<Desc/Clms Page number 1>
Werkwijze voor een kontinue draadtoevoer vanaf voorraadspoelen en inrichting die deze werkwijze toepast.
EMI1.1
------------------------------------------------------------- De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor een kontinue draadtoevoer vanaf voorraadspoelen en meer speciaal op een werkwijze om bij weefmachines in de kontinue toevoer van inslagdraad te kunnen voorzien.
Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een inrichting die zulke werkwijze toepast.
Om bij weefmachines in de kontinue aanvoer van instagdraad te voorzien is het nodig dat bij het aflopen van een voorraadspoel de draad onmiddellijk dient over te gaan in deze van een volgend spoel. Traditioneel worden de opeenvo 1 gende spoel en dan ook met elkaar verbonden, waarbij telkens het draaduiteinde van een voorraadspoel aan de draadaanvang van de eropvolgende voorraadspoel wordt geknoopt. Aan deze
<Desc/Clms Page number 2>
traditionele werkwijze zijn echter verscheidene nadelen verbonden.
Een eerste nadeel bestaat erin dat bij dergelijke traditionele opstelling de wisseling tussen de opeenvolgende voorT8sdspoe1en niet steeds probleemloos verloopt. Verder kort het regelmatig voor dat de laatste meters draad van een voor- raadspoel van minder goede kwaliteit zijn, dit omwille van het feit dat zij soms beschadigd worden bij het begin van het opwikkelproces bij de fabrikatie van de spoel.
Tevens doen zich regelmatig afwikkelstoornissen bij het afwikkelen van de laatste meters draad voor, die meestal ontstasndoordatdelaststewikkelingennietsteedskunnen afgewikkeld worden zoals het hoort, doch soms gelijktijdig van de hule van de voorraadspoel glijden en in elkaar verward raken.
Hoch een nadeel van het traditioneel aan elkaar knopen van de opeenvolgende bobijnen bestaat erin dat voor elke nieuwe te plaatsen voorraadspoel, naast de draadaanvang het draaduiteinde dient gezocht te worden, hetgeen een tijdrovende bezigheid kan zijn.
De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel in een werkwijze voor de kontinue draadtoevoer te voorzien, meer speciaal voor
<Desc/Clms Page number 3>
inslagdraad bij weefmachines waarbij de voornoemde nadelen van de traditionele opstelling systemstisch worden uitgesloten. Andere voordelen van de huidige uitvinding zullen nog uit de verdere beschrijving volgen.
De werkwijze voor een kontinue draadtoevoer vanaf voorraadspoelen bestaat volgens de huidige uitvinding dan ook hoofdzakelijk in het voorzien van de draadtoevoer vanaf een eerste voorraadapoel ; het voorzien van een tweede voorraadspoel waarvan de draadaanvang in de nabijheid van de af de eerste voorraadspoel lopende draad wordt gebracht ; het detekteren van de toestand waarbij de eerste voorraadspoel nagenoeg volledig afgelopen is ; het ingevolge de detektie van zulke toestand stopzetten van de draadtoevoer ; het hierna verbinden van de voornoemde draadaanvang van de tweede voorraadspoel met de draad van de eerste voorraadspoel ; het afsnijden van het overblijvende draadgedeelte van de laatst genoemde spoel ; het bevatten van de draadtoevoer vanaf de tweede voorraadspoel ;
en tenslotte het verwijderen van de eerste voorraadspoel tesamen met het erop gewikkelde overblijvende draadgedeelte. flet is duidelijk dat volgens de voornoemde werkwijze bij de wisseling tussen twee voorraadspoelen steeds de laatste meters draad van de nagenoeg afgelopen spoel weggeworpen worden, waardoor de voornoemde sle. chte draaduiteinden niet in de
<Desc/Clms Page number 4>
drandtoevoer terecht komen. Het is eveneens duidelijk dat alle voornoemde nadelen van de traditionele werkwijze om voorraadspoelen aan elkaar te knopen zieh volgens de werkwijze volgens de huidige uitvinding niet kunnen voordoen.
EMI4.1
Doordat volgens de werkwijze van de huidige uitvinding de t detektie bij de in werking zijnde voorraadspoel niet gericht is op het detekteren van het preciese moment waarop de eerste voorraadspoel afloopt, doch in het bijzonder gericht is op het detekteren van de toestand waarbij zij nagenoeg volledig afgelopen is, m.a. w.
waarbij nog enkele meters draad aanwezig zijn, wordt het bijzondere voordeel geboden, althans voor weefmachines, dat het moment voor het stopzetten van de draadtoevoer om in de voornoemde verbinding met de volgende voorraadspoel te kunnen voorzien optimaal kan gekozen worden in funktie van de weefcyclus. Tevens laat zulke voortijdige detektie toe dat maatregelen kunnen getroffen worden om het stopzetten van de draadtoevoer vanaf de in werking zijnde voorraadspoel over een korte periode mogelijk te maken, zulks zonder dat de inserties van inslagdraad bij het weefproces dienen onderbroken te worden.
Zo kan bijvoorbeeld bij een weefmachine de draadtoevoer aan een voorafwikkelaar onderbroken worden door de wikkelarm stil te zetten op het moment dat een maximale draadhoeveelheid op de wikkeltrommel aanwezig is, zodanig dat, enerzijds, het aanknopen van een nieuw voorraadspoel mogelijk is, en anderzijds toch nog
<Desc/Clms Page number 5>
ongestoord een santal inslagdraadlengten aan de wikkeltrommel kunnen ontnomen worden. Volgens een variante kan de voorafwikkelaar eerst over een korte periode met een hoger toerental ingeschakeld worden waardoor een extra draadvoorrand op de wikkeltrommel gevormd wordt.
Door deze extra draadvoorraad kunnen zelfs bij een geruime stilstand van de voorafwikkelaar nog verscheidene inslagdraadlengten ontnomen worden, met als voordeel dat voldoende tijd geboden wordt om in het aanknopen van de nieuwe voorraadspoel te voorzien. De inrichting die de werkwijze volgens de uitvinding toepast bestaat hoofdzakelijk uit middelen om de draadaanvang van de nieuwe voorraadspoel aan de aflopende draad te presenteren, detektiemiddelen om het aflopen van de voorraadspoelen vast te stellen en verbindingsmiddelen om de draden met -elkaar te verbinden. De opbouw van dergelijke inrichtingen zal in de beschrijving gedetailleerd uiteengezet worden.
Met het inzicht de kenmerken van de uivinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele inrichtingen beschreven die- de werkwijze volgens de uitvinding toepassen, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuren 1 t. e. m. 4 aan de hand van een inrichting stapsgewijs de werkwijze volgens de uitvinding weergeven ;
<Desc/Clms Page number 6>
figuur 5 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met F5 is aangeduid ; figuren 6 t. e. m. 8 overeenkomstig de draadreserve op een voorraadspoel, de snelheid waarmee een voorafwikke- laar draait, en de draadreserve op de voorafwikkelaar in kurven weergeven, waarbij zoals voornoemd een bijzondere draadreserve op de voorafwikkelaar wordt aangelegd ;
figuur 9 t. e. tn. 11 nog een inrichting volgens de uitvin- ding, weergeven, Volgens figuren t C. e. m. 4 wordt in een draadtoevoer 1 aan bijvoorbeeld een voorafwikkelaar 2 van een weefmachine voorzien door een draad af te trekken van een eerste voorraadspoel 3 via bijvoorbeeld, een draadoog 4.
Om nu in de kontinue draadtoevoer volgens de uitvinding te kunnen voorzien bevat de inrichting, zoals weergegeven in
EMI6.1
figuur l, verder een tweede voorraadspoel 6 om de '\ draadaanvang 7 van de draad 8 van de tweede voorraadspoel 5 in
<Desc/Clms Page number 7>
de nabijheid van de draad 9 van de eerste voorraadspoel 3 te presenteren, verbindingsmiddelen 10 om de draden 8 en 9 met elkaar te verbinden en detektoren 11 en 12 om de draadreserves op de voorreadspoelen 3 en 5 te kontroleren, waarbij deze verbonden zijn met bijvoorbeeld een stuureenheid 13 dewelke de verbindingsmiddelen 10 beveelt.
De voornoemde middelen 6 om de draadaanveng 7 in de nabijheid van de afgevoerde draad 9 te presenteren bestaan in de eerst weergegeven uitvoeringsvorm uit'twee naast elkaar gelegen draadogen 14 en 15, waardoor respektievelijk de draden 8 en 9 geleid worden en een draadklem 16 om de draadaanvang 7 van de tweede voorraadspoe ! 5 ingeklemd te houden. De verbindingsmiddelen 10 kunnen ofwel bestaan uit een knoopapparaat, ofwel uit een apparaat om in het zogenaamde splicen te voorzien, m. a. w. om een splitslas te vormen.
Het vormen van een splits18s is bijzonder aangewezen daar zulks weinig tijd vergt ; de draad op alle plaatsen even sterk blijft ; de kontinuiteit van de draad gewaarborgd wordt ; m. a. w. dat zulke draad eenvoudig kan ingeweven worden zonder enig nadeel voor de werking van bepaalde onderdelen van de weefmachine, noch voor het. uiteindelijk uitzicht van het weefsel.
De werking van de inrichting wordt achtereenvolgens in figuren 2 t. e. m. 4 schematisch uiteengezet. Volgens figuur 2 stelt de detektor 11 vast dat op de eerste voorraadspoel 3 nagenoeg geen draad meer aanwezig is, doch waarbij deze nog niet
<Desc/Clms Page number 8>
volledig is afgelopen. De stuureenheid 13 treedt hierbij in werking en schakelt enerzijds de voorafwikkelaar uit zodanig dat de draadtoevoer 1 hieraan stilvalt en schakelt de verbindingsmiddelen 10 in. De draadaanvang 7 van de tweede voorraadspoel 5 wordt met draad 9 van de eerste voorraadspoel 3 verbonden. Het dreadgedeelte 17 dat op de eerste voorraadapoel 3 aanwezig blijft wordt afgeknipt door middel van snijmiddelen 18.
Als gevolg van het voorgaande ontstaat een situatie zoals in figuur 3 waarbij de draadtoevoer 1 aan de voorafvikkelaar 2 kan hervat worden. De eerste voorraadspoel 3, m. a. w. de huls 19 ervan en het nog resterende draadgedeelte 17, worden van de bobijnstand verwijderd.
In een volgende fase wordt in de plaats van de nagenoeg lege eerste voorraadspoel 3 een nieuwe voorraadspoel 20 aangebracht die nu in de voornoemde draadaanvang 7 voorziet. De voornoemde werkwijze kan nu helemaal terug herhaald worden tussen de voorraadspoelen 5 en 20, analoog zoals dit voorheen het geval was tussen de voorraadspoelen 3 en 5.
De wijze waarop met een detektor 11 kan vastgesteld worden dat de voorraadspoel 3 nagenoeg volledig is afgelopen wordt verduidelijkt in figuur 5. De optische detektor 11 die naast de voorraadspoel 3 is opgesteld zendt een signaal 21 uit dat
<Desc/Clms Page number 9>
door de huls 19 kan weerkaatst worden en vervolgens door de detektor 11 wordt waargenomen. Het 16 duidelijk dat huls 19 pas in de weerkaatsing kan voorzien indien nog maar slechts een beperkt aantal wikkelingen hierop aanwezig zijn, waartussen deze huls 19 reeds zichtbaar wordt. Teneinde de reflektie van het optisch signaal 21 aan de huls 19 te verzekeren kan deze van een hoog reflektieve bekleding bijvoorbeeld in de vorm van een spiraalvormige band 22 voorzien zijn.
Zoals reeds in de inleiding werd besproken kan er na het bekrachtigen van de detektor 11 eerst. in een extra draadvoorraad op de voorafwikkelaar 2 voorzien worden alvorens de draadtoevoer 1 hieraan tijdelijk stilgelegd wordt om de verbinding van de draadaanvang 7 met de draad 9 te verwezenlijken. Dit wordt schematisch in de diagrammen van figuren 6 t. e. m. 8 weergegeven.
Gedurende de normale draadtoevoer 1 vanaf een voorraadspoel, bijvoorbeeld de voornoemde eerste voorraadspoel 3, neemt de draadhoeveelheid A die op deze voorraadspoel aanwezig is op regelmatige wijze af, hetgeen eenvoudigheidshalve in figuur 6 met een dalende kurve 23 werd weergegeven. Het toerental van de voorafwikkelaar 2, bijvoorbeeld van de wikkel arm 24, kan gedurende de normale werking schommelen tussen een minimum N1 en een maximum N2, zoals weergegeven door middel van de kurve
<Desc/Clms Page number 10>
25 in figuur 7.
Ook de draadreserve R op de wikkeltrommel 26 zal meestal tussen twee waarden R1 en R2 fluctueren, volgens kurve 27 in figuur 8, en dit ten gevolge van enerzijds de variaties in het toerental van de wikkelarm 24 en anderzijds doordat de draad 9 intermitterend aan de wikkel- trommel 26 ontnomen wordt.
Bij het afwikkelen van de voorraadspoel 3 zal de dra dhoeveelheid A op een zeker moment tl een vooropgestelde minimum waarde Al bereiken, ingevolge waarvan de detektor 11 een signaal aan de stuureenheid 13 geeft. Ten gevolge hiervan wordt de voorafwikkelaar 2 op zijn maximum toerental N2 gebracht en over een bepaalde periode X op dit toerental M2 gehouden. Het is duidelijk dat hierbij de draadhoeveelheid A van de eerste voorraadspoel 3 nog verder zal afnemen, terwijl de draadreserve R op de voorafwikkelaar 2 toeneemt. Vanaf het moment t2 dat een vooropgestelde maximum draadreserve R3 op de voorafwikkelaar 2 bereikt is wordt deze laatste voorafwikkelaar uitgeschakeld en afgeremd tot stilstand.
Daar de weefmachine echter in werking blijft wordt de bijzonder grote draadreserve R3 reeds in weinig tijd door een aantal opeenvolgende inserties tot een strikt minimum RO herleid. Op dit moment, aangeduid door t3, dient de voorafwikkelaar terug ingeschakeld te worden zodanig dat bij de volgende insertie
EMI10.1
. terug minstens een inslagdraad- lengte op de vooraf wikkel trammel 26 aanwezig is.
De periode T over dewelke
<Desc/Clms Page number 11>
de voorafwikkelaar 2 volledig stilstond, die hoofdzakelijk gelijk is aan het verschil tussen t3 en t2 geeft nu de tijd weer gedurende dewelke met de verbindingsmiddelen 10 de draadaanvang 7 van de tweede voorraadspoel 5 aan de draad 9
EMI11.1
van de eerste duidelijk dat de groot te van de draadreserve R3 bepalend is voor de duur van deze periode T.
In figuur 9 wordt een bobijnstand 28 weergegeven van het type waarbij de voorraadspoelen door middel van een lopende band 29 opeenvolgend gepresenteerd worden, en waarbij deze gebruik maakt van de werkwijze volgens de uitvinding. De voornoemde middelen 6 om de draadaanvang 7 van de tweede voorrandspoel 5 en de draad 9 van de eerste voorraadspoel 3 in elkaars nabijheid te presenteren bestaan in dit geval hoofdzakelijk uit de voornoemde draadklem 16 die nu nabij het draadoog 4 is opgesteld en een verplaatsbaar geleidingselement 30 dat, de draad 9, bij het aflopen van de eerste voorraadspoel 3, over een bepaalde afstand hoofdzakelijk parallel kan brengen aan de draad 8 van de tweede voorraadspoel 5. Deze laatstgenoemde handeling wordt in de figuur 10 verduidelijkt.
Hieropvolgend worden de verbindingsmiddelen 10 geaktiveerd en worden de
EMI11.2
draden 8 en 9 met elkaar verbonden, hetzij door knopen, hetzij door middel van een splitslas. Door de verdere verdraaiing van de bobijnstand 28 krijgt men een toestand zoals in figuur 11.
<Desc/Clms Page number 12>
In figuur 11 wordt tevens weergegeven hoe door middel van een draadzoekapparaat 31 de draadaanvang 7 van de eerstvolgend gepresenteerde voorraadspoel 20 kan gezocht worden. Dit draadzoekapparaat 31 bestaat bijvoorbeeld uit een zuigmond die het oppervlak van de voorraadspoel 20 aftast, en de draadaanvang 7 opzuigt, door middel van niet weergegeven haakmiddelen kan deze draadaanvang 3 dan in de draadklem 16 bevestigd worden. De huls 2 met het voornoemde resterende draadje- deelte 17 wordt afgeworpen.
Er dient nog opgemerkt te worden dat bij de bobijnstand 28 volgens figuren 9 Le. m. 11 slechts n detektor 11 voor de kontrole van de draadhoeveelheid op de voorraadspoelen noodzakelijk is, daar deze steeds bij het aflopen op dezelfde plaats gepresenteerd worden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch zowel de werkwijze om in een kontinue draadtoevoer vanaf draadvoorr. aadspoelen te voorzien, alsook de inrichtingen hierbij aangewend, kunnen volgens allerlei varianten. tot stand gebracht worden.
<Desc / Clms Page number 1>
Method for a continuous wire feed from supply reels and device that uses this method.
EMI1.1
-------------------------------------------------- The invention relates to a method for a continuous thread supply from supply reels and more particularly to a method for providing the continuous supply of weft thread in weaving machines.
Furthermore, the invention also relates to a device applying such a method.
In the case of weaving machines in the continuous supply of support wire, it is necessary that when a supply reel runs out, the thread must immediately transition to that of a subsequent reel. Traditionally, the successive coil is then interconnected, each time the wire end of a supply coil is tied to the wire entry of the subsequent supply coil. To this
<Desc / Clms Page number 2>
However, traditional methods have several drawbacks.
A first drawback consists in that in such a traditional arrangement, the change between the successive pre-spins is not always smooth. Furthermore, it regularly shortens that the last meters of wire from a supply spool are of less good quality, due to the fact that they are sometimes damaged at the start of the winding process during the manufacture of the spool.
Unwinding disturbances also regularly occur during the unwinding of the last meters of wire, which are usually stripped because the load windings cannot always be unwound as they should, but sometimes slide simultaneously off the sleeve of the supply reel and become entangled.
A drawback of traditionally knotting the successive bobbins together is that for each new stock spool to be placed, the thread end has to be searched next to the thread start, which can be a time-consuming task.
The present invention therefore aims to provide a method for the continuous wire feeding, more especially for
<Desc / Clms Page number 3>
weft thread in weaving machines in which the above-mentioned drawbacks of the traditional arrangement are systematically excluded. Other advantages of the present invention will follow from the further description.
According to the present invention, the method for a continuous wire supply from supply reels mainly consists in providing the wire supply from a first supply reel; providing a second supply spool the wire starting of which is brought in the vicinity of the wire running from the first supply spool; detecting the state where the first supply reel has almost completely expired; stopping the wire supply as a result of the detection of such a state; subsequently connecting the aforementioned wire starting of the second supply reel to the wire of the first supply reel; cutting off the remaining wire portion of the last-mentioned spool; containing the wire feed from the second supply spool;
and finally removing the first supply spool along with the remaining wire portion wound on it. It is clear that, according to the aforementioned method, the last meters of wire of the almost finished spool are always thrown away when changing between two supply reels, so that the aforementioned sle. Do not have thread ends in the
<Desc / Clms Page number 4>
the supply of water. It is also clear that all the aforementioned drawbacks of the traditional method of tying stock reels together according to the method of the present invention cannot arise.
EMI4.1
Because, according to the method of the present invention, the detection at the operating supply reel is not aimed at detecting the exact moment at which the first supply reel expires, but in particular is aimed at detecting the state in which it has almost ended is, ma w.
with a few meters of thread still present, the particular advantage is offered, at least for weaving machines, that the moment for stopping the thread supply in order to be able to provide the aforementioned connection to the next supply reel can be optimally chosen in function of the weaving cycle. Also, such premature detection allows measures to be taken to allow the threading of the thread supply from the operating supply spool over a short period of time, without interrupting the weft thread insertions in the weaving process.
For example, in a weaving machine, the wire supply to a pre-wrapper can be interrupted by stopping the winding arm at the moment that a maximum thread quantity is present on the winding drum, such that, on the one hand, it is possible to tie a new supply reel
<Desc / Clms Page number 5>
a number of weft thread lengths can be taken from the winding drum without any disturbance. According to a variant, the pre-wrapper can first be switched on at a higher speed over a short period, so that an additional wire leading edge is formed on the winding drum.
This extra thread supply allows several weft thread lengths to be taken even after a long standstill of the pre-wrapper, with the advantage that sufficient time is provided to provide for the knotting of the new supply reel. The device applying the method according to the invention mainly consists of means for presenting the wire start of the new supply reel to the descending wire, detection means for determining the expiry of the supply reels and connecting means for connecting the wires to one another. The construction of such devices will be explained in detail in the description.
With the insight to better demonstrate the characteristics of the invention, hereinafter, as examples without any limiting character, some devices are described which use the method according to the invention, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figures 1 t. e. m. 4 show the method according to the invention step by step on the basis of a device;
<Desc / Clms Page number 6>
figure 5 shows on a larger scale the part indicated by F5 in figure 2; figures 6 t. e. m. 8, in accordance with the wire reserve on a supply reel, the speed at which a pre-wrapper rotates, and the wire reserve on the pre-wrapper, in curves, whereby, as mentioned above, a special wire reserve is applied to the pre-wrapper;
figure 9 t. e. tn. 11 show another device according to the invention. According to figures t C. e. m. 4, a wire feed 1 to, for example, a pre-wrapper 2 of a weaving machine is provided by subtracting a wire from a first supply spool 3 via, for example, a wire eye 4.
In order to now be able to provide the continuous wire feed according to the invention, the device comprises, as shown in
EMI6.1
Figure 1, further a second supply reel 6 around the wire starting 7 of the wire 8 of the second supply reel 5
<Desc / Clms Page number 7>
present the proximity of the wire 9 to the first supply spool 3, connecting means 10 to connect the wires 8 and 9 to each other and detectors 11 and 12 to check the wire reserves on the pre-read spools 3 and 5, these being connected to, for example, a control unit 13 which commands the connecting means 10.
In the first embodiment shown, the aforementioned means 6 for presenting the wire attachment 7 in the vicinity of the discharged wire 9 consist of two adjacent wire eyes 14 and 15, through which the wires 8 and 9 are guided and a wire clamp 16 around the wire start 7 of the second supply valve! 5 clamped. The connecting means 10 may consist either of a knotting device or of a device for providing so-called splicing, a. W. to form a splice joint.
The formation of a splice is particularly appropriate as it takes little time; the wire remains the same in all places; the continuity of the thread is guaranteed; m. a. w. that such a thread can be easily woven without any disadvantage for the operation of certain parts of the weaving machine, nor for it. ultimate view of the tissue.
The operation of the device is shown successively in FIGS. 2 t. e. m. 4 explained schematically. According to figure 2, the detector 11 determines that there is practically no wire on the first supply spool 3, but this has not yet been
<Desc / Clms Page number 8>
completely finished. The control unit 13 hereby activates and, on the one hand, switches off the pre-wrapper such that the wire feed 1 comes to a standstill and switches on the connecting means 10. The wire starting 7 of the second supply reel 5 is connected to the wire 9 of the first supply reel 3. The dread portion 17 which remains on the first stock pile 3 is cut by means of cutting means 18.
As a result of the foregoing, a situation as in figure 3 arises in which the wire feed 1 to the pre-ticker 2 can be resumed. The first supply reel 3, a. W. its sleeve 19 and the remaining wire portion 17 are removed from the bobbin position.
In a next phase, instead of the substantially empty first supply spool 3, a new supply spool 20 is provided, which now provides the aforementioned wire starting 7. The aforementioned method can now be repeated all the way back between the supply reels 5 and 20, analogously as was previously the case between the supply reels 3 and 5.
The manner in which it can be determined with a detector 11 that the supply coil 3 has almost expired is illustrated in figure 5. The optical detector 11 which is arranged next to the supply coil 3 emits a signal 21 which
<Desc / Clms Page number 9>
can be reflected by the sleeve 19 and then detected by the detector 11. It is clear that sleeve 19 can only provide the reflection if only a limited number of windings are present on it, between which this sleeve 19 is already visible. In order to ensure the reflection of the optical signal 21 on the sleeve 19, it can be provided with a highly reflective coating, for example in the form of a spiral band 22.
As already discussed in the introduction, after the detector 11 has been energized, it is possible to do so first. an additional wire stock is provided on the pre-wrapper 2 before the wire feed 1 is temporarily stopped thereto in order to realize the connection of the wire starting 7 to the wire 9. This is shown schematically in the diagrams of Figures 6 t. e. m. 8 displayed.
During the normal wire supply 1 from a supply spool, for example the aforementioned first supply spool 3, the amount of thread A present on this supply spool decreases regularly, which for the sake of simplicity was shown in Figure 6 with a falling curve 23. The speed of the pre-wrapper 2, for example of the wrapping arm 24, can fluctuate during normal operation between a minimum N1 and a maximum N2, as shown by the curve.
<Desc / Clms Page number 10>
25 in figure 7.
Also the thread reserve R on the winding drum 26 will usually fluctuate between two values R1 and R2, according to curve 27 in figure 8, due to the variations in the speed of the wrapping arm 24 on the one hand and the thread 9 intermittent to the winding on the other hand. - drum 26 is taken.
When the supply reel 3 is unwound, the thread quantity A at a certain moment t1 will reach a predetermined minimum value A1, as a result of which the detector 11 gives a signal to the control unit 13. As a result, the pre-wrapper 2 is brought to its maximum speed N2 and held at this speed M2 over a certain period X. It is clear that the thread quantity A of the first supply reel 3 will decrease even further, while the thread reserve R on the pre-winder 2 increases. As soon as a predetermined maximum thread reserve R3 has been reached on the pre-wrapper 2, this last pre-wrapper is switched off and slowed to a standstill.
However, since the weaving machine remains in operation, the particularly large thread reserve R3 is reduced to a strict minimum RO in a short time by a number of successive insertions. At this time, indicated by t3, the pre-wrapper should be turned on again such that at the next insertion
EMI10.1
. at least one weft length is present on the pre-wrap tram 26 again.
The period T about which
<Desc / Clms Page number 11>
the pre-wrapper 2 was completely stationary, which is substantially equal to the difference between t3 and t2, now showing the time during which with the connecting means 10 the wire starting 7 of the second supply reel 5 on the wire 9
EMI11.1
from the first, it is clear that the magnitude of the wire reserve R3 determines the duration of this period T.
Figure 9 shows a bobbin position 28 of the type in which the supply reels are presented successively by means of a conveyor belt 29, and which makes use of the method according to the invention. The aforementioned means 6 for presenting the wire starting 7 of the second leading edge spool 5 and the wire 9 of the first supply spool 3 in close proximity consist mainly in this case of the above-mentioned wire clamp 16 now positioned near the wire eye 4 and a movable guide element 30 that the wire 9, when the first supply reel 3 runs down, can bring over a certain distance substantially parallel to the thread 8 of the second supply reel 5. The latter operation is illustrated in Figure 10.
Subsequently, the connecting means 10 are activated and the
EMI11.2
wires 8 and 9 connected together, either by knots or by a splice splice. By further turning the bobbin position 28, a situation as in figure 11 is obtained.
<Desc / Clms Page number 12>
Figure 11 also shows how, by means of a wire finder 31, the wire starting 7 of the supply reel 20 presented next can be searched for. This wire locator 31 consists, for example, of a suction mouth which scans the surface of the supply spool 20 and sucks up the wire starting 7, by means of hook means (not shown) this wire starting 3 can then be fixed in the wire clamp 16. The sleeve 2 with the aforementioned remaining thread portion 17 is shed.
It should also be noted that with the bobbin position 28 according to Fig. 9 Le. m. 11 only one detector 11 is necessary for checking the amount of wire on the supply spools, since these are always presented in the same place when they run down.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but both the method of converting into a continuous wire feed from wire feeder. Providing washing coils, as well as the devices used for this, can be carried out in all kinds of variants. be accomplished.