BE1018091A3 - Verbeterde garenvoorraadinrichting. - Google Patents

Verbeterde garenvoorraadinrichting. Download PDF

Info

Publication number
BE1018091A3
BE1018091A3 BE2008/0215A BE200800215A BE1018091A3 BE 1018091 A3 BE1018091 A3 BE 1018091A3 BE 2008/0215 A BE2008/0215 A BE 2008/0215A BE 200800215 A BE200800215 A BE 200800215A BE 1018091 A3 BE1018091 A3 BE 1018091A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
yarn
yarn supply
windings
supply device
slidable element
Prior art date
Application number
BE2008/0215A
Other languages
English (en)
Inventor
Koen Bruynoghe
Peter Garnett
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE2008/0215A priority Critical patent/BE1018091A3/nl
Priority to ES09730354T priority patent/ES2402756T3/es
Priority to EP09730354A priority patent/EP2271569B1/en
Priority to PCT/EP2009/002279 priority patent/WO2009124667A1/en
Priority to PT97303549T priority patent/PT2271569E/pt
Priority to US12/936,265 priority patent/US8448891B2/en
Priority to CN2009801077671A priority patent/CN101965306B/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1018091A3 publication Critical patent/BE1018091A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • D03D39/02Axminster looms, i.e. wherein pile tufts are inserted during weaving
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H51/00Forwarding filamentary material
    • B65H51/20Devices for temporarily storing filamentary material during forwarding, e.g. for buffer storage
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/31Textiles threads or artificial strands of filaments

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Guides For Winding Or Rewinding, Or Guides For Filamentary Materials (AREA)
  • Spinning Or Twisting Of Yarns (AREA)
  • Unwinding Of Filamentary Materials (AREA)
  • Forwarding And Storing Of Filamentary Material (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft enerzijds een garenvoorraadinrichting voorzien voor hat toevoeren van garens aan een garenverwerkingsinrichting omvattende een aantal garenvoorraadbuizen (1) die elk voorzien zijn van een invoerzijde (2) waarlangs het garen aan de garenvoorraad (4) wordt toegevoerd en een uitvoerzijde (3) waarlangs het garen vanuit de garenvoorraad (4) wordt afgevoerd naar de garenverwerkingsinrichting, waarbij de garenvoorraadinrichting verder een garenlader omvat die voorzien is voor het inbrengen van het garen in de betreffende garenvoorraadbuis (1) in de vorm van opeenvolgende wikkelingen die de garenvoorraad vormen. Anderzijds betreft deze uitvinding een werkwijze voor het geleiden van een garen in een garenvoorraadbuis van een dergelijke garenvoorraadinrichting.

Description

VERBETERDE GARENVOORRAADINRICHTING
Deze uitvinding betreft enerzijds een garenvoorraadinrichting voorzien voor het toevoeren van garens aan een garenverwerkingsinrichting omvattende een aantal garenvoorraadbuizen die elk voorzien zijn van een invoerzijde waarlangs het garen aan de garenvoorraad wordt toegevoerd en een uitvoerzijde waarlangs het garen vanuit de garenvoorraad wordt afgevoerd naar de garenverwerkingsinrichting, waarbij de garenvoorraadinrichting verder een garenlader omvat die voorzien is voor het inbrengen van het garen in de betreffende garenvoorraadbuis in de vorm van opeenvolgende wikkelingen die de garenvoorraad vormen. Anderzijds betreft deze uitvinding een werkwijze voor het geleiden van een garen in een garenvoorraadbuis van een dergelijké garenvoórraadinrichtirig:1 ' -1 ; -
Bij het meèrklëurig weven en tuften van tapijtr worden' Veelal de verschillende poolkettinggarens vanuit een bobij nrek toegëvóërd aari eën inrichting die volgens het gewenste patroon de poolkëttinggafehs 'sëlectéért Óf irt éen positie brengt waardoor zij het gewenste effect in het weefsel realiseren.
Dergelijke bobijrirekken kunnen heel omslachtig zijn qua oppervlakte die ze beslaan alsook qua hoevëelheid en waarde van het garen die ze in voorraad hebben voor de uitvoering van het proces. v<.
Een oplossing óm zowel dë nodige ruimte als de hoeveelheid garen te beperken in een garenverwefkihgsinstaMie wordt beschreven in ËP 422 093. EP 422 093 beschrijft een garenvoorraadsysteem bestaande uit een veelheid van naast elkaar opgestelde garenbüffereenheden in de' vorm ;van 1 langwerpige buizen waarin inwëndig garèn wórdt opgeslagen. Elke buis hééft één ópéii ingangszijde waarlangs het garen aan de garenvoorraad wordt toegevoerd’ en een open uitvoerzijde waardoorheen het garen vanuit de voorraad in de buis wordt afgevoerd naar de garenverwerkingsinrichting. Ten einde een continuïteit in productie door de garenverwerkingsinrichting toe te laten, ook tijdens het aanvullen van de garenvoorraden,' beweegt een garenlader aan de invoerzijde van de buizen, van buis naar buis, om de voorraad garen in de buizen àan te vullen met het gewenste garen voor het vervolg van het garenverwérkihgsprocës.; '
Het aanvullen gebeurt door het verbinden vah hét nieuw toegevoerde garen met het laatst ingebrachte deel van het garen in de garenvoorraad in de buis gevolgd door het toevoeren van het nieuwe garen door middel van een roteren van de kop van de garenlader waardoor in de buis opeenvolgende wikkelingen gelegd worden, die volgens de aansturing van de garenlader willekeurige vormen kunnen aannemen: wikkelingen met een constante diameter, wikkelingen met een variabele diameter, planetaire wikkelingen, 8 - vormen, enz! . . De garenlader kan hierbij voorzien zijn van een drukschijf, die tegen de nog aanwezige voorraad aandrukt om de wikkelingen zo gelijkmatig mogelijk aäh te brengen, om ze compact te houden en om een vallen of verstrengelen van de 'wikkelingen te vermijden. De nieuw gelegde wikkelingen duwen de garenvoorraad'vooruit in dé garenvoorraadbuis. Bij de eerste vulling van de garenvoorraadinrichtirig vöörziet ÉP 422 093 een tegenschijf om de éérstej wikkelingen recht te houden, wàmieer nog geen vóórgaande garenvoorraad àànwezig is om dé wikkëlingen tégen aan te léggen; Deze'tegenschijf wordt, eenmaal de vulling van de garenvoorraadbuis goed is opgestart, uitgenomen via de uitvóerzijdè ten einde een toevoer van het garen aàn de gdrenverwerkingsinrichting mogelijk te maken. Vanaf dat ogenblik is dé'enigè bndèrstëüning om de wikkelingen recht té houden de wrijving hissende wikkelingen en de buiswand.
Tér hoogte van de uitvoèrizijde wordt hét'garen1 uitgëtrokken om het aan de gaieriverwërkirtgsihrichting toé ' té voeren mét de ' bedoeling dat wikkeling per wikkeling uit de garenvoórraad weggenomen wordt: i: j'v:-n gaivi.’. .'/ :
Met dëzé ' werkwijze ontstaan echter! problemen wânneer wikkelingen in de gafënVóbrraad riéèiValleh én bij hét trèkkën -;ââh liét ' garèh vanaf de uitvoerzijde verschillende van de wikkelingén' vérstréngelehi fbevoer van dergelijke vèfstfengëlde wikkëlingen aan de’ ^aitëriVemélrkhgsm^Hati'e is Storend en leidt tot garenbreuk en/óf stilstand van de ^atéôvèi^erkmgimstàÜàtie. EP O 422 093 biedt hiervoor geen oplossing. ' Ί
De Amerikaanse octrooipublicatie US 3 345 702 beschrijft een garenvoorraadsysteem bestaande uit een buis die als buffer dient tussen twee garenbewerkingsmachines. Aan de ene zijde van de buis worden de garens toegevoerd om te bufferen en aan de andere zijde van de buis worden de garens afgevoerd naar de volgende garenbewerkingsmachine. Het garen wordt door een relatieve rotatiebeweging tussen de buis en de toevoer als wikkelingen gelegd in de garenvoorraad.
Aangezien omgevallen wikkelingen aanleiding kunnen' geven tot verstrengelen en daardoor tot garenbreuk of machinestilstanden voorziet US 3 345 702 als oplossing voor het vermijden van het vallen van de wikkelingen, een gewicht in de vorm van een ring of een schijf die aan de garënafvoerzijde ingébracht wordt en die op de wikkelingsdiameter tegen de wikkelingen aandrukt ert waarbij het garen van de wikkelingen die zich het dichtst tegen deze ring of schijf-bevinden, doorheen een opening in de ring of schijf getrokken wordt om aan de volgende garenbewerkingsmachine toegevoerd te worden. Om een aandrukkracht uit te oefenen op de wikkelingen wordt ofwel de garenvoorraadbuis schuin opgesteld, waardoor een component van het gewicht van de ring of schijf als aandrukkracht optreedt, ofwel wordt een veer geplaatst tussen het buisuiteinde aan afvoerzijde en de ring of Schij f, ofwel worden beide tegelijk toegepast. ' 1 '
Deze inrichting Vertoont echter de volgende nadelen; - in geval van een grote garenvoorraad (bijvoorbeeld wanneer de voorraadhuis gevuld is over een grote lengte) vergröot het risico dat reeds aan de invoerzijde wikkelingen vallen of een kleinere diameter aannemen waardoor deze wikkelingen niet meer aangedrukt zullen worden door de schijf of ring wanneer deze zich aan de afvoerzijde bevinden; - door de garens aan de afvoerzij de doorheen een opening te halen, zullen wikkelingen die vallen en over elkaar vallen gemakkelijker verstrengelen en aanleiding geven tot garenbreuk en machinestilstanden of beschadiging aan het garenvoorraadsysteem; dit kan beperkt worden door deze opening groter te maken, maar dit heeft tezelfdertijd tot gevolg dat meer kleine of neergevallen wikkelingen zich doorheen de opening uitstrekken.
Dit risico neemt toe wanneer de harigheid van de garens groter is, zoals bijvoorbeeld het geval bij garens ingezet bij Axminsterweefmachines of tuftmachines. Dergelijke inrichting lost het vermijden van het omvallen en de verstrengeling van garenwikkelingen in een garenvoorraadsysteem met opeenvolgende garenwikkelingen onvoldoende op en geeft nog teveel aanleiding tot garenbreuk en machinestilstand van de garenbewerkings- of garenverwerkingsmachines.
Het doel van deze uitvinding bestaat erin te voorzien in een werkwijze en inrichting die een oplossing biedt om de nadelen van omgevallen wikkelingen en de verstrengeling van garenwikkelingen in een garenvoorraadsysteem waarin de garens volgens opeenvolgende garenwikkelingen ingelegd worden, te beperken of te elimineren.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een garenvoorraadinrichting voorzien voor het toevoeren van garens aan een garenverwerkingsinrichting omvattende een aantal garenvoorraadbuizen die elk voorzien zijn van een invoerzijde waarlangs het garen aan de garenvoorraad wordt toegevoerd en een uitvoerzijde waarlangs het garen vanuit de garenvoorraad wordt afgevoerd naar de garenverwerkingsinrichting, waarbij de garenvoorraadinrichting verder een garenlader omvat die voorzien is voor het inbrengen van het garen in de betreffende garenvoorraadbuis in de vorm van opeenvolgende wikkelingen die de garenvoorraad vormen. Deze uitvinding wordt gekenmerkt doordat minstens één garenvoorraadbuis hellend staat opgesteld zodat de uitvoerzijde hoger opgesteld staat dan de invoerzijde en dat in deze buis tussen de garenvoorraad en de uitvoerzijde een glijdbaar element is opgesteld dat voorzien is om het garen via zijn buitenomtrek in de richting van de uitvoerzijde te geleiden. Door het garen via de buitenomtrek van het glijdbaar element te laten bewegen krijgen de garen wikkelingen in tegenstelling tot hetgeen gekend is uit US3345702, meer bewegingsruimte en bewegingsvrijheid om zich af te wikkelen. Het glijdbaar element oefent met de krachtcomponent van zijn gewicht door de schuine opstelling van de garenvoorraadbuis een drukkracht uit op de garenvoorraad waardoor zowel de garenvoorraad gecompacteerd wordt als waardoor een zekere spanning op het garen aangelegd wordt om het uit de garenvoorraad los te maken.
In een voorkeurdragende uitvoering van de garenvoorraadinrichting volgens de uitvinding vertoont het glijdbaar element vanaf zijn grootste doorsnede volgens de aslijn van de garenvoorraadbuis in de richting naar de invoerzijde toe een afnemende doorsnede waardoor het element zich doorheen een aantal wikkelingen van de garenvoorraad beweegt. Dit biedt het voordeel dat de wikkelingen die zich op deze afnemende doorsnede bevinden, niet meer kunnen omvallen.
In een meer voorkeurdragende uitvoering van de garenvoorraadinrichting heeft het glijdbaar element een maximale diameter die gelegen is tussen 90 en 99% van de diameter van de ingeschreven cirkel van de doorsnede van de garenvoorraadbuis. Hierdoor zal een speling gevormd worden tussen het glijdbaar element en de garenvoorraadbuis. Deze speling laat toe dat eventueel omgevallen wikkelingen die niet door het glijdbaar element opgenomen worden zich doorheen deze opening tussen garenvoorraadbuis en glijdbaar element kunnen bewegen om achter het glijdbaar element in deze liggende toestand afgewikkeld te worden zonder dat nieuwe wikkelingen zich over het glijdbaar element zetten. Met name door de drukkracht die het glijdbaar element uitoefent op de resterende wikkelingen is een verhoogde kracht nodig om nieuwe wikkelingen over het glijdbaar element heen te halen en kan het verschil in kracht met de situatie waarbij geen glijdbaar element wordt ingezet voldoende zijn om de wikkelingen voor het glijdbaar element los te trekken en te ontwarren, terwijl deze kracht bijvoorbeeld onvoldoende kan zijn in het géval geen glijdbaar element wordt ingezet.
Volgens een bijzondere uitvoering van de garenvoorraadinrichting overeenkomstig deze uitvinding heeft de zijde van het glijdbaar element gericht naar de invoerzijde een profiel dat over zijn gans verloop een kromming heeft waarvan het middelpunt binnen het glijdbaar element ligt. Deze aard van profiel vertoont overgangen die de wikkelingen gemakkelijk omheen het glijdbaar element laten bewegen. Meer in het bijzonder heeft de zijde van het glijdbaar element gericht naar de uitvoerzijde een profiel dat over zijn gans verloop een kromming heeft waarvan het middelpunt binnen het glijdbaar element ligt. Deze vorm biedt het voordeel dat de garens bij het verlaten van het glijdbaar element volgens een goéd geleide weg naar de uitvoerzijde —van de garenvoorraadbuis begeleid worden.--------------—
In een voordelige uitvoeringsvorm van de garenvoorraadinrichting volgens deze uitvinding is het glijdbaar element massief uitgevoerd: Hierdoor zal het glijdbaar element een hoger gewicht hebben en düs een grotere kracht kunnen uitoefenen op bijvoorbeeld de garenvoorraad, waardoor een verhoogde kracht nodig is om nieuwe wikkelingen over het glijdbaar element heen te halen zodat de kracht om neergevallen wikkelingen die zich voor het glijdbaar element bewegen, los te trekken toeneemt en de kans dat omgevallen wikkelingen doorgaan buiten de afVoerzijde beperkt wordt.
In een meer voordelige uitvoeringsvorm van de garenvoorraadinrichting is de garenvoorraadbuis vierkantig, zeshoekig of achthoekig uitgevoerd. Dit biedt het voordeel dat er in de hoeken van de buis grotere ruimtes ontstaan om eventueel omgevallen garënwikkelingen door té laten. In het bijzonder is de garenvoorraadbuis zodanig opgesteld dat één van zijn hoekpunten zich lager bevindt dan de andere hoekpunten. Hierdoor zal de grootse opening optreden ter hoogte van de meest waarschijnlijke positie waar eventueel omgevallen garen wikkelingen zich zullen bevinden, zijnde onderaan in de garenvoorraadbuis.
In een meest bijzondere uitvoering van de garenvoorraadinrichting heeft het glijdbaar element een bolvorm. Dit biedt het voordeel dat het glijdbaar element zich zeer soepel kan verplaatsen en het glijdbaar element eigenlijk een rollende beweging uitvoert over zijn traject in de garenvoorraadbuis, wat een blokkeren of het zich vastzetten van het glijdbaar element beperkt.
Echter bestaat er een kans dat de wikkelingen die zich op het glijdbaar element bevinden, door het rollen, meegedraaid worden en naar de ruimte achter het element gevoerd worden. Om dit te vermijden is in een eerste voorkeursuitvoering van de garenvoorraadinrichting tussen het glijdbaar element en de garenvoorraad een tweede element voorzien, waarbij het tweede element een cilindrisch deel heeft met een doorsnede gelegen tussen de 90 en 99 % van de diameter van de ingeschreven cirkel van de doorsnede van de garenvoorraadbuis en een in de richting van de invoerzijde aflopende doorsnede omvat. De aanwezigheid van een dergelijk tweede element zal verhinderen dat wikkelingen zullen meedraaien met het glijdbaar element.
In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de garenvoorraadinrichting volgens deze uitvinding heeft de zijde van het tweede element gericht naar het glijdbaar element een profiel dat over zijn gans verloop een kromming heeft waarvan het middelpunt binnen het tweede element ligt. Meest in het bijzonder is de zijde van het tweede element gericht naar het glijdbaar element bolvormig uitgevoerd.
Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm van de garenvoorraadinrichting volgens deze uitvinding is het tweede element hol uitgevoerd.
Bij een meest bijzondere uitvoeringsvorm van de garenvoorraadinrichting volgens deze uitvinding omvat het buitenoppervlak van het glijdbaar element en/of het tweede element minstens een aantal groeven die voorzien zijn om het garen te geleiden.
Volgens een tweede voorkeurdragende uitvoering van de garenvoorraadinrichting is tussen het glijdbaar element en de garenvoorraad een tweede schijfvormig element voorzien waarbij dit element een centrale opening omvat waar doorheen het garen van de garenvoorraad beweegbaar is en is het tweede schijfVormig element verder voorzien van een afstandshoudend gedeelte dat zich uitstrekt in de richting van het glijdbaar element.
Een ander onderwerp van deze octrooiaanvraag betreft een werkwijze voor het geleiden van een garen in een garenvoorraadbuis van een garenvoorraadinrichting waarbij de garenvoorraadbuis een invoerzijde waarlangs het garen aan de garenvoorraad wordt toegevoerd en een uitvoerzijde waarlangs het garen vanuit de garenvoorraad wordt afgevoerd naar de garenverwerkingsinrichting omvat, waarbij de garenvoorraadinrichting verder een garenlader omvat die voorzien is voor het inbrengen van het garen in de betreffende garenvoorraadbuis in de vorm van opeenvolgende wikkelingen die de garenvoorraad vormen. Overeenkomstig deze uitvinding wordt het garen via de buitenomtrek van een in de buis, tussen de garenvoorraad en de uitvoerzijde, opgesteld glijdbaar element geleid in de richting van de uitvoerzijde.
Volgens een bijzondere werkwijze overeenkomstig de uitvinding vertoont het glijdbaar element vanaf zijn grootste doorsnede volgens de aslijn van de garenvoorraadbuis in de richting naar de invoerzijde toe een afnemende doorsnede waardoor het element zich doorheen een aantal wikkelingen van de garenvoorraad beweegt zodat garenwikkelingen zich rond het deel met afnemende doorsnede afwikkelt en over de grootste doorsnede verder geleid wordt in de richting van de uitvoerzijde.
De werkwijze volgens deze uitvinding wordt meer in het bijzonder toegepast op een garenvoorraadinriching zoals hierboven omschreven.
De kenmerken, voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding worden verder verduidelijkt in de hierna volgende meer gedetailleerde beschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm ervan. Deze beschrijving heeft enkel als doel de uitvinding te verduidelijken aan de hand van een voorbeeld en kan dus geenszins beschouwd worden als een beperking van de draagwijdte van deze octrooiaanvraag.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecij fers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarbij: - figuur 1: een garenvoorraadbuis voorstelt met een eerste uitvoeringswijze van een glijdbaar element volgens de uitvinding; figuur 2: een doorsnede van een garenvoorraadbuis voorstelt die met één van zijn hoeken lager ligt dan de andere hoeken figuur 3: een garenvoorraadbuis voorstelt met een bolvormig glijdbaar element volgens de uitvinding waarbij zich neergevallen wikkelingen bevinden tussen het glijdbaar element en de uitvoerzijde; figuur 4: een eerste uitvoeringsvorm van het tweede element voorstelt met groeven op zijn omtrek; figuur 5: een garenvoorraadbuis voorstelt met een bolvormig glijdbaar element en een tweede hol element met groeven op zijn omtrek; figuur 6: een perspectiefvoorstelling is van een garenvoorraadbuis met een tweede uitvoeringsvorm van het tweede element waarbij dit tweede element schijfvormig is uitgevoerd en voorzien is van een afstandshouder; figuur 7: een zijaanzicht is van een inrichting volgens figuur 6.
(merk op dat de in figuren 1, 3, 5, 6 en 7 de garenvoorraadbuizen horizontaal zijn voorgesteld maar in de inrichting schuin aflopen met een uitvoerzijde (3) die hoger ligt dan de invoerzijde (2))
Deze uitvinding heeft betrekking op een garenvoorraadinrichting voorzien voor het toevoeren van garens aan een garenverwerkingsinrichting omvattende een aantal garenvoorraadbuizen (1) die elk voorzien zijn van een invoerzijde (2) waarlangs het garen aan de garenvoorraad wordt toegevoerd en een uitvoerzijde (3) waar doorheen het garen vanuit de garenvoorraad wordt afgevoerd naar de garenverwerkingsinrichting, waarbij de garenvoorraadinrichting verder een garenlader omvat die voorzien is voor het inbrengen van het garen in de betreffende garenvoorraadbuis (1) in de vorm van opeenvolgende wikkelingen (4) die de garenvoorraad vormen. Deze uitvinding wordt gekenmerkt doordat minstens één garenvoorraadbuis (1) hellend staat opgesteld zodat de uitvoerzijde (3) hoger opgesteld staat dan de invoerzijde (2) en dat in deze buis (1) tussen de garenvoorraad en de uitvoerzijde (3) een glijdbaar element (5) is opgesteld dat voorzien is om het garen via zijn buitenomtrek in de richting van de uitvoerzijde (3) te geleiden. Een dergelijk glijdbaar element (5) voorzien in een garenvoorraadbuis (1) wordt o.a afgebeeld in figuur 1. De helling van de garenvoorraadbuizen (1) bedraagt bij voorkeur tussen 5 en 10° (hoek tussen de aslijn van de garenvoorraadbuis en de horizontale as)
Het glijdbaar element (5) vertoont vanaf zijn grootste doorsnede (6) volgens de aslijn (7) van de garenvoorraadbuis (1) in de richting naar de invoerzijde (2) toe een afnemende doorsnede. Hierdoor omvat het glijdbaar element (5) als het ware een topdeel (8) die toelaat een aantal (niet omgevallen) wikkelingen (4) op te nemen waarbij het garen dat van de garenvoorraad afgetrokken wordt zich rond deze top (8) afwikkelt en over de grootste doorsnede (6) beweegt om in het resterende gedeelte van de garenvoorraadbuis (1) tussen de garenvoorraad en de garenverwerkingsinrichting zijn weg naar de garenverwerkingsinrichting te vinden.
Het glijdbaar element (5) heeft als effect dat: de wikkelingen (4) die zich over de top (8) - die zich naar de garenvoorraad toe uitstrekt - zetten niet meer kunnen omvallen; de wikkelingen (4) zich over en rond het element (5) heen bewegen om zich naar de uitvoerzijde (3) te bewegen, wat betekent dat de wikkelingen (4) zich naar de randen van de buis (1) toe afwikkelen in plaats van naar een centrale opening in het center van de buis zoals beschreven in US3345702. Aangezien de omtrek van de buis (1) groter is dan de ruimte in het center hebben de garenwikkelingen (4) bewegingsruimte en bewegingsvrijheid om zich af te wikkelen.
Door de schuine opstelling van de garenvoorraadbuizen (1) oefent het in de buis voorziene glijdbaar element (5) een drukkracht uit op de garenvoorraad waardoor enerzijds de garenvoorraad gecompacteerd wordt, wat toelaat meer garen op te nemen over dezelfde lengte van de buis. Anderzijds, wordt er een zekere spanning op de garenwikkelingen uitgeoefend die moet overwonnen worden om ze uit de garenvoorraad los te maken. Dit laatste fenomeen biedt het voordeel dat wanneer er toch wikkelingen (4) zouden vallen voor ze zich over de top (8) van het glijdbaar element (5) naar de uitvoerzijde bewegen en deze wikkelingen (4a) om het element (5) heen doorgetrokken worden, deze wikkelingen (4a) zich zoals voorgesteld op figuur 3, tussen het element (5) en de uitvoerzijde (3) van de garenvoorraadbuis (1) bevinden, waar deze gevallen garenwikkelingen (4a) van elkaar losgetrokken kunnen worden zonder dat nieuwe wikkelingen (4) doorkomen zolang de kracht waarmee de garenverwerkingsinrichting aan het garen in de garenvoorraadbuis trekt onder de kracht blijft uitgeoefend door de gewichtscomponent van het glijdbaar element (5) op de garenwikkelingen (4) van de garenvoorraad.
Het lostrekken van omgevallen wikkelingen (4) vergt een zekere kracht omwille van de verstrengeling ten gevolge van de harigheid van de garens. Zonder het element (5) kan de kracht nodig om de garens van gevallen wikkelingen los te maken groter zijn dan de kracht om nieuwe wikkelingen van de voorraad af te trekken. In dit geval zouden de gevallen wikkelingen zich in pakket naar garenverwerkingsinrichting bewegen, met alle nadelige gevolgen vandien. Blokkage in de verdere geleidingselementen, garenbreuk en machinestilstand. De aanwezigheid van het glijdbaar element (5) vergroot de kracht die op de gevallen wikkelingen (4a) kan uitgeoefend worden vooraleer nieuwe wikkelingen (4) van de garenvoorraad afkomen. Dit verkleint in belangrijke mate de kans dat gevallen wikkelingen (4a) voorbij de uitvoerzijde (3) bewegen.
Door het inbrengen van het glijdbaar element (5) blijft een groter krachtbereik gereserveerd om gevallen windingen af te wikkelen alvorens nieuwe wikkelingen (en nieuwe gevallen wikkelingen) doorkomen. Ten opzichte van de uitvoering beschreven in US 3 345 702 zonder tegenelement betekent dit dat er in de inrichting volgens de uitvinding beduidend minder gevallen wikkelingen (4a) onafgewikkeld doorgaan naar de garenverwerkingsinrichting, waardoor er veel minder garenbreuk en machinestilstanden optreden. Verder heeft het inzetten van een tegenschijf, - ring cfr US 3345702 zoals eerder vermeld als nadeel dat omgevallen wikkelingen zich vastzetten voor de centrale opening en daar reeds tot garenbreuk en machinestilstand aanleiding geven.
Wanneer het glijdbaar element (5) op zijn grootste doorsnede (6) een diameter heeft tussen 90 en 99% van de diameter van de grootste ingeschreven cirkel in de buis (1) en aangezien het garen geleid wordt via de buitenomtrek van het element (5) betekent dit dat het garen zich doorheen de speling tussen het element (5) en de buis (1) dient te bewegen. Deze speling laat ook toe dat omgevallen wikkelingen (4a) die niet door de top (8) werden opgenomen, zich doorheen deze opening tussen garenvoorraadbuis (1) en element (5) kunnen bewegen om achter het element (5) in deze liggende toestand afgewikkeld te worden zonder dat nieuwe wikkelingen (4) zich over het element (5) zetten.
De garenvoorraadbuis (1) kan verschillende vormen aannemen zoals bijvoorbeeld rond, vierhoekig, zeshoekig of achthoekig. Echter, wanneer de buis (1) vierkant, zeshoekig of achthoekig van vorm is, zal er ter hoogte van de hoekpunten een grotere ruimte beschikbaar zijn om eventueel gevallen garenwikkelingen (4a) door te laten. Als dergelijke garenvoorraadbuis zodanig is opgesteld dat één van zijn hoekpunten zich zoals bijv. voorgesteld op figuur 2, lager bevindt dan de andere hoekpunten betekent dit dat op de meest waarschijnlijke positie van omgevallen wikkelingen, zijnde onderaan, de grootste opening optreedt. Dit betekent een bijkomend voordeel om het garen gemakkelijk naar de uitvoerzijde (3) te geleiden. Dit is de meest waarschijnlijke positie, aangezien doorgaans de garens uit de garenvoorraadbuis (1) omdat gevallen wikkelingen doorgaans naar beneden vallen en dus onderaan de garenvoorraadbuis verlaten.
Dergelijke opstelling van de garenvoorraadbuis biedt bijkomend het voordeel dat bij een hervullen van de garenvooorraadbuis waarbij het glijdbaar element zich sneller naar de uitvoerzijde beweegt onder invloed van de door de garenlader aangevoerde garenwikkelingen dan de garenverwerkingsinrichting het garen voor het glijdbaar element verbruikt, dit garen voor het glijdbaar element naar beneden valt en zich vrij bevindt in de opening onder het glijdbaar element (5) en onder de garenwikkelingen (4) in de garenvoorraad tussen het glijdbaar element (5) en de invoerzijde (2).
Wanneer de topvorm (8) van het element (5) naar de garenvoorraadzijde en de invoerzijde toe bolvormig is, heeft het een vorm die de afgewikkelde garen wikkelingen eenvoudig en vloeiend over het glijdbaar element (5) heen geleidt. Wanneer ook de topvorm van het glijdbaar element (5) gericht naar de uitgangzijde (3) bolvormig is, worden de garens bij het verlaten van het element (5) volgens een goed geleidend traject naar de uitvoerzijde (3) begeleidt.
Wanneer het glijdbaar element (5) zoals voorgesteld op figuur 3 volledig bolvormig is uitgevoerd, bekomt men een element (5) dat zich zeer soepel rollend kan verplaatsen over zijn traject in de garenvoorraadbuis (1), en niet noodzakelijk meer glijdend. Bij deze uitvoering blijft er toch, weliswaar een minimale topvorm aanwezig die toelaat een aantal wikkelingen (4) centraal op te nemen.
Naast de voordelen van dergelijke bolvorm kan als nadeel opgegeven worden dat door het rollen de wikkelingen (4) op de bolvormige top (8), wanneer deze niet voldoende zouden glijden op de bolvormige top meegedraaid kunnen worden en naar de ruimte achter het element (5) gevoerd worden.
Om dit te vermijden kan er, zoals voorgesteld op fig. 5 tussen het glijdbaar element (5) en de garenvoorraad een tweede element (10) (zie fig. 4) voorzien worden, waarbij het tweede element een cilindrisch deel (11) heeft met een doorsnede gelegen tussen de 90 en 99 % van de diameter van de ingeschreven cirkel van de doorsnede van de garenvoorraadbuis (1) en verder een in de richting van de invoerzijde (2) aflopende doorsnede omvat. Dit tweede element (10) staat in contact, bij voorkeur via puntcontact, met het glijdbaar element (5) en zal zich door zijn cilindrisch deel (11) enkel volgens de aslijn van de garenvoorraadbuis bewegen (translatie en rotatie). Het aanliggende glijdbaar element (5) zal zich verder vrij rollend kunnen bewegen wanneer het een bolvorm heeft. Het tweede element (10) is bij voorkeur hol en heeft meer in het bijzonder een laag gewicht waardoor het vlot kan glijden in de garenvoorraadbuis (1).
De kracht op het garen wordt nu door het gewicht van het bolvormige glijdbare element (5) doorgezet naar het tweede element (10) dat de kracht op de wikkelingen (4) uitoefent. Omgevallen wikkelingen zullen zich op de wijze zoals reeds eerder beschreven bewegen langs het tweede element (10) en langs het glijdbaar element (5) .
Wanneer het tweede element (10) voorzien wordt van groeven (12), in het bijzonder spiraalvormige groeven, bekomt men een bijkomend effect dat het vrijkomende garen in zijn weg naar de uitvoerzijde (3) zich in de groef (12) legt en het tweede element (10) een rotatie geeft rond zijn aslijn zodat, met gepaste keuze van het groeiverloop, de groefopening aan de garenvoorraadzijde mee beweegt met het volgens de garenwikkeling verschuivende punt waar het garen in contact komt met het tweede element.
In figuren 6 en 7 wordt een andere voorkeursinrichting voorgesteld waarin een tweede element (13) is voorzien tussen de garenvoorraad (4) en het glijdbaar element (5) dat aan de zijde van de garenvoorraad (4) een schijfvorm vertoont met een vorm die nagenoeg overeenkomt met de inwendige vorm van de garenvoorraadbuis (met een lichte speling), die op de buitenzijde van de garenwikkelingen (4) drukt en een centrale opening vertoont waardoorheen het garen van de garenvoorraad (4) zijn weg volgt naar de uitvoerzijde (3) toe en die verder voorzien is van een afstandshoudend gedeelte (14) dat zich uitstrekt in de richting van het glijdbaar element (5). Het afstandshoudend gedeelte omvat bij voorkeur minstens twee armen die verspreid staan opgesteld over de omtrek van het schijfvormig tweede element (13). De armen zijn zodanig met elkaar verbonden dat het geheel van de minstens twee armen met hun verbinding zich door het center van de garenvoorraadbuis uitstrekken.
Op deze wijze wordt het garen van de garenwikkelingen in de garenvoorraad eerst door het center van een drukschijf gehaald cfr US 3345702 waardoor wikkelingen die zich doorheen de opening van de drukring bewegen nog kunnen losgemaakt worden tijdens hun beweging over het glijdbaar element heen of voorbij het glijdbaar element (5) heen. Om het risico op een versperren van de centrale opening in de drukschijf zoals in US 3345702 te beperken kan deze opening in deze uitvoeringsvorm groter gekozen worden. Immers is na deze drukring nog het glijdbaar element (5) daar om de functie te vervullen öm de extra neergevallen wikkelingen los te maken voor nieuwe wikkelingen zich omheen het glijdbaar element naar de uitvoerzijde (3) bewegen.
Figuren 6 en 7 tonen verder nog vooraan in de garenvoorraadbuis (1) een element (15) dat nog een extra middel vertoont om omgevallen wikkelingen (4a) te ontrafelen en het risico van storingen of garenbreuk te verminderen: een plaatvormig element (15) dat (afgezien van de helling van de garenvoorraadbuis) nagenoeg horizontaal volgens de aslijn van de garenvoorraadbuis ligt. Dit plaatvormig element (15) heeft twee openingen die in de langsrichting van de garenvoorraadbuis achter elkaar liggen. Het garen komt uit de garenvoorraad bvb boven de afstandshouder als tweede element, strekt zich uit om het glijdend element (5) heen en beweegt verder boven het plaatvormig element (15) waar het doorheen de eerste opening naar de onderzijde van het plaatvormig element (15) beweegt om aansluitend doorheen de tweede opening terug boven het plaatvormig element (15) uit te komen. Deze hindernis vergroot verder de kans om nog niet ontrafelde gevallen wikkelingen nog te ontrafelen alvorens ze aan de garenverwerkingsinrichting worden toegevoerd.
De garenverwerkinsinrichting is bij voorkeur een Axminsterweefmachine, een dubbelstukweefmachine, een tuftmachine of een breimachine.

Claims (17)

1. Garenvoorraadinrichting voorzien voor het toevoeren van garens aan een garenverwerkingsinrichting omvattende een aantal garenvoorraadbuizen (1) die elk voorzien zijn van een invoerzijde (2) waarlangs het garen aan de garenvoorraad wordt toegevoerd en een uitvoerzijde (3) waarlangs het garen vanuit de garenvoorraad wordt afgevoerd naar de garenverwerkingsinrichting, waarbij de garenvoorraadinrichting verder een garenlader omvat die voorzien is voor het inbrengen van het garen in de betreffende garenvoorraadbuis (1) in de vorm van opeenvolgende wikkelingen (4) die de garenvoorraad vormen, met het kenmerk dat minstens één garenvoorraadbuis (1) hellend opgesteld staat zodat de uitvoerzijde (3) hoger opgesteld staat dan de invoerzijde (2) en dat in deze buis (1) tussen de garenvoorraad en de uitvoerzijde (3) een glijdbaar element (5) is opgesteld dat voorzien is om het garen via zijn buitenomtrek in de richting van de uitvoerzijde (3) te geleiden.
2. Garenvoorraadinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het glijdbaar element (5) vanaf zijn grootste doorsnede volgens de aslijn (7) van de garenvoorraadbuis (1) in de richting naar de invoerzijde (2) toe een afnemende doorsnede vertoont waardoor het element (5) zich doorheen een aantal wikkelingen (4) van de garenvoorraad beweegt.
3. Garenvoorraadinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het glijdbaar element (5) een maximale diameter heeft die gelegen is tussen 90 en 99% van de diameter van de ingeschreven cirkel van de doorsnede van de garenvoorraadbuis (1).
4. Garenvoorraadinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zijde van het glijdbaar element (5) gericht naar de invoerzijde (2) een profiel heeft dat over zijn gans verloop een kromming heeft waarvan het middelpunt binnen het glijdbaar element (5) ligt.
5. Garenvoorraadinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zijde van het glijdbaar element (5) gericht naar de uitvoerzijde (3) een profiel heeft dat over zijn gans verloop een kromming heeft waarvan het middelpunt binnen het glijdbaar element (5) ligt.
6. Garenvoorraadinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het glijdbaar element (5) een bolvorm heeft.
7. Garenvoorraadinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het glijdbaar element (5) massief is uitgevoerd.
8. Garenvoorraadinrichting volgens één van dé voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de garenvoorraadbuis (1) vierkantig, zeshoekig of achthoekig is uitgevoerd.
9. Garenvoorraadinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de garenvoorraadbuis (1) zodanig is opgesteld dat één van zijn hoekpunten (9) zich lager bevindt dan de andere hoekpunten.
10. Garenvoorraadinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tussen het glijdbaar element (5) en de garenvoorraad een tweede element (10) is voorzien, waarbij het tweede element (10) een cilindrisch deel (11) heeft met een doorsnede gelegen tussen de 90 en 99 % van de diameter van de ingeschreven cirkel van de doorsnede van de garenvoorraadbuis (1) en een in de richting van de invoerzijde (2) aflopende doorsnede omvat.
11. Garenvoorraadinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de zijde van het tweede element (10) gericht naar het glijdbaar element (5) een profiel heeft dat over zijn gans verloop een kromming heeft waarvan het middelpunt binnen het tweede element (10) ligt
12. Garenvooiraadinrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk dat de zijde van het tweede element (10) gericht naar het glijdbaar element (5) bolvormig is uitgevoerd.
13. Garenvoorraadinrichting volgens één van de conclusies 10 t/m 12, met het kenmerk dat het tweede element (10) hol is uitgevoerd.
14. Garenvoorraadinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het buitenoppervlak van het glijdbaar element (5) en/of het tweede element (10) minstens een aantal groeven (12) omvat die voorzien zijn om het garen te geleiden.
15. Garenvoorraadinrichting volgens één van de conclusies 1 t/m 9, met het kenmerk dat tussen het glijdbaar element (5) en de garenvoorraad een tweede schijfvormig element (13) is voorzien waarbij dit element (13) een centrale opening omvat waar doorheen het garen van de garenvoorraad (4) beweegbaar is en dat het tweede schijfvormig element (13) verder voorzien is van een afstandshoudend gedeelte (14) dat zich uitstrekt in de richting van het glijdbaar element (5).
16. Werkwijze voor het geleiden van een garen in een garenvoorraadbuis van een garenvoorraadinrichting waarbij de garenvoorraadbuis een invoerzijde (2) waarlangs het garen aan de garenvoorraad wordt toegevoerd en een uitvoerzijde (3) waar doorheen het garen vanuit de garenvoorraad wordt afgevoerd naar de garenverwerkingsinrichting omvat, waarbij de garenvoorraadinrichting verder een garenlader omvat die voorzien is voor het inbrengen van het garen in de betreffende garenvoorraadbuis (1) in de vorm van opeenvolgende wikkelingen (4) die de garenvoorraad vormen, met het kenmerk dat het garen via de buitenomtrek van een in de buis (1) tussen de garenvoorraad en de uitvoerzijde (3) opgesteld glijdbaar element (5) geleid wordt in de richting van de uitvoerzijde (3).
17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk dat het glijdbaar element (5) vanaf zijn grootste doorsnede volgens de aslijn (7) van de garenvoorraadbuis (1) in de richting naar de invoerzijde (2) toe een afnemende doorsnede vertoont waardoor het element (5) zich doorheen een aantal wikkelingen (4) van de garenvoorraad beweegt zodat garenwikkelingen zich rond het deel met afnemende doorsnede afwikkelt en over de grootste doorsnede verder geleid wordt in de richting van de uitvoerzijde.
BE2008/0215A 2008-04-08 2008-04-08 Verbeterde garenvoorraadinrichting. BE1018091A3 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0215A BE1018091A3 (nl) 2008-04-08 2008-04-08 Verbeterde garenvoorraadinrichting.
ES09730354T ES2402756T3 (es) 2008-04-08 2009-03-27 Dispositivo de almacenamiento de hilo
EP09730354A EP2271569B1 (en) 2008-04-08 2009-03-27 Yarn storage device
PCT/EP2009/002279 WO2009124667A1 (en) 2008-04-08 2009-03-27 Improved yarn storage device
PT97303549T PT2271569E (pt) 2008-04-08 2009-03-27 Dispositivo de armazenagem de fio
US12/936,265 US8448891B2 (en) 2008-04-08 2009-03-27 Yarn storage device
CN2009801077671A CN101965306B (zh) 2008-04-08 2009-03-27 改进的储纱装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0215A BE1018091A3 (nl) 2008-04-08 2008-04-08 Verbeterde garenvoorraadinrichting.
BE200800215 2008-04-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018091A3 true BE1018091A3 (nl) 2010-05-04

Family

ID=39929970

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2008/0215A BE1018091A3 (nl) 2008-04-08 2008-04-08 Verbeterde garenvoorraadinrichting.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US8448891B2 (nl)
EP (1) EP2271569B1 (nl)
CN (1) CN101965306B (nl)
BE (1) BE1018091A3 (nl)
ES (1) ES2402756T3 (nl)
PT (1) PT2271569E (nl)
WO (1) WO2009124667A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019590A3 (nl) * 2011-06-20 2012-08-07 Wiele Michel Van De Nv Garenopslaginrichting voor een textielmachine.
US9487887B1 (en) 2013-03-13 2016-11-08 Jonathan Grossman Systems and methods for manufacturing textiles
GB2521613B (en) * 2013-12-23 2017-09-20 Griffith Textile Mach Ltd Yarn storage apparatus

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3345702A (en) * 1964-07-30 1967-10-10 Schubert & Salzer Maschinen Sliver band storage apparatus
EP0422093A1 (en) * 1988-06-29 1991-04-17 Bonas Griffith Ltd YARN STORAGE.

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4632324A (en) * 1982-11-12 1986-12-30 Mayer & Cie. Gmbh & Co. Strand storing and delivering device
SE0400862D0 (sv) * 2004-04-01 2004-04-01 Iropa Ag Garnmatningsanordning

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3345702A (en) * 1964-07-30 1967-10-10 Schubert & Salzer Maschinen Sliver band storage apparatus
EP0422093A1 (en) * 1988-06-29 1991-04-17 Bonas Griffith Ltd YARN STORAGE.

Also Published As

Publication number Publication date
US20110031146A1 (en) 2011-02-10
ES2402756T3 (es) 2013-05-08
CN101965306A (zh) 2011-02-02
US8448891B2 (en) 2013-05-28
WO2009124667A1 (en) 2009-10-15
EP2271569A1 (en) 2011-01-12
EP2271569B1 (en) 2013-02-27
CN101965306B (zh) 2012-10-10
PT2271569E (pt) 2013-03-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018091A3 (nl) Verbeterde garenvoorraadinrichting.
TWI324644B (en) Apparatus for spinning and winding multifilament yarns
TWI378162B (en) Apparatus for melt spinning and windup of synthetic yarn
BE1019592A3 (nl) Garenopslaginrichting voor een textielmachine.
EP1815051B1 (fr) Machine a tricoter rectiligne avec distributeur de fil
JP2012184075A (ja) ボビン分離装置及び自動ワインダ
FR2585375A1 (fr) Dispositif et procede pour bobiner simultanement plusieurs fils separes sur un support en rotation
CN105398880A (zh) 储纱装置以及具备该储纱装置的纱线卷绕装置
EP2318580B1 (en) Storage element for weft thread
BE1026412A1 (nl) Gevergrijperkop
JP2019052033A (ja) ボビン供給装置、及びボビン処理システム
FR2573404A1 (fr) Procede et dispositif de lancement simultane de plusieurs fils textiles delivres en continu
NL1013672C1 (nl) Draadafloopinrichting.
US4646984A (en) Retracting tensioning mechanism for dispensing an elongated member
RU2629970C2 (ru) Модульный элемент для бобинодержателя
US4312482A (en) Auto-loading tension compensator
JPH0114332B2 (nl)
US1886638A (en) Balloon-guard for creels or the like
BE1027254B1 (nl) Werkwijze voor het aanvullen van garenvoorraden in een garenvoorraadinrichting van een textielmachine en een hiervoor voorziene garenvoorraadinrichting
BE1018606A3 (nl) Inrichting voor het voeden van inslagdraad.
BE1026405B1 (nl) Garenvoorraadinrichting voor een garenverwerkende machine
US1152845A (en) Spooler.
US395178A (en) Gustave scelles
BE1014791A6 (nl) Weefmachine.
BE1009385A3 (nl) Draadspannings- en terugtrekinrichting voor weefmachine.