BE1017988A3

BE1017988A3 - Weaving machine for weaving pile fabrics, has one or more spacers that extend between pile warp yarns, where each spacer includes fork with two legs, and height of legs corresponds to height of pile

Info

Publication number: BE1017988A3
Application number: BE2008/0072A
Authority: BE
Inventors: Johny Debaes
Original assignee: Wiele Michel Van De Nv
Priority date: 2008-02-08
Filing date: 2008-02-08
Publication date: 2010-03-02

Abstract

The machine has one or more spacers that extend between pile warp yarns. Each spacer includes an end portion with a longitudinally extending recess, and a fork with two legs, where height of the legs corresponds to the height of a pile such that constant pile height is realized between two formed pile fabrics.

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET WEVEN VAN POOLWEEFSELS MET LUSSENPOOL EN GESNEDEN POOLMETHOD AND APPARATUS FOR WEAVING POOL WOVEN WITH LOOP POOL AND CUT POOL

Deze uitvinding betreft enerzijds een weefmachine voor het weven van poolweefsels met zones waarin zowel gesneden pool als lussenpool voorkomen, bestaande uit inslaggarens, grondkettinggarens en poolkettinggarens, omvattende één of meerdere afstandshouders die zich uitstrekken tussen de poolkettinggarens, waarbij de genoemde afstandshouder aan zijn ene uiteinde voorzien is om ingebouwd te worden in één of meerdere houders en zich aan zijn andere uiteinde met een eindgedeelte uitstrekt tussen een bovenste en een onderste snijdlineaal van de weefmachine. Anderzijds betreft deze uitvinding een afstandshouder voor een dergelijke weefmachine.This invention relates on the one hand to a weaving machine for weaving pile fabrics with zones in which both cut pile and loop pile occur, consisting of weft yarns, base warp yarns and pile warp yarns, comprising one or more spacers extending between the pile warp yarns, said spacer providing at its one end is to be incorporated into one or more holders and extends at its other end with an end portion between an upper and a lower cutting line of the weaving machine. On the other hand, this invention relates to a spacer for such a weaving machine.

Deze uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het weven van pöolweefsels met zones waarin zowel gesneden pool als lussenpool voorkomen bestaande uit inslaggarens, grondkettinggarens en poolkettinggarens m.b.v een dergelijke weefmachine.This invention further relates to a method for weaving pole fabrics with zones in which both cut pile and loop pile occur consisting of weft yarns, base warp yarns and pile warp yarns by means of such a weaving machine.

In EP 1 347 087 wordt beschreven hoe weefsels kunnen vervaardigd worden met zowel lussenpool als gesneden pool, door het inzetten van bovenste en onderste afstandshouders waarvan de onderlinge verticale afstand tussen de twee types afstandshouders varieert over hun langsrichting. Hierbij wordt de afstand ter hoogte van het boven- en onderlineaal zo gekozen dat de afstand van de zijde van de afstandshouder waarop de lusseninslagen gelegd worden tot het grondweefsel overeenstemmen met de gewenste lussenhoogte, terwijl de afstand tussen de afstandshouders ter hoogte van de inslaginbrengzonë voldoende groot is dat het middelste inslaginbrengmiddel van een driegrijperweefmachine er doorheen kan bewegen, terwijl de buitenste inslaginbrengmiddelen elk aan een zijde buiten de beide afstandshouders bewegen.In EP 1 347 087 it is described how fabrics can be manufactured with both loop pile and cut pile, by inserting upper and lower spacers whose vertical distance between the two types of spacers varies along their longitudinal direction. Here, the distance at the height of the upper and lower rulers is chosen such that the distance from the side of the spacer on which the loop wefts are laid to the ground fabric corresponds to the desired loop height, while the distance between the spacers at the height of the weft insertion zone is sufficiently large is that the middle weft insertion means of a three-prong weaving machine can move through it, while the outer weft insertion means each move on one side outside the two spacers.

Deze oplossing laat toe om met elke afstandshouder de lussenhoogte te bepalen in één van de weefsels. Bij deze werkwijze vervullen de afstandshouders niet de functie van het op afstand houden van dë basisweefsels in het sandwichweefsel (het ongesneden geheel van de twee gelijktijdig geweven weefsels) voor het borgen van een constante poolhoogte, zoals gekend uit de stand van de techniek en zoals o.a beschreven in EP 536551. Zónder het inzetten van afstandshouders die deze functie realiseren dient de poolhoogte, of met andere woorden de hoogte van het sandwichweefsel, geborgd te worden door het samenspel van de spanning op de grondkettinggarens en de spanning op de poolkettinggarens. Men kan stellen dat voor het weven zonder afstandshouders de spanning op de grondkettinggarens, in het bijzonder de spanning op de spankettinggarens, hoger dient gekozen te worden en de spanning op de poolkettinggarens eerder lager.This solution makes it possible to determine the loop height in one of the fabrics with each spacer. In this method, the spacers do not fulfill the function of keeping the base fabrics in the sandwich fabric (the uncut whole of the two simultaneously woven fabrics) at a distance to ensure a constant pile height, as known from the prior art and as, inter alia, described in EP 536551. Without the use of spacers that realize this function, the pile height, or in other words the height of the sandwich fabric, must be guaranteed by the interplay of the tension on the ground warp yarns and the tension on the pile warp yarns. It can be stated that for weaving without spacers, the tension on the warp yarns, in particular the tension on the tension warp yarns, should be chosen higher and the stress on the pile warp yarns rather lower.

Hogere spanning op de spankettinggarens vergt een hogere en duurdere kwaliteit aan spankettinggarens en verhoogt het risico van kettinggarenbreuk. Lagere spanning op de poolkettinggarens kan leiden tot een tapijtrug die minder mooi oogt en tot een zwakkere poolinbinding. Het weven zonder afstandshouders die de hoogte van het sandwichweefsel borgen beperken uiteindelijk de totale hoogte van het sandwichweefsel die in praktijk realiseerbaar is. Deze beperking is afhankelijk van de dichtheid van het weefsel, maar hoogtes van sandwichweefsels van meer dan 60 mm. zijn nog moeilijk te realiseren en van meer dan 80 mm. zijn nagenoeg niet nieer realiseerbaar zonder afstandshouders met borging van de hoogte.Higher tension on the tension warp yarns requires a higher and more expensive quality of warp warp yarns and increases the risk of warp yarn breakage. Lower tension on the pile warp yarns can lead to a carpet back that looks less attractive and to a weaker pile binding. Weaving without spacers securing the height of the sandwich fabric ultimately limits the total height of the sandwich fabric that can be realized in practice. This limitation depends on the density of the fabric, but heights of sandwich fabrics of more than 60 mm. are still difficult to realize and of more than 80 mm. are practically impossible to achieve without spacers with height assurance.

Het zou dus een wezenlijk voordeel betekenen om ook bij het weven van weefsels met gesneden pool in combinatie met lussenpool, de poolhoogte te kunnen borgen met de afstandshouders (ook wel lancetten genoemd).It would therefore be a substantial advantage to also be able to secure the pile height with the spacers (also known as lancets) when weaving fabrics with a cut pile in combination with a loop pile.

Daarom heeft deze uitvinding tot doel om te voorzien in een weefmachine en een werkwijze om op een dubbelstukweefmachine met drie of meer inslaginbrengniveaus, afstandshouders te voorzien die bij het weven van weefsels met zones met zowel gesneden pool als lussenpool, zowel de lushoogte als de afstand van beide grondweefsels in het sandwichweefsel borgen.Therefore, it is an object of this invention to provide a weaving machine and a method for providing, on a double-piece weaving machine with three or more weft insertion levels, spacers which, when weaving fabrics with zones with both cut pile and loop pile, both the loop height and the distance of secure both base fabrics in the sandwich fabric.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een weefmachine voor het weven van poolweefsels met zones waarin zowel gesneden pool lussenpool voorkomen, bestaande uit inslaggarens, grondkettinggarens en poolkettinggarens, omvattende één of meerdere afstandshouders, waarbij de genoemde afstandshouder aan zijn ene uiteinde voorzien is om ingebouwd te worden in één of meerdere houders en zich aan zijn andere uiteinde met een eindgedeelte uitstrekt tussen een bovenste en een onderste snijdlineaal van de weefmachine, waarbij het genoemde eindgedeelte een zich in langsrichting uitstrekkende uitsparing omvat waardoor een vork met twee benen gevormd wordt, waarbij de overmeten hoogte van de benen overeenstemt met de poolhoogte tussen de te vormen poolweefsels en waarbij de hoogte van elk been overeenstemt met de te realiseren poollushoogte in het betreffende poolweefsel zodat met de genoemde afstandshouder zowel een constante poolhoogte gerealiseerd wordt tussen twee gevormde poolweefsels, als de poollushoogte bepaald wordt in de zones van de poolweefsels die lussenpool omvatten.The object of the invention is achieved by providing a weaving machine for weaving pile fabrics with zones in which both cut pile loop pile exist, consisting of weft yarns, base warp yarns and pile warp yarns, comprising one or more spacers, said spacer provided at one end is to be incorporated into one or more containers and extends at its other end with an end portion between an upper and a lower cutting line of the weaving machine, said end portion comprising a longitudinally extending recess forming a fork with two legs wherein the measured height of the legs corresponds to the pile height between the pile fabrics to be formed and wherein the height of each leg corresponds to the pile loop height to be realized in the respective pile fabric so that with said spacer a constant pile height is achieved between two formed the pile fabrics, if the pile loop height is determined in the areas of the pile fabrics that comprise loop pile.

Met hoogte van de afstandshouder wordt bedoeld de dimensie van de afstandshouder die wanneer deze ingebouwd is in de weefmachine loodrecht staat op het vlak gevormd door het weefsel.By height of the spacer is meant the dimension of the spacer that when it is built into the weaving machine is perpendicular to the plane formed by the fabric.

Op deze wijze wordt het gestelde probleem opgelost en kan men m.b.v de afstandshouder zowel de poolhoogte tussen de te vormen poolweefsels van het sandwichweefsel, als de poollushoogte binnen één of beide weefsels borgen.In this way the stated problem is solved and with the aid of the spacer both the pile height between the pile fabrics to be formed of the sandwich fabric and the pile loop height can be secured within one or both fabrics.

Met een dergelijke weefmachine kan het weeffendement toenemen, kan de kwaliteit van de weefsels toenemen en kunnen tapijten gerealiseerd worden met de combinatie van gesneden pool en lussenpool die als sandwichweefsel meer dan 60 mm. en meer dan 80 mm. bedragen.With such a weaving machine the weaving efficiency can increase, the quality of the fabrics can increase and carpets can be realized with the combination of cut pile and loop pile which as sandwich fabric exceeds 60 mm. and more than 80 mm. amounts.

In een voorkeursuitvoering van de weefmachine volgens de uitvinding strekt de zich in langsrichting uitstrekkende uitsparing in het eindgedeelte zich uit vanaf ter hoogte van het bovenste en onderste snijdlineaal die voorzien zijn voor het ondersteunen van de poolweefsels tot voorbij de inslaginbrengzones waar doorheen inslaginbrengmiddelen bewegen die voorzien zijn voor het inbrengen van de inslaggarens doorheen de gaap.In a preferred embodiment of the weaving machine according to the invention, the longitudinally extending recess in the end portion extends from the height of the upper and lower cutting lines that are provided for supporting the pile fabrics beyond the weft insertion zones through which weft insertion means are provided for introducing the weft yarns through the shed.

In een meer voorkeurdragende uitvoering van de weefmachine volgens de uitvinding is de weefmachine voorzien van een weefriet, en strekt de uitsparing zich in langsrichting uit tot voorbij het bereik van het weefriet. Dit beperkt het risico dat gedurende het weefproces, na het aanslaan van de ingebrachte inslaggarens tegen de weefselrand, het weefriet, bij zijn beweging naar zijn achterste positie, poolkettinggarens klemt tussen een riettand en een afstandshouder en het poolkettinggaren hierdoor beschadigd wordt of breekt. Hiermee vermijdt men een mindere kwaliteit van het weefsel of een stilstand van de weefmachine.In a more preferred embodiment of the weaving machine according to the invention, the weaving machine is provided with a weave, and the recess extends longitudinally beyond the range of the weave. This limits the risk that during the weaving process, after the inserted weft yarns are struck against the fabric edge, the weave cane, when moving to its posterior position, pile warp yarns between a reed tooth and a spacer and the pile warp yarn is damaged or broken as a result. This avoids a lesser quality of the fabric or a standstill of the weaving machine.

Volgens een bijzonder voordelige uitvoering van de weefmachine volgens de uitvinding omvat de genoemde weefmachine minstens drie inslaginbrengmiddelen, elk op een verschillend inslaginbrengniveau, waarbij de middelste inslaginbrengmiddelen voorzien zijn om zich doorheen de uitsparing te bewegen. De inslaggarens ingebracht door de middelste inslaginbrengmiddelen worden op deze wijze tussen de twee benen van de vork vooraan de afstandshouder ingebracht en dienen als basis om de poolkettinggarens die zich omheen deze inslaggarens leggen, lussen te laten vormen met een lushoogte die overeenstemt met de hoogte van het respectievelijke been van de vork (boven of onder). De beschrijving middelste inslaginbrengmiddelen is vanuit beschouwing voor weefmachines met drie of meer inslaginbrengmiddelen. In de praktijk zal de uitvinding hoofdzakelijk betrekking hebben op driegrijperweefmachines, waarbij dus één inslaginbrengmiddel zich doorheen de uitsparing tussen de benen van de vork zal bewegen.According to a particularly advantageous embodiment of the weaving machine according to the invention, the said weaving machine comprises at least three weft insertion means, each at a different weft insertion level, wherein the middle weft insertion means are provided for moving through the recess. The weft yarns introduced by the middle weft inserting means are inserted in this way between the two legs of the fork at the front of the spacer and serve as a basis for the pile warp yarns that wrap around these weft yarns to form loops with a loop height corresponding to the height of the weft respective fork leg (top or bottom). The description middle weft insertion means is considered for weaving machines with three or more weft insertion means. In practice, the invention will mainly relate to three-speed weaving machines, whereby one weft insertion means will move through the recess between the legs of the fork.

Bij een meer voordelige uitvoering van de weefmachine volgens de uitvinding omvat het uiteinde van de minstens één afstandshouder dat voorzien is om ingebouwd te worden in één of meerdere houders, minstens twee benen, waarbij elk been door een verschillend houderelement in zijn gebruikspositie wordt gehouden. Dergelijke opname geeft een grotere stabiliteit aan de afstandshouder. De houderelementen zijn bij voorkeur boven elkaar geplaatst.In a more advantageous embodiment of the weaving machine according to the invention, the end of the at least one spacer which is provided for being built into one or more holders comprises at least two legs, each leg being held in its position of use by a different holder element. Such a recording gives greater stability to the spacer. The holder elements are preferably placed one above the other.

Volgens een bijzondere uitvoering van de weefmachine heeft de afstandshouder een dikte van minimaal 0.5 mm. Meer in het bijzonder heeft de afstandshouder een dikte van minimaal 0.6 mm en meest in het bijzonder heeft de afstandshouder een dikte van minimaal 0.8 mm. Met dikte wordt binnen het kader van deze uitvinding bedoeld: de dimensie van de afstandshouder in inslagrichting wanneer deze in de weefmachine is opgenomen. Bij dergelijke dikte heeft de afstandshouder een stijfheid die goed kan weerstaan aan de krachten ten gevolge van de kettinggarens, in het bijzonder de poolkettinggarens.According to a special embodiment of the weaving machine, the spacer has a thickness of at least 0.5 mm. More in particular, the spacer has a thickness of at least 0.6 mm and most particularly, the spacer has a thickness of at least 0.8 mm. Within the scope of this invention, thickness means the dimension of the spacer in the weft direction when it is included in the weaving machine. At such a thickness, the spacer has a rigidity that can withstand the forces due to the warp yarns, in particular the pile warp yarns.

Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de weefmachine volgens de uitvinding is de weefmachine voorzien van een weeffiet met riettanden, waarbij in elke riettand een afstandshouder voorzien is.In a preferred embodiment of the weaving machine according to the invention, the weaving machine is provided with a weaving cycle with reed teeth, wherein a spacer is provided in each reed tooth.

Bij een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de weefmachine volgens de uitvinding is de weefmachine voorzien van een weefriet met riettanden, waarbij er zich alternerend doorheen een aantal riettanden wel een afstandshouder uitstrekt en doorheen een aantal naastliggende riettanden geen afstandshouder uitstrekt.In another preferred embodiment of the weaving machine according to the invention, the weaving machine is provided with a reed with reed teeth, wherein a spacer extends through a number of reed teeth and a spacer does not extend through a number of adjacent reed teeth.

De weefmachine is bij voorkeur een dubbelstukweefmachine.The weaving machine is preferably a double-piece weaving machine.

Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een afstandshouder voor een weefmachine dewelke voorzien is voor het weven van twee boven elkaar voorziene poolweefsels met zones waarin zowel gesneden pool als lussenpool voorkomen, waarbij de genoemde afstandshouder aan zijn ene uiteinde voorzien is om ingebouwd te worden in één of meerdere houders, en aan zijn andere uiteinde een eindgedeelte omvat, waarbij het genoemde eindgedeelte een zich in langsrichting uitstrekkende uitsparing omvat waardoor een vork met twee benen gevormd wordt, waarbij de overmeten hoogte van de benen overeenstemt met de poolhoogte tussen de te vormen poolweefsels en waarbij de hoogte van elk been overeenstemt met de te realiseren poollushoogte in het betreffende poolweefsel.Another subject of this invention relates to a spacer for a weaving machine which is provided for weaving two pile fabrics provided one above the other with zones in which both cut pile and loop pile occur, said spacer being provided at its one end to be built into one or a plurality of holders, and at its other end comprises an end portion, said end portion comprising a longitudinally extending recess through which a fork with two legs is formed, the measured height of the legs corresponding to the pile height between the pile fabrics to be formed and wherein the height of each leg corresponds to the pile loop height to be realized in the respective pile fabric.

Verder heeft deze uitvinding betrekking op een werkwijze voor het weven van poolweefsels met zones waarin zowel gesneden pool als lussenpool voorkomen bestaande uit inslaggarens, grondkettinggarens en poolkettinggarens m.b.v een weefmachine zoals hierboven omschreven en die minstens drie inslaginbrengmiddelen omvat die elk op een verschillend inslaginbrengniveau inslaggarens inbrengen doorheen de gaap, waarbij de inslaggarens ingebracht door de middelste inslaginbrengmiddelen worden ingebracht doorheen de zich in langsrichting uitstrekkende uitsparing in het eindgedeelte van de afstandshouder door de poolkettinggarens die zich omheen deze inslaggarens leggen tegen één van de benen van de vork aangedrukt wordt om lussen te vormen met een lushoogte die overeenstemt met de hoogte van het respectievelijke been, terwijl de inslaggarens ingebracht door de twee buitenste inslaginbrengmiddelen elk deel uitmaken van één van beide grondweefsels en door de gesneden pool vormende poolkettinggarens tegen de buitenzijde van de afstandshouder aangedrukt worden en hierbij een poolhoogte vormen voor beide weefsels samen gelijk aan de overmeten hoogte van de benen van de vork. Op deze wijze wordt het gestelde probleem opgelost en kan men volgens deze werkwijze zowel de poolhoogte tussen de te vormen poolweefsels (het sandwichweefsel), als de poollushoogte binnen één of beide weefsels borgen, waardoor kan geweven worden met een hoger rendement, met minder dure spankettinggarens en waarbij een betere weefselkwaliteit kan bekomen worden en waarbij ook hogere poolhoogtes voor de gesneden pool kunnen gerealiseerd worden dan mogelijk volgens de stand van de techniek.Furthermore, this invention relates to a method for weaving pile fabrics with zones in which both cut pile and loop pile occur consisting of weft yarns, base warp yarns and pile warp yarns using a weaving machine as described above and which comprises at least three weft insertion means each inserting weft yarns through it at a different weft insertion level the shed, wherein the weft yarns introduced by the middle weft insertion means are inserted through the longitudinally extending recess in the end portion of the spacer by the pile warp yarns that surround around these weft yarns are pressed against one of the legs of the fork to form loops with a loop height corresponding to the height of the respective leg, while the weft yarns introduced by the two outer weft inserting means each form part of one of both ground fabrics and pile warp forming through the cut pile are pressed against the outside of the spacer and form a pile height for both tissues together equal to the measured height of the legs of the fork. In this way the problem posed is solved and according to this method both the pile height between the pile fabrics to be formed (the sandwich fabric) and the pile loop height can be secured within one or both fabrics, whereby it is possible to weave with a higher yield with less expensive tension warp yarns. and wherein a better fabric quality can be obtained and wherein also higher pile heights for the cut pile can be realized than is possible according to the prior art.

In de hierna volgende gedetailleerde beschrijving worden de voomoemde kenmerken en voordelen van een weefmachine, de afstandshouder en een werkwijze voor het weven van weefsels volgens de uitvinding verder verduidelijkt. De bedoeling van deze beschrijving is enkel de algemene principes van deze uitvinding te verduidelijken, zodat niets in deze beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.In the following detailed description, the aforementioned characteristics and advantages of a weaving machine, the spacer and a method for weaving fabrics according to the invention are further clarified. The purpose of this description is only to clarify the general principles of this invention, so that nothing in this description can be interpreted as a limitation of the scope of the invention or of the patent rights claimed in the claims.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hier bijgevoegde figuren 1 tot en met 3, waarbij: - figuur 1 een gedeeltelijk zijaanzicht is van een eerste uitvoeringsvorm van de afstandshouder volgens de uitvinding voorzien op een weefmachine; - figuur 2 een gedeeltelijk zijaanzicht is van een tweede uitvoeringsvorm van de afstandshouder volgens de uitvinding voorzien op een weefinachine; - figuur 3 een zijaanzicht is van de eerste uitvoeringsvorm van de afstandshouder volgens de uitvinding.In this description reference is made by reference numerals to figures 1 to 3 appended here, wherein: figure 1 is a partial side view of a first embodiment of the spacer according to the invention provided on a weaving machine; figure 2 is a partial side view of a second embodiment of the spacer according to the invention provided on a weaving machine; figure 3 is a side view of the first embodiment of the spacer according to the invention.

In een weefinachine voor het weven van poolweefsels bestaande uit inslaggarens, grondkettinggarens en poolkettinggarens, bijvoorbeeld een dubbelstukweefmachine (waarvan in de bij gevoegde figuren 1 en 2, enkel het boven- en onderlineaal, het weefriet en de inslaginbrengniveau’s worden voorgesteld), worden de kettinggarens toegevoerd vanaf de achterzijde van de weefmachine. De kettinggarens worden daarbij door de gaapvormingselementen in de vereiste positie gebracht om de gaap te realiseren die nodig is voor het vormen van het gewenst patroon voor het grond- en poolweefsel. De grondkettinggarens strekken zich dus uit doorheen één of meerdere gaapvormingsinrichtingen die voorzien zijn van één of meerdere op en neer bewegende weeframen die een set hevels bevatten, verdeeld over de breedte van de weefmachine. Door middel van deze hevels worden in de gaap de grondkettingarens, i.e. de bind- en spankettinggarens, voor het vormen van het grondweefsel voor het boven- en het onderweefsel, in hun vereiste positie volgens de gewenste binding gebracht. Elke hevel is voorzien van een heveloog waardoorheen een grondkettinggaren wordt geleid. De grondkettinggarens worden toegevoerd vanaf één of meerdere grondkettingbomen over scheidingsbaren die de grondkettinggarens verdelen voor het boven- en onderweefsel.In a weaving machine for weaving pile fabrics consisting of weft yarns, base warp yarns and pile warp yarns, for example a double-piece weaving machine (of which only the upper and lower rulers, the weaving cane and the weft insertion levels are represented in the attached figures 1 and 2), the warp yarns are supplied from the rear of the weaving machine. The warp yarns are thereby brought into the required position by the shed-forming elements in order to realize the shed necessary for forming the desired pattern for the ground and pile fabric. The soil warp yarns thus extend through one or more shed-forming devices which are provided with one or more up and down moving weaving frames comprising a set of levers, distributed over the width of the weaving machine. By means of these siphons, the soil warp yarns, i.e. the binding and tension warp yarns, are brought into their required position according to the desired binding in the shed, for the purpose of forming the soil tissue for the upper and lower tissue. Each siphon is provided with a siphon eye through which a ground warp yarn is guided. The soil warp yarns are supplied from one or more soil warp trees over separation bars that divide the soil warp yarns for the upper and lower tissue.

De aanvoerzone van poolkettinggarens strekt zich uit tussen een garenvoorraad en de hevels aangestuurd door een verdere gaapvormingsinrichting, doorgaans een jacquardinrichting.The supply zone of pile warp yarns extends between a yarn supply and the siphons controlled by a further shed-forming device, usually a jacquard device.

In de weefmachine zijn verder één of meerdere afstandshouders (1) (ook wel lancetten genoemd) voorzien, die zich uitstrekken tussen de poolkettinggarens. Deze afstandshouders (1) zijn voorzien om hetzij een constante poolhoogte te realiseren tussen twee gevormde poolweefsels, hetzij om de poollushoogte te bepalen in één of meerdere poolweefsels die lussenpool (7) omvatten. De afstandshouders worden geklemd in één of meerdere houders. Deze houders zijn opgesteld tussen de garenvoorraad en de één of meerdere gaapvormingsinrichtingen. De afstandshouder (1) is aan zijn ene uiteinde voorzien om ingebouwd (geklemd) te worden in één of meerdere houders en omvat verder aan zijn andere uiteinde een eindgedeelte (8) dat, wanneer de afstandshouder ingebouwd is in de weefmachine, zich uitstrekt tussen een bovenste (2) en een onderste (3) snijdlineaal van de weefmachine.Furthermore, one or more spacers (1) (also referred to as lancets) are provided in the weaving machine, which extend between the pile warp yarns. These spacers (1) are provided to either realize a constant pile height between two pile fabrics formed, or to determine the pile loop height in one or more pile fabrics comprising loop pile (7). The spacers are clamped in one or more holders. These holders are arranged between the yarn supply and the one or more shed-forming devices. The spacer (1) is provided at its one end to be built-in (clamped) into one or more holders and further comprises at its other end an end portion (8) which, when the spacer is built into the weaving machine, extends between a upper (2) and lower (3) cutting lines of the weaving machine.

Met de tot op heden gekende weefinachines is het niet mogelijk weefsels te weven met gesneden pool (6) in combinatie met lussenpool (7), waarbij de poolhoogte geborgd kan worden met de afstandshouders (1).It is not possible to weave fabrics with cut pile (6) in combination with loop pile (7) with the weaving machines known to date, whereby the pile height can be secured with the spacers (1).

Om dit mogelijk te maken, worden in een weefmachine voor het weven van poolweefsels met zones waarin zowel gesneden pool (6) als lussenpool (7) voorkomen, afstandshouders (1) voorzien waarvan het eindgedeelte (8) een zich in langsrichting uitstrekkende uitsparing omvat waardoor een vork met twee benen (9a en 9b) gevormd wordt. Bij deze afstandshouder (1) stemt de overmeten hoogte (Hl) van de benen (9a;9b) overeen met de hoogte van het sandwichweefsel die men beoogt te bekomen of anders gezegd met de poolhoogte tussen de te vormen poolweefsels. Elk been (9a en 9b) heeft verder een hoogte (H2) die overeenstemt met de lussenhoogte die men bekomen wil in het weefsel. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de lussenhoogte in beide weefsels kan verschillen wanneer de hoogte (H2) van beide benen (9a en 9b) van de vork verschilt.To make this possible, in a weaving machine for weaving pile fabrics with zones in which both cut pile (6) and loop pile (7) occur, spacers (1) are provided whose end portion (8) comprises a longitudinally extending recess through which a fork with two legs (9a and 9b) is formed. With this spacer (1), the measured height (H1) of the legs (9a; 9b) corresponds to the height of the sandwich fabric that is intended to be obtained or, in other words, to the pile height between the pile fabrics to be formed. Each leg (9a and 9b) further has a height (H2) that corresponds to the loop height that one wants to achieve in the fabric. It should be noted here that the loop height in both fabrics may differ if the height (H2) of both legs (9a and 9b) of the fork is different.

Bij het weven van poolweefsels met zones waarin zowel gesneden pool (6) als lussenpool (7) voorkomen bestaande uit inslaggarens, grondkettinggarens en poolkettinggarens m.b.v een weefmachine volgens deze uitvinding en die drie inslaginbrengmiddelen (4, 5) omvat die elk inslaggarens inbrengen op een verschillend inslaginbrengniveau, zullen de inslaggarens ingebracht door het middelste inslaginbrengmiddel, worden ingebracht doorheen de uitsparing voorzien in het eindgedeelte (8) van de afstandshouder (1). Dergelijk ingebrachte inslaggarens dienen als basis om de poolkettinggarens die zich omheen deze inslaggarens leggen lussen te laten vormen met een lushoogte die overeenstemt met de hoogte van het respectievelijke been. Met de buitenste inslaginbrengmiddelen op inslaginbrengniveau’s die zich in hoogterichting aan weerszijden buiten de afstandshouder bevinden worden inslaggarens ingebracht die elk van de grondweefsels vormen en zullen deze inslaggarens, wanneer ze worden afgebonden door poolkettinggarens die gesneden pool vormen tegen de buitenzijde van de benen van de afstandshouder aangedrukt worden. Zo komen de beide grondweefsels op een afstand gelijk aan de overmeten hoogte (Hl) van de afstandshouder op zijn uiteinde in vorkvorm. Op deze wijze kan men zowel de poolhoogte tussen de te vormen poolweefsels (het sandwichweefsel), als de poollushoogte binnen één of beide weefsels borgen.When weaving pile fabrics with zones in which both cut pile (6) and loop pile (7) occur consisting of weft yarns, base warp yarns and pile warp yarns using a weaving machine according to the present invention and comprising three weft inserting means (4, 5) each inserting weft yarns at a different weft insertion level, the weft yarns introduced by the middle weft insertion means will be introduced through the recess provided in the end portion (8) of the spacer (1). Such inserted weft yarns serve as a basis for letting the pile warp yarns that wrap around these weft yarns form loops with a loop height corresponding to the height of the respective leg. With the outer weft insertion means at weft insertion levels that are located in elevation on either side outside the spacer, weft yarns are formed which form each of the base fabrics and these weft yarns, when bound by pile warp yarns forming a cut pile, will be pressed against the outside of the legs of the spacer to become. In this way both ground fabrics come at a distance equal to the measured height (H1) of the spacer on its end in fork shape. In this way, both the pile height between the pile fabrics to be formed (the sandwich fabric) and the pile loop height can be secured within one or both fabrics.

De weefmachine overeenkomstig deze uitvinding laat toe om tijdens het weven overeenkomstig de werkwijze volgens deze uitvinding, de inslaggarens ingebracht door de uiterste (buitenste) inslaginbrengmiddelen (5) (boven en onder) elk in hun grondweefsel in te brengen en op afstand te houden over de over de overmeten hoogte (Hl) van de benen (9a;9b) van het eindgedeelte (8) van de afstandshouder (1).The weaving machine according to the present invention allows, during the weaving according to the method according to the present invention, the weft yarns introduced by the extreme (outer) weft inserting means (5) (above and below) each to be introduced into their ground fabric and kept at a distance over the over the measured height (H1) of the legs (9a; 9b) of the end portion (8) of the spacer (1).

Het eindgedeelte (8) strekt zich uit vanaf ter hoogte van het bovenste (2) en onderste (3) snijdlineaal, die voorzien zijn voor het ondersteunen van de poolweefsels, tot voorbij de inslaginbrengzones waar doorheen inslaginbrengmiddelen (4, 5) bewegen die voorzien zijn voor het inbrengen van de inslaggarens. Bij voorkeur strekt de uitparing in de afstandshouder (1) zich in langsrichting naar achter uit tot achter de achterste positie (voorgesteld met referentiecijfer 10’) van het weefriet (10). Dit beperkt het risico dat, na het aanslaan van de ingebrachte inslaggarens tegen de weefselrand, het weefriet (10), bij zijn beweging naar zijn achterste positie (10’), poolkettinggarens klemt tussen een riettand en een afstandshouder (1) en het poolkettinggaren hierdoor beschadigd wordt of breekt.The end portion (8) extends from at the level of the upper (2) and lower (3) cutting lines, which are provided for supporting the pile fabrics, beyond the weft insertion zones through which weft insertion means (4, 5) are provided for introducing the weft yarns. Preferably, the recess in the spacer (1) extends longitudinally rearwardly to behind the rear position (represented by reference numeral 10 ') of the weaving cane (10). This limits the risk that, after the inserted weft yarns are struck against the fabric edge, the weave cane (10), when moving to its rear position (10 '), pile warp yarns between a reed tooth and a spacer (1) and the pile warp yarn thereby damaged or broken.

De afstandshouders (1) overeenkomstig deze uitvinding hebben een minimale dikte van 0.5 mm. en zijn bij voorkeur vervaardigd uit staal met een hoge trekvastheid en een hoge E-modulus.The spacers (1) according to the present invention have a minimum thickness of 0.5 mm. and are preferably made from steel with a high tensile strength and a high E-modulus.

Het spreekt voor zich, en zoals blijkt uit figuur 2, dat de benen (9a;9b) van het eindgedeelte (8) van de afstandshouder (1) een vorm kunnen hebben waarbij variërende hoogtes (H2) voorkomen zowel naar de binnenzijde (die de lussenhoogte bepaalt) als naar de buitenzijde (die de dikte van het sandwich weefsel bepaalt). Deze variërende hoogtes laten toe de afstandshouders (1) in te zetten voor verschillende poolhoogtes of verschillende lussenhoogtes.It is obvious, and as can be seen from Figure 2, that the legs (9a; 9b) of the end portion (8) of the spacer (1) can have a shape in which varying heights (H2) occur both towards the inside (which the determines loop height) as to the outside (which determines the thickness of the sandwich fabric). These varying heights allow the spacers (1) to be used for different pole heights or different loop heights.

Ook voor een optimale vormgeving van de afstandshouder (1) en voor een optimale positionering van de afstandshouders (1) ten opzichte van de verschillende inslaginbrengmiddelen (4, 5) kunnen de buitenzijden van de benen (9a;9b) van het eindgedeelte een vorm hebben die afwijkt van een rechtlijnige vorm.For an optimum design of the spacer (1) and for an optimum positioning of the spacers (1) relative to the different impact insertion means (4, 5), the outer sides of the legs (9a; 9b) of the end portion can have a shape that deviates from a linear form.

In een weefmachine kunnen de afstandshouders (1) overeenkomstig deze uitvinding, zoals gebruikelijk ingezet worden in elke riettand samen met grond- en poolkettinggarens. Dergelijke afstandshouders (1) kunnen echter ook ingezet worden in een gereduceerd aantal riettanden, bijvoorbeeld om de 2 of om de 3 riettanden. Hierbij kan het voordelig zijn in de riettanden met dergelijke afstandshouders (1) geen kettinggarens te voorzien of enkel grondkettinggarens te voorzien.In a weaving machine, the spacers (1) according to the present invention can, as usual, be used in any reed tooth together with soil and pile warp yarns. Such spacers (1) can, however, also be used in a reduced number of reed teeth, for example every 2 or every 3 reed teeth. In this case, it may be advantageous not to provide chain yarns in the reed teeth with such spacers (1) or only to provide basic chain yarns.

Uitvoeringen en werkwijzen waarbij niet in elke riettand een afstandshouder (1) is ingebouwd en waarbij geen kettinggarens of enkel grondkettinggarens voorzien zijn in deze riettanden, zijn bijzonder geschikt voor het weven van shaggy weefsels met zones waarin zowel gesneden pool als lussenpool voorkomen. Shaggy weefsels zijn gekenmerkt door het gebruik van eerder dikke poolkettinggarens (bvb. 2x200 tex en hogere dichtheden). Dergelijke poolkettinggarens, zeker wanneer zich doorheen dezelfde riettand ook een afstandshouder (1) uitstrekt, klemmen, verstrengelen of kunnen beschadigd worden door de aanwezigheid van de afstandshouders (1). Poolkettinggarens en afstandshouders (1) in aparte riettanden onderbrengen levert hiervoor een goede oplossing. Hierbij kan de breedte van de riettanden met poolkettinggaren en de breedte van de riettanden met afstandshouders (1) verschillend gekozen worden.Embodiments and methods in which a spacer (1) is not built into each reed tooth and in which no warp yarns or only basic warp yarns are provided in these reed teeth, are particularly suitable for weaving shaggy fabrics with zones in which both cut pile and loop pile occur. Shaggy fabrics are characterized by the use of rather thick pile warp yarns (e.g. 2x200 tex and higher densities). Such pile warp yarns, certainly when a spacer (1) also extends through the same reed tooth, clamping, entangling or can be damaged by the presence of the spacers (1). Placing pile warp yarns and spacers (1) in separate reed teeth provides a good solution for this. Here, the width of the reed teeth with pile warp yarn and the width of the reed teeth with spacers (1) can be selected differently.

Claims

A weaving machine for weaving pile fabrics with zones in which both cut pile (6) and loop pile (7) exist, consisting of weft yarns, soil warp yarns and pile warp yarns, comprising one or more spacers (1) extending between the pile warp yarns, said yarn spacer (1) is provided at its one end to be built into one or more holders and extends at its other end with an end portion (8) between an upper (2) and a lower (3) cutting ruler of the weaving machine, with characterized in that said end portion (8) comprises a longitudinally extending recess through which a fork with two legs (9a; 9b) is formed, the measured height (H1) of the legs (9a; 9b) corresponding to the pole height between the pile fabrics to be formed and wherein the height (H2) of each leg (9a; 9b) corresponds to the pile loop height to be realized in the respective pile fabric so that said spacer (1) both a constant pile height is achieved between two pile fabrics formed, and the pile loop height is determined in the zones (7) of the pile fabrics comprising loop pile.

Weaving machine according to claim 1, characterized in that the longitudinal recess in the end portion (8) extends from the height of the upper (2) and lower (3) cutting lines which are provided for supporting the pile fabrics up to beyond the weft insertion zones through which weft insertion means (4, 5) pass which are provided for introducing the weft yarns through the shed.

Weaving machine according to claim 1 or 2, characterized in that weaving machine is provided with a weaving cane (10), and in that the recess extends longitudinally beyond the range of the weaving cane (10).

Weaving machine according to one of the preceding claims, characterized in that said weaving machine comprises at least three weft insertion means (4, 5), each at a different weft insertion level, wherein the middle weft insertion means (4) are provided to move through the recess.

Weaving machine according to one of the preceding claims, characterized in that the end of the at least one spacer (1) which is provided for being built into one or more holders, comprises at least two legs (11a; 11b), each leg (11a; 11b) is held in its position of use by a different holder element.

Weaving machine according to one of the preceding claims, characterized in that the spacer (1) has a thickness of at least 0.5 mm.

Weaving machine according to one of the preceding claims, characterized in that the weaving machine is provided with a weaving reed (10) with reed teeth, wherein a spacer (1) is provided in each reed tooth.

Weaving machine according to one of claims 1 to 6, characterized in that the weaving machine is provided with a reed tooth (10) with reed teeth, wherein a spacer (1) extends through a number of reed teeth and through a number of adjacent reed teeth do not extend spacer (1).

Weaving machine according to one of the preceding claims, characterized in that said weaving machine is a double-piece weaving machine.

10. Spacer (1) for a weaving machine provided for weaving two pile fabrics provided one above the other with zones in which both cut pile (6) and loop pile (7) occur, said spacer (1) being provided at its one end to be incorporated in one or more holders, and at its other end comprising an end portion (8), characterized in that said end portion (8) comprises a longitudinally extending recess through which a fork with two legs (9a; 9b) is formed, wherein the measured height (H1) of the legs (9a; 9b) corresponds to the pile height between the pile fabrics to be formed and wherein the height (H2) of each leg (9a; 9b) corresponds to the pile loop height to be realized in the concerning polar tissue.

Method for weaving pile fabrics with zones in which both cut pile (6) and loop pile (7) occur consisting of weft yarns, base warp yarns and pile warp yarns using a weaving machine according to one of claims 1 to 9 and comprising at least three weft inserting means (4) 5) each incorporating weft yarns through the shed at a different weft insertion level, characterized in that the weft yarns inserted through the middle weft inserting means (4) are inserted through the longitudinally extending recess in the end portion (8) of the spacer (1) ) and is pressed by the pile warp yarns which surround these weft yarns against one of the legs (9a; 9b) of the fork to form loops with a loop height corresponding to the height (H2) of the respective leg (9a; 9b) , while the weft yarns introduced by the two outer weft insertion means (5) each form part of one of the two basic fabrics and by the pile warp yarns forming cut pile are pressed against the outside of the spacer and thereby form a pile height for both fabrics together equal to the measured height (H1) of the legs of the fork.