NL1014178C2 - Filterinrichting. - Google Patents

Filterinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1014178C2
NL1014178C2 NL1014178A NL1014178A NL1014178C2 NL 1014178 C2 NL1014178 C2 NL 1014178C2 NL 1014178 A NL1014178 A NL 1014178A NL 1014178 A NL1014178 A NL 1014178A NL 1014178 C2 NL1014178 C2 NL 1014178C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
screen
filter device
sieve
filter
outer jacket
Prior art date
Application number
NL1014178A
Other languages
English (en)
Inventor
Oege Renu Offringa
Original Assignee
Wavin Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wavin Bv filed Critical Wavin Bv
Priority to NL1014178A priority Critical patent/NL1014178C2/nl
Priority to EP01200130A priority patent/EP1130176A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1014178C2 publication Critical patent/NL1014178C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/08Down pipes; Special clamping means therefor
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B3/00Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water
    • E03B3/02Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water from rain-water
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/08Down pipes; Special clamping means therefor
    • E04D2013/082Down pipe branches
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/08Down pipes; Special clamping means therefor
    • E04D2013/0846Interconnecting down pipe parts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/08Down pipes; Special clamping means therefor
    • E04D2013/086Filters
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A20/00Water conservation; Efficient water supply; Efficient water use
    • Y02A20/108Rainwater harvesting

Description

Korte aanduiding: Filterinrichting 5 De uitvinding heeft betrekking op een filterinrichting volgens de aanhef van conclusie l.
Een dergelijke filterinrichting is bekend uit bijvoorbeeld DE-OS-3812136 en dient in het bijzonder voor het zuiveren van regenwater door het uitfiltreren van verontreinigingen. Het gezuiverde regenwater 10 kan worden opgevangen en opnieuw worden gebruikt, bijvoorbeeld voor infiltratie in de grond, beregening, spoelen van toiletten enz. in de bekende inrichting eindigt het inloopdeel met de uitstroomrand in het gebied van het bovenranddeel van de zeef. Het bovenranddeel van de zeef is gesloten en laat geen water door. Tussen de uitstroomrand van 15 het inloopdeel en het gesloten bovenranddeel van de zeef is een smalle spleet aanwezig. De werking is zodanig, dat (regen-)water, dat uit het inloopdeel stroomt en door de adhesieve werking van het materiaal van het inloopdeel de binnenwand van het inloopdeel volgt, de zeef allereerst treft op het niet-doorlatende bovenranddeel. Vervolgens 20 stroomt het water vanaf het bovenranddeel over en gedeeltelijk door de zeef. Het grootste deel van het water wordt door de zeef gezogen en stroomt weg via de uitloop voor schoon water, naar bijvoorbeeld een opslagtank van waaruit het opnieuw kan worden gebruikt. Slechts een gering deel van het water, met verontreinigingen die niet door de zeef 25 kunnen, blijft aan de binnenzijde van de zeef. Dit water stroomt weg door de uitloop voor vuil water en zal in het algemeen worden afgevoerd naar het riool.
Het nadeel van het bovenbeschreven type filterinrichting is de relatief snelle vervuiling. Wil de zeef genoeg fijn vuil afscheiden, 30 dan zijn kleine gaatjes in de zeef nodig. Deze kleine gaatjes raken echter snel vervuild. Dit geeft dan weer aanleiding tot een soort algengroei aan de binnenzijde van de zeef. Door regelmatige reiniging van de filterinrichting is dit probleem redelijk te ondervangen. De praktijk leert echter dat deze regelmatige reiniging niet 35 plaatsvindt, waardoor de effectiviteit van de filterinrichting snel afneemt.
1014178
, I
2
De uitvinding heeft tot doel het probleem van de snelle vervuiling te verkleinen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een filterinrichting volgens conclusie 1.
5 Het is gebleken dat een filterinrichting met een dergelijke zeef zeer effectief is en veel minder gevoelig is voor vervuiling dan de bekende filterinrichtingen.
Voordelige en voorkeursuitvoeringsvormen van de filterinrichting volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies.
10 De uitvinding zal in de hiernavolgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:
Fig. 1 een langsdoorsnede toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van de filterinrichting volgens de uitvinding, 15 Fig. 2 op vergrote schaal een detail II van fig. 1 toont,
Fig. 3 op vergrote schaal een detail van de zeef van de filterinrichting van fig. 1 toont,
Fig. 4 het stromingsgedrag van water ter plaatse van het in fig.
2 weergegeven detail van de filterinrichting van fig. 1 toont.
20 In fig. 1 is een filterinrichting volgens de uitvinding weergegeven en in het algemeen aangeduid met het verwijzingscijfer l.
De filterinrichting bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: een inloopdeel 2, een filterhuis 3 en een uitloopdeel 4.
Het inloopdeel 2, dat in hoofdzaak cilindrisch is uitgevoerd, 25 heeft aan de bovenzijde een zodanige binnendiameter dat het juist om een genormaliseerde regenwatervalpijp 5 past. Aan de onderzijde is het inloopdeel 2 voorzien van een uitstroomranddeel 6 dat eindigt in een uitstroomrand 7. Het uitstroomranddeel 6 is naar de uitstroomrand 7 toe naar buiten toe verwijdt met een aan de binnenzijde convexe vorm.
30 Het inloopdeel 2 is nabij het uitstroomranddeel 6 aan de buitenzijde voorzien van een steunflens 8 die in gemonteerde toestand van de inrichting op de bovenrand van het filterhuis 3 steunt. Door nokken 8a of een doorlopende rondgaande rand aan de onderzijde en nabij de de buitenrand van de steunflens 8 wordt het inloopdeel 2 gecentreerd ten 35 opzichte van het filterhuis 3.
Het filterhuis 3, dat eveneens in hoofdzaak cilindrisch is, wordt gevormd door een buitenmantel 9 en een concentrisch daarin 10 1 4 178 3 aangebrachte zeef 10 met een bovenranddeel 11 en een onderranddeel 12, waarbij ten minste het gedeelte van de zeef 10 tussen het bovenranddeel 11 en het onderranddeel 12 doorlatend is. Het bovenranddeel 11 is door middel van bij voorkeur een lijmverbinding 5 verbonden met de buitenmantel 9. Een klik- of klemverbinding is echter ook mogelijk. De ruimte tussen de zeef 10 en de buitenmantel 9 van het filterhuis neemt naar het onderranddeel 12 geleidelijk toe, bijvoorbeeld doordat de buitenmantel 9 cilindrisch en de zeef 10 conisch is uitgevoerd.
10 De uitstroomrand 7 van het inloopdeel 2 bevindt zich ter hoogte van of onder de bovenrand 13 van het doorlatende gedeelte van de zeef 10, zodat het water dat er vanaf loopt direct en bij voorkeur zo veel mogelijk haaks op het doorlatende gedeelte van de zeef 10 terecht komt. Hierdoor wordt enerzijds een zeer hoog rendement verkregen omdat 15 het water meteen door het filter slaat en wordt anderzijds door de krachtige spoeling vuil van dit deel van het filter weggespoeld. Met name bij weinig regenval wordt zo een hoog rendement verkregen en blijft het filter ter plekke zeer schoon.
Het uitloopdeel 4 sluit aan op de onderzijde van het filterhuis 3 20 en omvat een eerste uitloop 14 voor vuil water en een tweede uitloop 15 voor schoon water. Het uitloopdeel 4 is grotendeels dubbelwandig uitgevoerd, met een buitenwand 16 en een binnenwand 17 die aan de onderzijde op elkaar aansluiten. De onderrand 18 van de buitenmantel 9 van het filterhuis 3 steunt op de bovenrand 19 van de buitenwand 16 25 van het uitloopdeel 4 en de onderranddeel 12 van de zeef 10 sluit aan op de bovenrand 20 van de binnenwand 17 van het uitloopdeel 4. De uitloop 15 voor schoon water is aangesloten op het onderste gedeelte van de buitenwand 16 van het uitloopdeel 4 en staat bij voorkeur onder een hoek van 45° ten opzichte van het uitloopdeel 4. De uitloop 4 is 30 bij voorkeur voorzien van een integrale mof 21.
De zeef 10 is gevormd uit een velvormig zeefmateriaal 101 dat aan de ene zijde zeer glad is en dat is voorzien van gaten waarvan de afmetingen vanaf de gladde zijde naar de andere zijde toenemen. De zeef 10 is gevormd door het zeefmateriaal 101 in de gewenste vorm van 35 de zeef te buigen zodanig dat de gladde zijde van het zeefmateriaal 101 aan de binnenzijde van de zeef 10 ligt.
1014178 4
De afmetingen van de gaten in het zeefmateriaal 101 liggen bij voorkeur tussen 300 en 500 m. Zeer goede resultaten worden verkregen met gaten waarvan de afmetingen ca. 400 m bedragen. De gaten zullen in het algemeen rond zijn, waarbij de diameter overeenkomt met de 5 genoemde afmetingen.
Doordat de afmetingen van de gaten in het zeefmateriaal 101 naar de buitenzijde van de zeef toe toenemen is de kans op verstoppen van de gaten klein. Vuildeeltjes die juist in de gaten zouden passen, worden door het door de gaten stromende water mee naar buiten 10 gespoeld. Doordat de zeef 10 aan de binnenzijde zeer glad is, zal vuil dat niet door de gaten heen kan door het langs de binnenzijde van de zeef 10 stromende water gemakkelijk worden weggespoeld. De gladde binnenwand bemoeilijkt tevens de aanhechting van algen.
Het zeefmateriaal 101 is bijvoorbeeld een door Stork Veco B.V.
15 door middel van electrodepositie vervaardigd en onder de naara VECONIC op de markt gebracht filtermateriaal, mesh 50, met ronde gaten met een diameter van 400 m.
Het zeefmateriaal 101 is in een precies passende buitenconus geplaatst die bestaat uit gaasmateriaal 102 (zie fig. 3). Dit 20 gaasmateriaal 102 dient enerzijds als steun voor het zeefmateriaal 101 en anderzijds om het water dat door het zeefmateriaal heen is gelopen af te voeren naar buiten. Het gaasmateriaal 102 is daarom zo uitgevoerd dat de "spijlen" 103 bestaan uit schuin naar beneden gerichte plaatjes met een lengte van ca. 1 mm.
25 De werking van de filterinrichting is als volgt. Regenwater met verontreinigingen stroomt langs de binnenwand van de regenwatervalpijp 5, de binnenwand van het inloopdeel 2 en het uitstroomranddeel 6. Door de convexe vorm van het uitstroomranddeel 6 volgt het regenwater het uitstroomranddeel 6 tot nabij de uitstroomrand 7 (zie fig. 4).
30 Vervolgens komt het regenwater direct tegen de zeef 10 aan en stroomt gedeeltelijk door de zeef 10 heen. Door de constructie van de zeef 10 wordt het water dat door het zeefmateriaal 101 is gelopen snel afgevoerd en wordt een zuigende werking op het water aan de binnenzijde van het filter uitgeoefend. In de praktijk is gebleken dat 35 gaasmateriaal met een ruitvormig gaatjespatroon met een grootste afmeting van ca. 7 mm en een kleinste afmeting van ca. 3 mm en een horizontale ligging in werkende toestand van het filter goed voldoet.
'< « * 4 1 7 8 5
Door de toenemende ruimte tussen de zeef 10 en de buitenmantel 9 is er voldoende ruimte voor de toenemende stroom gefilterd regenwater. Aan de binnenzijde van de zeef 10 blijft naar beneden toe steeds minder water over met alle verontreinigingen die te grof zijn om door de zeef 5 10 te kunnen.
Het gefilterde water komt terecht in de tussen de buitenwand 16 en de binnenwand 17 van het uitloopdeel 4 gevormde ruimte 22 en stroomt via de uitloop 15 voor schoon water naar bijvoorbeeld een opslagtank. Het water met verontreinigingen loopt vanaf de 10 binnenzijde van de zeef 10 naar de uitloop 14 voor vuil water en kan vandaar naar het riool worden afgevoerd.
Omdat alleen het bovenranddeel 11 van de zeef 10 met de buitenmantel 9 van het filterhuis 3 is verbonden, zijn er verder stroomafwaarts geen verbindingspunten tussen de zeef 10 en de 15 buitenmantel 9 die een verstorende werking of de stroming tussen de buitenzijde van de zeef 10 en de binnenzijde van de buitenmantel 9 kunnen geven. Daardoor kan de stroming van het door de zeef 10 gekomen water optimaal blijven. Dit verhoogt het rendement van de filterinrichting.
20 Opgemerkt wordt dat de gunstige eigenschappen van het toegepaste zeefmateriaal ook tot uiting komen wanneer het wordt toegepast in bekende filterinrichtingen. Echter, optimale resultaten worden verkregen door de combinatie van het hiervoor beschreven zeefmateriaal en de hiervoor beschreven constructie van de filterinrichting.
25 Uit proeven is gebleken dat het rendement van een filterinrichting met een buismaat van 80 mm bij debieten tot 40 1/min. boven 97% ligt.
Om de zeef 10 te kunnen reinigen is deze losneembaar in de filterinrichting 1 opgenomen. Het losnemen van de zeef 10 is mogelijk doordat het inloopdeel 2 over de regenwatervalpijp 5 omhoog geschoven 30 kan worden. Omdat het inloopdeel 2 aan de onderzijde van het cilindrische gedeelte een geringe vernauwing 61 heeft met een binnendiameter die iets kleiner is dan de buitendiameter van de regenwatervalpijp 5 (zie fig. 1) kan het inloopdeel 2 op de regenwatervalpijp 5 worden geklemd. Vervolgens kan het filterhuis 3 35 iets omhoog worden geschoven en tussen het inloopdeel 2 en het uitloopdeel 4 worden weggenomen. De zeef 10 kan dan worden geïnspecteerd en/of schoongemaakt zonder dat deze uit het filterhuis 3 1014178 6 verwijderd hoeft te worden en zonder dat de regenwatervalpijp 5 of de bevestiging daarvan losgemaakt hoeft te worden. Door de vorm van het filterhuis 3 kan het niet omgekeerd in de filterinrichting 1 worden teruggeplaatst.
5 In het geval van een klik- of klemverbinding tussen de zeef 10 en de buitenmantel 9 is het mogelijk de zeef 10 uit de buitenmantel 9 te verwijderen en zonodig te vervangen, bijvoorbeeld in het geval dat de zeef 10 is beschadigd.
De hierboven beschreven constructie van de filterinrichting maakt 10 het uitnemen van het filter 10, al of niet als één geheel met het filterhuis 3, zeer gemakkelijk. Dit geldt ook als het filter van een ander dan het beschreven type is.
Door de plaatsing van de uitloop 15 voor schoon water onder een hoek van 45° en door deze uitloop 15 te voorzien van een integrale mof 15 21 is een compacte bouw van de gehele installatie mogelijk. Een verbindingsleiding met een opslagtank voor het gefilterde water kan direct op de uitloop 15 worden aangesloten. Door de plaatsing van de uitloop 15 onder een hoek van 45° vindt er een betere drukopbouw plaats in de op de uitloop 15 aangesloten leiding, hetgeen met name van 20 belang is wanneer er een langere horizontale verbindingsleiding tussen de uitloop 15 en een opslagtank voor het gefilterde water nodig is.
De filterinrichting 1, en met name het inloopdeel 2, de buitenmantel 9 van het filterhuis 3 en het uitloopdeel 4, is bij voorkeur gevormd uit kunststof. Daardoor vindt er geen afgifte van 25 metalen aan het vaak agressieve regenwater plaats, zoals bijvoorbeeld het geval is bij koperen of verzinkte inrichtingen. De verschillende uit kunststof gevormde delen van de filterinrichting kunnen bijvoorbeeld door spuitgieten worden gevormd.
1014178

Claims (11)

1. Filterinrichting voor water, in het bijzonder regenwater, omvattende een inloopdeel met een in een uitstroomrand eindigend 5 uitstroomranddeel, een in het gebied van het uitstroomranddeel op het inloopdeel aansluitend filterhuis en een op het filterhuis aansluitend uitloopdeel met een eerste uitloop voor vuil water en een tweede uitloop voor schoon water, waarbij het filterhuis wordt gevormd door een buitenmantel en een concentrisch daarin aangebrachte zeef met een 10 bovenranddeel en een onderranddeel, waarbij het bovenranddeel nabij de uitstroomrand van het inloopdeel is gelegen en de ruimte tussen de zeef en de buitenmantel vanaf het bovenranddeel naar het onderranddeel geleidelijk toeneemt, met het kenmerk, dat de zeef (10) is gevormd uit een velvormig zeefmateriaal (101) dat aan de ene zijde glad is en dat 15 is voorzien van gaten waarvan de afmetingen vanaf de gladde zijde naar de andere zijde toenemen, de gladde zijde van het zeefmateriaal (101) aan de binnenzijde van de zeef (10) ligt en de vorm van het uitstroomranddeel (6) en de plaats van de uitstroomrand (7) zodanig zijn gekozen dat het vanaf het uitstroomranddeel (6) stromende water 20 zoveel mogelijk haaks op de zeef (10) terecht komt.
2. Filterinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afmetingen van de gaten in het zeefmateriaal (101) tussen 300 en 500 m liggen en bij voorkeur ca. 400 m bedragen. 25
3. Filterinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het uitstroomranddeel (6) van het inloopdeel (2) naar de uitstroomrand (7) toe naar buiten toe wijder wordt met een aan de binnenzijde convexe vorm en de uitstroomrand (7) zich bevindt ter hoogte van of 30 onder de bovenrand (13) van het doorlatende gedeelte van de zeef (10).
4. Filterinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat alleen het bovenranddeel (11) van de zeef (10) met de buitenmantel (9) van het filterhuis (3) is verbonden. 35 10 14 178 I »
5. Filterinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het bovenranddeel (11) van de zeef (19) door middel van een lijmverbinding met de buitenmantel is verbonden. 5
6. Filterinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het bovenranddeel (11) van de zeef (10) door middel van een klik- of klemverbinding met de buitenmantel (9) is verbonden.
7. Filterinrichting volgens een der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de tweede uitloop (15) is voorzien van een integrale mof (21).
8. Filterinrichting volgens een der conclusies 3-7, met het kenmerk, dat ten minste het inloopdeel (2), de buitenmantel (9) van het 15 filterhuis (3) en het uitloopdeel (4) zijn gevormd uit kunststof.
9. Filterinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zeef (10) is gevormd uit een binnenlaag van het zeefmateriaal (101) en een buitenlaag van een gaasmateriaal (102) , 20 waarbij de binnenlaag en de buitenlaag nauw op elkaar aansluiten.
10. Filterinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het gaasmateriaal (102) bestaat uit spijlen (103) die in gemonteerde toestand van de zeef (10) schuin naar buiten en naar beneden gericht 25 zijn.
11. Filterinrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het gaasmateriaal (102) voorzien is van ruitvormige gaten met een lengte van ca. 7 mm en een breedte van ca. 3 mm en van spijlen van 30 ca. 1 mm. 10 14 178
NL1014178A 2000-01-26 2000-01-26 Filterinrichting. NL1014178C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014178A NL1014178C2 (nl) 2000-01-26 2000-01-26 Filterinrichting.
EP01200130A EP1130176A1 (en) 2000-01-26 2001-01-15 Filter device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014178 2000-01-26
NL1014178A NL1014178C2 (nl) 2000-01-26 2000-01-26 Filterinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014178C2 true NL1014178C2 (nl) 2001-07-27

Family

ID=19770664

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014178A NL1014178C2 (nl) 2000-01-26 2000-01-26 Filterinrichting.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1130176A1 (nl)
NL (1) NL1014178C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20240044115A1 (en) * 2022-08-05 2024-02-08 Zero Zero One International, Llc Rainwater collector

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102012021367A1 (de) * 2012-11-02 2014-05-08 Wisy Ag Haustechniksysteme, Filtertechnik Wasserfilter, insbesondere Regenwasserfilter in einer Zisterne
JP2016023504A (ja) * 2014-07-23 2016-02-08 積水化学工業株式会社 排水管カバー
CN112227456A (zh) * 2020-09-29 2021-01-15 郑小宇 一种水资源高效开发利用的雨水回收装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3812136A1 (de) * 1987-07-21 1989-02-02 Norbert Winkler Verfahren und vorrichtung zur regenwassererfassung
DE29700595U1 (de) * 1996-01-26 1997-02-27 Voith Sulzer Stoffaufbereitung Siebelement zum Sortieren, Fraktionieren oder Eindicken einer Faserstoffsuspension
NL1001334C1 (nl) * 1995-10-04 1997-04-08 Montage Service Braak B V Filterinrichting.
DE29815096U1 (de) * 1998-08-22 1998-11-05 Schwarzkopf Josef Filtereinrichtung

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3812136A1 (de) * 1987-07-21 1989-02-02 Norbert Winkler Verfahren und vorrichtung zur regenwassererfassung
NL1001334C1 (nl) * 1995-10-04 1997-04-08 Montage Service Braak B V Filterinrichting.
DE29700595U1 (de) * 1996-01-26 1997-02-27 Voith Sulzer Stoffaufbereitung Siebelement zum Sortieren, Fraktionieren oder Eindicken einer Faserstoffsuspension
DE29815096U1 (de) * 1998-08-22 1998-11-05 Schwarzkopf Josef Filtereinrichtung

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20240044115A1 (en) * 2022-08-05 2024-02-08 Zero Zero One International, Llc Rainwater collector

Also Published As

Publication number Publication date
EP1130176A1 (en) 2001-09-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100920689B1 (ko) 집수구형 비점오염 저감장치
US6705049B2 (en) Rain and storm water filtration systems
KR101721439B1 (ko) 하수여과스크린
US20040232057A1 (en) Retention and removal of debris and pollutants from surface water runoff
KR102498213B1 (ko) 비점오염 저감장치
EP0383527A1 (en) Self-cleaning filter
KR101683816B1 (ko) 교량용 초기우수 처리장치
NL1014178C2 (nl) Filterinrichting.
US20050199267A1 (en) Washing system using recycled cleaning liquid
US7005061B1 (en) Drain filter device
NL1004453C2 (nl) Inrichting voor het opvangen, tussentijds opslaan en afvoeren van regenwater.
BE1018667A5 (nl) Regenwaterfiltersysteem.
FR2900424A1 (fr) Dispositif de stockage et de traitement de l&#39;eau de pluie
KR20110006299A (ko) 교량 집수구의 오물 수거 장치
KR20190092108A (ko) 교량용 초기우수 처리장치
JP6691349B2 (ja) ベルト脱水機
KR101081568B1 (ko) 초기우수 처리장치
CN209703660U (zh) 市政工程用多层过滤雨水口装置
SK8245Y1 (sk) Zariadenie na ochranu čerpadiel odpadových vôd pre mokré akumulačné komory
AU2015101957A4 (en) Drainage treatment system
US20180112384A1 (en) Drainage treatment system
CN109603243A (zh) 一种防栅面堵塞的排水管道格栅装置
KR200430295Y1 (ko) 세척수 회수가 가능한 여과사 골재 선별장치
KR100883616B1 (ko) 협잡물 거름용 스크린을 구비한 초기우수 처리장치
AU715503B2 (en) Easyflow rainwater filter

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050801