Beschrijving
<EMI ID=1.1>
Onderhevige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en chemische samenstellingen om grondoppervlaktes ijs en sneeuwvrij te maken. Met oppervlaktes wordt in deze uitvinding bedoeld de oppervlaktes die mensen betreden, zoals voetpaden, opritten, parkings, portalen, inkomhallen enz. in beton of steen of van een andere verharde aard ondergrond.
De samenstelling wordt gebruikt in gebruiksklare vorm , al dan niet in aanwezigheid van andere ingrediënten die een invloed uitoefenen op andere eigenschappen (zoals door zijn hygroscopiteit, geur, houdbaarheid, e.a...).
De samenstelling bestaat uit ureumkorrels, bevattende 46% stikstof, en met een diameter tussen de 0.15 mm en 3 mm. De gebruiksdosering ligt tussen de 200 en 400 g per vierkante meter, afhankelijk van de dikte van de ijslaag. Bij heel dikke lagen kan een herbehandeling noodzakelijk zijn om deze ijsvrij te maken. Het product is werkzaam tot bij een minimum omgevingstemperatuur van -15[deg.] C.
Het is gebruikelijk om strooizouten (waarvan het meest gebruikte NaCL, of keukenzout is) te gebruiken voor het ontdooien van oppervlaktes, zowel voor privaat gebruik als voor vb. gebruik op openbare wegen. Andere minder vaak gebruikte vloeibare producten zijn op basis van glycolen die men uitbrengt op de grond.
De strooizouten hebben verschillende nadelen. Een eerste nadeel is dat zij schadelijk zijn voor de grasranden en plantenborders. Door het oplossen van het zout in het ontdooide ijs/sneeuw loopt dit vocht weg naar de randen van de oppervlaktes en komt dan in aanraking met de planten: door een te hoge zoutconcentratie kunnen deze afsterven of ten minste in hun groei geremd worden. Ook door opspatten en wegwaaien van ontdooide zoutoplossing kunnen wij een gelijkaardige schade krijgen op de belendende plantengroei. Een te hoge zoutconcentratie is ook schadelijk voor de dierenwereld, denk maar aan de regenwormen die deze verhoogde concentraties niet verdragen en ander bodemleven.
Een tweede belangrijk nadeel is strooizouten op natuursteen-oppervlaktes (zoals blauwe hardsteen-tegels, dorpels, boordsteen, maar ook marmers, witsteen enz.) blijvende vlekken kan veroorzaken door interferentie met de zouten aanwezig in deze tegels of stenen. Hierdoor bekomt men een esthetische waardevermindering die enkel maar door kostbare ingrepen kan hersteld worden. Ook binnenshuis krijgen wij dit probleem doordat de zoutoplossing aan de voeten kleeft en zo naar binnen wordt meegenomen. Voornamelijk zoutvlekken op tapijten, parket, houten vloeren kunnen onherroepelijke schade aanrichten.
Een derde nadeel is de corrosie-veroorzakende en corrosie-versnellende werking van de strooizouten. Metaaldeeltjes in de tegels, stenen (die vaak ook bij natuurstenen, maar ook in betonklinkers en andere voorkomen) gaan door deze strooizouten heel snel gaan oxideren en geven aanleiding tot hardnekkige, onesthetische en moeilijk te verwijderen roest- en, oxidatievlekken.
Ook als de strooizouten in aanraking komen met andere weinig-beschermde metalen, zoals van voertuigen, structuren, ornamenten, afsluitingen enz. veroorzaken zij daar oxidatie-vlekken of corrosie met alle gevolgen van dien.
De ureumkorrels hebben daarentegen, geen enkele van deze nadelen: al of niet onder opgeloste vorm zijn zij niet schadelijk voor de planten (ureum wordt omgezet tot andere opneembare vormen van stikstof voor de planten en zijn derhalve een bemesting, zie de grootschalige toepassing ervan als meststof in de landbouw), zij veroorzaken geen vlekken op natuursteen- of andere tegels en zij zijn niet corrosief.
De glycolopslossingen, die ook gebruikt kunnen worden als ontdooiingsmiddel, hebben het nadeel dat bij onvoldoende ontdooiing deze zelf hard en heel glad worden, waarna de oppervlaktes quasi onbetreedbaar worden.
Nu hebben wij tot onze verrassing vastgesteld dat de ureumkorrels ook perfect als ontdooiingsmiddel kunnen gebruikt worden. Deze worden tot nu toe niet gebruikt voor deze toepassing.
Inderdaad is het werkingsprincipe analoog aan dit van de strooizouten, met name gaan zij ook het vriespunt van water doen verlagen. Het principe is dat door het toevoegen van een oplosbare stof aan een oplosmiddel (H20), men een verlaging van de dampspanning en hierdoor dus ook een verlaging van het vriespunt bekomt. Dit binair stelsel vertoont een minimum in de smeltlijn (eutectisch punt). Dit is de minimum smelttemperatuur voor een gegeven stelsel. Uiteraard is het eutectisch punt afhankelijk van zowel het oplosmiddel als de opgeloste stof. Na het homogeen uitbrengen op de oppervlaktes gaat ter hoogte van de korrels, het ijs of sneeuw smelten tot een ureum bevattende vloeistof, dewelke dan het errondgelegen ijs of sneeuw ook verder doet smelten enz.
Bij een dosering van 200 tot 400 g bekomt men een voldoende vlugge werking tot minimum temperaturen van -15[deg.]C. Net zoals voor strooizout kan voor dikke ijs- of sneeuwlagen een herbehandeling noodzakelijk zijn. Bij heel lage luchtvochtigheid
(droogte), kan de werking, net zoals voor strooizouten, vertraagd worden, omdat dan onvoldoende contact ontstaat tussen het ontdooiingsmiddel en de harde, droge, ijsoppervlaktes.