BE1019064A5 - Plaatvormige drager voor het verwijderbaar vasthouden van kaarten, samenstel van de drager en een kaart en werkwijze daarvoor. - Google Patents

Abstract

Plaatvormige drager voor het verwijderbaar vasthouden van één of meerdere kaarten waarbij eerste hechtingsmiddelen aanwezig zijn voor het positioneren van de kaarten in hoogterichting, waarbij ook tweede hechtingsmiddelen aanwezig zijn voor het positioneren van de kaarten volgens horizontale richting.

Description

Plaatvormige drager voor het verwijderbaar vasthouden van kaarten, samenstel van de drager en een kaart en werkwijze daarvoor

Deze uitvinding heeft betrekking op een plaatvormige drager voor het verwijderbaar vasthouden van één of meerdere kaarten waarbij eerste hechtingsmiddelen aanwezig zijn voor het positioneren van de kaarten in hoogterichting overeenkomstig de aanhef van de eerste conclusie. Verder heeft deze uitvinding betrekking op een samenstel van een dergelijke drager en één of meerdere kaarten waarbij de kaarten gepositioneerd worden door de eerste en tweede hechtingsmiddelen en een werkwijze voor het aanbrengen van een kaart in de plaatvormige drager.

Er zijn reeds verschillende systemen op de markt beschikbaar waarbij een dergelijke plaatvormige drager gebruikt wordt om kaarten vast te houden. Vaak worden deze systemen zo ontworpen dat de kaarten verwijderbaar kunnen aangebracht worden op de plaat. Op deze manier kunnen de kaarten bijvoorbeeld vervangen worden door nieuwe kaarten als de informatie op de kaart gedateerd is en moet vervangen worden door recentere informatie.

Een voorbeeld van een dergelijk systeem wordt beschreven in GB661693. Hierin wordt een systeem beschreven dat als drager dient voor kaarten, etc. en daartoe een aantal plaatvormige dragers bevat die scharnierend aan elkaar bevestigd zijn. Elke plaatvormige drager bevat een aantal lipvormige uitstekende delen aan de bovenzijde en onderzijde van plaat die de kaart positioneren volgens een verticale richting.

Een dergelijk systeem heeft echter het nadeel dat de kaart enkel onderaan ondersteund wordt en daardoor enkel in hoogterichting gepositioneerd wordt, gezien enkel uitstekende delen voorzien zijn aan de boven- en onderzijde van de dragers die de kaarten louter ondersteunen. Indien de plaatvormige drager in een horizontale richting beweegt of gedraaid wordt, bestaat het gevaar dat de kaart die door de lipvormige uitstekende delen ondersteund wordt, uit deze uitstekende delen schuift in horizontale richting ten opzichte van het bord en bijvoorbeeld op de grond valt.

Het is daarom het doel van de huidige uitvinding te voorzien in een plaatvormige drager voor het verwijderbaar vasthouden van kaarten volgens de aanhef van de eerste conclusie waarbij het risico dat de kaarten op de grond vallen verkleind wordt.

De plaatvormige drager volgens de huidige uitvinding is daartoe gekenmerkt dat ook tweede hechtingsmiddelen aanwezig zijn voor het positioneren van de kaarten volgens horizontale richting.

Door de aanwezigheid van deze tweede hechtingsmiddelen wordt de kaart niet enkel in verticale maar ook in horizontale zin gepositioneerd. Indien een plaatvormige drager volgens de huidige uitvinding gedraaid wordt of beweegt in bijvoorbeeld een horizontale richting, zal de kaart zijn bedoelde positie blijven behouden waardoor het risico dat de kaart op de grond valt dan ook sterk gereduceerd wordt en tot een minimum herleid.

Bij voorkeur kunnen de kaarten losneembaar in de drager aangebracht worden.

Indien de kaarten losneembaar in de drager aangebracht kunnen worden, kunnen deze er ook op een zeer eenvoudige wijze uit verwijderd worden. Dit is bijvoorbeeld handig indien meerdere kaarten achter elkaar in de drager aanwezig zijn, en de kaart die vooraan zit regelmatig moet worden vervangen of verwijderd. Dit is bijvoorbeeld het geval indien de plaatvormige drager als een kalender fungeert en bijvoorbeeld de dag aanduidt. Een dergelijke kaart moet immers vaak, bijvoorbeeld dagelijks, veranderd worden.

In verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de plaatvormige drager zijn de hechtingsmiddelen voorzien om de kaarten te klemmen volgens een richting die in hoofdzaak gericht is volgens de hoogterichting en/of de horizontale richting.

Een dergelijke uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat vermeden wordt dat een verbeterde positionering van de kaarten in de plaatvormige drager wordt gerealiseerd zonder dat een deel van de kaarten bedekt wordt. Tevens wordt het mogelijk individuele kaarten uit de plaatvormige drager te verwijderen zonder de positie van eventuele overige kaarten die aanwezig zijn in de plaatvormige drager, bijvoorbeeld achter de te verwijderen kaart, te beïnvloeden.

In voorkeursuitvoeringsvormen van de plaatvormige drager volgens de onderhavige uitvinding bevatten de hechtingsmiddelen uit het vlak van de plaatvormige drager tredende elementen. Dergelijke elementen laten een voldoende ondersteuning van de kaarten toe en zijn tevens makkelijk te vervaardigen.

In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn de tweede hechtingsmiddelen voorzien om aan beide zijkanten van de kaart uit het vlak van de plaat te treden en bevatten daartoe teruggeplooide randen.

Dergelijke teruggeplooide randen bieden het voordeel dat zij de kaarten langs de volledige zijkant kunnen ondersteunen en positioneren dit zowel aan de linker- als aan de rechterzijde van de kaarten. Bovendien zijn teruggeplooide randen op één zeer eenvoudige en goedkope manier te produceren.

In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn de eerste hechtingsmiddelen voorzien om minstens aan de onderzijde van de kaart uit het vlak van de plaat te treden en worden daartoe bij voorkeur gekozen uit de groep van een teruggeplooide lepel, een teruggeplooide lip of combinaties hiervan. Dergelijke hechtingsmiddelen bieden het voordeel dat kaarten gemakkelijk uit de plaatvorige drager verwijderd kunnen worden door deze eenvoudigweg lichtjes te buigen totdat ze niet meer door de teruggeplooide lip of lepel tegengehouden worden. Ondanks het feit dat de kaarten op een eenvoudige wijze verwijderd kunnen worden bieden dergelijke hechtingsmiddelen toch een voldoende ondersteuning voor de kaarten in verticale richting. Bovendien zijn ook deze hechtingsmiddelen op een zeer eenvoudige en goedkope manier te produceren.

In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn in de plaatvormige drager volgens de huidige uitvinding vingergrote uitsparingen voorzien. Deze vingergrote uitsparingen laten toe de kaarten op een eenvoudige manier uit de plaatvormige drager te verwijderen daar ook de achterzijde van de kaarten makkelijker toegankelijk wordt.

In een voorkeuruitvoeringsvorm zijn de hechtingsmiddelen aanwezig voor het vasthouden van de kaarten losmaakbaar op de plaatvormige drager aanwezig zijn.

De hechtingsmiddelen kunnen zo bijvoorbeeld uit aangehechte elementen bestaan. Dergelijke elementen kunnen apart geproduceerd worden en nadien op de drager worden gemonteerd. Voorts bieden losmaakbare hechtingsmiddelen het voordeel dat ze kunnen losgemaakt worden op de kaart nog gemakkelijker uit de drager te verwijderen.

In voorkeursuitvoeringsvormen bevat de plaatvormige drager een metaal en is bij verdere voorkeur hoofdzakelijk uit metaal gemaakt. Een in hoofdzaak metalen plaatvormige drager zal in een dunne en goedkoper uitvoeringsvorm geproduceerd kunnen worden en toch een hoge stevigheid vertonen. Voorts bieden metalen dragers het grote voordeel dat er magneten kunnen op aangehecht worden. Zo kunnen magneten die op de kaarten aangebracht worden bijvoorbeeld functioneren als verplaatsbare aanwijzers die eenvoudig op de kaarten en op de plaatvormige drager kunnen aangebracht worden zonder deze te beschadigen. Bovendien zal het verplaatsten van dergelijke magneten op de kaart niet gepaard gaan met een beweging van de kaart zelf, dankzij de aanwezigheid van de tweede hechtingsmiddelen in de drager. Daarenboven laten metalen plaatvormige dragers toe gemakkelijk te worden bewerkt door bijvoorbeeld stansen, plooien, etc.

In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is ten minste één bevestigingsgat voorzien in de plaatvormige drager om de drager op te hangen aan een wand. Een dergelijk bevestigingsgat biedt het voordeel dat de plaatvormige drager op een eenvoudige manier kan opgehangen en/of bevestigd worden aan een wand zoals bijvoorbeeld een muur.

In een voorkeuruitvoeringsvorm zijn zowel de eerste als de tweede hechtingsmiddelen in drievoud op de plaatvormige drager voorzien om zo drie verschillende kaarten zichtbaar te positioneren. Deze uitvoeringvorm is uitermate geschikt voor het dragen van drie kaarten die samen een kalender vormen. Doordat de hechtingsmiddelen immers in drievoud aanwezig zijn, kunnen in de drager drie kaarten, of drie pakjes kaarten gepositioneerd worden, wat bijvoorbeeld ideaal is voor het aangeven van het jaartal, de maand en de dag.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een plaatvormige drager volgens de onderhavige uitvinding en één of meerdere kaarten waarbij de kaarten gepositioneerd worden op de plaatvormige drager door de eerste en tweede hechtingsmiddelen waarbij de kaarten uit een flexibel materiaal gemaakt zijn zodat de kaarten voldoende buigzaam zijn om tussen de hechtingsmiddelen te worden geplaatst.

Kaarten gemaakt uit een flexibel materiaal hebben het voordeel dat ze gemakkelijk uit een dergelijke plaatvormige drager kunnen verwijderd worden doordat ze zeer buigzaam zijn.

In een voorkeuruitvoeringsvorm van het samenstel bevatten de kaarten inkepingen op de plaatsen waar de kaarten met de eerste hechtingsmiddelen in contact staan.

De eerste hechtingsmiddelen die de vorm hebben van teruggeplooide lepels, teruggeplooide lippen, etc. zijn in deze voorkeuruitvoeringsvorm bij voorkeur zowel boven als onder de kaarten aanwezig. De inkepingen in de kaarten omringen de hechtingsmiddelen bij voorkeur ten minste gedeeltelijk. Op deze manier bieden de eerste hechtingsmiddelen nog steeds een ondersteuning in hoogterichting, maar zullen de kaarten ook in horizontale richting ondersteund worden. Door het maken van deze inkepingen in de kaarten worden eerste en tweede hechtingsmiddelen in feite gecombineerd. Dit maakt dat bijkomende tweede hechtingsmiddelen zoals bijvoorbeeld de teruggeplooide randen in deze voorkeuruitvoeringsvorm overbodig zijn. Dit is een groot voordeel gezien een dergelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding goedkoper geproduceerd kan worden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een kaart in de plaatvormige drager volgens de onderhavige uitvinding die de volgende stappen omvat: (a) het lichtjes buigen van de kaart zodanig dat de kaart niet gehinderd wordt door eventuele uitstekende delen van de plaatvormige drager, (b) het inbrengen van de kaart tussen de hechtingsmiddelen.

De uitvinding zal verder verduidelijkt worden aan de hand van de onderstaande beschrijving en de bijgevoegde figuren van voorkeuruitvoeringsvormen van de uitvinding volgens deze uitvinding.

Figuur 1 toont een vooraanzicht van een eerste voorkeuruitvoeringsvorm van een plaatvormige drager volgens de huidige uitvinding.

Figuur 1a toont een detail van de drager volgens figuur 1 in een bovenaanzicht.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van een eerste voorkeuruitvoeringsvorm van een plaatvormige drager volgens de huidige uivinding.

Figuur 3 toont een vooraanzicht van een eerste voorkeuruitvoeringsvorm van een samenstel van een plaatvormige drager en een kaart volgens de huidige uitvinding.

Figuur 4a toont een detailweergave van een vooraanzicht en figuur 4b een dwarsdoorsnede van een teruggeplooide lepel van een eerste voorkeuruitvoeringsvorm van een plaatvormige drager volgens de huidige uitvinding.

. Figuur 5a toont een detailweergave van een vooraanzicht en figuur 5b een dwarsdoorsnede van een bevestigingsgat van een eerste voorkeuruitvoeringsvorm van een plaatvormige drager volgens de huidige uitvinding.

Figuur 6a toont een detailweergave van een vooraanzicht en figuur 6b een dwarsdoorsnede van een vingergrote uitsparing van een eerste voorkeuruitvoeringsvorm van een plaatvormige drager volgens de huidige uitvinding.

Figuur 7 toont een detailweergave van een dwarsdoorsnede van een teruggeplooide rand en een teruggeplooide lip van een eerste voorkeuruitvoeringsvorm van een plaatvormige drager volgens de huidige uitvinding.

Figuur 8 toont een vooraanzicht van een tweede voorkeuruitvoeringsvorm van een plaatvormige drager volgens de huidige uitvinding.

Figuur 9 toont een vooraanzicht van een kaart die ontworpen is om aangebracht te worden in de tweede uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding getoond in figuur 8.

1. Plaatvormige drager 2. Teruggeplooide rand 3. Teruggeplooide lepel 4. Vingergrote uitsparing 5 . Bevestigingsgat 6. Kaart 7. Teruggeplooide lip 8. Kleine spleten voor het ondersteunen van kaart aan bovenzijde 9. Grote spleet voor het ondersteunen van kaart aan onderzijde 10. Horizontale spleetranden 11. Verticale spleetranden 12. Uitstekende randen aan bovenzijde kaart 13. Uitstekende rand aan onderzijde kaart

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een plaatvormige drager 1 volgens de huidige uitvinding is weergegeven in figuren 1 - 7. De plaatvormige drager 1 in deze voorkeuruitvoeringsvorm omvat teruggeplooide randen 2, teruggeplooide lepels 3 en teruggeplooide lippen 7 die fungeren als hechtingsmiddelen voor het ondersteunen van kaarten 6 die in de plaatvormige drager 1 aangebracht kunnen worden. Verder omvat de plaatvormige drager een voor- en een achterzijde, één of meerdere vingergrote uitsparingen 4 voor het gemakkelijk verwijderen van de kaarten 6, en enkele bevestigingsgaten 5 voor het bevestigen van de plaatvormige drager 1 aan een wand zoals bijvoorbeeld een muur. In figuur 2 wordt een samenstel van deze plaatvormige drager 1 met een kaart 6 getoond.

De plaatvormige drager 1 zoals weergegeven in figuren 1 - 3 kan uit elk materiaal gemaakt worden dat gekend is door de vakman. Bij voorkeur wordt een stevig en duurzaam materiaal gebruikt zoals metaal, hout, steen, samengedrukt karton, etc. Een metaal gebruiken als grondstof heeft het voordeel dat de plaatvormige drager 1 zeer dun uitgevoegd kan worden, zonder daarvoor aan stevigheid te moeten inboeten. Verder hebben de meeste metalen het voordeel dat ze plooibaar zijn en makkelijk versnijdbaar zijn. Dit heeft grote voordelen voor het produceren van de teruggeplooide randen 2, lepels 3 en lippen 7. Bovendien hebben veel metalen zoals hierboven vermeld de eigenschap dat er magneten op bevestigd kunnen worden. Deze magneten kunnen bijvoorbeeld uitgevoerd worden in de vorm van aanwijzers en kunnen op deze manier een informatieve bijdrage leveren aan de inhoud van de kaarten 6, maar evenwel kunnen ze als bijkomende ondersteuning voor de kaarten 6 dienen, zodat ze een puur functionele bijdrage aan de plaatvormige drager 1 leveren. Voorbeelden van metalen die kunnen gebruikt worden voor het produceren van de plaatvormige drager 1 zijn ijzer, aluminium, koper, zink, zilver, combinaties en/of legeringen hiervan, etc. Indien het esthetische aspect van de plaatvormige drager 1 van belang is, kan gekozen worden voor materialen zoals hout of steen, en kunnen eventueel decoratieve elementen zoals tekeningen of reliëfdrukken op de drager 1 worden aangebracht.

De positionering die de plaatvormige drager 1 in horizontale richting aan een kaart 6 geeft, wordt geleverd door de teruggeplooide randen 2 zoals weergegeven in figuren 1 - 3 en in figuur 7 in detailweergave. De teruggeplooide randen 2 weergegeven in figuren 1, 3 en 7 verschillen van deze weergegeven in figuur 2, doordat ze volledig teruggeplooid zijn (zie detailweergave in figuur 7), terwijl de teruggeplooide randen in figuur 2 slechts tot een rechte positie zijn teruggeplooid. Beide opties zijn mogelijk en kunnen door de vakman vrij gekozen worden. De teruggeplooide randen 2 positioneren een kaart dus zowel aan de linker- als aan de rechterzijde en kunnen gemakkelijk geproduceerd worden door het al dan niet machinaal omplooien van de randen van de plaatvormige drager 1 in de richting van de voorzijde van de drager 1. Vooral in het geval een metalen drager 1 gekozen wordt is dit zeer eenvoudig. Eventueel kunnen de teruggeplooide randen 2 losmaakbaar op de plaatvormige drager 1 bevestigd worden. Op deze manier kunnen kaarten 6 op een zeer eenvoudige manier verwijderd worden uit de drager 1. De plaatvormige drager 1 getoond in figuren 1 en 3 is bedoeld voor het dragen van drie kaarten. De plaatvormige drager 1 volgens de huidige uitvinding is hier echter geenszins toe beperkt en het aantal te dragen kaarten 6 kan vrij gekozen worden. Deze kaarten 6 kunnen zowel boven elkaar of naast elkaar op de plaatvormige drager 1 aangebracht worden. Omdat in de voorkeuruitvoeringsvorm weergegeven in figuren 1 en 3, drie kaarten 6 gedragen kunnen worden, zijn van alle hechtingsmiddelen en dus ook van de teruggeplooide randen 2, drie sets aanwezig. Normaliter dienen per kaart 6 of document twee teruggeplooide randen 2 voorzien te worden, zodat de kaart 6 zowel aan de linker- als aan de rechterzijde ondersteund wordt. Indien de één of meerdere kaarten 6 eenzelfde grootte hebben en onder elkaar op de drager 1 bevestigd worden, kan eventueel geopteerd worden voor twee lange teruggeplooide randen 2 die meerdere kaarten aan linker- en rechterzijde ondersteunen. Een dergelijke uitvoeringsvorm zal goedkoper te produceren zijn.

Iedere kaart 6 op zich wordt aan de onderzijde ondersteund door teruggeplooide lepels 3 en/of teruggeplooide lippen 7. In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn beiden aanwezig. De teruggeplooide lepels 3 zijn op de drager weergegeven in figuren 1-3 en in detailweergave in figuur 4. Een voorbeeld van een teruggeplooide lip 7 is in detailweergave weergegeven in figuur 7. De teruggeplooide lepels 3 en lippen kunnen op een zeer eenvoudige manier geproduceerd worden. De vorm van de teruggeplooide lepels 3 wordt eerst uitgesneden in de plaatvormige drager 1. Hierna worden de lepels 3 al dan niet machinaal doorgedrukt in de richting van de voorzijde van de drager 1 op een wijze waarbij ze ietwat boven het oppervlak van de plaatvormige drager 1 uitsteken. Indien de lepels 3 zich aan de onderzijde van de plaatvormige drager 1 bevinden, worden ze geproduceerd als uitsteeksels van de plaatvormige drager 1 die vervolgens omgeplooid worden naar de voorzijde van de drager 1 toe. De kaarten 6 die later in de plaatvormige drager 1 geschoven worden, zullen worden gedragen door de lepels 3. In de voorkeuruitvoeringsvorm van deze uitvinding zijn enkel teruggeplooide lepels 3 voorzien voor het dragen van de onderzijde de één of meerdere kaarten 6. Bij voorkeur zijn per te dragen kaart 6 twee teruggeplooide lepels 3 aanwezig. Eventueel kunnen ook teruggeplooide lepels 3 voorzien zijn om de bovenzijde van de kaarten 6 verder te positioneren.

De teruggeplooide lippen 7 dienen als bijkomende ondersteuning aan de onderzijde van de kaarten 6. Bij voorkeur zijn de teruggeplooide lippen 7 aangebracht onder de teruggeplooide randen 2 zoals weergegeven in figuur 7. In een dergelijke uitvoeringsvorm fungeren de teruggeplooide lippen 7 als ondersteuning voor de hoeken van de te dragen kaarten 6. De teruggeplooide lippen 7 hebben verder dezelfde eigenschappen als de teruggeplooide lepels 3 en worden bijvoorbeeld op dezelfde wijze geproduceerd.

In de voorkeuruitvoeringsvorm van de plaatvormige drager 1 zoals weergegeven in figuren 1 - 2 zijn ook vingergrote uitsparingen 4 voorzien in de drager 1. Deze worden ook in detailweergave getoond in figuur 6. De vingergrote uitsparingen 4 kunnen uitgesneden, uitgehakt of uitgeboord worden indien de drager 1 uit hout, steen of een gelijkaardig materiaal vervaardigd is. Indien de drager 1 uit een metaal gemaakt is, is het eenvoudiger de uitsparingen 4 al dan niet machinaal in de drager 1 door te drukken. De uitsparingen 4 strekken zicht uit in de richting van de achterzijde van de plaatvormige drager 1. De voornaamste functie van de uitsparingen 4 is het bieden van de nodige ruimte voor de vingers zodanig dat de kaarten 6 op een eenvoudige wijze uit de plaatvormige drager 1 verwijderd kunnen worden.

Voorts zijn in een voorkeuruitvoeringsvorm ook één of meerdere bevestigingsgaten 5 aanwezig. De bevestigingsgaten 5 omvatten bij voorkeur een kleine uitstulping waarin bij voorkeur een gat aangebracht is. Door middel van de bevestigingsgaten 5, waardoor een schroef, of nagel, etc. kan aangebracht worden, kan de plaatvormige drager 1 eenvoudig aan een muur of wand, etc. bevestigd worden.

De kaart 6 die door de plaatvormige drager 1 ondersteund wordt, kan ieder soort kaart 6 zijn gekend door de vakman. Met kaart wordt in de context van de huidige uitvinding ook ieder document of bladvormige informatiedrager bedoeld die door de plaatvormige drager 1 kan ondersteund worden. De kaart 6 is bij voorkeur gemaakt uit een flexibel materiaal. Op deze manier kan de kaart 6 gemakkelijk in de drager 1 aangebracht worden. Voorts kan op de kaart 6 iedere soort informatie gekend door de vakman, aanwezig zijn. Zo kunnen kalenders, foto’s, teksten, tekeningen, menu’s, advertenties, etc op de kaart 6 aanwezig zijn. Ook kan de kaart 6 een voor- en een achterzijde bevatten waarbij op beide zijden informatie aangebracht is. In een voorkeuruitvoeringsvorm is de kaart 6 gemaakt uit een materiaal waarop geschreven kan worden, zodat gemakkelijk bijkomende informatie op de kaart 6 kan worden aangebracht. Eventueel kan op de kaart 6 een laag aangebracht worden, waarop met een bepaald soort stift op een uitwisbare manier kan geschreven worden zodat de kaart 6 eventueel hergebruikt kan worden. Ook kan de kaart 6 bestaan uit een document of boek dat verschillende pagina’s bevat. Verder is het ook mogelijk om meerdere kaarten 6 die achter elkaar zitten, tegelijk in één drager 1 aan te brengen.

Figuur 1 toont tevens enkele afmetingen die de verschillende onderdelen van de getoonde drager 1 kunnen hebben. De getoonde afmetingen zijn echter geenszins noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en kunnen volledig door de vakman worden bepaald in functie van de bestemming van de drager 1.

Een tweede uitvoeringsvorm van een plaatvormige drager 1 volgens de huidige uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld weergegeven in figuur 8. Een bijhorende kaart 6 die ontworpen is om in deze plaatvormige drager 1 aangebracht te worden is getoond in figuur 9.

De hechtingsmiddelen zijn in deze voorkeursuitvoeringsvorm niet meer aanwezig in de vorm van teruggeplooide randen 2, lepels 3 of lippen 7, maar in de vorm van spleten 8, 9. Per te dragen kaart 6 zijn in deze tweede uitvoeringsvorm van de plaatvormige drager 1 twee kleine spleten 8 aanwezig voor het positioneren van de kaart 6 aan bovenzijde en één grote spleet 9 voor het positioneren van de kaart 6 aan onderzijde. De uitvoeringsvorm is echter geenszins tot dit aantal spleten 8,9 beperkt en ieder ander aantal spleten 8,9 kan vrij door de vakman gekozen worden.

Belangrijk is dat een kaart 6 die ontworpen wordt om in deze plaatvormige drager 1 gepositioneerd te worden, voorzien is van een aantal uitstekende randen 12,13 die overeenkomstig met de spleten 8,9 van de drager 1, op de kaart 6 zijn aangebracht. Zo zijn in de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 9 twee uitstekende randen 12 aanwezig aan de bovenzijde van de kaart 6 en één uitstekende rand 13 aan de onderzijde van de kaart 6, conform met het aantal spleten 8,9 van de drager 1 getoond in figuur 8.

Belangrijk bij deze uitvoeringsvorm is dat de kaart 6 van een flexibel materiaal gemaakt was. Waar dit bij de eerste uitvoeringsvorm een sterke aanbeveling was, is dit bij de tweede uitvoeringsvorm een absolute vereiste, gezien de kaart 6 enkel in de drager 1 kan worden aangebracht door deze lichtjes de plooien en dan in de drager 1 aan te brengen. Het aanbrengen van de kaart 6 zelf gebeurt op een wijze waarbij de uitstekende randen 12,13 van de kaart 6 in de spleten 8,9 van de plaatvormige drager 1 geschoven worden.

Kaarten 6 gepositioneerd door een dergelijke plaatvormige drager 1 zullen net zoals in de eerste uitvoeringsvorm zowel in hoogterichting als in horizontale richting ondersteund worden.

Deze dubbele ondersteuning wordt in deze tweede uitvoeringsvorm geboden door de spleten 8,9 in de drager 1 die elk een paar horizontale 10 en een paar verticale spleetranden 11 bevatten. De ondersteuning in de hoogterichting wordt geboden door de horizontale spleetranden 10 terwijl de ondersteuning in horizontale richting geboden wordt door de verticale spleetranden 11.

Verder bevat deze tweede uitvoeringsvorm ook een vingergrote uitsparing 4 voor het eenvoudig verwijderen van de kaarten 6 uit de plaatvormige drager 1.

Alle andere kenmerken van deze uitvoeringsvorm zijn identiek aan deze van de eerste uitvoeringsvorm.

Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat de kaarten 6 beter geklemd zitten in de plaatvormige drager 1. Hierdoor zullen ze beter gepositioneerd zijn en zullen ze ook steviger vast zitten in de drager 1. Bij voorkeur zit de kaart 6 geklemd volgens verticale richting in de plaatvormige drager.

Anderzijds biedt de eerste uitvoeringsvorm het voordeel dat de kaarten 6 gemakkelijker losneembaar in de drager 1 kunnen worden aangebracht. Ook kunnen gemakkelijk meerdere kaarten 6 achter elkaar in één paar hechtingsmiddelen van de drager 1 worden aangebracht. Dit zal ietwat moeilijker zijn bij de tweede uitvoeringsvorm.

Naargelang de gewenste toepassing van de plaatvormige drager 1 kan ofwel de eerste ofwel de tweede uitvoeringsvorm door de vakman gekozen worden.

Een derde uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is gekenmerkt doordat de kaarten 6 inkepingen bevatten op de plaatsen waar de kaarten 6 met de eerste hechtingsmiddelen in contact staan.

In deze uitvoeringsvorm zijn de eerste hechtingsmiddelen die de vorm hebben van teruggeplooide lepels 3, teruggeplooide lippen 1, etc. zijn bij voorkeur zowel boven als onder de kaarten 6 aanwezig. De inkepingen in de kaarten 6 omringen de hechtingsmiddelen bij voorkeur ten minste gedeeltelijk. Op deze manier bieden de eerste hechtingsmiddelen nog steeds een ondersteuning in hoogterichting, maar zullen de kaarten 6 ook in horizontale richting ondersteund worden. Door het maken van deze inkepingen in de kaarten 6 worden eerste en tweede hechtingsmiddelen in feite gecombineerd. Dit maakt dat bijkomende tweede hechtingsmiddelen zoals bijvoorbeeld de teruggeplooide randen 2 in deze voorkeuruitvoeringsvorm overbodig zijn.

Eventueel kunnen de kaarten 6 op de plaatsen waar de inkepingen zitten verstevigd worden. Dit kan gebeuren door randen van de inkepingen te plastificeren, door een metalen rand te voorzien, etc.

Bij voorkeur hebben de inkepingen een vorm die nauw aansluit bij de vorm van de eerste hechtingsmiddelen. Deze vorm kan door de vakman vrij gekozen worden.

Alle andere kenmerken van deze derde uitvoeringsvorm zijn identiek aan de eerste uitvoeringsvorm.

De huidige uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een kaart 6 in de plaatvormige drager 1 waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: (a) het lichtjes buigen van de kaart 6 zodanig dat de kaart 6 niet gehinderd wordt door eventuele uitstekende delen van de plaatvormige drager 1.

(b) Het inbrengen van de kaart 6 in de plaatvormige drager 1 door de kaart 6 via de bovenzijde in de hechtingsmiddelen te schuiven.

Het lichtjes buigen van de kaart 6 is vooral belangrijk indien er zowel onder- als bovenaan de kaart 6 , hechtingsmiddelen op de plaatvormige drager 1 zijn aangebracht. Indien enkel onderaan teruggeplooide lepels 3 en/of lippen 7 zijn aangebracht zoals op figuren 1 en 3, is dit van minder belang. Toch kan het ook in een dergelijk geval nodig zijn de kaart 6 lichtjes te buigen, omdat de kaart 6 gehinderd kan worden door hechtingsmiddelen van een eventuele tweede kaart 6 die boven de kaart 6 in kwestie is aangebracht.

Zoals hierboven vermeld kan de kaart 6 hierna verder in de juiste positie in de plaatvormige drager 1 gebracht worden, door de kaart 6 via de bovenzijde in de hechtingsmiddelen te schuiven.

Claims (12)

1. Plaatvormige drager (1) voor het verwijderbaar vasthouden van minstens één kaart (6) voorzien van een eerste hechtingmiddel (3) voor het klemmen van een kaart (6) aan zowel zijn onderste extremiteit en een tweede hechtingmiddel (3) voor het klemmen van een kaart (6) aan zijn bovenste extremiteit en hierdoor gekenmerkt doordat het eerste als het tweede hechtingmiddel (3) lepels omvatten, die zich uit het vlak van de plaatvormige drager (1) uitstrekken en waarbij de opening van deze lepels (3) naar elkaar toegericht zijn.

2. Plaatvormige drager (1) volgens conclusie 1 en hierdoor gekenmerkt doordat er minstens twee lepels (3) op de drager (1) voorzien zijn aan minstens de boven-of onderzijde van een kaart(6)

3. Plaatvormige drager (1) volgens conclusie 1 of 2 en hierdoor gekenmerkt doordat de afstand tussen twee lepels (3) in zowel de zijdelingse als de lengterichting van de plaatvormige drager (1), zodanig voorzien is dat een kaart (6) met zijn uitsparing ter hoogte van een lepel (3) gepositioneerd wordt.

4. Plaatvormige drager (1) volgens minstens één van voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt doordat de lepels (3) in de plaatvormige drager (1) gestanst of geponst worden.

5. Plaatvormige drager (1) volgens conclusies 1 - 3 en hierdoor gekenmerkt doordat de lepels (3) aan de plaatvormige drager, al dan niet verwijderbaar bevestigd zijn.

6. Samenstel van een plaatvormige drager (1) met minstens één kaart (6) volgens minstens één voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt doordat de drager (1) van minstens 2 rijen lepels (3), met de openingen naar elkaar toe gericht, voorzien is waartussen een kaart (6) zowel aan zijn onderste als zijn bovenste extremiteit vastgeklemd wordt.

7. Samenstel volgens conclusie 6 en hierdoor gekenmerkt doordat elke kaart (6) van minstens één uitsparing in zijn rand voorzien is, dat zich in de opening van een lepel (3) vastklemt.

8. Samenstel volgens conclusies 6 of 7 en hierdoor gekenmerkt doordat de uitsparing in de rand van een kaart (6) bij voorkeur semi circulair is.

9. Samenstel volgens conclusies 6 - 8 en hierdoor gekenmerkt doordat een kaart (6) met uitsparing van zodanige afmetingen voorzien is dat de hoogte van de rand van deze kaart (6) minstens groter is dan de afstand tussen de voeten van twee rijen lepels (3), waartussen een kaart geklemd wordt.

10. Samenstel volgens voorgaande conclusies en hierdoor gekenmerkt doordat de plaatvormige drager (1), ter hoogte van een rij met minstens één lepel (3) of tussen twee rijen met minstens één lepel (3), waartussen een kaart (6) geklemd wordt, van vingergrote openingen (4) doorheen de dikte van de plaat (1) voorzien is.

11. Samenstel volgens minstens één van de conclusies 6 -10 en hierdoor gekenmerkt doordat de plaatvormige drager (1) geheel of gedeeltelijk van een oppervlak met magnetische eigenschappen voorzien is.

12. Samenstel volgens conclusie 11 en hierdoor gekenmerkt doordat een magnetisch voorwerp ter hoogte van het magnetisch oppervlak op drager (1) aangebracht kan worden.