BE1019150A5 - Scherminrichting. - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een scherminrichting omvattende een op- en afrolbaar scherm, een motor (1) voor aandrijven van de op- en afrolbeweging en een compact inbouwbare elektrische koppeling met een mannelijk (2) en een vrouwelijk koppelstuk (6) voor elektrisch koppelen van een voedingskabel (5) met de motor (1), waarbij de contactpinnen (4) van het mannelijke koppelstuk (2) zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op de elektrische draden (3) waarmee deze zijn gekkopeld en/of waarbij de contactbussen (8) van het vrouwelijke koppelstuk (6) zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op de elektrische draden (7) waarmee deze zijn gekoppeld.

Description

SCHERMTNRICHTING

Deze uitvinding betreft een scherminrichting, omvattende: een op- en afrolbaar scherm; - een motor voor het aandrijven van de op- en afrolbeweging van het scherm, omvattende één of meerdere elektrische draden voor het opnemen van elektrische voeding en/of het aarden van de motor; - een bevestigingslichaam, waaraan een uiteinde van de motor via een lineaire schuifbeweging bevestigbaar is, waarbij het genoemde uiteinde van de motor een bevestigingskop omvat, die bevestigbaar is aan het bevestigingslichaam om de motor aan het bevestigingslichaam te bevestigen; een voedingskabel omvattende één of meerdere elektrische draden, voor het aanbrengen van elektrische voeding naar en/of het aarden van de één of meerdere elektrische draden van de motor; en een elektrische koppeling voor het elektrisch koppelen van de elektrische draden van de voedingskabel met de elektrische draden van de motor, waarbij deze elektrische koppeling een mannelijk koppelstuk en een vrouwelijk koppelstuk omvat, waarbij het mannelijke of het vrouwelijke koppelstuk aanbrengbaar of aangebracht is op het uiteinde van de motor en respectievelijk het vrouwelijke of het mannelijke koppelstuk aanbrengbaar of aangebracht is op het bevestigingslichaam, waarbij het mannelijke en het vrouwelijke koppelstuk zo gepositioneerd zijn op de motor en het bevestigingslichaam, dat ze via de schuifbeweging elektrisch gekoppeld worden, waarbij het mannelijke koppelstuk één of meerdere contactpinnen omvat, die elektrisch zijn gekoppeld met één of meerdere elektrische draden van de motor of van de voedingskabel, waarbij het vrouwelijke koppelstuk één of meerdere contactbussen omvat, die elektrisch zijn gekoppeld met één of meerdere elektrische draden van de voedingskabel of respectievelijk de motor, en waarbij de contactpinnen in respectievelijke contactbussen aanbrengbaar zijn om de respectievelijke draden elektrisch met elkaar te koppelen.

Gemotoriseerde scherminrichtingen, zoals bijvoorbeeld deze beschreven in EP 1 443 172, EP 1 207 266, FR 2 821 885 en FR 2 775 729 omvatten een elektrische koppeling om het monteren van de motor en het demonteren ervan bij onderhoud of defect aanzienlijk te vereenvoudigen. In plaats van de afzonderlijke draden van de voeding afzonderlijk aan de motor te moeten koppelen, zoals bij de scherminrichting uit EP 1 764 474, kan de voedingskabel eenvoudig verbonden worden met de motor of ervan losgekoppeld worden door het mannelijke koppelstuk in het vrouwelijke koppelstuk aan te brengen of hieruit los te maken.

In EP 1 443 172 is de motor van de beschreven scherminrichting voorzien van het mannelijke koppelstuk. De voedingskabel is voorzien van het vrouwelijke koppelstuk. De motor is verder voorzien van een bevestigingskop voor het mechanisch bevestigen van de motor aan een bevestigingslichaam om de motor in de scherminrichting op te nemen. In de bevestigingskop is een doorgang voorzien om het vrouwelijke koppelstuk doorheen deze opening met het mannelijke koppelstuk te kunnen koppelen. Op deze manier gebeurt de elektrische koppeling ter hoogte van de motor, waarbij deze niet in de weg kan zitten wanneer de bevestigingskop aan het bevestigingslichaam wordt bevestigd.

De motor van de scherminrichtingen in EP 1 207 266 en in FR 2 821 885 zijn eveneens voorzien van een bevestigingkop om deze aan een bevestigingslichaam te bevestigen om de motor in de scherminrichting op te nemen. Deze bevestigingskop van de motor is hier voorzien van het mannelijke of het vrouwelijke koppelstuk. De voedingskabel is hierbij respectievelijk voorzien van het vrouwelijke of mannelijke koppelstuk. Bij koppelen ervan is de locatie van de elektrische koppeling vastgelegd, zodat deze opnieuw niet in de weg kan zitten wanneer de bevestigingskop aan het bevestigingslichaam wordt bevestigd.

In een gemotoriseerde scherminrichting zoals beschreven in EP 1 365 101, FR 2 775 729 en BE-2009/0404 wordt het monteren en demonteren van de . motor verder vereenvoudigd, door de elektrische koppeling samen met de mechanische koppeling te realiseren.

In EP 1 365 101 wordt de motor via een lineaire schuifbeweging volgens de lengteas van de motor aan een omschakelkast als bevestigingslichaam bevestigd. Tijdens de mechanische bevestiging wordt eveneens de elektrische koppeling gerealiseerd. De bevestigingskop van de motor is namelijk tegelijk het mannelijke koppelstuk van de elektrische koppeling, terwijl het bevestigingslichaam voorzien is van het vrouwelijke koppelstuk van de elektrische verbinding. Om de motor dan met de voedingskabel te verbinden, dient de voedingskabel wel nog met de omschakelkast verbonden te worden.

In FR 2 775 729 en BE-2009/0404 is eveneens een scherminrichting beschreven, waarbij de elektrische koppeling samen met de mechanische koppeling wordt gerealiseerd. De motor is in deze scherminrichting met behulp van een lineaire schuifbeweging loodrecht op zijn as bevestigbaar aan een bevestigingslichaam van de scherminrichting. Het mannelijke en het vrouwelijke koppelstuk worden op het einde van deze schuifbeweging elektrisch gekoppeld.

De elektrische koppelingen uit de stand van de techniek hebben echter allemaal het nadeel dat de koppeling van de voedingskabel met de motor relatief veel plaats inneemt, wat ofwel het (de)monteren van de motor bemoeilijkt, zoals het geval is bij de scherminrichtingen uit EP 1 443 172, EP 1 207 266 en FR 2 821 885, ofwel vereist dat de schermkast relatief groot uitgevoerd wordt, zoals het geval is bij de scherminrichtingen uit EP 1 365 101, FR 2 775 729 en BE-2009/0404.

Wanneer een eenvoudige koppeling voorzien wordt, waarbij de mechanische en elektrische koppeling samen worden gerealiseerd, dan moet naast de schermrol waarop het scherm is opgerold plaats voorzien worden om deze koppeling uit te kunnen voeren. Dit kan ofwel in de lengte van de schermkast, zoals bijvoorbeeld bij de scherminrichting uit EP 1 365 101, ofwel in de breedte van de schermkast, zoals bij de scherminrichtingen uit FR 2 775 729 en BE-2009/0404.

In de scherminrichting uit EP 1 365 101 dient de schermkast, waarin de schermrol, samen met de motor en de koppeling is aangebracht, nog langer uitgevoerd te worden dan bij de doorsnee gemotoriseerde scherminrichtingen. Vanuit esthetisch oogpunt is dit meestal ongewenst. Om de schermkast symmetrisch ten opzichte van het scherm uit te voeren, zal men aan de andere laterale zijde van het scherm dan eveneens een even breed uitstekend deel van de schermkast voorzien.

In de scherminrichting uit BE-2009/0404 dient de schermkast waarin deze schermrol, samen met de motor en de koppeling is aangebracht, relatief veel breder uitgevoerd te worden dan de diameter van het scherm en de schermrol. Dit is vanuit esthetisch oogpunt vaak ongewenst, wanneer de schermkast op deze manier breder wordt dan de breedte van het raam waarboven of waarvoor deze wordt geplaatst.

In de praktijk zal men dergelijke scherminrichtingen vaak ook voorzien van één of meerdere latgeleiders voor het geleiden van een onderlat, die aangebracht is aan de onderzijde van het scherm, tijdens de op- en affolbeweging van het scherm. Steeds meer worden deze ook voorzien van schermgeleiders, voor het geleiden van een laterale zijde van het scherm tijdens de op- en affolbeweging ervan, om het scherm steeds strak te houden. De laterale zijden van het scherm zijn hiertoe dan voorzien van een verdikking, die bijvoorbeeld als een halve ritssluiting wordt uitgevoerd. Deze latgeleiders en/of schermgeleiders worden hierbij eveneens breder uitgevoerd, wanneer men deze aansluitend op de kopstukken van de schermkast wenst te plaatsen. Op deze manier bekomt men niet enkel esthetisch minder gewenste brede lat- en/of schermgeleiders, maar wordt aanzienlijk veel extra materiaal gebruikt om zowel de schermkast groter uit te voeren, als om de lat- en/of schermgeleiders breder uit te voeren.

Het doel van deze uitvinding is dan ook te voorzien in een scherminrichting waarbij het mechanisch en elektrisch monteren en demonteren van de motor eenvoudig kan gebeuren, zonder dat hiertoe de schermkast en de eventuele schermgeleiders ruimer uitgevoerd dienen te worden.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een scherminrichting, omvattende: een op- en afrolbaar scherm; een motor voor het aandrijven van de op- en afrolbeweging van het scherm, omvattende één of meerdere elektrische draden voor het opnemen van elektrische voeding en/of het aarden van de motor; een bevestigingslichaam, waaraan een uiteinde van de motor via een lineaire schuifbeweging bevestigbaar is, waarbij het genoemde uiteinde van de motor een bevestigingskop omvat, die bevestigbaar is aan het bevestigingslichaam om de motor aan het bevestigingslichaam te bevestigen; een voedingskabel omvattende één of meerdere elektrische draden, voor het aanbrengen van elektrische voeding naar en/of het aarden van de één of meerdere elektrische draden van de motor; een elektrische koppeling voor het elektrisch koppelen van de elektrische draden van de voedingskabel met de elektrische draden van de motor, waarbij deze elektrische koppeling een mannelijk koppelstuk en een vrouwelijk koppelstuk omvat, waarbij het mannelijke of het vrouwelijke koppelstuk aanbrengbaar of aangebracht is op het uiteinde van de motor en respectievelijk het vrouwelijke of het mannelijke koppelstuk aanbrengbaar of aangebracht is op het bevestigingslichaam, waarbij het mannelijke en het vrouwelijke koppelstuk zo gepositioneerd zijn op de motor en het bevestigingslichaam, dat ze via de schuifbeweging elektrisch gekoppeld worden, waarbij het mannelijke koppelstuk één of meerdere contactpinnen omvat, die elektrisch zijn gekoppeld met één of meerdere elektrische draden van de motor of van de voedingskabel, ter hoogte van een draaduiteinde van deze één of meerdere elektrische draden, waarbij het vrouwelijke koppelstuk één of meerdere contactbussen omvat, die elektrisch zijn gekoppeld met één of meerdere elektrische draden van de voedingskabel of respectievelijk de motor, ter hoogte van een draaduiteinde van deze één of meerdere elektrische draden, waarbij de contactpinnen in respectievelijke contactbussen aanbrengbaar zijn om de respectievelijke draden elektrisch met elkaar te koppelen, waarbij de contactpinnen van elk koppelstuk met behulp van contacten van het vlagtype met het corresponderende draaduiteinde van de elektrische draden zijn gekoppeld en zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op het respectievelijke draaduiteinde van de elektrische draden waarmee deze zijn gekoppeld, waarbij het mannelijke koppelstuk twee of meerdere mannelijke deelkoppelstukken omvat die elk een deel van de contactpinnen van het mannelijke koppelstuk omvatten, waarbij het vrouwelijke koppelstuk twee of meerdere corresponderende vrouwelijke deelkoppelstukken omvat, die elk een corresponderend deel van de contactbussen van het vrouwelijke koppelstuk omvatten en waarbij de deelkoppelstukken van het mannelijke of het vrouwelijke koppelstuk elk hoofdzakelijk in een afzonderlijke hoek van de omgeschreven balkvorm van de bevestigingskop bevestigbaar zijn of aangebracht zijn.

Door de contactpinnen en de contactbussen nagenoeg loodrecht op de draaduiteinden van de corresponderende elektrische draden te laten uitstrekken, kan de elektrische koppeling aanzienlijk compacter uitgevoerd worden dan bij de stand van de techniek.

De meeste plaats wordt gewonnen, wanneer zowel de contactpinnen van het mannelijke koppelstuk zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op de draaduiteinden van de elektrische draden waarmee deze zijn gekoppeld als de contactbussen van het vrouwelijke koppelstuk zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op de draaduiteinden van de elektrische draden waarmee deze zijn gekoppeld.

Bij voorkeur is de motor door middel van een lineaire schuifbeweging loodrecht op zijn as bevestigbaar aan het bevestigingslichaam.

Door de motor via een lineaire schuifbeweging loodrecht op zijn as aan het bevestigingslichaam te bevestigen, is deze ook eenvoudig (de)monteerbaar in een behuizing van een scherm dat boven een raam is ingebouwd. Doordat de elektrische koppeling gerealiseerd wordt via de schuifbeweging, dient deze niet afzonderlijk (los)gekoppeld te worden. Deze gecombineerde mechanische en elektrische koppeling kan uiteraard ook ingezet worden bij scherminrichtingen voor opbouw, die voor een raam gemonteerd worden, in plaats van bij bovengenoemde scherminrichtingen voor inbouw, die boven een raam worden geplaatst.

Meer specifiek kan de bevestigingskop één of meerdere geleidingssleuven en/of één of meerdere geleidingsribben omvatten, waarbij dan het bevestigingslichaam respectievelijk één of meerdere corresponderende geleidingsribben en/of geleidingssleuven omvat, en waarbij bij bevestiging van de bevestigingskop aan het bevestigingslichaam de één of meerdere geleidingsribben in de corresponderende één of meerdere geleidingssleuven worden geleid tijdens de lineaire schuifbeweging.

Dankzij deze geleidingssleuven en de geleidingsribben, wordt de elektrische koppeling zeker in de juiste positie gerealiseerd, en niet schuin of omgekeerd, enz.

Bijkomend kan de motor nog met behulp van bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld schroeven vastgemaakt worden aan het bevestigingslichaam:

Een bijzondere scherminrichting volgens deze uitvinding omvat een behuizing, waarbij het genoemde bevestigingslichaam deel uitmaakt van de behuizing en bijvoorbeeld deze behuizing aan een uiteinde afsluit.

Om de scherminrichting bijzonder compact uit te kunnen voeren, strekt het mannelijke of het vrouwelijke koppelstuk zich in gemonteerde toestand van de scherminrichting bij voorkeur hoofdzakelijk uit in een gebied aangrenzend aan de bevestigingskop, dat afgebakend wordt door de raakvlakken van de bevestigingskop die zich loodrecht op de as van de motor uitstrekken.

Nog meer voorkeurdragend is de bevestigingskop hoofdzakelijk cilindrisch uitgevoerd en is het mannelijke of het vrouwelijke koppelstuk hoofdzakelijk binnen de omgeschreven balkvorm van de bevestigingskop bevestigbaar of aangebracht.

Meer specifiek omvat de motor vier elektrische draden, omvat de voedingskabel vier corresponderende elektrische draden, omvat het mannelijke koppelstuk vier contactpinnen die elektrisch zijn gekoppeld met de vier elektrische draden van de motor of met de vier elektrische draden van de voedingskabel, omvat het vrouwelijke koppelstuk vier contactbussen die elektrisch zijn gekoppeld met respectievelijk de vier elektrische draden van de voedingskabel of de vier elektrische draden van de motor, omvat het mannelijke koppelstuk twee deelkoppelstukken, die elk twee van de vier contactpinnen omvatten en omvat het vrouwelijke koppelstuk twee deelkoppelstukken, die elk twee van de vier contactbussen omvatten.

Verder omvat een scherminrichting volgens deze uitvinding bij voorkeur één of meerdere latgeleiders, voor het geleiden van een onderlat, die aan de onderzijde van het scherm is bevestigd, tijdens de op- en afrolbeweging van het scherm, waarbij deze één of meerdere latgeleiders voorzien zijn van een kamer waarin de voedingskabel aanbrengbaar is.

Nog meer voorkeurdragend omvat een scherminrichting volgens deze uitvinding één of meerdere schermgeleiders voor het geleiden van een laterale zijde van het scherm tijdens de op- en affolbeweging ervan, waarbij deze één of meerdere schermgeleiders voorzien zijn van een kamer waarin de voedingskabel aanbrengbaar is. Een dergelijke kamer kan een afgesloten kamer zijn, maar kan ook de ruimte binnen een insprong of holte zijn.

Bij voorkeur is een dergelijke kamer van een lat- en/of schermgeleider dan in lengterichting voorzien van een sleuf waardoorheen de voedingskabel in de kamer aanbrengbaar is.

Deze sleuf heeft dan bij voorkeur een breedte die kleiner is dan de diameter van de voedingskabel.

Op deze manier kan de voedingskabel doorheen de sleuf in de kamer aangebracht worden, zonder dat deze er automatisch terug uit kan komen.

Om de elektrische koppeling in een scherminrichting volgens deze uitvinding waterdicht uit te voeren is het mannelijke koppelstuk bij voorkeur voorzien van een opstaande rand, waarbinnen één of meerdere van de contactpinnen zijn geplaatst, en is het vrouwelijke koppelstuk voorzien van een met deze opstaande rand corresponderend opstaand deel, waarin één of meerdere met deze contactpinnen corresponderende contactbussen zijn geplaatst, waarbij dit opstaande deel van het vrouwelijke koppelstuk aanbrengbaar is in de opstaande rand van het mannelijke koppelstuk, zodat bij aanbrengen van dit opstaande deel van het vrouwelijke koppelstuk in de opstaande rand van het mannelijke koppelstuk de corresponderende contactpinnen in de corresponderende contactbussen worden aangebracht.

De opstaande rand van het mannelijke koppelstuk is hierbij dan bij voorkeur vervaardigd uit een harder materiaal dan het opstaande deel van het vrouwelijke koppelstuk.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende scherminrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze scherminrichting aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten. -

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 de motor en het bevestigingslichaam van de voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding in zijaanzicht zijn weergegeven in gekoppelde toestand; - figuur 2 een deel van de motor en het bevestigingslichaam uit figuur 1 in achteraanzicht zijn weergegeven in gekoppelde toestand; - figuur 3 het vrouwelijke koppelstuk van de elektrische koppeling van de voorkeurdragende scherminrichting in aanzicht is weergegeven, met de contactbussen naar achter; - figuur 4 het vrouwelijke koppelstuk uit figuur 3 in aanzicht is weergegeven met de contactbussen naar boven; - figuur 5 het mannelijke koppelstuk van de elektrische koppeling van de voorkeurdragende scherminrichting in aanzicht is weergegeven met de contactpinnen naar voor; - figuur 6 het mannelijke koppelstuk uit figuur 5 in aanzicht is weergegeven met de contactpinnen naar onder; - figuur 7 de elektrische bedrading uit het vrouwelijke koppelstuk uit figuur 5 in aanzicht is weergegeven met de contactbussen naar voor; - figuur 8 de elektrische bedrading van een alternatieve uitvoeringsvorm van het vrouwelijke koppelstuk van een scherminrichting volgens deze uitvinding in aanzicht is weergegeven met de contactbussen naar voor; - figuur 9 de elektrische bedrading van het mannelijke koppelstuk uit figuur 6 in aanzicht is weergegeven met de contactpinnen naar voor; - figuur 10 het bevestigingslichaam van de voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding in zijaanzicht is weergegeven, met alternatieve plaatsingen voor de voedingskabel; - figuur 11 een deel van de voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens de uitvinding opengewerkt in perspectief is weergegeven, met de motor en het bevestigingslichaam in ontkoppelde toestand.

De gemotoriseerde scherminrichting volgens deze uitvinding, omvat een op- en afrolbaar scherm en een motor (1) voor het aandrijven van de op- en afrolbeweging van het scherm. De motor (1) van deze scherminrichting werd afgebeeld in de figuren 1, 2 en 11. Verder omvat deze scherminrichting een behuizing, die opgebouwd is uit meerdere delen, waaronder ook een bevestigingslichaam (9), dat voorzien is om een uiteinde van deze scherminrichting (minstens gedeeltelijk) af te sluiten. Het bevestigingslichaam (9) is afgebeeld in de figuren 1, 2, 10 en 11. Een uiteinde van de motor (1) is via een lineaire schuifbeweging loodrecht op zijn as (A) bevestigbaar aan dit bevestigingslichaam (9). De motor (1) omvat hiertoe aan dit uiteinde een bevestigingskop (10), die bevestigbaar is aan het bevestigingslichaam (9) om de motor (1) aan het bevestigingslichaam (9) te bevestigen.

De motor (1) omvat vier elektrische draden (3) voor het opnemen van elektrische voeding en voor het aarden van de motor (1). In de praktijk hebben motoren (1) van gemotoriseerde scherminrichtingen vaak twee of drie elektrische draden (3) voor het opnemen van elektrische voeding en/of het aarden van de motor (1).

Daarnaast omvat deze scherminrichting een voedingskabel (5) met vier elektrische draden (7) voor het aanbrengen van elektrische voeding naar de corresponderende elektrische draden (3) van de motor (1) en om de motor (1) te aarden via de corresponderende elektrische draad (3). Bij scherminrichtingen met motoren (1) die twee of drie elektrische draden (3) hebben, heeft deze voedingskabel (5) bij voorkeur ook slechts twee, respectievelijk drie elektrische draden (7).

Om de elektrische draden (7) van deze voedingskabel (5) elektrisch te koppelen met de elektrische draden (3) van de motor (1) omvat deze scherminrichting verder een elektrische koppeling. Deze elektrische koppeling omvat een mannelijk koppelstuk (2), dat afzonderlijk werd afgebeeld in de figuren 5 en 6, en een vrouwelijk koppelstuk (6), dat afzonderlijk werd afgebeeld in de figuren 3 en 4.

Het mannelijke koppelstuk (2) is hier in een richting loodrecht op de as (A) van de motor (1) gezien losmaakbaar bevestigbaar aangrenzend aan de bevestigingskop (10). In gemonteerde toestand strekt dit koppelstuk (2) zich dan hoofdzakelijk uit in een gebied aangrenzend aan de bevestigingskop (10), dat afgebakend wordt door de raakvlakken van de bevestigingskop (10), die zich loodrecht op de as (A) van de motor (1) uitstrekken. Zoals te zien is in figuur 1, is de bevestigingskop (10) hoofdzakelijk cilindrisch uitgevoerd, waarbij het mannelijke koppelstuk (2) hoofdzakelijk binnen de omgeschreven balkvorm van de bevestigingskop (10) bevestigbaar is. Het vrouwelijke koppelstuk (6) is aangebracht op het bevestigingslichaam (9). Even goed zou het vrouwelijke koppelstuk (6) aan de bevestigingskop (10) voorzien kunnen worden, waarbij dan het mannelijke koppelstuk (2) aan het bevestigingslichaam (9) wordt voorzien. Het mannelijke koppelstuk (2) en het vrouwelijke koppelstuk (6) zijn zodanig gepositioneerd op de motor (1) en het bevestigingslichaam (9), dat ze bij het bevestigen van de motor (1) aan het bevestigingslichaam (9) op het einde van de schuifbeweging elektrisch worden gekoppeld. Op deze manier wordt het (de)monteren van de motor (1) uiterst eenvoudig.

Zoals te zien is in de figuren 3 en 4, omvat het vrouwelijke koppelstuk (6) vier contactbussen (8), die met behulp van zogenaamde contacten van het vlagtype elektrisch zijn gekoppeld met de draaduiteinden van de elektrische draden (7) van de voedingskabel (5), zoals te zien is in figuur 7. Op deze manier strekken de contactbussen (8) zich nagenoeg loodrecht uit op de draaduiteinden van de elektrische draden (7) waarmee deze zijn gekoppeld. In figuur 8 is een alternatieve schikking van de elektrische draden (7) van de voedingskabel (5) in het vrouwelijke koppelstuk (6) afgebeeld, waarbij de voedingskabel (5) op de tegenovergestelde zijde van het vrouwelijke koppelstuk (6) aansluit als in het vrouwelijke koppelstuk (6) zoals afgebeeld in de figuren 3, 4 en 7.

Het vrouwelijke koppelstuk (6) omvat verder twee deelkoppelstukken (6a, 6b), zoals te zien is in de figuren 3 en 4, die elk twee van de contactbussen (8) omvatten.

Het mannelijke koppelstuk (2) omvat vier contactpinnen (4), zoals te zien is in de figuren 5 en 6, die met behulp van zogenaamde contacten van het vlagtype elektrisch zijn gekoppeld met de draaduiteinden van de elektrische draden (3) van de motor (1), zoals te zien is in figuur 9. Op deze manier strekken de contactpinnen (4) zich nagenoeg loodrecht uit op de draaduiteinden van de elektrische draden (3) waarmee deze zijn gekoppeld.

Het mannelijke koppelstuk (2) omvat verder twee deelkoppelstukken (2a, 2b), zoals te zien is in de figuren 5 en 6, die elk twee van de contactpinnen (4) omvatten. In figuur 1 is te zien hoe in bevestigde toestand van het mannelijke koppelstuk (2) naast de bevestigingskop (10), deze deelkoppelstukken (2a, 2b) zich elk hoofdzakelijk in een afzonderlijke hoek van de omgeschreven balkvorm van de bevestigingskop (10) bevinden.

De contactpinnen (4) van het mannelijke koppelstuk (2) zijn aanbrengbaar in de contactbussen (8) van het vrouwelijke koppelstuk (6) om de respectievelijke elektrische draden (3, 7) elektrisch met elkaar te koppelen. Bij koppelen van het mannelijke koppelstuk (2) met het vrouwelijke koppelstuk (6) worden de respectievelijke deelkoppelstukken (2a, 2b, 6a, 6b) met elkaar gekoppeld.

Bij gemotoriseerde scherminrichtingen met een motor (1) met 2 of 3 elektrische draden, wordt de elektrische koppeling uiteraard ook overeenkomstig aangepast.

Om de elektrische koppeling waterdicht te kunnen realiseren is het mannelijke koppelstuk (2) per deelkoppelstuk (2a, 2b) voorzien van een opstaande rand (14), waarbinnen telkens twee van de vier contactpinnen (4) zijn geplaatst. Het vrouwelijke koppelstuk (6) is per deelkoppelstuk (6a, 6b) corresponderend voorzien van een met deze opstaande rand (14) corresponderend opstaand deel (15), waarin telkens twee van de contactbussen (8) zijn geplaatst. Het opstaande deel (15) van een deelkoppelstuk (6a, 6b) van het vrouwelijke koppelstuk (6) is aanbrengbaar in de corresponderende opstaande rand (14) van het corresponderende deelkoppelstuk (2a, 2b) van het mannelijke koppelstuk (2). Bij aanbrengen van dit opstaande deel (15) in de opstaande rand (14) worden de corresponderende contactpinnen (4) in de corresponderende contactbussen (8) aangebracht. Verder zijn de opstaande randen (14) van het mannelijke koppelstuk (2) vervaardigd uit een harder materiaal dan de opstaande delen (15) van het vrouwelijke koppelstuk (6), zodat het zachtere materiaal van het vrouwelijke koppelstuk (6) bij koppeling een dichtende functie op zich kan nemen. Om deze dichtende functie te versterken zijn de opstaande delen (15) in deze uitvoeringsvorm voorzien van dichtingranden (16).

Om de bevestiging van de motor (1) aan het bevestigingslichaam (9) te kunnen realiseren via een lineaire schuifbeweging loodrecht op de as (A) van de motor (1), is de bevestigingskop (10) enerzijds voorzien van geleidingsribben. Het bevestigingslichaam (9) is anderzijds voorzien van corresponderende geleidingssleuven. Door de motor (1) naar het bevestigingslichaam (9) toe te bewegen, zodat de geleidingsribben van de bevestigingskop (10) aangrijpen in de geleidingssleuven van het bevestigingslichaam (9), kan de lineaire schuifbeweging ingezet worden. Tijdens de lineaire schuifbeweging worden de geleidingsribben dan geleid in de geleidingssleuven, totdat de motor (1) en het bevestigingslichaam (9) gekoppeld zijn. In deze gekoppelde positie is ook de elektrische koppeling van het mannelijke (2) en het vrouwelijke koppelstuk (6) gerealiseerd. De bevestigingskop (10) van de motor (1) kan in de gekoppelde positie verder met één of meerdere schroeven vastgemaakt worden aan het bevestigingslichaam (9).

In figuur 1 dient de motor (1) naar rechts toe bewogen te worden ten opzichte van het bevestigingslichaam (9) om deze te ontkoppelen. In figuur 2 dient de motor (1) naar achter toe bewogen te worden ten opzichte van het bevestigingslichaam (9) om deze te ontkoppelen. In figuur 11 dient de motor (1) schuin naar links voor bewogen te worden ten opzichte van het bevestigingslichaam (9) om deze te koppelen en schuin naar rechts achter om deze terug te ontkoppelen.

In figuur 10 zijn alternatieve plaatsingen (5a, 5b, 5c, 5d) van de voedingskabel (5) in een scherminrichting volgens deze uitvinding weergegeven. In de praktijk zullen deze verschillende afgebeelde voedingskabels (5a, 5b, 5c, 5d) niet tegelijk aanwezig zijn. Wanneer de voedingskabel (5) één van de posities (5a, 5b) inneemt bovenaan de schermkast, dan kan het vrouwelijke koppelstuk (6) uitgevoerd worden met een bedrading zoals afgebeeld in figuur 8. Wanneer de voedingskabel (5) één van de posities (5c, 5d) inneemt onderaan de schermkast, dan kan het vrouwelijke koppelstuk (6) uitgevoerd worden met een bedrading zoals afgebeeld in figuur 7. De positie (5d) volledig onderaan de schermkast is de positie die de voedingskabel (5) in de figuren 1, 2 en 11 inneemt.

De voorkeurdragende scherminrichting omvat verder ook latgeleiders (11), voor het geleiden van de onderlat, die aan de onderzijde van het scherm is bevestigd, tijdens de op- en affolbeweging van het scherm. Een dergelijke latgeleider (11) is afgebeeld in figuur 11. Deze latgeleider (11) is voorzien van een kamer (12) waarin de voedingskabel (5) aanbrengbaar is. In lengterichting van de latgeleider (11) is deze kamer (12) voorzien van een sleuf (13) waardoorheen de voedingskabel (5) in de kamer (12) aanbrengbaar is. Deze sleuf (13) heeft een breedte die smaller is dan de diameter van de voedingskabel (5), zodat de voedingskabel (5) er wel doorheen kan geduwd worden onder kracht, maar er niet automatisch terug uit kan komen. Dankzij deze sleuf (13) kan de voedingskabel (5) ter plaatse van een verdere aansluiting van de voedingskabel (5) terug uit de kamer (12) gehaald worden. Om de voedingskabel (5) in de kamer (12) aan te brengen, kan men deze ook via een uiteinde van de latgeleider (11) in deze kamer (12) aanbrengen. De kamer (12) is voldoende diep uitgevoerd zodat de voedingskabel (5) langs een schroef kan lopen, die in de opening (18) is aangebracht om de behuizing van deze scherminrichting aan het bevestigingslichaam (9) te bevestigen.

Het bevestigingslichaam (9) omvat een stift (17), om het bevestigingslichaam (9) juist ten opzichte van de latgeleider (11) te positioneren en deze losmaakbaar met de latgeleider (11) te verbinden. Het bevestigingslichaam (9) omvat verder een vrije ruimte tussen de opening (18) en deze stift (17), die voldoende groot is opdat de voedingskabel (5) via deze vrije ruimte naar de kamer (12) kan lopen.

Claims (7)

1. Scherminrichting, omvattende: een op- en affolbaar scherm; - een motor (1) voor het aandrijven van de op- en afrolbeweging van het scherm, omvattende één of meerdere elektrische draden (3) voor het opnemen van elektrische voeding en/of het aarden van de motor O); - een bevestigingslichaam (9), waaraan een uiteinde van de motor (1) via een lineaire schuifbeweging bevestigbaar is, waarbij het genoemde uiteinde van de motor (1) een bevestigingskop (10) omvat, die bevestigbaar is aan het bevestigingslichaam (9) om de motor (1) aan het bevestigingslichaam (9) te bevestigen; een voedingskabel (5) omvattende één of meerdere elektrische draden (7), voor het aanbrengen van elektrische voeding naar en/of het aarden van de één of meerdere elektrische draden (3) van de motor (1); - een elektrische koppeling voor het elektrisch koppelen van de elektrische draden (7) van de voedingskabel (5) met de elektrische draden (3) van de motor (1), waarbij deze elektrische koppeling een mannelijk koppelstuk (2) en een vrouwelijk koppelstuk (6) omvat, waarbij het mannelijke (2) of het vrouwelijke koppelstuk (6) aanbrengbaar of aangebracht is op het uiteinde van de motor (1) en respectievelijk het vrouwelijke (6) of het mannelijke koppelstuk (2) aanbrengbaar of aangebracht is op het bevestigingslichaam (9), waarbij het mannelijke en het vrouwelijke koppelstuk (2, 6) zo gepositioneerd zijn op de motor (1) en het bevestigingslichaam (9), dat ze via de schuifbeweging elektrisch gekoppeld worden, waarbij het mannelijke koppelstuk (2) één of meerdere contactpinnen (4) omvat, die elektrisch zijn gekoppeld met één of meerdere elektrische draden (3, 7) van de motor (1) of van de voedingskabel (5), ter hoogte van een uiteinde van deze één of meerdere elektrische draden (3, 7), waarbij het vrouwelijke koppelstuk (6) één of meerdere contactbussen (8) omvat, die elektrisch zijn gekoppeld met één of meerdere elektrische draden (7, 3) van de voedingskabel (5) of respectievelijk de motor (1), ter hoogte van een uiteinde van deze één of meerdere elektrische draden (3, 7) en waarbij de contactpinnen (4) in respectievelijke contactbussen (8) aanbrengbaar zijn om de respectievelijke draden (3, 7) elektrisch met elkaar te koppelen; met het kenmerk dat de contactpinnen (4) van elk koppelstuk (2) met behulp van contacten van het vlagtype met het corresponderende uiteinde van de elektrische draden (3, 7) zijn gekoppeld en zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op het respectievelijke uiteinde van de elektrische draden (3, 7) waarmee deze zijn gekoppeld, dat het mannelijke koppelstuk (2) twee of meerdere mannelijke deelkoppelstukken (2a, 2b) omvat die elk een deel van de contactpinnen (4) van het mannelijke koppelstuk (2) omvatten, dat het vrouwelijke koppelstuk (6) twee of meerdere corresponderende vrouwelijke deelkoppelstukken (6a, 6b) omvat, die elk een corresponderend deel van de contactbussen (8) van het vrouwelijke koppelstuk (6) omvatten en dat de deelkoppelstukken (2a, 2b) van het mannelijke (2) of het vrouwelijke koppelstuk (6) elk hoofdzakelijk in een afzonderlijke hoek van de omgeschreven balkvorm van de bevestigingskop (10) bevestigbaar zijn of aangebracht zijn.

2. Scherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de motor (1) door middel van een lineaire schuifbeweging loodrecht op zijn as (A) bevestigbaar is aan het bevestigingslichaam (9).

3. Scherminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het mannelijke (2) of het vrouwelijke koppelstuk (6) zich in gemonteerde toestand van de scherminrichting hoofdzakelijk uitstrekt in een gebied aangrenzend aan de bevestigingskop (10), dat afgebakend wordt door de raakvlakken van deze bevestigingskop (10), die zich loodrecht op de as (A) van de motor (1) uitstrekken.

4. Scherminrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de bevestigingskop (10) hoofdzakelijk cilindrisch is uitgevoerd en dat het mannelijke (2) of het vrouwelijke (6) koppelstuk hoofdzakelijk binnen de omgeschreven balkvorm van de bevestigingskop (10) bevestigbaar is of aangebracht is.

5. Scherminrichting volgens één van de voorgaande conclusies , met het kenmerk dat de motor (1) vier elektrische draden (3) omvat, dat de voedingskabel (5) vier corresponderende elektrische draden (7) omvat, dat het mannelijke koppelstuk (2) vier contactpinnen (4) omvat die elektrisch zijn gekoppeld met de vier elektrische draden (3) van de motor (1) of met de vier elektrische draden (7) van de voedingskabel (5), dat het vrouwelijke koppelstuk (6) vier contactbussen (8) omvat die elektrisch zijn gekoppeld met respectievelijk de vier elektrische draden (7) van de voedingskabel (5) of de vier elektrische draden (3) van de motor (1), dat het mannelijke koppelstuk (2) twee deelkoppelstukken (2a, 2b) omvat, die elk twee van de vier contactpinnen (4) omvatten en dat het vrouwelijke koppelstuk (6) twee deelkoppelstukken (6a, 6b) omvat, die elk twee van de vier contactbussen (8) omvatten.

6. Scherminrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het mannelijke koppelstuk (2) voorzien is van een opstaande rand (14), waarbinnen één of meerdere van de contactpinnen (4) zijn geplaatst, en dat het vrouwelijke koppelstuk (6) voorzien is van een met deze opstaande rand (14) corresponderend opstaand deel (15), waarin één of meerdere met deze contactpinnen (4) corresponderende contactbussen (8) zijn geplaatst, waarbij dit opstaande deel (15) van het vrouwelijke koppelstuk (6) aanbrengbaar is in de opstaande rand (14) van het mannelijke koppelstuk (2), zodat bij aanbrengen van dit opstaande deel (15) van het vrouwelijke koppelstuk (6) in de opstaande rand (14) van het mannelijke koppelstuk (2) de corresponderende contactpinnen (4) in de corresponderende contactbussen (8) worden aangebracht.

7. Scherm inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de opstaande rand (14) van het mannelijke koppelstuk (2) vervaardigd is uit een harder materiaal dan het opstaande deel (15) van het vrouwelijke koppelstuk (6).