<Desc/Clms Page number 1>
DETECTIESYSTEEM VOOR HET DETECTEREN EN VERMIJDEN VAN
KNOPEN EN/OF ONREGELMATIGHEDEN BIJ INSLAGDRADEN IN EEN
WEEFSEL De uitvinding betreft een detectiesysteem voor het detecteren en vermijden van knopen en/of onregelmatigheden in inslagdraden bij het weven van een weefsel in een weefmachine, waarbij de knoop en/of onregelmatigheid manueel verwijderd kan worden door het uitvoeren van een weefmachinestop of automatisch verwijderd kan worden door het uitvoeren van een kleurselectorstop.
Het probleem bij het weven van weefsels waar gebruik gemaakt wordt van textielgarens, is dat knopen en/of onregelmatigheden in het textielgaren ervoor kunnen zorgen dat deze zichtbaar worden in het weefsel. Deze weefsels bevatten dan een kwaliteitsverlies waardoor ze toegewezen worden als tweede keuze weefsels.
Om een kwalitatief weefsel te weven moeten er knoopvrije inslaglengtes ingeweven worden.
Het probleem van de knopen en/of onregelmatigheden wordt reeds aangehaald in BE 1 007 850. Daarin wordt een weefmachine omschreven met een voeding voor inslagdraden, van het type waarbij elke inslagdraad tussen opeenvolgende inbrengen verbonden blijft met de inslagdraad, en waarbij de inslagdraad bij het begin van zijn inbreng door een inslagschaar van de inslagdraad wordt losgemaakt. De voeding bestaat uit minstens twee voedingskanalen voor de inslagdraad die een draadvoorraad bevatten, controlemiddelen om inslagdraad vanaf een bepaald voedingskanaal te voorzien en een stuureenheid. De stuureenheid werkt daarbij samen met detectiemiddelen die bepalen wanneer een knoop of onregelmatigheid zich tussen de draadvoorraad van een voedingskanaal en de inslagrand bevindt.
De stuureenheid werkt samen met controlemiddelen die nadat de detectiemiddelen een knoop of onregelmatigheid in de inslagdraad waarnemen het betreffende voedingskanaal uitschakelen, en het voeden van inslagdraden verderzet door inslagdraad vanaf één of meer van de andere voedingskanalen te voorzien. De
<Desc/Clms Page number 2>
stuureenheid werkt verder samen met schakelmiddelen die bepalen wanneer de zich in het uitgeschakelde voedingskanaal bevindende knoop of onregelmatigheid in de inslagdraad zich in een positie ten opzichte van de inslagschaar bevindt zodanig dat in geval de voornoemde inslagdraad van de inslagrand door de inslagschaar wordt losgemaakt, de knoop of onregelmatigheid met de inslagrand verbonden blijft.
De controlemiddelen schakelen het uitgeschakelde voedingskanaal terug in nadat de schakelmiddelen bepaalden dat de knoop of onregelmatigheid zich in de voornoemde positie bevindt.
Het probleem van dergelijk systeem is dat de inslagdraad wordt meegenomen met de verloren zelfkant. Wanneer een knoop en/of onregelmatigheid zich bijvoorbeeld op 10 m van het weefsel bevindt, en de weefmachine 16 scheuten per cm weeft, dan moeten 16 000 scheuten uitgevoerd worden voor het overbruggen van de lOm.
Wanneer de weefmachine weeft met bijvoorbeeld een snelheid van 600 scheuten per minuut, dan kan het tot ongeveer 30 minuten duren eer het uitgeschakelde voedingskanaal terug wordt ingeschakeld. Dit resulteert in een verlies van garen en bijgevolg een verlies aan rendement.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een detectiesysteem voor het detecteren en vermijden van knopen en/of onregelmatigheden in inslagdraden bij het weven van een weefsel in een weefmachine voorkomen in de inslagdraden zelf of die voorkomen bij het aanknopen van een nieuwe bobijn of bij een breken van de inslagdraad van de bobijn, uit het weefsel gemeden worden met zo weinig mogelijk verlies van inslagdraad.
Het detectiesysteem is vooral nuttig bij chenillegarens en andere grove garens.
Het doel van de uitvinding wordt opgelost door te voorzien in een detectiesysteem voor het detecteren en vermijden van knopen en/of onregelmatigheden in inslagdraden bij het weven van een weefsel in een weefmachine, waarbij de knoop en/of onregelmatigheid manueel verwijderd kan worden door het uitvoeren van een
<Desc/Clms Page number 3>
weefmachinestop of automatisch verwijderd kan worden door het uitvoeren van een kleurselectorstop, en waarbij het detectiesysteem voorzien is van één of meerdere knoopdetectoren voor het detecteren van de knopen en/of de onregelmatigheden in de inslagdraden, en voorzien is om bij detectie van een knoop en/of onregelmatigheid in de inslagdraad de lengte van de inslagdraad tussen de knoop en/of onregelmatigheid en de weefmachine te bepalen,
en voorzien zijn om de weefmachine aan te sturen om deze verder te laten weven tot op het moment dat de lengte van de inslagdraad tussen de knoop en/of onregelmatigheid en het weefsel gelijk is aan de weefselbreedte, en op dat moment een signaal naar de weefmachine te sturen om de weefmachinestop of de kleurselectorstop uit te voeren om de knoop en/of onregelmatigheid manueel, respectievelijk automatisch te verwijderen.
Op dergelijke manier wordt de inslagdraad nog zo ver mogelijk mee verwerkt in het weefsel vooraleer de knoop en/of onregelmatigheid uit het weefsel wordt verwijderd, waardoor er minder verlies aan garen is en het rendement hoger is.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding, is bij de weefmachine een voorafwinder opgesteld die voorzien is van een wikkelschijf voor het voorafwinden van de inslagdraden, en is het detectiesysteem voorzien voor het uitvoeren van een leerfase, waarbij het maximum aantal windingen (N) die op de wikkelschijfworden gewonden geteld worden.
Het detectiesysteem is daarbij bij voorkeur voorzien van een sensor voor het tellen van het maximum aantal windingen (N) op de wikkelschijf tijdens de leerfase.
De genoemde sensor is daarbij bij voorkeur een bestaande sensor op de wikkelschijf die normaliter instaat voor de controle of de motor van de voorafwinder al dan niet draait.
<Desc/Clms Page number 4>
Dat heeft als voordeel dat geen extra sensor in de wikkelschijf voorzien moet worden, maar de sensoren gebruikt worden die reeds aanwezig zijn in de wikkelschijf.
In een voordelige uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding, is de weefmachine voorzien van een kleurselector, en is het detectiesysteem voorzien voor het genereren van een bobijnbreuksignaal, waarbij bij het activeren van het signaal de weefmachine wordt vrijgegeven, en bij het onderbreken van het signaal de weefmachine en/of de kleurselector gestopt worden.
De leerfase vindt bij voorkeur plaats tussen een startsignaal en het actief worden van het bobijnbreuksignaal.
In een voorkeursdetectiesysteem volgens de uitvinding, is het detectiesysteem voorzien om bij detectie van een knoop en/of onregelmatigheid het bobijnbreuksignaal kortstondig te onderbreken, waardoor de voorafwinder in rust komt.
Bij de detectie van een knoop en/of onregelmatigheid wordt bij voorkeur het aantal windingen (Y) die verdwijnen van de wikkelschijf (= take-off) gemeten tussen het onderbreken van het bobijnbreuksignaal en het in rust komen van de voorafwinder.
In een voorkeurdragend detectiesysteem volgens de uitvinding, is het detectiesysteem voorzien voor het meten van het maximum aantal windingen (N) en de take-off (Y) door het tellen van UGN-pulsen.
In een voordelig detectiesysteem volgens de uitvinding, is het detectiesysteem voorzien voor het ingeven van de inslaglengte (G) van het weefsel, en voorzien voor het bepalen van het aantal windingen (K) die nog op de wikkelschijf van de voorafwinder liggen tussen de knoop en/of onregelmatigheid en het weefsel, waarbij dit aantal windingen (K) wordt omgezet in een aantal UGN-pulsen voor gehele
<Desc/Clms Page number 5>
inslaglengtes (V) die na de detectie van de knoop en/of onregelmatigheid kunnen uitgevoerd worden vooraleer de knoop en/of de onregelmatigheid verwijderd wordt, op basis van de omtrek (O) van de wikkelschijf van de voorafwinder en de ingegeven inslaglengte (G) in het detectiesysteem met de volgende formules:
N-Y=K;
G/ O = T, waarbij T het aantal gehele pulsen in een inslaglengte (G) is;
K/ T = P, waarbij P het aantal gehele lengtes is;
T * P = V.
In een voorkeursuitvoering van een detectiesysteem volgens de uitvinding, is het detectiesysteem voorzien van een display die voorzien is voor het weergeven van de lengte van de inslagdraad (Lt) tussen de knoop en/of onregelmatigheid en het weefsel, waarbij deze lengte (Lt) berekend wordt door: - de lengte (Lw) van het aantal windingen (K) te berekenen uit het aantal bekomen windingen (K) en de omtrek (O) van de wikkelschijf van de voorafwinder met de volgende formule: Lw = #*K*O ; - bij deze bekomen lengte (Lw) de afstand (Lv) tussen het weefsel en de voorafwinder op te tellen, wat resulteert in de totale lengte tussen de knoop en/of onregelmatigheid en het weefsel (Lt).
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding, is het detectiesysteem voorzien van een elektrisch circuit dat instaat voor het verwerken van alle inkomende en uitgaande signalen in het detectiesysteem.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een detectiesysteem volgens de uitvinding, wordt de knoopdetector voorzien aan de ingang van de voorafwinder.
Bij een voorkeursdetectiesysteem volgens de uitvinding, is de weefmachine voorzien voor het automatisch verwijderen van de knoop en/of onregelmatigheid door middel van automatische selectie-overgang.
<Desc/Clms Page number 6>
Dergelijk detectiesysteem kan bij voorkeur toegepast worden bij: - de detectie en het verwijderen van een knoop bij het aanbinden van een nieuwe bobijn ; - de detectie en het verwijderen van een knoop en/of onregelmatigheid bij het aanwezig zijn van een knoop en/of onregelmatigheid in de bobijn zelf; - de detectie en het verwijderen van een knoop bij het breken en opnieuw aanbinden van een bobijn.
Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van een detectiesysteem voor het detecteren en vermijden van knopen en/of onregelmatigheden in inslagdraden in een weefmachine. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor de inrichting volgens de uitvinding.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij in - figuur 1 een principe blokschema is van een detectiesysteem voor het detecteren van knopen en/of onregelmatigheden bij inslagdraden in een weefsel dat opgesteld is bij een weefmachine; - figuur 2 een flowchart is van de software van de knoopdetector.
Het detectiesysteem (1) volgens de uitvinding, zoals voorgesteld op figuur 1, is voorzien voor het detecteren en vermijden van knopen en/of onregelmatigheden in inslagdraden (10) bij het weven van een weefsel in een weefmachine (20). Bij de weefmachine (20) zijn één of meerdere bobijnen (2) voorzien voor het aanvoeren van de inslagdraden (10). De bobijnen (2) zijn voorzien in een bobijnrek. Tussen de bobijnen (2) en de weefmachine (20) zijn verder één of meerdere voorafwinders (3) voorzien voor de voorafwinding van de inslagdraden (10) die afkomstig is van de één
<Desc/Clms Page number 7>
of meerdere bobijnen (2). De inslagdraad (10) die afkomstig is van een bobijn (2) passeert doorheen een draadhouder (11) naar de voorafwinder (3).
Het detectiesysteem (1) is voorzien van één of meerdere knoopdetectoren (4) voor het detecteren van de knopen en/of de onregelmatigheden in de inslagdraden (10). In figuur 1 worden twee bobijnen (2), één voorafwinder (3) en één knoopdetector (4) voorgesteld. De knoopdetector (4) is hierbij geplaatst tussen de bobijnen (2) en de voorafwinder (3). Echter, de knoopdetector (4) kan ook tussen de voorafwinder (3) en de weefmachine (20) geplaatst worden, of geïntegreerd worden in de voorafwinder (3). De voorafwinder (3) is voorzien van een wikkelschijf (5) waarop de voorafwinding van de inslagdraad (10) gebeurt.
Het detectiesysteem (1) is voorzien om bij detectie van een knoop en/of onregelmatigheid in de inslagdraad (10) de lengte van de inslagdraad (10) tussen de knoop en/of onregelmatigheid en de weefmachine te bepalen, en daarbij de weefmachine (20) aan te sturen om deze verder te laten weven tot het moment dat de lengte van de inslagdraad (10) kleiner is dan de weefselbreedte, en op dat moment een signaal te sturen naar de weefmachine (20) om een weefmachinestop uit te voeren voor het manueel verwijderen van de knoop en/of onregelmatigheid, of een kleurselectorstop uit te voeren om de knoop en/of onregelmatigheid automatisch te verwij deren.
Het detectiesysteem (1) is voorzien voor het uitvoeren van een leerfase, waarbij het maximum aantal windingen (N) die op de wikkelschijf (5) van de voorafwinder (3) worden gewonden geteld worden. Zoals getoond wordt op figuur 1, is daarvoor een druktoets voorzien, waarbij bij indrukken van deze toets de leerfase (leam) gestart wordt. Echter, de leerfase kan ook bij het aanleggen van het detectiesysteem (1) Voor het uitvoeren van de leerfase is het detectiesysteem (1) voorzien van een sensor, die bij voorkeur een reeds op de wikkelschijf (5) aanwezige sensor is die normaliter instaat voor de controle of de motor van de voorafwinder (3) al dan niet draait. De leerfase heeft plaats tussen het moment dat de voorafwinder (3) wordt
<Desc/Clms Page number 8>
ingeschakeld en het moment dat het bobijnbreuksignaal actief wordt.
Het bobijnbreuksignaal is een signaal dat bij het actief worden zorgt voor de vrijgave van de weefmachine (20), en bij het onderbreken zorgt voor een algemene weefmachinestop of een kleurselectorstop (de kleurselector wordt niet voorgesteld op de figuur).
Bij detectie van een knoop en/of onregelmatigheid wordt het bobijnbreuksignaal kortstondig onderbroken. Op dat moment wordt het aantal windingen (Y) (zie figuur 2) die van de wikkelschijf (5) verdwijnen, i. e. de take-off, gemeten tussen het onderbreken van het signaal en het in rust komen van de voorafwinder (3).
Het meten van het maximum aantal windingen die op de wikkelschijf (5) van de voorafwinder (3) worden gewonden en de take-off worden gemeten door het tellen van UGN-pulsen (8).
Zoals wordt voorgesteld op figuur 2, wordt in stap S10 l bij het aanleggen van de voorafwinder (3) (= VAW), het startsignaal actief (start = 1) en wordt de leerfase gestart (learn =1). Wanneer deze beide waarden 1 zijn, wordt de leerfase uitgevoerd door het tellen van het aantal UGN pulsen tot het signaal bobijnbreuk actief wordt (S 102). Daarna wordt dit aantal getelde pulsen die afkomstig zijn van de wikkelschijf (5) van de voorafwinder (3) in geheugenplaats (N) gestopt (S103).
Zolang er geen knoop gedetecteerd wordt, wordt de lus P 103 doorlopen.
Wanneer een knoop en/of onregelmatigheid gedetecteerd wordt door de knoopdetector (4) (S 104), wordt het signaal van de bobijnbreuk kort onderbroken, waarbij de take-off wordt geteld. Kort daarna valt is er afhankelijk van de machineinstelling ofwel een volledige machinestop wanneer de knoop en/of onregelmatigheid manueel zal verwijderd worden, of wordt de kleurselector gestopt wanneer de knoop en/of onregelmatigheid automatisch verwijderd zal worden (S105).
<Desc/Clms Page number 9>
Daarna wordt in stappen S106 tot S109 bepaald hoeveel inslagen nog uitgevoerd kunnen worden vooral de knoop en/of onregelmatigheid manueel of automatisch verwijderd kan worden. De volgende stappen worden daarbij uitgevoerd: - N - Y = K (S 106), waarbij K het aantal windingen is die nog op de wikkelschijf (5) van de voorafwikkelaar (3) liggen tussen de knoop en het weefsel; - G/ O = T (S107), waarbij T het aantal gehele pulsen in een inslaglengte (G) is.
De inslaglengte (G) wordt ingegeven in het detectiesysteem (1); - K / T = P (S 108), waarbij P het aantal gehele lengtes is; - T * P = V (S109), waarbij V het aantal pulsen voor gehele inslaglengtes is.
De weefmachine (20) weeft verder tot het moment dat Y = V, i.e. tot op het moment waarop het de lengte van de inslagdraad (10) tussen de knoop en/of onregelmatigheid en het weefsel gelijk is aan de weefselbreedte (SI 10). Op dat moment wordt het TFout signaal actief (TF-out = 1) en wordt de weefmachine (20) of de kleurselector gestopt (5111). Echter, zolang Y niet gelijk is aan V, wordt lus P109 doorlopen.
In stap SI 12 wordt X berekend met de formule (P + 1) x T. Wanneer deze X gelijk is aan de take-off (Y) (S 113), dan wordt de weefmachine (20) of de kleurselector opnieuw gestart (SI 14). Echter, zolang X niet gelijk is aan Y wordt lus PI 12 doorlopen.
De knoop en/of onregelmatigheid kan dan zoals hierboven reeds aangegeven manueel of automatisch verwijderd worden. Voor het automatisch verwijderen van de knoop en/of onregelmatigheid wordt bij voorkeur automatische selectie-overgang (= PSO-systeem) gebruikt zoals omschreven wordt in BE 1 007 850.
Zoals voorgesteld wordt op figuur 1, is een display (6), bijvoorbeeld een LCDdisplay, aanwezig die voorzien is voor het weergeven van de lengte van de inslagdraad (Lt) tussen de knoop en/of onregelmatigheid en het weefsel, waarbij deze lengte (Lt) berekend wordt door:
<Desc/Clms Page number 10>
de lengte (Lw) van het aantal windingen (K) te berekenen uit het aantal bekomen windingen (K) en de omtrek (O) van de wikkelschijf van de voorafwinder met de volgende formule: Lw = #*K*O ; bij deze bekomen lengte (Lw) de afstand (Lv) tussen het weefsel en de voorafwinder op te tellen, wat resulteert in de totale lengte tussen de knoop en/of onregelmatigheid en het weefsel (Lt).
Voor het verwerken van alle inkomende (input) en uitgaande (output) signalen in het detectiesysteem (1) is een elektrisch circuit (7) aanwezig. Volgende signalen worden in en uit dit elektrisch circuit (7) gestuurd: - A : uitgaand signaal van naar de LCD-display (6); - B : uitgaand signaal van de indicatie-leds (16,17, 18); - C : inkomend signaal van de input touch (13); - D : inkomend signaal van de knoopdetector (4) ; - E : inkomend signaal van de UGN-pulsen; - F : uitgaand signaal naar de weefmachine (20) of naar de kleurselector toe.
Naast de druktoets (14) voor het starten van de leerfase (zoals hierboven omschreven), is er ook een tweede druktoets (15) aanwezig voor het ingeven van de parameters. Deze druktoetsen (14,15) vormen samen de "input touch".
Verder zijn er drie "indicatie-leds" aanwezig, zijnde - een eerste led (16) die aanduidt dat het detectiesysteem (1) onder elektrische spanning staat; - een tweede led (17) die een fout aangeeft in het detectiesysteem (1), bijv. er is een onderbreking geweest van het bobijnbreuksignaal en de voorafwinder komt niet tot rust; - een derde led (18) die een alarm geeft wanneer een knoop wordt gedetecteerd.
<Desc/Clms Page number 11>
Voor het stoppen van de weefmachine (20) of de kleurselector zoals aangegeven in SI 10 op figuur 1, wordt een stopsignaal (G) doorgestuurd naar de controlebox (9) van de weefmachine.
<Desc / Clms Page number 1>
DETECTION SYSTEM FOR DETECTING AND AVOIDING
BUTTONS AND / OR IRREGULARITIES FOR IMPACT WIRES IN ONE
TISSUE The invention relates to a detection system for detecting and avoiding knots and / or irregularities in weft threads when weaving a fabric in a weaving machine, wherein the knot and / or irregularity can be removed manually by performing a weaving machine stop or can be removed automatically by performing a color selector stop.
The problem with weaving fabrics where textile yarns are used is that knots and / or irregularities in the textile yarn can cause these to become visible in the fabric. These tissues then contain a loss of quality, as a result of which they are assigned as second-choice fabrics.
To weave a high-quality fabric, knot-free weft lengths must be woven.
The problem of the knots and / or irregularities is already mentioned in BE 1 007 850. Therein is described a weaving machine with a supply for weft threads, of the type in which each weft thread remains connected to the weft thread between successive insertions, and wherein the weft thread is connected to the weft thread. beginning of its insertion is released from the weft thread by a weft scissors. The feed consists of at least two feed channels for the weft thread that contain a thread stock, control means for providing weft thread from a certain feed channel and a control unit. The control unit thereby cooperates with detection means which determine when a knot or irregularity is located between the wire supply of a feed channel and the impact edge.
The control unit cooperates with control means which, after the detection means detect a knot or irregularity in the weft thread, switch off the relevant feed channel, and continue feeding weft threads by providing weft thread from one or more of the other feed channels. The
<Desc / Clms Page number 2>
control unit further cooperates with switching means which determine when the knot present in the switched-off feed channel or irregularity in the weft thread is in a position relative to the weft shear such that in case the aforementioned weft thread is released from the weft edge by the weft shear, the knot whether irregularity remains connected to the impact edge.
The control means switches the switched-off supply channel back on after the switching means determined that the node or irregularity is in the aforementioned position.
The problem with such a system is that the weft thread is taken along with the lost seam. For example, if a knot and / or irregularity is 10 m from the fabric, and the weaving machine weaves 16 shoots per cm, then 16,000 shoots must be made to bridge the 10m.
If the weaving machine weaves, for example, at a speed of 600 shoots per minute, it can take up to about 30 minutes before the switched-off feed channel is switched on again. This results in a loss of yarn and consequently a loss of efficiency.
The object of the invention is to provide a detection system for detecting and avoiding knots and / or irregularities in weft threads when weaving a fabric in a weaving machine occurring in the weft threads themselves or occurring during the knotting of a new bobbin or at breaking the bobbin weft thread, be avoided from the fabric with as little loss of weft thread as possible.
The detection system is especially useful with chenille yarns and other coarse yarns.
The object of the invention is solved by providing a detection system for detecting and avoiding knots and / or irregularities in weft threads when weaving a fabric in a weaving machine, wherein the knot and / or irregularity can be manually removed by performing of a
<Desc / Clms Page number 3>
weaving machine stop or can be automatically removed by performing a color selector stop, and wherein the detection system is provided with one or more knot detectors for detecting the knots and / or the irregularities in the weft threads, and is provided for upon detection of a knot and / or irregularity in the weft thread to determine the length of the weft thread between the knot and / or irregularity and the weaving machine,
and be provided to control the weaving machine to have it continue to weave until the length of the weft thread between the knot and / or irregularity and the fabric is equal to the fabric width, and at that moment a signal to the weaving machine to perform the weaving machine stop or the color selector stop to remove the knot and / or irregularity manually or automatically.
In this way, the weft thread is also incorporated as far as possible into the fabric before the knot and / or irregularity is removed from the fabric, so that there is less loss of yarn and the efficiency is higher.
In a preferred embodiment of a detection system according to the invention, a pre-winder is arranged at the weaving machine which is provided with a winding disc for pre-winding the weft threads, and the detection system is provided for performing a learning phase, wherein the maximum number of turns (N ) that are wound on the winding disk.
The detection system is herein preferably provided with a sensor for counting the maximum number of turns (N) on the winding disc during the learning phase.
Said sensor is herein preferably an existing sensor on the winding disk which normally controls whether or not the motor of the pre-winder is running.
<Desc / Clms Page number 4>
This has the advantage that no additional sensor has to be provided in the winding disc, but the sensors that are already present in the winding disc are used.
In an advantageous embodiment of a detection system according to the invention, the weaving machine is provided with a color selector, and the detection system is provided for generating a bobbin breakage signal, the weaving machine being released when the signal is activated, and when the signal is interrupted the weaving machine and / or the color selector are stopped.
The learning phase preferably takes place between a start signal and the bobbin rupture signal becoming active.
In a preferred detection system according to the invention, the detection system is provided for briefly interrupting the bobbin break signal upon detection of a node and / or irregularity, whereby the pre-winder comes to rest.
Upon the detection of a knot and / or irregularity, the number of turns (Y) that disappear from the winding disc (= take-off) is preferably measured between the interruption of the bobbin break signal and the pre-wind coming to rest.
In a preferred detection system according to the invention, the detection system is provided for measuring the maximum number of turns (N) and the take-off (Y) by counting UGN pulses.
In an advantageous detection system according to the invention, the detection system is provided for entering the weft length (G) of the fabric, and for determining the number of turns (K) still lying on the winding disk of the pre-winder between the knot and / or irregularity and the tissue, this number of turns (K) being converted into a number of UGN pulses for whole
<Desc / Clms Page number 5>
weft lengths (V) that can be performed after the detection of the knot and / or irregularity before the knot and / or irregularity is removed, based on the circumference (O) of the winding disk of the pre-winder and the entered weft length (G) in the detection system with the following formulas:
N-Y = K;
G / O = T, where T is the number of whole pulses in an impact length (G);
K / T = P, where P is the number of whole lengths;
T * P = V.
In a preferred embodiment of a detection system according to the invention, the detection system is provided with a display which is provided for displaying the length of the weft thread (Lt) between the knot and / or irregularity and the fabric, this length (Lt) being calculated is calculated by: - calculating the length (Lw) of the number of windings (K) from the number of windings obtained (K) and the circumference (O) of the winding disk of the pre-winder with the following formula: Lw = # * K * O ; - to add to this obtained length (Lw) the distance (Lv) between the fabric and the pre-winder, resulting in the total length between the knot and / or irregularity and the fabric (Lt).
In a preferred embodiment of a detection system according to the invention, the detection system is provided with an electrical circuit which is capable of processing all incoming and outgoing signals in the detection system.
In a preferred embodiment of a detection system according to the invention, the knot detector is provided at the entrance of the pre-winder.
In a preferred detection system according to the invention, the weaving machine is provided for automatically removing the knot and / or irregularity by means of automatic selection transition.
<Desc / Clms Page number 6>
Such a detection system can preferably be used for: - the detection and removal of a knot when a new bobbin is tied up; - the detection and removal of a knot and / or irregularity in the presence of a knot and / or irregularity in the bobbin itself; - the detection and removal of a knot when breaking and reconnecting a bobbin.
In order to further clarify the features of this invention and to indicate additional advantages and details thereof, a more detailed description of a detection system for detecting and avoiding knots and / or irregularities in weft threads in a weaving machine now follows. It is clear that nothing in the following description can be interpreted as a limitation of the protection claimed in the claims for the device according to the invention.
In this description reference is made by reference numerals to the accompanying drawings, in which - figure 1 is a basic block diagram of a detection system for detecting knots and / or irregularities at weft threads in a fabric arranged at a weaving machine; - figure 2 is a flowchart of the button detector software.
The detection system (1) according to the invention, as represented in figure 1, is provided for detecting and avoiding knots and / or irregularities in weft threads (10) when weaving a fabric in a weaving machine (20). At the weaving machine (20) one or more bobins (2) are provided for supplying the weft threads (10). The coils (2) are provided with a coil rack. Between the bobins (2) and the weaving machine (20), one or more pre-winders (3) are further provided for pre-winding the weft threads (10) originating from the one
<Desc / Clms Page number 7>
or several bobins (2). The weft thread (10) coming from a bobbin (2) passes through a thread holder (11) to the pre-winder (3).
The detection system (1) is provided with one or more knot detectors (4) for detecting the knots and / or the irregularities in the weft threads (10). In figure 1 two bobins (2), one pre-winder (3) and one knot detector (4) are represented. The button detector (4) is then placed between the bobins (2) and the pre-winder (3). However, the knot detector (4) can also be placed between the pre-winder (3) and the weaving machine (20), or integrated into the pre-winder (3). The pre-winder (3) is provided with a winding disc (5) on which the pre-winding of the weft thread (10) takes place.
The detection system (1) is provided to determine the length of the weft thread (10) between the knot and / or irregularity and the weaving machine upon detection of a knot and / or irregularity in the weft thread (10) and thereby the weaving machine (20). ) to have it continue to weave until the length of the weft thread (10) is smaller than the fabric width, and to send a signal to the weaving machine (20) at that moment to perform a weaving machine stop for manual removal of the node and / or irregularity, or performing a color selector stop to automatically remove the node and / or irregularity.
The detection system (1) is provided for performing a learning phase in which the maximum number of turns (N) wound on the winding disk (5) of the pre-winder (3) are counted. As shown in figure 1, a push button is provided for this purpose, whereby the learning phase (leam) is started when this button is pressed. However, the learning phase can also be applied when applying the detection system (1). To carry out the learning phase, the detection system (1) is provided with a sensor, which is preferably a sensor which is already present on the winding disc (5) and which is normally responsible for checking whether the motor of the pre-winder (3) is running or not. The learning phase takes place between the moment that the pre-winder becomes (3)
<Desc / Clms Page number 8>
switched on and the moment that the bobbin break signal becomes active.
The bobbin break signal is a signal that, upon becoming active, causes release of the weaving machine (20), and upon interruption provides a general weaving machine stop or a color selector stop (the color selector is not represented in the figure).
Upon detection of a node and / or irregularity, the bobbin break signal is briefly interrupted. At that moment the number of turns (Y) (see Figure 2) that disappear from the winding disc (5) becomes i. e. the take-off, measured between the interruption of the signal and the pre-wind (3) coming to rest.
Measuring the maximum number of windings wound on the winding disk (5) of the pre-winder (3) and the take-off are measured by counting UGN pulses (8).
As shown in Figure 2, in step S101, when applying the pre-winder (3) (= VAW), the start signal becomes active (start = 1) and the learning phase is started (learn = 1). When both of these values are 1, the learning phase is performed by counting the number of UGN pulses until the bob break signal becomes active (S 102). Thereafter, this number of counted pulses from the winding disk (5) of the pre-winder (3) is stored in memory location (N) (S103).
As long as no node is detected, the loop P 103 is traversed.
When a node and / or irregularity is detected by the node detector (4) (S 104), the signal of the bobbin break is briefly interrupted, counting the take-off. Shortly thereafter, depending on the machine setting, there is either a full machine stop when the node and / or irregularity will be removed manually, or the color selector is stopped when the node and / or irregularity will be automatically removed (S105).
<Desc / Clms Page number 9>
Then, in steps S106 to S109, it is determined how many wefts can still be performed, especially the node and / or irregularity can be removed manually or automatically. The following steps are thereby performed: - N - Y = K (S 106), where K is the number of turns still lying on the winding disk (5) of the pre-winder (3) between the knot and the fabric; - G / O = T (S107), where T is the number of whole pulses in an impact length (G).
The weft length (G) is entered in the detection system (1); - K / T = P (S 108), where P is the number of whole lengths; - T * P = V (S109), where V is the number of pulses for entire impact lengths.
The weaving machine (20) further weaves until the moment that Y = V, i.e. up to the moment when the length of the weft thread (10) between the knot and / or irregularity and the fabric is equal to the fabric width (S1 10). At that time the TFout signal becomes active (TF-out = 1) and the weaving machine (20) or the color selector is stopped (5111). However, as long as Y is not equal to V, loop P109 is traversed.
In step SI 12, X is calculated with the formula (P + 1) x T. If this X is equal to the take-off (Y) (S 113), the weaving machine (20) or the color selector is restarted (SI 14). However, as long as X is not equal to Y, loop PI 12 is traversed.
The button and / or irregularity can then be removed manually or automatically as indicated above. For the automatic removal of the node and / or irregularity, automatic selection transition (= PSO system) is preferably used as described in BE 1 007 850.
As shown in Figure 1, a display (6), for example an LCD display, is provided which is provided for displaying the length of the weft thread (Lt) between the knot and / or irregularity and the fabric, this length (Lt ) is calculated by:
<Desc / Clms Page number 10>
to calculate the length (Lw) of the number of windings (K) from the number of windings (K) obtained and the circumference (O) of the winding disk of the pre-wind with the following formula: Lw = # * K * O; add to this obtained length (Lw) the distance (Lv) between the fabric and the pre-winder, resulting in the total length between the knot and / or irregularity and the fabric (Lt).
An electrical circuit (7) is provided for processing all incoming (input) and outgoing (output) signals in the detection system (1). The following signals are sent in and out of this electrical circuit (7): - A: outgoing signal from to the LCD display (6); - B: outgoing signal from the indication LEDs (16, 17, 18); - C: incoming signal from the input touch (13); - D: incoming signal from the button detector (4); - E: incoming signal from the UGN pulses; - F: outgoing signal to the weaving machine (20) or to the color selector.
In addition to the push button (14) for starting the learning phase (as described above), there is also a second push button (15) for entering the parameters. These push buttons (14, 15) together form the "input touch".
Furthermore, there are three "indication LEDs", being - a first LED (16) which indicates that the detection system (1) is under electric voltage; - a second led (17) indicating an error in the detection system (1), e.g. there has been an interruption of the bobbin rupture signal and the pre-winder does not come to rest; - a third LED (18) that gives an alarm when a node is detected.
<Desc / Clms Page number 11>
To stop the weaving machine (20) or the color selector as indicated in SI 10 on Figure 1, a stop signal (G) is sent to the control box (9) of the weaving machine.