BE1018269A3 - Profielbalk. - Google Patents

Abstract

De uitvinging betreft een profielbalk (1) voor massieve houtbouw, waarbij deze profielbalk (1) in zijn lengterichting over zijn volledige hoogte een kern (2) omvat, waarbij deze kern (2) naast elkaar geplaatste houten planken (3) omvat, die dwars op de lengterichting van de profielbalk (1) zijn opgesteld en die via vingerlassen (4) met elkaar verbonden zijn. Uitzetting of krimpt van dergelijke profielbalken (1) is nagenoeg uitgesloten, zodat een gebouw dat uit dergelijke profielbalken (1) wordt opgebouwd, na opbouw niet langer over verschillende centimeter zal zakken per verdieping.

Description

PROFIELBALK

Deze uitvinding betreft een profielbalk voor massieve houtbouw.

Massieve houtbouw is de benaming voor een bouwmethode waarbij houten balken op elkaar worden gestapeld om tot een gebouw te komen.

Door uitzetting en krimp van de balken kan bij dergelijke massieve houtbouw echter een gebouw, zoals bijvoorbeeld een woning, na opbouw tot 3 cm per verdieping zakken.

Dit is uiteraard een groot nadeel, voor de afwerking van een op deze manier opgebouwd gebouw, voor de dienst nai vérkoop ën voor een goede werking van de ramen en/of de deuren.

Het doel van deze uitvinding is dan ook het voorzien van een profielbalk voor massieve houtbouw waarbij aan het bovenstaande probleem verholpen wordt.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt met behulp van een profielbalk voor massieve houtbouw, waarbij deze profielbalk in zijn lengterichting over zijn volledige hoogte een kern omvat, waarbij deze kern naast elkaar geplaatste houten planken omvat,1 die dwars op de lengterichting van de profielbalk zijn opgesteld en die via vingerlassen met elkaar verbonden zijn.

Deze genoemdë kern vormt dan bij voorkeur het dragend gedeelte van de profielbalk. Een dergelijke profielbalk kan ook meer kracht opvangen doordat het draagvlak van de balk op deze manier uit kops hout bestaat. Dankzij de genoemde opbouw van de profielbalk zal deze na plaatsing nagënoég niet uitzetten of krimpen, zodat een gebouw niet langer tot 3 cm zakt per verdieping.

De vingerlasverbinding tussen de planken waaruit de kern is opgebouwd, zorgt voor een maximaal iijmöppervlak tussen deze planken. Hierdoor treedt, in tegenstelling tot bij bestaandë profielbalken, nagenoeg geen sterkteverlies op bij het maken van boringen en/of irifrèzingen in de balken. Boringen worden namelijk bij massieve houtbouw in de profielbalken aangebracht om schachten te maken voor elektriciteitsleidingen en voor sanitaire leidingen. Infrezingen worden in de profielbalken bijvoorbeeld aangebracht voor het plaatsen van roosteringen of voor het realiseren van hoekverbindingen tussen de profielbalken. Deze verlijmde profielbalk volgens deze uitvinding is sterker, waardoor binnenmuren en plafondroostering beter met elkaar verankerd kunnen worden.

Door het vingerlassen van het kernhout vóór het verlijmen van de buitenplanken (in de haakse richting) bekomt men een even sterke en stabiele profielbalk als een volle profielbalk. Evenwel is deze profielbalk volgens deze uitvinding niet gevoelig voor uitzetting en krimp.

Indien déze middenkern niet gevingerlast is, dan valt de balk eenvoudig uiteen of breekt deze gemakkelijk bij transport en montage op plaatsen waar boringen of infrezingen voorzien zijn waar de planken van de middenkern tegen elkaar geplaatst zijn.

Een dergelijke profielbalk is voorzien van minstens één tand en minstens één groef, voorzien om deze profielbalk met behulp van een tand- en groefverbinding met een soortgelijke profielbalk te stapelen. Deze profielbalk kan evengoed meerdere tanden en meerdere groeven omvatten, in functie van de gewenste verbinding en de dikte van de balken.

Aan elke opstaande zijde van zijn kern omvat deze verder bij voorkeur minstens één zich in langsrichting van de profielbalk uitstrekkende houten plank, die aan deze kern is gelijmd. Met behulp van deze zicht in langsrichting uitstrekkende houten planken kan men de profielbalk dan van de gewenste afwerkgingslagen voorzien. Zo kan men, zonder verlies van sterkte van de profielbalk en naar wens van de klant, de binnenzijde en buitenzijde ervan van een andere afwerkingslaag voorzien. Een afwerkingslaag voor de binnezijde van een gebouw heeft bovendien andere vereisten dan een afwerkingslaag voor de buitenzijde van een gebouw. Op deze manier kunnen de profielbalken ook in functie hiervan afgewerkt worden.

Langs elke zijde van de kern kunnen ook meerdere houten planken voorzien worden, waarbij de vezels van het hout eventueel verschillende richtingen kunnen aannemen.

Om de nodige sterkte te verzekeren, zijn de houten planken van de kern bij voorkeur uit rode Noorse den vervaardigd. Deze houtsoort is de meest stabiele houtsoort met een hoge duurzaamheid. Deze kern kan in principe echter uit om het even welke houtsoort vervaardigd worden, en, kan, ook uit een andere houtsoort vervaardigd zijn dan de buitenzijde van de balk.

Om de in een gebouw op de profielbalken inwerkende krachten goed op te kunnen vangen, ligt de kern verder bij voorkeur centraal in de profielbalk. Deze kern kan echter even goed asymmetrisch geplaatst zijn.

De dwarsdoorsnede van deze profielbalk is verder ook bij voorkeur symmetrisch opgebouwd.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een profielbalk volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvoeringsvorm aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 twee op elkaar gestapelde profielbalken volgens deze uitvinding in dwarsdoorsnede zijn weergegeven; figuur 2 een langsdoorsnede van een profielbalk volgens deze uitvinding is weergegeven; figuur 3 een hoekverbinding tussen twee profielbalken met behulp van infrezingen in opengewerkt perspectief is weergegeven; figuur 4 de hoekverbinding tussen de twee profielbalken uit figuur 3 in half opengewerkt perspectief is weergegeven; figuur 5 een bovenaanzicht van een hoekverbinding tussen twee profielbalken met behulp van infrezingen is weergegeven.

In figuur 1 en 2 is te zien hoe een profielbalk (1) voor massieve houtbouw volgens deze uitvinding in zijn lengterichting over zijn volledige hoogte een kern (2) omvat, waarbij deze kern (2) naast elkaar geplaatste houten planken (3) omvat, die dwars op de lengterichting van de profielbalk (1) zijn opgesteld en die via vingerlassen (4) met elkaar, verbonden zijn. Deze kern (2) is bij voorkeur uit rode Noorse den vervaardigd, om de sterkte en stevigheid ervan te verzekeren. Rode Noorse den is namelijk de meest stabiele houtsoort met een hoge duurzaamheid. Deze kern kan in principe echter uit om het even welke houtsoort vervaardigd worden en kan ook uit een andere houtsoort vervaardigd zijn dan de buitenzijde van de balk.

Dankzij de genoemde vingerlasverbindingen wordt een maximaal lijmoppervlak tussen de planken (3) voorzien om tot een stevige kern (2) te komen. Hierdoor treedt weinig sterkteverlies op bij het maken van boringen (8) en/of infrezingen (9) in de balken (1). Dergelijke boringen (8) en/of infrezingen (9) zijn ter illustratie afgebeeld in de figuren 3, 4 en 5. Boringen (8) zoals afgebeeld in figuur 5 worden bij massieve houtbouw in de profielbalken (1) aangebracht om schachten te maken voor elektriciteitsleidingen en voor sanitaire leidingen. Infrezingen (9), zoals afgebeeld in de figuren 3 tot en met 5, worden bijvoorbeeld in de profielbalken (1) aangebracht voor het realiseren van hoekverbindingen tussen de profielbalken (1). Dergelijke infrezingen (9) kunnen bijvoorbeeld ook aangebracht worden voor het plaatsen van roosteringen. Dit werd evenwel niet afgebeeld.

Aan beide opstaande zijden van de kern (2) is, zoals afgebeeld in figuur 1 en 2, een even brede, zich in langsrichting van de profielbalk (1) uitstrekkende houten plank (7) aan de kern (2) gelijmd. Op deze manier ligt de kern (2) centraal in de profielbalk (1), waarbij de dwarsdoorsnede van de profielbalk (1) symmetrisch is opgebouwd.

Deze zich in langsrichting uitstrekkende houten planken (7) kunnen twee gelijkaardige planken (7) zijn, maar kunnen bijvoorbeeld even goed uit ander hout vervaardigd zijn, of kunnen voorzien zijn van een andere afwerkingslaag, enz. Zo kan men de binnenzijde en buitenzijde van de profielbalk (1) afhankelijk van randvoorwaarden zoals bijvoorbeeld de vereiste, van een binnenafwerking of een buitenafwerking of afhankelijk van de wensen van de klant afwerken.

Bij voorkeur worden de planken (3) voor de kern (2) en de zich in langsrichting uitstrekkende houten planken (7) bij verlijmen samengeperst in een verlijmpers die de te vormen profielbalk (1) zowel in lengterichting als in breedterichting tegelijk kan samenpersen. Op deze manier wordt een bijzonder stevige profielbalk (1) bekomen. Voor een nog betere hechting van de zijden wordt de profielbalk (1) verder bij voorkeur met een hoogfrequentgenerator opgewarmd.

Om deze profielbalken (1) eenvoudig op elkaar te kunnen plaatsen, zijn deze, zoals afgebeeld is in figuur 1, voorzien van een tand (5) en een groef (6), zodat deze met behulp van een tand- en groefverbinding op elkaar gestapeld kunnen worden.

Claims (6)

1. Profielbalk (1) voor massieve houtbouw, met het kenmerk dat deze profielbalk (1) in zijn lengterichting over zijn volledige hoogte een kern (2) omvat, waarbij deze kern (2) naast elkaar geplaatste houten planken (3) omvat, die dwars op de lengterichting van de profielbalk (1) zijn opgesteld en die via vingerlassen (4) met elkaar verbonden zijn.

2. Profielbalk (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat deze profielbalk (1) voorzien is van minstens één tand (5) en minstens één groef (6), voorzien om deze profielbalk (1) met behulp van een tand- en groefverbinding met een soortgelijke profielbalk (1) te stapelen.

3. Profielbalk (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat deze profielbalk (1) aan elke opstaande zijde van zijn kern (2) minstens één zich in langsrichting van de profielbalk (1) uitstrekkende houten plank (7) omvat, die aan deze kern (2) is gelijmd.

4. Profielbalk (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houten planken (3) van de kern (2) uit rode Noorse den zijn vervaardigd.

5. Profielblak (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kern (2) centraal ligt in de profielbalk (1).

6. Profielbalk (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de dwarsdoorsnede van deze profielbalk (1) symmetrisch is opgebouwd.