<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het afdichten van een deuropening, raamopening of dergelijke.
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afdichten van een deuropening, raamopening of dergelijke, meer bepaald voor een waterdicht afsluiten van een deuropening, raamopening of dergelijke.
Men weet dat bij hevige en/of langdurige regen het waterpeil zodanig kan stijgen dat kelders en andere laaggelegen vertrekken in woonhuizen en andere gebouwen onderlopen.
In het algemeen worden zandzakjes voor de deuropening, raamopening of dergelijke geplaatst, welke als een dam het water dienen buiten houden.
Het nadeel van deze gebruikelijke afdammethode is dat het vullen en het rondbrengen van zandzakjes zeer arbeidsintensief is en dit terwijl wateroverlast zich meestal plots voordoet en vaak over vele regio's tegelij k, waardoor de zandzakjes niet overal tijdig geleverd en geplaatst kunnen worden.
Daarbij komt dat, wanneer de wateroverlast zich voordoet, de getroffen regio's minder goed bereikbaar zijn, wat, gecombineerd met de grote massa van de gevulde zandzakjes, de verdeling ervan sterk bemoeilijkt.
<Desc/Clms Page number 2>
Bovendien is het gebruik van zulke zandzakjes niet altijd even doeltreffend en zal, na verloop van tijd, zich toch nog waterdoorsijpeling voordoen.
Andere gekende oplossingen bestaan erin dat profielen, zoals bijvoorbeeld U-profielen, aan de zijkanten en onderaan de deur- of raamopening worden aangebracht, en dat, bij een dreigend waterpeil, op maat gemaakte panelen in de U-profielen worden geschoven.
Nadeel van deze afdammethode is dat het aanbrengen van de profielen nauwgezet dient te gebeuren en bijgevolg veel tijd in beslag neemt, met als gevolg dat de profielen op voorhand en blijvend dienen te worden aangebracht.
Bovendien impliceert het feit dat de op maat gemaakte panelen in de profielen dienen te worden geschoven, dat de dichting verre van perfect is.
De huidige uitvinding heeft een inrichting voor het afdichten van een deuropening, raamopening of dergelijke als voorwerp dat de voornoemde en andere nadelen uitsluit.
Tot dit doel bestaat de inrichting volgens de uitvinding voor het afdichten van een deuropening, raamopening of dergelijke uit minstens een basiselement, opgebouwd uit, onder andere één paneel ; uitschuifbare elementen ; de buitenranden van deze uitschuifbare elementen een afdichting ; onderaan het basiselement, een opblaasbaar element ; en middelen om de uitschuifbare elementen in uitgeschoven stand te blokkeren.
<Desc/Clms Page number 3>
Het voordeel is dat zulke inrichting volgens de uitvinding licht en compact is, en eenvoudig aangebracht kan worden in deur- en raamopeningen met uiteenlopende breedte.
Volgens een eerste voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het basiselement uit twee met elkaar verbonden panelen, waarbij, enerzijds, de uitschuifbare elementen, en, anderzijds, het opblaasbaar element, tussen deze panelen zijn aangebracht.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm stemt de breedte van de afdichting overeen met de afstand tussen de panelen, en bestaat de afdichting bij voorkeur in de combinatie van een rubberstrook en een vervormbare strip.
Het voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat, door het aandrukken van de voornoemde uitschuifbare elementen tegen de dagkanten van een deuropening, raamopening of dergelijke, de rubberstrook de opening aan beide opstaande zijden afsluit, niet enkel daar waar de rubberstrook tegen de dagkanten van de deuropening, raamopening of dergelijke wordt aangedrukt, maar tevens tussen de uitschuifbare elementen en het basiselement, en dat de vervormbare strip voor een geoptimaliseerde afdichting zorgt door kleine oneffenheden op te vullen.
Volgens een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van bekrachtigingsmiddelen.
Het voordeel hiervan is dat de zijdelings uitschuifbare elementen stevig tegen de dagkanten van de deuropening, raamopening of dergelijke gedrukt kunnen worden.
<Desc/Clms Page number 4>
In het bijzonder kunnen de bekrachtigingsmiddelen onder andere bestaan uit een mechanische hefboom, een pneumatische of hydraulische cilinder of een opblaasbaar element.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 in perspectief een inrichting volgens de uitvinding weergeeft voor het afdichten van een deuropening, raamopening of dergelijke; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur
1; figuur 3 een zicht weergeeft volgens pijl F3 in figuur
1, met gedeeltelijke weglating van het paneel; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3; figuur 5 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft voor het afdichten van een deuropening, raamopening of dergelijke, aangebracht in een deuropening; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5;
figuur 7 een uitvoeringsvariante weergeeft van de inrichting volgens de uitvinding; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-
VIII in figuur 7;
<Desc/Clms Page number 5>
figuur 9 een variante weergeeft van de inrichting volgens figuur 7; figuur 10 een doorsnede weergeeft volgens lijn X-X in figuur 9; figuur 11 nog een uitvoeringsvariante weergeeft van de inrichting volgens de uitvinding.
De inrichting volgens de uitvinding voor het afdichten van een deuropening, raamopening of dergelijke bestaat in hoofdzaak uit een basiselement 1, dat in dit geval meer speciaal is opgebouwd uit twee rechthoekige panelen 2 en 3, met identieke breedte B en hoogte H, welke door middel van afstandhouders 4,5 en 6, op een afstand D met elkaar verbonden zijn.
De afstandhouders 4 en 5, enerzijds, en de afstandhouder 6, anderzijds, verbinden de panelen 2 en 3 bovenaan, respectievelijk onderaan, met elkaar.
De panelen 2 en 3 bakenen aldus een tussenliggende ruimte 7 af, waarin twee uitschuifbare elementen 8 en 9 zijdelings uitschuifbaar zijn aangebracht, en waarin onderaan, in het compartiment afgebakend door de afstandhouder 6 en de uitschuifbare elementen 8 en 9, een opblaasbaar element 10 is voorzien.
De uitschuifbare elementen 8 en 9 zijn voornamelijk rechthoekig uitgevoerd, doch zijn onderaan voorzien van een schuine rand 11.
Deze uitschuifbare elementen 8 en 9 zijn ieder ongeveer in de helft van hun hoogte voorzien van een opening 12.
<Desc/Clms Page number 6>
Aan de zijdelings, naar buiten gerichte rand 13 van de uitschuifbare elementen 8 en 9 is een afdichting 14 aangebracht, die meer speciaal bestaat uit, enerzijds, een rubberstrook 15, en, anderzijds, een vervormbare strip 16.
De rubberstrook heeft bij voorkeur een rechthoekige dwarsdoorsnede, waarvan de breedte overeenstemt met de afstand D tussen panelen 2 en 3, en waarvan de hoogte minstens even groot is als de maximale uitschuiflengte van elk schuifelement 8 en 9, één en ander zodanig dat de afdichting 14 steeds aansluit met de panelen 2 en 3.
Op de naar buiten gerichte rand van de rubberstrook 15 is een vervormbare strip 16 voorzien, welke plastisch of elastisch vervormbaar kan zijn, zoals bijvoorbeeld een gelatineachtige massa.
Boven de opening 12, is in ieder schuifelement 8 en 9 een gleuf 17 voorzien, waarin, zowel onderaan, als bovenaan, tanden 18 zijn voorzien, welke weg van de rand 13 gericht zijn.
Ter hoogte van de schuine rand 11 van de uitschuifbare elementen 8 en 9 is verder een uitsparing 19 voorzien, welke een geleiding vormt voor de afstandhouder 6.
Het onderaan in de tussenliggende ruimte 7 gelegen opblaasbaar element 10 is door middel van een leiding 20 met een reservoir 21 verbonden, en het opblaasbaar element 10 is ter hoogte van zijn korte zijde 22 met de afstandhouder 6 verbonden, welke afstandhouder 6 in het
<Desc/Clms Page number 7>
midden voorzien is van een opening 23 waar doorheen de leiding 20 is gevoerd.
Centraal in de tussenliggende ruimte 7 zijn bekrachtigingsmiddelen voorzien, meer speciaal een dubbele cilinder 24, waarmee, via koppelingen 25, duwstangen 26 verbonden zijn, welke koppelingen 25 toelaten de duwstangen 26 rond hun lengteas te verdraaien. De duwstangen 26 zijn bovenaan en onderaan voorzien van naar hun vrij uiteinde 27 gerichte tanden 28, één en ander zodanig dat deze kunnen ingrijpen met de voornoemde tanden 18 welke aan de binnenzijde van de gleuven 17 zijn aangebracht, en die aldus middelen vormen om de uitschuifbare elementen 8 en 9 in uitgeschoven stand te blokkeren.
Met de cilinder 24 is een leiding 29 verbonden, welke aan haar andere uiteinde voorzien is van een koppeling 30.
Aan de buitenzijde van het basiselement 1 zijn met het paneel 2, ter hoogte van de vier hoeken, nagenoeg Z-vormig geplooide aanslagelementen 31 verbonden, in dit geval met behulp van bouten 32 en vleugelmoeren 33, welke aanslagelementen 31, op een afstand S van het buitenvlak 34 van paneel 2, links en rechts aan de zijranden van het basiselement 1 over een lengte L naar buiten steken.
In het paneel 3 is tenslotte, ter hoogte van iedere opening 12, een uitsparing 35 voorzien.
Het gebruik van de hiervoor beschreven inrichting volgens de uitvinding voor het afdichten van een deuropening, raamopening of dergelijke is zeer eenvoudig en als volgt.
<Desc/Clms Page number 8>
In de figuren 5 en 6 is de geplaatste toestand weergegeven van een inrichting zoals hierboven beschreven, welke in dit geval in een deuropening 36 is aangebracht.
Hiertoe dient men vooreerst een inrichting te selecteren waarvan de breedte B kleiner is dan de breedte O van de deuropening 36, waarbij de som van de breedte B met twee maal de maximale uitschuiflengte van de uitschuifbare elementen 8 en 9 minstens gelijk is aan de breedte O van de deuropening 36.
De inrichting wordt, met het opblaasbaar element 10 onderaan en de nagenoeg Z-vormig geplooide aanslagelementen 31 naar de buitenomgeving 37 gericht, in de deuropening 36 geplaatst, al dan niet aanleunend tegen de deur 38 of met de aanslagelementen 31 tegen de buitenwand 39 van de muur 40.
Vervolgens worden de uitschuifbare elementen 8 en 9 zijdelings uit de tussenliggende ruimte 7 tot tegen de dagkanten 41 van de deuropening 36 geschoven, waarbij de openingen 12, welke aan de kant van de binnenomgeving 42 bereikbaar zijn langs de uitsparingen 35, als handgrepen dienen. De afstandhouders 4,5 en 6 werken hierbij als geleiding voor de uitschuifbare elementen 8 en 9.
De middelen om de uitschuifbare elementen 8 en 9 in uitgeschoven stand te blokkeren, meer bepaald de met elkaar ingrijpende tanden 18 en 28, laten deze naar buiten gerichte zijdelingse beweging van de uitschuifbare elementen 8 en 9 toe. De omgekeerde beweging, waarbij de
<Desc/Clms Page number 9>
uitschuifbare elementen 8 en 9 terug in de tussenliggende ruimte 7 worden geschoven, is slechts mogelijk nadat de duwstangen 26 over de verdraaibare koppelingen 25, een kwartslag verdraaid worden, zodat de tanden 28 niet meer samenwerken met de tanden 18, en aldus de blokkering vrijgeven.
Om de aansluiting met de dagkanten 41 van de deuropening 36 te optimaliseren, worden de bekrachtigingsmiddelen, meer bepaald de cilinder 24, via leiding 29 en koppeling 30, van lucht- of oliedruk voorzien.
De duwstangen 26 worden hierbij zijwaarts naar buiten geduwd en dwingen de rubberstroken 15 zich passend te vervormen, zodat deze, over de hoogte H en aan weerszijden van het basiselement 1, zich nauw aansluiten met de dagkanten 41 van de deuropening 36, en dankzij de indrukking eveneens nauw aansluiten met de panelen 2 en 3.
De kleinere spleten worden hierbij automatisch afgedicht door de vervormbare strip 16.
Vervolgens wordt het opblaasbaar element 10 opgeblazen door middel van de druklucht, welke in het reservoir 21 voorzien is, door het bedienen van een niet weergegeven ventiel.
Doordat de uitschuifbare elementen 8 en 9 onderaan voorzien zijn van een schuine rand 11, heeft het opblaasbaar element 10 een trapeziumvorm, welke in opgeblazen toestand geschikt vervormt en aansluit, zowel neerwaarts, als zijdelings tot tegen de deurdrempel 43, respectievelijk de afdichting 14 van beide uitschuifbare elementen 8 en 9.
<Desc/Clms Page number 10>
Het verwijderen van de inrichting gebeurt door eerst de overdruk uit het opblaasbaar element 10 weg te nemen, meer bepaald door de bediening van het niet weergegeven ventiel, en door vervolgens de uitschuifbare elementen 8 en 9 terug in de tussenliggende ruimte 7 te schuiven, wat mogelijk is door middel van de openingen 12 en na verdraaien van de duwstangen 26.
Na gebruik dient het reservoir 21 opnieuw gevuld te worden.
Dit is bereikbaar langs een niet weergegeven opening of door één van de panelen 2 en 3 te demonteren, bijvoorbeeld door het losmaken van niet weergegeven bout- en schroefverbindingen tussen de panelen 2 of 3 en de afstandhouders 4, 5 en 6.
In de figuren 7 en 8 is een uitvoeringsvariante van de inrichting volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de bekrachtiging van de uitschuifbare elementen 8 en 9 een mechanische hefboom 44 is, welke voornamelijk bestaat uit een stang 45, twee daarmee verbonden nokken 46 en een hendel 47.
De stang 45 is aan één uiteinde, bij voorkeur net onder de bovenrand 48 van het basiselement 1, voorzien van een koppelelement 49, dat bovenaan voorzien is van een holte 50 met vierkante doorsnede.
De stang 45 strekt zich verticaal uit tot het onderste gedeelte van de tussenliggende ruimte 7.
<Desc/Clms Page number 11>
De twee nokken 46, met ovaalvormige doorsnede, zijn ter hoogte van hun centerpunt 50 met de stang 45 verbonden.
Verder zijn elk van de nokken 46 door middel van een scharnierverbinding 51 excentrisch verbonden met sluitelementen 52 waarbij het tweede uiteinde van deze sluitelementen 52 scharnierend is verbonden met de duwstangen 26.
Tenslotte bestaat de hendel 47 uit twee dwars met elkaar verbonden staven 53 en 54, welke samen een T-vormig element vormen, waarmee aan beide uiteinden van de horizontale staaf 53 handvatten 55 voorzien zijn, en waarbij de doorsnede ter hoogte van het vrije uiteinde 56 van de verticale staaf 54 vierkant is, zodanig dat dit vrije uiteinde 56 kan samenwerken met het koppelelement 49.
Het gebruik van een inrichting volgens deze laatste uitvoeringsvorm, zoals verduidelijkt in de figuren 7 en 8, is volledig gelijkaardig aan het gebruik van de eerder beschreven uitvoeringsvorm, op de bekrachtiging voor het aandrukken van de uitschuifbare elementen 8 en 9 na.
Inderdaad, nadat de inrichting is aangebracht in bijvoorbeeld een deuropening, raamopening of dergelijke, en nadat de uitschuifbare elementen 8 en 9 zijdelings uit de tussenliggende ruimte 7 zijn geschoven tot tegen de dagkanten 41 van de deuropening 36, wordt het vrije uiteinde 56 van de hendel 47 in de holte 50 van het koppelelement 49 gebracht, en worden via de nokken 46 en de daaraan verbonden sluitelementen 52, door het eenvoudig verdraaien van de hendel 47, de duwstangen 26 en de
<Desc/Clms Page number 12>
uitschuifbare elementen 8 en 9 zijdelings naar buiten geduwd.
In de figuren 9 en 10 is nog een variante weergegeven waarbij in dit geval, in vergelijking met de inrichting van de figuren 7 en 8, de as waarrond de nokken 46 draaien dwars op het paneel 3 is gericht, en waarbij elke nok 46 rechtstreeks of via een stang 45, met behulp van een hendel 47 doorheen een opening in het paneel 3 kan worden verdraaid.
In figuur 11 is nog een andere uitvoeringsvariante weergegeven, waarbij, tussen de uitschuifbare elementen 8 en 9, twee opblaasbare elementen 57 voorzien zijn, waartussen twee aanslagelementen 58 met het basiselement 1 verbonden zijn.
Het reservoir 21 is door middel van een leiding 29 met het opblaasbaar element 10 en met opblaasbare elementen 57 verbonden.
Het gebruik van een inrichting volgens figuur 9 verschilt van het gebruik van de vorige uitvoeringsvormen in de wijze waarop de uitschuifbare elementen 8 en 9 tot tegen de dagkanten 41 van de deuropening 36 worden aangedrukt.
Door de bediening van de in de tekeningen niet weergegeven ventielen worden eerst de opblaasbare elementen 57 opgeblazen, welke de uitschuifbare elementen 8 en 9 naar buiten duwen doordat de aanslagelementen 58 vast verbonden zijn met minstens één paneel 2-3 van het basiselement 1, waarna het opblaasbaar element 10 wordt opgeblazen.
<Desc/Clms Page number 13>
Hoewel het basiselement 1, zoals verduidelijkt in de figuren, bij voorkeur bestaat uit twee panelen 2 en 3, welke met behulp van afstandhouders 4,5 en 6 met elkaar verbonden zijn, en welke afstandhouders 4,5 en 6 als geleiding dienen voor de uitschuifbare elementen 8 en 9, is het duidelijk dat het basiselement 1 in een zeer eenvoudige uitvoering ook uit één paneel 3 kan bestaan, waarmee twee zijdelings uitschuifbare elementen 8 en 9 verbonden zijn.
Hoewel niet weergegeven in de figuren, kunnen andere dan de weergegeven bekrachtigingsmiddelen voorzien worden, of kunnen de bekrachtigingsmiddelen, zoals hierboven beschreven, anders uitgevoerd worden.
Het is verder duidelijk dat de afdichting 14 in om het even welk materiaal kan worden uitgevoerd en dat zulke afdichting 14 om het even welke vorm kan vertonen.
Hetzelfde geldt voor de vervormbare strip 16 en voor het opblaasbaar element 10.
De huidige uitvinding is dus geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting voor het afdichten van een deuropening, raamopening of dergelijke kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for sealing a door opening, window opening or the like.
This invention relates to a device for sealing a door opening, window opening or the like, more particularly for a watertight closing of a door opening, window opening or the like.
It is known that with heavy and / or prolonged rain the water level can rise to such an extent that basements and other low-lying rooms flood into houses and other buildings.
Sand bags are generally placed in front of the doorway, window opening or the like, which serve as a dam to keep the water out.
The disadvantage of this usual damming method is that filling and delivering sand bags is very labor-intensive, while flooding usually occurs suddenly and often over many regions, which means that the sand bags cannot be delivered and placed everywhere on time.
In addition, when the flooding occurs, the affected regions are less accessible, which, combined with the large mass of the filled sandbags, makes their distribution considerably more difficult.
<Desc / Clms Page number 2>
Moreover, the use of such sand bags is not always as effective and, after some time, water seepage will still occur.
Other known solutions are that profiles, such as for example U-profiles, are fitted on the sides and at the bottom of the door or window opening, and that, in the event of an imminent water level, custom-made panels are pushed into the U-profiles.
The disadvantage of this damming method is that the application of the profiles must be done meticulously and therefore takes a lot of time, with the result that the profiles must be applied in advance and permanently.
Moreover, the fact that the made-to-measure panels have to be pushed into the profiles implies that the seal is far from perfect.
The present invention has an apparatus for sealing a door opening, window opening or the like as an object which eliminates the aforementioned and other disadvantages.
For this purpose, the device according to the invention for sealing a door opening, window opening or the like consists of at least one basic element, constructed from, among other things, one panel; extendable elements; the outer edges of these extendable elements provide a seal; at the bottom of the basic element, an inflatable element; and means for blocking the extendable elements in the extended position.
<Desc / Clms Page number 3>
The advantage is that such a device according to the invention is light and compact, and can be easily installed in door and window openings of various widths.
According to a first preferred embodiment, the basic element consists of two panels connected to each other, wherein, on the one hand, the extendable elements and, on the other hand, the inflatable element are arranged between these panels.
According to a special embodiment, the width of the seal corresponds to the distance between the panels, and the seal preferably consists of a combination of a rubber strip and a deformable strip.
The advantage of the device according to the invention is that, by pressing the aforementioned extendable elements against the edges of a door opening, window opening or the like, the rubber strip closes the opening on both upstanding sides, not only where the rubber strip touches the edges of the edges of the door opening, window opening or the like is pressed, but also between the extendable elements and the basic element, and that the deformable strip ensures an optimized seal by filling in small irregularities.
According to an even more preferred embodiment, the device is provided with energizing means.
The advantage of this is that the laterally extendable elements can be pressed firmly against the edges of the door opening, window opening or the like.
<Desc / Clms Page number 4>
In particular, the actuating means may consist of, among other things, a mechanical lever, a pneumatic or hydraulic cylinder or an inflatable element.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments are described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 represents a device according to the invention for sealing a door opening, window opening or the like; figure 2 represents a view according to arrow F2 in figure
1; figure 3 represents a view according to arrow F3 in figure
1, with partial omission of the panel; figure 4 represents a section according to line IV-IV in figure 3; figure 5 represents a device according to the invention for sealing a door opening, window opening or the like arranged in a door opening; figure 6 represents a section according to line VI-VI in figure 5;
figure 7 represents an embodiment variant of the device according to the invention; figure 8 represents a section according to line VIII-
VIII in figure 7;
<Desc / Clms Page number 5>
figure 9 represents a variant of the device according to figure 7; figure 10 represents a section according to line X-X in figure 9; Figure 11 shows another embodiment variant of the device according to the invention.
The device according to the invention for sealing a door opening, window opening or the like essentially consists of a basic element 1, which in this case is more specifically composed of two rectangular panels 2 and 3, with identical width B and height H, which by means of of spacers 4,5 and 6 are connected to each other at a distance D.
The spacers 4 and 5, on the one hand, and the spacer 6, on the other hand, connect the panels 2 and 3 at the top and bottom, respectively.
The panels 2 and 3 thus define an intermediate space 7, in which two extendable elements 8 and 9 are arranged laterally extendable, and in which at the bottom, in the compartment defined by the spacer 6 and the extendable elements 8 and 9, is an inflatable element 10 to provide.
The extendable elements 8 and 9 are mainly rectangular, but are provided with a sloping edge 11 at the bottom.
These extendable elements 8 and 9 are each provided with an opening 12 at approximately half their height.
<Desc / Clms Page number 6>
A seal 14 is provided on the laterally outwardly directed edge 13 of the extendable elements 8 and 9, which seal consists more particularly of, on the one hand, a rubber strip 15 and, on the other hand, a deformable strip 16.
The rubber strip preferably has a rectangular cross-section, the width of which corresponds to the distance D between panels 2 and 3, and the height of which is at least as great as the maximum extension length of each sliding element 8 and 9, such that the seal 14 always fits with panels 2 and 3.
A deformable strip 16 is provided on the outwardly directed edge of the rubber strip 15, which strip can be plastically or elastically deformable, such as, for example, a gelatinous mass.
Above the opening 12, a slit 17 is provided in each sliding element 8 and 9, wherein teeth 18 are provided, both at the bottom and at the top, which are directed away from the edge 13.
At the level of the sloping edge 11 of the extendable elements 8 and 9, a recess 19 is furthermore provided, which forms a guide for the spacer 6.
The inflatable element 10 located at the bottom of the intermediate space 7 is connected by means of a conduit 20 to a reservoir 21, and the inflatable element 10 is connected to the spacer 6 at the height of its short side 22, which spacer 6 in the
<Desc / Clms Page number 7>
in the middle is provided with an opening 23 through which the pipe 20 is passed.
Centrally in the intermediate space 7, energizing means are provided, more particularly a double cylinder 24, to which, via couplings 25, push rods 26 are connected, which couplings 25 allow the push rods 26 to rotate about their longitudinal axis. The push rods 26 are provided at the top and bottom with teeth 28 facing their free end 27, such that they can engage with the aforementioned teeth 18 which are arranged on the inside of the slots 17, and which thus form means for extending the extendable elements 8 and 9 in the extended position.
Connected to cylinder 24 is a line 29 which is provided with a coupling 30 at its other end.
On the outside of the base element 1, the panel 2, at the level of the four corners, is connected to substantially Z-shaped pleated stop elements 31, in this case with the aid of bolts 32 and wing nuts 33, which stop elements 31, at a distance S of project the outer surface 34 of panel 2 to the left and right of the side edges of the base element 1 over a length L.
Finally, a recess 35 is provided in the panel 3 at the level of each opening 12.
The use of the above-described device according to the invention for sealing a door opening, window opening or the like is very simple and as follows.
<Desc / Clms Page number 8>
Figures 5 and 6 show the position of a device as described above, which in this case is arranged in a door opening 36.
To this end, a device must first be selected whose width B is smaller than the width O of the door opening 36, wherein the sum of the width B with twice the maximum extension length of the extendable elements 8 and 9 is at least equal to the width O of the doorway 36.
With the inflatable element 10 at the bottom and the substantially Z-shaped pleated stop elements 31 facing the outside environment 37, the device is placed in the door opening 36, whether or not leaning against the door 38 or with the stop elements 31 against the outer wall 39 of the wall 40.
Subsequently, the extendable elements 8 and 9 are slid sideways out of the intermediate space 7 against the edges 41 of the door opening 36, the openings 12, which are accessible on the side of the inner environment 42 along the recesses 35, serving as handles. The spacers 4,5 and 6 in this case act as a guide for the extendable elements 8 and 9.
The means for blocking the extendable elements 8 and 9 in the extended position, in particular the interlocking teeth 18 and 28, allow this outwardly directed lateral movement of the extendable elements 8 and 9. The reverse movement, where the
<Desc / Clms Page number 9>
extendable elements 8 and 9 are pushed back into the intermediate space 7, is only possible after the push rods 26 have been rotated over the rotatable couplings 25 a quarter turn, so that the teeth 28 no longer cooperate with the teeth 18, and thus release the blocking.
In order to optimize the connection with the day edges 41 of the door opening 36, the energizing means, more particularly the cylinder 24, are provided with air or oil pressure via line 29 and coupling 30.
The push bars 26 are hereby pushed out sideways and force the rubber strips 15 to deform appropriately, so that, over the height H and on either side of the base element 1, they closely connect with the edges 41 of the door opening 36, and thanks to the depression also closely connect with panels 2 and 3.
The smaller gaps are hereby automatically sealed by the deformable strip 16.
Subsequently, the inflatable element 10 is inflated by means of the compressed air which is provided in the reservoir 21, by operating a valve (not shown).
Because the extendable elements 8 and 9 are provided with an oblique edge 11 at the bottom, the inflatable element 10 has a trapezoidal shape which, when inflated, appropriately deforms and connects, both downwardly and laterally to the door sill 43 and the seal 14 of both extendable elements 8 and 9.
<Desc / Clms Page number 10>
The device is removed by first removing the excess pressure from the inflatable element 10, more particularly by operating the valve (not shown), and then by sliding the extendable elements 8 and 9 back into the intermediate space 7, which is possible by means of the openings 12 and after turning the push bars 26.
After use, the reservoir 21 must be refilled.
This is accessible through an opening (not shown) or by disassembling one of the panels 2 and 3, for example by loosening bolted and screw connections (not shown) between the panels 2 or 3 and the spacers 4, 5 and 6.
Figures 7 and 8 show an embodiment variant of the device according to the invention, wherein the actuation of the extendable elements 8 and 9 is a mechanical lever 44, which mainly consists of a rod 45, two cams 46 connected thereto and a handle 47 .
The rod 45 is provided at one end, preferably just below the upper edge 48 of the basic element 1, with a coupling element 49, which is provided at the top with a cavity 50 of square cross-section.
The rod 45 extends vertically to the lower portion of the intermediate space 7.
<Desc / Clms Page number 11>
The two cams 46, with an oval cross-section, are connected to the rod 45 at their center point 50.
Furthermore, each of the cams 46 are eccentrically connected to closing elements 52 by means of a hinge connection 51, the second end of these closing elements 52 being hingedly connected to the push rods 26.
Finally, the handle 47 consists of two bars 53 and 54 which are mutually connected to each other and which together form a T-shaped element with which handles 55 are provided at both ends of the horizontal bar 53, and wherein the cross-section at the level of the free end 56 of the vertical rod 54 is square such that this free end 56 can cooperate with the coupling element 49.
The use of a device according to this latter embodiment, as illustrated in Figs. 7 and 8, is completely similar to the use of the previously described embodiment, except for the actuator for pressing the extendable elements 8 and 9.
Indeed, after the device has been arranged in, for example, a door opening, window opening or the like, and after the extendable elements 8 and 9 have been slid sideways out of the intermediate space 7 against the edges 41 of the door opening 36, the free end 56 of the handle becomes 47 are introduced into the cavity 50 of the coupling element 49, and are moved via the cams 46 and the closing elements 52 connected thereto, by simply turning the handle 47, the push rods 26 and the
<Desc / Clms Page number 12>
Extendable elements 8 and 9 are pushed out sideways.
Figures 9 and 10 show another variant in which in this case, in comparison with the device of Figures 7 and 8, the axis around which the cams 46 rotate is directed transversely to the panel 3, and wherein each cam 46 directly or can be rotated via a rod 45, with the aid of a lever 47, through an opening in the panel 3.
Figure 11 shows yet another embodiment, in which two inflatable elements 57 are provided between the extendable elements 8 and 9, between which two stop elements 58 are connected to the base element 1.
The reservoir 21 is connected by means of a conduit 29 to the inflatable element 10 and to inflatable elements 57.
The use of a device according to Figure 9 differs from the use of the previous embodiments in the way in which the extendable elements 8 and 9 are pressed against the edges 41 of the door opening 36.
By operating the valves not shown in the drawings, the inflatable elements 57 are first inflated, which push out the extendable elements 8 and 9 because the stop elements 58 are fixedly connected to at least one panel 2-3 of the basic element 1, after which the inflatable element 10 is inflated.
<Desc / Clms Page number 13>
Although the basic element 1, as illustrated in the figures, preferably consists of two panels 2 and 3, which are connected to each other with the aid of spacers 4,5 and 6, and which spacers 4,5 and 6 serve as guides for the extendable elements 8 and 9, it is clear that in a very simple embodiment the basic element 1 can also consist of one panel 3, to which two laterally extendable elements 8 and 9 are connected.
Although not shown in the figures, energizing means other than the ones shown may be provided, or the energizing means as described above may be designed differently.
It is furthermore clear that the seal 14 can be made of any material and that such seal 14 can take any form.
The same applies to the deformable strip 16 and to the inflatable element 10.
The present invention is thus in no way limited to the embodiments described by way of example and shown in the figures, but such a device for sealing a door opening, window opening or the like can be realized in different shapes and dimensions without departing from the scope of the invention.