BE1018667A5 - Regenwaterfiltersysteem. - Google Patents

Regenwaterfiltersysteem. Download PDF

Info

Publication number
BE1018667A5
BE1018667A5 BE2009/0113A BE200900113A BE1018667A5 BE 1018667 A5 BE1018667 A5 BE 1018667A5 BE 2009/0113 A BE2009/0113 A BE 2009/0113A BE 200900113 A BE200900113 A BE 200900113A BE 1018667 A5 BE1018667 A5 BE 1018667A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
channel
filter
rainwater
inlet
outlet
Prior art date
Application number
BE2009/0113A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Devaplus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Devaplus filed Critical Devaplus
Priority to BE2009/0113A priority Critical patent/BE1018667A5/nl
Priority to EP10154719A priority patent/EP2224064A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018667A5 publication Critical patent/BE1018667A5/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B3/00Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water
    • E03B3/02Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water from rain-water
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/11Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with bag, cage, hose, tube, sleeve or like filtering elements
    • B01D29/31Self-supporting filtering elements
    • B01D29/35Self-supporting filtering elements arranged for outward flow filtration
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/88Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices
    • B01D29/90Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices for feeding
    • B01D29/908Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor having feed or discharge devices for feeding provoking a tangential stream
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A20/00Water conservation; Efficient water supply; Efficient water use
    • Y02A20/108Rainwater harvesting

Abstract

Regenwaterfiltersysteem (1) voor het filteren van opgevangen regenwater, met een inlaatkanaal (2), een filterkanaal (3) met een filterelement (7) en een uitlaatkanaal (4), daardoor gekenmerkt dat het filterelement (7) aangebracht is in een komvormig deel (8) van het systeem dat gekromd is in de geleidingsrichting (6) van het opgevangen regenwater en voorzien in om het opgevangen regenwater ten minste tijdelijk boven het filterelement (7) te houden.

Description

Regenwaterfiltersysteem
De uitvinding heeft betrekking op een regenwaterfiltersysteem zoals beschreven in de aanhef van de eerste conclusie.
Dergelijke regenwaterfiltersystemen worden reeds beschreven in bijvoorbeeld DE8800277U. DE8800277U beschrijft een regenwaterfiltersysteem voor het gedeeltelijk filteren van opgevangen regenwater. Het regenwater wordt opgevangen op bijvoorbeeld een dak en verder via dakgoten geleidt naar een inlaatkanaal. Het inlaatkanaal voert het opgevangen regenwater naar een filterkanaal. Het filterkanaal is een buisvormig element dat een eerste deel van het opgevangen regenwater geleidt naar een uitlaatkanaal langsheen een geleidingsoppervlak van het inlaatkanaal, filterkanaal en uitlaatkanaal. Het uitlaatkanaal is voorzien om het eerste deel water verder af te leiden naar bijvoorbeeld een riolering. Het filterkanaal is een cilindervormig kanaal met een vlakke wand waarbij de vlakke wand in hoofdzaak in hetzelfde vlak ligt als de binnenwand van het inen uitlaatkanaal. In het vlak van het geleidingsoppervlak is een filterelement voorzien. Een tweede deel van het opgevangen regenwater wordt doorheen het filterelement geleidt en zo gefilterd. Het filterelement houdt op deze manier onzuiverheden met een diameter groter dan mazen van de filter tegen waardoor deze onzuiverheden in het eerste deel blijven en het tweede deel relatief minder onzuiverheden bevat dan het eerste deel. Het tweede deel is op deze manier zuiverder dan het eerste deel en kan, afhankelijk-van de diameter van de mazen van de filter, geschikt worden gemaakt voor gebruik als spoelmiddel voor WC’s, bevloeien van tuinen, voor gebruik in wasmachines, reinigen, etc. Daar onzuiverheden bij gebruik achterblijven in het filterelement, worden de mazen van het filterelement na verloop van tijd gevuld met onzuiverheden waardoor de filter minder en soms zelfs onvoldoende water kan doorlaten. Het is bijgevolg nodig het filterelement na verloop van tijd te reinigen. Hiertoe wordt het filterkanaal doorgaans losneembaar gemonteerd tussen het in- en uitlaatkanaal waardoor het filterkanaal van tussen het in- en uitlaatkanaal uit kan worden genomen om het filterelement te reinigen, zoals bijvoorbeeld getoond in DE-A1-100 48 740. Dit is echter een tijdrovend gebeuren.
Een tweede voorbeeld van een dergelijk systeem wordt beschreven in DE-U1-296 14 817 die een regenwaterfiltersysteem beschrijft voor het filteren van opgevangen regenwater. Het systeem omvat een inlaatkanaal voor het aanvoeren van opgevangen regenwater naar een filterkanaal. Het filterkanaal is voorzien om een eerste deel van het opgevangen regenwater te geleiden van het inlaatkanaal naar een uitlaatkanaal langsheen een geleidingsoppervlak van het inlaat-, filter- en uitlaatkanaal. Het inlaat-, filter- en uitlaatkanaal is voorzien om het opgevangen regenwater volgens een geleidingsrichting te geleiden en voor het filteren en geleiden van een tweede deel van het opgevangen regenwater doorheen een zeef aangebracht in het vlak van het geleidingsoppervlak. Het geleidingsoppervlak bevat volgens geleidingsrichting geen kromming en is enkel gekromd volgens een richting die loodrecht staat op de geleidingsrichting.
EP-A2-0 786 560 beschrijft een regenwaterfiltersysteem voor het filteren van opgevangen regenwater. Het systeem omvat een inlaatkanaal voor het aanvoeren van opgevangen regenwater naar een filterkanaal. Het filterkanaal is voorzien om een eerste deel van het opgevangen regenwater te geleiden van het inlaatkanaal naar een uitlaatkanaal langsheen een geleidingsoppervlak van het inlaat-, filter- en uitlaatkanaal. Het inlaat-, filter- en uitlaatkanaal is voorzien om het opgevangen regenwater volgens een geleidingsrichting te geleiden en voor het filteren en geleiden van een tweede deel van het opgevangen regenwater doorheen een zeef aangebracht in het vlak van het geleidingsoppervlak. Het geleidingsoppervlak is ter hoogte van het filterelement echter niet glad doch is door een golving aangebracht volgens de geleidingsrichting in de zeef gegolfd.
Deze golving maakt dat ondanks kleine mazen worden gebruikt in de zeef toch een relatief grote hoeveelheid water doorheen de zeef kan bewegen. EP-A2-0 786 560 beschrijft dat een dergelijke werking wordt veroorzaakt door een turbelente stroming onder invloed van de golven aangebracht in de zeef. Het verkregen effect is echter sterk afhankelijk van de helling van de zeef en wordt niet gelinkt met onzuiverheden die noodgedwongen achterblijven aan de zeef.
Het is dan ook een doel van de uitvinding te voorzien in een regenwaterfiltersysteem waarbij de noodzaak het filterelement te reinigen afneemt.
Hiertoe heeft het regenwaterfiltersysteem volgens de onderhavige uitvinding het kenmerk dat het filterelement aangebracht is in een komvormig deel van het geleidingsoppervlak waarbij het komvormig deel gekromd is in de geleidingsrichting van het water, en voorzien is om opgevangen regenwater ten minste tijdelijk boven het filterelement te houden.
Een dergelijk regenwaterfiltersysteem heeft het voordeel dat een deel opgevangen regenwater in het komvormig deel van het geleidingsoppervlak ten minste tijdelijk boven het filterelement wordt gehouden. Daardoor heeft dit deel opgevangen regenwater langer de gelegenheid om doorheen het filterelement te vloeien waardoor een grotere hoeveelheid opgevangen regenwater, ondanks onzuiverheden in of op het filterelement, de kans krijgt doorheen het filterelement te vloeien waardoor het tweede deel groter wordt in volume en bijgevolg langer gewacht kan worden om het filterelement te reinigen.In voorkeurs uitvoeringsvormen van het regenwaterfiltersysteem volgens de onderhavige uitvinding is het filterelement in hoofdzaak voorzien op een plaats die, bij montage van het filterkanaal tussen het inlaatkanaal en het uitlaatkanaal, in hoofdzaak het laagste punt van het komvormig deel omvat. Een dergelijke filterelement laat toe dat meer van in het komvormig deel aanwezig opgevangen regenwater een langere tijd de kans krijgt doorheen de filter te vloeien waardoor het tweede deel verder groter wordt en de tijd tussen twee reinigingen van het filterelement verder kan toenemen.
In verdere voorkeurs uitvoeringsvormen van het regenwaterfiltersysteem volgens de onderhavige uitvinding is het filterkanaal verwijderbaar gemonteerd tussen het inlaatkanaal en het uitlaatkanaal. Een dergelijke montage van het filterkanaal laat toe dat het filterkanaal gemakkelijker van tussen het inlaatkanaal en het uitlaatkanaal uit kan worden genomen waardoor het filterelement gemakkelijker bereikbaar wordt om het bijvoorbeeld te reinigen.
In verdere voorkeursuitvoeringsvormen van het regenwaterfiltersysteem volgens de onderhavige uitvinding is het filterkanaal klemvast gemonteerd tussen het inlaatkanaal en het uitlaatkanaal. Een dergelijke montage laat enerzijds toe het filterkanaal gemakkelijk en zonder gebruik van verdere werktuigen te verwijderen terwijl de kans dat het filterkanaal zijn correcte positie tussen het inlaatkanaal en het uitlaatkanaal ongewenst verlaat, verkleint.
In verdere voorkeursuitvoeringsvormen van het regenwaterfiltersysteem volgens de onderhavige uitvinding is het filterkanaal verwijderbaar volgens een opwaartse richting gemonteerd. Daar het filterkanaal volgens de onderhavige uitvinding doorgaans boven een smalle put wordt gemonteerd, waarbij de put is voorzien om het tweede deel op te vangen, is de horizontale bewegingsruimte rond het filterkanaal om het filterkanaal te verwijderen vaak beperkt waardoor een in opwaartse richting verwijderbaar filterkanaal aanzienlijk makkelijker verwijderbaar is.
In verdere voorkeursuitvoeringsvormen van het regenwaterfiltersysteem volgens de onderhavige uitvinding is het filterkanaal langsheen het geleidingsoppervlak verbonden aan het inlaatkanaal door een eerste uitstekend deel van het inlaatkanaal waarop een eerste uiteinde van het filterkanaal rust. In verdere voorkeursuitvoeringsvormen van het regenwaterfiltersysteem volgens de onderhavige uitvinding is het filterkanaal langsheen het geleidingsoppervlak verbonden aan het uitlaatkanaal door een tweede uitstekend deel van het uitlaatkanaal waarop een tweede uiteinde van het filterkanaal rust. Bij meer voorkeur omvat het eerste en/of tweede uitstekend deel en het eerste en/of tweede uiteinde een samenwerkend stel van een rib en een groef voor het monteren van het filterkanaal aan het in-en/of uitlaatkanaal. Een dergelijke uitvoeringsvorm laat een positionering van het filterkanaal tussen het inlaatkanaal en het uitlaatkanaal toe in de geleidingsrichting.
In verdere voorkeursuitvoeringsvormen van het regenwaterfiltersysteem zijn het samenwerkend stel van de rib en de groef voorzien van een dichting. Een dergelijke dichting laat een verbeterde waterdichte aansluiting tussen het inlaatkanaal en/of het uitlaatkanaal enerzijds en het filterkanaal anderzijds toe.
De uitvinding zal verder verduidelijkt worden aan de hand van de onderstaande beschrijving en de bijgevoegde figuren van voorkeursuitvoeringsvormen van de regenwaterfilter volgens deze uitvinding.
Figuur 1 toont een doorsnede van een regenwaterfiltersysteem volgens de uitvinding.
Het in figuur 1 getoonde regenwaterfiltersysteem omvat een inlaatkanaal 2, een filterkanaal 3 en een uitlaatkanaal 4. Het inlaatkanaal 2 voert opgevangen regenwater aan naar het filterkanaal 3. Het filterkanaal 3 geleidt een eerste deel van het opgevangen regenwater van het inlaatkanaal 2 naar het uitlaatkanaal 4 via een geleidingsoppervlak 5 van het inlaatkanaal 2, filterkanaal 3, uitlaatkanaal 4 langsheen1 een geleidingsrichting 6. Een tweede deel van het opgevangen regenwater wordt door het filterkanaal 3 doorheen een filterelement 7 afgeleid. Het filterelement 7 is aangebracht in het vlak van het geleidingsoppervlak 5.
Het inlaatkanaal 2 is voorzien om regenwater aan te voeren aan het regenwaterfiltersysteem 1. Daartoe is het inlaatkanaal 2 bijvoorbeeld aangesloten aan middelen die regenwater verzamelen zoals bijvoorbeeld een systeem van drainage, dakgoten, waterput, buizen, etc. Bij voorkeur is het inlaatkanaal 2 voorzien om op bekende standaard plastic buizen te worden gemonteerd met een buitendiameterdiameter van gewoonlijk 110 mm, 125 mm, 160 mm, 200 mm, 250 mm, 314 mm en 400 mm.
Het inlaatkanaal 2 getoond in figuur 1 is cilindrisch en heeft een gesloten ronde doorsnede. Dit is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding en het inlaatkanaal 2 kan bijvoorbeeld ook een open bovenzijde hebben en/of een vierkante, rechthoekige, veelhoekige, etc. doorsnede hebben. Een omtrekswand met een gesloten doorsnede heeft echter het voordeel dat een groter volume water kan worden verwerkt zonder het risico te vergroten dat water uit het inlaatkanaal 2 treedt. Tevens biedt een inlaatkanaal 2 met een gesloten doorsnede het voordeel dat een dergelijk inlaatkanaal 2 makkelijker onder de grond kan worden gebracht daar de gesloten doorsnede vermijdt dat externe deeltjes in de stroom opgevangen regenwater terechtkomen. Een doorsnede met een ronde vorm heeft het voordeel dat vaste deeltjes moeilijker achterblijven in het inlaatkanaal 3 in bijvoorbeeld hoeken.
Het inlaatkanaal 2 is bijvoorkeur gemaakt uit plastic, zoals bijvoorbeeld PVC, polyethyleen en polypropuleen, etc., maar kan ook uit andere materialen gemaakt worden zoals bijvoorbeeld metaal zoals bijvoorbeeld inox, koper, etc.
Het inlaatkanaal 2 is bij voorkeur aangepast om in een wand te worden gemetst. Het inlaatkanaal 2 omvat daartoe bij voorkeur middelen die toelaten dat de grip tussen het inlaatkanaal 2 en bijvoorbeeld cement of andere lijmen verhoogt in vergelijking met de grip tussen de cement of de andere lijm en een in hoofdzaak gladde wand van het inlaatkanaal 2: Bij voorkeur omvatten dergelijke middelen een ruw oppervlak aangebracht op het buitenoppervlak van het inlaatkanaal of één of meerdere protrusies 16 die zijn aangebracht op het buitenoppervlak van het inlaatkanaal 2. Bij voorkeur strekken de protrusies 16 zich uit in dwarsrichting van het inlaatkanaal 2 wat de positionering in lengterichting van het inlaatkanaal 2 bevordert. Bij meer voorkeur strekken de protrusies 16 zich uit over in hoofdzaak de hele omtreksrichting van het inlaatkanaal 2 waardoor het contactoppervlak groter wordt en de grip verder vergroot. Hoewel figuur 1 vier protrusies 16 toont is het ook mogelijk minder of meer van zulke protrusies 16 te voorzien zoals bijvoorbeeld één, twee, drie, vijf, zes, zeven, acht, negen, etc. De dimensies en vorm van de protrusies kunnen verder door de vakman worden bepaald afhankelijk van de vereiste grip en de gebruikte materialen.
Het inlaatkanaal 2 getoond in figuur 1 heeft een uiteinde 17 dat voorzien is om aangesloten te worden aan het filterkanaal 3. Bij voorkeur is het filterkanaal 3 verbonden langsheen het geleidingsoppervlak 5 aan het inlaatkanaal 2 door een eerste uitstekend deel 9 van het inlaatkanaal 2 waarop een eerste uiteinde 11 van het filterkanaal 3 rust. Hoewel het eerste uitstekend deel 9 getoond in figuur 1 enkel is voorzien aan de onderzijde van het inlaatkanaal 2, kan het eerste uitstekend deel 9 ook aan de bovenzijde van het inlaatkanaal 2 zijn voorzien langsheen in hoofdzaak de volledige omtrek van de omtrekswand van het inlaatkanaal 2 en zo het eerste uiteinde 11 van het filterkanaal 3 omvatten. Alternatieve middelen om het filterkanaal 3 aan te sluiten aan het inlaatkanaal 2 zijn echter ook mogelijk zoals bijvoorbeeld door middel van een mof, beugels, lassen, bouten, etc.
Bij voorkeur omvat het eerste uitstekend deel 9 en het eerste uiteinde 11 van het filterkanaal 3 een samenwerkend stel van een rib 13 en een groef 14. In een eerste uitvoeringsvorm getoond in figuur 1 omvat het eerste uiteinde 11 van het filterkanaal 3 de rib 13 en het eerste uitstekend deel 9 van het inlaatkanaal 2 de groef 14. Dit is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding en het eerste uitstekend deel 9 van het inlaatkanaal 2 kan ook de rib 13 omvatten en het eerste uiteinde 11 van het filterkanaal 3 de groef 14.
Hoewel niet getoond in figuur 1, kan het stel van rib 13 en groef 14 aangebracht in het eerste uiteinde 11 van het filterkanaal 3 en het eerste uitstekend deel 9 van het inlaatkanaal 2 kunnen bijvoorbeeld voorzien zijn om de verbinding tussen rib 13 en groef 14 meer waterdicht te maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een dichting, zoals bijvoorbeeld een dichtingsring, aan te brengen. Een dergelijke constructie is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding.
Het uitlaatkanaal 4 is voorzien om regenwater, meer bepaald het eerste deel van het opgevangen regenwater, van het filterkanaal 3 weg te voeren. Daartoe is het uitlaatkanaal 4 bijvoorbeeld aangesloten aan bijvoorbeeld een riolering, etc. Bij voorkeur is het uitlaatkanaal 4 voorzien om op bekende standaard plastic buizen te worden gemonteerd met een buitendiameterdiameter van gewoonlijk 110 mm, 125 mm, 160 mm, 200 mm, 250 mm, 314 mm en 400 mm.
Het uitlaatkanaal 4 getoond in figuur 1 is cilindrisch en heeft een ronde gesloten doorsnede. Dit is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding en het uitlaatkanaal 4 kan ook een open bovenzijde hebben en/of een vierkante, rechthoekige, veelhoekige, etc. doorsnede hebben. Een omtrekswand met een gesloten doorsnede heeft echter het voordeel dat een groter volume water kan worden verwerkt zonder het risico te vergroten dat water uit het uitlaatkanaal 4 treedt. Tevens biedt een uitlaatkanaal 4 met een gesloten doorsnede het voordeel dat een dergelijk uitlaatkanaal 4 makkelijker onder de grond kan worden gebracht daar de gesloten doorsnede vermijdt dat externe deeltjes in de stroom opgevangen regenwater terechtkomen. Een doorsnede met een ronde vorm heeft het voordeel dat vaste deeltjes moeilijker achterblijven in het uitlaatkanaal 4 in bijvoorbeeld hoeken.
Het uitlaatkanaal 4 is bijvoorkeur gemaakt uit plastic, zoals bijvoorbeeld PVC, polyethyleen en polypropuleen, etc., maar kan ook uit andere materialen gemaakt worden zoals bijvoorbeeld metaal zoals bijvoorbeeld inox, koper, etc.
Het uitlaatkanaal 4 is bij voorkeur aangepast om in een wand te worden gemetst. Het uitlaatkanaal 4 omvat daartoe bij voorkeur middelen die toelaten dat de grip tussen het uitlaatkanaal 4 en bijvoorbeeld cement of andere lijmen verhoogt in vergelijking met de grip tussen de cement of de andere lijm en een in hoofdzaak gladde wand van het uitlaatkanaal 4. Bij voorkeur omvatten dergelijke middelen een ruw oppervlak aangebracht op het buitenoppervlak van het inlaatkanaal of één of meerdere protrusies 16 die zijn aangebracht op het buitenoppervlak van het uitlaatkanaal 4. Bij voorkeur strekken de protrusies 16 zich uit in dwarsrichting van het uitlaatkanaal 4 wat de positionering in lengterichting van het uitlaatkanaal 4 bevordert. Bij meer voorkeur strekken de protrusies 16 zich uit over in hoofdzaak de hele omtreksrichting van het uitlaatkanaal 4 waardoor het contactoppervlak groter wordt en de grip verder vergroot. Hoewel figuur 1 vier protrusies 16 toont is het ook mogelijk minder of meer van zulke protrusies 16 te voorzien zoals bijvoorbeeld één, twee, drie, vijf, zes, zeven, acht, negen, etc. De dimensies en vorm van de protrusies kunnen verder door vakman worden bepaald afhankelijk van de vereiste grip en de gebruikte materialen.
Het uitlaatkanaal 4 getoond in figuur 1 heeft een uiteinde 18 dat voorzien is om aangesloten te worden aan het filterkanaal 3. Bij voorkeur is het filterkanaal 3 verbonden langsheen het geleidingsoppervlak 5 aan het uitlaatkanaal 4 door een tweede uitstekend deel 10 van het uitlaatkanaal 4 waarop een tweede uiteinde 12 van het filterkanaal 3 rust.
Hoewel het tweede uitstekend deel 10 getoond in figuur 1 enkel is voorzien aan de onderzijde van het uitlaatkanaal 4, kan het tweede uitstekend deel 10 ook aan de bovenzijde van het uitlaatkanaal 4 zijn voorzien langsheen in hoofdzaak de volledige omtrek van de omtrekswand van het uitlaatkanaal 4 en zo het uiteinde 12 van het filterkanaal 3 omvatten . Alternatieve middelen om het filterkanaal 3 aan te sluiten aan het uitlaatkanaal 4 zijn echter ook mogelijk zoals bijvoorbeeld door middel van een mof, beugels, lassen, bouten, etc.
Bij voorkeur omvat het tweede uitstekend deel 10 en het tweede uiteinde 12 van het filterkanaal 3 een samenwerkend stel van een rib 13 en een groef 14. In een eerste uitvoeringsvorm getoond in figuur 1 omvat het tweede uiteinde 12 van het filterkanaal 3 de rib 13 en het tweede uitstekend deel 10 van het uitlaatkanaal 4 de groef 14. Dit is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding en het tweede uitstekend deel 10 van het uitlaatkanaal 4 kan ook de rib 13 omvatten en het tweede uiteinde 12 van het filterkanaal 3 de groef 14.
Hoewel niet getoond in figuur 1, kan het stel van rib 13 en groef 14 aangebracht in het tweede uiteinde 12 van het filterkanaal 3 en het tweede uitstekend deel 10 van het inlaatkanaal 2 kunnen bijvoorbeeld voorzien zijn om de verbinding tussen rib 13 en groef 14 meer waterdicht te maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een dichting, zoals bijvoorbeeld een dichtingsring, aan te brengen. Een dergelijke constructie is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding.
Het filterkanaal 3 getoond in figuur 1 is cilindervormig en heeft een ronde doorsnede. Dit is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding en het filterkanaal volgens de onderhavige uitvinding kan ook elke andere doorsnede, vorm en dimensies hebben. Het filterkanaal kan bijvoorbeeld open zijn aan de bovenzijde. Een gesloten doorsnede heeft echter als voordeel dat grotere volumes regenwater kunnen worden verwerkt zonder het risico dat regenwater uit het filterkanaal 3 vloeit zonder doorheen het filterelement 7 te vloeien, te vergroten. Hoewel ook andere doorsneden mogelijk zijn voor het filterkanaal 3, zoals bijvoorbeeld vierkant, rechthoekig, veelhoekig, etc., heeft een ronde doorsnede het voordeel dat vaste bestanddelen minder eenvoudig kunnen achterblijven in het filterkanaal 3 achter bijvoorbeeld een hoek.
Het filterelement 3 getoond in figuur 1 laat aan de bovenzijde open ruimte tussen de uiteinden 17, 18 van het in- en uitlaatkanaal 2, 4 en het eerste en tweede uiteinde 11,12 van het filterkanaal 3. Dit is echter niet noodzakelijk en één of geen van het eerste of tweede uiteinde 11,12 van het filterkanaal 3 kan ook sluitend aansluiten aan het overeenstemmend uiteinde 17, 18 van het in- en uitlaatkanaal 2, 4.
Het geleidingsoppervlak 5 getoond in figuur 1 is in hoofdzaak glad teneinde een goede doorstroming van het opgevangen regenwater te garanderen en te vermijden dat vaste delen van de stroom opgevangen regenwater een vlotte doorgang van opgevangen regenwater langsheen het geleidingsoppervlak 5 verhinderen. Dit is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding en het geleidingsoppervlak 5 kan tevens hoeken en kanten bevatten.
Het filterelement 7 getoond in figuur 1 heeft de vorm van een netvormig vlak element dat is gemonteerd over een opening aangebracht in de onderzijde van het filterkanaal 3. De mazen van het net zijn daarbij aangepast aan de vereiste reinheid van het tweede deel regenwater waarbij kleinere mazen een grotere reinheid verzekeren van het tweede deel regenwater en grotere mazen een meer gematigde reinheid van het tweede deel regenwater bewerkstelligen. De mazen van het net hebben bij voorkeur een diameter van tussen 200 micron - 2000 micron, bij meer voorkeur 300 micron - 900 micron, bij meeste voorkeur 400 micron - 800 micron. Het net bevat bij voorkeur een metaal, bij meer voorkeur een roestvrij metaal zoals bijvoorbeeld inox, roestvrij staal, etc. maar kan ook uit andere materialen zijn gemaakt zoals bijvoorbeeld plastic, zoals bijvoorbeeld polyethyleen, polypropyleen, PVC, etc. Tevens kan een mengeling van meerdere materialen worden gebruikt zoals bijvoorbeeld een mengeling van een metaal met een plastic, zoals bijvoorbeeld polyethyleen en inox.
Tevens kan het filterelement verschillende netten omvatten, zoals bijvoorbeeld een eerste net met mazen van een eerste diameter en een tweede net met mazen van een tweede diameter. Tevens kunnen de verschillende netten verschillende materialen omvatten. Zo is het bijvoorbeeld een plastic eerste net met mazen van micron te combineren met een tweede metalen net met mazen van micron te combineren door ze bijvoorbeeld op elkaar te leggen.
Bij voorkeur kan het filterelement 7 uit het vlak van het geleidingsoppervlak 5 gelicht worden. Dit heeft als voordeel dat het filterelement 7 gemakkelijk kan worden gereinigd of vervangen. Daar zo het filterelement 7 gemakkelijk door een filterelement 7 met andere eigenschappen kan vervangen worden, kan het regenwaterfiltersysteem 1 volgens de onderhavige uitvinding worden aangepast aan de specifieke situatie waarin het wordt ingezet daar bijvoorbeeld de diameter van de mazen van het net, het materiaal van het net, etc. aan de specifieke situatie kan worden aangepast.
Het filterkanaal 3 getoond in figuur 1 heeft twee identieke filterelementen 7. Het is echter ook mogelijk om een filterkanaal 3 te voorzien van een enkel filterelement 7 of meer filterelementën 7 zoals bijvoorbeeld drie, vier, vijf, zes, zeven, acht of zelfs nog meer. Hoewel de twee filterelementen 7 getoond in figuur 1 identiek zijn, kunnen de filterelementen ook anders zijn wat betreft vorm, dimensies, plaatsing in het filterkanaal, etc. Ook kan de aard van het filterelement 7 verschillen. Zo kunnen in de verschillende filterelementen 7 verschillende soorten netten worden gebruikt, bijvoorbeeld met een verschillende diameter van de mazen van het net, of filtersystemen alternatief aan netten. Bijvoorbeeld kan het filterelement 7 dat volgens de geleidingsrichting 6 het eerst is gemonteerd net hebben met mazen van een grotere diameter dan het filterelement dat verder volgens de geleidingsrichting 7 is gemonteerd teneinde de filtereigenschappen van de filterelementen beter aan te passen aan de eigenschappen van het opgevangen regenwater terwijl het door het filterkanaal 3 stroomt.
Het filterkanaal 3 is bij voorkeur verwijderbaar gemonteerd tussen het inlaatkanaal 2 en het uitlaatkanaal 4. Dit is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding en het filterkanaal kan ook vast verbonden zijn met het in- en uitlaatkanaal 2, 4, bijvoorbeeld door middel van een lasverbinding.
Bij voorkeur is het filterkanaal klemvast gemonteerd tussen in- en uitlaatkanaal 2, 4. In figuur 1 zijn het samenwerkend paar van rib en groef 13, 14 hiertoe zodanig uitgevoerd dat een dergelijke verbinding van het filterkanaal 3 tussen het in- en uitlaatkanaal 2, 4 kan worden gerealiseerd.
Het filterkanaal 3 hoeft echter niet klemvast gemonteerd worden en kan ook anders gemonteerd worden tussen het in- en uitlaatkanaal 2, 4, bijvoorbeeld door middel van vijzen, bouten, beugels lassen, etc.
Bij voorkeur is het filterkanaal 3 verwijderbaar volgens een opwaartse richting gemonteerd. Dit is echter niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en het filterkanaal 3 kan ook op andere wijzen verwijderbaar gemonteerd zijn, bijvoorbeeld zijdelings verwijderbaar of verwijderbaar naar onderen toe. Het is gebleken dat een montage die gebruik maakt van het eerste 9 en het tweede 10 uitstekend deel van respectievelijk het in- en uitlaatkanaal zoals hierboven beschreven en getoond in figuur 1 zich uitstekend leent tot een gemakkelijk verwijderbare montage van het filterkanaal 3 tussen het in- en uitlaatkanaal 2, 4 waarbij het filterkanaal 3 met een opwaartse beweging van tussen het in- en uitlaatkanaal 2, 4 kan worden weggenomen. Gecombineerd met de klemvast verbinding van het filterkanaal 3 tussen het in- en uitlaatkanaal 2, 4 is gebleken dat bijkomende bevestigingsmiddelen zoals bijvoorbeeld vijzen en bouten achterwege gelaten kunnen worden teneinde een voldoende stevige en zekere verbinding van het filterkanaal 3 tussen het in- en uitlaatkanaal 2, 4 te bewerkstelligen.
Door verder te voorzien in een handvat 15, zoals getoond in figuur 1, kan de demontage van het filterkanaal 3 verder worden vergemakkelijkt, vooral indien geen bijkomende montagemiddelen zoals bouten, vijzen, etc. werden gebruikt. Indien het filterlement na verloop van tijd dan toch gereinigd dient te worden kan het filterkanaal 3 eenvoudig van tussen het in- en uitlaatkanaal worden gelicht.
Het filterkanaal 3 getoond in figuur 1 heeft het voordeel dat het door spuitgieten kan worden gemaakt. Dit is echter niet noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding en het filterkanaal 3 kan ook op andere manieren worden gemaakt. Bijvoorbeeld door verschillende buisvormige elementen, of deelelementen, aan elkaar te bevestigen door bijvoorbeeld bouten, lassen, beugels, etc.
Bij voorkeur zijn zowel het inlaatkanaal 2, het filterkanaal 3 en het uitlaatkanaal 4 buisvormig uitgevoerd zoals getoond in figuur 1. Andere uitvoeringsvormen worden het inlaatkanaal 2, het filterkanaal 3 en het uitlaatkanaal 4 anders zijn uitgevoerd, en waarbij bijvoorbeeld dimensies, doorsnede, vorm van de verschillende kanalen anders zijn uitgevoerd, zijn echter ook mogelijk. De vorm en dimensies van het in- en uitlaatkanaal 2, 4 en het filterkanaal 3 zijn bij voorkeur zodanig aangepast dat het filterkanaal 3 gemakkelijk kan worden gemonteerd tussen het in- en uitlaatkanaal 2, 4.
In het regenwaterfiltersysteem 1 volgens de onderhavige uitvinding is het filterelement 7 aangebracht in een komvormig deel 8 van het geleidingsoppervlak 5. Het komvormig deel 8 is daarbij gekromd in de geleidingsrichting 6 van het opgevangen regenwater en is voorzien om onzuiver regenwater ten minste tijdelijk boven het filterelement 7 te houden.
De verdere eigenschappen van het komvormig deel 8, zoals dimensies, vorm, etc. kunnen worden bepaald door de vakman in functie van bijvoorbeeld de dimensies van het inlaatkanaal 2, het uitlaatkanaal 4 en het filterkanaal 3, de hoeveelheid regenwater dat bijvoorkeur boven het filterelement 7 kan worden gehouden, de filtercapaciteit van het filterelement 7, etc.
Het komvormig deel 8, getoond in figuur 1, is aangebracht in het geleidingsoppervlak 5 van het inlaatkanaal 2, het uitlaatkanaal 4 en het filterkanaal 3 gezamenlijk. Meer bepaald is het komvormig deel 8 gevormd door een verlaging in het inlaatkanaal 2, meer bepaald aan het uiteinde 17 van het inlaatkanaal 2 nog verder bepaald aan het eerste uitstekend deel 9 van het inlaatkanaal 2, en een andere verlaging aan het uitlaatkanaal 4, meer bepaald aan het uiteinde 18 van het uitlaatkanaal 4 nog verder bepaald aan het eerste uitstekend deel 10 van het uitlaatkanaal 4. Het geleidingsoppervlak 5 van het filterkanaal 3 is hierbij in hoofdzaak vlak uitgevoerd. Dit is echter niet noodzakelijk en het komvormig deel 8 kan bijvoorbeeld ook uitgevoerd zijn in enkel het geleidingsoppervlak 5 van het filterkanaal 3, het geleidingsoppervlak 5 van het inlaatkanaal 2 en het filterkanaal 3, het geleidingsoppervlak 5 van het uitlaatkanaal 4 en het filterkanaal 3, etc.
Bij voorkeur omvat het komvormig deel 8 een aanzienlijk deel van de lengte van het filterkanaal 3, zoals getoond in figuur 1. Dit is echter niet noodzakelijk en het komvormig deel 8 kan ook slechts een deel van het filterkanaal 3 omvatten, bijvoorbeeld wanneer het komvormig deel 8 zich uitstrekt over een deel van het filterkanaal 3.
Bij meer voorkeur bedekt ten minste één filterelement 7 in hoofdzaak de volledige oppervlakte van het komvormig deel 8 teneinde het filtervermogen te vergroten. Bij verdere voorkeur strekt het ten minste één filterelement 7 zich uit tot verder dan het komvormig deel 8, volgens de geleidingsrichting 6 en/of volgens een richting dwars op de geleidingsrichting 6 teneinde het filtervermogen nog verder te vergroten. Het filterkanaal 3 getoond in figuur 1 is bijvoorbeeld voorzien langs in hoofdzaak zijn gehele lengte met ten minste één filterelement 7. Dit ten minste één filterelement 7 strekt zich tevens uit tot boven het komvormig deel 8 volgens een richting dwars op de geleidingsrichting 6.
Bij voorkeur is het filterelement 7 in hoofdzaak voorzien op een plaats die, bij montage van het filterkanaal 3 tussen het inlaatkanaal 2 en het uitlaatkanaal 4 het in hoofdzaak laagste punt van het komvormig deel 8 omvat. Aangezien het filterkanaal 3 in figuur 1 in hoofdzaak horizontaal is gemonteerd tussen het in- en uitlaatkanaal 2, 4, en het komvormig deel 8 gevormd wordt door een verlaging in de uiteinden 17, 18 van het respectievelijke in- en uitlaatkanaal 2, 4 wordt dit laagste punt gevormd door in hoofdzaak het gehele geleidingsoppervlak 5 van het filterkanaal 3. Dit is echter niet noodzakelijk en het laagste punt kan enkel lokaal in het filterkanaal 3 zijn voorzien, bijvoorbeeld wanneer het filterkaneel 3 schuin is gemonteerd of wanneer het komvormig deel 8 anders is gevormd, bijvoorbeeld enkel in het geleidingsoppervlak 5 van het filterkanaal 3.
Een regenwaterfiltersysteem 1 zoals getoond in figuur 1 en hierboven verder in detail beschreven wordt doorgaans gemonteerd boven een opvangbekken, doorgaans een mangat, waarin het door het regenwaterfiltersysteem gezuiverde regenwater, het regenwater van het tweede deel, wordt opgevangen. In een dergelijke opstelling is het inlaatkanaal 2 gemetst in een eerste zijwand van hèt opvangbekken en het uitlaatkanaal gemetst in een tegenoverliggend zijwand van het opvangbekken. In het opvangbekken zijn dan verdere middelen voorzien om het regenwater van het tweede deel verder te transporteren naar de plaats van gebruik. Het is echter ook mogelijk het regenwaterfiltersysteem 1 volgens de onderhavige uitvinding zodanig aan te sluiten op het verdere transportsysteem dat het regenwater van het tweede deel niet eerst wordt opgevangen in een opvangbekken zoals een mangat maar rechtstreeks wordt opgevangen in een transporteerbuis die het verder transporteert naar de plaats van gebruik. In een dergelijk geval is het filterkanaal bij voorkeur aangepast om aan het filterelement aangesloten te worden op bijvoorbeeld de transporteerbuis.

Claims (12)

1. Regenwaterfiltersysteem (1) voor het ten minste gedeeltelijk filteren van opgevangen regenwater, met een inlaatkanaal (2) voor het aanvoeren van opgevangen regenwater naar een filterkanaal (3) voor het geleiden van een eerste deel van het opgevangen regenwater van het inlaatkanaal (2) naar een uitlaatkanaal (4) langsheen een geleidingsoppervlak (5) van het inlaat-, filter- en uitlaatkanaal (2, 3, 4) voor het geleiden van het opgevangen regenwater volgens een geleidingsrichting (6) en het filteren en geleiden van een tweede deel van het opgevangen regenwater doorheen een filterelement (7) aangebracht in het vlak van het geleidingsoppervlak (5), daardoor gekenmerkt dat het filterelement (7) aangebracht is in een komvormig deel (8) van het geleidingsoppervlak (5) waarbij het komvormig deel (8) gekromd is in de geleidingsrichting (6) van het water, en voorzien is om onzuiver opgevangen regenwater ten minste tijdelijk boven het filterelement (7) te houden.
2. Regenwaterfiltersysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het geleidingsoppervlak (5) in hoofdzaak glad is.
3. Regenwaterfiltersysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het filterelement (7) in hoofdzaak voorzien is op een plaats die, bij montage van het filterkanaal (3) tussen het inlaatkanaal (2) en het uitlaatkanaal (4), het in hoofdzaak laagste punt van het komvormig deel (8) omvat.
4. Regenwaterfiltersysteem volgens conclusie 1 of 2 of 3, met het kenmerk dat het filterkanaal (3) verwijderbaar gemonteerd is tussen het inlaatkanaal (2) en het uitlaatkanaal (4).
5. Regenwaterfiltersysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het filterkanaal (3) klemvast gemonteerd is tussen het inlaatkanaal (2) en het uitlaatkanaal (4).
6. Regenwaterfiltersysteem volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat het filterkanaal verwijderbaar volgens een in hoofdzaak opwaartse richting gemonteerd is.
7. Regenwaterfiltersysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het filterkanaal (3) langsheen het geleidingsoppervlak (5) verbonden is aan het inlaatkanaal (2) door een eerste uitstekend deel (9) van het inlaatkanaal (2) waarop een eerste uiteinde (11) van het filterkanaal (3) rust.
8. Regenwaterfiltersysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het filterkanaal (3) langsheen het geleidingsoppervlak (5) verbonden is aan het uitlaatkanaal (4) door een tweede uitstekend deel (10) van het uitlaatkanaal (4) waarop een tweede uiteinde (12) van het filterkanaal (3) rust.
9. Regenwaterfiltersysteem volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat het eerste en/of tweede uitstekend deel (9, 10) en het eerste en/of tweede uiteinde (11, 12) een samenwerkend stel van een rib en een groef (13, 14) omvatten voor het monteren van het filterkanaal (3) aan het in- en/of uitlaatkanaal (2, 4).
10. Regenwaterfiltersysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk dat het samenwerkend stel van de rib en de groef (13, 14) voorzien zijn van een dichting.
11. Regenwaterfiltersysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het regenwaterfiltersysteem in hoofdzaak buisvormig is uitgevoerd.
12. Regenwaterfiltersysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het filterkanaal (3) een handvat (15) omvat.
BE2009/0113A 2009-02-25 2009-02-25 Regenwaterfiltersysteem. BE1018667A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0113A BE1018667A5 (nl) 2009-02-25 2009-02-25 Regenwaterfiltersysteem.
EP10154719A EP2224064A1 (en) 2009-02-25 2010-02-25 Rainwaterfiltersystem

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0113A BE1018667A5 (nl) 2009-02-25 2009-02-25 Regenwaterfiltersysteem.
BE200900113 2009-02-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018667A5 true BE1018667A5 (nl) 2011-06-07

Family

ID=41137534

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0113A BE1018667A5 (nl) 2009-02-25 2009-02-25 Regenwaterfiltersysteem.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2224064A1 (nl)
BE (1) BE1018667A5 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104480994B (zh) * 2014-11-20 2016-03-30 陈磊 一种城市绿地广场雨水收集再利用系统
WO2016201493A1 (en) * 2015-06-19 2016-12-22 Rain Harvesting Pty Ltd A filtering apparatus comprising an inlet and at least two outlets
BR202015016115U8 (pt) * 2015-07-01 2018-02-27 Antonio Garios Wadih dispositivo filtrante autolimpante adaptável ao volume de água pluvial
CN111206725B (zh) * 2020-01-11 2021-09-14 宁波中鼎建筑设计有限公司 一种虹吸屋面雨水回用系统
CN111636513B (zh) * 2020-05-24 2021-10-19 浙江华强环境科技有限公司 一种雨水收集处理的改进装置
CN112057920A (zh) * 2020-08-17 2020-12-11 南京信息工程大学 一种雨水过滤器及其过滤方法

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29614817U1 (de) * 1996-08-22 1996-12-19 Herrmann Thilo Verteilervorrichtung für Regenwasser
EP0786560A2 (de) * 1996-01-27 1997-07-30 Schwarzkopf Wassertechnik Vorrichtung zum Sammeln von Regenwasser
DE10048740A1 (de) * 2000-09-29 2002-04-11 Torras Pique Jorge Vorrichtung Reinigung von Regenwasser

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8800277U1 (nl) 1987-04-04 1988-07-28 Manke, Ralf, 2000 Hamburg, De

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0786560A2 (de) * 1996-01-27 1997-07-30 Schwarzkopf Wassertechnik Vorrichtung zum Sammeln von Regenwasser
DE29614817U1 (de) * 1996-08-22 1996-12-19 Herrmann Thilo Verteilervorrichtung für Regenwasser
DE10048740A1 (de) * 2000-09-29 2002-04-11 Torras Pique Jorge Vorrichtung Reinigung von Regenwasser

Also Published As

Publication number Publication date
EP2224064A1 (en) 2010-09-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018667A5 (nl) Regenwaterfiltersysteem.
US7805890B2 (en) Rain and storm water filtration systems
US6705049B2 (en) Rain and storm water filtration systems
US5232587A (en) Stormwater inlet filter
US6951619B2 (en) Apparatus for trapping floating and non-floating particulate matter
US6428692B2 (en) In-line storm water drain filter system
JP2001507091A (ja) 総汚染物質濾過装置
NZ287820A (en) Self-cleaning fluid borne solids separating screen for stormwater
KR101683816B1 (ko) 교량용 초기우수 처리장치
KR100683119B1 (ko) 오물수거가 가능한 집수구
KR101582931B1 (ko) 비점오염 저감 장치
US20040035772A1 (en) Grated drain basket with seal collar
KR101320456B1 (ko) 하수구와 배수홀의 연결구조
KR20190092108A (ko) 교량용 초기우수 처리장치
US20080164190A1 (en) Curbside gross pollution trap
KR20110010631U (ko) 하수구용 이물질 거름 장치
KR20080105855A (ko) 쓰레기 걸름 장치
AU2005316557B2 (en) Apparatus for separating particulates from a fluid stream
BE1022339B1 (nl) Mangat met regenwaterfiltersysteem
AU2009201113A1 (en) A filtration apparatus
AU2009100093B4 (en) Self Flushing Leaf Filter
KR102093866B1 (ko) 모래 역류방지형 모래받이 일체 배수 파이프 및 이의 시공 공법
NL1014178C2 (nl) Filterinrichting.
KR200348451Y1 (ko) 걸럼망이 구성된 맨홀
KR101822469B1 (ko) 초기 우수 처리장치 및 이를 이용한 초기 우수 처리방법