BE1018376A5 - Presentatiemiddel - Google Patents

Abstract

Presentatiemiddel van het type dat is voorzien van een bundel bladen (2) die aan één zijrand zijn samengebonden door middel van bindmiddelen (3), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bladen (2) aan minstens één zijde voorzien zijn van een kleefstrip (4) waarop een verwijderbare afdekfolie (5) is aangebracht.

Description

Presentatiemiddel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een presentatiemiddel, meer speciaal in de vorm van een fotoboek of -kalender.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een presentatiemiddel van het type dat is voorzien van een aantal bladen die aan één zijrand zijn samengebonden door middel van bindmiddelen.

Teneinde tot op heden een eigen, gepersonaliseerde kalender of fotoboek te vervaardigen, is het bekend foto's samen te binden door middel van een inbindspiraal of dergelijke.

Hiertoe dient een gebruiker echter steeds te beschikken over middelen die toelaten bladen samen te binden door middel van zulke inbindspiraal, wat dikwijls niet het geval is.

Ook vereist het inbinden van foto's op deze wijze enige vaardigheid en neemt het relatief veel tijd in beslag.

Men kent ook reeds hangende en staande kalenders die uitgevoerd zijn in de vorm van een bundel voorgedrukte bladen waarop kalenderdagen en, eventueel, foto's zijn aangebracht en waarbij de bladen van deze kalender, bijvoorbeeld op het einde van een maand, naar achter kunnen worden omgeslagen om zo een volgend blad zichtbaar te maken.

Een nadeel van zulke bekende kalenders is dat de eventuele foto's die erop zijn aangebracht, voorgedrukt zijn, waardoor een gebruiker niet wordt toegelaten deze kalenders te personaliseren.

Tevens kent men reeds kalenders waarbij doorheen de bundel bladen een opening is voorzien en waarbij op het achterste blad van deze bundel een foto kan worden gekleefd door een gebruiker, één en ander zodanig dat deze foto doorheen de voornoemde opening steeds zichtbaar blijft, ook na het omslaan van één of meer bladen van de kalender.

Een nadeel van zulke kalenders is dat er slechts één enkele foto kan worden voorzien, welke foto bijvoorbeeld gedurende het ganse jaar zichtbaar blijft, waardoor er geen afwisseling mogelijk is.

Tenslotte kent men reeds fotoboeken die bestaan uit een aantal samengebonden bladen waarin, al dan niet op een uitneembare wijze, foto's kunnen worden aangebracht.

Een nadeel van zulke fotoboeken is dat de foto's dikwijls ongewenst hieruit loskomen of hieruit kunnen schuiven.

Nog een nadeel van de bestaande fotoboeken is dat zij dikwijls omslachtig zijn bij het gebruik, bijvoorbeeld doordat zij gebruik maken van bladen die over nagenoeg hun volledige oppervlak voorzien zijn van een kleeflaag waarop foto's dienen te worden aangebracht en waarbij, na het aanbrengen van een foto, over dit blad een doorzichtige folie wordt gekleefd.

Zulke doorzichtige folies vertonen dikwijls de neiging na verloop van tijd los te komen door het verliezen van de kleefkracht van de lijm. Tevens gebeurt het dat de lijmlaag na verloop van tijd verkleurt, waardoor een onesthetisch uitzicht van de bladen wordt verkregen.

Nog een nadeel van de klassieke fotoboeken is dat zij niet toelaten om te worden gebruikt als decoratie-element dat bijvoorbeeld tegen een muur kan worden bevestigd of op een kast of tafel kan worden geplaatst.

De huidige uitvinding heeft als doel een presentatiemiddel, zoals een fotoboek- of kalender, te leveren die zeer eenvoudig is in gebruik en een oplossing biedt aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een presentatiemiddel, meer speciaal een fotoboek of fotokalender, van het type dat is voorzien van een aantal bladen die aan één zijrand zijn samengebonden door middel van bindmiddelen, waarbij, volgens het specifieke kenmerk van de uitvinding, de voornoemde bladen aan minstens één zijde voorzien zijn van een kleefstrip waarop een verwijderbare afdekfolie is aangebracht.

Na het verwijderen van de afdekfolie kan door een gebruiker op zeer eenvoudige wijze een foto op een voornoemd blad van de ingebonden bundel bladen worden gekleefd, waardoor een personalisatie van het presentatiemiddel mogelijk is, en waarbij onmiddellijk een samengebonden geheel wordt verkregen, zonder dat de gebruiker hiertoe over inbindapparatuur dient te beschikken.

Nog een voordeel van zulk presentatiemiddel volgens de uitvinding is dat het toelaat om, naar wens, op elk blad van de ingebonden bundel bladen een andere in te kleven foto of in te kleven blad te voorzien.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding is de voornoemde kleefstrip telkens voorzien nabij het vrije uiteinde van éen voornoemd ingebonden blad. Tevens strekt deze kleefstrip zich bij voorkeur uit over nagenoeg de volledige breedte van een betreffend ingebonden blad.

Volgens nog een ander voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding zijn de voornoemde ingebonden bladen uitgevoerd in de vorm van een materiaalstrook die over haar volledige breedte is ingebonden.

Een voordeel hiervan is dat, door het op de kleefstrip bevestigen van een foto of dergelijke, de eigenlijke bladen van de kalender en/of het fotoboek gevormd kunnen worden door deze in te kleven foto zelf, waardoor materiaal kan worden bespaard ten opzichte van de hoeveelheid materiaal die benodigd is bij bekende fotoboeken en -kalenders waarbij de eigenlijke bladen grote afmetingen vertonen en de foto's volledig op deze bladen worden gekleefd.

Liefst zijn volgens de uitvinding de ingebonden bladen van het presentatiemiddel vervaardigd uit een doorzichtig materiaal.

Bij het inkleven van foto's of bladen in het presentatiemiddel met behulp van de kleefstroken is het immers de bedoeling deze in te kleven bladen of foto's zo goed mogelijk, volgens de breedte van het presentatiemiddel, uit te lijnen, maar in de praktijk gebeuren hierbij uiteraard fouten.

Zulke uitlijnfouten zijn minder opvallend wanneer de in te kleven foto's of bladen worden gekleefd op de doorzichtige ingebonden bladen van het presentatiemiddel.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een presentatieblad overeenkomstig de uitvinding, is het presentatieblad voorzien van uitlijnmiddelen die toelaten foto's of bladen die in het presentatiemiddel dienen te worden gekleefd te kunnen uitlijnen ten opzichte van elkaar.

Zulke voornoemde uitlijnmiddelen kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door het presentatiemiddel te voorzien van een kartonnen eindblad dat is samengebonden met de voornoemde bundel ingebonden bladen, welk eindblad bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, de afmetingen vertoont van een DIN A4 blad, één en ander zodanig dat dit eindblad, tijdens het bevestigen van de in te kleven foto's of bladen op de kleefstrip, kan worden gebruikt voor het uitlijnen van de in te kleven foto's alvorens deze te bevestigen.

Volgens een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel overeenkomstig de uitvinding, is dwars op het eindblad een aanslag voorzien voor het uitlijnen van de in te kleven bladen of foto's, welke aanslag zich uitstrekt volgens de breedterichting van het eindblad.

Liefst is, bijkomend bij zulk presentatiemiddel dwars op_het eindblad, tevens een aanslag voorzien voor het uitlijnen van de in te kleven bladen of foto's, welke aanslag zich uitstrekt volgens de lengterichting van het eindblad.

Zulke aanslag of aanslagen is of zijn bovendien volgens de uitvinding bij voorkeur voorzien aan de rand van het eindblad tegenover de bindmiddelen.

Het voordeel van zulke aanslag of aanslagen is dat meerdere bladen of foto's, die bedoeld zijn om in het presentatiemiddel te worden gekleefd door gebruik te maken van de kleefstrips, op elkaar kunnen worden uitgelijnd door eenvoudigweg de bladen of foto's op of tegen de aanslag of aanslagen te houden.

Bijvoorbeeld kunnen de voornoemde aanslagen worden gevormd door een gootvormig element met een bodem, waarop aan de uiteinden twee dwarswanden zijn voorzien en waarbij tussen de dwarswanden minstens één opstaande wand is voorzien.

Met de bodem van het gootvormig element kunnen de in te kleven bladen of foto's volgens de lengterichting van het eindblad eenvoudig worden uitgelijnd.

Met de dwarswanden wordt dan weer op zeer eenvoudige wijze een uitlijning volgens de breedterichting bekomen van de in te kleven bladen of foto's.

Bij voorkeur is een opstaande wand van het gootvormig element parallel met het eindblad, zodat de eindranden van de in te kleven foto's of bladen aan het oog worden onttrokken, waardoor een eventuele resterende uitlijnfout niet meer of nauwelijks zichtbaar is.

In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de opstaande wand van het gootvormig element liefst een voldoende grote hoogte teneinde fouten te kunnen verbergen.

Bijvoorbeeld zou hiervoor een hoogte tussen 5 mm en 8 mm kunnen volstaan.

Al de voornoemde voorzieningen zorgen er uiteraard voor dat het presentatiemiddel mooi oogt door een goede uitlijning of doordat eventuele uitlijnfouten worden verborgen of minder zichtbaar zijn gemaakt.

Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel volgens de uitvinding, is het voornoemde gootvormig element uitgevoerd als een afzonderlijk element dat door middel van bevestigingsmiddelen op het eindblad is bevestigd.

Zulke uitvoeringsvorm biedt als voordeel dat de uitlijnmiddelen naar believen op het presentatiemiddel gezet of terug verwijderd kunnen worden.

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel overeenkomstig de uitvinding worden de uitlijnmiddelen gevormd door een aparte houder waarop de bundel samengebonden bladen afneembaar kan worden bevestigd.

Bij voorkeur is zulke houder een voornamelijk vlakke, rechthoekige plaat die voorzien is van één of meerdere aanslagen voor het uitlijnen van in te kleven foto's of bladen, welke aanslag of aanslagen dwars op het voornoemde vlak van de plaat staan en zich uitstrekken volgens de breedteriching of volgens de lengterichting van de rechthoekige plaat.

Tevens wordt zulke houder liefst voorzien van bevestigingsmiddelen en eventueel zelfs meerdere bevestigingsmiddelen ter bevestiging van een bundel ingebonden bladen met kleefstrip op de houder.

Bijvoorbeeld kunnen de ingebonden bladen zijn voorzien van gaten voor het samenbinden van de bundel bladen, en kan een voornoemd bevestigingsmiddel worden gevormd door minstens twee uitsteeksels die op de houder zijn voorzien, waarbij, ter bevestiging van de bundel ingebonden bladen op de houder, de voornoemde uitsteeksels doorheen voornoemde gaten in de ingebonden bladen worden gestoken.

Een eerste voordeel van deze uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel met uitlijnmiddelen in de vorm van een aparte houder is dat de houder naar keuze al dan niet kan worden toegepast, waarbij de houder voor een goede uitlijning van de in te kleven foto's of bladen zorgt en tevens dienst kan doen als steun.

De houder kan trouwens worden voorzien van een voet of steun teneinde de houder rechtop te kunnen plaatsen op een vlakke ondergrond.

Volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel overeenkomstig de uitvinding is de houder voorzien van meerdere bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld zodanig, dat bundels ingebonden bladen van verschillende formaten op de houder kunnen worden aangebracht of om bundels ingebonden bladen op verschillende plaatsen op de houder te kunnen plaatsen teneinde in te kleven foto's of bladen van verschillende formaten te kunnen uitlijnen ten opzichte van eenzelfde aanslag op de houder.

Zulke houder is bijvoorbeeld erg geschikt voor distributeurs van zulke presentatiemiddelen. Door de houder kan de distributeur immers vele soorten presentatiemiddelen op eenvoudige wijze voorzien van in te kleven foto's of bladen die met behulp van de houder goed kunnen worden uitgelijnd, zonder dat hij hierbij speciale uitrusting nodig heeft.

Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een presentatiemiddel volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een presentatiemiddel volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een gedeelte weergeeft van een doorsnede volgens lijn II-II in figuur 1; figuren 3 en 4 het gebruik van deze eerste uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel volgens de uitvinding illustreert; figuren 5 tot en met 7 in perspectief alternatieve uitvoeringsvormen van presentatiemiddel overeenkomstig de uitvinding weergeven; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens de lijn VIII-VIII in figuur 7; en, figuren 9 en 10 in perspectief nog andere uitvoeringsvormen van een presentatiemiddel volgens de uitvinding weergeven.

In de figuren 1 tot 4 is een eerste uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel 1 volgens de uitvinding weergegeven dat in hoofdzaak bestaat uit een bundel bladen 2 die aan één zijrand is samengebonden door middel van bindmiddelen 3 die bij voorkeur zijn uitgevoerd in de vorm van een bindsysteem dat toelaat deze ingebonden bladen 2 om te slaan.

De voornoemde bindmiddelen 3 zijn hiertoe in dit geval uitgevoerd in de vorm van een inbindspiraal, doch, de uitvinding is niet als dusdanig beperkt en er kunnen tevens andere inbindmiddelen worden aangewend zoals bijvoorbeeld bindringen, een inbindrug of dergelijke.

In dit geval zijn de voornoemde ingebonden bladen 2 uitgevoerd in de vorm van een materiaalstrook, bij voorkeur uit een doorzichtig materiaal, zoals bijvoorbeeld een doorzichtig kunststof, welke materiaalstrook over haar volledige breedte is ingebonden en waarbij, in dit geval, de lengte L van deze bladen 2 kleiner is dan de breedte B ervan.

Het is volgens de uitvinding echter niet uitgesloten de materiaalstrook in andere, daartoe geschikte, materialen uit te voeren, zoals bijvoorbeeld papier of karton.

Volgens de uitvinding zijn de voornoemde ingebonden bladen 2 aan minstens één zijde voorzien van een kleefstrip 4 waarop een verwijderbare afdekfolie 5 is aangebracht.

De voornoemde kleefstrip 4 is bij voorkeur aangebracht nabij het vrije uiteinde van elk voornoemd ingebonden blad 2, doch, dit is volgens de uitvinding niet strikt noodzakelijk.

In het weergegeven voorbeeld strekt de kleefstrip 4 zich uitsluitend uit aan deze vrije rand van elk ingebonden blad 2, over nagenoeg de volledige breedte B daarvan.

De kleefstrip 4 is bedoeld om op de ingebonden bladen 2 van het presentatiemiddel 1 foto's of bladen 6 te kleven, bijvoorbeeld om een gepersonaliseerde kalender of dergelijke te bekomen.

In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding worden middelen voorzien die toelaten zulke foto's of bladen 6, die in het presentatiemidel 1 dienen te worden gekleefd, uit te lijnen ten opzichte van elkaar.

Deze uitlijnmiddelen kunnen, zoals in het geval van de figuren 1 tot 4, bijvoorbeeld bestaan uit een eindblad 7 dat met de voornoemde ingebonden bundel bladen 2 is samengebonden, welk eindblad 7 in dit geval, doch niet noodzakelijk, nagenoeg de afmetingen vertoont van een DIN A4 blad.

Bij voorkeur is de lengte L" van het eindblad 7, dat in dit geval over zijn volledige breedte is samengebonden, groter dan de lengte L van de voornoemde ingebonden bladen 2.

Liefst nog stemt de som van de lengte L van de ingebonden bladen 2 en de lengte L' van de in te kleven bladen 6 overeen met de lengte L" van het eindblad 7, op de dimensies D van de kleefstrook 4 volgens de lengerichting na.

Het eindblad 7 kan bijvoorbeeld uit karton, liefst stijf karton, worden vervaardigd, maar de huidige uitvinding sluit het gebruik van andere materialen uiteraard niet uit.

Volgens een bijzonder kenmerk kan een presentatiemiddel 1 volgens de uitvinding nog zijn voorzien van niet in de figuren weergegeven ophangmiddelen voor de bevestiging van het presentatiemiddel 1 aan een wand of dergelijke.

Het gebruik van een presentatiemiddel 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.

In een eerste stap, dient een gebruiker de afdekfolie 5 te verwijderen van de kleefstrip 4, waarna deze gebruiker op eenvoudige wijze op de betreffende vrijgemaakte kleefstrip 4 een foto 6 of dergelijke kan kleven.

Hierbij kan het voornoemde eindblad 7 worden gebruikt voor het uitlijnen van de betreffende foto 6 of dergelijke, doordat de gebruiker de randen 8 van deze in te kleven foto 6 kan gelijkleggen met de randen 9 van het eindblad 7.

Doordat de voornoemde kleefstrip 4 zich in dit geval uitsluitend uitstrekt aan een vrije rand van een betreffend ingebonden blad 2, wordt een mooi afgewerkt geheel verkregen, vermits de foto 7 of dergelijke deze kleefstrip 4 volledig kan bedekken.

Tevens wordt er op deze wijze voor gezorgd dat de eigenlijke bladen 2 van het presentatiemiddel 1 kunnen worden gevormd door de betreffende in te kleven foto's 7 of dergelijke die op de kleefstrips 4 worden gekleefd, waardoor het niet vereist is grote bladen te voorzien voor het bevestigen van foto's, wat bijvoorbeeld wél het geval is bij klassieke fotoalbums.

Door de bladen 2 in een doorzichtig materiaal uit te voeren, zijn kleine horizontale afwijkingen tussen de randen van de in te kleven foto's 7 en de randen van de ingebonden bladen 2 niet storend.

Dit wordt geïllustreerd aan de hand van figuur 4.

In deze figuur 4 is een foto 6 op een ingebonden blad 2 gekleefd met behulp van de kleefstrip 4, doch met een kleine uitlijnfout E in de breedterichting.

Aangezien het ingebonden blad 2 in dit geval doorzichtig is, zal echter de verspringing tussen het ingebonden blad 2 en de ingekleefde foto 6 ter hoogte van de uitlijnfout E weinig opvallen.

Volgens een niet in de figuren weergegeven variant van een presentatiemiddel 1 volgens de uitvinding, kunnen de voornoemde ingebonden bladen 2 aan weerszijden zijn voorzien van een kleefstrip 4 met daarop een verwijderbare afdekfolie 5.

In dit geval wordt aan een gebruiker toegelaten van op elk ingebonden blad 2 twee in te kleven foto's 6 te bevestigen.

Het eindblad 7 helpt reeds bij het uitlijnen van in te kleven foto's en/of bladen 7, aangezien een gebruiker de randen 8 van de foto 6 gelijk kan leggen met de randen 9 van het eindblad 7.

Doch, om het risico op fouten bij het inkleven nog meer te beperken, kan het presentatiemiddel 1 nog verder verbeterd worden.

Bij voorkeur wordt daartoe, dwars op het eindblad 7, een aanslag 10 voorzien voor het uitlijnen van in het presentatiemiddel 1 te kleven foto's of bladen 6, welke aanslag 10 zich uitstrekt volgens de breedterichting B van het eindblad 7.

Zulke uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel 1, overeenkomstig de uitvinding, is weergegeven in figuur 5, waarbij een aanslag 10 is voorzien over de ganse rand 11 van het eindblad 7 tegenover de bindmiddelen 3.

Het is duidelijk dat de voornoemde aanslag 10, volgens de breedterichting, dienst kan doen als hulpmiddel bij het uitlijnen van in te kleven bladen of foto's 7 volgens de lengterichting L" van het eindblad 7.

Deze in te kleven bladen of foto's 6 kunnen immers gemakkelijk steunen op aanslag 10 voordat ze worden vastgekleefd, zodat hun onderzijden volgens de lengterichting samenvallen, waarna de in te kleven bladen of foto's 6 mooi uitgelijnd volgens de lengterichting kunnen worden ingekleefd.

Als alternatief, of bijkomend, kan dwars op het eindblad 7 een andere aanslag 12 worden voorzien voor het uitlijnen van in te kleven foto's of bladen 6, welke aanslag 12 zich uitstrekt volgens de lengterichting L" van het eindblad 7.

Zulke uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel 1, overeenkomstig de uitvinding, is als voorbeeld weergegeven in figuur 6.

In dit voorbeeld zijn er twee aanslagen 12 voorzien ter hoogte van de rand 11 van het einblad 7 tegenover de bindmiddelen 3, meer bepaald aan de beide zijranden 13 van dit eindblad 7.

Het is duidelijk dat met zulke aanslag 12 of aanslagen 12 op eenvoudige wijze een uitlijning van de in te kleven bladen of foto's 6 kan worden bekomen, namelijk door simpelweg de bladen of foto's 6 tussen de aanslagen 12 aan te brengen en/of ertegen te laten steunen.

Het spreekt voor zich dat ook één of meerdere aanslagen volgens de breedterichting en/of lengterichting kunnen worden voorzien en uiteraard zijn combinaties van aanslagen volgens de lengte- en breedterichting niet uitgesloten volgens de uitvinding.

In de uitvoeringsvormen van de figuren 5 en 6 zijn de aanslagen 10 en 12 uitgevoerd als een opstaande ribbe of omgeslagen rand van het eindblad 7.

Andere uitvoeringsvormen zijn echter niet uitgesloten.

In de figuren 7 en 8 bijvoorbeeld is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de vorige voorzieningen worden gecombineerd en nog een bijkomend interessant kenmerk wordt toegevoegd.

In deze uitvoeringsvorm worden de aanslagen 10 en 12 gevormd door een gootvormig element 14 dat zich uitstrekt over de ganse breedte B van het eindblad 7 aan de rand 11 en dat voorzien is van een bodem 15, waarop aan de uiteinden twee dwarswanden 16 zijn voorzien en waarbij tussen de dwarswanden 16 een opstaande wand 17 is voorzien.

De bodem 15 van het gootvormig element 14 staat hierbij dwars op het eindblad 7, strekt zich uit volgens de breedtérichting B van het eindblad 7 en valt hierbij samen met de rand 11 van het eindblad 7.

De dwarswanden 16 van het gootvormig element 14 staan tevens dwars op het eindblad 7 en bevinden zich aan de zijranden 13 van het eindblad 7.

De dwarswanden 16 strekken zich uit volgens de lengterichting L" van het eindblad 7.

De afstand tussen de voornoemde dwarswanden 16 van het gootvormig element 14 is met andere woorden bij voorkeur gelijk aan de breedte B van het eindblad 7 en dus van de bundel bladen 2 en/of de in te kleven foto's of bladen 6.

De bodem 15 vormt aldus als het ware een aanslag 10 die zich uitstrekt volgens de breedterichting B, terwijl de dwarswanden 16 vergelijkbaar zijn met de aanslagen 12 uit de figuur 6 welke zich uitstrekken volgens de lengterichting L".

Het is duidelijk dat in te kleven bladen of foto's 6 in het gootvormig element 14 kunnen worden geplaatst langsheen de open zijde 18 van het gootvormig element 14, welke open zijde 18 uiteraard best naar de bindmiddelen 3 van het presentatiemiddel 1 is gericht.

Met zulke uitvoeringsvorm wordt dus automatisch een goede u^tlijning verkregen van de in te kleven foto's of bladen 6 en dit, zowel volgens de lengterichting L" door te steunen op de bodem 15, als volgens de breedterichting B door te steunen tegen de dwarswanden 16 van het gootvormig element 14.

De opstaande wand 17 van het gootvormig element 14 is parallel met het eindblad 7.

Hierdoor wordt het bijkomend voordeel verkregen dat uitlijnfouten, die eventueel toch nog zouden voorkomen, niet meer zichtbaar zijn, aangezien de randen aan de onderkant van de in te kleven bladen of foto's 6 door deze opstaande wand 17 aan het oog worden onttrokken.

Bij voorkeur is de hoogte van de voorste zijwand 17 van het gootvormig element 14 begrepen tussen 5 mm en 8 mm, één en ander zodanig dat de onderste randen van de ingekleefde bladen 6 niet zichtbaar zijn als het presentatiemiddel 1 wordt opgehangen.

Uiteraard draagt dit nog bij aan het bekomen van een mooi afgewerkt uiterlijk van het presentatiemiddel 1.

Door het feit dat het gootvormig element 14 toelaat de in te kleven bladen of foto's 6 uit te lijnen, hoeft het eindblad 7 niet noodzakelijk over gelijke afmetingen als de in te kleven bladen 6 te beschikken.

In de uitvoeringsvorm van de figuren 7 en 8 is het gootvormig element 14 voor de eenvoud getekend als één geheel met het eindblad 7, maar dit hoeft uiteraard in de realiteit niet zo te zijn.

Het gootvormig element 14 kan even goed uitgevoerd zijn als een afzonderlijk element dat door middel van bevestigingsmiddelen op het eindblad 7 is bevestigd.

Voor de bevestiging van het gootvormig element 14 op het eindblad 7 kan men bijvoorbeeld gebruik maken van lijm.

Bijvoorbeeld kan daartoe het gootvormig element 14 voorzien zijn van opstaande wanden 17 aan weerszijden van de dwarswanden 16, waarbij bijvoorbeeld één van deze opstaande wanden 17 op het eindblad 7 kan worden gekleefd.

Nog een mogelijkheid bestaat erin de buitenzijde van het gootvormig element 14 op de voornoemde opstaande wand 17 van een kleefstrip te voorzien, waarmee het gootvormig element 14 op het eindblad 7 kan worden gekleefd.

In alternatieve uitvoeringsvormen kan de voornoemde opstaande wand 17 van het gootvormig element 14 ook tegen het eindblad 7 worden geniet of, bijvoorbeeld, worden vastgehouden door middel van een magnetische strip of dergelijke, of op een andere daartoe geschikte manier worden bevestigd.

In een andere niet-weergegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het gootvormig element 14 ook zonder de voornoemde dwarswanden 16 zijn uitgevoerd.

In de figuren 9 en 10 zijn nog andere uitvoeringsvormen van een presentatiemiddel 1 overeenkomstig de uitvinding weergegeven.

In deze uitvoeringsvormen worden de uitlijnmiddelen gevormd door een aparte houder 19 waarop de bundel samengebonden bladen 2 met ingekleefde bladen of foto's 6 afneembaar kan worden bevestigd.

De houder 19 is in dit geval een voornamelijk vlakke, rechthoekige plaat die aan de zijranden 20 is voorzien van aanslagen 21 die zich uitstrekken volgens de lengterichting L" en aan de onderrand 22 van een aanslag 23 die zich uitstrekt volgens de breedterichting B.

De aanslagen 21 en 23 staan dwars op het vlak van de plaat 19.

Het is duidelijk dat deze aanslagen 21 en 23 opnieuw kunnen gebruikt worden voor het uitlijnen van in te kleven foto's of bladen 6.

Hierbij vervult de houder 19 min of meer dezelfde functie als het eindblad 7 in de vorige uitvoeringsvormen. Het voordeel is dat de ingebonden bundel bladen 2 afneembaar is van de houder 19, zodat deze houder 19 bijvoorbeeld dienst kan doen als uitlijnmiddel dat na het uitlijnen kan worden weggenomen.

Een voordeel hiervan is tevens dat met één enkele houder 19 meerdere bundels bladen 6 kunnen worden uitgelijnd.

Teneinde het eigenlijke presentatiemiddel 1 in de vorm van een bundel ingebonden bladen 6 op de houder 19 te kunnen bevestigen, is de houder 19 voorzien van bevestigingsmiddelen 24.

In het geval van de figuren 9 en 10 zijn deze bevestigingsmiddelen 24 heel simpel uitgevoerd.

Meer bepaald wordt in de uitvoeringsvorm van figuur 9 een voornoemd bevestigingsmiddel 24 gevormd door twee uitsteeksels 24 die op de houder 19 zijn voorzien.

De ingebonden bladen 2 zijn immers voorzien van gaten 25 waarmee ze, door middel van een inbindspiraal 26, zijn samengebonden.

De voornoemde uitsteeksels 24 zijn op een afstand A van elkaar aangebracht dwars op de houder 19, welke afstand A overeenstemt met een afstand A' tussen twee van de voornoemde gaten 25 in de ingebonden bladen 2.

Op deze wijze kan de bundel ingebonden bladen 2 over de uitsteeksels 24 worden aangebracht door de uitsteeksels 24 doorheen de overeenstemmende gaten 25 te steken.

Het is duidelijk dat, door de omgekeerde beweging, de ingebonden bundel bladen 2 ook opnieuw van de houder 19 kan worden gehaald.

De uitvoeringsvorm van een presentatiemiddel 1, zoals weergegeven in figuur 10, is compleet analoog aan die van figuur 9, doch ietwat verder uitgewerkt.

In dit geval is de houder 19 voorzien van meerdere bevestigingsmiddelen 24 en 27 voor het bevestigen van een ingebonden bundel bladen 2.

Meer bepaald zijn er, net zoals in figuur 9, uitsteeksels 24 op de bovenste rand 28 van de houder 19.

De aanslag 21 aan de linker zijrand 20 van de houder 19 is ditmaal echter verkort uitgevoerd met de bedoeling op deze zijrand 20 tevens uitsteeksels 27 te kunnen voorzien.

De verschillende bevestigingsmiddelen 24 en 27 en de aanslagen 21 en 23 zijn zodanig op elkaar afgestemd dat bundels ingebonden bladen 2 op de houder 19 kunnen worden aangebracht op verschillende posities, teneinde in te kleven bladen 6 met verschillende formaten te kunnen uitlijnen.

Meer bepaald kan een bundel ingebonden bladen 2 voor een presentatiemiddel 1 met een relatief klein formaat worden aangebracht over de uitsteeksels 27, waarbij de onderkant van de relatief kleine in te kleven bladen 6 tegen de aanslag 21 aan de rechter zijrand 2 0 van de houder 19 kan steunen, terwijl de zijranden van deze bladen 6 kunnen worden uitgelijnd met behulp van de aanslag 23 aan de onderrand 22 van de houder 19.

Een bundel ingebonden bladen 2 voor een presentatiemiddel 1 met een relatief groter formaat wordt op volledig analoge wijze op dezelfde houder 19 bevestigd met behulp van de uitsteeksels 24, zoals is weergegeven in figuur 10, waarbij opnieuw een uitlijning van ditmaal relatief grote in te kleven bladen 6 kan gebeuren met behulp van de aanslagen 21 en 2 3 .

Het is duidelijk dat zulke houder 19 erg handig kan zijn voor mensen die presentatiemiddelen 1 willen bekomen van verschillende formaten.

Uiteraard zijn vele varianten op de hier besproken uitvoeringsvormen mogelijk, waarbij bijvoorbeeld uitlijnmiddelen worden voorzien voor nog meer formaten van in te kleven bladen 6 of dergelijke meer.

In sommige gevallen kan het interessant zijn een houder 19 van een steun of voet te voorzien teneinde de houder 19 rechtop te kunnen laten staan op een vlakke ondergrond.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch, een presentatiemiddel 1 volgens de uitvinding kan in velerlei vormen en varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (32)

1. Presentatiemiddel (1) van het type dat is voorzien van een bundel bladen (2) die aan één zijrand is samengebonden door middel van bindmiddelen (3), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ingebonden bladen (2) aan minstens één zijde zijn voorzien van een kleefstrip (4) waarop een verwijderbare afdekfolie (5) is aangebracht.

2. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ingebonden bladen (2) zijn vervaardigd uit een doorzichtig materiaal.

3. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde kleefstrip (4) is voorzien nabij het vrije uiteinde van een voornoemd ingebonden blad (2).

4. Presentatiemiddel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde kleefstrip (4) zich uitstrekt over nagenoeg de volledige breedte van een betreffend ingebonden blad (2).

5. Presentatiemiddel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ingebonden bladen (2) zijn uitgevoerd in de vorm van een materiaalstrook die over haar volledige breedte (B) is ingebonden.

6. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de lengte (L) van de voornoemde ingebonden bladen (2) kleiner is dan de breedte (B) ervan.

7. Presentatiemiddel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ingebonden bladen (2) aan weerszijden zijn voorzien van een kleefstrip (4) met daarop een verwijderbare afdekfolie (5).

8. Presentatiemiddel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde kleefstrip (4) zich uitsluitend uitstrekt aan de vrije rand van een respectievelijk ingebonden blad (2) en over de volledige breedte (B) daarvan, zodanig dat de eigenlijke bladen (2) van het presentatiemiddel (1) kunnen worden gevormd door een in te kleven foto (6) of dergelijke die op de kleefstrip (4) kan worden gekleefd.

9. Presentatiemiddel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van ophangmidde1en voor bevestiging van het presentatiemiddel (1) aan een wand.

10. Presentatiemiddel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van uitlijnmiddelen (7,10,12,21,23) die toelaten foto's of bladen (6) die in het presentatiemiddel (1) dienen te worden gekleefd te kunnen uitlijnen ten opzichte van elkaar.

11. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde uitlijnmiddelen een stijf eindblad (7) omvatten dat met de voornoemde ingebonden bundel bladen (2) is samengebonden.

12. Presentatiemiddel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de breedte (B) van het eindblad (7) kleiner dan of nagenoeg gelijk is aan de breedte (B') van de in te kleven bladen (6).

13. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat de som van de lengte (L) van de ingebonden bladen (2) en de lengte (L') van de in te kleven bladen (6) overeenstemt met de lengte (L") van het voornoemde eindblad (7), op de dimensies (D) van de kleefstrook volgens de lengterichting na.

14. Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusies 1 12 tot 14, daardoor gekenmerkt dat dwars op het eindblad (7) een aanslag (10) is voorzien voor het uitlijnen van in te kleven foto's of bladen (6), welke aanslag (10) zich minstens gedeeltelijk uitstrekt volgens de breedterichting van het eindblad (7).

15. Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusies 12 tot 15, daardoor gekenmerkt dat dwars op het eindblad (7) een aanslag (12) is voorzien voor het uitlijnen van in te kleven foto's of bladen (6), welke aanslag (12) zich minstens gedeeltelijk uitstrekt volgens de lengterichting van het eindblad (7).

16.- Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusies 15 of 16, daardoor gekenmerkt dat de aanslag of aanslagen (10.12) is of zijn voorzien aan de rand (11) van het eindblad (7) tegenover de bindmiddelen (3). . - Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusies 15 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de aanslag of aanslagen (10.12) is of zijn uitgevoerd als één of meer opstaande ribbe of ribben.

18. Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusies 15 tot 18, daardoor gekenmerkt dat de aanslagen gevormd worden door een gootvormig element (14) met een bodem (15), waarop aan de uiteinden twee dwarswanden (16) zijn voorzien en waarbij tussen de dwarswanden (16) minstens één opstaande wand (17) is voorzien.

19. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat de bodem (15) van het gootvormig element (14) dwars op het eindblad (7). staat en zich uitstrekt volgens de breedterichting van het eindblad (7).

20. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de bodem (15) van het gootvormig element (14) samenvalt met een rand (11) van het eindblad (7).

21. Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusies 18 tot 21, daardoor gekenmerkt dat de dwarswanden (16) van het gootvormig element (14) dwars op het eindblad (7) staan en zich uitstrekken volgens de lengterichting van het eindblad (7) .

22. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat de afstand tussen de voornoemde dwarswanden (16) van het gootvormig element (14) gelijk is aan de breedte van de bundel ingebonden bladen (2) en/of de in te kleven foto's of bladen (6).

23. Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusies 18 tot 23, daardoor gekenmerkt dat een opstaande wand (17) van het gootvormig element (14) parallel is met het eindblad (7).

24. Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusies 18 tot 24, daardoor gekenmerkt dat het gootvormig element (14) is uitgevoerd als een afzonderlijk element dat door middel van bevestigingsmiddelen op het eindblad (7) is bevestigd.

25. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de uitlijnmiddelen gevormd worden door een aparte houder (19) waarop de bundel samengebonden bladen (2) afneembaar kan worden bevestigd.

26. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 26, daardoor gekenmerkt dat de houder (19) een voornamelijk vlakke, rechthoekige plaat is die voorzien is van één of meerdere aanslagen (21,23) voor het uitlijnen van in te kleven foto's of bladen (6), welke aanslag of aanslagen (21,23) dwars op het voornoemde vlak van de plaat (19) staan en zich uitstrekken volgens de breedteriching (B) of volgens de lengterichting (L") van de rechthoekige plaat (19).

27. Presentatiemiddel (1) volgens conclusie 26 of 27, daardoor gekenmerkt dat het voorzien is van bevestigingsmiddelen (24,27) ter bevestiging van een ingebonden bundel bladen (2) op de houder (19).

28. Presentatiemiddel volgens één van de conclusies 26 tot 28. daardoor gekenmerkt dat de houder (19) is voorzien van meerdere bevestigingsmiddelen (24,27) voor het bevestigen van een bundel ingebonden bladen (2).

29. Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusie 29, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsmiddelen (24,27) toelaten een ingebonden bundel bladen (2) aan te brengen op verschillende posities van de houder (19).

30. Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusie 29 of 30, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsmiddelen (24,27) en uitlijnmiddelen (21,23) toelaten ingebonden bundels bladen (2) op de houder (19) aan te brengen voor het uitlijnen van in te kleven bladen (6) met verschillende formaten.

31. Presentatiemiddel volgens één van de conclusies 28 tot 31, daardoor gekenmerkt dat de ingebonden bladen (2) voorzien zijn van gaten (25) voor het samenbinden van de bundel bladen (2), en dat een voornoemd bevestigingsmiddel (24,27) gevormd wordt door minstens twee uitsteeksels (24,27) die op de houder (19) zijn voorzien, waarbij, ter bevestiging van de ingebonden bundel bladen (2) op de houder (19), de voornoemde uitsteeksels (24,27) doorheen de voornoemde gaten (25) in de ingebonden bladen (2) worden gestoken.

32. Presentatiemiddel (1) volgens één van de conclusies 26 tot 32, daardoor gekenmerkt dat de houder (19) voorzien is van een steun of voet teneinde de houder (19) rechtop te kunnen laten staan op een vlakke ondergrond.

33. Presentatiemiddel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het uitgevoerd is om te worden aangewend als kalender.