van figuur 3 zijn de gleuven of gaten 9 voor het vastklikken van de klemmiddelen 8 in het draagprofiel 5 en de gaten of gleuven voor het ophangen van de draagconstructie bij voorkeur afwisselend op het draagprofiel 5 aangebracht.

Aan het andere uiteinde 12 van de klemmiddelen 8 is een nagenoeg halfcilindervormig buisgedeelte 13 voorzien voor het vastklemmen van een buis 7 in de klemmiddelen 8.

In de hier besproken uitvoeringsvorm bestaan de klemmiddelèn 8 uit een paar U-vormige beugels, respectievelijk een eerste beugel 14 en een tweede beugel 15, waarvan de ruggen 16 aan elkaar zijn gekoppeld.

Hierbij is op elk van de vrije uiteinden 17 van de eerste beugel 14 een voornoemd halfcilindervormig buisgedeelte 13 voorzien voor het vast klikken van een buis 7, terwijl op elk van de vrije uiteinden 18 van de tweede beugel 15 één haak 11 van een voornoemd paar tegenoverstaande haken 11 'is voorzien voor het vastklikken .van de klemmiddelen 8 in een voornoemde gleuf 9 in een draagprofiel 5. '

De haken 11 zijn naar buiten gericht en op een zekere afstand D van elke haak 11 in de richting van de rug 16 is een aanslagvormend gedeelte 19 voorzien, welke aanslagvormende gedeelten 19 . tevens naar buiten zijn gericht, vlak van vorm zijn en zich uitstrekken dwars op de [J-vormige tweede beugel 15.

De afstand D stemt hierbij overeen met de dikte D van een draagprofiel 5 ter plaatse van de gleuven of gaten 9 en het is; uiteraard de bedoeling dat, nadat de haken 11 in een gleuf of gat 9 van een draagprofiel 5 werden geklikt, de aanslagvormende gedeelten 19 tegen' het draagprofiel 5 steunen en aldus een verdere beweging van de'klemmiddelen 8 in de gleuf of het gat 9 verhinderen.

Verder valt nog op te merken, dat in dit geval aan de vrije uiteinden 17 van de eerste beugel 14 ter plaatse van de koppeling met de halfcilindervormige buisgedeelten 13 verstevigingen 20 zijn voorzien.

Hiertoe lopen de uiteinden 17 van de eerste beugel 14 uit in halfcilindervormige gedeelten 21 die aan de ruggen van de halfcilindervormige buisgedeelten 13 zijn gekoppeld, waarbij bijkomend in het midden van deze halfcilindervormige gedeelten 21 telkens een tussenschot 22 is voorzien.

Ter plaatse van de rug 16 van de tweede beugel 15 is tevens een verstevigingsplaat 23 voorzien.

Het is duidelijk dat met de hiervoor beschreven klemmiddelen 8 gelijktijdig een paar parallelle buizen 7 kunnen worden vastgeklemd aan een draagprofiel 5 van het klimaatregelend systeem 1.

Zoals duidelijk is weergegeven in figuur 4 worden de buizen 7 liefst in lussen aangebracht op de draagconstructie.

Tot slot wordt het open vals plafond 2 afgewerkt door over de buizen 7 plafondprofielen 24 te voorzien die parallel naast elkaar zijn aangebracht dwars op de draagprofielen 5 van de draagconstructie.

Hierbij is tussen opeenvolgende plafondprofielen 24 telkens een opening 25 met een breedte E gelaten, zodat aldus inderdaad een open vals plafond 2 wordt bekomen.

De plafondprofielen 24 hebben een U-vormige doorsnede en ze worden gevormd door een bodem 26 die twee parallelle > zijwanden 27 van het-plafondprofiel 24 met elkaar verbindt.

De breedte F van de bodem 26 vormt de breedte F van een plafondprofiel 24.

Bij voorkeur is de breedte E van de openingen 25 tussen de plafondprof ielen 24 minstens 15% van de breedte F van een plafondprofiel 24, waardoor volgens de gangbare normen vanaf deze grootte van de openingen 25 zulk open vals plafond 2 verongersteld wordt reeds een merkbare positieve bijdrage aan de energie-efficiëntie van het klimaatregelend systeem 1 te leveren.

Liever is de breedte E van de openingen 25 tussen de plafondprofielen 24 echter minstens 25% van de breedte F van een plafondprof iel 24 en nog beter, en voor een echt performante bijdrage aan de energie-efficiëntie van het klimaatregelend systeem 1 is volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systeem' 1 volgens, .de uitvinding de breedte E van de openingen 25 tussen de' plafondprofielen 24 minstens 40 % van de breedte F van een plafondprofiel 24.

Zo wordt verzekerd dat. een voldoende grote convectieve luchtstroming kan ontstaan tussen het gedeelte van de ruimte 4 onder het open vals plafond 2 en het gedeelte van de ruimte 4 boven het open vals plafond 2.

De zijwanden 27 van de plafondprof ielen 24 zijn aan hun vrije randen 28 ietwat naar binnen geplooid ter vorming van een paar naar elkaar gerichte haken 29 die zich uitstrekken over de lengte van het plafondprofiel 24.

Voorts zijn de draagprofielen 5 van de draagconstructie voorzien van paren uitsteeksels 30 die complementair zijn aan de voornoemde haken 29 van de plafondprofielen 24, zodat een plafondprof iel 24 aan . een draagprof iel 5 kan worden vastgehaakt door de haken 29 over de uitsteeksels 30 te brengen.

Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een plafondprofiel 24 - ietwat schuin te houden om een eerste haak 29 over een uitsteeksel 30 te· haken, waarna, doör het kantelen van het plafondprofiel 24, de tweede haak 29 van het plafondprofiel 24 over het overeenkomstig ander uitsteeksel 30 kan worden ^ gebracht.

Dit is meer aanschouwelijk weergegeven in figuur 2.

-Hierbij is . elk draagprofiel 5 van de draagconstructie voorzien van meerdere paren voornoemde· uitsteeksels 30 voor het vasthaken van plafondprofielen 24,. welke paren uitsteeksels 30 op een regelmatige afstand G van elkaar •zijn .gelegen, overeenkomstig de· afstand G tussen opeenvolgende plafondprofielen 24, welke afstand G dus de som is van de breedte F van een plafondprofiel 24 en de breedte E van de tussenliggende opening 25.

Aangezien de klemmiddelen 8 in dit geval zodanig zijn dat een paar parallelle buizen . 7 gelijktijkdig aan een draagprofiel 5 kan worden vastgemaakt, volstaat het ervoor te zorgen dat er paren gleuven of gaten 9 in elk draagprofiel 5 op een regelmatige afstand C van elkaar zijn geplaatst .die het dubbele is van de afstand G tussen opeenvolgende plafondprofielen 24.

Hierbij is elke gleuf of gat 9 in het midden gelegen tussen de twee uitsteeksels 30 van een voornoemd paar uitsteeksels 30.

Aldus wordt bekomen dat bij het vastklemmen van een paar bpizen 7 op een draagprofiel 5 met de klemmiddelen 8 er aan weerszijden van elke buis 7 een paar uitsteeksels 30 is voor het vastklikken van een plafondprofiel· 24, zodat alle onderdelen van het klimaatregelend systeem 1 op elkaar zijn afgestemd.

Door op deze wijze meerdere plafondprofielen 24 naast elkaar aan te brengen, wordt een open vals plafond 2 bekomen, waarbij de buizen 7 van het klimaatregelend systeem 1 zijn aangebracht tussen de zijwanden 27 van de plafondprofielen 24, uitgezonderd op plaatsen, zoals o.a.

duidelijk blijkt uit figuur 6, waar een buis 7- overgaat. van een eerste plafondprofiel 24 naar een tweede plafondprofiel 24, welke plafondprofielen 24 ' op een zekere laterale afstand van elkaar zijn gelegen.

De bodems 26 van de plafondprofielen 24 , vormen het zichtbaar gedeelte van het open vals plafond 2, waarbij de bodems 26 de buizen 7 verbergen.

Liefst zijn de afmetingen van de draagprofielen 5, . de klemmiddelen 8, de buizen 7 en de plafondprof ielen 24. tevens zodanig op elkaar afgestemd dat, na het aanbrengen van de plafondprof ielen 24, de buizen 7 tegen de bodem 26 van de plafondprofielen 24 drukken, uitgezonderd op plaatsen waar zulke buis 7 overgaat van een eerste plafondprofiel 24 naar een tweede plafondprofiel 24, welke plafondprofielen 24 op een zekere laterale afstand van elkaar zijn gelegen.

Op deze wijze wordt een rechtstreeks contact verkregen tussen de buizen 7 en de plafondprofielen 24, waarbij door thermische geleiding de plafondprofielen 24 snel warmte kunnen opnemen vanuit de buizen 7, wanneer het fluïdum in deze buizen 7 de ruimte 4 dient op te warmen, of omgekeerd warmte aan deze buizen 7 af te geven, wanneer het fluïdum in de buizen 7 de· ruimte 4 dient af te koelen.

Hierbij fungeren de plafondprof ielen 24 dan ook als een soort stralingspanelen voor de buizen 7.

De plafondprofielen 24 zijn daarom bij voorkeur uit góede thermische geleiders vervaardigd, bij voorkeur uit metaal,, bijvoorbeeld typisch uit staal, maar ook koper, aluminium of dergelijke zijn niet uitgesloten.

Omwille van de veiligheid, en in het bijzonder de brandveiligheid en om redenen die met de sterkte van de constructie te maken hebben, zijn de draagprofielen 5 liefst uit staal vervaardigd.

Voor de buizen 7 worden bij voorkeur kunststof buizen 7 gebruikt, aangezien zulke buizen 7 voldoende flexibiliteit bieden, wat nodig is om deze buizen tijdens het installeren ervan gemakkelijk te kunnen plooien.

Het is volgens de uitvinding echter niet uitgesloten andere materialen te gebruiken en bijvoorbeeld de buizen 7 te .vervaardigen uit verschillende concentrische lagen.

Ook de draagprofielen 5, evenals de klemmiddelen 8 zijn volgens de uitvinding bij voorkeur uit . een metaal « t vervaardigd, maar andere materialen zijn niet uitgesloten.

Een belangrijk voordeel van een klimaatregelend systeem 1 volgens de uitvinding bestaat erin dat ze erg energie-efficiënt is,· aangezien door de open structuur van het vals plafond 2, .zowel een convectieve warmteoverdracht kan plaats hebben, als een overdracht van warmte door middel 'van straling.

Bij . het koelen van een ruimte zal het aandeel van de convectieve stroming typisch ongeveer 35% van het totaal kunnen bedragen, terwijl de warmte-overdracht via straling zo'n 65% van het totaal zal kunnen uitmaken.

Bij het verwarmen zal de warmte-overdracht daarentegen typisch 100% door straling gebeuren, waarbij een voordeel van het klimaatregelend systeem 1 . erin bestaat dat een verwarmingstemperatuur van het fluïdum in de buizen 7 kan worden gekozen die voor het te bereiken effect optimaal is.

Nog een belangrijk voordeel van het hier beschreven klimaatregelend systeem 1 volgens de uitvinding bestaat erin dat eenzelfde doorlopende buis 7 kan worden aangebracht in meerdere plafondprofielen 24 van het open plafond 2, zodat weinig of geen connectoren voor het koppelen van buizen 7 nodig zijn.

Bij voorkeur worden hiertoe met de buizen 7 opeenvolgende lussen 31 gevormd, zoals in figuur 4 is weergegeven.

♦ Eén zulke lus 31 is weergegeven in figuur 5.

Hierbij wordt zulke lus 31 liefst gevormd door twee parallelle buisgedeelteh 32 die zijn aangebracht in een paar plafondprofielen 24 die minstens op een laterale afstand H uit elkaar liggen die groter is dan de afstand G tussen twee naast elkaar gelegen plafondprofielen 24 van het open vals plafond .2 en uit een tussenliggend buisgedeelte 33 dat deze twee parallelle buisgedeelten 32 verbindt en dat een hoek van 180° maakt.

Deze afstand H komt met andere woorden overeen met de breedte H van een lus 31; .

In het getoonde voorbeeld van figuur 4 is de voornoemde laterale afstand H tussen de twee parallelle buisgedeelten 32 van een lus 31, of kortom de breedte H van een lus 31, zes maal de afstand G tussen naast elkaar gelegen plafondprofielen 24 van het open vals plafond 2.

Echter, andere lusbreedtes H zijn volgens de uitvinding niet uitgesloten.

De meeste lussen 31 weergegeven in figuur 4 hebben bovendien nog een buisgedeelte 34 dat een lusuiteinde 34 vormt en dat tevens een bocht van 180° maakt voor aansluiting op een volgende lus 31.

In het getoond voorbeeld zijn opeenvolgende lussen 31 telkens over een laterale afstand G ten opzichte van elkaar verschoven, die overeenstemt met de afstand G tussen naast elkaar gelegen plafondprofielen 24 van het open vals plafond 2.

Volgens de uitvinding is het echter niet uitgesloten lussen '31 aan te brengen die telkens over een laterale afstand ten opzicht van elkaar zijn verschoven die een veelvoud is van de afstand G.

Het is duidelijk dat op deze wijze met een buis 7 gemakkelijk een kring 35 kan worden gevormd die bestaat uit meerdere · opeenvolgende· .lussen 31 en die meerdere plafondprofielen 24 overspant zonder dat hierbij connectoren aan te pas komen.

In het getoonde voorbeeld bestaat zo'n kring 35 uit zes opeenvolgende lussen 31 die twaalf naast elkaar gelegen plafondprofielen 24 overspant.

Het is duidelijk dat door een grotere of kleinere afstand H te kiezen tussen de parallelle buisgedeelten 32 van elke lus 31 er respectievelijk meer of minder opeenvolgende lussen 31 kunnen worden gevormd ter vorming van een kring 35.

Een grotere afstand H biedt het voordeel dat de tussenliggende gedeelten 33 en de lusuiteinden 34 gemakkelijk 'in de vorm van een haarspeldbocht van 180° kunnen worden geplooid, waarbij de bocht een redelijk grote buigradius heeft.

In figuur 4 heeft elke kring 35 tevens een ingang 36 en een uitgang 37, die elk bijvoorbeeld kunnen worden aangesloten op een volgende kring 35 of op collectoren voor het aanvoeren en afvoeren van fluïdum naar de buizen 7.

Zoals in de inleiding reeds uitvoerig werd uiteengezet, is zulk klimaatregelend systeem 1 volgens de uitvinding erg geschikt voor het toepassen van zogenaamde nachtventilatie, aangezien de lucht in de ruimte 4. vrijelijk doorheen de openingen 25 in het open vals plafond 2 kan stromen en aldus in contact- kan komen met de betonnen plafond 3.

Op deze wijze kan deze- betonnen plafond 3, die een veel gpotere warmtecapaciteit bezit dan de -lucht, warmte uit de lucht opnemen .of warmte aan de. lucht afgeven, waardoor een energie-efficiënter klimaatregelend systeem 1 kan worden bekomen.

Voorts is het duidelijk dat een klimaatregelend systeem 1 'volgens de uitvinding uit enkele eenvoudige onderdelen bestaat die erg flexibel aanpasbaar zijn aan de ruimte 4 'waarin het klimaatregelend systeem 1 dient te worden geplaatst.

Hierbij is de installatie ervan tevens eenvoudig en zijn er weinig of geen connectoren nodig voor het aaneenkoppelen van buizen 7, zodat, alles tesamen genomen, een klimaatregelend - systeem 1 volgens de uitvinding relatief 'goedkoop en bedrijfszeker is dan de bekende klimaatregelende systemen 1.

In figuur 10 is nog een voorkeurdràgende uitvoeringsvorm weergegeven van de klemmiddelen 8 waarbij in dit geval aan · de klemmiddelen 8 een grotere flexibiliteit is gegeven in verticale richting, bijvoorbeeld ter hoogte van de verbindingen 39 tussen de beugels 14 en 15 en/of door de keuze van het materiaal.

De hoogte van klemmiddelen 8 wordt bij voorkeur zodanig gedimensioneerd dat de buizen 7 met een zekere kracht op de bodem 26 van de plafondprofielen 24 drukken, bijvoorbeeld doordat de hoogte 0,5 mm groter is dan de situatie waarbij de buizen 7 net op voornoemde bodem 26 rusten.

Zoals in figuren 1 en 11 is weergegeven, kan het om akoestische redenen nuttig zijn om boven het open vals plafond 2 op regelmatige afstanden van elkaar geluidsisolatie 38 uit akoestisch dempend materiaal aan te brengen teneinde een mogelijk galmend effect tegen· te gaan.

Dif is trouwens een belangrijk voordeel van een klimaatregelend systeem 1 volgens de·uitvinding, aangezien de buizen 7 van de installatie in de plafondprofielen 4 zijn ingewerkt en het 'klimaatregelend systeem 1 aldus door het plaatsen van geluidsisolatie 38 geenszins in zijn werking wordt gehinderd.

Hierbij kan na het plaatsen van geluidsisolatie 38· de convectieve stroming tussen de plafondprofielen 4 ongehinderd plaatshebben.

Ook kar\ de lucht boven' de plafondprofielen 4 na het plaatsen van geluidsisolatie 38 nog steeds bijvoorbeeld gespoeld worden met lucht die van buiten het gebouw afkomstig is, indien dit gewenst zou zijn.

Dit voordeel staat scherp in tegenstelling tot wat het geval is bij bestaande bekende klimaatregelende systemen, waarbij het doorgans 'zeer moeilijk of zelfs onmogelijk is om goede akoestisch absorberende eigenschappen te verkrijgen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systeem overeenkomstig de uitvinding is het open vals plafond 2 opgehangen aan het plafond 3 van de ruimte in het gebouw en bestaat de geluidsisolatie 38 uit rechthoekige platen of matten 40 die met één zijrand 41 tussen de zijwanden 27 van het betreffende plafondpröfiel 24 zijn geplaatst

Liefst nog strekt de tegenoverliggende zijrand 42 van de platen of matten 40 zich uit op een zekere afstand I van het plafond 3 van de ruimte 4, zodat boven het open vals plafond 2 een doorstroming van lucht slechts minimaal wordt belemmerd.

In de getoonde uitvoeringsvorm bestaat de geluidsisolatie 38 uit halfstijve rotswolmatten 40 die verpakt zijn in een PE-folie en die zonder verstevigingskader in een .

plafondprofiel 24 zijn aangebracht.

De matten 40 zijn ingeklemd in het betreffende plafondprofiel 24 tussen het voornoemde paar naar elkaar gerichte haken 29 die zich uitstrekken over de lengte van het plafondprofiel 24.

Het is tevens belangrijk op te merken dat een klimaatregelend systeem 1 volgens de uitvinding alle voordelen biedt van de bekende gesloten valse plafonds, waarbij een akoestisch absorberend effect kan worden gerealiseerd, verlichting in of op het plafond kan worden gemonteerd en wanden of dergelijke naar believen onder het plafond kunnen worden voorzien zonder de werking van het klimaatregelend systeem 1 teverstoren.

Samengevat kan worden gesteld dat een klimaatregelend systeem 1 volgens de uitvinding talrijke voordelen combineert, .namelijk het voordeel dat ze gemakkelijk te installeren is, waarbij een grote energie-efficiëntie wordt bekomen ten. opzichte van de bekende klimaatsystemen en waarbij op zeer flexibele manier wijzigingen kunnen worden aangebracht, zoals het aanbrengen, van andere elementen zoals verlichting en/of akoestisch absorberende elementen en dergelijke meer.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvorm van een klimaatregelend systeem 1 volgens de uitvinding, doch een klimaatregelend systeem 1 volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te.treden.

Claims (13)

1. Klimaatregelend systeem (1) voor toepassing in een vals plafond (2) van een ruimte (4) in een gebouw, welk klimaatregelend systeem (1) voorzien is van buizen (7) waarin een. fluïdum kan stromen voor het koelen en/of verwarmen van de ruimte (4), daardoor gekenmerkt dat het vals plafond (2) een open vals plafond (2) is dat bestaat uit plafondprofielen (24) die parallel naast elkaar zijn aangebracht dwars op draagprofielen (5) van een draagconstructie, waarbij tussen opeenvolgende plafondprofielen . (24) telkens een opening (25) is gelaten, waarbij deze plafondprofielen (24) een U-vormige doorsnede hebben gevormd door een bodem (26) die twee parallelle zijwanden (27) van het plafondprofiel (24) met elkaar verbindt, waarbij de buizen (7) van het klimaatregelend systeem (1) zijn aangebracht tusseri de zijwanden (27) van de plafondprofielen (24), uitgezonderd op plaatsen waar zulke buis (7) overgaat van een eerste plafondprofiel (24) naar een tweede plafondprofiel (24),, welke plafondprofielen (24) op een zekere laterale afstand (H) van elkaar zijn gelegen, . waarbij het klimaatregelend systeem (1) voorzien is van klemmiddelen (8) voor het vastklemmen van een buis (7) aan een draagprofiel (5) en waarbij eenzelfde doorlopende buis (7) is aangebracht in meerdere plafondprofielen (24) van het open plafond (2).

2. Klimaatregelend . systeem (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de openingen (25) een breedte (E) hebben en de .plafondprofielen (24) een breedte (F)· hebben waarbij de breedte € van een opening (25) minstens 15%, liever minstens 25% en beter nog minstens 4 0 % van de breedte (F) van een plafondprofiel (24) is.

3. Klimaatregelend systeem (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de buizen (7) aangebracht zijn tegen de bodem (26) van de plafondprof ielen (24), uitgezonderd op plaatsen waar zulke buis (7) overgaat van een 'eerste plafondprofiel (24) naar een tweede plafondprofiel (24), welke plafondprofielen (24) op een zekere laterale afstand (H) .van elkaar zijn gelegen.

4. Klimaatregelend systeem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat een doorlopende t buis (7) in opeenvolgende lussen (3,1) is aangebracht in de plafondprofielen (24), waarbij zulke lus (31) minstens wordt gevormd door twee parallelle buisgedeelten (32) aangebracht in een paar plafondprof ielen (24) die minstens' op een laterale afstand (H) uit elkaar liggen die. groter is- dan de afstand (G) tussen twee naast elkaar gelegen plafondprof ielen (24) van het open vals plafond (2) ; een tussenliggend buisgedeelte (33) dat deze twee parallelle buisgedeelten (32) verbindt en een hoek van 180° maakt, en waarbij minstens één lus een buisgedeelte (34) heeft dat een lusuiteinde ,(34) vormt en dat tevens een bocht van 180° maakt voor aansluiting op een volgende lus (31).

5. Klimaatregelend systeem (1) volgens conclusie , daardoor gekenmerkt dat opeenvolgende lussen (31) telkens over een laterale afstand (G) ten opzichte van. elkaar zijn verschoven die overeenstemt met de afstand (G) tussen naast elkaar gelegen plafondprofielen (24) of een veelvoud daarvan.

6. klimaatregelend systeem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de klemmiddelen (8) aan één uiteinde (12) voorzien zijn van een nagenoeg halfcilindervormig buisgedeelte (13) voor het vast klemmen van een buis (7) in de klemmiddelen (8).

7. Klimaatregelend systeem (1) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat een draagprofiel (5) is < voorzien van een gleuf- of gat (9) en de klemmiddelen (8) aan één uiteinde (10) voorzien, zijn van een paar tegenoverstaande haakjes (11) voor het vastklikken van de klemmiddelen (8) in een voornoemde gleuf of gat (9) van het draagprofiel (5) of in een paar voornoemde gleuven of gaten (9).

8. Klimaatregelend systeem (Ί) volgens conclusies 6 en 7, daardoor gekenmerkt dat .de klemmiddelen (8j bestaan uit een paar 'U-vormige .beugels, respectievelijk een eerste beugel (14) en een tweede beugel (15), waarvan de ruggen (16) aan elkaar zijn gekoppeld, waarbij elk van de vrije uiteinden (17) van de eerste beugel (14) een voornoemd halfcilindervormig buisgedeelte (13) is voorzien voor het vastklikkën van een buis (7), terwijl op elk van de vrije uiteinden (18) van de · tweede beugel (15) één haak (11) van een voornoemd paar tegenoverstaande haken (11) is voorzien voor het vast klikken van de klemmiddelen (8) in een voornoemde gleuf of voornoemd gat (9) of in een paar voornoemde gleuven of gaten (9) in een draagprofiel (5)..

9. Klimaatregelend systeem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zijwanden (27) van de plafondprofielen (24) aan hun vrije randen (28) ietwat naar binnen zijn geplooid ter vorming van een paar naar elkaar gerichte haken (29) die zich uitstrekken over de lengte van het plafondprofiel (24) en waarbij een draagprofiel (5) van de draagconstructie is voorzien van . een paar uitsteeksels (30) die complemegtair zijn aan de voornoemde haken (29) teneinde een plafondprofiel (24) aan een draagprofiel (5) te kunnen vasthaken.

10. Klimaatregelend systeem (1) volgens conclusies 10 en 11, daardoor gekenmerkt dat een draagprofiel (5) van de draagconstructie is voorzien van meerdere paren voornoemde uitsteeksels (30) voor het vasthaken van plafondprofielen (24), welke paren uitsteeksels (30) op regelmatige afstand (G) van elkaar zijn gelegen, waarbij het draagprofiel (24) eveneens is voorzien van meerdere gleuven of gaten (9) voor het vastklikkenvan · beugelvormige klemmiddelen (8), welke gleuven of gaten (9) op een regelmatiige afstand van elkaar zijn gelegen en waarbij een gleuf of gat (9) in het - midden is gelegen tussen twee uitsteeksels (30) van zulk paar voornoemde uitsteeksels (30).

11. Klimaatregelend systeem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat boven het open vals plafond (2). op regelmatige afstanden van elkaar geluidsisolatie (38) uit akoestisch dempend materiaal is aangebracht, op zodanige wijze dat een convectieve stroming tussen de plafondprofielen (4) ongehinderd kan plaatshebben en de lucht boven de plafondprofielen (4) kan worden gespoeld met lucht afkomstig van buiten het gebouw.

12. Klimaatregelend systeem (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het open vals plafond. (2) is opgehangen aan het plafond (3) van de ruimte (4) en de geluidsisolatie (38) bestaat uit platen die . met één zijrand tussen de zijwanden (27) van het betreffende plafondprofiel . (24) zijn geplaatst, en waarbij de tegenoverliggende zijrand van de platen zich uitstrekt op een zekere afstand van het plafond (3) van de ruimte (4) .

13. Klimaatregelend systeem (1) volgens conclusies 9 en 11, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde platen geluidsisolatie (38) zitten ingeklemd in het betreffende plafondprofiel (24) tussen het voornoemde paar naar elkaar gerichte haken (29) die zich uitstrekken over de lengte van het plafondprofiel (24) .