BE1017545A6

BE1017545A6 - MACHINE FOR CUTTING TREE ROOTS.

Info

Publication number: BE1017545A6
Application number: BE200700360A
Authority: BE
Inventors: Jozef Beauprez
Original assignee: Jo Beau Products
Priority date: 2007-07-20
Filing date: 2007-07-20
Publication date: 2008-11-04
Also published as: WO2009012539A1

Abstract

Het object van de uitvinding is een werktuig voor het uitfrezen van boomwortels. Het werktuig bevat: een onderstel voor het voortbewegen van het werktuig, een arm die aan één uiteinde een frees bevat en een motor voor het bekrachtigen van het onderstel en/of de frees. Het werktuig van de uitvinding is daardoor gekenmerkt dat: de arm kantelbaar is opgesteld ten opzichte van het onderstel en de motor en de arm opgesteld zijn om te kunnen roteren ten opzichte van het onderstel rond een hoofdzakelijk loodrechte as op het vlak waarop het onderstel rust.The object of the invention is a tool for milling tree roots. The tool includes: a chassis for advancing the tool, an arm that includes a cutter at one end, and a motor for energizing the chassis and / or the cutter. The tool of the invention is characterized in that: the arm is arranged tiltably with respect to the chassis and the motor and the arm are arranged to be able to rotate with respect to the chassis about a substantially perpendicular axis on the plane on which the chassis rests.

Description

MOBIEL WERKTUIG VOOR HET FREZEN VAN BOOMWORTELS Technisch gebied van de uitvindingMOBILE MACHINE FOR MILLING TREE ROOTS Technical field of the invention

[0001] De uitvinding betreft een werktuig voor het frezen van wortels van bomen of van boomstronken. Met het frezen beoogt men het verwijderen en/of vernietigen van de boomwortel of -stronk van de ondergrond. Het werktuig bevat een frees en een middel om het werktuig voort te bewegen. Het werktuig is compact en kan op een aanhangwagen worden vervoerd.The invention relates to a tool for milling roots of trees or tree stumps. The purpose of milling is to remove and / or destroy the tree root or stump from the substrate. The tool includes a cutter and means to advance the tool. The tool is compact and can be transported on a trailer.

Stand van de techniekState of the art

[0002] Freesmachines voor boomwortels en -stronken zijn gekend. Aan het uiteinde van een arm is een frees voorzien. De arm is aan het andere uiteinde aan een frame verbonden die een motor bevat om de frees te bekrachtigen. Het geheel kan kantelen om éën as op twee wielen. Door dit kantelen kan dieper in de grond worden gefreesd. De operator echter dient de machine in bedwang te houden en moet meekantelen. Dit stelt ergonomische problemen.Milling machines for tree roots and stumps are known. A cutter is provided at the end of an arm. The arm is connected at the other end to a frame that includes a motor to power the cutter. The whole can tilt around one axle on two wheels. This tilting allows you to drill deeper into the ground. However, the operator must keep the machine under control and must tilt over. This poses ergonomic problems.

[0003] Tijdens het frezen zal de operator ook op eigen kracht een voedingsbeweging aan de frees moeten opleggen. Door het manuele karakter van de bediening is dit een intensieve bezigheid en een constante en continue werking van het frezen kan niet gegarandeerd worden. Het frezen gebeurt handmatig.During milling, the operator will also have to impose a feed movement on the mill by his own power. Due to the manual nature of the operation, this is an intensive activity and a constant and continuous operation of the milling cannot be guaranteed. The milling is done manually.

Doel van de uitvindingObject of the invention

[0004] Het doel van de uitvinding is om een werktuig (een machine) te voorzien die de nadelen van machines uit de achterliggende stand van de techniek niet heeft.The object of the invention is to provide a tool (a machine) that does not have the disadvantages of prior art machines.

[0005] Het is een doel van de uitvinding om een werktuig voor het frezen van boomwortels te voorzien dat ergonomisch is in de bediening.It is an object of the invention to provide a tool for milling tree roots that is ergonomic in operation.

[0006] Het is een doel van de uitvinding om een werktuig voor het frezen van boomwortels te voorzien dat op een automatische manier kan frezen.It is an object of the invention to provide a tool for milling tree roots that can mill in an automatic manner.

[0007] Het is een doel van de uitvinding om een werktuig voor het frezen van boomwortels te voorzien dat zichzelf kan voortbewegen.It is an object of the invention to provide a tool for milling tree roots that can move itself.

[0008] Het is een doel van de uitvinding om onderhavig werktuig compact te maken zodat het gemakkelijk getransporteerd kan worden en ook langsheen smalle paden en doorheen smalle hekken en deuren kan rijden.It is an object of the invention to make this tool compact so that it can be easily transported and can also travel along narrow paths and through narrow gates and doors.

Hoofdkenmerken van de uitvindingMain features of the invention

[0009] De doelen van de uitvinding worden verwezenlijkt door een werktuig te voorzien zoals aangegeven in de bij gevoegde conclusies. De uitvinding voorziet in een werktuig voor het uitfrezen van boomwortels. Het werktuig bevat: een onderstel voor het voortbewegen van het werktuig, een arm die aan één uiteinde een frees bevat en een motor voor het bekrachtigen van het onderstel en/of de frees. Het werktuig van de uitvinding is daardoor gekenmerkt dat: de arm kantelbaar is opgesteld ten opzichte van het onderstel en de motor en de arm opgesteld zijn om te kunnen roteren ten opzichte van het onderstel rond een hoofdzakelijk loodrechte as op het vlak waarop het onderstel rust.The objects of the invention are achieved by providing a tool as indicated in the appended claims. The invention provides a tool for milling tree roots. The tool includes: a chassis for advancing the tool, an arm that includes a cutter at one end, and a motor for energizing the chassis and / or the cutter. The tool of the invention is characterized in that: the arm is arranged tiltably with respect to the chassis and the motor and the arm are arranged to be able to rotate with respect to the chassis about a substantially perpendicular axis on the plane on which the chassis rests.

[0010] Bij voorkeur is de arm kantelbaar opgesteld ten opzichte van de motor.The arm is preferably arranged tiltably with respect to the motor.

[0011] Bij voorkeur zijn de motor en arm aangepast om een heen- en weergaande rotatiebeweging uit te voeren. Deze rotatiebeweging kan automatisch verlopen.Preferably the motor and arm are adapted to perform a reciprocating rotational movement. This rotational movement can proceed automatically.

[0012] Bij voorkeur bevat het onderstel minstens drie wielen of een paar rupsbanden.Preferably the chassis comprises at least three wheels or a pair of tracks.

[0013] Bij voorkeur bevat het werktuig ten minste één einderitschakelaar voor de kantelbeweging van de arm.Preferably the tool comprises at least one end-of-travel switch for the tilting movement of the arm.

[0014] Bij voorkeur bevat het werktuig ten minste één einderitschakelaar voor de rotatiebeweging van de motor en de arm.Preferably, the tool includes at least one end-of-travel switch for the rotational movement of the motor and the arm.

[0015] Bij voorkeur bevat het werktuig een bedieningspaneel dat verbonden is aan het onderstel. Bij voorkeur is de arm kantelbaar opgesteld ten opzichte van het bedieningspaneel.Preferably, the tool comprises a control panel connected to the chassis. The arm is preferably arranged tiltably with respect to the control panel.

[0016] Bij voorkeur kan het bedieningspaneel onafhankelijk van de arm roteren ten opzichte van het onderstel rond een hoofdzakelijk loodrechte as op het vlak waarop het onderstel rust.Preferably, the control panel can rotate independently of the arm relative to the chassis around a substantially perpendicular axis on the plane on which the chassis rests.

Beschrijving van de figurenDescription of the figures

[0017] Figuur 1 stelt een perspectiefzicht van een werktuig volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding voor.Figure 1 represents a perspective view of a tool according to an embodiment of the invention.

[0018] Figuur 2 stelt het werktuig uit figuur 1 gedeeltelijk voor waarbij de arm en de frees in een uiterste, verticale positie staan.Figure 2 partially represents the tool of Figure 1 with the arm and the cutter in an extreme vertical position.

[0019] Figuur 3 stelt een schematische opstelling voor voor het verwezenlijken van een rotatiebeweging tussen het onderstel en een platform van het werktuig waarop de arm en de motor gemonteerd zijn.Figure 3 represents a schematic arrangement for realizing a rotational movement between the chassis and a platform of the tool on which the arm and the motor are mounted.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvindingDetailed description of the invention

[0020] Een uitvoeringsvorm van het werktuig van de uitvinding is weergegeven in figuur 1. Het werktuig 10 voor het frezen van boomwortels bevat een onderstel 11 dat zorgt voor het voortbewegen van het werktuig 10, een arm 12 waaraan aan één uiteinde een frees 13 voorzien is en een motor 14.An embodiment of the tool of the invention is shown in Figure 1. The tool 10 for milling tree roots comprises a chassis 11 which ensures the advance of the tool 10, an arm 12 on which a cutter 13 is provided at one end is and a motor 14.

[0021] Onderstel 11 bevat twee rupsbanden die over een set van wielen bewegen. Onderstel 11 kan evenzeer twee assen met elk twee of meer wielen bevatten.Frame 11 contains two tracks that move over a set of wheels. The chassis 11 can also contain two axles with two or more wheels each.

[0022] Een platform 15 is roterend op onderstel 11 aangebracht. Platform 15 kan roteren rond een loodrechte as 16 op een vlak 17 bepaald door de onderkant van het onderstel (het vlak waarop het onderstel 11 rust, de ondergrond) .A platform 15 is rotatably mounted on chassis 11. Platform 15 can rotate around a perpendicular axis 16 on a surface 17 defined by the bottom of the chassis (the surface on which the chassis 11 rests, the substrate).

[0023] Op platform 15 rusten de motor 14 en de arm 12. Tussen arm 12 en platform 15 is een scharnier 121 voorzien waardoor de arm 12 kan kantelen ten opzichte van het onderstel. De scharnier 121 scharniert rond een as die hoofdzakelijk loodrecht staat op as 16 (evenwijdig met vlak 17) .The motor 14 and the arm 12 rest on platform 15. Between arm 12 and platform 15 a hinge 121 is provided through which the arm 12 can tilt with respect to the chassis. The hinge 121 pivots about an axis that is substantially perpendicular to axis 16 (parallel to plane 17).

[0024] Motor 14 is op platform 15 gemonteerd en bekrachtigt de frees 13. Motor 14 is bij voorkeur een verbrandingsmotor. Arm 12 is kantelbaar opgesteld ten opzichte van motor 14. Bij voorkeur bekrachtigt motor 14 ook het onderstel 11. De overbrenging van het koppel tussen motor 14 en frees 13 gebeurt bij voorkeur aan de hand van riemen 122 en 123. Deze kunnen V-riemen of tandriemen zijn. De configuratie laat toe om de frees te bekrachtigen ongeacht de kantelstand van de arm ten opzichte van platform 15 (en dus ten opzichte van de motor 14) .Motor 14 is mounted on platform 15 and energizes the cutter 13. Motor 14 is preferably a combustion engine. Arm 12 is arranged tiltably with respect to motor 14. Preferably, motor 14 also energizes the chassis 11. The transmission of the torque between motor 14 and cutter 13 preferably takes place on the basis of belts 122 and 123. These can be V-belts or are timing belts. The configuration makes it possible to power the cutter regardless of the tilt position of the arm relative to platform 15 (and therefore relative to the motor 14).

[0025] Een riemschijf is voorzien aan: een uitgaande as van motor 14, een as of een uiteinde van scharnier 121 en aan een uiteinde van de as van de frees 13. Riem 122 verbindt de riemschijf 141 aan de motor 14 met deze aan scharnier 121. Riem 123 verbindt de riemschijf aan scharnier 121 met de riemschijf 131 aan de as van frees 13.A pulley is provided on: an output shaft of motor 14, an axis or an end of hinge 121 and at one end of the shaft of the cutter 13. Belt 122 connects the pulley 141 on the motor 14 with this on hinge 121. Belt 123 connects the pulley to hinge 121 with the pulley 131 on the shaft of cutter 13.

In elke kantelstand kan de frees bekrachtigd worden. De tandriemopstelling kan evenzeer door een kettingopstelling met tandwielen vervangen worden.The cutter can be energized in any tilt position. The timing belt arrangement can also be replaced by a chain arrangement with gears.

[0026] De arm 12 wordt bij voorkeur gekanteld door een tandwiel-tandheugelopstelling zoals voorgesteld in figuur 2. Aan scharnier 121 is een (gedeelte van een) tandwiel 124 voorzien. Deze loopt over tandheugel 151 die met platform 15 verbonden is. Tandheugel 151 wordt bekrachtigd door een hydraulische drukcilinder (piston).The arm 12 is preferably tilted by a gear-rack arrangement as shown in Figure 2. A (part of a) gear 124 is provided on hinge 121. This runs over rack 151 which is connected to platform 15. Gear rack 151 is powered by a hydraulic pressure cylinder (piston).

[0027] Arm 12 kan ook gekanteld worden met behulp van een elektromotor. Arm 12 kan uit meerdere leden bestaan die ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren.Arm 12 can also be tilted with the aid of an electric motor. Arm 12 can consist of several members that can pivot relative to each other.

[0028] De arm 12 kan kantelen tussen een eerste uiterste positie waarbij de arm 12 ongeveer vertikaal staat en een tweede uiterste positie waarbij de frees zich onder aardniveau (onder niveau van het onderstel) bevindt. De eerste positie is handig voor het opvouwen van werktuig 10 en is geschikt voor transportdoeleinden. Deze eerste positie is voorgesteld in figuur 2. De tweede positie laat toe om de boomwortel diep genoeg uit te frezen zonder de rest van het werktuig 10 (motor en onderstel) te moeten kantelen.The arm 12 can tilt between a first extreme position where the arm 12 is approximately vertical and a second extreme position where the cutter is below ground level (below the level of the chassis). The first position is useful for folding tool 10 and is suitable for transport purposes. This first position is shown in Figure 2. The second position makes it possible to mill the tree root deep enough without having to tilt the rest of the tool 10 (motor and chassis).

[0029] Eén of meerdere einderitschakelaars kunnen voorzien worden om de uiterste kantelposities van arm 12 te detecteren en de kantelbeweging te doen stoppen. Deze worden bij voorkeur voorzien aan een buitenzijde van scharnier 121. Nokken voorzien aan scharnier 121 kunnen de uiterste kantelposities van arm 12 aangeven. Bij voorkeur is de uiterste kantelpositie instelbaar.One or more end-of-travel switches can be provided to detect the extreme tilt positions of arm 12 and to stop the tilt movement. These are preferably provided on an outside of hinge 121. Cams provided on hinge 121 can indicate the extreme tilt positions of arm 12. The extreme tilting position is preferably adjustable.

[0030] De hydraulische drukcilinder die tandheugel 151 bekrachtigt wordt gevoed door een pomp. Deze pomp kan zijn aangepast om per aansturing een voorafbepaald volume vloeistof (bv. olie) in de drukcilinder te pompen. Op deze manier kan de arm 12 en frees 13 trapsgewijs gekanteld worden. De pomp kan in bypass worden gesteld bij bv. manuele bediening en/of kanteling over grotere hoeken.The hydraulic pressure cylinder which actuates rack 151 is fed by a pump. This pump can be adapted to pump a predetermined volume of liquid (eg oil) into the printing cylinder for each control. In this way the arm 12 and cutter 13 can be tilted stepwise. The pump can be placed in bypass for eg manual operation and / or tilting over larger angles.

[0031] De rotatiebeweging van platform 15 ten opzichte van onderstel 11 kan op verschillende manieren worden verwezenlijkt. Een mogelijke uitvoeringsvorm is schematisch voorgesteld in figuur 3. Platform 15 is scharnierend verbonden met onderstel 11, bijvoorbeeld door middel van een lager 152. Bijkomend zijn er twee drukcilinders 153 voorzien die aan één uiteinde gekoppeld zijn aan onderstel 11 en aan hun andere uiteinde aan platform 15. De drukcilinders zijn aan weerszijden van lager 152 voorzien. Bekrachtiging van telkens één van de twee drukcilinders 153 veroorzaakt een rotatie van platform 15 ten opzichte van onderstel 11 in een welbepaalde rotatiezin.The rotational movement of platform 15 relative to chassis 11 can be realized in various ways. A possible embodiment is schematically represented in figure 3. Platform 15 is hingedly connected to chassis 11, for example by means of a bearing 152. In addition, two printing cylinders 153 are provided which are coupled at one end to chassis 11 and at their other end to platform 15. The printing cylinders are provided with bearing 152 on both sides. Energization of one of the two printing cylinders 153 in each case causes a rotation of platform 15 relative to chassis 11 in a specific sense of rotation.

[0032] Eén of meerdere einderitschakelaars 154 kunnen voorzien worden om de uiterste rotatieposities van platform 15 ten opzichte van het onderstel 11 te detecteren en de rotatiebeweging te doen stoppen. Hierdoor is het mogelijk om op een automatische manier een heen- en weergaande rotatiebeweging te verwezenlijken. Telkens als één uiterste rotatiepositie gedetecteerd wordt door een einderitschakelaar, wordt de rotatiezin omgedraaid. Dit kan verwezenlijkt worden door de drukcilinder 153 die tijdens de ene rotatiezin bekrachtigd werd niet meer te bekrachtigen en de drukcilinder 153 die tijdens die ene rotatiezin niet bekrachtigd werd, te bekrachtigen (vloeistof bij te pompen) zodanig dat een rotatiebeweging in tegengestelde zin wordt verwezenlijkt. De uiterste posities van de rotatiebeweging zijn bij voorkeur instelbaar.One or more end-of-travel switches 154 can be provided to detect the extreme rotational positions of platform 15 relative to the chassis 11 and to stop the rotational movement. This makes it possible to realize a reciprocating rotational movement in an automatic manner. Each time one extreme rotational position is detected by a limit trip switch, the sense of rotation is reversed. This can be achieved by no longer energizing the printing cylinder 153 that was energized during the one rotation sentence and energizing (pumping fluid) during the one rotation sentence, such that a rotation movement is effected in the opposite direction. The extreme positions of the rotation movement are preferably adjustable.

[0033] De einderitschakelaars voor de rotatiebeweging en voor de kantelbeweging laten toe om de heen- en weergaande rotatiebeweging van platform 15 en de kantelbeweging van arm 12 met elkaar te combineren, bij voorkeur op een volautomatische manier. Dit is handig voor het automatisch frezen van de boomwortel.The end-of-travel switches for the rotation movement and for the tilt movement allow to combine the reciprocating rotation movement of platform 15 and the tilt movement of arm 12, preferably in a fully automatic manner. This is useful for automatically milling the tree root.

[0034] De methode voor het volautomatisch frezen verloopt als volgt. Eerst worden de uiterste posities van de rotatiebeweging bepaald en ingesteld. Daarna wordt de arm 12 en frees 13 gekanteld tot een positie net boven de boomwortel. Hierna wordt een automatische mode ingesteld, zodanig dat na elke heen- en weergaande rotatiebeweging een kantelbeweging van de arm volgt. De kantelbeweging laat de arm 12 over een vooraf bepaalde hoek of hoogte zakken. Toegepast op het frezen komt de rotatiebeweging overeen met een voedingsbeweging en de kantelbeweging met een aanzet(insteek)-beweging van de freesoperatie .The method for fully automatic milling proceeds as follows. First, the extreme positions of the rotational movement are determined and adjusted. The arm 12 and cutter 13 are then tilted to a position just above the tree root. After this an automatic mode is set, such that after every reciprocating rotation movement a tilting movement of the arm follows. The tilting movement lowers the arm 12 through a predetermined angle or height. Applied to the milling, the rotation movement corresponds to a feed movement and the tilting movement to an infeed (insert) movement of the milling operation.

[0035] Het werktuig 10 bevat bij voorkeur een bedieningspaneel 18. Bedieningspaneel 18 bevat een gebruikersinterface die een gebruiker toelaat om het werktuig te bedienen en/of aan te sturen. Bedieningspaneel 18 is bij voorkeur scharnierend gekoppeld aan onderstel 11. Bedieningspaneel 18 scharniert bij voorkeu* rond een loodrechte as 16 ten opzichte van onderstel 11.The tool 10 preferably includes a control panel 18. Control panel 18 includes a user interface that allows a user to operate and / or control the tool. The control panel 18 is preferably hingedly coupled to the chassis 11. The control panel 18 preferably pivots about a perpendicular axis 16 relative to the chassis 11.

[0036] Bij voorkeur scharniert bedieningspaneel 18 onafhankelijk van platform 15. Dit laat toe om bedieningspaneel 18 te roteren rond een as 16 zodanig dat de gebruiker (de operator) tijdens het bedienen een optimaal zicht heeft van de frees 13 en de positie ervan. Het bedieningspaneel 18 kan dus bij voorbeeld naar een zijkant van het werktuig worden geroteerd, zodat de operator vanuit deze stand de frees kan zien. Dit zou niet mogelijk zijn indien de operator achter het werktuig moet blijven om dat te bedienen. Het feit dat bedieningspaneel 18 in een verlengde positie van werktuig 10 kan geroteerd worden, een positie zoals voorgesteld in figuur 1, laat toe om eenvoudig de voortbeweging van onderstel 11 en van het volledig werktuig 10 te sturen.Preferably, control panel 18 pivots independently of platform 15. This allows control panel 18 to rotate about an axis 16 such that the user (the operator) has an optimum view of the cutter 13 and its position during operation. The control panel 18 can thus be rotated, for example, to a side of the tool, so that the operator can see the cutter from this position. This would not be possible if the operator had to stay behind the implement to operate it. The fact that control panel 18 can be rotated in an extended position of tool 10, a position as shown in Figure 1, allows simple control of the movement of the chassis 11 and of the complete tool 10.

[0037] Arm 12 kan bij voorkeur kantelen ten opzichte van het bedieningspaneel 18. Bedieningspaneel 18 kan bijgevolg steeds in een ergonomische stand worden gehouden, onafhankelijk van de kantelpositie van de arm 12. Bij voorkeur is bedieningspaneel 18 voorzien om te kantelen ten opzichte van onderstel 11 (onafhankelijk van arm 12).Arm 12 can preferably tilt with respect to the control panel 18. Consequently, control panel 18 can always be held in an ergonomic position, independent of the tilting position of the arm 12. Preferably, control panel 18 is provided for tilting with respect to the chassis. 11 (independent of arm 12).

[0038] Bedieningspaneel 18 bevat bij voorkeur een gebruikersinterface om het werktuig 10 enerzijds manueel te bedienen en anderzijds om het frezen automatisch te laten functioneren.Control panel 18 preferably includes a user interface for manually operating the tool 10 on the one hand and for milling to function automatically on the other.

[0039] De frees 13 wordt bij voorkeur gevormd door een schijf 132 waaraan houders 133 voor inlegsnijkanten 134 bevestigd zijn. De inlegsnijkanten 134 hebben bij voorkeur een ronde of schijfvorm. Bij het frezen worden de spanen bij voorkeur naar het werktuig toe af gevoerd. Een scherm kan aan de voorzijde van het werktuig 10 voorzien worden. De houtspanen hopen zich op tegen het scherm. Bij het beëindigen van de freesoperatie kan het werktuig 10 de spanen in het uitgefreesd gat duwen met behulp van het scherm.The cutter 13 is preferably formed by a disc 132 to which holders 133 for insert cutting edges 134 are attached. The insert cutting edges 134 preferably have a round or disc shape. During milling, the chips are preferably discharged towards the tool. A screen can be provided on the front of the tool 10. The wood shavings accumulate against the screen. At the end of the milling operation, the tool 10 can push the chips into the milled hole with the aid of the screen.

[0040] Daar arm 12 kantelbaar is ten opzichte van het onderstel 11 en bijkomend kan roteren ten opzichte van onderstel 11 wordt een groot voordeel behaald met het werktuig van de uitvinding ten opzichte van de stand der techniek. Het onderstel 11 (en bij voorkeur motor 14) blijft evenwijdig aan de ondergrond 17 waarop het onderstel 11 rust en kantelt niet mee met arm 12. De bediening van werktuig 10 gebeurt bijgevolg met minder krachtuitoefening vanwege de operator. De freesoperatie kan met grotere nauwkeurigheid worden uitgevoerd.Since arm 12 is tiltable with respect to the chassis 11 and can also rotate with respect to chassis 11, a great advantage is achieved with the tool of the invention over the prior art. The chassis 11 (and preferably motor 14) remains parallel to the base 17 on which the chassis 11 rests and does not tilt with arm 12. The operation of tool 10 therefore takes place with less force exerted by the operator. The milling operation can be performed with greater accuracy.

Claims

A tool for milling tree roots, comprising: - an undercarriage for advancing the implement, - an arm comprising a cutter at one end, and - a motor for energizing the undercarriage and / or the cutter, characterized by that: - the arm is arranged tiltably with respect to the chassis and - the motor and the arm are arranged to be able to rotate with respect to the chassis about a perpendicular axis on the plane on which the chassis rests.

The tool of claim 1, wherein the arm is tiltably arranged with respect to the motor.

The tool of claim 1 or 2, wherein the motor and arm are adapted to perform a reciprocating rotational movement.

The tool of any preceding claim, wherein the chassis comprises at least three wheels or a pair of tracks.

The tool of any preceding claim, comprising at least one end-of-travel switch for the tilting movement of the arm.

The tool according to any preceding claim, comprising at least one end travel switch for the rotational movement of the motor and the arm.

The tool according to any preceding claim, which includes a control panel connected to the chassis and wherein the arm is tiltably arranged with respect to the control panel.

The tool of claim 7, wherein the control panel can rotate independently of the arm relative to the chassis about a perpendicular axis on the plane on which the chassis rests.