BE1015825A5 - Plinth, FLOORING SYSTEM AND METHOD FOR MANUFACTURING A Plinth. - Google Patents

Plinth, FLOORING SYSTEM AND METHOD FOR MANUFACTURING A Plinth. Download PDF

Info

Publication number
BE1015825A5
BE1015825A5 BE2003/0669A BE200300669A BE1015825A5 BE 1015825 A5 BE1015825 A5 BE 1015825A5 BE 2003/0669 A BE2003/0669 A BE 2003/0669A BE 200300669 A BE200300669 A BE 200300669A BE 1015825 A5 BE1015825 A5 BE 1015825A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
parts
skirting board
aforementioned
skirting
laminate
Prior art date
Application number
BE2003/0669A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Flooring Ind Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Flooring Ind Ltd filed Critical Flooring Ind Ltd
Priority to BE2003/0669A priority Critical patent/BE1015825A5/en
Priority to PCT/EP2004/014751 priority patent/WO2005059270A1/en
Priority to CNA2004800377341A priority patent/CN1894476A/en
Priority to EP04804340A priority patent/EP1699989A1/en
Priority to CA002549287A priority patent/CA2549287A1/en
Priority to US10/583,379 priority patent/US20070125021A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1015825A5 publication Critical patent/BE1015825A5/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F19/00Other details of constructional parts for finishing work on buildings
    • E04F19/02Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves
    • E04F19/04Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves for use between floor or ceiling and wall, e.g. skirtings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27DWORKING VENEER OR PLYWOOD
    • B27D5/00Other working of veneer or plywood specially adapted to veneer or plywood
    • B27D5/003Other working of veneer or plywood specially adapted to veneer or plywood securing a veneer strip to a panel edge
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27DWORKING VENEER OR PLYWOOD
    • B27D5/00Other working of veneer or plywood specially adapted to veneer or plywood
    • B27D5/006Trimming, chamfering or bevelling edgings, e.g. lists
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F19/00Other details of constructional parts for finishing work on buildings
    • E04F19/02Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves
    • E04F19/04Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves for use between floor or ceiling and wall, e.g. skirtings
    • E04F2019/0404Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves for use between floor or ceiling and wall, e.g. skirtings characterised by the material
    • E04F2019/0422Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves for use between floor or ceiling and wall, e.g. skirtings characterised by the material of organic plastics with or without reinforcements or filling materials
    • E04F2019/0427Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves for use between floor or ceiling and wall, e.g. skirtings characterised by the material of organic plastics with or without reinforcements or filling materials with a integrally formed hinge
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0107Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edges
    • E04F2201/0115Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edges with snap action of the edge connectors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0153Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/10Methods of surface bonding and/or assembly therefor
    • Y10T156/1089Methods of surface bonding and/or assembly therefor of discrete laminae to single face of additional lamina

Abstract

Plint, daardoor gekenmerkt dat zij uit minstens twee structurele delen (2-3) bestaat, respectieveljk een eerste deel (2) dat minstens een gedeelte van de voorzijde (4) van de plint (1) vormt en een tweede deel (3) dat minstens een gedeelte van de bovenzijde (5) van de plint (1) vormt, waarbij beide delen (2-3) gevormd zijn uit een door middel van persdruk gevormd laminaatvormig materiaal (6) met een kern (7) en een erop angebrachte toplaag (8) op basis van kunststof.Skirting board, characterized in that it consists of at least two structural parts (2-3), respectively a first part (2) which forms at least a part of the front side (4) of the skirting board (1) and a second part (3) that forms at least a portion of the top side (5) of the skirting-board (1), both parts (2-3) being formed from a laminate-shaped material (6) formed by pressing pressure with a core (7) and a top layer applied thereto (8) based on plastic.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Plint, vloerbedekkingssysteem en werkwijze voor het vervaardigen van een plint. Deze uitvinding heeft betrekking op een plint, een vloerbedekkingssysteem, in het bijzonder een vloerbedekkingssysteem dat dergelijke plint toepast, en een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke plint. 



  Het is bekend dat een vloerbedekking kan worden gevormd door middel van vloerpanelen die op een ondergrond worden neergelegd en bij voorkeur onderling met elkaar worden verbonden, hetzij door middel van een in elkaar gelijmde tand- en groefkoppeling, hetzij door middel van koppeldelen die een onderlinge vergrendeling tussen de vloerpanelen bewerkstelligen. Voorbeelden van in de vloerpanelen geïntegreerde mechanisch vergrendelende koppeldelen zijn onder meer bekend uit de internationale octrooiaanvragen WO 97/47834, WO 01/98603 en WO 01/96688. 



  Dergelijke vloerpanelen kunnen een verschillende opbouw vertonen, waarbij meestal gebruik wordt gemaakt van een substraat of kern, waarop een al dan niet uit meerdere lagen gevormde toplaag is aangebracht. De kern bestaat meestal uit een plaat uit een materiaal op basis van hout, bijvoorbeeld spaanplaat of houtvezelplaat, meer speciaal MDF (Medium Density Fibreboard) of HDF (High Density Fibreboard), alhoewel het gebruik van andere materialen voor de kern, bijvoorbeeld kunststof, zogenaamd compact laminaat en dergelijke niet uitgesloten is. De toplaag kan 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 uitgevoerd zijn op basis van kunststof of een ander materiaal, bijvoorbeeld fineer, een enkele millimeter dikke houtlaag, kurk, linoleum, steen of dergelijke. 



  In het geval dat de toplaag bestaat uit fineer of een enkele millimeter dikke houtlaag, kan een bij de vloerbedekking bijhorende plint eenvoudig worden gerealiseerd uit massief hout van dezelfde houtsoort als het fineer of de toplaag. 



  In het geval dat de toplaag van de vloerpanelen is uitgevoerd op basis van kunststof, bijvoorbeeld gevormd is uit één of meer geperste en uitgeharde met hars geïmpregneerde dragervellen, waaronder een bedrukte decorlaag, welke op een kernlaag zijn aangebracht, meer speciaal DPL (Direct Pressure Laminate) of HPL (High Pressure Laminate), ontstaat het probleem dat het vrij moeilijk is om een optimaal aan de vloerbedekking aangepaste plint te realiseren, zulks bovendien op een industriële en economisch verantwoorde wijze. 



  Tot op heden worden in combinatie met dergelijke vloerpanelen plinten aangewend die met een bedrukte folie ommanteld zijn, waarbij deze folie op de eigenlijke plint is vastgekleefd. Deze bekende plinten vertonen het nadeel dat de bedrukking van de folie van de plint nooit optimaal aan de bedrukking van de decorlaag van de vloerpanelen is aangepast, aangezien doorgaans van verschillende vervaardigings- en bedrukkingstechnieken wordt uitgegaan en zulke folie en decorlaag bovendien bij verschillende 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 fabrikanten worden gerealiseerd. Bovendien is het een kostelijke aangelegenheid om voor ieder nieuw ontwikkeld motief voor een decorlaag voor het vormen van vloerpanelen, ook een nieuwe aangepaste bedrukking te ontwikkelen voor de folie van de plinten.

   Nog een nadeel van dergelijke met een folie ommantelde plinten bestaat erin dat zij door de aard van het materiaal van de folie, namelijk eenvoudig bedrukt papier of kunststof, nooit eenzelfde uiterlijk vertonen dan het oppervlak van de vloerpanelen, dat door middel van een pers- en uithardingsprocédé is verkregen. 



  Ook laat dergelijke folie niet toe om welbepaalde effecten aan het oppervlak te realiseren, die wel bij de vervaardiging van de vloerpanelen mogelijk zijn, zoals het aanbrengen van indrukkingen, al dan niet in overeenstemming met het onderliggend gedrukt motief, het aanbrengen van indrukkingen die met een kleurcomponent of andere component worden gevuld, het nabehandelen van het oppervlak, bijvoorbeeld het opblinken ervan, enzovoort. 



  Nog een belangrijk nadeel van zulke met een folie ommantelde plint bestaat erin dat geen plinten kunnen worden gerealiseerd waarvan de voorzijde en de bovenzijde onder hoek tegen elkaar aansluiten, daar bij het ommantelen met een folie steeds in een bepaalde afrondingsradius moet worden voorzien. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  De huidige uitvinding beoogt een plint die zodanig is opgebouwd dat aan één of meer van de voornoemde nadelen een oplossing wordt geboden. 



  Volgens een eerste aspect heeft de uitvinding dan ook betrekking op een plint, met als kenmerk dat zij uit minstens twee structurele delen bestaat, respectievelijk een eerste deel dat minstens een gedeelte van de voorzijde van de plint vormt en een tweede deel dat minstens een gedeelte van de bovenzijde van de plint vormt, waarbij beide delen gevormd zijn uit een door middel van persdruk gevormd laminaatvormig materiaal met een kern en een erop aangebrachte toplaag op basis van kunststof. Doordat de plint volgens de uitvinding is samengesteld uit twee delen die ieder bestaan uit een laminaatvormig materiaal, is de uitvoering van de plint van de uitvinding niet meer gebonden aan de beperkingen van het gebruik van een ommantelingsfolie en kunnen alle effecten worden gecreëerd die ook mogelijk zijn bij de vloerpanelen.

   Ook kunnen plinten met een voorzijde en bovenzijde worden gerealiseerd die onder een hoek op elkaar aansluiten zonder dat daarbij een afrondingsradius moet in acht genomen worden. Ook heeft de plint volgens de uitvinding een oppervlaktekwaliteit die volledig overeenstemt met deze van de vloerpanelen. 



  Opgemerkt wordt dat met structurele delen wordt bedoeld dat deze delen een kern of substraat vertonen waarop een toplaag is aangebracht, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld dunne laminaatbandjes die soms worden 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 aangewend voor het afdekken van de zijkant van een laminaatplaat. Dergelijke laminaatbandjes zouden in principe ook kunnen worden aangewend voor het afdekken van een bovenzijde van een plint, doch uit de praktijk is het bekend dat het gebruik van dergelijke laminaatbandjes in het algemeen het nadeel vertoont dat deze gemakkelijk kunnen loskomen en dat de aansluiting tegen de voorzijde niet altijd perfect. 



  Bij voorkeur zijn de voornoemde twee delen gevormd uit een plaatvormig materiaal, met als voordeel dat dit materiaal in eenzelfde productieprocédé of een gelijkaardig productie-procédé kan worden vervaardigd als de basisplaat waaruit vloerpanelen worden gevormd. Hierdoor kan het basismateriaal van de plinten bijvoorbeeld met dezelfde persen worden vervaardigd als die welke worden aangewend voor het vervaardigen van de vloerpanelen, zonder dat bij het persen bijzondere maatregelen moeten worden toegepast. 



  Bij voorkeur zijn de voornoemde twee delen uit een gelijkaardig of eenzelfde laminaatvormig materiaal vervaardigd en van eenzelfde motief voorzien, waardoor het uitzicht van de voorzijde en bovenzijde volledig op elkaar is afgestemd. Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat de voornoemde twee delen uit éénzelfde laminaatplaat afkomstig zijn, zodanig dat eventuele lichte verschillen die om welke reden ook bij de productie tussen opeenvolgende laminaatplaten zouden optreden, nooit resulteren in verschillen tussen de voorzijde en bovenzijde van éénzelfde plint.

   

 <Desc/Clms Page number 6> 

 In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm sluiten de voornoemde twee delen minstens ter hoogte van de buitenzijde van de plint tegen elkaar aan en vertonen zij aan hun zichtbare zijden motieven die in elkaar overgaan, waarbij bijvoorbeeld in het geval van een houtmotief wordt verkregen dat de houtnerf aan de bovenzijde overgaat in de houtnerf aan de voorzijde, waardoor het uitzicht wordt gecreëerd alsof de plint uit massief hout bestaat. 



  De uitvinding is vooral van nut bij klassiek laminaat van het type waarbij de toplaag van de voornoemde twee delen is gevormd uit één of meer geperste in hars gedrenkte lagen, waaronder een zogenaamde decorlaag, welke bedrukt is, hetzij met een egale bedrukking, hetzij met een welbepaald motief dat bijvoorbeeld hout, keramiek, steen of dergelijke imiteert. Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat het voornoemd laminaatvormig materiaal van minstens één van de voornoemde twee delen, en bij voorkeur van beide delen, bestaat uit zogenaamd DPL (Direct Pressure Laminate) of zogenaamd HPL (High Pressure Laminate) dat op een substraat of kern is bevestigd. 



  De voornoemde twee delen kunnen rechtstreeks of onrechtstreeks aan elkaar zijn bevestigd, bijvoorbeeld met behulp van lijm of op enige andere wijze. 



  Zoals voornoemd, kan de plint volgens de uitvinding zonder een afronding tussen de voorzijde en bovenzijde worden gerealiseerd, terwijl de decoratieve toplagen toch tegen 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 elkaar aansluiten. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm sluiten de voornoemde twee delen met hun buitenzijden dan ook onder hoek tegen elkaar aan. 



  Volgens een belangrijke voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekken de voornoemde twee delen zich met hun toplaag onder een hoek van 90 graden uit ten opzichte van elkaar, waarbij aldus een plint met een rechthoekige buitenzijde wordt verkregen. 



  Bij voorkeur sluiten de voornoemde twee delen minstens gedeeltelijk in verstek tegen elkaar aan, waarbij dit verstek zich bij voorkeur minstens uitstrekt tot tegen de buitenzijde van de plint. Hierdoor wordt verkregen, althans bij de uitvoeringen waarbij de voornoemde delen zich rechtstreeks tegen elkaar bevinden, dat de toplagen in de buitenhoek van de plint zonder zichtbare naad tegen elkaar aansluiten. Het verstek strekt zich hierbij bij voorkeur uit volgens een hoek die samenvalt of ongeveer samenvalt met de bissectrice van de buitenhoek van de plint. Andere mogelijkheden zijn echter niet uitgesloten. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm is de toplaag van minstens één van voornoemde delen, doch bij voorkeur van beide delen, voorzien van indrukkingen, meer speciaal indrukkingen die een reliëf imiteren, bijvoorbeeld van een natuurlijk materiaal, zoals houtporiën, oneffenheden in een stenen oppervlak of dergelijke. Hierbij kunnen deze indrukkingen eventueel in overeenstemming zijn met het motief, meer speciaal het gedrukte motief, van de toplaag, 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 hetgeen dikwijls "registered embossment" wordt genoemd. 



  Dit laatste is vooral nuttig wanneer hout wordt geimiteerd, daar op deze wijze een zeer realistische imitatie kan worden verkregen. 



  Volgens nog een bijzondere uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een laminaatvormig materiaal waarbij in de voornoemde indrukkingen, of minstens een gedeelte ervan, een component is aangebracht in de vorm van een kleurend product en/of een actieve component. Door middel van zulk kleurend product kunnen speciale effecten worden gecreëerd die ook bij vloerpanelen worden toegepast, zoals bijvoorbeeld het nabootsen van gekalkt hout. Door gebruik te maken van een actieve component kunnen dan weer andere effecten worden gecreëerd. Onder een actieve component worden onder meer antibacteriële, schimmelwerende, fluorescerende, antistati-sche, geluidsdempende en andere componenten verstaan. 



  Volgens nog een bijzondere uitvoeringsvorm wordt met delen gewerkt waarvan de toplaag een decorlaag bevat, waarbij boven de decorlaag, al dan niet rechtstreeks erop, minstens één ingekleurde overlay aanwezig is, waardoor ook weer bijzondere effecten tot stand kunnen worden gebracht, zoals dit het geval is bij vloerpanelen. 



  Zo bijvoorbeeld kan een zeer realistische imitatie van ingekleurd, en meer specifiek gekalkt hout, ook "cérusé" genoemd, worden verkregen door de delen te vormen uit materiaal dat een toplaag bezit met een decorlaag die een 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 houtmotief weergeeft, waarbij deze toplaag is voorzien van indrukkingen waarin een kleurende component is aangebracht, en bovendien een ingekleurde overlay toe te passen. De met de kleurende component gevulde indrukkingen imiteren de kleurstof die in de poriën van een ingekleurde echte houten vloer achterblijven, terwijl de ingekleurde overlay de kleurstofzweem imiteert die bij het inkleuren van echt hout op het gladde houtoppervlak achterblijft. 



  Voor wat betreft de voornoemde indrukkingen, het gebruik van componenten in deze indrukkingen, het gebruik van ingekleurde overlays, alsook het uitvoeren van speciale nabewerkingen, zoals het opblinken van het oppervlak van de toplaag, wordt verwezen naar de octrooiaanvragen WO 01/96689, BE 2003/0339 en BE 2003/0585, waarbij de informatie die in deze octrooiaanvragen vervat zit, doch beschreven is voor vloerpanelen, bij wijze van referentie als geïncorporeerd in de huidige aanvrage, doch toegepast op de voornoemde plint, moet worden beschouwd. 



  Volgens een bijzondere mogelijkheid wordt ter plaatse van de hoekrand gevormd door de twee delen een materiaalgedeelte weggenomen, bij voorkeur in de vorm van een vellingkant, waarbij dan op het verkregen oppervlak een decoratieve laag wordt aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van een lak, vernis, al dan niet gekleurd impregneermiddel, transferbedrukking of andere bedrukking. 



  Het is duidelijk dat de kern van de voornoemde delen bij voorkeur uit hetzelfde materiaal bestaat als het 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 kernmateriaal dat bij de vervaardiging van vloerpanelen wordt aangewend. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt dan ook MDF of HDF aangewend. MDF en HDF vertonen ook het voordeel dat het materialen zijn die vlot machinaal bewerkbaar zijn, wat belangrijk is bij het vormen van de voornoemde twee delen. 



  In principe kan de kern uit eender welk materiaal bestaan. 



  Andere voorbeelden zijn dan ook spaanplaat, geëxtrudeerd hout, of andere plaatmaterialen al dan niet op basis van hout. In het geval van geëxtrudeerd hout is het niet uitgesloten om uit te gaan van basisdelen die reeds in de vorm van de uiteindelijke plint, of min of meer in de vorm ervan, worden geëxtrudeerd en vervolgens worden gelamineerd, om zo tot delen 2 en 3 te komen die dan worden samengevoegd. 



  Bij voorkeur bestaan de voornoemde twee delen respectievelijk uit een groter opstaand deel, dat de voorzijde van de plint vormt, en een kleiner topdeel dat bovenop het opstaand deel is aangebracht en dat de bovenzijde van de plint vormt. 



  Om praktische redenen geniet het de voorkeur dat de voornoemde twee delen gevormd zijn uit plaatvormig materiaal en dat de naar elkaar gerichte zijden van deze delen door een machinale bewerking, waaronder een verspanende bewerking moet worden verstaan, zijn tot stand gebracht. Plaatvormig materiaal dat door middel van een persbewerking tot stand is gekomen is immers onderhevig 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 aan relatief grote diktetoleranties. Door de beide delen evenwel uitsluitend met zijden tegen elkaar aan te brengen die door middel van een machinale nabewerking zijn verkregen, welke bewerking met zeer geringe tolerantieafwijkingen kan worden uitgevoerd, wordt de invloed van diktetoleranties van het oorspronkelijke plaatvormig materiaal vermeden. 



  In een belangrijke voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de twee delen gevormd uit een plaatvormig materiaal dat tegenovergesteld aan de toplaag tevens een tegenlaag bevat, waarbij het deel dat de zijkant van de plint vormt deze tegenlaag nog bezit, terwijl aan het deel dat de bovenzijde van de plint vormt, deze tegenlaag weggenomen is. 



  Bij voorkeur vertonen de samenstellende delen van de plint, en meer speciaal de voornoemde twee delen, in elkaar passende vormen, bijvoorbeeld in de vorm van een mannelijk en vrouwelijk deel, die bij het samenvoegen van deze delen een automatische onderlinge positionering bewerkstelligen. Zo bijvoorbeeld kunnen de zijden van de delen die tegen elkaar aansluiten respectievelijk met een binnenhoek en buitenhoek uitgevoerd zijn die in elkaar passen. Bij het tegen elkaar aandrukken van de delen komen deze bijgevolg automatisch in een juiste onderlinge positie terecht, waardoor wordt uitgesloten dat de toplagen aan de buitenhoek van de plint niet precies tegen elkaar zouden aansluiten. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  Alhoewel de plint volgens de uitvinding bij voorkeur uit slechts twee delen bestaat, is het niet uitgesloten om deze uit meerdere delen samen te stellen. Hierbij is het ook mogelijk om gebruik te maken van een gemeenschappelijke draag- of verbindingsstructuur waaraan de voornoemde twee of meer delen worden bevestigd. 



  Het is duidelijk dat de samenstellende delen van de plint, en meer speciaal de voornoemde twee delen, niet noodzakelijk door middel van een lijmverbinding aan elkaar moeten worden bevestigd, doch dat hiertoe eender welke vorm van verbinding kan worden aangewend. Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm kunnen dan ook twee of meer van de samenstellende delen, en meer speciaal de voornoemde twee delen, onderling aan elkaar verbonden worden door middel van in elkaar aangrijpende profileringen, die bij voorkeur in een snapverbinding voorzien, waarbij het gebruik van lijm of afzonderlijke elementen, zoals nietjes, nagels, schroeven of dergelijke kan worden uitgesloten. 



  Het is duidelijk dat de plint zowel een globaal rechte vorm als eender welke andere vorm kan vertonen. Zo bijvoorbeeld kan zij met een functionele geprofileerde achterzijde worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld een achterzijde met een inspringend gedeelte om het contact met de wand of vloer te beperken, een achterzijde die bedoeld is samen te werken met bevestigingsaccessoires, zoals bevestigingsclipsen, een achterzijde die voorzien is 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 van één of meer uitsparingen bijvoorbeeld voor het onderbrengen van leidingen, enz. 



  De uitvinding beperkt zich niet tot plinten met een klassiek uitzicht, met andere woorden plinten die een over de lengte doorlopend uniform uitzicht of doorlopend motief hebben. Zo bijvoorbeeld kan de toplaag van de voornoemde twee delen worden uitgevoerd met een gedrukt tegelmotief met voegen die zich over de voorzijde en bovenzijde van de betreffende plint uitstrekken. Hierbij kan eventueel ter plaatse van de geïmiteerde voegen een reliëfverschil aanwezig zijn dat bij voorkeur gevormd is door een indrukking, materiaalwegname of uitsparing. 



  Een ander probleem dat zich bij traditionele plinten voordoet, welke klassiek een lengte van twee of meer meter vertonen, is dat de aanwending ervan bepaalde nadelen met zich mee kan brengen. Zo bijvoorbeeld kunnen de plinten van zulke klassieke lengte gemakkelijk beschadigingen oplopen bij het transport. Ook kunnen zij moeilijk worden getransporteerd samen met traditionele laminaatvloerpanelen, daar hun lengte aanzienlijk groter is dan de lengte van dergelijke vloerpanelen. 



  Wanneer doorlopende plinten met een zich herhalend tegelmotief worden uitgevoerd, die bedoeld zijn om bij tegelvormige laminaatvloerpanelen te worden aangewend, ontstaat ook het nadeel dat moeilijk een plint kan worden gerealiseerd waarbij de afstand tussen de opeenvolgende geïmiteerde voegen overeenstemt met de afstand tussen de 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 geïmiteerde voegen van de vloerpanelen, vooral wanneer voor het vormen van de plint en het vormen van de vloerpanelen in overeenstemming met het eerste aspect van de uitvinding zou worden uitgegaan van een basisplaat met eenzelfde tegelmotief.

   Doordat bij het vervaardigen van de tegelvormige laminaatvloerpanelen ter plaatse van iedere voeg een gedeelte wordt weggezaagd en weggefreesd, terwijl dit bij het vervaardigen van een doorlopende plint uit hetzelfde materiaal niet het geval is, is het duidelijk dat de afstand tussen de voegen van de plint en de voegen van de vloerpanelen verschillend is. Het is dan ook niet mogelijk om zulke plint met de erop geïmiteerde voegen in overeenstemming met de voegen van de vloerpanelen langsheen een geïnstalleerde vloer aan te brengen. 



  Zelfs wanneer voor de plinten zou worden uitgegaan van een basisplaat met een afzonderlijke decorlaag, waarbij de groeven dichter bij elkaar zijn afgebeeld, blijft het nadeel bestaan dat een perfecte overeenstemming tussen de groeven op de plinten en de groeven aan de tegelvormige vloerpanelen niet kan worden gewaarborgd. Het is immers zo dat zulke gedrukte decorlaag onderhevig is aan rek en krimp, waardoor moeilijk een vaste afstand tussen de voegen op de plint kan worden verzekerd. 



  Om aan één of meer van de voornoemde nadelen te verhelpen, voorziet de huidige uitvinding volgens een tweede aspect in een plint die daardoor gekenmerkt is dat zij is samengesteld uit korte stukken die in langsrichting opeenvolgend na elkaar kunnen worden gemonteerd. 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 



  Volgens een eerste mogelijkheid van dit tweede aspect wordt gewerkt met stukken waarvan de lengte nagenoeg gelijk is, gelijk is of kleiner is dan de lengte van de vloerpanelen waarbij de plint bedoeld is te worden aangewend. Zodoende worden vrij korte stukken verkregen die, enerzijds, minder vlug beschadigingen zullen oplopen en, anderzijds, vlot mee kunnen worden getransporteerd met dozen verpakte vloertegels, hetzij door ze afzonderlijk, al dan niet verpakt in een eigen doos, hiermee mee te zenden, hetzij door ze samen met vloerpanelen in eenzelfde doos te verpakken. 



  Volgens een andere mogelijkheid van het tweede aspect van de uitvinding worden de stukken met een zodanige lengte uitgevoerd dat deze precies overeenstemmen met de lengte van een tegelvormig vloerpaneel, waarbij aan de uiteinden van ieder stuk dan een voeg wordt geïmiteerd, met als resultaat dat een plint uit dergelijke stukken kan worden gerealiseerd waarvan de voegen precies in overeenstemming kunnen zijn met de voegen van de tegelvormige vloerpanelen. Het is immers zo dat de voornoemde stukken met geringe lengtetoleranties kunnen worden vervaardigd, evenals de tegelvormige vloerpanelen, waardoor verschillen zich nauwelijks kunnen voordoen. 



  Het is ook niet uitgesloten om de lengte van de stukken met een veelvoud van de lengte van een tegel uit te voeren. 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 



  De opeenvolgende stukken kunnen volgens een bijzondere uitvoeringsvorm worden voorzien van koppelmiddelen waardoor zij al dan niet rechtstreeks aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Het kan hierbij handelen om koppelmiddelen op de kopse uiteinden die in elkaar aangrijpen en een mechanische vergrendeling bewerkstelligen, en/of om koppelmiddelen waarmee ieder stuk op een gemeenschappelijke onderliggende draagstructuur kan worden aangebracht, bijvoorbeeld een lijst uit MDF/HDF, kunststof, metaal of dergelijke, waarbij deze draagstructuur dan bijvoorbeeld eerst tegen de wand wordt bevestigd. 



  De koppelmiddelen op de kopse uiteinden kunnen van verschillende vormen zijn en bestaan bijvoorbeeld uit en tand en groef, al dan niet gecombineerd met vergrendelingsmiddelen die tevens een onderlinge vergrendeling in de langsrichting van de plintstukken bewerkstelligen. 



  De voornoemde imitatie van een voeg ter plaatse van de uiteinden van de voornoemde stukken van de plint kan op verschillende wijzen worden gerealiseerd. Bij voorkeur gebeurt dit volgens één van volgende mogelijkheden: - door middel van een bedrukking; - door middel van een indrukking; - door middel van een bedrukking gecombineerd met een indrukking; - door middel van een weggenomen materiaalgedeelte langsheen de rand van de voeg; 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 - door middel van een weggenomen materiaalgedeelte in de vorm van een afschuining of zogenaamde vellingkant, waarop al dan niet een afzonderlijke decoratieve laag is aangebracht. 



  Opgemerkt wordt dat de uitvinding ook betrekking heeft op een plint waarbij één of meer kenmerken van het voornoemde eerste aspect worden gecombineerd met één of meer kenmerken van het voornoemde tweede aspect van de uitvinding. 



  De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een vloerbedekkingssysteem, bestaande uit vloerpanelen en plinten, waarbij de vloerpanelen gevormd zijn door laminaatpanelen met een kern en een erop geperste toplaag op basis van kunststof, meer speciaal hars, bij voorkeur zogenaamd DPL (Direct Pressure Laminate), met als kenmerk dat hierbij plinten volgens het eerste aspect van de uitvinding worden aangewend en dat de toplagen van de plinten en de vloerpanelen op elkaar zijn afgestemd. 



  Bij voorkeur zijn deze toplagen op elkaar afgestemd doordat zij één of meer van volgende eigenschappen vertonen : - de plinten en de vloerpanelen zijn door een gelijkaardig vervaardigingsproces tot stand gekomen; - beide toplagen bestaan uit zogenaamd DPL (Direct
Pressure Laminate); 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 - de toplagen zijn gevormd met behulp van identieke decorlagen, meer speciaal uit identieke met hars geïmpregneerde en met een decor bedrukte papierlagen of dergelijke; - de toplagen zijn op een gelijkaardige wijze afgewerkt, meer speciaal zijn zij beide van één of meer van volgende afwerkingen voorzien: - indrukkingen in het oppervlak; - indrukkingen in het oppervlak welke in overeenstemming zijn met het motief van een in de toplaag aangewende decorlaag;

   - indrukkingen in het oppervlak waarin een component is aangebracht, hetzij een kleurcomponent of een actieve component; - een nabehandeling van het oppervlak waardoor de eigenschap ervan gewijzigd is, zoals onder meer een opgeblonken oppervlak. 



  Verder heeft de uitvinding eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van plinten volgens het voornoemde eerste aspect, waarbij deze werkwijze daardoor gekenmerkt is dat door middel van persdruk een laminaatvormig materiaal met een kern en een erop geperste   toplaag op basis van kunststof wordt gevormd ; uit dit   laminaatvormig materiaal door middel van één of meer machinale bewerkingen de voornoemde twee delen worden gevormd ; en dat de voornoemde twee delen rechtstreeks of onrechtstreeks met elkaar worden verbonden. 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 



  Bij voorkeur worden hierbij stroken gevormd uit het    laminaatvormig materiaal ; deze stroken onder verstek samengesteld en aan elkaar bevestigd ; worden   vervolgens van de samengestelde stroken gedeelten verwijderd, meer speciaal afgezaagd, teneinde een plint te weerhouden. Doordat de samenstelling gebeurt door middel van grotere stroken, waarna pas een gedeelte van één of beide van de stroken wordt afgezaagd, kunnen de stroken degelijk worden ingeklemd tijdens het samenvoegen ervan. 



  Volgens een bijzondere techniek worden de voornoemde stroken kokervormig samengesteld, zodanig dat door het gepast doorzagen van deze koker in éénmaal meerdere plinten worden weerhouden. Zulke kokervormige structuur biedt het voordeel dat de verschillende stroken gemakkelijk kunnen worden samengebracht tot zij aan elkaar gehecht zijn. Opgemerkt dat zulke kokervormige structuur bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, met een vierkante of rechthoekige vorm wordt uitgevoerd. 



  Volgens een andere techniek van de uitvinding wordt uitgegaan van een lat of strook, die bij voorkeur afgezaagd is van een plaat, waarbij aan beide langsranden een profilering wordt uitgevoerd, waarna deze lat in langsrichting wordt doorgesneden, bijvoorbeeld doorgezaagd, en de twee verkregen, zich voorheen aan de langsranden gesitueerde delen, zodanig worden samengevoegd dat een plint in overeenstemming met de uitvinding wordt verkregen. 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 



  Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding worden de basisplaten voor het vormen van de voornoemde delen van de plint en de vloerpanelen door middel van een gelijkaardig vervaardigingsproces gerealiseerd, met het enige wezenlijke verschil dat voor het vormen van de delen van de plint wordt uitgegaan van een plaatvormig materiaal met een dikkere kern dan het plaatvormig materiaal dat voor het vormen van de vloerpanelen wordt aangewend. 



  Alhoewel het gebruik van een dun bandvormig deel aan de bovenzijde van de plint, in de plaats van een structureel deel, zoals voornoemd, bepaalde nadelen oplevert, wordt opgemerkt dat het gebruik van dergelijk bandvormig deel alsnog bijzondere voordelen kan opleveren wanneer gedacht wordt aan de toepassing van bepaalde nabewerkingen. Zulke nabewerkingen zouden ook op een folie, meer speciaal een dunne laminaatfolie kunnen worden uitgevoerd, voor en/of na dat deze folie in bandjes of stroken is gesneden, waarna de verkregen bandjes of stroken tegen de bovenzijde van de plint worden bevestigd.

   Hierdoor ontstaat niet alleen het voordeel dat zowel aan de voorzijde als bovenzijde een gelamineerd oppervlak wordt verkregen, doch dat ook gelijkaardige bewerkingen en dus effecten aan deze oppervlakken kunnen worden gecreëerd die tevens optimaal aan de vloerpanelen aangepast kunnen zijn. 



  Ook is het niet uitgesloten om de voorzijde van de plint van dergelijke folie te voorzien, of zowel de bovenzijde als voorzijde. 

 <Desc/Clms Page number 21> 

 



  Volgens een derde aspect heeft de uitvinding dan ook betrekking op een plint, daardoor gekenmerkt dat zij zowel aan de voorzijde als bovenzijde een gelamineerd oppervlak heeft dat door een persbewerking is verkregen, waarbij minstens één oppervlak is gevormd door een vooraf gevormde laminaatfolie, waarbij beide gelamineerde oppervlakken eenzelfde of gelijkaardige nabewerking zijn ondergaan. 



  De nabewerkingen zijn bijvoorbeeld één of meer van de hiervoor beschreven bewerkingen, zoals het aanbrengen van indrukkingen die het motief volgen, het opvullen van indrukkingen met een component, het opblinken van panelen en dergelijke. 



  Wanneer de laminaatfolie wordt gecombineerd met een klassiek laminaat, bijvoorbeeld wanneer het lichaam van de plint en de voorkant wordt gevormd door een kern met een daarop geperste toplaag, bijvoorbeeld type DPL, en de bovenzijde bestaat uit een nadien aangehechte laminaatfolie, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van eenzelfde decorlaag. Het laminaat en de decorlaag worden bij voorkeur verwezenlijkt in eenzelfde pers, in het geval van indrukkingen zelfs met dezelfde persplaat. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: 

 <Desc/Clms Page number 22> 

 figuur 1 in perspectief een gedeelte van een plint volgens het eerste aspect van de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met F3 is aangeduid; figuren 4 tot 12 verschillende varianten van de plint volgens de uitvinding weergeven; figuur 13 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 12 met F13 is aangeduid; figuren 14 en 15 zichten weergeven analoog aan dat van figuur 13, voor twee varianten;

   figuur 16 nog een uitvoeringsvorm van een plint volgens de uitvinding weergeeft, in gemonteerde toestand ; figuur 17 een zicht weergeeft gelijkaardig aan dat van figuur 3, doch voor een variante; figuur 18 een vloerbedekkingssysteem volgens de uitvinding weergeeft; figuur 19 nog een plint volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 20 schematisch een werkwijze voor het vervaardigen van de plint volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 21 en 22 twee bijzondere technieken weergeven die bij de vervaardiging van zulke plint kunnen worden toegepast; 

 <Desc/Clms Page number 23> 

 figuur 23 een vloerbedekkingssysteem weergeeft met een plint die in overeenstemming met het tweede aspect van de uitvinding is uitgevoerd; figuren 24 en 25 op een grotere schaal doorsneden weergeven volgens lijnen XXIV-XXIV en XXV-XXV in figuur 23;

   figuren 26 en 27 zichten weergeven analoog aan dat van figuur 24, voor twee varianten van de plint volgens de uitvinding. 



  Zoals weergegeven in de uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot 3 bestaat een plint 1 die is uitgevoerd in overeenstemming met het eerste aspect van de uitvinding uit minstens twee structurele delen 2-3, respectievelijk een eerste deel 2 dat minstens een gedeelte van de voorzijde 4 van de plint 1 vormt en een tweede deel 3 dat minstens een gedeelte van de bovenzijde 5 van de plint 1 vormt, waarbij beide delen 2-3 gevormd zijn uit een door middel van persdruk gevormd laminaatvormig materiaal 6 met een kern 7 en een erop aangebrachte toplaag 8 op basis van kunststof. Zoals uit de verdere beschrijving zal blijken zijn de delen 2-3 bij voorkeur gevormd uit een plaatvormig laminaatvormig materiaal 6, waarbij voor het vormen van de twee delen 2-3 bij voorkeur van een gelijkaardig of eenzelfde laminaatvormig materiaal is uitgegaan dat tevens bij voorkeur eenzelfde motief weergeeft. 



  De kern 7 van de delen 2-3 bestaat bijvoorbeeld uit MDF of HDF,   terwijl   de toplaag 8 bij voorkeur bestaat uit één of meer met hars geïmpregneerde lagen die op de kern 7 

 <Desc/Clms Page number 24> 

 geperst zijn. In figuur 3 is bij wijze van voorbeeld een detail weergegeven waarbij de toplaag 8 is samengesteld uit twee lagen, respectievelijk een zogenaamde decorlaag 9 die bij voorkeur van een bedrukking is voorzien en een zogenaamde overlay 10. De voornoemde bedrukking kan een welbepaald motief weergeven, bijvoorbeeld een houtmotief, een steenmotief of dergelijke of kan ook bestaan uit een monochrome bedrukking. De bij deze lagen aangewende harsen zijn bij voorkeur melamineharsen, doch andere mogelijkheden zijn niet uitgesloten. 



  Aan de rugzijde, in dit geval van het deel 2, kan een zogenaamde tegenlaag 11 aanwezig zijn. 



  Bij voorkeur is het laminaatvormige materiaal 6, dat gevormd is door de kern 7, de toplaag 8 en de eventuele tegenlaag 11, uitgevoerd als zogenaamd DPL (Direct Pressure Laminate). 



  In de uitvoering van figuren 1 tot 3 zijn de delen 2 en 3 rechtstreeks aan elkaar bevestigd doordat zij aan hun naar elkaar toe gerichte zijden 12-13 tegen elkaar gelijmd zijn. 



  Zoals duidelijk zichtbaar in de figuren 2 en 3 sluiten de voornoemde twee delen 2-3 met hun buitenzijden 14-15 onder hoek tegen elkaar aan, waarbij de toplagen 8 zich onder een hoek van 90 graden uitstrekken tot aan de buitenhoek 16 van de plint 1. 

 <Desc/Clms Page number 25> 

 



  Om te verkrijgen dat de toplagen 8 ter plaatse van de buitenhoek 16 mooi aan elkaar aansluiten, zijn de voornoemde delen 2 en 3 zodanig uitgevoerd dat zij minstens ter plaatse van de buitenhoek 16 in verstek tegen elkaar aanliggen. 



  Het is duidelijk dat de delen 2 en 3 in verschillende vormen kunnen worden uitgevoerd. Ter verduidelijking worden hierna aan de hand van de figuren 4 tot 16 een aantal varianten beschreven. 



  Figuur 4 toont een uitvoering waarbij het tweede deel 3 driehoekig is uitgevoerd en in een driehoekige uitsparing 17 in de bovenzijde van het eerste deel 2 past. 



  Figuur 5 toont een uitvoering waarbij de bovenzijde 5 hellend is uitgevoerd. 



  Figuur 6 toont een uitvoering waarbij het tweede deel 3 trapeziumvormig is en in een gelijkvormige uitsparing 18 in de bovenzijde van het eerste deel 2 past. 



  Opgemerkt wordt dat in de uitvoeringsvormen van de figuren 1 tot 6, de naar elkaar gerichte zijden 12 en 13 door een machinale bewerking tot stand zijn gebracht, waardoor de delen 2-3 zeer nauwkeurig kunnen worden uitgevoerd en zij dan ook zeer precies in elkaar passen, waardoor de naad aan de buitenhoek 16 niet of nauwelijks zichtbaar is. Dit sluit eventuele andere mogelijkheden niet uit. Zo is in figuur 7 een voorbeeld weergegeven waarbij aan het tweede 

 <Desc/Clms Page number 26> 

 deel 3 nog een gedeelte tegenlaag 11 aanwezig is en dus op deze plaats geen door een machinale bewerking verkregen oppervlak aanwezig is, hetgeen, zoals uiteengezet in de inleiding, in bepaalde gevallen tot een minder nauwkeurige uitvoering kan leiden. 



  Tevens wordt opgemerkt dat, door, zoals bijvoorbeeld is weergegeven in de uitvoeringsvormen van figuren 4,6 en 7, gebruik te maken van in elkaar passende vormen, bij het samenvoegen van de delen 2 en 3 automatisch een onderlinge correcte positionering wordt bewerkstelligd. 



  In figuur 8 steekt het tweede deel 3 naar achteren uit, zodanig dat aan de achterzijde 19 van de plint 1 een ruimte of inspringend gedeelte 20 wordt gevormd, waardoor bij de plaatsing van de plint het contact met de vloer en/of wand wordt beperkt, zodat bij een tegen de grond onregelmatig gevormde muur een betere aansluiting kan worden gegarandeerd. Zoals weergegeven in figuur 8, kunnen met hetzelfde doel ook nog één of meer bijkomende uitsparingen 21 in de achterzijde van het eerste deel 2 gevormd zijn. 



  Figuur 9 toont een variante waarbij ter plaatse van de hoekrand een materiaalgedeelte is weggenomen, in dit geval in de vorm van een vellingkant 22, waarop een decoratieve laag 23 is aangebracht, bijvoorbeeld volgens één van de in de inleiding vermelde technieken. 

 <Desc/Clms Page number 27> 

 



  Figuur 10 geeft een uitvoering weer waarbij de delen 2-3 bevestigd zijn op een gemeenschappelijke draag- of verbindingsstructuur, in dit geval een gemeenschappelijk basisprofiel 24. De verbinding tussen de samenstellende delen kan hierbij al dan niet fabrieksmatig geschieden. 



  Figuur 11 toont een variante waarbij tussen de delen 2-3 een insert 25 is aangebracht. 



  In figuren 12 en 13 is een variante weergegeven waarbij de delen 2 en 3 aan hun naar elkaar gerichte zijden voorzien zijn van dwars ten opzichte van elkaar gesitueerde gedeelten 12A-13A en 12B-13B, zodanig dat tijdens het samenvoegen van de delen 2 en 3, meer speciaal het verlijmen ervan, door middel van aandrukelementen 26 en 27, bijvoorbeeld aandrukrollen, aandrukkrachten in twee richtingen kunnen worden uitgeoefend. Door deze techniek kan volledig worden uitgesloten dat de delen 2 en 3 tijdens het aandrukken onderling kunnen verschuiven. 



  In de figuren 14 en 15 zijn twee varianten weergegeven, waarbij één van beide delen, in dit geval het deel 3, een verbuigbaar, meer speciaal elastisch verbuigbaar gedeelte 28 bezit, één en ander zodanig dat bij het samenvoegen van de delen 2 en 3 en door het verbuigen van het deel 28 een spankracht wordt gerealiseerd die bijdraagt tot een goede aansluiting van de delen 2 en 3 ter plaatse van de toplagen 8. Het is duidelijk dat hierbij onder het gedeelte 28 bij voorkeur een ruimte aanwezig is die een 

 <Desc/Clms Page number 28> 

 zodanige aandrukking toelaat dat het gedeelte 28 kan verbuigen. 



  In figuur 15 zijn de delen 2 en 3 voorzien van positioneermiddelen die uit zich verhinderen dat de delen 2 en 3 zich zijdelings ten opzichte van elkaar kunnen verplaatsen, die in dit geval gevormd zijn door een tandvormig deel 29 aan het deel 3 en een groef 30 in het deel 2. 



  In figuren 14 en 15 is eveneens weergegeven dat lijmkamers 31, voor het aanbrengen van lijm en/of het opvangen van overtollige lijm, op de nodige plaatsen kunnen worden voorzien. 



  Figuur 16 geeft weer dat aan de achterzijde niet alleen een ruimte 20 kan worden voorzien om het contact van de plint 1 met de vloer 32 of wand 33 te reduceren, doch tevens een profilering 34 aan de achterzijde kan worden aangebracht die bedoeld is samen te werken met bevestigingsaccessoires, in dit geval een bevestigingsclip 35 die tegen de wand 33 is aangebracht. 



  In het algemeen is het duidelijk dat de toplagen 8 van beide delen 2-3, dankzij de uitvoering van de uitvinding, optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd en dat het zelfs mogelijk is om de eventuele motieven die op de toplagen van de delen 2 en 3 zijn afgebeeld in elkaar te laten overgaan. 

 <Desc/Clms Page number 29> 

 



  Doordat van plaatvormig materiaal kan worden uitgegaan, ontstaat ook het voordeel dat alle speciale effecten die kunnen gecreëerd worden bij de vorming van plaatvormig materiaal, nu op identieke wijze in een plint 1 kunnen worden geïntegreerd, met het beoogde bijzondere effect zowel aan de voorzijde 4 als de bovenzijde 5 ervan. 



  In figuur 17 is een voorbeeld van een bijzonder effect weergegeven, waarbij de toplaag 8 van beide delen 2-3 is voorzien van indrukkingen 36 waarin een component 37 is aangebracht, bij voorkeur een kleurcomponent, waarmee bijvoorbeeld zoals uiteengezet in de inleiding gekalkt hout kan worden geïmiteerd. 



  Het is duidelijk dat het gebruik van dergelijke indrukkingen 36 niet noodzakelijk gecombineerd hoeft te zijn met het gebruik van een daarin aan te brengen component. Ook kunnen dergelijke indrukkingen 36 louter voor het imiteren van een reliëf worden aangewend, meer speciaal voor het imiteren van natuurlijke oppervlakken. 



  De voornoemde indrukkingen 36 kunnen al dan niet in overeenstemming met een op de decorlaag 9 weergegeven motief zijn. Dit is vooral nuttig bij de imitatie van hout, doch is ook niet uitgesloten bij de imitatie van andere materialen. 



  Ook is het mogelijk om een ingekleurde overlay toe te passen, waardoor bijzondere effecten, al dan niet in 

 <Desc/Clms Page number 30> 

 combinatie met het gebruik van al dan niet ingekleurde indrukkingen, kunnen worden gerealiseerd. 



  Figuur 8 toont een vloerbedekkingssysteem volgens de uitvinding, met vloerpanelen 38 en een plint 1 die op elkaar zijn afgestemd, doordat zij uit een gelijkaardig laminaatvormig materiaal zijn vervaardigd. 



  In figuur 19 is een uitvoering van een plint 1 volgens de uitvinding weergegeven waarbij de toplaag 8 van de twee delen 2-3 is voorzien van een tegelmotief met voegen 39 die zich over de voorzijde 4 en bovenzijde 5 uitstrekken. In figuur 19 zijn dit brede door middel van een bedrukking verkregen voegen. Ter plaatse van deze voegen kan eventueel een indrukking zijn gerealiseerd. In de plaats van door middel van een bedrukking verkregen voegen, kunnen deze volgens een alternatief ook gevormd zijn door materiaalwegnemingen of uitsparingen, waarbij ter plaatse ervan eventueel in een afzonderlijke inkleuring of bedrukking is voorzien. 



  Figuur 20 geeft schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het vervaardigen van de plint 1 weer. In een eerste stap 40 worden een plaatvormig substraat 41, meer speciaal een materiaal voor het vormen van de kern 7, bijvoorbeeld een MDF of HDF plaat, en een met hars geïmpregneerde bedrukte decorlaag 9, een overlay 10 en een tegenlaag 11 samengebracht. In een tweede stap 42 wordt dit geheel van lagen in een pers 43 samengeperst en door middel van het hars geconsolideerd. Hierbij kunnen 

 <Desc/Clms Page number 31> 

 gelijktijdig indrukkingen in de bovenzijde worden gevormd, bijvoorbeeld met behulp van een tussenliggende plaat 44 die van een reliëf 45 is voorzien. Zodoende wordt een plaat laminaatvormig materiaal 6 verkregen. In de stap 46 wordt een lak 47 of dergelijke in de indrukkingen gerold. 



  Volgens niet weergegeven stappen kan dan nog in een geforceerde droging van de lak 47 worden voorzien en in een reiniging om een eventueel achterblijvende lakzweem te verwijderen. Vervolgens wordt het laminaatvormig materiaal 6 in stroken verdeeld, meer speciaal in latten 48 gezaagd. 



  Door machinale bewerkingen kunnen hieruit dan de delen 2 en 3 worden gevormd, bijvoorbeeld door middel van de nodige frees- en/of schaafbewerkingen, waarna deze delen 2-3 met elkaar worden verbonden. 



  Het is duidelijk dat hierop verschillende varianten mogelijk zijn. Zo bijvoorbeeld zou de lak 47 pas in de indrukkingen kunnen worden aangebracht nadat de plint 1 zelf reeds vervaardigd is. 



  Opgemerkt wordt dat het laminaatvormig materiaal ook in een continupers zou kunnen worden verwezenlijkt en dat de eventueel aangebrachte indrukkingen ook in een afzonderlijk pers in het oppervlak zouden kunnen worden gedrukt. 



  In figuur 21 is een bijzondere methode weergegeven om de delen 2 en 3 aan elkaar te bevestigen. Hierbij worden latten of stroken 48 kokervormig en in verstek aan elkaar verbonden, bij voorkeur gelijmd, zoals centraal in de 

 <Desc/Clms Page number 32> 

 figuur is weergegeven. De kokervormige structuur biedt het voordeel dat de latten 48 stabiel kunnen worden ingeklemd tijdens het verlijmen. Door vervolgens de koker volgens de lijnen 49 door te snijden, meer speciaal door te zagen, worden vier plinten 1 volgens de uitvinding verkregen. 



  In figuur 22 is een techniek weergegeven waarbij wordt uitgegaan van een lat of strook 50, die bij voorkeur afgezaagd is van een plaat, waarbij, in een eerste stap 51 aan beide langsranden 52-53 een profilering wordt uitgevoerd, waarna deze lat 50, zoals weergegeven in stap 54, in langsrichting wordt doorgesneden, in dit geval door middel van een zaag 55. Zodoende worden twee delen 2 en 3 voor het vormen van de plint 1 verkregen. In de weergegeven stap 56 wordt nog een gedeelte van het deel 2 verwijderd, bijvoorbeeld weggefreesd. Ten slotte worden de delen 2 en 3, zoals afgebeeld in stap 57, samengevoegd, waarna zij, zoals afgebeeld in stap 58, aan elkaar worden bevestigd, in dit geval door middel van lijm.

   Deze techniek heeft als voordeel dat de rand 52 kan gevormd worden terwijl het gedeelte 3 nog aan de lat 50 aanwezig is, waarbij een goede inklemming en/of geleiding tijdens het frezen ervan mogelijk is. Ook kunnen beide randen 52 en 53 gelijktijdig gevormd worden door zulke lat 50 tussendoor twee tegenover elkaar opgestelde frezen te leiden. 



  Figuren 23 tot 25 hebben betrekking op een plint en een vloerbedekkingssysteem waarin zowel het eerste als tweede aspect van de uitvinding zijn toegepast. Hiertoe bestaat 

 <Desc/Clms Page number 33> 

 de plint 1 uit korte stukken 59 die opeenvolgend na elkaar worden gemonteerd, dit terwijl ieder stuk 59 uit minstens twee samengestelde delen 2 en 3 bestaat zoals hiervoor beschreven. 



  In het voorbeeld zijn de stukken 59 voorzien van koppelmiddelen waardoor zij onrechtstreeks aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Deze koppelmiddelen bestaan in het weergegeven voorbeeld uit koppeldelen 60 in de vorm van uitsparingen waarmee de stukken 59 op een gemeenschappelijk profiel 61 kunnen worden geklemd, dat op zijn beurt aan de wand is bevestigd. 



  Volgens een belangrijk kenmerk van het tweede aspect is ter plaatse van iedere overgang tussen twee stukken 59 een imitatie van een voeg 62 aanwezig. Eventueel kunnen tussenin de uiteinden van ieder stuk 59 bijkomende voegimitaties gevormd zijn. In het weergegeven voorbeeld zijn de imitaties van de voegen 62 gerealiseerd door middel van weggenomen materiaalgedeelten, in dit geval in de vorm van vellingkanten 63 die bij voorkeur van een decoratieve laag of bekleding 64 zijn voorzien, bijvoorbeeld door middel van een lak, bedrukking of impregnatie. 



  Volgens nog een belangrijk kenmerk vertonen de stukken 59 een lengte die overeenstemt met de lengte van de vloerpanelen 38 waarbij zij bedoeld zijn te worden aangewend, hetgeen vooral van nut is bij vloerpanelen die stenen tegels imiteren. Zodoende wordt het mogelijk om 

 <Desc/Clms Page number 34> 

 plinten 1 te realiseren waarvan de voegen 62 zich precies tegenover de voegen 65 van de tegelvormige vloerpanelen 38 bevinden, zoals in detail in de figuren 24 en 25 is afgebeeld. 



  In de figuren 26 en 27 zijn twee varianten weergegeven waarbij om de stukken 59 met elkaar te verbinden, in de plaats van onrechtstreekse koppelmiddelen, gebruik wordt gemaakt van rechtstreekse koppelmiddelen 66, die een verbinding toelaten tussen de kopse uiteinden van de stukken 59, meer speciaal tussen de uiteinden of randgebieden 67 en 68. 



  De koppelmiddelen 66 bestaan uit eerste koppeldelen 69, hoofdzakelijk in de vorm van een tand 70 en een groef 71 die minstens een bepaalde vergrendeling in een richting Rl loodrecht op het vlak van de plint 1 bewerkstelligen, en tweede koppeldelen 72 die minstens een bepaalde vergrendeling in een richting R2 volgens de lengte van de plint 1 bewerkstelligen, waarbij de tweede koppeldelen 72 minstens, enerzijds, een dwars op het vlak van de plint 1, al dan niet loodrecht hierop, elastisch indrukbaar deel 73 bevatten, dat zich aan één van de randgebieden 67-68 bevindt, bij voorkeur aan het randgebied 68 waaraan de tand 70 aanwezig is, en, anderzijds, een daarmee samenwerkend, bij voorkeur niet indrukbaar of minder indrukbaar, deel 74 aan het andere randgebied,

   waarbij deze tweede koppeldelen 72 zich in een zone achter de tip 75 van de tand 70 bevinden en beter nog volledig of nagenoeg volledig achter de zone T ingenomen door de 

 <Desc/Clms Page number 35> 

 eigenlijke tand 70. Met "achter de tip of zone T" wordt bedoeld de koppeldelen 72, en in eerste plaats de vergrendelende contactvlakken van deze koppeldelen, meer naar binnen aan de betreffende stukken zijn gelegen. De zone T dient in dit geval te worden aanzien als de afstand waarmee de tand achter de kortste groefbegrenzende lip zit. 



  Het deel 74, dat als een haakvormig deel samenwerkt met het deel 73, bevindt zich bij voorkeur op een uitstekende lip 76. 



  Figuur 26 toont een eendelige uitvoering, waarbij het indrukbaar deel 73 gevormd wordt door een gedeelte van een elastisch verbuigbare lip 77, waarbij de indrukking dus het gevolg is van een verbuiging, terwijl figuur 27 een variante weergeeft waarbij het indrukbaar deel 73 bestaat uit een elastisch samendrukbaar materiaal, zoals een relatief stijve rubberen strip, waarbij de indrukking dus het gevolg is van een materiaalcompressie. Het is duidelijk dat de lip 77 zich ook in andere richtingen kan uitstrekken. Zoals weergegeven bevindt het deel 73 zich in beide gevallen aan de achterzijde van de tand, met ander woorden de zijde die naar de muur is gekeerd. Volgens een variante zou het deel 73 zich ook aan de voorzijde kunnen bevinden. 



  Bij een laminaatstructuur, met geperste harslagen, strekt de laag die zich tegen de lip 76 bevindt zich bij voorkeur 

 <Desc/Clms Page number 36> 

 uit tot aan of nabij het koppeldeel 74, om zodoende de rigiditeit van de lip 76 maximaal te bewaren. 



  Zoals schematisch met pijlen is aangeduid zijn de koppelmiddelen hierbij bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de stukken 59 door schuiven en/of wentelen in elkaar kunnen worden gevoegd. Wentelen rond de voorrand is hierbij de meest praktische techniek, doch schuiven kan noodzakelijk zijn wanneer stukken 59 op moeilijk te bereiken plaatsen moeten worden geinstalleerd aan een muur. De koppeling kan hierbij spelingloos worden uitgevoerd. 



  De koppelmiddelen van figuren 26 en 27 laten toe dat de stukken 59 vlot in elkaar kunnen worden geschoven en gewenteld. Doordat, althans in de weergegeven uitvoeringsvorm, het deel 73 nagenoeg afzonderlijk van de overige materiaaldelen indrukbaar is, worden deze overige delen weinig of niet belast. 



  Opgemerkt wordt dat de koppelmiddelen die hiervoor zijn beschreven aan de hand van de figuren 26 en 27 voor het verbinden van de stukken 59 van een plint, volgens de uitvinding op een gelijkaardige wijze kunnen worden toegepast voor het verbinden van vloerpanelen, meer speciaal laminaatvloerpanelen, ongeacht of dit al dan niet gebeurt in combinatie met de aanwending van een plint volgens de uitvinding. Volgens dit vierde aspect van de uitvinding dient dan de muur in de tekeningen te worden weggedacht, terwijl de voorzijde van de stukken 59 dan als 

 <Desc/Clms Page number 37> 

 de bovenzijde van zulk vloerpaneel moet worden gezien. 



  Zulke vloerpanelen kunnen dan zwevend worden gelegd zonder verbinding met de ondervloer. Bij voorkeur zijn dergelijke vloerpanelen rechthoekig en zijn aan vier zijden, met andere woorden randen, koppelmiddelen voorzien die een verticale en horizontale vergrendeling bewerkstelligen, waarbij aan twee tegenovereenliggende zijden koppelmiddelen zoals hiervoor beschreven worden toegepast, terwijl aan de andere twee zijden koppelmiddelen kunnen zijn aangebracht die op een andere wijze zijn uitgevoerd, bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, koppelmiddelen die uitsluitend een koppelen door inwentelen en niet door verschuiven toelaten. De koppeldelen worden in het geval van vloerpanelen bij voorkeur uit MDF, en beter nog HDF verwezenlijkt, bij voorkeur eendelig uit het substraat van het vloerpaneel. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke plint, dergelijk vloerbedekkingssysteem, de voornoemde vloerpanelen en de voornoemde werkwijzen voor het vervaardigen van een plint kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 



  Zo bijvoorbeeld hoeven de voornoemde nabewerkingen, zoals het aanbrengen van een component in de indrukkingen, het opblinken van het laminaatoppervlak, niet noodzakelijk voorafgaand aan het vormen van de delen 2 en 3 of 

 <Desc/Clms Page number 38> 

 voorafgaand aan het aanbrengen van de laminaatfolie te geschieden. Dit kan ook nadat de delen 2 en 3 reeds zijn samengevoegd of nadat de laminaatfolie aan de overige delen van de plint is aangebracht.



    <Desc / Clms Page number 1>
 



  Skirting board, floor covering system and method for manufacturing a skirting board. This invention relates to a skirting, a floor covering system, in particular a floor covering system that uses such a skirting, and a method for manufacturing such skirting.



  It is known that a floor covering can be formed by means of floor panels which are laid on a surface and are preferably mutually connected to each other, either by means of a tongue and groove coupling glued together, or by means of coupling parts which interlock between the floor panels. Examples of mechanically locking coupling parts integrated into the floor panels are known, inter alia, from international patent applications WO 97/47834, WO 01/98603 and WO 01/96688.



  Such floor panels can have a different structure, wherein use is usually made of a substrate or core on which a top layer, whether or not formed from several layers, is applied. The core usually consists of a board made of a wood-based material, for example chipboard or fiberboard, more specifically MDF (Medium Density Fibreboard) or HDF (High Density Fibreboard), although the use of other materials for the core, for example plastic, so-called compact laminate and the like is not excluded. The top layer can

  <Desc / Clms Page number 2>

 be made on the basis of plastic or another material, for example veneer, a layer of wood that is several millimeters thick, cork, linoleum, stone or the like.



  In the case that the top layer consists of veneer or a layer of wood that is several millimeters thick, a skirting board belonging to the floor covering can easily be realized from solid wood of the same type of wood as the veneer or the top layer.



  In the case that the top layer of the floor panels is made of plastic, it is for example formed from one or more pressed and cured resin-impregnated carrier sheets, including a printed decorative layer, which are applied to a core layer, more particularly DPL (Direct Pressure Laminate) ) or HPL (High Pressure Laminate), the problem arises that it is rather difficult to realize an skirting board that is optimally adapted to the floor covering, moreover in an industrial and economically responsible manner.



  To date, in combination with such floor panels, skirting boards are used which are covered with a printed film, this film being glued to the actual skirting board. These known skirting boards have the disadvantage that the printing of the film of the skirting board is never optimally adapted to the printing of the decorative layer of the floor panels, since generally different manufacturing and printing techniques are assumed and such film and decorative layer are moreover based on different

  <Desc / Clms Page number 3>

 manufacturers are realized. In addition, for every newly developed motif for a decorative layer for the formation of floor panels, it is also a costly affair to develop a new adapted printing for the skirting of the skirting boards.

   A further drawback of such skirted panels is that, due to the nature of the material of the film, namely simply printed paper or plastic, they never have the same appearance as the surface of the floor panels, which by means of a press and curing process has been obtained.



  Nor does such a foil make it possible to achieve specific surface effects, which are possible in the manufacture of the floor panels, such as applying impressions, whether or not in accordance with the underlying printed motif, applying impressions which color component or other component are filled, post-treatment of the surface, for example, glossing, and so on.



  Another important drawback of such a skirting-covered skirting board is that it is not possible to realize skirting-boards whose front and top side are connected at an angle to each other, since a certain rounding radius must always be provided when covering with a film.

  <Desc / Clms Page number 4>

 



  The present invention contemplates a skirting board that is constructed in such a way that one or more of the aforementioned disadvantages is offered a solution.



  According to a first aspect, the invention therefore relates to a skirting board, characterized in that it consists of at least two structural parts, respectively a first part that forms at least a part of the front of the skirting and a second part that comprises at least a part of forms the top side of the skirting-board, wherein both parts are formed from a laminate-shaped material formed by means of pressing pressure with a core and a top layer based on plastic applied thereto. Because the skirting board according to the invention is composed of two parts, each consisting of a laminate material, the construction of the skirting board of the invention is no longer bound by the limitations of the use of a sheathing film and all effects that are also possible can be created at the floor panels.

   Skirting boards with a front and top side can also be realized that connect to each other at an angle without having to respect a rounding radius. The plinth according to the invention also has a surface quality that fully corresponds to that of the floor panels.



  It is noted that with structural parts it is meant that these parts have a core or substrate on which a top layer is applied, in contrast to, for example, thin laminate tapes that are sometimes

  <Desc / Clms Page number 5>

 used for covering the side of a laminate plate. Such laminate tapes could in principle also be used to cover an upper side of a skirting board, but it is known from practice that the use of such laminate tapes generally has the disadvantage that they can easily come loose and that the connection against the front side not always perfect.



  The aforementioned two parts are preferably formed from a plate-shaped material, with the advantage that this material can be manufactured in the same production process or a similar production process as the base plate from which floor panels are formed. As a result, the base material of the skirting boards can for instance be manufactured with the same presses as those used for the manufacture of the floor panels, without special measures having to be applied during pressing.



  The aforementioned two parts are preferably made from a similar or the same laminate material and provided with the same motif, so that the view from the front and top side is completely coordinated with each other. More particularly, it is preferable that the aforementioned two parts come from one and the same laminate plate, such that any slight differences which for whatever reason would occur during production between successive laminate plates never result in differences between the front and top of one and the same skirting board.

   

  <Desc / Clms Page number 6>

 In the most preferred embodiment, the aforementioned two parts connect at least at the height of the outside of the skirting board and have motifs that merge into one another on their visible sides, whereby, for example, in the case of a wood pattern, the wood grain is obtained at the the top changes into the wood grain at the front, creating the view as if the plinth is made of solid wood.



  The invention is particularly useful in the case of classical laminate of the type in which the top layer of the aforementioned two parts is formed from one or more pressed resin-soaked layers, including a so-called decorative layer, which is printed either with an even print or with a well-defined motif that imitates, for example, wood, ceramics, stone or the like. More particularly, it is preferred that the aforementioned laminate material of at least one of the aforementioned two parts, and preferably of both parts, consists of so-called DPL (Direct Pressure Laminate) or so-called HPL (High Pressure Laminate) which is applied to a substrate or core is attached.



  The aforementioned two parts can be attached to each other directly or indirectly, for example with the aid of glue or in some other way.



  As aforementioned, the skirting board according to the invention can be realized without a rounding between the front and top, while the decorative top layers nevertheless

  <Desc / Clms Page number 7>

 connect each other. According to a preferred embodiment, the aforementioned two parts, with their outer sides, also abut against each other at an angle.



  According to an important preferred embodiment, the aforementioned two parts extend with their top layer at an angle of 90 degrees with respect to each other, thus obtaining a skirting board with a rectangular outside.



  Preferably, the aforementioned two parts connect at least partially in miter against each other, wherein this miter preferably extends at least to the outside of the skirting-board. As a result, at least in the embodiments in which the aforementioned parts are located directly against each other, it is obtained that the top layers connect against each other in the outer corner of the skirting board without visible seam. The miter here preferably extends according to an angle that coincides or approximately coincides with the bisector of the outer corner of the plinth. However, other options are not excluded.



  In a special embodiment, the top layer of at least one of the aforementioned parts, but preferably of both parts, is provided with indentations, more particularly indentations imitating a relief, for example of a natural material such as wood pores, unevenness in a stone surface or the like. In this case these impressions may possibly be in accordance with the motif, more particularly the printed motif, of the top layer,

  <Desc / Clms Page number 8>

 which is often referred to as "registered embossment".



  The latter is especially useful when wood is imitated, since a very realistic imitation can be obtained in this way.



  According to yet another special embodiment, use is made of a laminate-shaped material, wherein in the aforementioned impressions, or at least a part thereof, a component is provided in the form of a coloring product and / or an active component. By means of such a coloring product, special effects can be created which are also applied to floor panels, such as, for example, simulating limed wood. By using an active component, other effects can then be created. An active component is understood to include, inter alia, antibacterial, antifungal, fluorescent, antistatic, sound-damping and other components.



  According to yet another special embodiment, parts of which the top layer contains a decorative layer are used, wherein at least one colored overlay is present above the decorative layer, whether or not directly on it, as a result of which special effects can again be produced, as is the case. with floor panels.



  For example, a very realistic imitation of colored, and more specifically limed, wood, also called "cérusé", can be obtained by forming the parts from material that has a top layer with a decorative layer that has a decorative layer that has a

  <Desc / Clms Page number 9>

 wood motif, wherein this top layer is provided with indentations in which a coloring component has been applied, and moreover to apply a colored overlay. The impressions filled with the coloring component imitate the dye that remains in the pores of a colored real wood floor, while the colored overlay imitates the dye cast that remains on the smooth wood surface when coloring real wood.



  Regarding the aforementioned impressions, the use of components in these impressions, the use of colored overlays, as well as the execution of special post-processing, such as the surface coating of the top layer, reference is made to patent applications WO 01/96689, BE 2003 / 0339 and BE 2003/0585, in which the information contained in these patent applications, but described for floor panels, is to be considered by reference as incorporated in the present application but applied to the aforementioned skirting-board.



  According to a special possibility, at the location of the corner edge formed by the two parts, a material part is removed, preferably in the form of a bevelled edge, wherein a decorative layer is then applied to the obtained surface, for example in the form of a lacquer, varnish, colored or non-colored impregnating agent, transfer printing or other printing.



  It is clear that the core of the aforementioned parts preferably consists of the same material as it

  <Desc / Clms Page number 10>

 core material used in the manufacture of floor panels. MDF or HDF is therefore used in the most preferred embodiment. MDF and HDF also have the advantage that they are materials that are easily machined, which is important in forming the aforementioned two parts.



  In principle, the core can consist of any material.



  Other examples are therefore chipboard, extruded wood, or other sheet materials, whether or not based on wood. In the case of extruded wood, it is not impossible to start from basic parts that are already extruded in the form of the final plinth, or more or less in the form of it, and then laminated to form parts 2 and 3. come together.



  Preferably, the aforementioned two parts consist of a larger upright part, which forms the front of the skirting, and a smaller top part, which is arranged on top of the upright part and which forms the top of the skirting.



  For practical reasons, it is preferable that the aforementioned two parts are formed from plate-shaped material and that the sides of these parts facing each other are created by machining, which is to be understood to mean machining. After all, plate-shaped material which has been produced by means of a pressing operation is subject

  <Desc / Clms Page number 11>

 relatively large thickness tolerances. However, by arranging the two parts against each other only with sides which have been obtained by mechanical finishing, which operation can be carried out with very small tolerance deviations, the influence of thickness tolerances of the original plate-shaped material is avoided.



  In an important preferred embodiment, the two parts are formed from a plate-shaped material which, opposite to the top layer, also comprises a counter layer, the part forming the side of the skirting board still having this counter layer, while the part forming the top side of the skirting board , this counter layer has been removed.



  The component parts of the skirting board, and more particularly the aforementioned two parts, preferably have mutually fitting forms, for example in the form of a male and female part, which, when these parts are joined together, effect an automatic mutual positioning. For example, the sides of the parts that connect to each other can be designed with an inner corner and an outer corner, respectively, that fit into each other. Consequently, when the parts are pressed against each other, they automatically end up in a correct mutual position, whereby it is excluded that the top layers on the outer corner of the skirting board would not exactly match each other.

  <Desc / Clms Page number 12>

 



  Although the skirting board according to the invention preferably consists of only two parts, it is not excluded to assemble it from several parts. Hereby it is also possible to use a common support or connection structure to which the aforementioned two or more parts are attached.



  It is clear that the component parts of the skirting board, and more particularly the aforementioned two parts, do not necessarily have to be attached to each other by means of an adhesive connection, but that any form of connection can be used for this purpose. According to a special embodiment, therefore, two or more of the constituent parts, and more particularly the aforementioned two parts, can be mutually connected by means of engaging profiles, which preferably provide a snap connection, the use of glue or individual elements such as staples, nails, screws or the like can be excluded.



  It is clear that the plinth can have both a globally straight shape and any other shape. For example, it can be designed with a functional profiled rear, such as, for example, a rear with a recessed portion to limit contact with the wall or floor, a rear intended to cooperate with mounting accessories, such as mounting clips, a rear that is provided

  <Desc / Clms Page number 13>

 of one or more recesses, for example for accommodating pipes, etc.



  The invention is not limited to skirting boards with a classical appearance, in other words skirting boards which have a uniform view or continuous motif that runs continuously along the length. For example, the top layer of the aforementioned two parts can be designed with a printed tile motif with joints that extend over the front and top of the relevant skirting. A relief difference may optionally be present at the location of the imitated joints, which difference is preferably formed by an impression, material removal or recess.



  Another problem that arises with traditional skirting boards, which traditionally have a length of two or more meters, is that their use can entail certain disadvantages. For example, the skirting boards of such a classical length can easily be damaged during transport. They are also difficult to transport together with traditional laminate floor panels, since their length is considerably greater than the length of such floor panels.



  When continuous skirting boards are provided with a repeating tile motif, which are intended to be used with tile-shaped laminate floor panels, there is also the disadvantage that it is difficult to realize a skirting board in which the distance between the successive imitated joints corresponds to the distance between the imitated joints.

  <Desc / Clms Page number 14>

 imitated joints of the floor panels, especially when a base plate with the same tile pattern was used for forming the baseboard and forming the floor panels in accordance with the first aspect of the invention.

   Because during the manufacture of the tile-shaped laminate floor panels at the location of each joint a part is sawn away and milled away, while this is not the case when manufacturing a continuous plinth from the same material, it is clear that the distance between the joints of the plinth and the joints of the floor panels is different. It is therefore not possible to fit such a skirting board with the imitated joints in accordance with the joints of the floor panels along an installed floor.



  Even if the baseboards were to be based on a base plate with a separate decorative layer, the grooves being shown closer to each other, the disadvantage remains that a perfect match between the grooves on the baseboards and the grooves on the tile-shaped floor panels cannot be guaranteed. . After all, such a printed decorative layer is subject to elongation and shrinkage, so that it is difficult to ensure a fixed distance between the joints on the skirting.



  In order to remedy one or more of the aforementioned disadvantages, the present invention provides a skirting board according to a second aspect, characterized in that it is composed of short pieces which can be successively mounted one after the other in the longitudinal direction.

  <Desc / Clms Page number 15>

 



  According to a first possibility of this second aspect, work is carried out with pieces whose length is substantially the same, is the same or is smaller than the length of the floor panels for which the skirting board is intended to be used. In this way relatively short pieces are obtained which, on the one hand, will be damaged less quickly and, on the other hand, can be easily transported with boxes of floor tiles, either by sending them separately, whether or not packed in their own box, or by package them together with floor panels in the same box.



  According to another possibility of the second aspect of the invention, the pieces are of such a length that they exactly correspond to the length of a tile-shaped floor panel, whereby a joint is imitated at the ends of each piece, with the result that a plinth can be realized from such pieces, the joints of which can precisely match the joints of the tile-shaped floor panels. After all, it is true that the aforementioned pieces can be manufactured with small length tolerances, just like the tile-shaped floor panels, as a result of which differences can hardly occur.



  It is also not excluded to design the length of the pieces by a multiple of the length of a tile.

  <Desc / Clms Page number 16>

 



  According to a special embodiment, the successive pieces can be provided with coupling means through which they can be coupled to each other, whether or not directly. It can be concerned here with coupling means on the end ends which engage one another and effect a mechanical locking, and / or with coupling means with which each piece can be arranged on a common underlying supporting structure, for example a frame made of MDF / HDF, plastic, metal or the like , wherein this bearing structure is then, for example, first fixed against the wall.



  The coupling means at the head ends can be of different shapes and consist, for example, of a tongue and groove, whether or not combined with locking means, which also effect mutual locking in the longitudinal direction of the skirting pieces.



  The aforementioned imitation of a joint at the location of the ends of the aforementioned pieces of the skirting can be realized in various ways. This is preferably done according to one of the following options: - by means of printing; - by means of an impression; - by means of a print combined with a print; - by means of a removed material portion along the edge of the joint;

  <Desc / Clms Page number 17>

 - by means of a removed material part in the form of a chamfer or so-called chamfered edge, on which or not a separate decorative layer is applied.



  It is noted that the invention also relates to a skirting board in which one or more features of the aforementioned first aspect are combined with one or more features of the aforementioned second aspect of the invention.



  The present invention also relates to a floor covering system consisting of floor panels and skirting boards, wherein the floor panels are formed by laminate panels with a core and a pressed top layer based on plastic, more particularly resin, preferably so-called DPL (Direct Pressure Laminate), characterized in that skirting boards according to the first aspect of the invention are used here and that the top layers of the skirting boards and the floor panels are matched to each other.



  These top layers are preferably matched to each other in that they exhibit one or more of the following properties: - the baseboards and the floor panels have been created by a similar manufacturing process; - both top layers consist of so-called DPL (Direct
Pressure Laminate);

  <Desc / Clms Page number 18>

 - the top layers are formed with the help of identical decorative layers, more particularly from identical resin impregnated and decorative printed paper layers or the like; - the top layers are finished in a similar way, more specifically they are both provided with one or more of the following finishes: - impressions in the surface; impressions in the surface which are in accordance with the motif of a decorative layer used in the top layer;

   impressions in the surface in which a component is arranged, either a color component or an active component; - a post-treatment of the surface whereby the property thereof is changed, such as, inter alia, a flattened surface.



  Furthermore, the invention also relates to a method for manufacturing skirting boards according to the aforementioned first aspect, wherein this method is characterized in that a laminate material with a core and a plastic-coated top layer is formed by means of pressing pressure; the aforementioned two parts are formed from this laminate material by means of one or more machining operations; and that the aforementioned two parts are connected directly or indirectly to each other.

  <Desc / Clms Page number 19>

 



  Preferably, strips are formed from the laminate material; these strips are assembled and attached together in absentia; are then removed from the composite strips, more particularly sawn off, to retain a skirting board. Because the assembly takes place by means of larger strips, after which only a part of one or both of the strips is sawn off, the strips can be properly clamped during joining them together.



  According to a special technique, the aforementioned strips are assembled in the form of a tube, such that several skirting boards are retained in one go by the appropriate sawing of this tube. Such a tubular structure offers the advantage that the different strips can easily be brought together until they are adhered to each other. It should be noted that such a tubular structure is preferably, but not necessarily, of square or rectangular shape.



  According to another technique of the invention, a slat or strip is preferably started, which is preferably sawn off a plate, a profiling being carried out on both longitudinal edges, whereafter this slat is cut in the longitudinal direction, for example sawn through, and the two obtained. parts previously positioned on the longitudinal edges are assembled such that a skirting board according to the invention is obtained.

  <Desc / Clms Page number 20>

 



  According to a special feature of the invention, the base plates for forming the aforementioned parts of the skirting board and the floor panels are realized by means of a similar manufacturing process, with the only substantial difference that the forming of the parts of the skirting board is based on a plate-shaped material with a thicker core than the plate-shaped material that is used to form the floor panels.



  Although the use of a thin band-shaped part at the top of the skirting board, instead of a structural part, such as the aforementioned, presents certain disadvantages, it is noted that the use of such band-shaped part can still yield special advantages when the application is envisaged of certain post-processing. Such post-processing could also be carried out on a film, more particularly a thin laminate film, before and / or after this film has been cut into bands or strips, whereafter the resulting bands or strips are secured against the top of the skirting board.

   This not only creates the advantage that a laminated surface is obtained both at the front and at the top, but that similar treatments and thus effects can also be created on these surfaces which can also be optimally adapted to the floor panels.



  It is also not excluded to provide the front side of the skirting board with such foil, or both the top side and front side.

  <Desc / Clms Page number 21>

 



  According to a third aspect, the invention therefore relates to a skirting board, characterized in that it has a laminated surface both at the front and at the top, obtained by a pressing operation, wherein at least one surface is formed by a preformed laminate film, both laminated surfaces have undergone the same or similar post-processing.



  The post-processing is, for example, one or more of the operations described above, such as applying impressions following the motif, filling in impressions with a component, glittering panels and the like.



  When the laminate foil is combined with a classic laminate, for example when the body of the skirting board and the front is formed by a core with a top layer pressed thereon, for example type DPL, and the top consists of a laminate foil adhered thereafter, use is preferably made from the same decor layer. The laminate and the decorative layer are preferably realized in the same press, in the case of impressions even with the same press plate.



  With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, a few preferred embodiments are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:

  <Desc / Clms Page number 22>

 figure 1 represents a part of a skirting according to the first aspect of the invention in perspective; figure 2 represents a section according to line II-II in figure 1; figure 3 shows on a larger scale the part which is indicated by F3 in figure 2; figures 4 to 12 show different variants of the skirting board according to the invention; figure 13 shows on a larger scale the part which is indicated by F13 in figure 12; figures 14 and 15 represent views analogous to those of figure 13, for two variants;

   figure 16 represents another embodiment of a skirting board according to the invention, in mounted condition; figure 17 represents a view similar to that of figure 3, but for a variant; Figure 18 shows a floor covering system according to the invention; Figure 19 shows another skirting board according to the invention; figure 20 schematically represents a method for manufacturing the skirting board according to the invention; figures 21 and 22 show two special techniques that can be used in the manufacture of such plinth;

  <Desc / Clms Page number 23>

 Figure 23 represents a floor covering system with a skirting board constructed in accordance with the second aspect of the invention; figures 24 and 25 show sections on a larger scale along lines XXIV-XXIV and XXV-XXV in figure 23;

   figures 26 and 27 represent views analogous to those of figure 24, for two variants of the skirting board according to the invention.



  As shown in the embodiment of figures 1 to 3, a skirting 1 which is designed in accordance with the first aspect of the invention consists of at least two structural parts 2-3, respectively a first part 2 which comprises at least a part of the front side 4 of forms the skirting board 1 and a second part 3 which forms at least a part of the upper side 5 of the skirting board 1, wherein both parts 2-3 are formed from a laminate-shaped material 6 formed by means of compression pressure with a core 7 and a top layer applied thereto 8 based on plastic. As will be apparent from the further description, the parts 2-3 are preferably formed from a plate-shaped laminate-like material 6, wherein for forming the two parts 2-3, preferably a similar or the same laminate-like material is used, which is also preferably the same motif.



  The core 7 of the parts 2-3 consists of, for example, MDF or HDF, while the top layer 8 preferably consists of one or more resin-impregnated layers which are on the core 7

  <Desc / Clms Page number 24>

 be squeezed. Figure 3 shows by way of example a detail in which the top layer 8 is composed of two layers, respectively a so-called decor layer 9, which is preferably provided with a print and a so-called overlay 10. The aforementioned print can represent a specific motif, for example a wood motif, a brick motif or the like or may also consist of a monochrome print. The resins used at these layers are preferably melamine resins, but other possibilities are not excluded.



  On the backside, in this case of the part 2, a so-called counter layer 11 may be present.



  Preferably, the laminate material 6, which is formed by the core 7, the top layer 8 and the optional counter layer 11, is designed as a so-called DPL (Direct Pressure Laminate).



  In the embodiment of Figures 1 to 3, the parts 2 and 3 are directly attached to each other in that they are glued to each other on their sides 12-13 facing each other.



  As clearly visible in Figs. 2 and 3, the aforementioned two parts 2-3 with their outer sides 14-15 adjoin each other at an angle, the top layers 8 extending at an angle of 90 degrees up to the outer corner 16 of the skirting 1 .

  <Desc / Clms Page number 25>

 



  In order to achieve that the top layers 8 connect nicely to each other at the outer corner 16, the aforementioned parts 2 and 3 are designed such that they abut each other at least at the outer corner 16.



  It is clear that the parts 2 and 3 can be made in different forms. For clarification, a number of variants are described below with reference to Figures 4 to 16.



  Figure 4 shows an embodiment in which the second part 3 is of triangular design and fits into a triangular recess 17 in the upper side of the first part 2.



  Figure 5 shows an embodiment in which the upper side 5 is made inclined.



  Figure 6 shows an embodiment in which the second part 3 is trapezoidal and fits into a similarly shaped recess 18 in the upper side of the first part 2.



  It is noted that in the embodiments of figures 1 to 6, the sides 12 and 13 facing each other are created by machining, so that the parts 2-3 can be made very accurately and therefore fit together very precisely. whereby the seam on the outer corner 16 is not or hardly visible. This does not exclude any other options. For example, Figure 7 shows an example of the second

  <Desc / Clms Page number 26>

 In part 3 there is still a part of the counter-layer 11 present, so that no surface obtained by machining is present at this location, which, as explained in the introduction, may in certain cases lead to a less accurate embodiment.



  It is also noted that, as is shown, for example, in the embodiments of Figs. 4, 6 and 7, use of mutually fitting forms is achieved when the parts 2 and 3 are joined together, a mutual correct positioning is automatically achieved.



  In Figure 8, the second part 3 protrudes backwards, such that a space or recessed part 20 is formed on the rear side 19 of the skirting board 1, whereby contact with the floor and / or wall is limited when placing the skirting board, so that a better connection can be guaranteed with a wall that is irregularly shaped against the floor. As shown in Figure 8, one or more additional recesses 21 may also be formed in the rear side of the first part 2 for the same purpose.



  Figure 9 shows a variant in which a material part has been removed at the corner edge, in this case in the form of a bevelled edge 22, on which a decorative layer 23 is applied, for example according to one of the techniques mentioned in the introduction.

  <Desc / Clms Page number 27>

 



  Figure 10 shows an embodiment in which the parts 2-3 are mounted on a common support or connection structure, in this case a common basic profile 24. The connection between the component parts can be made here or not at the factory.



  Figure 11 shows a variant in which an insert 25 is arranged between parts 2-3.



  Figures 12 and 13 show a variant in which the parts 2 and 3 are provided on their sides facing each other with parts 12A-13A and 12B-13B situated transversely to each other, such that during the assembly of the parts 2 and 3 , more particularly the gluing thereof, by means of pressure elements 26 and 27, for example pressure rollers, pressure forces can be exerted in two directions. This technique can completely rule out the possibility that the parts 2 and 3 can shift relative to each other during pressing.



  Figures 14 and 15 show two variants, one of the two parts, in this case the part 3, having a bendable, more specifically elastically bendable part 28, all such that when joining parts 2 and 3 and by flexing the part 28 a tensioning force is realized which contributes to a good connection of the parts 2 and 3 at the location of the top layers 8. It is clear that a space is present below the part 28 which preferably has a space

  <Desc / Clms Page number 28>

 allows such pressure to allow the portion 28 to flex.



  In Figure 15, the parts 2 and 3 are provided with positioning means which prevent the parts 2 and 3 from moving laterally relative to each other, which in this case are formed by a tooth-shaped part 29 on the part 3 and a groove 30 in the part 2.



  Figures 14 and 15 also show that glue chambers 31, for applying glue and / or collecting excess glue, can be provided at the necessary places.



  Figure 16 shows that a space 20 cannot be provided on the rear side for reducing the contact of the skirting board 1 with the floor 32 or wall 33, but a profile 34 can also be provided on the rear side which is intended to work together with mounting accessories, in this case a mounting clip 35 mounted against the wall 33.



  In general, it is clear that, thanks to the embodiment of the invention, the top layers 8 of both parts 2-3 can be optimally matched to one another and that it is even possible to design any motifs that are on the top layers of parts 2 and 3. are merged.

  <Desc / Clms Page number 29>

 



  Because plate-like material can be assumed, the advantage also arises that all special effects that can be created in the formation of plate-like material can now be integrated in a skirting board 1 in an identical manner, with the intended special effect both at the front 4 and at the front. its top 5.



  Figure 17 shows an example of a special effect in which the top layer 8 of both parts 2-3 is provided with indentations 36 in which a component 37 is arranged, preferably a color component, with which, for example, as explained in the introduction, limed wood can be calcined. imitated.



  It is clear that the use of such indentations 36 need not necessarily be combined with the use of a component to be provided therein. Such impressions 36 can also be used purely for imitating a relief, more particularly for imitating natural surfaces.



  The aforementioned impressions 36 may or may not be in accordance with a motif shown on the decorative layer 9. This is especially useful in the imitation of wood, but is also not excluded in the imitation of other materials.



  It is also possible to apply a colored overlay, creating special effects, whether or not in it

  <Desc / Clms Page number 30>

 combination with the use of colored or non-colored impressions can be realized.



  Figure 8 shows a floor covering system according to the invention, with floor panels 38 and a baseboard 1 that are matched to each other, in that they are made of a similar laminate material.



  Figure 19 shows an embodiment of a skirting board 1 according to the invention, wherein the top layer 8 of the two parts 2-3 is provided with a tile design with joints 39 which extend over the front 4 and top 5. In figure 19 these are wide joints obtained by means of printing. An impression may have been realized at the location of these joints. Instead of joints obtained by means of a printing, these can, according to an alternative, also be formed by material removal or recesses, in which optionally a separate coloring or printing is provided at the location thereof.



  Figure 20 schematically shows a possible embodiment of the method for manufacturing the skirting board 1. In a first step 40, a plate-shaped substrate 41, more particularly a material for forming the core 7, for example an MDF or HDF plate, and a resin-impregnated printed decor layer 9, an overlay 10 and a counter layer 11 are brought together. In a second step 42, this whole of layers is compressed in a press 43 and consolidated by means of the resin. Hereby can

  <Desc / Clms Page number 31>

 simultaneous impressions in the upper side are formed, for example with the aid of an intermediate plate 44 which is provided with a relief 45. Thus, a plate of laminate material 6 is obtained. In the step 46, a lacquer 47 or the like is rolled into the indentations.



  According to steps not shown, a forced drying of the lacquer 47 can then also be provided and a cleaning can be carried out to remove any lacquer cast remaining behind. The laminate material 6 is then divided into strips, more particularly sawn into slats 48.



  Parts 2 and 3 can then be formed from this by machining operations, for example by means of the necessary milling and / or planing operations, after which these parts 2-3 are connected to each other.



  It is clear that different variants are possible. For example, the lacquer 47 could only be applied in the indentations after the skirting board 1 itself has already been manufactured.



  It is noted that the laminate material could also be realized in a continuous press and that any impressions made could also be pressed into the surface in a separate press.



  Figure 21 shows a special method for fixing the parts 2 and 3 together. In this case, slats or strips 48 are tubular and mitred to each other, preferably glued, such as centrally in the

  <Desc / Clms Page number 32>

 figure is shown. The tubular structure offers the advantage that the slats 48 can be stably clamped during gluing. By subsequently cutting the sleeve along the lines 49, more specifically by sawing, four baseboards 1 according to the invention are obtained.



  Figure 22 shows a technique based on a slat or strip 50, which is preferably sawn off a plate, wherein, in a first step 51, a profiling is performed on both longitudinal edges 52-53, after which this slat 50, such as shown in step 54, is cut longitudinally, in this case by means of a saw 55. Thus, two parts 2 and 3 for forming the skirting 1 are obtained. In the step 56 shown, another part of the part 2 is removed, for example milled away. Finally, the parts 2 and 3, as shown in step 57, are joined together, whereafter, as shown in step 58, they are attached to each other, in this case by means of glue.

   This technique has the advantage that the edge 52 can be formed while the part 3 is still present on the slat 50, whereby a good clamping and / or guidance during milling thereof is possible. Both edges 52 and 53 can also be formed simultaneously by passing such slat 50 between two opposing cutters.



  Figures 23 to 25 relate to a baseboard and a floor covering system in which both the first and second aspect of the invention are applied. There exists for this

  <Desc / Clms Page number 33>

 the skirting board 1 consists of short pieces 59 which are successively mounted one after the other, while each piece 59 consists of at least two assembled parts 2 and 3 as described above.



  In the example, the pieces 59 are provided with coupling means whereby they can be coupled to each other indirectly. In the example shown, these coupling means consist of coupling parts 60 in the form of recesses with which the pieces 59 can be clamped on a common profile 61, which in turn is attached to the wall.



  According to an important feature of the second aspect, an imitation of a joint 62 is present at the location of each transition between two pieces 59. Optionally, additional joint imitations may be formed between the ends of each piece 59. In the example shown, the imitations of the joints 62 are realized by means of removed material parts, in this case in the form of bevelled edges 63 which are preferably provided with a decorative layer or covering 64, for example by means of a lacquer, printing or impregnation. .



  According to yet another important feature, the pieces 59 have a length corresponding to the length of the floor panels 38 where they are intended to be used, which is especially useful for floor panels which imitate stone tiles. Thus it becomes possible to

  <Desc / Clms Page number 34>

 skirting boards 1 of which the joints 62 are exactly opposite the joints 65 of the tile-shaped floor panels 38, as shown in detail in figures 24 and 25.



  Figures 26 and 27 show two variants in which to connect the pieces 59 to each other, instead of indirect coupling means, use is made of direct coupling means 66, which allow a connection between the ends of the pieces 59, more specifically between the ends or edge regions 67 and 68.



  The coupling means 66 consist of first coupling parts 69, mainly in the form of a tooth 70 and a groove 71 which effect at least a certain locking in a direction R1 perpendicular to the plane of the skirting board 1, and second coupling parts 72 which at least have a certain locking in effecting a direction R2 along the length of the skirting board 1, wherein the second coupling parts 72 at least, on the one hand, comprise a part 73 which is elastically compressible transversely to the surface of the skirting board 1, whether or not perpendicular thereto, and which is located at one of the edge regions 67-68, preferably at the edge region 68 at which the tooth 70 is present, and, on the other hand, a part 74 cooperating therewith, preferably not compressible or less compressible, at the other edge region,

   said second coupling parts 72 being located in a zone behind the tip 75 of the tooth 70 and better still completely or almost completely behind the zone T occupied by the

  <Desc / Clms Page number 35>

 actual tooth 70. By "behind the tip or zone T" is meant the coupling parts 72, and in the first place the locking contact surfaces of these coupling parts, are located more inwards on the relevant parts. In this case, the zone T should be considered as the distance by which the tooth is behind the shortest groove limiting lip.



  The part 74, which cooperates as a hook-shaped part with the part 73, is preferably located on a protruding lip 76.



  Figure 26 shows a one-part embodiment, in which the compressible part 73 is formed by a part of an elastically bendable lip 77, so that the depression is the result of a bend, while Figure 27 shows a variant in which the compressible part 73 consists of an elastic compressible material, such as a relatively rigid rubber strip, whereby the compression is therefore the result of a material compression. It is clear that the lip 77 can also extend in other directions. As shown, the part 73 is in both cases at the rear of the tooth, in other words the side that faces the wall. According to a variant, the part 73 could also be located at the front.



  In a laminate structure, with pressed resin layers, the layer that is against the lip 76 preferably extends

  <Desc / Clms Page number 36>

 out to or near the coupling part 74, so as to maximize the rigidity of the lip 76.



  As schematically indicated by arrows, the coupling means are preferably designed in such a way that the pieces 59 can be inserted into each other by sliding and / or winding. Rotating around the front edge is the most practical technique here, but sliding may be necessary if pieces 59 are to be installed on a wall in places that are difficult to reach. The coupling can be designed without play.



  The coupling means of figures 26 and 27 allow the pieces 59 to be easily slid into one another and rotated. Because, at least in the embodiment shown, the part 73 can be compressed substantially separately from the other material parts, these other parts are little or no load.



  It is noted that the coupling means described above with reference to Figures 26 and 27 for joining the pieces 59 of a skirting board can be used in a similar manner according to the invention for joining floor panels, more particularly laminate floor panels, irrespective of whether or not this is done in combination with the use of a skirting board according to the invention. According to this fourth aspect of the invention, the wall in the drawings should then be omitted, while the front of the pieces 59 then as

  <Desc / Clms Page number 37>

 the top of such a floor panel must be seen.



  Such floor panels can then be laid floating without connection to the subfloor. Such floor panels are preferably rectangular and coupling means are provided on four sides, in other words edges, which effect a vertical and horizontal locking, wherein coupling means as described above are applied on two opposite sides, while coupling means can be arranged on the other two sides are designed in a different way, preferably, but not necessarily, coupling means that only allow coupling by rotation and not by shifting. In the case of floor panels, the coupling parts are preferably realized from MDF, and more preferably HDF, preferably in one piece from the substrate of the floor panel.



  The present invention is by no means limited to the embodiments described by way of example and shown in the figures, but such skirting, such a floor covering system, the aforementioned floor panels and the aforementioned methods of manufacturing a skirting can be realized according to different variants without departing from the scope of the invention. invention.



  For example, the aforementioned post-processing, such as the application of a component in the indentations, the glossing of the laminate surface, need not necessarily precede the formation of the parts 2 and 3 or

  <Desc / Clms Page number 38>

 prior to the application of the laminate film. This is also possible after the parts 2 and 3 have already been assembled or after the laminate film has been applied to the other parts of the skirting board.


    

Claims (1)

Conclusies. Conclusions. 1.- Plint, daardoor gekenmerkt dat zij uit minstens twee structurele delen (2-3) bestaat, respectievelijk een eerste deel (2) dat minstens een gedeelte van de voorzijde (4) van de plint (1) vormt en een tweede deel (3) dat minstens een gedeelte van de bovenzijde (5) van de plint (1) vormt, waarbij beide delen (2-3) gevormd zijn uit een door middel van persdruk gevormd laminaatvormig materiaal (6) met een kern (7) en een erop aangebrachte toplaag (8) op basis van kunststof. Plinth, characterized in that it consists of at least two structural parts (2-3), respectively a first part (2) which forms at least a part of the front side (4) of the plinth (1) and a second part ( 3) which forms at least a part of the top side (5) of the skirting-board (1), both parts (2-3) being formed from a laminate-shaped material (6) formed by pressing pressure with a core (7) and a applied top layer (8) based on plastic. 2. - Plint volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee delen (2-3) gevormd zijn uit een plaatvormig materiaal. Skirting board according to claim 1, characterized in that the aforementioned two parts (2-3) are formed from a plate-shaped material. 3. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee delen (2-3) uit een gelijkaardig of eenzelfde laminaatvormig materiaal (6) vervaardigd zijn en eenzelfde motief weergeven, en beter nog uit één en dezelfde laminaatplaat afkomstig zijn. Skirting board according to one of the preceding claims, characterized in that the aforementioned two parts (2-3) are made from the same or the same laminate material (6) and represent the same motif, and more preferably from one and the same laminate plate . 4. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee delen (2-3) minstens ter hoogte van de buitenzijde van de plint met hun toplagen (8) tegen elkaar aansluiten, waarbij de toplagen (8) bij voorkeur motieven vertonen die in elkaar overgaan. <Desc/Clms Page number 40> Skirting board according to any one of the preceding claims, characterized in that the aforementioned two parts (2-3) connect at least at the level of the outside of the skirting board with their top layers (8), the top layers (8) preferably show motifs that merge.  <Desc / Clms Page number 40>   5.- Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde toplaag (8) is gevormd uit één of meer samengeperste en/of op de kern (7) geperste en ermee geconsolideerde met hars geïmpregneerde lagen. Skirting board according to one of the preceding claims, characterized in that the above-mentioned top layer (8) is formed from one or more compressed layers and / or pressed onto the core (7) and consolidated with resin-impregnated layers. 6. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd laminaatvormig materiaal (6) van minstens één van de voornoemde twee delen (2-3), en bij voorkeur van beide delen, bestaat uit zogenaamd DPL (Direct Pressure Laminate). Skirting board according to one of the preceding claims, characterized in that the aforementioned laminate material (6) of at least one of the aforementioned two parts (2-3), and preferably of both parts, consists of so-called DPL (Direct Pressure Laminate) ). 7. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee delen (2-3) met hun buitenzijden (14-15) onder hoek tegen elkaar aansluiten. Skirting board according to one of the preceding claims, characterized in that the aforementioned two parts (2-3) with their outer sides (14-15) join against each other at an angle. 8. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee delen (2-3) zich met hun toplaag (8) onder een hoek van 90 graden uitstrekken ten opzichte van elkaar. Baseboard according to one of the preceding claims, characterized in that the above-mentioned two parts (2-3) extend with their top layer (8) at an angle of 90 degrees with respect to each other. 9. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee delen (2-3) minstens gedeeltelijk in verstek tegen elkaar aansluiten. Skirting board according to one of the preceding claims, characterized in that the aforementioned two parts (2-3) abut each other at least partially in miter. 10. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de toplaag (8) van minstens één van voornoemde delen (2-3), en bij voorkeur van beide delen (2-3), is voorzien van indrukkingen (36). <Desc/Clms Page number 41> Skirting board according to one of the preceding claims, characterized in that the top layer (8) of at least one of said parts (2-3), and preferably of both parts (2-3), is provided with indentations (36) .  <Desc / Clms Page number 41>   11.- Plint volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de toplaag (8) een motief weergeeft en dat de indrukkingen (36) het motief volgen. Skirting board according to claim 10, characterized in that the top layer (8) displays a design and that the indentations (36) follow the design. 12. - Plint volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat in minstens een deel van de betreffende indrukkingen (36) een component (37) is aangebracht in de vorm van een kleurend product en/of een actieve component. The skirting board according to claim 10 or 11, characterized in that a component (37) is provided in at least a part of the respective impressions (36) in the form of a coloring product and / or an active component. 13. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat iedere betreffende toplaag (8) een decorlaag (9) bevat en dat boven de decorlaag (9), al dan niet rechtstreeks erop, minstens één ingekleurde overlay (10) aanwezig is. Plinth according to one of the preceding claims, characterized in that each relevant top layer (8) contains a decorative layer (9) and that at least one colored overlay (10) is present above the decorative layer (9), directly or indirectly on it . 14. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de delen (2-3) zijn voorzien van een toplaag (8) met een decorlaag (9) die een houtmotief weergeeft. The skirting board according to any one of the preceding claims, characterized in that the parts (2-3) are provided with a top layer (8) with a decorative layer (9) representing a wood motif. 15.- Plint volgens conclusies 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat de delen (2-3) zijn voorzien van een toplaag (8) met een decorlaag (9) die een houtmotief weergeeft, waarbij de inkleuring van de indrukkingen, al dan niet gecombineerd met het gebruik van een ingekleurde overlay (10), een gekalkte houten vloer imiteert, ook "cérusé" genoemd. <Desc/Clms Page number 42> Skirting board according to claims 12 or 13, characterized in that the parts (2-3) are provided with a top layer (8) with a decorative layer (9) representing a wood motif, wherein the coloring of the impressions, whether or not combined with the use of a colored overlay (10), imitating a limed wooden floor, also called "cérusé".  <Desc / Clms Page number 42>   16. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee delen (2-3) gevormd zijn uit plaatvormig materiaal en dat de naar elkaar gerichte zijden (12-13) van deze delen (2-3), en meer speciaal alle ervan tegen elkaar aansluitende zijden (12-13), door een machinale bewerking zijn tot stand gebracht. The skirting board according to any of the preceding claims, characterized in that the aforementioned two parts (2-3) are formed from plate-shaped material and that the sides (12-13) of these parts (2-3) facing each other, and more in particular, all of the sides (12-13) of which are contiguous to each other have been produced by machining. 17. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de samenstellende delen (2-3) van de plint (1), en meer speciaal de voornoemde twee delen (2-3), in elkaar passende vormen vertonen die bij het samenvoegen van deze delen (2-3) een automatische onderlinge positionering bewerkstelligen. The skirting board according to any of the preceding claims, characterized in that the constituent parts (2-3) of the skirting board (1), and more particularly the aforementioned two parts (2-3), have mutually fitting shapes which joining these parts (2-3) to an automatic mutual positioning. 18. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee delen (2-3) bevestigd zijn op een gemeenschappelijke draag- of verbindingsstructuur. A skirting board according to any one of the preceding claims, characterized in that the aforementioned two parts (2-3) are attached to a common support or connection structure. 19. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij een functionele geprofileerde achterzijde (19) vertoont, zoals bijvoorbeeld een achterzijde (19) met een inspringend gedeelte om het contact met de wand of vloer te beperken, een achterzijde (19) die bedoeld is samen te werken met bevestigingsaccessoires, zoals bevestigingsclipsen (35), een achterzijde die voorzien is van één of meer uitsparingen bijvoorbeeld voor het onderbrengen van leidingen, enz. <Desc/Clms Page number 43> 19. Skirting board according to one of the preceding claims, characterized in that it has a functional profiled rear side (19), such as, for example, a rear side (19) with a recessed portion to limit contact with the wall or floor, a rear side (19 ) which is intended to cooperate with mounting accessories, such as mounting clips (35), a rear which is provided with one or more recesses, for example for accommodating pipes, etc.  <Desc / Clms Page number 43>   20. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de toplaag (8) van de voornoemde twee delen (2-3) is voorzien van een tegelmotief met voegen (39) die zich over de voorzijde (4) en bovenzijde (5) uitstrekken. Plinth according to one of the preceding claims, characterized in that the top layer (8) of the aforementioned two parts (2-3) is provided with a tile motif with joints (39) that extend over the front (4) and top ( 5) extend. 21. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de naar elkaar gerichte zijden van de voornoemde twee delen (2-3) twee gedeelten (12A-13A; 12B-13B) vertonen die dwars ten opzichte van elkaar gesitueerd zijn, teneinde een aandrukking in twee richtingen toe te laten tijdens het samenstellen van de plint. Plinth according to one of the preceding claims, characterized in that the facing sides of the aforementioned two parts (2-3) have two parts (12A-13A; 12B-13B) that are situated transversely to each other, to allow a bi-directional pressure during assembly of the baseboard. 22. - Plint volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij is samengesteld uit korte stukken (59) die in langsrichting opeenvolgend na elkaar kunnen worden gemonteerd. The skirting board according to any of the preceding claims, characterized in that it is composed of short pieces (59) that can be successively mounted one after the other in the longitudinal direction. 23.- Plint volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat de opeenvolgende stukken (59) voorzien zijn van koppelmiddelen (60) waardoor zij al dan niet rechtstreeks aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Plinth according to claim 22, characterized in that the successive pieces (59) are provided with coupling means (60) through which they can be coupled or not directly to each other. 24.- Plint volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat rechtstreekse koppelmiddelen (66) tussen de stukken (59) aanwezig zijn, die een verbinding toelaten tussen de kopse uiteinden van de stukken (59), meer speciaal tussen de randgebieden (67-68), waarbij deze koppelmiddelen (66) <Desc/Clms Page number 44> minstens bestaan uit eerste koppeldelen (69), hoofdzakelijk in de vorm van een tand (70) en een groef (71) die minstens een bepaalde vergrendeling in een richting (Rl) loodrecht op het vlak van de plint (1) bewerkstelligen, en tweede koppeldelen (72) die minstens een bepaalde vergrendeling in een richting (R2) volgens de lengte van de plint (1) bewerkstelligen, waarbij de tweede koppeldelen (72) minstens, enerzijds, een dwars op het vlak van de plint (1) verplaatsbaar, al dan niet loodrecht hierop verplaatsbaar, elastisch indrukbaar deel (73) bevatten, Plinth according to claim 22, characterized in that direct coupling means (66) are present between the pieces (59), which allow a connection between the ends of the pieces (59), more particularly between the edge areas (67-68) , wherein these coupling means (66)  <Desc / Clms Page number 44>  consist at least of first coupling parts (69), mainly in the form of a tooth (70) and a groove (71) which at least effect a certain locking in a direction (R1) perpendicular to the plane of the skirting board (1), and second coupling parts (72) which at least effect a certain locking in a direction (R2) according to the length of the skirting board (1), wherein the second coupling parts (72) are movable at least, on the one hand, transversely to the plane of the skirting board (1), contain an elastically compressible part (73) movable or not perpendicular thereto dat zich aan het randgebied (68) waaraan de tand (70) aanwezig is, bevindt en, anderzijds, een daarmee samenwerkend deel (74) aan het andere randgebied, waarbij deze tweede koppeldelen (72) zich in een zone achter de tip (75) van de tand (70) bevinden en beter nog volledig of nagenoeg volledig achter de zone (T) ingenomen door de tand (70).  is located at the edge area (68) on which the tooth (70) is present and, on the other hand, a part (74) cooperating therewith at the other edge area, said second coupling parts (72) being in a zone behind the tip (75) ) of the tooth (70) and better yet completely or almost completely behind the zone (T) occupied by the tooth (70). 25. - Plint volgens conclusie 24, daardoor gekenmerkt dat, in gekoppelde toestand, het elastisch indrukbaar deel (73) samenwerkt met een deel (74) dat op een uitstekende lip (76) is aangebracht. The skirting board according to claim 24, characterized in that, in the coupled state, the elastically compressible part (73) cooperates with a part (74) arranged on a protruding lip (76). 26. - Plint volgens conclusie 24 of 25, daardoor gekenmerkt dat de koppelmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat de stukken (59) door schuiven en/of wentelen of beide in elkaar kunnen worden gevoegd 27. - Plint volgens één van de conclusies 22 tot 26, daardoor gekenmerkt dat zij een tegelmotief weergeeft, <Desc/Clms Page number 45> waarbij ter plaatse van iedere overgang tussen twee stukken (59) een imitatie van een voeg (62) aanwezig is. A skirting board as claimed in claim 24 or 25, characterized in that the coupling means are designed such that the pieces (59) can be inserted into one another by sliding and / or rolling or both. 27. - A skirting board as claimed in any one of claims 22 to 26, characterized in that it displays a tile motif,  <Desc / Clms Page number 45>  wherein an imitation of a joint (62) is present at the location of each transition between two pieces (59). 28.- Plint volgens conclusie 27, daardoor gekenmerkt dat de imitatie van de voeg (47) wordt gevormd door middel van een van de volgende mogelijkheden: - door middel van een bedrukking; - door middel van een indrukking; - door middel van een bedrukking gecombineerd met een indrukking ; - door middel van een weggenomen materiaalgedeelte langsheen de rand van de voeg; - door middel van een weggenomen materiaalgedeelte in de vorm van een afschuining of zogenaamde vellingkant (63), waarop al dan niet een afzonderlijke decoratieve laag (64), zoals een lak, bedrukking of impregneermiddel, is aangebracht. Plinth according to claim 27, characterized in that the imitation of the joint (47) is formed by means of one of the following options: - by means of a printing; - by means of an impression; - by means of a print combined with a print; - by means of a removed material portion along the edge of the joint; - by means of a removed material portion in the form of a chamfer or so-called chamfered edge (63), on which or not a separate decorative layer (64), such as a lacquer, printing or impregnating agent, is applied. 29. - Plint, daardoor gekenmerkt dat zij zowel aan de voorzijde (4) als bovenzijde (5) een gelamineerd oppervlak heeft dat door een persbewerking is verkregen, waarbij minstens één oppervlak is gevormd door een vooraf gevormde laminaatfolie, waarbij beide gelamineerde oppervlakken eenzelfde of gelijkaardige nabewerking zijn ondergaan. 29. - Skirting board, characterized in that it has a laminated surface both at the front (4) and top (5) obtained by a pressing operation, wherein at least one surface is formed by a preformed laminate film, both laminated surfaces being the same or have undergone similar post-processing. 30.- Vloerbedekkingssysteem, bestaande uit vloerpanelen en plinten, waarbij de vloerpanelen (38) gevormd zijn door laminaatpanelen met een kern en een erop geperste toplaag op basis van kunststof, bij voorkeur zogenaamd DPL (Direct Pressure Laminate), daardoor gekenmerkt dat plinten (1) <Desc/Clms Page number 46> volgens één van de conclusies 1 tot 29 worden aangewend, waarbij de toplagen (8) van de plinten (1) en van de vloerpanelen (38) op elkaar zijn afgestemd. 30.- Floor covering system, consisting of floor panels and skirting boards, the floor panels (38) being formed by laminate panels with a core and a pressed top layer based on plastic, preferably so-called DPL (Direct Pressure Laminate), characterized in that skirting boards (1 )  <Desc / Clms Page number 46>  according to one of claims 1 to 29, wherein the top layers (8) of the baseboards (1) and of the floor panels (38) are matched to each other. 31. - Vloerbedekkingssysteem volgens conclusie 30, daardoor gekenmerkt dat de toplagen op elkaar zijn afgestemd doordat zij één of meer van volgende eigenschappen vertonen: - de plinten (1) en de vloerpanelen (38) zijn door een gelijkaardig vervaardigingsproces tot stand gekomen; - beide toplagen bestaan uit zogenaamd DPL (Direct Pressure Laminate); - de toplagen zijn gevormd met behulp van identieke decorlagen, meer speciaal uit identieke met hars geïmpregneerde en met eenzelfde decor bedrukte papierlagen ; - de toplagen zijn op een gelijkaardige wijze afgewerkt, meer speciaal zijn zij beide van één of meer van volgende afwerkingen voorzien: - indrukkingen in het oppervlak; - indrukkingen in het oppervlak welke in overeenstemming zijn met het motief van een in de toplaag aangewende decorlaag; Floor covering system according to claim 30, characterized in that the top layers are matched to each other by having one or more of the following properties: - the skirting boards (1) and the floor panels (38) have been created by a similar manufacturing process; - both top layers consist of so-called DPL (Direct Pressure Laminate); - the top layers are formed with the help of identical decorative layers, more particularly from identical resin impregnated paper layers printed with the same decor; - the top layers are finished in a similar way, more specifically they are both provided with one or more of the following finishes: - impressions in the surface; impressions in the surface which are in accordance with the motif of a decorative layer used in the top layer; - indrukkingen in het oppervlak waarin een component is aangebracht, hetzij een kleurcomponent of een actieve component; - een nabehandeling van het oppervlak waardoor de eigenschap ervan gewijzigd is, zoals onder meer een opgeblonken oppervlak. <Desc/Clms Page number 47>  impressions in the surface in which a component is arranged, either a color component or an active component; - a post-treatment of the surface whereby the property thereof is changed, such as, inter alia, a flattened surface.  <Desc / Clms Page number 47>   32.- Werkwijze voor het vervaardigen van plinten volgens één van de conclusies 1 tot 28, daardoor gekenmerkt dat door middel van persdruk een laminaatvormig materiaal (6) met een kern (7) en een erop geperste toplaag (8) op basis van kunststof wordt gevormd ; uit dit laminaatvormig materiaal (6) door middel van één of meer machinale bewerkingen de voornoemde twee delen (2-3) worden gevormd; en dat de voornoemde twee delen (2-3) rechtstreeks of onrechtstreeks met elkaar worden verbonden. Method for manufacturing skirting boards according to one of Claims 1 to 28, characterized in that a laminate material (6) with a core (7) and a plastic-based top layer (8) pressed on it is pressed by means of pressing pressure. formed; from said laminate material (6) the aforementioned two parts (2-3) are formed by means of one or more machining operations; and that the aforementioned two parts (2-3) are connected directly or indirectly to each other. 33.- Werkwijze volgens conclusie 32, daardoor gekenmerkt dat uit het laminaatvormig materiaal (6) stroken of latten (48) worden gevormd ; deze stroken (48) onder verstek worden samengesteld en aan elkaar bevestigd ; dat vervolgens van de samengestelde stroken (48) gedeelten worden verwijderd, meer speciaal worden afgezaagd, teneinde een plint (1) te weerhouden. The method according to claim 32, characterized in that strips or slats (48) are formed from the laminate material (6); these strips (48) are assembled in absentia and attached to each other; that portions of the composite strips (48) are then removed, more particularly sawn off, to retain a skirting board (1). 34.- Werkwijze volgens conclusie 33, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde stroken (48) kokervormig worden samengesteld, zodanig dat door het gepast doorzagen van deze koker meerdere plinten (1) hieruit worden weerhouden. Method according to claim 33, characterized in that the aforementioned strips (48) are assembled in the form of a tube, such that a plurality of skirting boards (1) are retained therefrom by the appropriate sawing of this tube. 35.- Werkwijze volgens conclusie 32, daardoor gekenmerkt dat voor het vormen van zulke plinten wordt uitgegaan van latten of stroken (50), waarbij aan beide langsranden (52- 53) van deze latten (50) een profilering wordt uitgevoerd, waarna deze latten (50) in langsrichting worden doorgesneden en de twee verkregen, zich voorheen aan de <Desc/Clms Page number 48> langsranden gesitueerde delen (2-3) worden samengevoegd, waarbij deze delen (2-3) al dan niet uit eenzelfde lat (50) afkomstig zijn. Method according to claim 32, characterized in that slats or strips (50) are used for forming such skirting boards, wherein a profiling is carried out on both longitudinal edges (52-53) of these slats (50), whereafter these slats (50) are cut longitudinally and the two obtained, previously attached to the  <Desc / Clms Page number 48>  parts (2-3) located along longitudinal edges are combined, these parts (2-3) whether or not coming from the same slat (50).
BE2003/0669A 2003-12-18 2003-12-18 Plinth, FLOORING SYSTEM AND METHOD FOR MANUFACTURING A Plinth. BE1015825A5 (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0669A BE1015825A5 (en) 2003-12-18 2003-12-18 Plinth, FLOORING SYSTEM AND METHOD FOR MANUFACTURING A Plinth.
PCT/EP2004/014751 WO2005059270A1 (en) 2003-12-18 2004-12-17 Skirting board, floor covering system and method for manufacturing a skirting board
CNA2004800377341A CN1894476A (en) 2003-12-18 2004-12-17 Skirting board, floor covering system and method for manufacturing a skirting board
EP04804340A EP1699989A1 (en) 2003-12-18 2004-12-17 Skirting board, floor covering system and method for manufacturing a skirting board
CA002549287A CA2549287A1 (en) 2003-12-18 2004-12-17 Skirting board, floor covering system and method for manufacturing a skirting board
US10/583,379 US20070125021A1 (en) 2003-12-18 2004-12-17 Skirting board, floor covering system and method for manufacturing a skirting board

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0669A BE1015825A5 (en) 2003-12-18 2003-12-18 Plinth, FLOORING SYSTEM AND METHOD FOR MANUFACTURING A Plinth.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015825A5 true BE1015825A5 (en) 2005-09-06

Family

ID=34682723

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2003/0669A BE1015825A5 (en) 2003-12-18 2003-12-18 Plinth, FLOORING SYSTEM AND METHOD FOR MANUFACTURING A Plinth.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20070125021A1 (en)
EP (1) EP1699989A1 (en)
CN (1) CN1894476A (en)
BE (1) BE1015825A5 (en)
CA (1) CA2549287A1 (en)
WO (1) WO2005059270A1 (en)

Families Citing this family (39)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE503861C2 (en) * 1994-10-24 1996-09-23 Perstorp Flooring Ab Process for making a skirting board
US20030084634A1 (en) 2001-11-08 2003-05-08 Oliver Stanchfield Transition molding
US7207143B2 (en) 2001-11-08 2007-04-24 Pergo (Europe) Ab Transition molding and installation methods therefor
US8468769B2 (en) * 2003-12-31 2013-06-25 Pergo (Europe) Ab Reversible decorative moldings between floor and wall or wall and ceiling
US8747596B2 (en) * 2005-01-12 2014-06-10 Flooring Industries Limited, Sarl Finishing set for floor covering and holder, as well as finishing profile, for a finishing set, and method for manufacturing a finishing profile and a skirting board
BE1016925A6 (en) 2006-02-07 2007-09-04 Flooring Ind Ltd FINISHING PROFILE FOR A FLOOR COATING AND METHODS FOR MANUFACTURING SUCH FINISHING PROFILE.
US8484919B2 (en) * 2006-10-18 2013-07-16 Pergo (Europe) Ab Transitions having disparate surfaces
US20080172963A1 (en) 2007-01-19 2008-07-24 Harrison Steven L Tiled transition bracketing
US7712271B2 (en) * 2007-01-19 2010-05-11 Harrison Steven L Tiled transition bracket
BE1018494A3 (en) * 2007-11-28 2011-02-01 Flooring Ind Ltd Sarl PROFILE FOR FINISHING A FLOOR COATING AND SET OF PARTS FOR SUCH PROFILE.
AT10945U1 (en) * 2008-12-03 2010-01-15 Karl Pedross Ag A PROFILE STRIP OF A WOODEN MATERIAL
CA2697573A1 (en) * 2009-03-27 2010-09-27 Pergo (Europe) Ab Joint cover assembly and kit comprising this joint cover assembly as well as installation method therefor
US20110078974A1 (en) * 2009-05-12 2011-04-07 Daniel Paul Mitchell Nailess, glueless trim system
BE1019285A3 (en) * 2010-04-09 2012-05-08 Decruy Nv METHOD FOR MANUFACTURING A SKIRT
BE1019331A5 (en) 2010-05-10 2012-06-05 Flooring Ind Ltd Sarl FLOOR PANEL AND METHODS FOR MANUFACTURING FLOOR PANELS.
PL2589499T3 (en) 2010-06-30 2014-10-31 Flooring Technologies Ltd Primed panel made of wooden material
DE102011007938A1 (en) * 2011-01-03 2012-07-05 Guido Schulte Baseboard for arranging in transition area from covering of e.g. concrete slab to wall of building for protection of wall surfaces, has spacer formed from material directly applied on base body as shapeless material
FR2970494B1 (en) * 2011-01-13 2016-10-28 Findes LINEAR DECORATIVE PROFILE WITH PLINTH OR CORNICE FUNCTION AND FIXING BRACKET
BE1020251A5 (en) 2011-09-13 2013-07-02 Unilin B V B A FINISHING PROFILE FOR A FLOOR COATING.
DE102013005005A1 (en) * 2013-03-22 2014-09-25 Georg Schell Method for producing and laying baseboards and device provided therefor
CN104354211B (en) * 2014-11-26 2016-08-31 邹莹 Produce the Apparatus and method for of skirting
BE1022737B1 (en) * 2015-01-16 2016-08-25 Decruy N.V. NEW PLINT AND IMPROVED METHOD FOR MANUFACTURING SUCH PLINT
BE1022798B1 (en) * 2015-02-10 2016-09-08 Decruy N.V. SKIRT OR FINISHING PROFILE FOR FLOOR COATING AND ALTERNATIVE METHOD FOR MANUFACTURING SUCH PLINT OR FINISHING PROFILE
BE1023438B1 (en) * 2016-01-14 2017-03-21 Ivc N.V. Plinth, decoration system and method for manufacturing a plinth
BE1023847B1 (en) * 2016-02-04 2017-08-10 Decruy N.V. PLINT OR FINISHING PROFILE AND AN IMPROVED METHOD FOR MANUFACTURING THIS PLINT OR FINISHING PROFILE
BE1023790B1 (en) * 2016-01-25 2017-07-27 Decruy N.V. IMPROVED AND NEW METHOD FOR MANUFACTURING A SKIRT OR FLOOR PROFILE
EP3408469B1 (en) 2016-01-25 2020-09-30 Decruy nv Skirting board and an improved method for manufacturing a skirting board or finishing profiled section
BE1023732B1 (en) * 2016-06-10 2017-07-04 Decruy N.V. NEW PLINT AND IMPROVED METHOD FOR MANUFACTURING SUCH PLINT
BE1024446B1 (en) * 2016-07-07 2018-02-27 Decruy Nv ALTERNATIVE MULTIFUNCTIONAL FINISHING PROFILE FOR FLOOR COVERING
US9938726B2 (en) 2016-08-26 2018-04-10 Quickstyle Industries Inc. Densified foam core (DFC) tile with imitation grout line
US10132088B2 (en) * 2016-08-26 2018-11-20 Quickstyle Industries Inc. Stone plastic composite (SPC) tile with imitation grout line
US10544595B2 (en) * 2016-08-26 2020-01-28 Quickstyle Industries Inc. Tile with protected imitation grout line
US10233656B2 (en) * 2016-08-26 2019-03-19 Quickstyle Industries Inc. Densified foam core (DFC) tile with imitation grout line
DE102016221577A1 (en) * 2016-11-03 2018-05-03 Homag Gmbh Process for coating unsteady surfaces, device and component
DE202016007947U1 (en) * 2016-12-22 2018-01-02 Dirk Dammers Skirting board for receiving a flooring strip
BE1026287B1 (en) 2018-05-17 2019-12-17 Unilin Bvba Sheathing film, method of manufacturing it and finishing profile
US11753833B2 (en) 2018-11-08 2023-09-12 CB Interests Inc. Modular floating tile, coping and skirting systems for decks and stairs
US11866945B2 (en) 2020-05-13 2024-01-09 CB Interests Inc. Methods of constructing floating tile-based flooring and staircase systems and components thereof
KR102643982B1 (en) * 2023-08-01 2024-03-05 차인호 Wood plate for building material

Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1530769A (en) * 1967-06-16 1968-06-28 Tecora Manufacturing process for trays and panels covered with laminated plastic plates
FR2192895A1 (en) * 1972-07-15 1974-02-15 Bottcher Et Gessner
DE3041870A1 (en) * 1980-11-06 1982-06-09 Wilhelm Lehbrink Gmbh & Co Kg, 4811 Oerlinghausen Folded timber panel construction - has groove pressed into veneer opposite to and previous to cutting of mitre joint
FR2581686A1 (en) * 1985-05-09 1986-11-14 Ughetto Michel Skirting board which can be fitted over an existing skirting board "overskirting" board
DE9403008U1 (en) * 1994-02-03 1994-06-09 Huelsta Werke Huels Kg Folding strip with rounded bending edge
WO1997047834A1 (en) 1996-06-11 1997-12-18 Unilin Beheer B.V. Floor covering, consisting of hard floor panels and method for manufacturing such floor panels
WO2001096688A1 (en) 2000-06-13 2001-12-20 Flooring Industries Ltd. Floor covering
WO2001098603A2 (en) 2000-06-20 2001-12-27 Flooring Industries Ltd. Floor covering
US20030010427A1 (en) * 2001-07-13 2003-01-16 Eugenio Cruz Embossed-in-register manufacturing process
US20030108717A1 (en) * 2001-12-07 2003-06-12 Ake Sjoberg Structured boards with matched surface
US20030208980A1 (en) * 2001-01-26 2003-11-13 Shaw Industries, Inc. Textured laminate flooring
BE1015550A5 (en) 2003-06-04 2005-06-07 Flooring Ind Ltd FLOOR PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING SUCH FLOOR PANEL.
BE1015760A6 (en) 2003-06-04 2005-08-02 Flooring Ind Ltd Laminated floorboard has a decorative overlay and color product components inserted into recesses which, together, give a variety of visual wood effects

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0458242A1 (en) * 1990-05-23 1991-11-27 G. STEFANI S.p.A. Method and apparatus for manufacturing flat platelike elements with a postformed edge
EP0608208A1 (en) * 1993-01-18 1994-07-27 G. SCHRATTENECKER HOLZWAREN GES. m.b.H. Device for fixing a wooden trim strip in the corner between wall and floor (or ceiling)
JPH1088780A (en) * 1996-09-19 1998-04-07 Eidai Co Ltd Baseboard structure
GB9708900D0 (en) * 1997-05-02 1997-06-25 Swish Prod Barge board system

Patent Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1530769A (en) * 1967-06-16 1968-06-28 Tecora Manufacturing process for trays and panels covered with laminated plastic plates
FR2192895A1 (en) * 1972-07-15 1974-02-15 Bottcher Et Gessner
DE3041870A1 (en) * 1980-11-06 1982-06-09 Wilhelm Lehbrink Gmbh & Co Kg, 4811 Oerlinghausen Folded timber panel construction - has groove pressed into veneer opposite to and previous to cutting of mitre joint
FR2581686A1 (en) * 1985-05-09 1986-11-14 Ughetto Michel Skirting board which can be fitted over an existing skirting board "overskirting" board
DE9403008U1 (en) * 1994-02-03 1994-06-09 Huelsta Werke Huels Kg Folding strip with rounded bending edge
WO1997047834A1 (en) 1996-06-11 1997-12-18 Unilin Beheer B.V. Floor covering, consisting of hard floor panels and method for manufacturing such floor panels
WO2001096688A1 (en) 2000-06-13 2001-12-20 Flooring Industries Ltd. Floor covering
WO2001098603A2 (en) 2000-06-20 2001-12-27 Flooring Industries Ltd. Floor covering
US20030208980A1 (en) * 2001-01-26 2003-11-13 Shaw Industries, Inc. Textured laminate flooring
US20030010427A1 (en) * 2001-07-13 2003-01-16 Eugenio Cruz Embossed-in-register manufacturing process
US20030108717A1 (en) * 2001-12-07 2003-06-12 Ake Sjoberg Structured boards with matched surface
BE1015550A5 (en) 2003-06-04 2005-06-07 Flooring Ind Ltd FLOOR PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING SUCH FLOOR PANEL.
BE1015760A6 (en) 2003-06-04 2005-08-02 Flooring Ind Ltd Laminated floorboard has a decorative overlay and color product components inserted into recesses which, together, give a variety of visual wood effects

Also Published As

Publication number Publication date
US20070125021A1 (en) 2007-06-07
EP1699989A1 (en) 2006-09-13
CN1894476A (en) 2007-01-10
CA2549287A1 (en) 2005-06-30
WO2005059270A1 (en) 2005-06-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1015825A5 (en) Plinth, FLOORING SYSTEM AND METHOD FOR MANUFACTURING A Plinth.
RU2358076C1 (en) Construction panel with compressed edges
BE1013553A3 (en) Floor covering.
KR100990808B1 (en) Floorboards, flooring systems and methods for manufacturing and installation thereof
RU2300612C2 (en) Floor members provided with decorative grooves
US10378217B2 (en) Method of separating a floorboard material
US7051486B2 (en) Mechanical locking system for floating floor
KR101227004B1 (en) Floorboard, system and method for forming a flooring, and a flooring formed thereof
BE1017157A3 (en) FLOOR COVERING, FLOOR ELEMENT AND METHOD FOR MANUFACTURING FLOOR ELEMENTS.
RU2108432C1 (en) Article with tongue-and-groove joint and method for producing tongue and groove of this joint
BE1010487A6 (en) FLOOR COATING CONSISTING OF HARD FLOOR PANELS AND METHOD FOR MANUFACTURING SUCH FLOOR PANELS.
US20160090744A1 (en) Mechanical locking system for floor panels
JP2007518004A (en) Cover and locking system for floor and apparatus for producing floorboard, for example
AU2001228193A1 (en) Floor covering
BE1020576A3 (en) FLOOR PANEL AND METHOD FOR MANUFACTURING FLOOR PANELS.
BE1016561A6 (en) Floor panel manufacturing method, involves providing panels at lower side with guiding groove and providing two opposite sides with profiled edge regions that comprise coupling parts
RU33896U1 (en) Collapsible coating, mainly for the floor
JPH0322973Y2 (en)

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20081231