BE1016999A5 - Dubbelzijdig doek en gebruik hiervan. - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dubbelzijdig doek voor het afdrogen van natte haren en/of voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen, waarbij de doek aan één zijde bestaat uit een lusenweefsel en aan de andere zijde bestaat uit een vlak weefsel. Deze uitvinding betreft verder het gebruik van de onderhavige doek voor het afdrogen van natte haren en/of voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen. De uitvinding is verder gericht op een werkwijze voor het wassen en knippen van haren tijdens het haarkappen.

Description

Dubbelzijdig doek en gebruik hiervan

Technisch veld

De huidige uitvinding heeft betrekking op een dubbelzijdig doek, meer in het bijzonder op een doek die aan één zijde bestaat uit een lussenweefsel en aan de andere zijde bestaat uit een vlak weefsel. Tevens heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van dergelijk doek, in het bijzonder bij het wassen en/of knippen van haren tijdens het haarkappen. De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het wassen en knippen van haren tijdens het haarkappen.

Achtergrond

Tijdens het haarkappen wordt door een kapper gewoonlijk eerst het haar gewassen, waarna het haar geknipt kan worden. Gewoonlijk zal een kapper het haar met een handdoek althans gedeeltelijk afdrogen alvorens het verder te knippen. Tijdens het knippen kan eveneens een handdoek verder gebruikt worden om op de schouders van een persoon te leggen, onder de te knippen of te behandelen haren, om te vermijden dat de geknipte haren op de kledij en/of in de nek of hals van de persoon terechtkomen. De handdoeken die in deze handelingen gebruikt worden zijn over het algemeen lussenweefsels, dus handdoeken uit badstof.

Een belangrijk nadeel van bestaande handdoeken dewelke in kapperszaken gebruikt worden is dat deze onvoldoende vocht absorberen, waardoor deze handdoeken na het afdrogen van de haren te nat geworden zijn om ze nog verder te gebruiken om op de schouders van een persoon te leggen. Bijgevolg dient een kapper voor eenzelfde persoon meerdere handdoeken te gebruiken, hetgeen vereist dat de kapper over een relatief grote voorraad handdoeken moet beschikken. Een bijkomend nadeel is dat het gebruik van meerdere handdoeken per persoon ook meer waswerk en strijkwerk met zich meebrengt.

Een ander bijkomend nadeel van bestaande handdoeken uit badstof, is dat wanneer dergelijke handdoeken op de schouders van een persoon gelegd worden tijdens het haarknippen of tijdens het kammen; voorwerpen zoals bijvoorbeeld kammen, borstels, en/of scharen gemakkelijk in de handdoeken kunnen blijven haperen en aldus de lussen van de badstof handdoeken kunnen beschadigen of lostrekken. Het gevolg hiervan is dat de handdoeken er onverzorgd gaan uitzien, snel verslijten, en vaak moeten vervangen worden, wat eveneens extra kosten met zich meebrengt.

Nog een ander nadeel van bestaande handdoeken uit badstof is dat geknipte haren gemakkelijk in de lussen van de handdoek blijven steken of kleven, en na het knippen moeilijk uit de handdoeken los te schudden zijn, of zelfs na het wassen van de handdoek moeilijk te verwijderen zijn. Een verder gebruik van dergelijke handdoeken bij een volgende knipbeurt, of bij een volgende persoon is dan ook weinig hygiënisch.

De onderhavige uitvinding heeft als doel om een doek te voorzien dewelke althans gedeeltelijk één of meerdere van bovenstaande problemen oplost.

De onderhavige uitvinding heeft ook als doel te voorzien in een doek dewelke gemakkelijker meermaals kan gebruikt worden, duurzamer is, en hygiënischer is dan bestaande handdoeken.

Samenvatting

In een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van een dubbelzijdig doek volgens conclusie 1.

In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een dubbelzijdig doek voor het afdrogen van natte haren en/of voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen, zoals gedefinieerd in conclusie 3.

In een derde aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het wassen en knippen van haren tijdens het haarkappen volgens conclusie 8.

Meer in het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een dubbelzijdig doek voor het afdrogen van natte haren en/of voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen, waarbij de doek aan één zijde bestaat uit een lussenweefsel en aan de andere zijde bestaat uit een vlak weefsel. In een bijzondere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een doek waarin het vlak weefsel bestaat uit inslagdraden en kettingdraden die verweven zijn, en waarin het lussenweefsel bestaat uit een grondweefsel dat gevormd is door inslagdraden en kettingdraden die verweven zijn, waarin minstens een aantal kettingdraden en/of inslagdraden van het vlak weefsel met minstens een aantal kettingdraden en/of inslagdraden van het lussenweefsel doorweven zijn, teneinde het vlak weefsel en het lussenweefsel onderling te verbinden, en waarin verder lusdraden in het lussenweefsel verweven zijn, dewelke zich langs één zijde van het lussenweefsel weg van het vlak weefsel uitstrekken.

Een bijzonder voordelig kenmerk van de onderhavige uitvinding is dat éénzelfde doek voor verschillende toepassingen kan gebruikt worden. Meerbepaald maakt de onderhavige

Dankzij de combinatie van een vlak weefsel en lussenweefsel in de doek worden onder meer volgende noden en/of eigenschappen beantwoord. Hieronder genoemde eigenschappen beantwoorden in hoge mate aan de noden van de hedendaagse kappers.

De onderhavige uitvinding betreft een doek met lussen aan de ene zijde, dewelke lussen een optimale vochtopname garanderen, en een vlak weefsel aan de andere zijde, dewelke een goede stevigheid en vormvastheid aan de doek verschaft. De onderhavige doek vertoont aldus optimale eigenschappen om natte haren af te drogen, gebruik makend van de lussenzijde van de doek; en om geknipte haren op te vangen en nadien gemakkelijk weer te verwijderen, gebruik makend van de vlakke zijde van de doek. De onderhavige doek voorziet in een betere vochtopname, mede doordat een lussenweefsel voorzien wordt. De zijde van de onderhavige doek dat voorzien is van het lussenweefsel is daarom bijzonder geschikt om haren af te drogen. De zijde van de doek dat van een vlak weefsel wordt voorzien kan op zijn beurt op voordelige wijze op de schouders van een persoon gelegd worden en geknipte haren opvangen, zonder dat deze haren op noemenswaardige wijze in de handdoek zullen blijven steken of kleven. Eenzelfde doek kan dankzij zijn dubbele functie zowel tijdens het wassen als tijdens het knippen van de haren van één enkele persoon gebruikt worden. Het gebruik van meerdere handdoeken tijdens de verschillende handelingen van het haarkappen wordt aldus overbodig.

De onderhavige uitvinding voorziet door het combineren van een lussenweefsel met een vlak weefsel ook in een (hand)doek dat een groot aantal inslagdraden heeft per cm doek in de inslagrichting, mede hierdoor wordt volgens de uitvinding een doek voorzien dat een grotere duurzaamheid heeft, slijtvaster is, een betere lusvastheid vertoont, en minder onderhevig is aan lusophaal, door bijvoorbeeld een kam of schaar of borstel.

Nog een ander bijzonder voordelig kenmerk van de onderhavige uitvinding is dat de (hand)doek volgens de uitvinding bijzonder hygiënisch is. Doordat het vlak weefsel stevig geweven is, komen hierin weinig open structuren voor waarin losse haartjes zouden kunnen blijven vastzitten. Op de handdoek gevallen haren zullen aldus gemakkelijker kunnen verwijderd worden na de knipbeurt, bijvoorbeeld door met de doek te schudden.

In een ander aspect voorziet de onderhavige uitvinding in het gebruik van een doek volgens de uitvinding voor het afdrogen van natte haren en/of voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen.

In nog een ander aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het wassen en knippen van haren tijdens het haarkappen bestaande uit de stappen van:

De onderhavige uitvinding voorziet verder in het gebruik van een doek volgens de uitvinding voor het afdrogen van natte haren en/of voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen.

De uitvinding voorziet tevens in een werkwijze voor het wassen en knippen van haren tijdens het haarkappen bestaande uit de stappen van: het wassen van de te knippen haren; - het afdrogen van de gewassen haren met het lussenweefsel van een doek volgens de onderhavige uitvinding; - het plaatsen van de genoemde doek onder de te knippen haren waarbij het vlak weefsel van de genoemde doek naar de te knippen haren gericht is, en het knippen van de haren, waarbij de geknipte haren althans gedeeltelijk opgevangen worden door het vlak weefsel van de genoemde doek.

De handdoek volgens de huidige uitvinding wordt gekarakteriseerd aan de hand van een aantal technische parameters, waaronder aantal inslagdraden en kettingdraden in de inslag en ketting richting respectievelijk, gebruikte garennummers (dikte van de draden), gewicht, aantal lussen, etc... Dergelijke parameters worden zo gekozen en samengesteld dat een aangenaam doek bekomen wordt dewelke voldoet aan bovenstaande kenmerken. De technische parameters van een handdoek volgens de huidige uitvinding worden hieronder meer in detail besproken.

Verdere kenmerken en voorbeelden van handdoeken volgens de onderhavige uitvinding worden hieronder op niet-limitatieve wijze weergegeven.

Beschrijving van de figuur FIG. 1 is een schematische voorstelling van de gebruikte bindingen in een doek volgens de uitvinding.

Gedetailleerde beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dubbelzijdig doek dat een dubbel gebruik heeft en voor diverse doeleinde kan aangewend worden. De onderhavige doek kent bijvoorbeeld toepassingen tijdens het haarkappen, zoals hierboven uitgelegd. Het spreekt echter voor zich dat de onderhavige doek ook voor andere toepassingen kan aangewend worden, zoals bijvoorbeeld maar niet beperkt tot handdoek, washandje, strandlaken, (baby)kledij, beddengoed, etc...

In bepaalde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding worden de termen “doek” en “handdoek” als synoniemen gebruikt.

In een eerste uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een dubbelzijdig doek voor het afdrogen van natte haren en/of voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen, waarbij de doek aan één zijde bestaat uit een lussenweefsel en aan de andere zijde bestaat uit een vlak weefsel.

De term “dubbelzijdig” zoals hierin aangewend verwijst naar een doek dat reversibel is en langs beiden zijden kan gebruikt en/of gedragen worden. De onderhavige doek kan op voordelige wijze op vele verschillende manieren gebruikt worden in vele verschillende configuraties en/of afmetingen. In kleding of textiel toepassingen voor de onderhavige doek kunnen zowel het vlak weefsel als het lussenweefsel fungeren als buitenweefsel van een kledingstuk of ander textielartikel dat uit de doek wordt gemaakt. Ofwel kan het vlak weefsel of het lussenweefsel een binnenweefsel van een kledingstuk vormen, dewelke gericht is naar het lichaam van een persoon die het kledingstuk draagt. In een bijzondere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in het gebruik van een dubbelzijdig doek volgens conclusie 2. Meer in het bijzonder, voor toepassingen als handdoek kan de luskant van de onderhavige doek worden gebruikt voor het afdrogen, bijvoorbeeld van haren, waarbij de lussen zorgen voor een goede vochtopname. De kant met het lussenweefsel wordt bijvoorbeeld bij het knippen van haren naar de schouders van een persoon gericht, zodat geknipte haren op het vlak weefsel kunnen vallen. Op die manier kunnen kammen of scharen geen sponslussen ophalen en de doek beschadigen. Bovendien kunnen geknipte haren die op de vlakke zijde van de doek vallen gemakkelijker verwijderd worden, daar ze zich niet in het weefsel vasthechten.

De termen “lussenweefsel” of “badstof’ worden hierin als synoniemen gebruikt en verwijzen naar een weefsel dat hoofdzakelijk bestaat uit een grondweefsel van waaruit zich lussen uitstrekken aan één zijde van het grondweefsel. Dergelijke weefsels bestaan over het algemeen uit inslagdraden, een grondketting bestaande uit kettingdraden, die het grondweefsel uitmaken; en een lussenketting bestaande uit lusdraden.

De termen “plat weefsef of “vlak weefsef’ worden hierin ook als synoniemen gebruikt en verwijzen naar een weefsel dat uitsluitend bestaat uit een grondweefsel, en dat niet voorzien is van lussen die zich hieruit uitstrekken. Dergelijke weefsels bestaan over het algemeen dus uit inslagdraden en een grondketting bestaande uit kettingdraden die het grondweefsel uitmaken.

en/of inslagdraden van het vlak weefsel met minstens een aantal kettingdraden en/of inslagdraden van het lussenweefsel doorweven zijn, teneinde het vlak weefsel en het lussenweefsel onderling te verbinden, en waarin verder lusdraden in het lussenweefsel verweven zijn, dewelke zich langs één zijde van het lussenweefsel weg van het vlak weefsel uitstrekken.

De uitvinding betreft een doek die een vlak weefsel en een lussenweefsel omvat dewelke aan elkaar verweven zijn. De lussen van het lussenweefsel strekken zich bij voorkeur langs één zijde van het lussenweefsel uit, weg van het vlak weefsel, zodat de doek één zijde met lussen vertoont en één zijde die vlak is. Het grondweefsel van het lussenweefsel is bij voorkeur gepositioneerd tussen de lussen en het vlakke weefsel, en is aldus aan het zicht onttrokken. Echter, zoals hieronder verder zal uitgelegd worden, kunnen inslagdraden van het lussenweefsel eventueel doordringen tot in het vlak weefsel, en met de kettingdraden van het vlak weefsel doorweven zijn, en bijvoorbeeld ook deels mede het uitzicht van het vlak weefsel bepalen.

In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een doek, waarin minstens een aantal kettingdraden van het vlak weefsel zich uitstrekken tot in het lussenweefsel waar ze doorweven zijn met minstens een aantal inslagdraden van het lussenweefsel, teneinde het vlak weefsel en het lussenweefsel onderling te verbinden.

In een andere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een doek waarin minstens een aantal inslagdraden van het lussenweefsel zich uitstrekken tot in het vlak weefsel waar ze doorweven zijn met minstens een aantal kettingdraden van het vlak weefsel, teneinde het vlak weefsel en het lussenweefsel onderling te verbinden. In een voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een doek, waarin minstens een aantal inslagdraden van het lussenweefsel althans gedeeltelijk het uitzicht van het vlak weefsel mede definiëren. De inslagdraden van het lussenweefsel kunnen contribueren aan het geweven patroon van het vlak weefsel, en dus aan het uitzicht van het vlak weefsel. Bovendien, doordat de inslagdraden van het lussenweefsel zich in het vlak weefsel uitstrekken, wordt een vlak weefsel bekomen dat een relatief groter aantal (inslag)draden vertoont dan courante vlakke weefsels, waardoor het huidige vlak weefsel sterker en dichter kan gemaakt worden, zonder open structuren.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan het lussenweefsel en/of het vlak weefsel nog verdere behandelingen ondergaan. De lussen van het lussenweefsel kunnen bijvoorbeeld geschoren (doorgeknipt) zijn. In een uitvoeringsvorm kan een verdere bewerking op het vlak weefsel en/of op het lussenweefsel worden uitgevoerd door gekende technieken, dewelke hierin niet verder in detail zullen beschreven worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een doek, waarin het lussenweefsel voorzien is van een aantal inslagdraden per cm weefsel in de inslagrichting dat begrepen is tussen 10 en 30. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een doek, waarin het vlak weefsel voorzien is van een aantal inslagdraden per cm weefsel in de inslagrichting dat begrepen is tussen 10 en 30. In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm wordt een doek voorzien, waarin het aantal inslagdraden per cm doek (in zijn geheel) in de inslagrichting begrepen is tussen 20 en 60.

In nog een andere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een doek, waarin het lussenweefsel voorzien is van een aantal lusdraden per cm2 weefsel dat begrepen is tussen 8 en 36.

De kettingdraden en/of inslagdraden van het vlak weefsel kunnen bestaan uit enkelvoudige of uit getwijnde garen. De kettingdraden en/of inslagdraden en/of lusdraden van het lussenweefsel kunnen eveneens bestaan uit enkelvoudige of uit getwijnde garen. In elkaar gedraaide garen noemt men getwijnde garen. Het woord "getwijnd" moet hier in zijn ruimste betekenis worden begrepen en omvat bijvoorbeeld ook een eenvoudig twisten van de garens. Het garen kan in de S- of Z-richting worden getwijnd.

De kettingdraden en inslagdraden van het vlak weefsel kunnen bestaan uit verschillende soorten garen of vezels, en bestaan bijvoorbeeld uit katoen, linnen, polyestervezel, polypropyleen vezels, viscose, rayon, nylon, modaal en/of andere vezels, en/of combinaties hiervan, en bestaan bij voorkeur uit katoen. De kettingdraden van het vlak weefsel hebben bij voorkeur een dikte dat begrepen is tussen 3/1 Ne en 28/1 Ne voor enkelgaren en dat begrepen is tussen 6/2Ne en 56/2Ne voor getwijnde garen. De inslagdraden van het vlak weefsel hebben bij voorkeur een dikte dat begrepen is tussen 3/1 Ne en 28/1 Ne voor enkelgaren en dat begrepen is tussen 6/2Ne en 56/2Ne voor getwijnde garen. Binnen een vlak weefsel kunnen de kettingdraden en de inslagdraden dezelfde zijn of verschillend kunnen zijn, bijvoorbeeld voor wat betreft type draden (enkelvoudig / getwijnd), samenstelling van de vezels, dikte, en/of kleur.

De kettingdraden, inslagdraden, en lusdraden van het lussenweefsel kunnen bestaan uit verschillende soorten garen of vezels, en bestaan bijvoorbeeld uit katoen, linnen, polyestervezel, polypropyleen vezels, viscose, rayon, nylon, modaal en/of andere vezels, en/of combinaties hiervan, en bestaan bij voorkeur uit katoen. De kettingdraden van het lussenweefsel hebben bij voorkeur een dikte dat begrepen is tussen 3/1 Ne en 28/1 Ne voor enkelgaren en dat begrepen is tussen 6/2Ne en 56/2Ne, voor getwijnde garen. De inslagdraden van het lussenweefsel hebben bij voorkeur een dikte dat begrepen is tussen 3/1 Ne en 28/1 Ne voor enkelgaren en dat begrepen is tussen 6/2Ne en 56/2Ne voor getwijnde garen. De lusdraden van het lussenweefsel hebben bij voorkeur een dikte dat begrepen is tussen 3/1 Ne en 28/1 Ne voor enkelgaren en dat begrepen is tussen 6/2Ne en 56/2Ne voor getwijnde garen. Binnen het lussenweefsel weefsel kunnen de kettingdraden, inslagdraden, en/of lusdraden dezelfde zijn of verschillend zijn, bijvoorbeeld voor wat betreft type draden (enkelvoudig / getwijnd), samenstelling van de vezels, dikte, en/of kleur.

Het zal verder duidelijk zijn dat de kettingdraden en/of inslagdraden van het vlak weefsel kunnen gelijk zijn aan of verschillend zijn van de kettingdraden, inslagdraden en/of lusdraden van het lussenweefsel, bijvoorbeeld voor wat betreft type draden (enkelvoudig / getwijnd), samenstelling van de vezels, dikte, en/of kleur. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de inslagdraden van het lussenweefsel verschillend zijn van de inslagdraden van het vlak weefsel voor wat betreft type, en/of kleur, en/of dikte, en/of samenstelling. Het is ook mogelijk dat de kettingdraden van het lussenweefsel verschillend zijn van de kettingdraden van het vlak weefsel voor wat betreft type en/of kleur, en/of dikte, en/of samenstelling. Aldus is het bijvoorbeeld mogelijk om een dubbelzijdig doek te bekomen waarvan het kleur aan beide zijden van de doek verschillend is. Binnen het vlak weefsel en/of binnen het lussenweefsel kunnen eveneens draden met verschillende kleuren aangewend worden.

Het is verder mogelijk om bepaalde weefpatronen in het vlak weefsel te introduceren. Weefpatronen in het vlak weefsel kunnen bekomen worden door bijvoorbeeld gebruik te maken van bepaalde combinaties van garen of draden, in bepaalde kleuren en/of diktes, om een bepaald effect, bijvoorbeeld strepen, reliëfstructuren, etc... te bekomen, en dit zonder inpakt te hebben op het lussenweefsel. De weefpatronen op het vlak weefsel kunnen ook gevormd worden door het weven zelf, en niet afhankelijk zijn van de gebruikte kleuren, diktes, of types garen of draden. In een verdere uitvoeringsvorm kunnen ook weefpatronen worden aangewend in het lussen weefsel; bijvoorbeeld een reliëfinweving in de spons, bijvoorbeeld over een kleiner oppervlak voor het aanbrengen van een teken, een merk, een naam of een logo.

In een voorbeeld voorziet de uitvinding in een doek waarin het lussenweefsel bestaat uit inslagdraden uit katoen, linnen, polyestervezel, polypropyleen vezels, viscose, rayon, nylon, modaal en/of andere vezels, en/of combinaties hiervan, en bij voorkeur uit katoen, in combinatie met een grondketting bestaande uit kettingdraden uit katoen, linnen, polyestervezel, polypropyleen vezels, viscose, rayon, nylon, modaalen/of andere vezels, en/of combinaties hiervan, en bij voorkeur uit katoen. De lusdraden kunnen bestaan uit katoen, linnen, polyestervezel, polypropyleen vezels, viscose, rayon, nylon, modaal en/of andere vezels, en/of combinaties hiervan, en bij voorkeur uit katoen. Het vlak weefsel bestaat uit inslagdraden uit katoen, linnen, polyestervezel, polypropyleen vezels, viscose, rayon, nylon, modaal en/of andere vezels, en/of combinaties hiervan, en bij voorkeur uit katoen, in combinatie met een grondketting bestaande uit kettingdraden uit katoen, linnen, polyestervezel, polypropyleen vezels, viscose, rayon, nylon, modaal, en/of andere vezels, en/of combinaties hiervan, en bij voorkeur uit katoen.

Doeken volgens de onderhavige uitvindingen kunnen diverse afmetingen en vormen aannemen. Bij voorkeur heeft een doek volgens de onderhavige uitvinding een gewicht heeft dat begrepen is tussen 300 en 800 gram/m2.

Enkele voordelige eigenschappen van de onderhavige doek zijn als volgt samen te vatten. De onderhavige doek vertoont een grote lusvastheid. Het vlakke weefsel vermijdt dat lussen worden losgetrokken door schaar- of kambewegingen. Er zijn m.a.w. minder haperingen bij het kammen. De vlakke kant van de doek is bijvoorkeur mooi ingebonden en lusvrij. De uitvinding voorziet ook in een doek met een grotere duurzaamheid dan gekende doeken doordat er minder haperingen zijn bij kammen of borstelen door de lusvrije kant.

De onderhavige doek wast vlot en droogt ook relatief snel. Bovendien hebben de doeken door hun specifieke constructie een kleiner volume waardoor meer doeken in één wasbeurt kunnen gewassen worden. Daardoor is er bij het wassen van de doeken een kleiner waterverbruik, minder verbruik van chemicaliën, en minder energieverbruik. Bovendien zijn de huidige doeken hygiënischer dan gekende doeken. Door te voorzien van een vlak weefsel, blijven haren of andere deeltjes, minder vastzitten op de doeken waardoor ze na het haarkappen gemakkelijker verwijderd kunnen worden.

Met klassieke weeftechnieken kunnen éénzijdige badstofdoeken geweven worden, maar hierbij zal de rugzijde slap zijn, niet mooi opgevuld zijn en een open structuur hebben. Hierin kunnen zich losse haartjes nestelen en vastzetten. In overeenstemming met de onderhavige uitvinding werd een doek met een extra platte en stevige rugzijde geweven. Er wordt dus een doek geweven met afwisselend inslagdraden onder badstof en inslagdraden plat weefsel en dit repetitief.

Fig. 1 illustreert gebruikte bindingen in een uitvoeringsvorm van een doek volgens de uitvinding, waarin A de inslagen van het vlak weefsel voorstelt en B de inslagen van het lussenweefsel, en waarin 1 en 2 gronddraden (kettingdraden) voorstellen, en 3 en 4 lusdraden.

Claims (8)

1. Gebruik van een dubbelzijdig doek aan één zijde bestaande uit een lussenweefsel en aan de andere zijde bestaande uit een vlak weefsel voor haarwerkzaamheden.

2. Gebruik volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voor het afdrogen van natte haren de zijde wordt toegepast met het lussenweefsel en voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen de andere zijde met het vlak weefsel wordt toegepast.

3. Dubbelzijdig doek voor het afdrogen van natte haren en/of voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen, waarbij de doek aan één zijde bestaat uit een lussenweefsel en aan de andere zijde bestaat uit een vlak weefsel waarin het vlak weefsel bestaat uit inslagdraden en kettingdraden die verweven zijn, en waarin het lussenweefsel bestaat uit een grondweefsel dat gevormd is door inslagdraden en kettingdraden die verweven zijn, waarin minstens een aantal kettingdraden en/of inslagdraden van het vlak weefsel met minstens een aantal kettingdraden en/of inslagdraden van het lussenweefsel doorweven zijn, teneinde het vlak weefsel en het lussenweefsel onderling te verbinden, en waarin verder lusdraden in het lussenweefsel verweven zijn, dewelke zich langs één zijde van het lussenweefsel weg van het vlak weefsel uitstrekken, en waarin minstens een aantal kettingdraden van het vlak weefsel zich uitstrekken tot in het lussenweefsel waar ze doorweven zijn met minstens een aantal inslagdraden van het lussenweefsel, teneinde het vlak weefsel en het lussenweefsel onderling te verbinden, en verder waarin minstens een aantal inslagdraden van het lussenweefsel zich uitstrekken tot in het vlak weefsel waar ze doorweven zijn met minstens een aantal kettingdraden van het vlak weefsel, teneinde het vlak weefsel en het lussenweefsel onderling te verbinden, met het kenmerk, dat het lussenweefsel voorzien is van een aantal inslagdraden per cm weefsel in de inslagrichting dat begrepen is tussen 10 en 30.

4. Dubbelzijdig doek volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het vlak weefsel is ' voorzien van een aantal inslagdraden per cm weefsel in de inslagrichting dat begrepen is tussen 10 en 30.

5. Doek volgens één der voorgaande conclusies 3 of 4, waarin het lussenweefsel voorzien is van een aantal lusdraden per cm2 weefsel dat begrepen is tussen 8 en 36.

6. Doek volgens één der voorgaande conclusies 3 tot 5, waarin de doek een gewicht heeft dat begrepen is tussen 300 en 800 gram/m2.

7. Gebruik van een doek volgens één der voorgaande conclusies 3 tot 6 voor het afdrogen van natte haren en/of voor het opvangen van afgeknipte haren tijdens het haarkappen.

8. Werkwijze voor het wassen en knippen van haren bestaande uit de stappen van: het wassen van de te knippen haren; het afdrogen van de gewassen haren met het lussenweefsel van een doek; het plaatsen van de genoemde doek onder de te knippen haren waarbij het vlak weefsel van de genoemde doek naar de te knippen haren gericht is, en het knippen van de haren, waarbij de geknipte haren althans gedeeltelijk opgevangen worden door het vlak weefsel van de genoemde doek.