BE1017045A6 - Methode voor het produceren van nieuwe types draagtassen. - Google Patents

Abstract

Voorwerpen in draagtassen met twee handvaten kunnen een puntbelasting geven op bepaalde zones van het materiaal. Een nieuw draagtas met vier handvaten wordt geclaimd. Twee extra handvaten worden toegevoegd waardoor ook de tussenliggende zones van de draagtas nu een deel van het gewicht opvangen. De twee extra handvaten moeten korter zijn dan de traditionele handvaten om optimaal bijeen te komen in de hand. Een methode wordt onthuld om deze draagzakken te produceren in massaproductie. Diverse uitvoeringen zijn mogelijkk, bv. shopping bags, handle bags, schoudertassen, zowel naar materiaal als naar vormgeving en bedrukking. Deze zakken zijn afzonderlijk, blokgewijs of op rol leverbaar.

Description

Beschrijving: Methode voor het produceren van nieuwe types draagtassen.

Draagtassen zijn een onderdeel van ons dagelijks leven. Bijna elke dag gebruiken wij hen bij het winkelen. Wij stellen ons geen vragen ivm hun concept. Draagtassen zijn belangrijk en onmisbaar. Zij functioneren goed met hun twee handvaten. Soms merken wij wel dat een draagtas, bij een overgewicht, onevenwichtig beweegt, zwaait. Wij zien dan dat het plastic op bepaalde punten dunner worden en mogelijk kan scheuren. Dit komt omdat de voorwerpen een puntbelasting kunnen geven op bepaalde zones van het materiaal. Is het mogelijk een betere gewichtverdeling te bekomen, of meer stabiliteit?

Merkwaardig genoeg kan het concept van de draagtas nog verbeterd worden om dit te realiseren. Wij voegen twee extra handvaten toe, en dan, zal ook de tussenliggende zone van de draagtas nu een deel van het gewicht opvangen.

Bij een normale draagtas met twee handvaten wordt de hand (20) het centraal punt, dit wordt in figuur 5 getoond door de handvaten 11A en 11B. Deze komen bijeen in de hand. De verdeling van het gewicht is echter geconcentreerd in twee zones (bij benadering 23 en 25). De stippellijnen 22 en 24 tonen de werkelijke afstand vanuit punt A en B. In zone 21 komen de handgrepen 11A en 11B bij elkaar.

Het toevoegen van twee extra handgrepen - die ook de zijkanten van de draagtas mee in het verbeterd verdelen van de inhoud helpen - zal optimaal gebeuren indien de totale belasting van de inhoud gelijkmatig in de hand gebeurt. Figuur 3 toont dat de twee extra handvaten (30) korter moeten zijn dan de traditionele handvaten, om punt 21 te respekteren. De top van deze binnen-handvaten moeten dus ook in zone 31 liggen, waar ook de buitenhandvaten bij elkaar komen.

Hierdoor wordt dan een draagtas bekomen waarvan het gewicht van de inhoud (50)(bv. winkelwaren) in de binnenzijde (60) tenminste over de vier corresponderende zijdes wordt verdeelt. Aldus voor de puntbelasting op slechts twee zones vermeden. Figuur 6 toont de twee mogelijkheden in bovenzicht.

Deze octrooi-aanvraag heeft betrekking op een methode, productiewijze en uitvoering van een draagtas (42, 80) voor het vervoeren van allerlei objecten (50)(bv. voorwerpen, koopwaren) waarbij de draagtas tenminste drie handvaten (fig.4) heeft. Hierdoor is het gewicht van de objecten beter verdeeld is over het ganse draag-oppervlak van voornoemde draagtas zodat er minder kans is dat het oppervlakte ervan scheurt bij overgewicht, dwz. dat mogelijke puntbelasting wordt vermeden. Zeer wenselijk wordt deze draagtas uitgevoerd met vier handvaten (11 A, 40A, 40B, 11B). Een uitvoering met drie handgrepen is bijvoorbeeld mogelijk bij papieren zaken met koord-grepen.

Deze 4-greeps draagtassen zullen in massa-productie voornamelijk geproduceerd worden in een kunststof, bv. in een polymeer, in polyethyleen, in polypropyleen, in polyolefine, in mengingen, etc. Via het stanzen (15 en 16, 32)(kappen) van een vlak gelegd - ge-extrudeerd - tube-lichaam (17), eventueel verplooid (13) in tenminste één zone wordt dan gegeproduceerd. Via het versmelten (12) van het basis tube-lichaam (17) op een bepaalde afstand worden dan de basis-vorm gemaakt van de draagtas. 14A is de uitvoering waarbij de gekapte vorm nog in de tas-vorm zit. 14B toont de weggenomen vorm.

Deze draagtassen kunnen ook geproduceerd worden in natuurlijke materialen, bv. in papier, licht karton, in katoen, in jute, etc.

Het materiaal bestaat uit tenminste één laag, maar bv. ook een laminaat betreffen. Het onderste deel van de draagtassen, dus het deel dat de inhoud draagt, kan uitgevoerd zijn in hetzij: een weefsel, een breigoed, een film of folie, een laminaat, een non-woven materiaal, of uit een menging of combinatie van bovenstaanden.

De handgrepen van de draagtas, dus het deel waarin de hand vat (grijpt) is uitgevoerd in hetzij: hetzelfde materiaal als het deel dat de inhoud draagt, een zelfde of andere kunststof of combinatie, een natuurlijk materiaal, bv. leder, touw, hout, etc., of een combinatie van voorgaanden. Deze draagtassen kunne bedrukt (41) zijn met een bekende techniek, bv. zeefdruk, quadri-druk, transfer, roto, flexo, etc., met bv: logo’s, tekst, foto en/of andere afbeeldingen, etc.

De productie gebeurt bij massa-productie via een bekende kunststofverwerkings methode, bv. blow-moulding, blow-extrusie, etc., doch andere mogelijkheden zijn bekende manieren zoals naaiwerk, textielverwerking, etc.

Een belangrijke methode die wij claimen is die voor het produceren van draagtassen met tenminste drie handvaten - doch zeer wenselijk vier handvaten (Fig. 4 en 5) - die worden geproduceerd via film-extrusie van een kunststof (bv. LDPE, HDPE, LLDPE) waarbij een doorlopende ge-extrudeerde tube (17) in een al dan niet geplooide (13) doorlopende vlakke dubbele structuur wordt omgezet - eventueel bedrukt wordt en/of met zelfklevers bekleefd wordt - en vervolgens de dubbele structuur op bepaalde zones met smelt-middelen wordt versmolten (12) door één of meerdere smelt-stroken of smeltlijnen, teneinde de vlakke tube om te zetten in afzonderlijke delen (11) en waarbij - nadien of gelijktijdig - de versmolten zones (12, 15, 16) en andere relevante functionele zones (32, 33) geheel of gedeeltelijk (bv. stippellijn, kleine nog verbonden deeltjes) worden doorgestansd, waardoor een nieuwe type van zakken hetzij afzonderlijk hetzij blok-gewijs (bv. met extra hanggaten zoals in grootwarenhuizen wordt gebruikt), hetzij op rol leverbaar is.

Het onderscheid tussen de twee type van handvaten bij deze draagtas is dat de twee uiterste handvat-vormen (11A edn 11B)(bv. lus-type) elk gevormd worden door twee versmolten delen (15) van voormelde tube (17), en de twee binnen handvat-lichamen (40A en 40B) uitgestand zijn uit de oppervlaktes (14A) die tussen de uiterste handvat-vormen liggen. Bij het verwijderen van deze strook (bv. 14B) is de zak geschikt voor gebruik.

Belangrijk is dat bij het “grocery type tassen” de twee buitenste handvat-lichamen (11A en 11B) langer zij dan de twee binnen-handvat-lichamen (40A en 40B), teneinde in de hand (20) de vier handgrepen op een gelijke afstand te houden (cfr. Fig. 5) en op een centraal zone (21, 31) bij elkaar te brengen. De lengte van de handvaten kan eventueel via verlengingsmiddelen (bv. verschuifbare riem, touch fastener, etc.) gewijzigd worden bij speciale uitvoeringen.

De zijkanten van de nieuw draagtas kunnen diverse regelmatige en/of onregelmatige vormen hebben, bv. in de contour van een product, logo en/of figuur.

Deze draagtas (40) alsook gewone handtassen (10, 70), kunnen uitgevoerd worden met twee duw/frommel-zones (71) met tenminste twee dicht naast elkaar doorgestande parallele (72) of niet parallele strips of andere vormen (73), dienstig voor het van elkaar halen van de twee oppervlaktes van een draagtas (bv. GB-draagtassen waarvan de oppervlaktes tegen elkaar kleven, en moeilijk van elkaar te krijgen zijn).

Conclusie 1 bevat ook de beschrijving van draagtassen (80) die in de industrie bekend zijn als “handle bags”. Deze bestaan uit een kunststof vlakgemaakte tube (17) die vervolgens op tenminste één strook wordt versmolten (12) op een bekende wijze waarbij deze versmeltingszone de bodem van de tas zal vormen. Bij de traditionele “handle bags” wordt daarbij in het midden van de zak in één beweging een opening gestand in de twee lagen van de zak, en aldus worden twee openingen - handvatten - gemaakt. Welnu in onze nieuwe benadering stanzen wij in plaats van slechts twee handvatten (81A en 81B) in het midden (83) aan de uiterste zijdes van de zak twee bijkomende handvatten (82A en 82B). Omdat deze aan een dubbele kant van de zak zitten moeten wij per handvat slechts één helft van een opening stanzen. Bij het open plooien van de tas krijgen wij dan een volledige opening (handvat)(82A en 82B) aan elke kant. In deze “handle bags”, eveneens als in de hogervermelde draagtassen (met plooi-laag 13) die in de industrie “grocery bags”, “T-shirt bags” of “shopping bags” worden genoemd, kunnen vanzelfsprekend ook een aantal technische openingen worden aangebracht voor het ophangen aan distributie-middelen (bv. een gat in het lichaam dat het handvat vormt waarin bij de kassa een draagstaaf kan komen). Deze “handle” draagtas (80) kan ook met slechts drie handvatten worden geproduceerd, bv. slechts één aan de zijkant (bv. 82B). Naast de betere verdeling van het gewicht over het oppervlak van de tas, geven meer handvatten een beter gevoel in de hand of op de vingers. Met slechts twee handvatten heeft men gemakkelijker een snijdend gevoel op de vinger-binnenkanten en op de handpalm. Dit effect kan ook verbeterd worden bij de “handle bags” door de rand van de handvatten (81A, 81 B, 82A en 82B) slechts ten dele door te stanzen. Dan heeft men flapjes dewelke het snijdend effect zullen verminderen. Dus handvatten kunnen qua vorm hetzij niet volledig (85) worden doorgestanst doch de gestansde vorm kan een flap (84) zijn, hetzij kan volledig zijn doorgestand (effectieve openingen vormend), hetzij een aantal van de openingen kunnen volledig open zijn, en een ander aantal zijn dan handvatten met flappen.

Naast draagtassen kan men met de voormelde methode ook “schoudertassen” maken. Deze bestaan momenteel niet. Bij 2-lussige en/of 4-lussige schoudertassen (cfr. draagtassen met verlengde handvatten) zal de lengte van de schouder-lussen tenminste het dubbele bedragen van de lengte (18) van de handvatten van voornoemde draagtassen, doch wenselijk het drievoudige. Bij schoudertassen komt het gewicht op de schouders.

Claims (23)

1. Methode, productiewijze en uitvoering van een draagtas (42, 80) voor het vervoeren van allerlei objecten (50)(bv. voorwerpen, koopwaren) waarbij de draagtas tenminste drie handvaten (fig.4) heeft, waardoor het gewicht van de objecten beter verdeeld is over het ganse draag-oppervlak van voornoemde draagtas zodat er minder kans is dat het oppervlakte ervan scheurt bij overgewicht, dwz. dat mogelijke puntbelasting wordt vermeden;

2. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, uitgevoerd met vier handvaten (11A, 40A, 40B, 11B);

3. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, geproduceerd in een kunststof, bv. in een polymeer, in polyethyleen, in polypropyleen, in polyolefine, in mengingen, etc., en eventueel in biodégradable materialen;

4. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, geproduceerd via het stanzen (15 en 16, 32)(kappen) van een vlak gelegd tube-lichaam (17), eventueel verplooid (13) in tenminste één zone;

5. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, geproduceerd via het versmelten (12) van een tube-lichaam (17) op een bepaalde afstand;

6. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, geproduceerd in natuurlijke materialen, bv. in papier, licht karton, in katoen, in jute, etc.;

7. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan het materiaal bestaat uit tenminste één laag;

8. Draagtassen, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan het deel dat de inhoud draagt uitgevoerd is in hetzij: a. een weefsel, b. een breigoed, c. een film, d. een laminaat, e. non-woven materiaal, f. uit een menging of combinatie van bovenstaanden;

9. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan het deel waarin de hand vat (grijpt) uitgevoerd is in hetzij: a. hetzelfde materiaal als het deel dat de inhoud draagt, b. een zelfde of andere kunststof, c. een natuurlijk materiaal, bv. leder, touw, hout, etc., d. een combinatie van voorgaanden;

10. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, die bedrukt (41) zijn met een bekende techniek, bv. zeefdruk, quadri-druk, rato, flexo, transfer; etc., bijvoorbeeld: logo’s, tekst, foto en/of andere afbeeldingen, etc.;

11. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, die zijn geproduceerd via een bekende kunststofverwerkings methode, bv. blow-moulding, blow-extrusie, etc.;

12. Methode voor het produceren van draagtassen met tenminste vier handvaten (Fig. 4 en 5) - die worden geproduceerd via film-extrusie van een kunststof (bv. LDPE, HDPE, LLDPE) waarbij een doorlopende ge-extrudeerde tube (17) in een al dan niet (80) geplooide (13) doorlopende vlakke dubbele structuur (dwz. twee lagen) wordt omgezet - eventueel bedrukt wordt en/of met zelfklevers bekleefd wordt - en vervolgens de dubbele structuur op bepaalde zones met smelt-middelen wordt versmolten (12) door één of meerdere smelt-stroken of smeltlijnen, teneinde de vlakke tube om te zetten in afzonderlijke delen (11) en waarbij -nadien of gelijktijdig - de versmolten zones (12, 15, 16) en andere relevante functionele zones (32, 33) geheel of gedeeltelijk (bv. stippellijn, kleine nog verbonden deeltjes) worden doorgestansd op een wijze dat een draagtas wordt gevormd met tenminste vier handvaten waarbij dit nieuwe type van zakken hetzij afzonderlijk, hetzij blok-gewijs (bv. met extra hanggaten), hetzij op rol leverbaar is;

13. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 1, waarvan de twee uiterste handvat-vormen (11A edn 11B)(bv. lus-type) elk gevormd worden door twee versmolten delen (15) van voormelde tube (17), en de twee binnen handvat-lichamen (40A en 40B) zijn uitgestand uit de oppervlaktes die tussen de uiterste handvat-vormen liggen;

14. Draagtas, zoals beschreven in conclusie 13, uitgevoerd met vier handgrepen waarbij de twee buitenste handvat-lichamen (11A en 11 B) langer zij dan de twee binnen-handvat-lichamen (40A en 40B), teneinde in de hand (20) de vier handgrepen op een gelijke afstand te houden (cfr. Fig. 5) en op een centraal zone (21, 31) bij elkaar te brengen;

15. Draagtas (40), zoals beschreven in conclusie 1, waarvan de zijkanten diverse regelmatige en/of onregelmatige vormen kan hebben, bv. in de contour van een product, logo en/of figuur;

16. Draagtas (40), zoals beschreven in conclusie 1, alsook gewone handtassen (10, 70), die uitgevoerd met twee duw/frommel-zones (71) met tenminste twee dicht naast elkaar doorgestande parallele (72) of niet parallele strips of andere vormen (73), dienstig voor het van elkaar halen van de twee oppervlaktes van een draagtas (bv. GB-draagtassen waarvan de oppervlaktes tegen elkaar kleven, en moeilijk van elkaar te krijgen zijn);

17. Draagtas (80), zoals beschreven in conclusie 1, in de industrie bekend als “handle bag”, bestaande uit een kunststof vlakgemaakte tube (17) die vervolgens op tenminste één strook wordt versmolten (12) op een bekende wijze waarbij deze versmeltingszone de bodem van de tas zal vormen, waarbij in plaats van slechts twee handvatten (81A en 81B) in het midden (83) er aan de uiterste zijdes - op ongeveer dezelfde hoogte -twee bijkomende handvatten (82A en 82B) worden gemaakt door via stanzen van een deel van elke buitenkant, wenselijk de helft van de lengte van de handvatten in het midden;

18. Draagtas (80), zoals beschreven in conclusie 17, met slechts drie handvatten, bv. slechts één aan de zijkant (bv. 82B);

19. Draagtas (80), zoals beschreven in conclusie 17, waarbij de handvatten qua vorm hetzij niet volledig (85) worden doorgestanst doch de gestansde vorm een flap (84) blijft, hetzij volledig worden doorgestand (effectieve openingen vormend), hetzij een aantal van de openingen volledig open zijn, een ander aantal met flappen;

20. Methode, zoals beschreven in conclusie 17, ook dienstig voor het produceren van 2-lussige en/of 4-lussige schoudertassen (cfr. draagtassen met verlengde handvatten) waarbij de lengte van de schouder-lussen tenminste het dubbele bedraagt van de de lengte (18) van de handvatten van voornoemde draagtassen;

21. Draagtas (10, 42), zoals beschreven in conclusie 17, daarbij inbegrepen bestaande draagtassen met twee handvatten, draagtassen met vier handvaten én schoudertassen - zoals beschreven in conclusie 20 -, waarbij in de kunststof zone die normaal niet gebruikt wordt (14A) tenminste één strip, strook (74) of oppervlakte wordt gestansd op een wijze dat deze verbonden blijft met het lichaam of tenminste één handvat/ius van de tas, dienstig als wapperend versiering of aandachttrekker aan de buitenzijde van de tas, bv. bij draagtassen en schoudertassen voor kinderen, en waarbij zulk oppervlakte kan bedrukt zijn met allerlei bedrukking (bv. symbool, logo, kleuren, foto, tekst, etc.) en diverse contouren kan hebben;

22. Draagtas (10, 42), zoals beschreven in conclusie 17, daarbij inbegrepen bestaande draagtassen met twee handvatten, draagtassen met vier handvaten én schoudertassen - zoals beschreven in conclusie 20 -, waarbij in de kunststof zone die normaal niet gebruikt wordt (14A) tenminste één strip, strook (74) of oppervlakte wordt gestansd op een wijze dat deze a. hetzij volledig verbonden blijft met het lichaam of tenminste één handvat/lus van de tas, b. hetzij slechts gedeeltelijk verbonden blijft met het lichaam of tenminste één handvat/lus van de tas, bv. via een stippellijn, waarbij de strip, strook of oppervlak op efficiente wijze kan afgescheurd, uitgedrukt of weggenomen kan worden, c. hetzij volledig los gekapt of gestansd is van het lichaam of tenminste één handvat/lus van de tas, waarbij de strip, strook of oppervlakte (bv. contour van een licentie-figuurtje of cartoon-figuur) bedrukt kan zijn allerlei bedrukking (bv. symbool, logo, kleuren, foto, tekst, afbeeldingen etc.) en diverse contouren kan hebben, dienstig als goedkope premium (reklame artikel, mee-weg-gever, etc.) die bv. op tegels, deuren, muren, kasten, lavabo, badkuip, voorwerpen kan gekleefd worden na het bevochtigen met water van zulke oppervlaktes, of kan gekleefd worden door middel van een kleefstof op allerlei oppervlaktes.

23.