<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze voor het behandelen van koekjes of dergelijke.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van koekjes of dergelijke, meer speciaal teneinde ze relatief lang te kunnen bewaren.
Het is bekend dat desserts op basis van een zuivelproduct of een equivalent product op basis van soja of dergelijke, en één of meer koekjes een relatief beperkte houdbaarheid bezitten, doordat op of in de koekjes mogelijk gisten of sporen van schimmels aanwezig kunnen zijn.
Teneinde de groei van deze gisten of schimmels tegen te gaan is het bekend de koekjes of dergelijke in een suikerige oplossing te steriliseren.
Een nadeel van deze bekende werkwijze is dat de koekjes of dergelijke steeds veel suiker bevatten, waardoor hun smaak wordt beïnvloed.
Een ander nadeel van deze bekende werkwijze is dat de volledige suikerige oplossing moet worden gesteriliseerd, hetgeen relatief veel energie vergt en bijgevolg relatief duur is.
Een andere bekende oplossing voor het verlengen van de houdbaarheid van de koekjes is het toevoegen van bewaarmiddelen die de groei van gisten en/of schimmels afremmen of verhinderen, zoals bijvoorbeeld, sorbaatzuur en benzoëzuur.
<Desc/Clms Page number 2>
Een nadeel van deze bekende oplossing is dat de efficiëntie van deze bewaarmiddelen niet bij elke zuurtegraad goed genoeg is voor het verhinderen of afremmen van de groei van gisten en/of schimmels, waardoor producten met een dergelijke zuurtegraad snel kunnen bederven. Bovendien kiezen vele consumenten liever voor producten die vrij zijn van bewaarmiddelen.
Het doel van de huidige uitvinding is een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen.
Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het behandelen van koekjes of dergelijke, welke werkwijze hoofdzakelijk bestaat uit het verhitten van de koekjes of dergelijke met behulp van straling ; vervolgens afkoelen van de koekjes in een kiemarme of kiemvrije kamer ; en het verpakken van de koekjes.
Een voordeel van de huidige uitvinding is dat de koekjes of dergelij ke worden behandeld tegen gisten en schimmels zonder extra componenten toe te voegen aan de koekjes, met als voordeel dat de koekjes hun smaak kunnen bewaren.
Een ander voordeel van deze uitvinding is dat er geen extra bewaarmiddelen moeten worden toegevoegd aan de koekjes of dergelijke en dat de houdbaarheid van de koekjes toch relatief groot is.
Nog een ander voordeel is dat de koekjes die worden behandeld met een werkwijze volgens de uitvinding kunnen worden aangebracht in een zuivelproduct of equivalent product met een neutrale zuurtegraad (pH), zonder het risico dat er een onmiddellijk bederf optreedt.
<Desc/Clms Page number 3>
Bij voorkeur wordt voor het afkoelen van de koekjes of dergelijke een schuim van koolstofdioxide (C02) toegepast.
Een voordeel van deze afkoeltechniek volgens de uitvinding is dat de koekjes snel worden afgekoeld en snel kunnen worden aangebracht op een belucht zuivelproduct of equivalent product, zonder het risico dat het zuivelproduct of equivalent product onder invloed van de warmte van de biscuit zijn volume verliest.
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele werkwijzen beschreven voor het behandelen van koekjes of dergelijke volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin: figuur 1 schematisch een inrichting weergeeft die kan worden toegepast voor een werkwijze volgens de uitvinding ; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur l; figuur 3 een verpakking weergeeft waarin koekjes zijn verpakt die met een werkwijze volgens de uitvinding zijn behandeld ; figuur 4 een variante weergeeft van figuur 1.
In de figuren 1 en 2 is een inrichting 1 weergegeven die hoofdzakelijk bestaat uit een transportband 2 die achtereenvolgens langs een toevoerelement 3 en doorheen een infraroodkamer 4 (IR) en een steriele kamer 5 is geleid.
<Desc/Clms Page number 4>
Het toevoerelement 3 kan hierbij, bijvoorbeeld, een buffer zijn waarin koekjes 6 of dergelijke zijn opgestapeld.
De IR-kamer 4, bestaat bij voorkeur uit een behuizing 7 met een ingang 8 en een uitgang 9, waar doorheen de transportband 2 is geleid.
In deze kamer 4 zijn IR-lampen 10 voorzien die bij voorkeur naar de transportband 2 zijn gericht.
De steriele kamer 5 bestaat uit een behuizing 11 met een ingang 12 die op luchtdichte wijze is verbonden met de voornoemde uitgang 9 van de IR-kamer 4 en een uitgang 13.
Hierbij wordt met steriel bedoeld dat in de kamer 5 weinig of geen kiemen van mogelijk schadelijke micro-organismen aanwezig zijn, de kamer 5 kan met andere woorden worden beschouwd als zijnde kiemarm of kiemvrij.
De behuizing 11 van de steriele kamer 5 is bij voorkeur voorzien van een opening 14 waarin een geleiding 15 van een schematisch weergegeven steriele laminaire luchtstroominstallatie 16 uitmondt. Een andere opening 17 in de behuizing 11 van de steriele kamer 5 sluit aan op een afzuiginstallatie 18, langs waar lucht uit de steriele kamer 5 kan worden verwijderd.
Bij voorkeur zijn in de steriele kamer 5, in de nabijheid van de ingang 12, sproeikoppen 19 aangebracht die naar de bovenzijde van de transportband 2 zijn gericht.
In de nabijheid van de uitgang 13 van de steriele kamer 5 is in dit geval een geleiding 20 voorzien die schuin op de
<Desc/Clms Page number 5>
transportband 2 is aangebracht en die aan de zijde van de steriele kamer 5, tegenover de uitgang 13 van deze kamer 5, verder over de transportband 2 uitsteekt dan aan de zijde van de uitgang 13 zelf.
Aan de uitgang 13 van de steriele kamer 5 is, in dit geval, een tweede transportband 21 voorzien die samenwerkt met een stapelinrichting 22 die, bij voorkeur, op luchtdichte wijze is aangesloten op de uitgang 13 van de steriele kamer 5 en die op bekende wijze samenwerkt met een afvulinrichting 23 voor de koekjes 6.
Deze tweede transportband 21 wordt bij voorkeur ook voorzien van middelen die niet in de figuren zijn weergegeven en die toelaten deze transportband 21 te desinfecteren, welke middelen, zoals bekend, onderaan de transportband 21 kunnen worden voorzien.
In figuur 3 is een verpakking 24 weergegeven waarbij verschillende koekjes 6, bij voorkeur als geheel, in of op een zuivelproduct 25 of equivalent product zijn aangebracht, welke verpakking 24 luchtdicht is afgesloten door middel van een aluminiumfolie 26 of dergelijke.
De werkwijze voor het behandelen van koekjes of dergelijke volgens de uitvinding is eenvoudig en als volgt.
De te behandelen koekjes 6 worden langs het toevoerelement 3 op de transportband 2 verdeeld, waarna ze door de transportband 2 doorheen de IR-kamer 4 worden getransporteerd.
<Desc/Clms Page number 6>
In de IR-kamer 4 worden de koekjes 6 of dergelijke blootgesteld aan IR-straling en aan een temperatuur van, bijvoorbeeld, om en bij de 175 C die op peil wordt gehouden door de warmte gegenereerd door de IR-lampen 10.
Door de snelheid van de transportband 2 in te stellen en de intensiteit van de IR-lampen 10 te regelen, wordt ervoor gezorgd dat de koekjes 6 gedurende een welbepaalde tijd op een welbepaalde temperatuur blijven, waardoor mogelijke schimmels en gisten in of op de koekjes 6 of dergelijke worden afgedood.
Onmiddellijk aan de uitgang 9 van de IR-kamer 4 komen de koekjes 6 in de voornoemde steriele kamer 5 terecht, waar ze al dan niet kunnen worden afgekoeld met behulp van CO2-shuim dat door middel van bijvoorbeeld de sproeikoppen 19 over de koekjes 6 of dergelijke wordt verdeeld.
Dit C02-schuim onttrekt een deel van de warmte van de koekjes 6 en verdampt hierdoor relatief snel.
Het is echter eveneens mogelijk de koekjes 6 met behulp van een laminaire luchtstroom te koelen, vooral wanneer deze koekjes 6 relatief klein zijn.
In de steriele kamer 5 wordt bij voorkeur een constante overdruk gecreëerd teneinde een mogelijke besmetting uit de omgeving tegen te gaan en wordt een laminaire luchtstroom voorzien, zoals gebruikelijk is in steriele installaties.
Aan de uitgang 13 van de steriele kamer 5 worden de koekjes 6, in dit geval, met behulp van de voornoemde geleiding 20 overgeplaatst naar de transportband 21 die samenwerkt met de
<Desc/Clms Page number 7>
voornoemde stapelinrichting 22, waar de koekjes 6 worden opgestapeld teneinde ze uiteindelijk steriel af te vullen in een gewenste verpakking.
Koekjes of dergelijke die volgens de hiervoor beschreven werkwijze volgens de uitvinding worden behandeld, hebben het voordeel dat ze makkelijk in of op een al dan niet belucht zuivelproduct of equivalent product met een neutrale, of nagenoeg neutrale, pH tussen 6 en 8 kunnen worden gebracht en vervolgens verpakt, waarbij het geheel relatief lang geschikt blijft voor menselijke consumptie, zonder dat hiertoe bewaarmiddelen of dergelijke moeten worden aangewend.
Het is duidelijk dat de lampen 10 niet noodzakelijk een IRstraling moeten genereren, zo kan ook een straling met een andere golflengte worden toegepast, zoals bijvoorbeeld microgolven.
Ook is het mogelijk verschillende lampen 10 te voorzien die elk een straling uitzenden met een verschillende golflengte.
In figuur 4 is een variante weergegeven waarbij in de IRkamer 4, zowel boven, als onder de transportband 2 lampen 10 zijn aangebracht.
Zulke uitvoering biedt het voordeel dat de koekjes 6 langs beide zijden worden bestraald en sneller een gewenste temperatuur bereiken over hun volledige volume. Zo kan worden vermeden dat bij relatief dikke koekjes 6 de bovenkant van de koekjes verbrandt, alvorens de onderkant van deze koekjes 6 de gewenste behandelingstemperatuur heeft bereikt.
<Desc/Clms Page number 8>
Het is duidelij k dat in deze variante de transportband 2 de toegepaste straling moet doorlaten, waartoe deze transportband 2 bij voorkeur is vervaardigd uit een metalen gaas. Zulke transportband 2 biedt eveneens het voordeel dat de koekjes 6 in de steriele kamer 5 snel kunnen afkoelen.
De hierboven beschreven uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.