BE1018077A3 - Hoekverbinding of t-verbinding en insteekhoekstuk. - Google Patents

Abstract

Hoekverbinding of T-verbinding (1), meer speciaal een verbinding voor het schrijnwerk van een deur, een raam of dergelijke, dat vervaardigd is uit holle profielen (2), waarbij deze boekverbinding (1) een insteekhoekstuk (12) bezit met zich onder een hoek uitstrekkende insteekgedeelten (13, 14) die zich in de respectievelijke uiteinden van de te verbinden profielen (2) uitstrekken, daardoor gekenmerkt dat het insteekhoekstuk (12) voorzien is van middelen waarmee het insteekhoekstuk (12) zich met de voornoemde insteekgedeelten (13, 14) automatisch bij het inbrengen in de voornoemde profielen (2) vastklemt in het betreffende profiel (2).

Description

Hoekverbinding of T-verbinding en insteekhoekstuk daarbij toegepast.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een hoekverbinding of een T-verbinding voor het schrijnwerk van een deur, een raam of dergelijke en een insteekhoekstuk daarbij toegepast.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor een hoekverbinding of een T-verbinding die kan worden gebruikt in een schrijnwerk bestaande uit holle profielen, waarbij deze verbinding een insteekhoekstuk bezit.

Men kent reeds insteekhoekstukken voor het verbinden van twee op elkaar staande kozijnprofielen, waarbij dit insteekhoekstuk van twee op elkaar staande benen is voorzien die in de holtes van de respectievelijk te verbinden kozijnprofielen worden aangebracht.

Teneinde de voornoemde profielen goed tegen elkaar te laten aansluiten, dienen de tegen elkaar te plaatsen uiteinden van deze profielen eerst op bekende wijze in verstek te worden gezaagd, waarna de profielen over de voornoemde benen van het hoekstuk worden geschoven en hieraan worden bevestigd, bijvoorbeeld door middel van schroeven of door mechanische vervorming van het kozijnprofiel of door soms supplementair gebruik te maken van lijminjectie.

Een nadeel van zulke bekende insteekhoekstukken is dat deze insteekhoekstukken geen eerste fixatie bezitten in de profielen waardoor ze bij de montage en vooral bij het verplaatsen van de profielen bij de montage makkelijk uit de profielen kunnen loskomen.

Hierdoor is men genoodzaakt om bij de montage en bij het verplaatsen van de profielen zeer voorzichtig te werk te gaan, waardoor de montage van het schrijnwerk uiteraard tijdrovend is en bovendien moeilijk te automatiseren is.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan het voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een hoekverbinding of T-verbinding voor het schrijnwerk van een deur, een raam of dergelijke, dat uit holle profielen is vervaardigd, waarbij deze verbinding een insteekhoekstuk bezit met zich onder een hoek uitstrekkende insteekgedeelten die zich in de respectievelijke uiteinden van de te verbinden profielen uitstrekken, waarbij het insteekhoekstuk voorzien is van middelen waarmee het zich met de voornoemde insteekgedeelten automatisch bij het inbrengen in de voornoemde profielen vastklemt in het betreffende profiel.

Een voordeel is dat het insteekhoekstuk zich automatisch bij het insteken in het profiel, in het profiel vastklemt waardoor het insteekhoekstuk niet kan loskomen uit het profielbij verplaatsingen van het schrijnwerk .

Een ander voordeel is dat een dergelijk insteekhoekstuk eenvoudig te fabriceren en te monteren is.

Bij voorkeur bevatten de voornoemde middelen op het insteekhoekstuk minstens één verend element.

Een voordeel is dat door de aanwezigheid van het verend element een initiële klemming wordt bekomen waardoor de effectieve verbinding door persen of schroeven gemakkelijker kan verlopen, en bovendien kan deze » permanente bevestiging van het insteekhoekstuk in het profiel ook geautomatiseerd worden.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een hoekverbinding en een daarbij horend insteekhoekstuk volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in perspectief een profiel van een hoekverbinding weergeeft met daarin een insteekhoekstuk voor het realiseren van een hoekverbinding volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede van een profiel volgens lijn II-II in figuur 1 weergeeft; figuur 3 op grotere schaal en in perspectief het insteekhoekstuk van figuur 1 weergeeft; figuur 4 een zicht volgens pijl F4 in figuur 3 weergeeft; figuur 5 een doorsnede volgens lijn V-V in figuur 1 weergeeft, doch voor een samengestelde hoek.

In figuur 1 is schematisch een gedeelte van een hoekverbinding 1 volgens de uitvinding weergegeven, waarbij het holle profiel 2 in verstek is gezaagd, één en ander zodanig dat het profiel 2 kan aansluiten op een tweede, niet in de figuren weergegeven, profiel.

In het weergegeven voorbeeld is het profiel 2 voorzien van een kamer 3 die zich in de lengterichting uitstrekt, waarbij de kamer 3 in de uitvoeringsvorm van figuur 2 een T-vormige dwarsdoorsnede bezit, en begrensd wordt door twee paar evenwijdige en overstaande wanden 4,5,6,7 die verbonden zijn door twee overstaande eindwanden 8,9 en twee verbindingswanden 10,11.

Het is volgens de uitvinding niet uitgesloten dat de kamer 3 in het profiel 2 een rechthoekige of een L-vormige dwarsdoorsnede bezit of eender welke andere vorm van dwarsdoorsnede.

Zoals meer in detail is weergegeven in figuur 3 is het insteekhoekstuk 12 van twee insteekgedeelten 13,14 voorzien die zich onder een hoek uitstrekken, in de weergegeven uitvoeringsvorm een hoek van 90°, doch het is volgens de uitvinding niet uitgesloten een andere hoek tussen de insteekgedeelten te voorzien.

Bij voorkeur is het insteekhoekstuk 12 vervaardigd uit een materiaal dat kan worden gespoten of geïnjecteerd.

In dwarsdoorsnede gezien stemt de omtrek van de insteekgedeelten 13,14 hoofdzakelijk overeen met de omtrek van de dwarsdoorsnede van de kamer 3, één en ander zodanig dat het insteekhoekstuk 12 kan samenwerken met de voornoemde kamer 3.

Hiertoe is het in de figuren weergegeven insteekhoekstuk 12 hoofdzakelijk gevormd door een L-vormig lichaam 15 met twee evenwijdige wanden 16,17, respectievelijk een ten opzichte van de hoek gedefinieerde buitenwand 16 en binnenwand 17 die bedoeld zijn om te worden gevat tussen de wanden 4 en 5 van het profiel 2 en twee zijwanden 18 en 19 waarvan de zijwand 19 voorzien is van een kraag 20 die ten opzichte van de buiten- 16 en binnenwand 17 over een zekere lengte uitsteekt en die bedoeld is om te worden ingeklemd tussen de wanden 6 en 7 van de T-vormige kamer 3.

i

In het voorbeeld is de voornoemde kraag 20 aan de zijde van het voornoemde lichaam 15 voorzien van afstandshouders die kunnen samenwerken met de verbindingswanden 10,11.

Het insteekhoekstuk 12 is van middelen voorzien waarmee het insteekhoekstuk 12 zich met de voornoemde insteekgedeelten 13,14 automatisch bij het inbrengen in het profiel 2 vastklemt in dit profiel 2 van het schrijnwerk.

Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding kunnen deze middelen uit verschillende materialen vervaardigd zijn, waaronder een zinklegering , zoals bijvoorbeeld Zamak®, of kunststof, één en ander zodanig dat het insteekhoekstuk 12 samen met deze middelen kan worden gegoten of geïnjecteerd.

De voornoemde middelen kunnen een verend element 21 omvatten dat op het uiteinde van een insteekgedeelte 13,14 is voorzien, meer speciaal op het uiteinde van het L-vormig lichaam 15, waarbij dit verend element 21 al dan niet in het insteekhoekstuk 12 kan zijn geïntegreerd.

In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de . beide insteekgedeelten 13,14 voorzien van een verend element 21 en wordt elk verend element 21 gevormd door minstens één elastisch veerkrachtig been 22 op het kopse uiteinde van een insteekgedeelte 13,14, waarbij elk been 22 zich hoofdzakelijk uitstrekt in de lengterichting van het insteekgedeelte 13,14 en ten opzichte van de voornoemde buiten- of binnenwand 16,17 uitsteekt.

Het been 22 is bij voorkeur onder een hoek ten opzichte van de lengterichting van het insteekgedeelte 13,14 ingeplant en is verder aan zijn vrije uiteinde over een kleine hoek in de richting van de middellijn van het insteekgedeelte 13,14 omgebogen.

in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het kopse uiteinde van minstens twee benen 22 voorzien, die zich volgens twee verschillende richtingen uitstrekken, respectievelijk volgens een eerste richting evenwijdig met de binnen- en buitenwand 16,17 en volgens een tweede richting evenwijdig met de zijwanden 18,19, waardoor het betreffende insteekgedeelte 13,14 zich in twee verschillende richtingen kan vastklemmen.

De werkwijze voor het realiseren van een hoekverbinding 1 met behulp van een insteekhoekstuk 12 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.

Het insteekhoekstuk 12 wordt met een insteekgedeelte 13,14 in een kamer 3 van een profiel 2 gebracht waarbij het insteekgedeelte 13,14 in de lengterichting van het profiel 2 wordt geschoven.

Bij het inbrengen van het insteekhoekstuk 12 zorgt men ervoor dat de kraag 20 zich tussen de wanden 6 en 7 van de kamer 3 uitstrekt.

Het verend element 21 dat evenwijdig is aan de buitenwand van het L-vormig lichaam 15, zal daarbij door de wand 4 van de kamer 3 naar binnen worden gedrukt zodat het insteekhoekstuk 12 in het profiel 2 vastklemt.

Het verend element 21 dat evenwijdig is aan de zijwand 18 zal daarbij eveneens naar binnen gedrukt worden door de wand 8 van de kamer 3, zoals in figuur 5 is weergegeven.

;

Doordat de verende elementen 21 door wanden van de kamer 3 van het profiel 2 naar binnen worden gedrukt, zal het insteekhoekstuk 12 zich inklemmen in het profiel 2 en bekomt men een verbinding tussen het profiel 2 en het insteekhoekstuk 12.

Bij de definitieve montage kan het insteekhoekstuk 12 door lijmen of schroeven of door een combinatie van beide methoden worden gemonteerd.

Het is volgens de uitvinding niet uitgesloten een verend element te integreren in het insteekhoekstuk.

Het is volgens de uitvinding ook mogelijk het insteekhoekstuk T-vormig uit te voeren door het lichaam van drie insteekgedeelten te voorzien ten einde een T-verbinding tussen de profielen te realiseren.

Het is volgens de uitvinding niet uitgesloten het lichaam van het insteekhoekstuk in een andere vorm uit te voeren, één en ander zodanig dat verbindingen tussen profielen onder een willekeurige hoek kunnen worden gerealiseerd.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een hoekverbinding of T-verbinding volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (11)

1. Hoekverbinding of T-verbinding (1), meer speciaal een verbinding voor het schrijnwerk van een deur, een raam of dergelijke, dat vervaardigd is uit holle profielen (2), waarbij deze hoekverbinding (1) een insteekhoekstuk (12) bezit met zich onder een hoek uitstrekkende insteekgedeelten (13,14) die zich in de respectievelijke uiteinden van de te verbinden profielen (2) uitstrekken, daardoor gekenmerkt dat het insteekhoekstuk (12) voorzien is van middelen waarmee het insteekhoekstuk (12) zich met de voornoemde insteekgedeelten (13,14) automatisch bij het inbrengen in de voornoemde profielen (2) vastklemt in het betreffende profiel (2).

2. Hoekverbinding of T-verbinding (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen bestaan uit minstens één verend element (21) dat op het insteekhoekstuk (12) is voorzien.

3. Hoekverbinding of T-verbinding (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat elk uiteinde van het insteekhoekstuk (12) van een verend element (21) is voorzien.

4. Hoekverbinding of T-verbinding (1) volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het verend element (21) is vervaardigd uit een zinklegering (Zamak®) of een kunststof materiaal.

5. Hoekverbinding of T-verbinding (1) volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het verend element (21) in het insteekhoekstuk (12) is geïntegreerd.

6. Hoekverbinding of T-verbinding (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het insteekhoekstuk (12) gegoten of geïnjecteerd is met de voornoemde middelen.

7. Hoekverbinding of T-verbinding (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het insteekhoekstuk (12) bedoeld is om samen te werken met een zich in de lengterichting uitstrekkende kamer (3) in de profielen (2) waarbij de omtrek van de dwarsdoorsnede van de insteekgedeelten (13,14) hoofdzakelijk overeenstemt met de omtrek van de dwarsdoorsnede van de voornoemde kamer (3) .

8. Hoekverbinding of T-verbinding (1) volgens één van de conclusies 2 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd verend element (21) wordt gevormd door minstens één elastisch veerkrachtig been (22) dat op een insteekgedeelte (13.14) is voorzien en dat zich in hoofdzaak uitstrekt in de lengterichting van dit insteekgedeelte (13,14) en dat ten opzichte van een buiten- of binnenwand (16,17) van het insteekgedeelte (13,14) uitsteekt.

9. Hoekverbinding of T-verbinding volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het elastisch been (22) ten opzichte van de lengterichting van dit insteekgedeelte (13.14) schuin is ingeplant op het voornoemde kopse uiteinde en dat het vrije uiteinde van dit been (22) over een kleine hoek naar de middellijn van het insteekgedeelte (13,14) is omgebogen.

10. Hoekverbinding of T-verbinding (1) volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde kopse uiteinde voorzien is van minstens twee benen (22) die zich uitstrekken volgens twee verschillende richtingen, één en ander zodanig dat het betreffende insteekgedeelte (13,14) zich in minstens twee richtingen vastklemt.

11. Insteekhoekstuk (12) voor toepassing in een hoekverbinding of T-verbinding (1) volgens één van de voorgaande conclusies.